Brandwondenzorg. Ingrid Brosky Brandwondenverpleegkundige/ praktijkopleider Mei 2018

Transcriptie

1 Brandwondenzorg Ingrid Brosky Brandwondenverpleegkundige/ praktijkopleider Mei 2018

2 2 Brandwondenzorg Nederland Preventie Zorg Kwaliteit van Leven Wetenschappelijk onderzoek / deskundigheidsbevordering

3 3 Preventie Brandwondenstichting Preventie Onderzoek (consumenten) Fondswerving Samenwerken brandweer (academie) Landelijk rampen protocol Nazorg

4 4 Kwaliteit van leven VSBN (Nederlandse vereniging samenwerkende brandwondencentra) Wetenschappelijk onderzoek Multicentre Medisch en verpleegkundige Psychosociaal Onderwijs Landelijke richtlijn ontwikkeling

5 5 Opleiding Brandwondenverpleegkundige Gespecialiseerde, vervolgopleiding van 16 maanden Sluit aan op MBO en HBO niveau Eindtermen van de OBV zijn inhoudelijk gebaseerd op het nieuwe beroepsdeelprofiel van de gespecialiseerde verpleegkundige brandwondenzorg 2016

6 6 Brandwondenzorg Speciale bouwkundige voorzieningen Specifieke kennis en vaardigheden (expertise) Multidisciplinaire behandeling

7 7 3 brandwondencentra Groningen 20 bedden Beverwijk 15 bedden Rotterdam 20 bedden 345

8 8 Kenmerken brandwondencentrum Diverse patiënten catagorie (kinderen, tieners, volwassenen) 3 IC kamers, 1 rehydratie kamer en 16 afdelingsbedden waarvan 2 isolatiekamers 2 badkamers, waarvan 1 speciale kinderbadkamer opnamekamer geavanceerde OK ruimte dagbehandeling op het centrum waarbij poliklinisch patiënten worden behandeld. brandwondenpoli/littekenpoli

9 Verbandwisselkamer

10 Plaats van het ongeval thuis bedrijf recreatie verkeer ggz rest

11 Wie komt er bij het brandwondencentrum terecht? jaar jaar jaar jaar Huid is het grootste orgaan van het lichaam - Beschermt - Reguleert vocht en temperatuur - Geeft gevoel en tastzin - Is onze buitenkant / identiteit 0-4 jaar 0,0% 5,0% 10,0% 15,0% 20,0% 25,0% 30,0%

12 Oorzaken Landelijk Centrum Hete vloeistoffen 60% 31% Vuur 30% 52% Vet 5% Contact 6% Chemicaliën 1% Elektriciteit 3%

13 Verwijzingscriteria Brandwonden >10% bij volwassenen Brandwonden>5% bij kinderen en bejaarden 3de graads brandwonden >5% Bijkomend letsel of preexistente aandoeningen Bijkomend trauma of inhalatieletsel Elektrische/chemische brandwonden Verbranding in functioneel gebied (bv. handen, gelaat, etc) Circulaire verbrandingen

14 Ernst van de brandwond bepaald door: Uitgebreidheid, leeftijd, algemene conditie Diepte Lokalisatie Bijkomend letsel Etiologie

15 15 Uitgebreidheid Per jaar ouder dan 1 hoofd: - 1% en elk been: + ½ %

16 16 Koelen min lauw stromend water Over beschadigde lichaamsdelen Starten met koelen tot na 2 uur na de verbranding Eventueel kleding verwijderen tijdens het koelen min koelen met koel- dekens, verbanden, gel als er geen water is (alleen primair gebruiken) Na het koelen Schoon afdekken en de patiënt warm toedekken

17 17 Invloed van koelen Op de wond: Pijn reducerend Afvoer van warmte Voorkomen van verdieping Lichamelijke reactie: Vasoconstrictie Onderkoeling

18 18 5 punts anamnese Waardoor? Hoe heet? Hoe veel? Hoe lang? Maatregelen?

19 19 5 punts diagnostiek Blaren Wondaspect Soepelheid Capillaire refill Pijn

20 3 fases in de klinische behandeling shock- resuscitatiefase ( acute fase) wondgenezingsfase revalidatiefase 20

21 21 Wat zijn brandwonden? Eerstegraads verbranding Tweedegraads brandwond Huid is het grootste orgaan van het lichaam - Beschermt- Reguleert vocht en temperatuur - Geeft gevoel en tastzin - Is onze buitenkant / identiteit Derdegraads brandwond

22 Eerstegraads verbranding (Epidermaal) 22

23 23 Klinische kenmerken 1 ste graads verbranding Roodheid Pijn Positieve capillaire refill <2 sec Droog Sensibiliteit intact Spontane genezing

24 24 Behandeling eerstegraads verbranding Vaseline Aftersun creme Body lotion

25 Oppervlakkig 2 de graads (oppervlakkig dermaal) 25

26 26 Klinische kenmerken oppervlakkig 2 de graads brandwond Roze, rood glanzend door vocht Blaarvorming, intact of kapot Positieve capillaire refill Zeer pijnlijk Soepel

27 Oppervlakkig 2 de graads (oppervlakkig dermaal)

28 28 Klinische kenmerken diep 2 de graads brandwond (diep dermaal) Vlekkerig roze/rood en witte plekken Enige blaarvorming Matige tot afwezige capillaire refill Matige tot afwezige pijnsensatie Soepel tot stug

29 Diep 2 de graads brandwond (diep dermaal)

30 Diep 2 de graads brandwond (diep dermaal) 30

31 Wondbehandeling diep 2 de graads brandwond (diep dermaal) Vette gazen Antibacteriële wondbedekker Operatie

32 32 Wondbehandeling diep 2 de graads brandwond Vette gazen Anti-bacteriële wondbedekker Operatie

33 33 Klinische kenmerken 3 de graads brandwond (sub-dermaal) Witgeel, roodbruin, zwart Afwezigheid van blaren Negatieve capillaire refill Geen pijnsensatie Stug tot leerachtig

34 3 de graads brandwond

35

36 36 Wondbehandeling Anti-bacteriële wondbedekker Operatie d.m.v. huidtransplantatie < 2 cm doorsnee hydrocolloid

37 37 Doel wondbehandeling bij brandwonden Het voorkomen van verdieping van de brandwond Voorkomen van secundaire infectie Het creëren van een gelei-achtig wondmilieu Reduceren van pijn Voorkomen van mechanische beschadiging Beperken van littekenvorming

38 38 Littekenvorming Oppervlakkige tweedegraads brandwond beperkt het litteken zich tot kleurverschil, wat lang kan aanhouden. ( pigmentverlies) Overmatige hypertrofische littekenvorming bij diep tweede en derdegraads brandwonden. Behandeling Drukkleding Silleconenpleisters Plastische chirurgie

39

40 40 Problemen na wondgenezing Restdefecten Blaren Pustels Jeuk en pijn Littekenvorming Psychische gevolgen

41 Psychosociale aspecten Begeleiding van de zorgvrager en diens naasten, rekening houdend met de situationele gegevens en culturele en levensbeschouwelijke achtergronden. Impact van het ongeval kan enorm groot zijn op het leven en de toekomst van de zorgvrager. Soms grote gevolgen voor de psychische toestand van de zorgvrager en zijn of haar omgeving.

42 42 Opgestelde richtlijnen voor optimale opvang en verzorging patienten met brandwonden 2014 Eerste opvang van brandwondenpatiënten in de acute fase ( 1 e 24 uur) van verbranding en verwijzing naar een brandwondencentrum 2017 Zorg voor patienten met brandwonden Handboek brandwondenzorg ( V&VN)

43