Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 66 final.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 66 final."

Transcriptie

1 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2010 (01.03) (OR. en) 6948/10 ADD 2 ENER 55 ENV 117 AGRI 63 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 26 februari 2010 aan: de heer Pierre de BOISSIEU, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Betreft: Werkdocument van de diensten van de Commissie - Samenvatting van de effectbeoordeling = Begeleidend document bij het verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de duurzaamheidseisen voor het gebruik van vaste en gasvormige biomassa bij elektriciteitsproductie, verwarming en koeling Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2010) 66 final. Bijlage: SEC(2010) 66 final 6948/10 ADD 2 sd DG C NL

2 EUROPESE COMMISSIE Brussel, SEC(2010) 66 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Begeleidend document bij het Verslag van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad betreffende de duurzaamheidseisen voor het gebruik van vaste en gasvormige biomassa bij elektriciteitsproductie, verwarming en koeling COM(2010) 11 final SEC(2010) 65 final NL NL

3 1. PROBLEEMOMSCHRIJVING Om haar 2020-doelstellingen overeenkomstig de richtlijn betreffende het gebruik van hernieuwbare energiebronnen 1 te verwezenlijken moet de EU het gebruik van biomassa voor energiedoeleinden opdrijven. De richtlijn zelf omvat een duurzaamheidsregeling voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa. Krachtens artikel 17, lid 9, van de richtlijn moet de Commissie uiterlijk op 31 december 2009 verslag uitbrengen over de vereisten voor een duurzaamheidsregeling voor het gebruik van andere biomassa dan biobrandstoffen en vloeibare biomassa voor de opwekking van energie. Vaste en gasvormige biomassa is afkomstig van land- en bosbouw en van afvalstoffen. Aangezien de rijkdommen aan biomassa niet onbeperkt zijn, is het belangrijk deze op efficiënte en duurzame wijze te gebruiken. Als de klimaatverandering en potentieel negatieve effecten op de biodiversiteit, het water, de bodem en ecosysteemdiensten niet worden weerspiegeld in de marktprijzen, schiet de markt tekort. Ook de regelgeving kan falen wanneer een beleid voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen de lidstaten ertoe aanzet meer biomassa te gebruiken terwijl de regels of de prijszettingsmechanismen voor de productie van biomassa geen rekening houden met negatieve externe factoren, zoals ontbossing. Momenteel zijn dergelijk negatieve effecten niet duidelijk aantoonbaar, zeker niet in de EU. Het kan echter passend zijn op dit gebied afdoende voorbereid te zijn aangezien de verwachting is dat in de toekomst meer biomassa en vooral meer ingevoerde biomassa zal worden gebruikt voor energieproductiedoeleinden. 2. ANALYSE VAN DE SUBSIDIARITEIT Biomassa kan gemakkelijk worden verhandeld. Daaruit volgt dat wanneer een lidstaat alleen optreedt, de interne markt voor handelaars in biomassa en leveranciers en gebruikers kan worden verstoord. Actie op EU-niveau kan ervoor zorgen dat een gemeenschappelijk milieubeleid wordt verwezenlijkt zonder dat de interne markt wordt verstoord. 3. DOELSTELLINGEN VAN HET EU-INITIATIEF De algemene beleidsdoelstelling is een duurzaam gebruik van biomassa voor energiedoeleinden te waarborgen. De specifieke doelstellingen zijn ervoor te zorgen dat het gebruik van biomassa voor elektriciteit en warmte/koeling gepaard gaat met (1) duurzame productie, (2) goede broeikasgasemissieprestaties in vergelijking met fossiele brandstoffen en (3) een efficiënte energieomzetting in elektriciteit en verwarming en koeling. De operationele doelstelling is om duurzaamheidseisen vast te stellen voor vaste en gasvormige vormen van biomassa, gebruikt voor elektriciteitproductie en verwarming of koeling, zolang dergelijke eisen: 1 Richtlijn 2009/28/EG. NL 2 NL

4 doeltreffend zijn om het duurzaam gebruik van biomassa te waarborgen, kosteneffectief zijn bij het bereiken van de doelstellingen en consistent zijn met bestaande beleidslijnen. 4. BELEIDSOPTIES Tabel 1: Samenvatting van de beleidsopties A. Productie van biomassa Beleidsscenario Optie A1: geen nieuwe EU-actie Optie A2: richtsnoeren inzake intensificatiemethoden in de bosbouw Optie A3: minimumcriteria inzake biodiversiteit en landgebruik Optie A4a: optie A3 + rapportering over oorsprong van biomassa Optie A4b: optie A3 + rapportering over duurzaam bosbeheer Optie A5: optie A3 + minimumverplichtingen inzake duurzaam bosbeheer Optie A6: Optie A3 + LULUCFboekhouding B. broeikasgasreductie: Optie B1: geen nieuwe EU-actie Optie B2: etikettering van de broeikasgasprestatie Optie B3: vaststelling van een minimale broekasgasemissiereductie van -35% (oplopend tot 50-60% in 2017/2018) Regelingen op basis van vrijwilligheid met uitwerking van certificatiestelsels voor de duurzame productie van biomassa en duurzaam landgebruik. Richtsnoeren inzake aspecten van landgebruik die verband houden met toenemende productie van bio-energie in bossen, bv. toenemend gebruik van stronken, takken en bladeren. Criteria betreffende biodiversiteit en landgebruik of zogenaamde 'nogo'-zones in het kader van de richtlijn hernieuwbare energiebronnen, die gelden voor alle vormen van biomassa. Bosbeheeraspecten vallen buiten de werkingssfeer. Zoals optie A3 + rapporteringseisen voor de lidstaten inzake de oorsprong van de biomassa. Zoals optie A3 + verplichte rapporteringseisen voor de lidstaten over duurzaam bosbeheer. Zoals optie A3 + aan de lidstaten opgelegde verplichtingen om biomassa van bossen uitsluitend mee te tellen in verband met hun duurzame-energiedoelstelling als de bossen duurzaam worden beheerd. Zoals optie A3 + bewijs van goede praktijken in het geval het land van oorsprong geen LULUCF-emissies in rekening brengt. Broeikasgasprestatie-eisen kunnen worden uitgewerkt in het kader van regelingen op basis van vrijwilligheid. Vermelding van de broeikasgasprestatie op het etiket om gebruikers van elektriciteit en verwarming voor te lichten en het denken in termen van broeikasgaslevenscyclus in het productieproces te bevorderen. Een gemeenschappelijke broeikasgasmethodologie voor de etikettering is vereist om de consistentie van de aanduidingen te waarborgen. De verplichting kan worden opgelegd aan de leveranciers van elektriciteit en verwarming en de broeikasgassenprestaties kunnen bekend worden gemaakt op de oorsprongcertificaten. Een eis van een minimale broekasgasemissiereductie van -35% voor biomassa uit land- en bosbouw (vergeleken met het fossiele alternatief) dezelfde minimumeisen als voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa in de richtlijn hernieuwbare energiebronnen NL 3 NL

5 Optie B4: vaststelling van minimumeisen inzake broekasgasemissiereductie overeenkomstig het desbetreffende reductiepotentieel C. Omzetting Optie C1: Geen nieuwe EU-actie Optie C2: Bonus voor hoger eindomzettingsrendement of malus voor lager eindomzettingsrendement Optie C3: uitbanning van inefficiënt gebruik of vaststelling van minimumrendementsnormen Optie C4: etikettering van het rendement Optie C5: verbetering van het rendement van de leveringsketen Invoering van minimumeisen inzake broeikasgassen overeenkomstig de best beschikbare technologie voor elke keten. Het vigerende energie-efficiëntiebeleid zal resultaten opleveren bij het efficiënter maken van alle energiebronnen, inclusief biomassa. De lidstaten geven een bonus/malus (d.w.z. een financiële stimulans) om het rendement te verbeteren via gedifferentieerde subsidieniveaus De uitbanning van bepaalde inefficiënte biomassatechnologie-opties of de invoering van minimumeisen. Het kleinschalige (doorgaans huishoudelijke) gebruik van biomassa valt buiten de werkingssfeer en wordt gereguleerd in het kader van ander EU-beleid. Etikettering om het bewustzijn inzake het (eindomzettings)rendement van een biomassaketen of installatie, bv. een verwarmingsketel op basis van biomassa, te vergroten, bv. door de etikettering van de energiebesparing op het oorsprongcertificaat. Een levenscyclusmethodologie voor broeikasgassen waarin het eindomzettingsrendement is opgenomen. De opties A2, A4b, A6, C4 en C5 zijn uitgesloten omdat zij als ondoeltreffend werden beschouwd om een antwoord te bieden op de vastgestelde problemen. 5. BEOORDELING VAN DE EFFECTEN 5.1. Milieueffecten Geen beleidsinstrument kan de zekerheid bieden dat de bossen in goede staat worden hersteld nadat de biomassa geoogst is. De opties A3 en A4a waarborgen dat gebieden met grote biodiversiteit, zoals oerbossen, niet worden gebruikt voor de productie van biomassa en dat gebieden die grote koolstofreservoirs zijn, dat ook blijven na de productie van biomassa. Optie A5 vergt een bewijs van duurzaam beheer van de bossen, maar een dergelijk bewijs is moeilijk te verifiëren zonder mondiaal overeengekomen gemeenschappelijke eisen inzake duurzaam bosbeheer. Wanneer wordt gekeken naar de broeikasgasemissiebaten van de verschillende opties, is het duidelijk dat bij de meeste biomassaketens die worden gebruikt voor elektriciteit en verwarming, de reductie aanzienlijk is in vergelijking met het gebruik van het fossiele alternatief (zie grafiek 1) 2. 2 De emissies van landgebruik worden als nul beschouwd. Verliezen voor energieomzetting zijn meegerekend, gebaseerd op de aanname van 25% omzettingsrendement bij elektriciteitsproductie, en 85% omzettingsrendement bij verwarming/koeling. NL 4 NL

6 Grafiek 1: Broeikasgasemissiereductiepotentieel van vaste biomassa die wordt gebruikt als grondstof voor elektriciteitsproductie en verwarming Broeikasgasreductie (in %) (vergeleken met fossiele brandstoffen uit EU) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Broeikasgasreductie dankzij het gebruik van vaste biomassa bij elektriciteitsproductie en verwarming FR spaanders (EU) FR spaanders (tropisch) FR pellets (EU/hout als procesbrandstof) FR pellets (EU aardgas als procesbrandstof) FR pellets (tropisch/hout als procesbrandstof) FR pellets (tropisch/aardgas als procesbrandstof) FR houtskool (EU) FR houtskool (tropisch) Stro van graangewassen (EU) Bagassebriketten (hout als procesbrandstof) Bagassebriketten (aardgas als procesbrandstof) Bagassebalen Palmpitdoppen Vaste biomassa als grondstof Miscanthus SRC spaanders (EU) SRC spaanders (tropisch) SRC pellets (EU/ hout als procesbrandstof) SRC pellets (EU/ aardgas als procesbrandstof) SRC pellets (tropisch/ hout als procesbrandstof) Elektriciteit Verwarming SRC pellets (tropisch/ aardgas als procesbrandstof) * FR = bosresiduen, SRC = hakhout met korte omlooptijd Gezien de goede broeikasgasprestaties van de voornaamste grondstoffen levert een etikettering met betrekking tot deze emissies (optie B2) waarschijnlijk geen extra emissiereductie op. Optie B3 resulteert in 5 tot 20% extra emissiereductie en waarborgt dat er eisen worden vastgesteld die sporen met de richtlijn inzake hernieuwbare energiebronnen teneinde consistentie te verzekeren voor grondstoffen die zowel voor vervoersdoeleinden als voor de productie van elektriciteit of warmte kunnen worden gebruikt. Optie B4 resulteert in extra broeikasgasemissiereductie doordat zij tot verbetering van de keten leidt, bijvoorbeeld gebruikmaking van hout in plaats van aardgas als procesbrandstof. In het geval van de productie van pellets, kan vervanging van aardgas door hout als procesbrandstof leiden tot een verlaging van de broeikasgasemissies met ongeveer 35% bij elektriciteitsproductie. Wanneer wordt gekeken naar de omzettingsrendementsopties hangen positieve milieueffecten af van de doeltreffendheid van beleidsopties om fossiele brandstoffen te vervangen. De grootste efficiëntieverbetering kan worden bereikt met de benutting van de proceswarmte bij installaties die uitsluitend elektriciteit produceren (d.w.z. overstappen naar warmtekrachtkoppeling). Wanneer uitsluitend voor biomassa en niet voor fossiele brandstoffen minimumrendementsnormen (optie C3) worden vastgesteld, zijn negatieve milieueffecten mogelijk aangezien het gebruik van biomassa dan wordt ontmoedigd door de hogere kosten. Invoeren van een bonus/malusstelsel (optie C2) bij ondersteuningsregelingen kan voorkomen dat biomassa wordt vervangen door fossiele brandstoffen aangezien een bonus doorgaans een extra stimulans is bovenop andere stimuleringsmaatregelen om hernieuwbare energie te gebruiken (bv. meer groene certificaten, prijsvoordeel bij tarieven, investeringssubsidie, enz.). NL 5 NL

7 5.2. Economische effecten Kosten voor de overheidsadministraties De kosten voor de overheidsadministraties om de oorsprong van de biomassa te verifiëren (bewakingsketen) in het kader van de opties A3, A4a en A5 werden geraamd met gebruikmaking van het standaard kostenmodel van de EU. De totale kosten voor de EU-27 werden geraamd. De eenmalige kosten werden geraamd op 0,3-1,1 miljoen euro en de terugkerende kosten op 0,1 tot 0,2 miljoen euro per jaar. Die terugkerende kosten omvatten de jaarlijkse kosten van rapportering aan de Commissie overeenkomstig optie A4a. Er zijn extra kosten voor de verificatie van het gebruik van biomassa door huishoudens. Optie A5 kan extra kosten meebrengen naar gelang van de eisen inzake duurzaam bosbeheer. De kosten van de opties B3 en B4 zijn van dezelfde orde van grootte als die van de opties A3, A4a en A5 aangezien de grootste kosten verband houden met de inwerkingstelling van de wetgeving. Eén drempel voor de broeikasgasemissiereductie in het kader van optie B3 kan de administratieve belasting verlagen. De berekening van standaardwaarden voor ketens waarin verschillende processen worden gebruikt (bv. gebruikmaking van hout of aardgas als procesbrandstof) maakt het mogelijk één drempelwaarde te hanteren, en tegelijk de verschillen qua emissies in de onderscheiden processen aan het licht te brengen (zoals bij optie B4). Wat de opties betreffende het verhogen van het energieomzettingsrendement betreft, liggen de kosten voor de overheidsadministraties lager wanneer het beleid gemakkelijk kan worden gecombineerd met bestaande maatregelen (bv. een bonus bovenop een bestaande ondersteuningsregeling), maar hoger wanneer minimumnormen worden vastgesteld voor technologieën die divers en verspreid zijn (bv. stadsverwarming). De administratieve kosten zijn berekend met gebruikmaking van het standaard kostenmodel van de EU: bij optie C2 bedragen de kosten tot 1,6 miljoen euro en bij optie C3 liggen de kosten tussen en 3,7 miljoen euro Kosten voor de marktpartijen Voor de raming van de kosten voor de levering van het certificaat van oorsprong van de biomassa werd het standaard kostenmodel van de EU gebruikt. De terugkerende certificatiekosten met betrekking tot de bewakingsketen in het kader van de opties A3 en A4 werden geraamd op 800 tot euro per jaar voor individuele biomassaproducenten. De potentiële kosten bij hantering van minimumeisen voor duurzaam bosbeheer (optie A5) liggen hoger, namelijk tussen en euro per jaar. In het kader van optie B2, B3 en B4 blijken de kosten van broeikasgasemissiecertificatie 10-20% hoger te liggen wanneer de marktpartijen de emissiereductie in de bio-energieketen concreet moeten aantonen. Uit de kostenberekening voor de EU-27 blijkt dat de terugkerende kosten voor verwerkers, producenten, handelaars en energieproducenten 60 à 70% hoger liggen wanneer broeikasgascertificatie wordt opgelegd in plaats van uitsluitend certificatie van de bewakingsketen. Voor individuele energieproducenten met een capaciteit van meer dan 1 MW variëren de terugkerende kosten van 898 tot euro per jaar. Er werd een raming gemaakt van de kosten van het verhogen van het rendement door de benutting van geproduceerd warmte, toevoeging van extra apparatuur om de productie van elektriciteit of warmte te vergroten, vergroting van de omvang van de installatie en/of NL 6 NL

8 technologische verbeteringen. Een optie voor minimumrendementsnormen (optie C3), die de benutting van geproduceerde warmte inhoudt, kan aanzienlijke kosten meebrengen, namelijk tussen 50 en 200 miljoen euro per installatie. Het is moeilijk te bepalen welke kosten een bonus in het kader een steunregeling (optie C2) zou meebrengen voor de exploitanten, aangezien een steunregeling een maatregel op basis van vrijwilligheid is, terwijl het een onderneming vrij staat de bonus te gebruiken Economische beschikbaarheid van biomassa Bij de uitwerking van haar beleid voor hernieuwbare energiebronnen had de Commissie haar aannamen inzake de beschikbaarheid van biomassa gebaseerd op een door het Europees Milieuagentschap (EMA) uitgevoerde studie 3 waarin werd gesteld dat in 2020 ongeveer 235 Mtoe biomassa beschikbaar zou zijn voor energiedoeleinden, zonder dat dit schade zou toebrengen aan het milieu. Uit een geactualiseerde en bredere literatuurstudie blijkt dat de ramingen over het potentieel van biomassa wijd uiteenlopen. Deze verschillen zijn voornamelijk het gevolg van uiteenlopende aannamen inzake de beschikbaarheid van land, wat dan weer sterk wordt beïnvloed door aannamen inzake de ontwikkeling van de productiviteit. In de beschikbaarheidsstudies werd tot dusverre echter niet gekeken naar het effect van duurzaamheidscriteria op de kosten. Bij de effectbeoordeling is gebleken dat de analyse in de gebruikte studies doorgaans beperkt blijft tot het huidige beschikbare landbouwareaal en dat beschermde zones of zones met grote biodiversiteit worden uitgesloten 4. Er kan dus worden verwacht dat het biomassapotentieel voor het overgrote deel wordt ingevuld met uitsluiting van dergelijke uitgesloten zones en dat er dus geen effecten zijn op de economische beschikbaarheid van de biomassa. De opties B1 en B2 bevatten geen minimumcriteria en hebben dus geen effect op de economische beschikbaarheid van biomassa. Bij optie B3 wordt een minimumdrempel van 50-60% ingevoerd voor alle bestaande/nieuwe verwarmingsinstallaties vanaf respectievelijk 2017/2018. Vele biomassaketens die niet aan die 50-60% drempels blijken te voldoen als wordt gekeken naar hun typische waarden voor 2008 (afgeleid van bijlage V van de richtlijn betreffende hernieuwbare energiebronnen), zullen dat naar verwachting dankzij technologische of rendementsverbeteringen wel doen in De extra kosten voor het doorvoeren van de verbeteringen in deze ketens teneinde aan de eisen qua broeikasgasemissiesreductie te voldoen, worden geraamd op ongeveer miljoen euro voor het jaar Wat de opties voor een hoger energie-omzettingsrendement betreft zijn alle effecten waarschijnlijk positief aangezien minder biomassa zal moeten worden gebruikt om meer fossiele brandstoffen te vervangen. 3 4 EMA (2007): Environmentally compatible bio-energy potential from European forests. Kopenhagen, Europees Milieuagentschap. Dornburg et al (2008): Assessment of global biomass potentials and their links to good, water, biodiversity, energy demand and economy. Bilthoven, MNP. NL 7 NL

9 5.3. Maatschappelijke effecten Huishoudens Duurzaamheidscriteria voor biomassa hebben naar verwachting geen grote effecten op huishoudens aangezien er waarschijnlijk geen emissiereductieverplichtingen aan huishoudens worden opgelegd wegens de moeilijkheid kleinschalige gebruikers te controleren Werkgelegenheid De werkgelegenheidseffecten zijn naar verwachting verwaarloosbaar. Er kunnen enige werkgelegenheidseffecten zijn wanneer de duurzaamheidscriteria extra investeringen vergen, d.w.z. een toename van de vraag naar met biomassa verband houdende diensten en meer vraag voor de sectoren die biomassatechnologie produceren. 6. VERGELIJKING VAN DE OPTIES Uit de evaluatie blijkt dat wat het productieaspect betreft, de beleidsoptie om minimumeisen op te leggen om te voorkomen dat biomassa wordt geproduceerd op land met grote biodiversiteit en om negatieve veranderingen in het landgebruik te voorkomen (d.w.z. dezelfde criteria als die van de richtlijn hernieuwbare energiebronnen) het meest kostenefficiënt is. De vaststelling van minimumdrempels of verplichtingen met betrekking tot duurzaam bosbeheer kan hogere kosten voor de betrokken sectoren meebrengen. Wat de broeikasgasprestaties betreft, is samenhang met de richtlijn duurzame energiebronnen belangrijk. Een EU-brede geharmoniseerde methodologie om de uitstoot van broeikasgassen in de gehele levenscyclus te berekenen, wordt aanbevolen. Om een verstoring van de markt te voorkomen wordt als beleidsoptie aanbevolen een minimumreductie-eis van 35% in te voeren die later oploopt tot 50% in 2017 voor bestaande installaties en tot 60% voor nieuwe installaties vanaf Deze optie is immers consistent met de richtlijn hernieuwbare energiebronnen. Afvalstoffen en verwerkingsresiduen, die routinematig een hoge broeikasgasemissiereductie bereiken, hoeven niet aan dergelijke criteria te voldoen. Wat het verhogen van het energie-omzettingsrendement betreft, zijn de meeste beleidsopties alleen doeltreffend als ook de fossiele alternatieven bij de zaak worden betrokken. Er wordt niet aanbevolen rendementsnormen uitsluitend voor biomassaketens op te leggen, aangezien dat er immers toe kan leiden dat er nog meer fossiele brandstoffen worden gebruikt. Optie C2 geniet de voorkeur, waarbij de lidstaten ervoor verantwoordelijk zijn omzetting met hoog rendement te bevorderen in hun steunregelingen voor grote (meer dan 1 MW) installaties voor de productie van elektriciteit en warmte. In verband met de vraag of deze beleidopties ten uitvoer moeten worden gelegd in de vorm van bindende criteria, dan wel van aanbevelingen voor de lidstaten, is rekening gehouden met het feit dat biomassa zowel afkomstig is van binnen de EU als wordt betrokken uit derde landen. Ongeveer 3% van de in de EU gebruikte biomassa wordt ingevoerd van buiten de EU. Bindende criteria zouden tot gevolg hebben dat uitsluitend biomassa die als duurzaam overeenkomstig een EU-brede regeling wordt beschouwd, in rekening mag worden gebracht bij de streefcijfers voor het gebruik van hernieuwbare energie. Bij een aanpak op basis van vrijwilligheid, uitgaande van aanbevelingen van de Commissie, is het voor de lidstaten niet mogelijk biomassa uit te sluiten die niet voldoet aan de criteria van de nationale regelingen ter NL 8 NL

10 bevordering van het gebruik van hernieuwbare energie. De lidstaten kunnen er echter toe besluiten geen financiële steun te verlenen voor biomassa die niet voldoet aan die nationale criteria. 7. MONITORING EN EVALUATIE De cruciale indicator die aangeeft of de doelstellingen worden bereikt, is het toenemend gebruik van biomassa zonder dat dit leidt tot ontbossing of andere negatieve milieueffecten. Via Eurostat zijn er rapporterings- en monitoringssystemen beschikbaar op EU-niveau. Om nauwkeuriger resultaten op te leveren, moeten die systemen echter worden versterkt, ook op nationaal niveau. NL 9 NL

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0382 (COD) 15120/16 ADD 9 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: ENER 417 CLIMA 168 CONSOM

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 19 november 2008 (20.11) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2008/0222 (COD) 15906/08 ADD 2 E ER 390 E V 847 CO SOM 188 CODEC 1585 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 11 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 11 definitief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 februari 2010 (01.03) (OR. en) 6948/10 ENER 55 ENV 117 AGRI 63 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 419 final PART 1/2 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie vervoer en toerisme 10.4.2013 2012/0288(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie vervoer en toerisme aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 oktober 2015 (OR. en) 13021/15 ENER 354 ENV 627 DELACT 136 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 12 oktober 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2007) 810.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2007) 810. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2007 (18.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2007/0108 (CNS) 10706/07 ADD 2 SIRIS 109 COMIX 558 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 juni 2008 (13.06) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0110 (COD) 10637/08 ADD 2 AGRILEG 104 CODEC 769 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.10.2008 SEC(2008) 2616 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend Document bij het Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 8 juli 2008 (09.07) (OR. fr) Interinstitutioneel dossier: 2008/0141 (COD) 11555/08 ADD 2 SOC 413 CODEC 936 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL 4.9.2013 A7-0279/186. Amendement. Corinne Lepage, Jens Rohde namens de ALDE-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL 4.9.2013 A7-0279/186. Amendement. Corinne Lepage, Jens Rohde namens de ALDE-Fractie 4.9.2013 A7-0279/186 Amendement 186 Corinne Lepage, Jens Rohde namens de ALDE-Fractie Verslag A7-0279/2013 Corinne Lepage Richtlijn inzake kwaliteit van benzine en van dieselbrandstof en richtlijn inzake

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 479 final ANNEXES 1 to 6.

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 479 final ANNEXES 1 to 6. Raad van de Europese Unie Brussel, 26 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0230 (COD) 11494/16 ADD 1 VOORSTEL van: ingekomen: 22 juli 2016 aan: CLIMA 93 ENV 512 AGRI 434 FORETS 35 ONU 88

Nadere informatie

Tabel: artikelen en bijlagen waarnaar wordt verwezen in deze mededeling. Niet opgenomen

Tabel: artikelen en bijlagen waarnaar wordt verwezen in deze mededeling. Niet opgenomen C 160/8 Publicatieblad van de Europese Unie 19.6.2010 Mededeling van de Commissie over de praktische tenuitvoerlegging van de duurzaamheidsregeling van de EU voor biobrandstoffen en vloeibare biomassa

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0379 (COD) 15135/16 ADD 8 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: Nr. Comdoc.: ENER 418 ENV

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement 11.1.2018 A8-0392/296 296 Kathleen Van Brempt, Jo Leinen namens de S&D-Fractie Artikel 26 lid 5 inleidende formule 5. De biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen uit bosbiomassa die

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ENV 29. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 10 januari 2014

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ENV 29. BEGELEIDENDE NOTA de Europese Commissie ingekomen: 10 januari 2014 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 januari 2014 (OR. en) 5303/14 ENV 29 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 10 januari 2014 aan: Nr. Comdoc.: D029990/02 Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0047 (NLE) 7098/17 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AELE 28 EEE 7 N 9 ISL 4 FL

Nadere informatie

Duurzaamheidscriteria voor biomassa in het Vlaamse energiebeleid. 23 augustus 2016

Duurzaamheidscriteria voor biomassa in het Vlaamse energiebeleid. 23 augustus 2016 Duurzaamheidscriteria voor biomassa in het Vlaamse energiebeleid 23 augustus 2016 Inhoud Overzicht biomassa eisen in Vlaamse energiebeleid Noodzaak wijziging energiebesluit ILUC wijzigingen Duurzaamheidscriteria

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juli 2010 (22.07) (OR. en) 12022/10 ENV 468 MAR 61 MI 238

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 8 juli 2010 (22.07) (OR. en) 12022/10 ENV 468 MAR 61 MI 238 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2010 (22.07) (OR. en) 12022/10 ENV 468 MAR 61 MI 238 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese

Nadere informatie

Samenvatting van de effectbeoordeling

Samenvatting van de effectbeoordeling COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 10.12.2008 SEC(2008) 2675 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Nadere informatie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0265 (COD) 12056/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 7 september 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ECOFIN

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 406 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 26 februari 2013 (28.02) (OR. en) 6846/13 ADD 3 E ER 61 E V 149 DELACT 10 BEGELEIDE DE OTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van

Nadere informatie

Energie uit hout. Inzet van lokaal en niet-lokaal hout en borging van duurzaamheid. Your partner in bioenergy

Energie uit hout. Inzet van lokaal en niet-lokaal hout en borging van duurzaamheid. Your partner in bioenergy Energie uit hout Inzet van lokaal en niet-lokaal hout en borging van duurzaamheid Auteur Datum Martijn Vis 31-10-2013 Your partner in bioenergy BTG Biomass Technology Group B.V. Bestaat 26 jaar 100% focus

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

Handleiding bij de duurzaamheidsrapportage vloeibare biomassa Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) Datum Versie V1.

Handleiding bij de duurzaamheidsrapportage vloeibare biomassa Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) Datum Versie V1. Handleiding bij de duurzaamheidsrapportage vloeibare biomassa Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+) Datum 20-4-2017 Versie V1.0 Colofon Titel Contactpersoon Handleiding bij de duurzaamheidsrapportage

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 januari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 5569/17 ENV 50 COMPET 37 VOORSTEL van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0027 (NLE) 6286/17 VOORSTEL van: ingekomen: 13 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 133 MI 128 WTO

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0208 (COD) 10678/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 6 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: EF 208 ECOFIN

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 18 oktober 2010 (19.10) (OR. en) 15164/10 AGRILEG 135 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2010 (OR. en) 13033/10 ENV 547 ENT 102 INGEKOMEN DOCUMENT van: de Europese Commissie ingekomen: 23 augustus 2010 aan: het secretariaat-generaal van de Raad

Nadere informatie

A8-0392/349

A8-0392/349 11.1.2018 A8-0392/349 349 Marijana Petir, Albert Deß, Peter Jahr, Norbert Lins, Markus Pieper, Patricija Šulin, Jurek, Beata Gosiewska, Urszula Krupa, Ryszard Czarnecki, Bolesław G. Piecha Artikel 2 alinea

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij. Voorstel voor een Richtlijn

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij. Voorstel voor een Richtlijn EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.12.2015 SWD(2015) 265 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20235 12 april 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 11 april 2017, nr. IENM/BSK-2017/77953,

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 27.7.2011 B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2011 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.10.2014 SWD(2014) 295 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING inzake de berekeningsmethoden en rapportageverplichtingen overeenkomstig

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 6863 final - Bijlagen 1 tot en met 4.

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 6863 final - Bijlagen 1 tot en met 4. Raad van de Europese Unie Brussel, 14 oktober 2015 (OR. en) 13021/15 ADD 1 ENER 354 ENV 627 DELACT 136 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 12 oktober 2015 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens

Nadere informatie

REGELS VOOR DE BEREKENING VAN BROEIKASGASEMISSIES GEDURENDE DE LEVENSCYCLUS VAN BIOBRANDSTOFFEN. Suikerbietethanol 61 % 52 %

REGELS VOOR DE BEREKENING VAN BROEIKASGASEMISSIES GEDURENDE DE LEVENSCYCLUS VAN BIOBRANDSTOFFEN. Suikerbietethanol 61 % 52 % L 140/106 NL Publicatieblad van de Europese Unie 5.6.2009 BIJLAGE IV REGELS VOOR DE BEREKENING VAN BROEIKASGASEMISSIES GEDURENDE DE LEVENSCYCLUS VAN BIOBRANDSTOFFEN A. en standaardwaarden voor biobrandstoffen

Nadere informatie

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80)

Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) MEMO/08/31 Brussel, 23 januari 2008 Staatssteun: richtsnoeren milieusteun vaak gestelde vragen (Zie ook IP/08/80) Waarom worden richtsnoeren milieusteun vastgesteld? Staatssteun moet aan bepaalde criteria

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 juni 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0143 (COD) 10654/17 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 29 juni 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: EF 138 ECOFIN

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 5 september 2017 (OR. en) 11882/17 ADD 1 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 4 september 2017 aan: ENV 727 MI 607 AGRI 443 CHIMIE 78 SAN 319 CONSOM 293 DELACT 149 de heer

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 6 juli 2009 (OR. en) 11738/09 SOC 424 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen:

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij de

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. Begeleidend document bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.6.2011 SEC(2011) 780 definitief WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING Begeleidend document bij de RICHTLIJN VAN HET EUROPEES

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014768/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014768/02. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 juni 2011 (28.06) (OR. en) 12170/11 AVIATIO 181 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 20 juni 2011 aan: de heer Pierre de BOISSIEU, secretaris-generaal

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 12 juli 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0213 (NLE) 11120/16 VOORSTEL van: ingekomen: 12 juli 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENER 281 RELEX 619 COWEB

Nadere informatie

Duurzame biomassa. Een goede stap op weg naar een groene toekomst.

Duurzame biomassa. Een goede stap op weg naar een groene toekomst. Duurzame biomassa Een goede stap op weg naar een groene toekomst. Nuon Postbus 4190 9 DC Amsterdam, NL Spaklerweg 0 1096 BA Amsterdam, NL Tel: 0900-0808 www.nuon.nl Oktober 01 Het groene alternatief Biomassa

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0115 (CNS) 10175/17 ADD 4 FISC 136 TRANS 263 IA 104 VOORSTEL van: ingekomen: 1 juni 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0205 (NLE) 11719/17 FISC 175 VOORSTEL van: ingekomen: 23 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer

Nadere informatie

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË Overzicht 1 Hernieuwbare energiebronnen (hierna ook: HE) spelen een belangrijke rol in het kader van het Italiaanse energiesysteem. Ze worden uitvoerig gebruikt om elektriciteit

Nadere informatie

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië Roemenië ligt geografisch gezien in het midden van Europa (het zuidoostelijk deel van Midden-Europa). Het land telt 21,5 miljoen inwoners en

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0183 (NLE) 11618/17 FISC 172 VOORSTEL van: ingekomen: 3 augustus 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

Verificatieprotocol binnen SDE. Timo Gerlagh RBCN 21 april 2016

Verificatieprotocol binnen SDE. Timo Gerlagh RBCN 21 april 2016 Verificatieprotocol binnen SDE Timo Gerlagh RBCN 21 april 2016 Opzet presentatie Toelichting SDE Rol Biomassa in de SDE Achtergrond duurzaamheidscriteria Invulling in regelgeving Verificatieprotocol Stimulering

Nadere informatie

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 136 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 20 januari 2016 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Europees

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) PUBLIC 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. aan de Commissie industrie, onderzoek en energie

Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. aan de Commissie industrie, onderzoek en energie Europees Parlement 2014-2019 Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid 2.6.2017 2016/0382(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid aan de

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend document bij het COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.1.2007 SEC(2006) 1689 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE Begeleidend document bij het Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

Bioenergie en de Richtlijn voor hernieuwbare energie

Bioenergie en de Richtlijn voor hernieuwbare energie Bioenergie en de Richtlijn voor hernieuwbare energie Bio-energiedag Oost Nederland 14 oktober 2010 Ir. F.C.W. (Frank) van Erp Projectleider AGNl Actieplan Hernieuwbare Energie en CA-RES Inhoud Richtlijn

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0124 (NLE) 10201/17 FISC 137 VOORSTEL van: ingekomen: 8 juni 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.8.2018 COM(2018) 567 final 2018/0298 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 391/2009 wat betreft

Nadere informatie

Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 17633/13 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD)

Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 17633/13 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD) 17633/13 ADD 2 DROIPEN 159 COPEN 236 CODEC 2930 BEGELEIDENDE NOTA van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU,

Nadere informatie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.10.2012 COM(2012) 595 final 2012/0288 (COD)C7-0337/12 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 98/70/EG betreffende de

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2015 (OR. en) 14624/15 ADD 1 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 24 november 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 742 STATIS 88 ECO 145 FIN 848 DELACT 160 de

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 14 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0284 (COD) 15302/15 ADD 2 VOORSTEL van: ingekomen: 10 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: PI 103 CODEC

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0371 (COD) 7105/15 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 10 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: ENV 162 MI 162

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 27 mei 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0151 (COD) 9479/16 ADD 2 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 26 mei 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: AUDIO 68 DIGIT

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.7.2014 SWD(2014) 256 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 maart 2017 (OR. en) 7415/17 ENV 270 MI 241 DELACT 52 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 15 maart 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 6 juli 2017 (OR. en) 11042/17 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 5 juli 2017 aan: Nr. Comdoc.: D050682/02 Betreft: de Europese Commissie het secretariaat-generaal van

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 566 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2010) 566 definitief. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 oktober 2010 (25.10) (OR. en) 15167/10 CULT 93 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) 9533/17 AGRI 281 AGRIORG 51 DELACT 86 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 19 mei 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 26 januari 2012 Nr. Comdoc.: COM(2012)

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 20 december 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2010 is de productie van

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 15 maart 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2010 is de productie van hernieuwbare

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0018 (NLE) 6080/17 FISC 37 VOORSTEL van: ingekomen: 7 februari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de heer Jordi

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) 15528/02 ADD 1. Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) ENER 315 CODEC 1640 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 januari 2003 (28.01) (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2001/0077 (COD) 15528/02 ADD 1 ENER 315 CODEC 1640 ONTWERP-MOTIVERING VAN DE RAAD Betreft: Gemeenschappelijk

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014405/02. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 20 juli 2011 (25.07) (OR. en) 13113/11 E V 627 I GEKOME DOCUME T van: de Europese Commissie ingekomen: 15 juli 2011 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2003) 1127 def. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 oktober 2003 (OR. fr) 14051/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0255 (COD) ENT 194 ENV 570 CODEC 1478 INGEKOMEN DOCUMENT van: mevrouw Patricia BUGNOT, directeur,

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 3 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 is de productie van

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.3.2019 tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU wat betreft de

Nadere informatie

Brussel, 1 augustus 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 13037/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0297 (COD)

Brussel, 1 augustus 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 13037/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0297 (COD) RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 1 augustus 2012 (OR. en) 13037/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0297 (COD) DROIPE 115 EF 188 ECOFI 736 CODEC 2004 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 27 juli 2012 Nr.

Nadere informatie

Hernieuwbare elektriciteit,

Hernieuwbare elektriciteit, Indicator 10 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 is de productie van

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496. EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie regionale ontwikkeling 17.10.2012 2012/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-21 Lena Kolarska-Bobińska (PE496.464v01-00) inzake het Stappenplan Energie 2050 - een toekomst met

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief. RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 26 augustus 2008 (27.08) (OR. fr) 12514/08 RECH 237 ATO 66 USA 35 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij de. Verordening van de Commissie

ANNEX BIJLAGE. bij de. Verordening van de Commissie EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.12.2018 C(2018) 4429 final ANNEX BIJLAGE bij de Verordening van de Commissie tot wijziging van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 1221/2009 van het Europees Parlement en

Nadere informatie

reating ENERGY PROGRESS

reating ENERGY PROGRESS reating ENERGY PROGRESS 2012 ENERGIE EN MILIEU: Opwarming van de aarde: Drastische vermindering CO 2 -uitstoot Energie: De energiekosten fluctueren sterk en zullen alleen maar stijgen Behoud van het milieu

Nadere informatie

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN

DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN 1. CONTEXT Infofiche Energie DE BEREKENING VAN DE GROENESTROOMCERTIFICATEN In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt de productie van groene stroom afkomstig van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling

Nadere informatie

14950/18 gys/gra/fb 1 LIFE.1.B

14950/18 gys/gra/fb 1 LIFE.1.B Raad van de Europese Unie Brussel, 30 november 2018 (OR. en) 14950/18 AGRI 595 NOTA van: aan: Betreft: het voorzitterschap het Speciaal Comité Landbouw/de Raad Geactualiseerde EU-strategie voor de bio-economie

Nadere informatie

De verschillende termijnen die in de tekst worden genoemd zullen tijdens de tweede lezing van het ontwerp opnieuw worden besproken.

De verschillende termijnen die in de tekst worden genoemd zullen tijdens de tweede lezing van het ontwerp opnieuw worden besproken. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 juli 2000 (25.08) (OR. fr) 10693/00 LIMITE ENER 52 ENV 255 NOTA VAN HET VOORZITTERSCHAP Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2017 SWD(2017) 479 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% Deze brochure wordt gepubliceerd met als doel door een efficiënt en doelgericht gebruik van de statistische gegevens, van marktgegevens, van de databank

Nadere informatie