Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU)"

Transcriptie

1 Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU) Kernbeschrijving Op 7 februari 1992 te Maastricht tot stand gekomen Verdrag waarbij de Europese Unie in het leven wordt geroepen. De Unie is gegrond op de reeds langer bestaande EEG, EGA en EGKS, aangevuld met nieuwe regels voor de ontwikkeling van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid en voor samenwerking op het gebied van justitie en politie. Het Unieverdrag wijzigt de bestaande verdragen, doopt de EEG om tot Europese Gemeenschap en voorziet in regels voor de ontwikkeling van de EG tot een Economische en Monetaire Unie (EMU). Inhoud Preambule / 24 Titel I Gemeenschappelijke bepalingen (Art. 1-7) / 28 Titel II Bepalingen houdende wijziging van het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap met het oog op de oprichting van de Europese Gemeenschap (Art. 8) / 37 Titel III Bepalingen houdende wijzigingen van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (Art. 9) / 37 Titel IV Bepalingen tot wijziging van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Art. 10) / 37 Titel V Bepalingen betreffende een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (Art ) / 38 Titel VI Bepalingen inzake politiële en justitiële samenwerking in strafzaken (Art ) / 62 Titel VII Bepalingen inzake nauwere samenwerking (Art ) / 82 15

2 Titel VIII Slotbepalingen (Art ) / 88 Protocollen / 95 Protocol betreffende de verwerving van onroerende goederen in Denemarken / 95 Protocol ad artikel 119 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 95 Protocol betreffende de Statuten van het Europese Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Bank / 95 Protocol betreffende de procedure bij buitensporige tekorten / 95 Protocol betreffende de in artikel artikel 121 (ex 109 J) van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap bedoelde convergentiecriteria / 95 Protocol tot wijziging van het Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen / 96 Protocol betreffende Denemarken / 97 Protocol betreffende Portugal / 97 Protocol betreffende de overgang naar de derde fase van de Economische en Monetaire Unie / 97 Protocol betreffende enkele bepalingen met betrekking tot het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland / 97 Protocol betreffende enkele bepalingen inzake Denemarken / 97 Protocol betreffende Frankrijk / 97 Protocol betreffende de sociale politiek / 98 Protocol betreffende economische en sociale samenhang / 98 Protocol betreffende het Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's / 98 Protocol gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en aan de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen (Ierland) / 98 Slotakte / 99 Verklaringen die door de intergouvermentele conferenties zijn aanvaard / 102 Verklaring betreffende civiele bescherming, energie en toerisme / 102 Verklaring betreffende de nationaliteit van een Lid-Staat / 102 Verklaring betreffende het derde deel, titels III en VI, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 102 Verklaring betreffende het derde deel, titel VI, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 103 Verklaring betreffende de monetaire samenwerking met derde landen /

3 Verklaring betreffende de monetaire betrekkingen met de Republiek San Marino, Vaticaanstad en het Vorstendom Monaco / 103 Verklaring betreffende artikel 73 D van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 103 Verklaring betreffende artikel 109 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 103 Verklaring betreffende het derde deel, titel XVI, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 104 Verklaring betreffende de artikelen 109, 130 R en 130 Y, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 104 Verklaring betreffende de richtlijn van 24 november 1988 (emissies) / 104 Verklaring betreffende het Europees Ontwikkelingsfonds / 104 Verklaring betreffende de rol van de nationale parlementen in de Europese Unie / 104 Verklaring betreffende de conferentie van de parlementen / 105 Verklaring betreffende het aantal leden van de Commissie en van het Europees Parlement / 105 Verklaring betreffende de hiërarchie tussen communautaire besluiten / 105 Verklaring betreffende het recht op toegang tot informatie / 105 Verklaring betreffende de geraamde kosten van Commissievoorstellen / 106 Verklaring betreffende de tenuitvoerlegging van het gemeenschapsrecht / 106 Verklaring betreffende de beoordeling van het milieu-effect van communautaire maatregelen / 106 Verklaring betreffende de Rekenkamer / 106 Verklaring betreffende het Economisch en Sociaal Comité / 107 Verklaring betreffende de samenwerking met solidariteitsverenigingen / 107 Verklaring betreffende de bescherming van dieren / 107 Verklaring betreffende de behartiging van de belangen van de landen en gebieden overzee bedoeld in artikel 227, lid 3 en lid 5, onder a en b, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap / 107 Verklaring betreffende de ultraperifere gebieden van de Gemeenschap / 108 Verklaring betreffende de wijze van stemmen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid / 108 Verklaring betreffende de praktische regelingen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid /

4 Verklaring betreffende de regeling van het taalgebruik in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid / 108 Verklaring betreffende de Westeuropese Unie / 109 Verklaring betreffende het asielbeleid / 113 Verklaring betreffende de politiële samenwerking / 113 Verklaring betreffende geschillen tussen de ECB en het EMI en hun personeelsleden /114 Inleiding Voorgeschiedenis Het Verdrag van Maastricht vormt het resultaat van twee parallelle Intergouvernementele Conferenties over, respectievelijk, de Economische en Monetaire Unie (EMU), en de Europese Politieke Unie (EPU). De onderhandelingen in het kader van deze Conferenties gingen van start tijdens de Europese Raad van Rome van 14 en 15 december Materiële afronding van de beide conferenties vond plaats een jaar later tijdens de Europese Raad van Maastricht van 9 en 10 december De ondertekening vond plaats op 7 februari 1992, eveneens in Maastricht. De bepalingen inzake de EMU zijn het resultaat van een jarenlange voorbereiding. Hetzelfde geldt voor de maatregelen die nodig waren om verdere vooruitgang op de weg naar de EPU te boeken. Belangrijke toelichtende informatie betreffende dit streven bevatten de volgende documenten: De nota Verder bouwen aan Europa: versnelling, versterking en vervlechting van juni 1990 (Kamerstukken II, , , nr. 26) De notitie De Europese Politieke Unie van oktober 1990 (Kamerstukken II, , , nr. 32) De notitie De Europese Politieke Unie: een bestandsopname van mei 1991 (Kamerstukken II, , , nr. 19) De notitie inzake EPU, WEU en NAVO van mei 1991 (Kamerstukken II, , , nr. 20) Gedurende de onderhandelingen hebben zich in Europa ingrijpende ontwikkelingen voorgedaan. Deze ontwikkelingen hebben ook de Europese Gemeenschap niet onberoerd gelaten en daarbinnen het denken over de richting van de communautaire samenwerking wezenlijk beïnvloed. Zo stelden de eenwording in Duitsland en de emancipatie van de landen in Midden- en Oost-Europa alsmede het uiteenvallen van Joegoslavië en de toenemende migratiedruk geheel nieuwe eisen aan de Gemeenschap..Deze ontwikkelingen hebben sterke invloed gehad op het verloop van de onderhandelingen over de EPU. Daar kwam bij dat de naderende voltooiing van de interne markt en de voortgang op de weg naar monetaire eenwording de roep om nu werk te maken van de versterking van de democratie in de Gemeenschap versterkte. Voorts rees in uiteenlopende mate in de verschillende Lid-Staten, in het Europees Parlement en bij de Commissie behoefte aan versterking van het instrumentarium om gezamenlijk sturing te kunnen 18

5 geven aan de zich vormende Europese binnenmarkt: verbetering van besluitvormingsprocedures, verruiming van het EG-beleid ter verbetering van de kwaliteit van het bestaan en vergroting van de onderlinge cohesie. Overeengekomen werd de tweede IGC op te dragen het proces te intensiveren waarbij de betrekkingen als geheel tussen de Lid-Staten worden omgevormd tot een Europese Unie die over de nodige actiemiddelen beschikt. In het Verdrag van Maastricht zijn voornoemde elementen in onderlinge samenhang opgenomen en uitgewerkt. EMU en EPU vormen één onlosmakelijke eenheid. Het Verdrag legt daarmee een solide basis voor de totstandkoming van een duurzame Economische en Monetaire Unie. Daarnaast kreeg, in het kader van de EPU, de zorg voor de kwaliteit van het bestaan een plaats in de doelstellingen van het Verdrag, uitgewerkt in verschillende verdragstitels. Meer specifiek brachten de onderhandelingen voorts een viertal doeleinden naderbij: democratische legitimiteit, doeltreffende besluitvorming, subsidiariteit, eenheid en samenhang in het extern optreden. Het Verdrag versterkt de democratische legitimiteit van de Europese integratie, niet alleen door vergroting van de bevoegdheden van het Europees Parlement op wetgevend en bestuurlijk vlak, maar ook door de invoering van het Europees Burgerschap, vastlegging van de eerbiediging van de mensenrechten, en huldiging van de notie dat in de Unie besluiten zo dicht mogelijk bij de burger genomen worden. Grotere doeltreffendheid van besluitvorming is beoogd met de keuze voor één institutioneel kader voor de gehele Unie, dat gehouden is de samenhang en continuïteit op de verschillende beleidsterrein te verzekeren. De subsidiariteitsgedachte wordt uitgangspunt voor het optreden van de Unie in de toekomst. Het Verdrag voorziet voorts in een samenhangend extern optreden van de Unie op het gebied van buitenlands en veiligheidsbeleid, economie en ontwikkelingssamenwerking. De regering verheelt niet dat zij op onderdelen aan een andere uitkomst van de onderhandelingen de voorkeur had gegeven. Met name op het punt van de democratische onderbouwing van de besluitvorming acht zij verdere versterking van de Unie in de toekomst geboden. Het Verdrag biedt evenwel ook uitdrukkelijk zicht op die verdere versterking, enerzijds door behoud en ontwikkeling van de communautaire rechtsorde tot uitgangspunt te nemen, anderzijds door voornoemde doeleinden tot sleutelbegrippen te smeden die richting geven aan het verdere Europese integratieproces." Kamerstukken II, , nr. 3, p. 6 (MvT) Structuur van het Unieverdrag Het Verdrag bestaat uit zeven delen, te weten: de gemeenschappelijke Bepalingen inzake de Europese Unie (Titel I), bepalingen houdende wijziging van het EEG-verdrag (artikel II), 19

6 bepalingen houdende wijziging van het EGKS-verdrag (artikel III), bepalingen houdende wijziging van het Euratom-verdrag (artikel IV), bepalingen inzake een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (artikel V), bepalingen inzake samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken (artikel VI), Slotbepalingen (Titel VII). De bepalingen inzake de EMU vormen onderdeel van het EEG-verdrag. Het Verdrag gaat vergezeld van 17 protocollen, 33 verklaringen en de Slotakte van de IGC's. Het verdrag beoogt een Europese Unie tot stand te brengen die gebaseerd is op de drie bestaande verdragen (EEG, EGKS en Euratom, zoals aangevuld of gewijzigd krachtens het verdrag), aangevuld met samenwerking op de terreinen van gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid (GBVB) en van justitie en binnenlandse zaken (JBZ). De Unie zelf heeft een bijzonder karakter: zij bezit eigen doelstellingen en is als zodanig meer dan een optelsom van haar afzonderlijke bestanddelen, anderzijds bezit zij als zodanig geen rechtspersoonlijkheid. Inhoudelijk gezien kan men het Verdrag zien als een boek, waarvan het voor- en achterblad, die het geheel een onderling verband geven, worden gevormd door de bepalingen inzake de Unie stricto sensu terwijl de eigenlijke inhoud wordt gevormd door vijf hoofdstukken, ieder met eigen doelstellingen en een eigen strekking, doch ingebed in dat grotere geheel. Evolutief gezien kan men de Unie zien als een steeds hechter verband tussen bestaande, zich ontwikkelende Gemeenschappen en nieuwe samenwerkingsvormen die aan hun onderlinge coherentie een wezenlijke meerwaarde ontlenen" Kamerstukken II, , nr. 3, p. 7 (MvT) Institutionele opzet De Unie beschikt over één institutioneel kader (artikel 3). Dit bestaat grotendeels uit dezelfde instellingen die de Gemeenschappen tot dusverre bezaten, dat wil zeggen het Europees Parlement, de Raad, de Commissie en het Hof van Justitie (artikel 5). De Europese Raad is orgaan van de Unie als zodanig, geeft impulsen aan haar ontwikkeling en stelt de algemene politieke beleidslijnen vast (artikel 4). De vier genoemde instellingen Europees Parlement, Raad, Commissie en Hof van Justitie hebben binnen het geheel van de Unie overigens verschillende rollen te vervullen. Hun taak en bevoegdheden lopen per verdragsdeel aanmerkelijk uiteen. Aan de ene kant staan de klassieke EuropeseGemeenschappen, te weten de EG (tevoren EEG), EGKS en Euratom. Aan de andere kant staan de nieuwe structuren voor respectievelijk het Gemeenschappelijk Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB) en de Samenwerking op het gebied van Justitie en Binnenlandse Zaken (JBZ). Binnen het kader van de Gemeenschappen is (uiteraard met alle uitzonderingen, met name in het EGKS-verdrag) het klassieke patroon van besluit- 20

7 vorming als volgt: de Raad besluit, doorgaans bij gekwalificeerde meerderheid, op voorstel van de Commissie, van welk voorstel slechts bij unanimiteit kan worden afgeweken, na raadpleging van c.q. in samenwerking dan wel codecisie met het Europees Parlement. De Commissie ziet voorts toe op de toepassing van het Verdrag en de krachtens het Verdrag genomen besluiten. Het Hof van Justitie verzekert de eerbiediging van het recht bij de uitlegging en toepassing van het Verdrag. Er is sprake van een eigen rechtsorde, waarin evenwicht bestaat tussen de samenstellende bestanddelen en in het verlengde daarvan tussen het gemeenschappelijk belang en dat der afzonderlijke Lid-Staten. Buiten de Gemeenschappen staan in de Unie de instellingen in een andere relatie tot elkaar, hetgeen een gevolg is van het feit dat de samenwerking in hoge mate intergouvernementeel van karakter is. De naleving van besluiten is als zodanig niet afdwingbaar via het Hof van Justitie. Voorts is geen sprake van een exclusief initiatiefrecht van de Commissie, vindt de besluitvorming in de Raad als regel bij unanimiteit plaats en heeft het Europees Parlement consultatieve bevoegdheden. Deze samenwerkingsvormen mogen de communautaire rechtsorde niet ondergraven. Het Verdrag erkent dit belang, en stelt zich in artikel 2 en 3 ten doel de volledige handhaving en verdere ontwikkeling van het acquis communautaire. Onder dit begrip acquis communautaire, thans opgenomen in het Verdrag, wordt verstaan het geheel van de betreffende Verdragen, de door de Europese Gemeenschappen in het leven geroepen rechtsregels, alsmede de jurisprudentie van het Hof van Justitie. In dit verband is het van bijzonder belang dat het Hof krachtens artikel 46 juncto artikel 47 de bevoegdheid heeft erop toe te zien dat de toepassing van het Verdrag geen afbreuk doet aan de verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen of aan de verdragen en besluiten waarbij eerstgenoemde verdragen naderhand zijn gewijzigd of aangevuld. Kamerstukken II, , nr. 3, p. 7-8 (MvT) De Economische en Monetaire Unie De bepalingen inzake de EMU vormen onderdeel van het EG-verdrag en zijn daarom opgenomen in het deel dat betrekking heeft op de wijziging van dat Verdrag. Het belangrijkste kenmerk van de EMU-bepalingen is dat een onomkeerbaar proces op weg naar de EMU is vastgelegd. De overgang naar de derde fase van de EMU houdt in dat het monetaire beleid van het nationale naar het Gemeenschapsniveau wordt overgeheveld en dat de wisselkoersen onverbrekelijk aaneengeklonken worden, waarna zo spoedig mogelijk één munt wordt ingevoerd. Het gemeenschappelijke monetaire beleid zal worden bepaald door de ECB. Ten aanzien van het economisch beleid geldt dat dit binnen belangrijke randvoorwaarden in grote mate een aangelegenheid van de Lid-Staten zelf blijft, met dien verstande dat het streven is gericht op nauwe coördinatie van het beleid tussen de Lid-Staten. De Lid-Staten die niet aan de overgangsvoorwaarden voor 21

8 de derde fase voldoen krijgen een derogatie, waardoor tijdelijk de belangrijkste rechten en plichten van de derde fase voor hen niet gelden. Kamerstukken II, , nr. 3, p. 8-9 (MvT) Grondwet; goedkeuring van het Unieverdrag voor het Koninkrijk De regering heeft zich beraden op de vraag of de bepalingen van het Unieverdrag overeenstemmen met de Grondwet. Artikel 92 van de Grondwet stelt buiten twijfel dat de Grondwet het toelaat om bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak op te dragen aan volkenrechtelijke organisaties. De opdracht van bevoegdheden in het Unieverdrag aan de Europese Gemeenschappen, thans aangevuld met het beleid en de samenwerkingsvormen, als neergelegd in dit Verdrag, is in overeenstemming met de Grondwet. Het genoemde artikel verwijst bij de opdracht van bevoegdheden aan volkenrechtelijke organisaties naar de mogelijkheid van inachtneming van de bijzondere goedkeuringsprocedure van artikel 91, derde lid, van de Grondwet. Volgens artikel 91, derde lid, kan een verdrag dat bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, door de Kamers alleen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen worden goedgekeurd. Van een dergelijke afwijking is bij het ter goedkeuring voorgelegde Unie-verdrag naar het oordeel van de regering geen sprake. ( ) Aangezien hetunieverdrag bepalingen bevat die de Nederlandse Antillen en Aruba raken, voorziet het voorstel van Rijkswet tot goedkeuring van het Verdrag in goedkeuring voor het gehele Koninkrijk. De inwerkingtreding van het Unieverdrag brengt geen wijziging in de territoriale betrokkenheid van het Koninkrijk bij de bestaande EG-Verdragen. In het bijzonder wat het (E)EG-Verdrag betreft is van belang dat de zakelijke werking van dit Verdrag voor de Nederlandse Antillen en Aruba beperkt zal blijven tot de associatieregeling van Deel IV. Wat betreft de overige inhoud van het Unie-Verdrag zijn met name de materies van Titels V en VI van het Unie-Verdrag betreffende het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid respectievelijk de samenwerking op het gebied van justitie en binnenlandse zaken, aan te merken als aangelegenheden van het Koninkrijk in de zin van artikel 3, lid 1, van het Statuut voor het Koninkrijk, voorzover het aangelegenheden betreffen die de Nederlandse Antillen respectievelijk Aruba raken. Teneinde de belangen van de andere landen van het Koninkrijk ten volle mee te laten wegen bij de standpuntbepaling door het Koninkrijk terzake, zullen de procedures zoals voorzien in het Statuut voor het Koninkrijk, consequent en volledig worden toegepast. De belangen van de Nederlandse Antillen en Aruba zullen aldus binnen Koninkrijksverband op de in het Statuut voor het Koninkrijk voorgeschreven wijze worden gewaarborgd. 22

9 Het Verdrag zal alleen voor Nederland worden bekrachtigd. Het LGOregime zal onverminderd blijven gelden voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Kamerstukken II, , nr. 3, p (MvT) Algemeen 1. Historie Verdrag betreffende de Europese Unie van 7 februari 1992 (Trb. 1992, 74 en PbEG 1992, C 224/1). Gewijzigd door: a. het Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, 2 oktober 1997 (Trb. 1998, 11 en PbEG 1997, C 340/1). b. Het Verdrag van Nice houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijhorende akten, ondertekend te Nice, 26 februari 2001 (Trb. 2001, 47 en 74; PbEG 2001, C80/1). c. Het Verdrag van 16 april 2003 betreffende de toetreding van Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Malta, Polen, Slovenië en Slowakije tot de Europese Unie (Trb. 2003, 74; PbEU 2003, L 236). d. Het Verdrag van 25 april 2005 betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, (Trb. 2005, 196; PbEU 2005, L 157). Zie de Goedkeuringswetten van het Verdrag betreffende de Europese Unie (Stb. 1992, 692), het Verdrag van Amsterdam (Stb. 1998, 737) en het Verdrag van Nice (Stb. 2001, 677). In Trb. 2003, 150 is een geconsolideerde versie van het EU-Verdrag opgenomen. Tevens bevat dit Trb. de rectificaties die op 16 maart 1999 door de depositaris zijn aangebracht. 2. Verwijzingen naar het Verdrag van Lissabon Door middel van verwijzingen naar het Verdrag van Lissabon wordt, waar mogelijk, aangegeven welke bepaling(en) van het Verdrag betreffende de Europese Unie en/of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ( VWEU ) in de geconsolideerde en hernummerde versie van deze verdragen in de plaats zullen komen van de desbetreffende bepalingen van de thans geldende verdragen (VEU en EG-Verdrag), na inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon. De tekst van de gewijzigde bepalingen van 23

10 het VEU en van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, alsmede alle nieuwe bepalingen ingevoerd bij het Verdrag van Lissabon, vindt men in de geconsolideerde versie van het VEU en het VWEU, PbEU 2008, C115. In de aantekeningen bij de thans vigerende versie van het VEU wordt doorgaans geen gewag gemaakt van die nieuwe bepalingen die het Verdrag van Lissabon invoert en die geen equivalent hebben in de bestaande tekst van het VEU. Deze verwijzingen zeggen niets over de vraag of de desbetreffende bepalingen licht of wellicht ingrijpend gewijzigd zijn ingevolge het verdrag van Lissabon en of nieuwe bepalingen zijn toegevoegd. Om vast te stellen hoe de tekst van deze bepalingen (als gevolg van de horizontale en specifieke wijzigingen neergelegd in de artikelen 1 en 2 van het Verdrag van Lissabon) is komen te luiden moet de gebruiker te rade gaan bij de geconsolideerde tekst van het VEU en het VWEU. Er wordt op gewezen dat het Verdrag van Lissabon nog niet in werking is getreden. 3. Protocollen Ook bij de latere wijzigingsverdragen (Amsterdam, 1997; Nice, 2001) zijn protocollen gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie. Deze protocollen zijn in de regel mede gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de EG of de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen. Ter gelegenheid van de publicatie van geconsolideerde versies van het EU- Verdrag en het EG Verdrag na de inwerkingtreding van het Verdrag van Nice (PbEG 2002, C 325) zijn de belangrijkste protocollen van een volgnummer voorzien. Zie de genummerde lijst en de integrale tekst van de daarop voorkomende protocollen. Het in 1997 tot stand gekomen Protocol nr. 1 inzake artikel 17 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is het enige protocol dat uitsluitend gehecht is aan het Unieverdrag en niet mede aan (één van) de andere verdragen. In de geconsolideerde versie van het EU- Verdrag en het EG-Verdrag is dit protocol ook na het EG Verdrag opgenomen. Verdrag van 7 februari 1992, Trb. 1992, 74, zoals laatstelijk gewijzigd bij besluit van de Raad van 20 december 2007, PbEU 2008, L 24. Zijne Majesteit de Koning der Belgen, Hare Majesteit de Koningin van Denemarken, De President van de Bondsrepubliek Duitsland, De President van de Helleense Republiek, 24

11 Zijne Majesteit de Koning van Spanje, De President van de Franse Republiek, De President van Ierland, De President van de Italiaanse Republiek, Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg, Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, De President van de Portugese Republiek, Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, Vastbesloten een nieuwe etappe te markeren in het proces van Europese integratie waarmee een aanvang is gemaakt met de oprichting van de Europese Gemeenschappen, Herinnerend aan het historisch belang van de beëindiging van de deling van het Europese continent en de noodzaak solide grondslagenvoor de opbouw van het toekomstige Europa te leggen, Bevestigend hun gehechtheid aan de beginselen van vrijheid, democratie en eerbiediging van de mensenrechten en de fundamentele vrijheden en van de rechtsstaat, Bevestigend hun gehechtheid aan de sociale grondrechten zoals omschreven in het op 18 oktober 1961 te Turijn ondertekende Europees Sociaal Handvest en in het Gemeenschapshandvest van de sociale grondrechten van de werkenden van 1989, Verlangend de solidariteit tussen hun volkeren te verdiepen met inachtneming van hun geschiedenis, cultuur en tradities, Verlangend de democratische en doelmatige werking van de Instellingen verder te ontwikkelen, ten einde hen in staat te stellen de hun toevertrouwde taken beter uit te voeren, in één enkel institutioneel kader, Vastbesloten de versterking en de convergentie van hun economieën te verwezenlijken en een economische en monetaire unie tot stand te brengen met, overeenkomstig het bepaalde in dit Verdrag, één enkele en stabiele munteenheid, Vastbesloten de economische en sociale vooruitgang van hun volkeren te bevorderen, met inachtneming van het beginsel van duurzame ontwikkeling en in het kader van de voltooiing van de interne markt en van versterkte cohesie en milieubescherming, en een beleid te voeren dat er borg voor staat dat de vooruitgang op het gebied van de economische integratie en de vooruitgang op andere terreinen gelijke tred met elkaar houden, 25

12 Vastbesloten voor de onderdanen van hun landen een gemeenschappelijk burgerschap in te voeren, Vastbesloten een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid te voeren met inbegrip van de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid dat tot eengemeenschappelijke defensie zou kunnen leiden, overeenkomstig de bepalingen van artikel 17, daarbij de Europese identiteit en onafhankelijkheid versterkend, teneinde vrede, veiligheid en vooruitgang in Europa en in de wereld te bevorderen, Vastbesloten het vrije verkeer van personen te vergemakkelijken en tegelijkertijd tevens de veiligheid en zekerheid van hun volkeren te waarborgen, door een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid tot stand te brengen, overeenkomstig het bepaalde in dit Verdrag, Vastbesloten voort te gaan met het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, waarin besluiten zo dicht mogelijk bij de burgers worden genomen in overeenstemming met het subsidiariteitsbeginsel, Met het oog op verdere stappen die moeten worden gezet om de Europse integratie te bevorderen, Hebben besloten een Europese Unie op te richten en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen: Zijne Majesteit de Koning der Belgen, Mark Eyskens, Minister van Buitenlandse Zaken; Philippe Maystadt, Minister van Financiën; Hare Majesteit de Koningin van Denemarken, Uffe Ellemann-Jensen, Minister van Buitenlandse Zaken; Anders Fogh Rasmussen, Minister van Economische Zaken; De President van de Bondsrepubliek Duitsland, Hans-Dietrich Genscher, Bondsminister van Buitenlandse Zaken; Theodor Waigel, Bondsminister van Financiën; De President van de Helleense Republiek, 26

13 Antonios Samaras, Minister van Buitenlandse Zaken; Efthymios Christodoulou, Minister van Economische Zaken; Zijne Majesteit de Koning van Spanje, Francisco Fernández Ordónez, Minister van Buitenlandse Zaken; Carlos Solchaga Catalán, Minister van Economische Zaken en Financiën; De President van de Franse Republiek, Roland Dumas, Minister van Buitenlandse Zaken; Pierre Beregovoy, Minister van Economische Zaken, Financiën en Begroting; De President van Ierland, Gerard Collins, Minister van Buitenlandse Zaken; Bertie Ahern, Minister van Financiën; De President van de Italiaanse Republiek, Gianni De Michelis, Minister van Buitenlandse Zaken; Guido CARLI, Minister van de Schatkist; Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg, Jacques F. Poos, Vice-Minister-President, Minister van Buitenlandse Zaken; Jean-Claude Juncker, Minister van Financiën; 27

14 Artikel 1 Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, Hans van den Broek, Minister van Buitenlandse Zaken; Willem Kok, Minister van Financiën; De President van de Portugese Republiek, Joao de Deus Pinheiro, Minister van Buitenlandse Zaken; Jorge Braga de Macedo, Minister van Financiën; Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, The Rt. Hon. Douglas Hurd, Minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken; The Hon. Francis Maude, Financieel Secretaris van de Schatkist; Die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten, overeenstemming hebben bereikt omtrent de volgende bepalingen: Algemeen Verdrag van Lissabon Aan de preambule wordt als tweede overweging de volgende tekst toegevoegd : Geïnspireerd door de culturele, religieuze en humanistische tradities van Europa, die ten grondslag liggen aan de ontwikkeling van de universele waarden van de onschendbare en onvervreemdbare rechten van de mens en van vrijheid, democratie, gelijkheid en de rechtsstaat." Zie artikel 1, punt 1 van het Verdrag van Lissabon. TITEL I Gemeenschappelijke bepalingen Artikel 1 Bij dit Verdrag richten de Hoge Verdragsluitende Partijen te zamen een Europese Unie op, hierna Unie te noemen. 28

15 Artikel 1 Dit Verdrag markeert een nieuwe etappe in het proces van totstandbrenging van een steeds hechter verbond tussen de volkeren van Europa, waarin de besluiten in zo groot mogelijke openheid en zo dicht mogelijk bij de burger worden genomen. De Unie is gegrond op de Europese Gemeenschappen, aangevuld met het beleid en de samenwerkingsvormen die bij dit Verdrag worden ingesteld. Zij heeft tot taak de betrekkingen tussen de Lid-Staten en tussen de volkeren van de Lid-Staten samenhangend en solidair te organiseren. Algemeen Ex-artikel A, artikel hernummerd bij het Verdrag van Amsterdam Dit artikel is gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam. Verdrag van Lissabon Voor artikel 1 komt in de plaats artikel 1 VEU (geconsolideerd). Parlementaire behandeling Artikel A maakt duidelijk dat het onderhavige verdrag geenszins als eindpunt van het Europese integratieproces wordt beschouwd. De naam Unie geeft dan ook geen vastomlijnd begrip weer. Integendeel, het Verdrag is doelbewust een momentopname. Het markeert een nieuwe etappe in het proces. Met de invoering thans van het begrip Unie wordt bedoeld duidelijk te maken dat de samenstellende delen van het Verdrag de Europese Gemeenschappen, het buitenlands en veiligheidsbeleid, de samenwerking op de terreinen van justitie en binnenlandse zaken nu reeds een onlosmakelijk geheel vormen. De mate van samenhang, en daarmee de hechtheid van de Unie zal echter nog verder moeten groeien, zo wordt erkend. Oogmerk vormt de totstandkoming van een steeds hechter verbond. Zoals bekend kwamen deze laatste woorden tijdens de Europese Raad Maastricht in de plaats voor het begrip een Unie met een federale signatuur. De regering acht deze verandering aanvaardbaar. Weliswaar hanteerde zij zelf in eerdergenoemde beleidsnota's het woord federaal als karakterisering van het gewenste einddoel van het integratieproces (een democratisch goed verankerde Unie met supranationale kenmerken), zij erkende echter in diezelfde nota's het controversieel karakter ervan. Niet alleen, zo bleek tijdens de onderhandelingen, bestond verschil van mening tussen Lid-Staten over het gewenste einddoel van het integratieproces, tevens bestond onenigheid of althans onduidelijkheid over de betekenis van het in dat kader gebezigde begrip federaal. Al met al was er, toen eenmaal overeenstemming bestond over de inhoudelijke bepalingen van het Verdrag, goede reden in deze onderhandelingen niet langer vast te houden aan dit omstreden woord. Kamerstukken II, , nr.3, p. 20 (MvT) 29

16 Artikel 2 Artikel 2 De Unie stelt zich ten doel: bevordering van economische en sociale vooruitgang alsmede een hoog werkgelegenheidsniveau en totstandbrenging van evenwichtige en duurzame ontwikkeling, met name door de totstandbrenging van een ruimte zonder binnengrenzen, door de versterking van de economische en sociale samenhang en door de oprichting van een economische en monetaire unie die uiteindelijk een gemeenschappelijke munt inhoudt, overeenkomstig de bepalingen van dit Verdrag; bevestiging van de identiteit van de Unie op het internationale vlak, met name door het voeren van een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid, met inbegrip van de geleidelijke bepaling van een gemeenschappelijk defensiebeleid, dat kan leiden tot een gemeenschappelijke defensie, overeenkomstig het bepaalde in artikel 17; versterking van de bescherming van de rechten en de belangen van de onderdanen van de lidstaten van de Unie door de instelling van een burgerschap van de Unie; handhaving en ontwikkeling van de Unie als een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid waarin het vrije verkeer van personen gewaarborgd is in combinatie met passende maatregelen met betrekking tot controles aan de buitengrenzen, asiel, immigratie, en voorkoming en bestrijding van criminaliteit; volledige handhaving en verdere ontwikkeling van het acquis communautaire teneinde na te gaan in hoeverre het beleid en de samenwerkingsvormen die bij dit Verdrag zijn ingesteld, herziening behoeven om de doeltreffendheid van de mechanismen en instellingen van de Gemeenschap te verzekeren. De doelstellingen van de Unie worden verwezenlijkt zoals bepaald in dit Verdrag, onder de voorwaarden en volgens het tijdschema waarin dit Verdrag voorziet, met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel zoals omschreven in artikel 5 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Algemeen Ex-artikel B, hernummerd bij het Verdrag van Amsterdam. Dit artikel is gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam. Verdrag van Lissabon Voor artikel 2 komt in de plaats artikel 3 VEU (geconsolideerd). 30

17 Artikel 3 Parlementaire behandeling Artikel B bevat de doelstellingen van de Unie. De kernbegrippen van de per verdragsdeel overeengekomen doelstellingen worden hier in onderling verband weergegeven. De artikelen 2 EG, 8 tot en met 8 E, J.1 en K.1 geven voor wat betreft respectievelijk de EG, het Burgerschap, de GBVB en de JBZsamenwerking nadere uitwerking aan deze beleidsoogmerken. Veelzeggend is dat aan voornoemde doelstellingen wordt verbonden de afspraak in artikel B het acquis communautaire volledig te handhaven en te ontwikkelen. Onder verwijzing naar de in slotartikel N.2 voorziene nieuwe IGC in 1996 wordt in datzelfde artikel het belang van geleidelijke vergroting van de doeltreffendheid van de nu afgesproken samenwerkingsvormen onderstreept. De laatste alinea van dit artikel laat er tenslotte geen misverstand over bestaan dat het subsidiariteitsbeginsel het beleid van de Unie betreft in brede zin, en niet slechts de EG als zodanig." Kamerstukken II, , nr. 3, p. 20 (MvT) Artikel 3 De Unie beschikt over één institutioneel kader dat de samenhang en de continuïteit van het optreden gericht op het verwezenlijken van de doelstellingen van de Unie verzekert, en tegelijk het acquis communautaire in acht neemt en ontwikkelt. De Unie zorgt in het bijzonder voor de samenhang van haar gehele externe optreden in het kader van haar beleid op het gebied van externe betrekkingen, veiligheid, economie en ontwikkeling. De Raad en de Commissie zijn verantwoordelijk voor het verzekeren van deze samenhang en werken daartoe samen. Zij dragen, overeenkomstig hun onderscheiden bevoegdheden, zorg voor de uitvoering van dat beleid. Algmeen Ex-artikel C, hernummerd bij het Verdrag van Amsterdam. Dit artikel is gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam. Parlementaire behandeling In artikel C wordt de eenheid benadrukt van het institutioneel kader van de Unie. Het is goed hier te onderscheiden tussen beleid enerzijds, bevoegdheden anderzijds. Beleidsinhoudelijk gesproken zijn alle instellingen van de Unie gehouden de Unie-doelstellingen in samenhang en continuïteit te verwezenlijken, onder erkenning nogmaals van de noodzaak van behoud en verdere evolutie van het communautair acquis. Juridisch gesproken echter gaat achter dit ene institutionele kader, zoals in Hoofdstuk I al benadrukt, een gevarieerde institutionele structuur schuil. 31

18 Artikel 4 Immers, de in artikel E genoemde instellingen van de Unie dragen in de verschillende verdragsonderdelen weliswaar dezelfde naam, maar hun rol en bevoegdheid verschillen in het kader van EG, GBVB en JBZ-samenwerking aanmerkelijk." Kamerstukken II, , nr.3, p (MvT) Artikel 4 De Europese Raad geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en stelt de algemene politieke beleidslijnen vast. De Europese Raad is samengesteld uit de Staatshoofden en Regeringsleiders van de Lid-Staten en de Voorzitter van de Commissie. Zij worden bijgestaan door de Ministers van Buitenlandse Zaken van de Lid-Staten en door een lid van de Commissie. De Europese Raad komt ten minste tweemaal per jaar bijeen, onder voorzitterschap van het Staatshoofd of de Regeringsleider van de Lid-Staat welke het voorzitterschap van de Raad uitoefent. De Europese Raad brengt na elk van zijn bijeenkomsten verslag uit aan het Europees Parlement en legt aan het Europees Parlement ook een schriftelijk jaarverslag voor betreffende de vorderingen die de Unie heeft gemaakt. Algemeen Ex-artikel D, hernummerd, gewijzigd door het Verdrag van Amsterdam. Parlementaire behandeling Artikel D introduceert de Europese Raad in het Unie-bestel. In feite betreft het hier een erkenning en codificatie van de bestaande praktijk in het verlengde van de Verklaring van Stuttgart van 1983 (Bull.EG ) en artikel 2 Europese Akte. Plaats en inhoud van de bepaling karakteriseren de Europese Raad als algemeen oriënterende en stimulerende instantie. Bij uitstek is de Europese Raad de instantie die samenhang en continuïteit van de verschillende verdragsdelen bewaakt, hun ontwikkeling bevordert, en daarbij gehouden is de doelstellingen van de Unie in het oog te houden. Elders in het Verdrag wordt de Europese Raad op drie plaatsen genoemd. De Europese Raad komt een verdere algemeen-oriënterende rol toe in artikel 103 EG (globale richtsnoeren voor economisch beleid), en de artikelen J.3 en J.8 (beginselen en algemene richtsnoeren van het GBVB). De beleidsbepaling als zodanig is daarmee doelbewust opgedragen aan de instellingen als genoemd in artikel E. Buiten de voornoemde drie bepalingen heeft de Europese Raad geen specifieke opdracht. Hier geldt dusslechts de algemeen stimulerende rol krachtens artikel D, uiteraard onder eerbiediging van de bevoegdheden van de instellingen. De Europese Raad als zodanig ware wel te onderscheiden van de Regeringen van de Lid-Staten op het niveau van de Staatshoofden 32

19 Artikel 6 en Regeringsleiders (artikel 109 A, lid 2, en artikel 109 F, lid 1), en van de Raad in de samenstelling van de Staatshoofden en Regeringsleiders (artikel 109 J). In deze beide gevallen maakt de Commissievoorzitter geen deel uit van het gezelschap. In het eerste geval gaat het niet om een orgaan van de Unie, doch om (de hoogste vertegenwoordigers van) de nationale Regeringen. In het tweede geval fungeert het gezelschap niet als Europese Raad in de zin van onderhavig artikel D, maar als Raad in de zin van artikel 4 EG." Kamerstukken II, , nr. 3, p. 21 (MvT) Artikel 5 Het Europees Parlement, de Raad, de Commissie, het Hof van Justitie en de Rekenkamer oefenen hun bevoegdheden uit onder de voorwaarden en ter verwezenlijking van de doelstellingen die zijn vastgesteld in enerzijds de bepalingen van de Verdragen tot oprichting van de Europese Gemeenschappen en van de verdragen en akten waarbij deze zijn gewijzigd of aangevuld, en anderzijds de andere bepalingen van dit Verdrag. Algemeen Ex-artikel E, hernummerd bij het Verdrag van Amsterdam. Dit artikel is gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam. Verdrag van Lissabon Voor artikel 5 komt in de plaats een gewijzigd artikel 5 VEU (geconsolideerd). Artikel 6 1. De Unie is gegrondvest op de beginselen van vrijheid, democratie, eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, en van de rechtsstaat, welke beginselen de lidstaten gemeen hebben. 2. De Unie eerbiedigt de grondrechten, zoals die worden gewaarborgd door het op 4 november 1950 te Rome ondertekende Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en zoals zij uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de Lid-Staten voortvloeien, als algemene beginselen van het Gemeenschapsrecht. 3. De Unie eerbiedigt de nationale identiteit van haar lidstaten. 4. De Unie voorziet zich van de middelen die nodig zijn om haar doelstellingen te verwezenlijken en haar beleid ten uitvoer te leggen. Algemeen Ex-artikel F, hernummerd bij het Verdrag van Amsterdam. Dit artikel is gewijzigd bij het Verdrag van Amsterdam. 33

20 Artikel 7 Verdrag van Lissabon Voor artikel 6 komt in de plaats een gewijzigd artikel 6 VEU (geconsolideerd). In lid 2 van het gewijzigde artikel 6 wordt bepaald dat de Unie toetreedt tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Zie ook protocol nr. 8, gehecht aan het VEU post -Lissabon en het VWEU betreffende artikel 6 lid 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie inzake de toetreding van de Unie tot het EVRM, PbEU 2008, C115/273. Parlementaire behandeling Artikel F stelt vast dat de Unie de nationale identiteit van de Lid-Staten zal eerbiedigen. Het gaat hier voor alles om de politieke boodschap dat een steeds hechtere Unie niet moet en niet behoeft te leiden tot een sterk geharmoniseerd Europa. Doelbewust wordt gekozen voor een pluriforme samenleving in culturele verscheidenheid, voor een Europa gebaseerd op democratische principes (artikel F, lid 1), eerbiediging van de mensenrechten (artikel F, lid 2) en een zo decentraal mogelijk bestuur (artikelen A en B). In artikel F, lid 2, is de eerbiediging door de Unie van de grondrechten verankerd. Het ontbreken van enig voorschrift ter zake in de bestaande EGverdragen werd als omissie ervaren, de dit euvel ondervangende jurisprudentie van het Hof van Justitie en de Gezamenlijke Verklaring van Europees Parlement, Raad en Commissie van 1977 ten spijt. De onderhavige bepaling zoekt aansluiting bij door het Hof ontwikkelde leer, stellende dat de grondrechten zoals gewaarborgd door in het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden en zoals voortvloeiend uit de gemeenschappelijke constitutionele tradities van de Lid-Staten, deel uitmaken van de communautaire rechtsbeginselen. Volgens vaste jurisprudentie acht het Hof zich gerechtigd deze rechten te verzekeren in het kader van de communautaire rechtscontrole. Doelbewust heeft de IGC er in dit stadium van afgezien een andere weg te kiezen om in Unieverband de mensenrechten te waarborgen. Zo zou toetreding van de EG tot het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden oplossing vergen van een aantal gecompliceerde vraagstukken van institutionele en materieel-rechtelijke aard. Soortgelijke problemen zouden zich voordoen bij de opstelling van een Gemeenschapshandvest van mensenrechten." Kamerstukken II, , nr. 3, p (MvT) Artikel 7 1. Op een met redenen omkleed voorstel van een derde van de lidstaten, het Europees Parlement of de Commissie kan de Raad, na instemming van het Europees Parlement, met een meerderheid van vier vijfden van zijn leden constateren dat er duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van in artikel 6, lid 1, genoemde beginselen door een lidstaat, en die lidstaat passende aanbevelingen doen. Alvorens die constatering 34

21 Artikel 7 te doen, hoort de Raad de betrokken lidstaat en kan hij volgens dezelfde procedure onafhankelijke personen vragen binnen een redelijke termijn een verslag over de situatie in die lidstaat voor te leggen. De Raad gaat regelmatig na of de redenen die tot zijn constatering hebben geleid nog bestaan. 2. De Raad, in de samenstelling van staatshoofden en regeringsleiders, kan met eenparigheid van stemmen, op voorstel van een derde van de lidstaten of van de Commissie, en na instemming van het Europees Parlement, een ernstige en voortdurende schending van in artikel 6, lid 1, genoemde beginselen door een lidstaat constateren, na de regering van de lidstaat in kwestie om opmerkingen te hebben verzocht. 3. Wanneer de in lid 2 bedoelde constatering is gedaan, kan de Raad met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten tot schorsing van bepaalde rechten die uit de toepassing van dit Verdrag op de lidstaat in kwestie voortvloeien, met inbegrip van de stemrechten van de vertegenwoordiger van de regering van die lidstaat in de Raad. De Raad houdt daarbij rekening met de mogelijke gevolgen van een dergelijke schorsing voor de rechten en verplichtingen van natuurlijke en rechtspersonen. De verplichtingen van de lidstaat in kwestie uit hoofde van dit Verdrag blijven in ieder geval verbindend voor die lidstaat. 4. De Raad kan naderhand met gekwalificeerde meerderheid van stemmen besluiten om krachtens lid 3 genomen maatregelen te wijzigen of in te trekken in verband met wijzigingen in de toestand die tot het opleggen van de maatregelen heeft geleid. 5. Voor de toepassing van dit artikel besluit de Raad zonder rekening te houden met de stem van de vertegenwoordiger van de regering van de lidstaat in kwestie. Onthouding van stemming door aanwezige of vertegenwoordigde leden vormt geen beletsel voor het aannemen van de in lid 2 bedoelde besluiten. Een gekwalificeerde meerderheid wordt omschreven als hetzelfde aandeel van de gewogen stemmen van de betrokken leden van de Raad als vastgelegd in artikel 205, lid 2, van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap. Dit lid is eveneens van toepassing wanneer stemrechten worden geschorst op grond van lid Voor de toepassing van de leden 1 en 2 besluit het Europees Parlement met een meerderheid van twee derden der uitgebrachte stemmen en tevens bij meerderheid van zijn leden. Algemeen Ex-artikel F.1, hernummerd bij het Verdrag van Amsterdam. Dit artikel is gewijzigd bij het Verdrag van Nice. Verdrag van Lissabon Voor artikel 7 komt in de plaats een gewijzigd artikel 7 VEU (geconsolideerd). 35

22 Artikel 7 Parlementaire behandeling In de IGC werd de wenselijkheid onderkend om artikel 7, EU-Verdrag, aan te vullen. Naar het oordeel van een grote meerderheid van de lidstaten zou de Raad de mogelijkheid moeten hebben om eerder te kunnen handelen indien een ernstige schending van de grondrechten dreigt. Niet alleen België en Oostenrijk deden voorstellen, ook het Portugese Voorzitterschap diende een tekst voor een nieuw lid bij artikel 7, EU-Verdrag, in. Het aangepaste artikel bevat de mogelijkheid om reeds wanneer een dreiging van de grondrechten wordt geconstateerd, aanbevelingen te doen. De introductie van dit vroegtijdig waarschuwingsmechanisme leidt naar verwachting tot een beter hanteerbaar instrument. De Raad kan eerder ingrijpen en hoeft voorts niet direct over te gaan tot het schorsen van bepaalde verdragsrechten van een lidstaat (zoals het stemrecht). Voorts is de besluitvormingsprocedure voor het doen van aanbevelingen iets minder zwaar, hetgeen ook in een grotere Unie een besluitvaardig optreden tegen dreigende schending van de grondrechten mogelijk maakt. Het Verdrag van Nice voegt een nieuw eerste lid aan artikel 7, EU-Verdrag, toe, op grond waarvan de Raad kan constateren dat er in een lidstaat een duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van de in artikel 6, eerste lid, genoemde beginselen. De Raad is dan bevoegd aan de betrokken lidstaat passende aanbevelingen doen. Het met redenen omkleed voorstel moet zijn ingediend door een derde van de lidstaten, het Europees Parlement of de Commissie. De Raad is verplicht om de betrokken lidstaat te horen, voordat hij de constatering over de dreiging van de ernstige schending kan doen. Volgens dezelfde procedure kan de Raad ook onafhankelijke personen vragen binnen een redelijke termijn een verslag over de situatie in de betrokken lidstaat op te stellen. De Raad besluit, na instemming van het Europees Parlement, met een meerderheid van vier vijfden van zijn leden. Indien de Raad de bedoelde constatering heeft gedaan, moet hij regelmatig na gaan of de redenen die tot zijn constatering hebben geleid nog bestaan. Krachtens het gewijzigde zesde lid van artikel 7, EU-Verdrag, besluit het Europees Parlement met een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen en tevens bij meerderheid van zijn leden, over de toepassing van de eerste twee leden van artikel 7, EU-Verdrag. Artikel 1, vijftiende lid, van het Verdrag van Nice brengt een wijziging aan in artikel 46, EU-Verdrag. In deze verdragsbepaling over de bevoegdheden van het Hof van Justitie wordt een nieuw punt e toegevoegd. Het huidige punt e staat ongewijzigd onder punt f in het nieuwe artikel. Op grond van het nieuwe punt e wordt het Hof van Justitie bevoegd de correcte naleving van de procedurele bepalingen van artikel 7, EU-Verdrag, te beoordelen. Op verzoek van de betrokken lidstaat moet het Hof binnen een maand na de datum van de in artikel 7, EU-Verdrag, bedoelde constatering door de Raad een uitspraak doen." Kamerstukken II, , nr. 3, p (MvT) 36

GECONSOLIDEERDE VERSIE

GECONSOLIDEERDE VERSIE 30.3.2010 Publicatieblad van de Europese Unie C 83/1 GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE EN HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE (2010/C 83/01) 30.3.2010

Nadere informatie

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank

5. Protocol tot vaststelling van het statuut van de. Europese Investeringsbank De Slotakte vermeldt de verbindende protocollen en de niet-verbindende verklaringen Slotakte De CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN, bijeen te Brussel op 30 september

Nadere informatie

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 2/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: VERDRAG ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 245 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR De procedures in de verschillende lidstaten SAMENVATTING In de preambule van het Verdrag betreffende de Europese Unie luidt het dat één van de doelstellingen

Nadere informatie

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE

ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE ONDERHANDELINGEN OVER DE TOETREDING VAN BULGARIJE EN ROEMENIË TOT DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 maart 2005 (OR. en) AA 23/2/05 REV 2 TOETREDINGSVERDRAG: SLOTAKTE ONTWERP VAN WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 4 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin

RECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin 30.11.2009 Publicatieblad van de Europese Unie C 290/1 RECTIFICATIES PROCES-VERBAAL VAN VERBETERING van het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag

Nadere informatie

Het Verdrag van Amsterdam in werking. Prof. mr. R. Barents

Het Verdrag van Amsterdam in werking. Prof. mr. R. Barents Het Verdrag van Amsterdam in werking Prof. mr. R. Barents Kluwer - Deventer - 1999 DEEL1. HET VERDRAG VAN AMSTERDAM Hoofdstuk 1. Van Maastricht naar Amsterdam 3 1. Inleiding 3 2. De Europese verdragen

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 49 (1994) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. A. TITEL Overeenkomst inzake Partnerschap en Samen waarbij een partnerschap tot stand wordt gebracht tussen de Europese

Nadere informatie

SLOTAKTE. FA/TR/EU/HR/nl 1

SLOTAKTE. FA/TR/EU/HR/nl 1 SLOTAKTE FA/TR/EU/HR/nl 1 FA/TR/EU/HR/nl 2 I. TEKST VAN DE SLOTAKTE 1. De gevolmachtigden van ZIJNE MAJESTEIT DE KONING DER BELGEN, DE PRESIDENT VAN DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE PRESIDENT VAN DE TSJECHISCHE

Nadere informatie

DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM

DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM Het Verdrag van Maastricht heeft de voorgaande Europese verdragen gewijzigd en een Europese Unie gecreëerd die rust op drie pijlers: de Europese Gemeenschappen,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 146 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1998 Nr. 12

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1998 Nr. 12 10 (1992) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1998 Nr. 12 A. TITEL B. TEKST Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7 februari 1992 De Nederlandse

Nadere informatie

BERICHT AAN DE LEZER

BERICHT AAN DE LEZER BERICHT AAN DE LEZER Deze publicatie bevat de geconsolideerde versies van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, alsmede de protocollen en

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22 INFORMATIEVE NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Coreper/de Raad nr.vorig doc.: 11093/04 JUSTCIV 101 Betreft:

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 18 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 40 A. TITEL 1) Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

SAMENVATTING SYLLABUS

SAMENVATTING SYLLABUS SAMENVATTING SYLLABUS Julie Kerckaert Inleiding tot het Europees en internationaal recht Academiejaar 2014-2015 Inhoudsopgave Deel 2: Inleiding tot het Europees recht... 2 1. Het juridisch kader van het

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 26 (1990) Nr. 15 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 291 A. TITEL Overeenkomst ter uitvoering van het tussen de Regeringen van de Staten van de Benelux Economische Unie,

Nadere informatie

1717 der Beilagen XXIV. GP - Beschluss NR - 32 niederländische Schlussakte (Normativer Teil) 1 von 20 SLOTAKTE. FA/TR/EU/HR/nl 1.

1717 der Beilagen XXIV. GP - Beschluss NR - 32 niederländische Schlussakte (Normativer Teil) 1 von 20 SLOTAKTE. FA/TR/EU/HR/nl 1. 1717 der Beilagen XXIV. GP - Beschluss NR - 32 niederländische Schlussakte (Normativer Teil) 1 von 20 SLOTAKTE FA/TR/EU/HR/nl 1 2 von 20 1717 der Beilagen XXIV. GP - Beschluss NR - 32 niederländische Schlussakte

Nadere informatie

Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie

Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen PERSCOMMUNIQUÉ nr. 104/09 Luxemburg, 30 november 2009 Pers en Voorlichting Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie Het Verdrag

Nadere informatie

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) 13967/03 LIMITE PUBLIC JUSTCIV 208 TRANS 275 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Comité burgerlijk recht (algemene vraagstukken)

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 66 (1991) Nr. 6 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2014 Nr. 39 A. TITEL Overeenkomst betreffende samenwerking en een douane-unie tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 21 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2011 Nr. 143 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon

Protocol over de bezwaren van het Ierse volk ten aanzien van het Verdrag van Lissabon 1796 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 15 Protokoll in niederländischer Sprachfassung (Normativer Teil) 1 von 10 CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN Brussel, 14

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 70 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol

Nadere informatie

Mededelingen en bekendmakingen

Mededelingen en bekendmakingen Publicatieblad van de Europese Unie ISSN 1725-2474 C 83 Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 53e jaargang 30 maart 2010 Nummer Inhoud Bladzijde 2010/C 83/01 Geconsolideerde versie

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.5.2017 COM(2017) 218 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te openen over een akkoord met het Verenigd Koninkrijk

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 325/5 GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 325/5 GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE 24.12.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 325/5 GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE 24.12.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 325/7 I.

Nadere informatie

EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERSIES

EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERSIES 24.12.2002 Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen C 325/1 EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERSIES VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE EN VAN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 33 (1996) Nr. 7 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 275 A. TITEL Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen

Nadere informatie

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1 SLOTAKTE AF/EEE/XPA/nl 1 De gevolmachtigden van: DE EUROPESE GEMEENSCHAP, hierna "de Gemeenschap" te noemen, en van HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE

Nadere informatie

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt.

jurisprudentiële fundamenten meer dan veertig jaar geleden zijn gelegd 2, bevestigd en versterkt. Discussienota van het Hof van Justitie van de Europese Unie over bepaalde aspecten van de toetreding van de Europese Unie tot het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE verdragen DE GRONDRECHTEN

GECONSOLIDEERDE verdragen DE GRONDRECHTEN Europese Unie GECONSOLIDEERDE verdragen HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN 2016 NL NL 7.6.2016 Publicatieblad van de Europese Unie C 202/1 GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 266 15 (1965) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1994 Nr. 266 A. TITEL Verdrag tot instelling van één Raad en één Commissie welke de Europese Gemeenschappen gemeen hebben, met

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 213

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 213 48 (1980) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1980 Nr. 213 A. TITEL Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND,

HET KONINKRIJK BELGIË, DE REPUBLIEK BULGARIJE, DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE REPUBLIEK ESTLAND, PROTOCOL TOT WIJZIGING VAN HET AAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE, HET VERDRAG BETREFFENDE DE WERKING VAN DE EUROPESE UNIE EN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP VOOR ATOOMENERGIE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 94

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 94 11 (1988) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1988 Nr. 94 A. TITEL Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en Turkije

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2004 Nr. 180 47 (1997) Nr. 4 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2004 Nr. 180 A. TITEL Overeenkomst inzake economisch partnerschap, politieke coördinatie en samenwerking tussen de Europese Gemeenschap

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 23 (2008) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2013 Nr. 147 A. TITEL Stabilisatie- en associatieovereenkomst tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds en

Nadere informatie

NL Prijs: Publicatieblad. C 115 van de Europese Unie. Mededelingen en bekendmakingen. 51e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal.

NL Prijs: Publicatieblad. C 115 van de Europese Unie. Mededelingen en bekendmakingen. 51e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. Publicatieblad ISSN 1725-2474 C 115 van de Europese Unie Uitgave in de Nederlandse taal Mededelingen en bekendmakingen 51e jaargang 9 mei 2008 Nummer Inhoud Bladzijde 2008/C 115/01 Geconsolideerde versie

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 34 (2007) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 9 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERDRAGEN HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN

EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERDRAGEN HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERDRAGEN HANDVEST VAN DE GRONDRECHTEN MAART 2010 30.3.2010 Publicatieblad van de Europese Unie C 83/1 V E U GECONSOLIDEERDE VERSIE V W E U VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 25.4.2007 COM(2007) 217 definitief 2007/0077 (CNS) Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 49

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1988 Nr. 49 36 (1987) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1988 Nr. 49 A. TITEL Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Democratische

Nadere informatie

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT De Regeringen van de hierna genoemde landen: De Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk, België, Denemarken, Spanje, Finland, Frankrijk,

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 412 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige

Nadere informatie

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank

Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank Ontstaan van de EU Opdrachtenblad Schooltv-beeldbank GROEP / KLAS.. Naam: Ga www.schooltv.ntr.nl Zoek op trefwoord: EU Bekijk de clip Het ontstaan van de EU en maak de volgende vragen. Gebruik de pauzeknop

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT

Nadere informatie

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG! I.I De geboorte van de Europese Unie Zoals jullie waarschijnlijk wel weten zijn er de vorige eeuwen veel oorlogen in Europa geweest. Vooral de Eerste en de Tweede Wereldoorlog

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 212

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1980 Nr. 212 47 (1980) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1980 Nr. 212 A. TITEL Aanvullend Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM

Nadere informatie

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A

9079/17 JVS/bb 1 DGC 2A Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en) 9079/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0082 (NLE) COEST 99 ELARG 36 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Protocol bij de Partnerschaps-

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERSIES

Publicatieblad van de Europese Unie EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERSIES C 321 E/1 EUROPESE UNIE GECONSOLIDEERDE VERSIES VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE EN VAN HET VERDRAG TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAP C 321 E/2 NL 29.12.2006 BERICHT AAN DE LEZER Deze

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.1.2017 COM(2017) 17 final 2017/0011 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis met betrekking tot het

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS) AVIATION 150 RELEX 649 MA 7 VOORSTEL van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur,

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 10 (1992) Nr. 13 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 182 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie; (met Protocollen) Maastricht, 7 februari 1992 B. TEKST De Nederlandse

Nadere informatie

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld

5,2. 1.Het ontstaan van de Europese Unie. 2.Geschiedenis van de EU: Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober keer beoordeeld Werkstuk door een scholier 1839 woorden 10 oktober 2002 5,2 13 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 1.Het ontstaan van de Europese Unie Op 18 april 1951 werd de eerste stap gezet richting een

Nadere informatie

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol

P5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 april 2008 (OR. fr) 6655/08. NOTA Betreft:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 april 2008 (OR. fr) 6655/08. NOTA Betreft: RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 15 april 2008 (OR. fr) 6655/08 NOTA Betreft: Geconsolideerde versie van het Verdrag tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 9 SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1

404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 9 SLOTAKTE. AF/EEE/XPA/nl 1 404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 9 SLOTAKTE AF/EEE/XPA/nl 1 2 von 9 404 der Beilagen XXII. GP - Staatsvertrag - Schlussakte Niederländisch

Nadere informatie

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

Handvest van de grondrechten van de EU

Handvest van de grondrechten van de EU Handvest van de grondrechten van de EU A5-0064/2000 Resolutie van het Europees Parlement over de opstelling van een handvest van de grondrechten van de Europese Unie (C5-0058/1999-1999/2064(COS)) Het Europees

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70 13 (2013) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 70 A. TITEL Euro-mediterrane luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de regering

Nadere informatie

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE)

15410/17 JVS/sht DGC 1A. Raad van de Europese Unie. Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17. Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) Raad van de Europese Unie Brussel, 14 mei 2018 (OR. en) 15410/17 Interinstitutioneel dossier: 2017/0319 (NLE) COLAC 144 WTO 329 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Derde aanvullend protocol

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 11

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2008 Nr. 11 34 (2007) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2008 Nr. 11 A. TITEL Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting

Nadere informatie

ADVIES Verdrag tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

ADVIES Verdrag tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN Brussel, 3 december 2007 (OR. fr) CIG 14/07 ADVIES Betreft: Verdrag tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2003 Nr. 16

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2003 Nr. 16 34 (1976) Nr. 5 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2003 Nr. 16 A. TITEL Akte betreffende de rechtstreekse verkiezing van het Europese Parlement; Brussel, 20 september 1976 B. TEKST

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET

TRACTATENBLAD VAN HET 72 (2009) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2010 Nr. 96 A. TITEL Aanvullend Protocol bij het Europees Handvest inzake lokale autonomie betreffende het recht op participatie

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

BIJLAGE. bij. Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt

Nadere informatie

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet

Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT. het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet EUROPESE CONVENTIE Brussel, 14 mei 2003 (16.05) SECRETARIAAT CONV 738/03 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat de Conventie De rol van de nationale parlementen in de ontwerp-grondwet Het secretariaat

Nadere informatie

, Bladzijde 3: Tabel: deel III: Voorgestelde artikelen betreffende de algemene en slotbepalingen in vergelijking met de bestaande verdragen

, Bladzijde 3: Tabel: deel III: Voorgestelde artikelen betreffende de algemene en slotbepalingen in vergelijking met de bestaande verdragen EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 2 april 2003 (03.04) (OR. fr) CONV 647/03 NOTA van: aan: Betreft: het Praesidium de Conventie Deel III: Algemene en slotbepalingen DEEL III: ALGEMENE EN SLOTBEPALINGEN

Nadere informatie

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting

Tekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 2 april 2003 (03.04) (OR. fr) CONV 650/03 NOTA van: aan: Betreft: het Praesidium de Conventie Het democratisch leven van de Unie Deel I van de Grondwet, Titel VI:

Nadere informatie

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE PROTOCOL. bij het. voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 26.2.2016 COM(2016) 91 final ANNEX 1 BIJLAGE PROTOCOL bij het voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 145

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2002 Nr. 145 18 (1951) Nr. 16 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2002 Nr. 145 A. TITEL Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, met drie Bijlagen, Protocol betreffende

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 181

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 181 24 (2012) Nr. 3 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2015 Nr. 181 A. TITEL Handelsovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en Colombia en Peru, anderzijds;

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE

GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE 30.3.2010 Publicatieblad van de Europese Unie C 83/13 GECONSOLIDEERDE VERSIE VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE 30.3.2010 Publicatieblad van de Europese Unie C 83/15 PREAMBULE ZIJNE MAJESTEIT

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176 42 (1995) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1995 Nr. 176 A. TITEL Protocol betreffende de toetreding van de Republiek Oostenrijk tot het Akkoord tussen het Koninkrijk der

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1990 Nr. 3

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1990 Nr. 3 51 (1987) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1990 Nr. 3 A. TITEL Protocol bij de Overeenkomst tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal en de Europese

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957

TRACTATENBLAD VAN HET. Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 13 (1957) Nr. 22 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 2012 Nr. 181 A. TITEL Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie; (met Bijlagen) Rome, 25 maart 1957 B. TEKST De Franse

Nadere informatie

XT 21004/18 ADD 1 REV 2 mou/asd/ev 1 UKTF

XT 21004/18 ADD 1 REV 2 mou/asd/ev 1 UKTF Raad van de Europese Unie Brussel, 29 januari 2018 (OR. en) XT 21004/18 ADD 1 REV 2 BXT 5 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties BIJLAGE bij het BESLUIT VAN DE RAAD

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC) CH 39 SOC 374 MI 157 ETS 16 SERVICES 35 ELARG 86 VOORSTEL van: de Europese Commissie

Nadere informatie

Stuk 1583 ( ) Nr. 1. Zitting maart 2008 ONTWERP VAN DECREET

Stuk 1583 ( ) Nr. 1. Zitting maart 2008 ONTWERP VAN DECREET Stuk 1583 (2007-2008) Nr. 1 Zitting 2007-2008 4 maart 2008 ONTWERP VAN DECREET houdende instemming met de overeenkomst betreffende de deelname van de republiek Bulgarije en Roemenië aan de Europese Economische

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2017 COM(2017) 830 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot aanvulling van het Besluit van de Raad van 22 mei 2017 waarbij machtiging wordt verleend tot het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese

Nadere informatie

ADVIES Verdrag tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap

ADVIES Verdrag tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap 417 der Beilagen XXIII. GP - Beschluss NR - 38 niederländische Sprachfassung d. Vertrags (Normativer Teil) 1 von 280 CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN DER LIDSTATEN Brussel, (OR.

Nadere informatie

VOORWOORD. Amsterdam, juni 2016 Dr. R.H. van Ooik Dr. T.A.J.A. Vandamme

VOORWOORD. Amsterdam, juni 2016 Dr. R.H. van Ooik Dr. T.A.J.A. Vandamme VOORWOORD De negende druk van dit boek bevat de tekst van de Europese basisverdragen zoals deze luiden na de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 en de toetreding van Kroatië

Nadere informatie

VERDRAG VAN AMSTERDAM HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE, DE VERDRAGEN TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN

VERDRAG VAN AMSTERDAM HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE, DE VERDRAGEN TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN VERDRAG VAN AMSTERDAM HOUDENDE WIJZIGING VAN HET VERDRAG BETREFFENDE DE EUROPESE UNIE, DE VERDRAGEN TOT OPRICHTING VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN EN SOMMIGE BIJBEHORENDE AKTEN BERICHT AAN DE LEZER Deze

Nadere informatie

De organisatie van de EU

De organisatie van de EU I De organisatie van de EU 1 Inleiding De Europese Unie (EU) bestaat inmiddels uit 28 lidstaten. Nadat zes lidstaten het samenwerkingsverband begonnen, hebben de EU en haar rechtsvoorgangers verschillende

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 18 november 2003

Nadere informatie

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE,

DE EUROPESE GEMEENSCHAP, HET KONINKRIJK BELGIË, HET KONINKRIJK DENEMARKEN, DE BONDSREPUBLIEK DUITSLAND, DE HELLEENSE REPUBLIEK, HET KONINKRIJK SPANJE, OVEREENKOMST BETREFFENDE DE DEELNAME VAN DE TSJECHISCHE REPUBLIEK, DE REPUBLIEK ESTLAND, DE REPUBLIEK CYPRUS, DE REPUBLIEK HONGARIJE, DE REPUBLIEK LETLAND, DE REPUBLIEK LITOUWEN, DE REPUBLIEK MALTA, DE

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1992 Nr. 74

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1992 Nr. 74 10 (1992) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1992 Nr. 74 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST') Verdrag betreffende

Nadere informatie