2 a In welk deel van de Republiek waren de stagnatie en teruggang het meest voelbaar? Waardoor?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "2 a In welk deel van de Republiek waren de stagnatie en teruggang het meest voelbaar? Waardoor?"

Transcriptie

1 3 DE ZILVEREN EEUW DE REPUBLIEK De Republiek en de rest van de wereld 1 Welke positie ging de landbouw in de tweede helft van de 18 de eeuw in de Republiek innemen? En in vergelijking met elders in Europa? Het algemeen herstel van de landbouw in Europa in de tweede helft van de 18 de eeuw was ook merkbaar in de Republiek. De landbouw zorgde zelfs voor economische groei. De productiviteit van de landbouwsector in de Republiek was en bleef hoger dan elders in Europa. 2 Veranderingen op de agrarische markt 1 a Met welke problemen kreeg de landbouw in het westen en noorden na 1670 te maken? De boeren in het westen en noorden (de kustprovincies) kregen in de periode na 1670 met veel moeilijkheden te maken: De landbouwprijzen daalden. De Engelse concurrentie veroorzaakte afzetproblemen. De lonen waren relatief hoog, waardoor de boeren met hoge loonkosten zaten. De belastingen gingen omhoog wegens de oorlogen waarin de Republiek betrokken was. Een aantal hevige epidemieën van veepest veroorzaakte grote verliezen. Sommige boeren hadden overigens na een epidemie grotere veestapels dan voorheen. Vanaf 1730 werden de zeedijken aangetast door de paalworm. b Door welke maatregelen en door welke omstandigheden kwam de landbouw in Holland weer tot bloei? Vanaf ongeveer 1740 kende de Hollandse landbouw weer enige bloei. Dat was het gevolg van de volgende maatregelen of omstandigheden: In Europa ging de bevolking weer groeien, waardoor de vraag naar landbouwproducten toenam. Daardoor stegen de prijzen van landbouwproducten. De boeren gingen zich nog meer toeleggen op de productie van handelsgewassen. Door vernieuwingen kon bespaard worden op arbeidskosten. Het gewest Holland verlaagde in 1750 de grondbelasting. De pachtprijzen in het westen waren sterk gedaald in de voorafgaande periode van achteruitgang en bleven laag. 1 b Door welke maatregelen en door welke omstandigheden kwam de landbouw in Holland weer tot bloei? Vanaf ongeveer 1740 kende de Hollandse landbouw weer enige bloei. Dat was het gevolg van de volgende maatregelen of omstandigheden: In Europa ging de bevolking weer groeien, waardoor de vraag naar landbouwproducten toenam. Daardoor stegen de prijzen van landbouwproducten. De boeren gingen zich nog meer toeleggen op de productie van handelsgewassen. Door vernieuwingen kon bespaard worden op arbeidskosten. Het gewest Holland verlaagde in 1750 de grondbelasting. De pachtprijzen in het westen waren sterk gedaald in de voorafgaande periode van achteruitgang en bleven laag. 2 a Waardoor hadden de boeren in de oostelijke gewesten minder last van de economische achteruitgang? In de oostelijke gewesten hadden de boeren minder last van de economische achteruitgang: Zij produceerden op familiebedrijven meer voor eigen gebruik en waren dus minder afhankelijk van landbouwprijzen in Europa. De pachten werden deels in natura (met eigen landbouwproducten) betaald, waardoor de boeren eveneens minder afhankelijk waren van landbouwprijzen. Op een gemengd bedrijf konden de gevolgen van een depressie (economische neergang) gemakkelijker worden opgevangen, doordat de boeren meer keuzemogelijkheden

2 hadden. De boeren konden bijverdienen door huisnijverheid. b Waardoor raakten kleine boeren in de oostelijke gewesten verbonden met de markt? Kleine boeren op de zandgronden (met weinig grond en in verhouding veel arbeidskrachten) verbouwden arbeidsintensieve handelsgewassen voor de markt zoals tabak, vlas en hop. Doordat deze gewassen niet voor eigen gebruik, maar voor de verkoop bestemd waren, raakten de kleine boeren verbonden met de conjuncturele ontwikkelingen (stijging en daling van de prijzen). De aardappelteelt breidde zich na 1730 sterk uit. De aardappel werd in toenemende mate voor de markt geproduceerd. c Waardoor gold dit voor de grotere boeren minder? De grotere boeren (met veel grond en in verhouding weinig arbeidskrachten) bleven buiten deze ontwikkeling. Zij hielden vast aan de arbeidsextensieve graanverbouw. 3 Veranderingen op het gebied van de nijverheid 1 a Welke takken van nijverheid leden het eerst onder de economische groei van Frankrijk en Engeland in de 18 de eeuw? Toen in de 18 de eeuw de economische positie van de Republiek achteruitging ten opzichte van Engeland en Frankrijk, merkte ook de nijverheid daarvan de gevolgen. De nijverheid die gericht was op de scheepsbouw, en de trafieken die afhankelijk waren van de handel en de stapelmarktactiviteiten, leden er het eerst onder. Voorbeelden van trafieken die achteruitgingen, zijn de zoutziederijen, de zijdenijverheid en de katoendrukkerijen. b Welke problemen ondervonden uiteindelijk alle takken van nijverheid? Uiteindelijk kregen alle takken van nijverheid in de Republiek last van: het hoge loonpeil, het niet verder toenemen van de arbeidsproductiviteit, de toenemende concurrentie en protectie (mercantilisme) van vooral Engeland en Frankrijk. 2 a In welk deel van de Republiek waren de stagnatie en teruggang het meest voelbaar? Waardoor? In Holland waren de stagnatie en teruggang het meest voelbaar, doordat dit gewest sterk met de internationale markten verbonden was. b Op welke wijze probeerden de gilden stagnatie te voorkomen? Met welk resultaat? In de kleinere Hollandse steden probeerden gilden ongewenste concurrentie te verhinderen. Maar dit woog, ondanks gewestelijke subsidies in de vorm van exportpremies, niet op tegen de toenemende concurrentie en protectie van Engeland en Frankrijk. 3 a Geef een voorbeeld van aanpassing aan nieuwe omstandigheden in de textielnijverheid. De Hollandse textielnijverheid, die hoge loonkosten had, paste zich bijvoorbeeld aan door een steeds groter deel van de productie te verplaatsen naar het platteland op de zandgronden in het zuiden of oosten (West-Brabant en Twente), waar de lonen lager waren. Toch bleef de textielnijverheid, zeker in de eerste helft van de 18 de eeuw, ook in de steden deels voortbestaan. b Geef zes voorbeelden van takken van nijverheid die in de 18 de eeuw bleven bestaan. De meeste takken van nijverheid bleven bestaan, meestal op kleinere schaal, maar soms ook op grotere schaal. Voorbeelden daarvan: De scheepsbouw in de Zaanstreek bleef ondanks de teruggang veel werkgelegenheid bieden. Na het midden van de 18 de eeuw namen de activiteiten echter sterk af. Papiermolens bleven functioneren en werkgelegenheid bieden. Papier was een exportproduct, maar ook de binnenlandse afzet bleef hoog door de vele boekdrukkerijen. De

3 papierindustrie leed nauwelijks onder de achteruitgang. Ook de steenbakkerijen gingen nauwelijks achteruit, Deze konden aan het werk blijven door de vraag naar scheepsballast. Schepen die op de heenreis instabiel zouden zijn door gebrek aan lading, werden verzwaard met stenen. In de eerste helft en opnieuw in het laatste deel van de 18 de eeuw bloeide ook de kapitaalintensieve suikerraffinage weer op in Amsterdam Een nieuw opkomende nijverheid was de jeneverstokerij, vooral in Schiedam, waarvan ook de intensieve varkenshouderij profiteerde. In West-Brabant en Twente was door de komst van de textielnijverheid (als huisnijverheid) sprake van economische groei. 4 Wat waren gunstige factoren voor het voortbestaan van de nijverheid? Gunstige factoren voor het voortbestaan van de nijverheid waren: de beschikbaarheid van water, turf en in het westen windkracht. de hoge kwaliteit van nijverheidsproducten zorgde voor exportmogelijkheden ondanks de mercantilistische druk. 5 Op welke gebieden naast de nijverheid bleef er werkgelegenheid bestaan? Ook op andere gebieden kon de werkgelegenheid zich grotendeels handhaven: De Amsterdamse stapelmarkt zorgde nog steeds voor veel indirecte werkgelegenheid. De rol van de VOC als werkgever werd in de 18 de eeuw groter dan daarvoor. Doordat de activiteiten van de VOC zich steeds uitbreidden, had zij ook steeds meer werknemers nodig. 4 Veranderingen op het gebied van handel, scheepvaart en visserij 1 a Waardoor konden Hollandse kooplieden in de 18 de eeuw deels overgaan op geldzaken? In de 18 de eeuw gingen Hollandse kooplieden zich behalve met de handel in goederen steeds meer bezig houden met geldzaken. Deze aanpassing van de handelsactiviteiten was mogelijk dankzij hun bestaande internationale contacten. b Welke vormen van geldzaken bedreven zij? Zij gingen zich bezighouden met kredietverlening, verzekeringen, commissiehandel en (vanaf 1750) ook met wisselhandel en acceptbedrijf. c Welke instellingen kwamen daardoor tot internationale faam? In de 18 de eeuw ontstonden zo uit koopmanshuizen bankiershuizen met internationale faam. Het bank- en effectenwezen (handel in wisselbrieven en aandelen) kwam tot bloei. 2 Waardoor werd Amsterdam een belangrijke kapitaalmarkt? De financiële ondernemingen (bankiers- en commissionairshuizen) concentreerden zich in Amsterdam. Zo werd Amsterdam een belangrijke kapitaalmarkt (centrum van vraag en aanbod betreffende kredieten/leningen op lange termijn), die ook zorgde voor meer werkgelegenheid. 3 Welke beleggingsmogelijkheden werden op Amsterdamse kapitaalmarkt geregeld: a wat betreft het buitenland, Beleggers uit de Republiek investeerden in buitenlandse ondernemingen en verstrekten leningen aan Europese staten. Daardoor werden dividenden (winsten op investeringen) en renten uit het buitenland voor deze beleggers een belangrijke inkomstenstroom. Nadeel was dat deze inkomsten door herhaaldelijk voorkomende crises onregelmatig waren. b wat betreft het binnenland? Binnen de Republiek waren er gunstige en meestal veilige beleggingsmogelijkheden doordat de overheid (Staten-Generaal, Gewestelijke Staten en steden) steeds meer ging lenen. Ook particuliere ondernemingen (VOC, WIC, eigenaars van plantages in Suriname) leenden veel. Deze leningen leverden soms meer op, maar droegen ook meer risico. De leningen aan de Surinaamse plantages bijvoorbeeld eindigden in 1773 met een financiële catastrofe. 4 Wie namen deel aan de beleggingen? Met welk gevolg?

4 Het grootste aandeel in de beleggingen had de rijke elite van de Republiek. Die elite kreeg daardoor ook belangen in de schulden van de overheid, want zij leende aan de overheid en was er niet bij gebaat dat die leningen werden afgelost. Maar ook veel anderen trokken op een of andere wijze profijt van de kapitaalmarkt, bijvoorbeeld adellijke families, kleine beleggers en instellingen. Het gevolg was een brede maar ongelijke spreiding van rente-inkomsten in de Republiek. 5 a Waardoor ging de internationale handelsvaart van de Republiek relatief achteruit? De internationale handelsvaart vanuit de Republiek bleef in omvang ongeveer gelijk, ondanks inzinkingen tijdens oorlogen. Relatief werd echter in de handelsvaart steeds meer terrein verloren, met name op de handel vanuit Engeland. Factoren die daarbij een rol speelden, waren: de concurrentie van de havens in Londen en Hamburg, het Europees mercantilisme, oorlogen, de steeds grotere bedragen die Nederlandse steden moesten uitgeven om verzanding van havens en rivieren tegen te gaan. b Met welk probleem had de binnenlandse handel te kampen? De binnenlandse handel had te kampen met een weliswaar betrouwbaar, maar relatief traag tempo van de trekvaart. 6 Leg uit dat de positie van Amsterdam als handelscentrum in de 18 de eeuw sterker kon worden, terwijl de feitelijke goederenoverslag in Amsterdam daalde. De positie van Amsterdam als handelscentrum werd in de 18 de eeuw sterker, doordat steeds meer Amsterdamse koopmanshuizen zich toelegden op commissiehandel en voorbijlandvaart. Bij voorbijlandvaart werden goederen rechtstreeks van buitenlandse leverancier naar buitenlandse afnemer gebracht, terwijl de Republiek werd voorbijgevaren. Franse wijn bijvoorbeeld werd rechtstreeks van Frankrijk naar het Oostzeegebied vervoerd. Commissiehandel en voorbijlandvaart leidden tot daling van de feitelijke goederenoverslag in Amsterdam, waardoor de functie van stapelmarkt afnam. 7 In welke opzichten groeide de VOC in de 18 de eeuw? In de 18 de eeuw breidde de VOC haar activiteiten uit: Zij vergrootte haar vloot. Zij voerde in Amsterdam grotere hoeveelheden en meer gevarieerde koloniale producten aan, waardoor ook de handel in koloniale waren in Amsterdam toenam. Een nieuw product was bijvoorbeeld koffie. Zij breidde de inter-aziatische handel uit. Al in de 17 de eeuw begon de VOC met handel tussen het ene en het andere Aziatische land. 8 Door welke oorzaken namen de nettowinsten van de VOC in de 18 de eeuw af? Oorzaken van de afnemende nettowinsten waren: De militaire uitgaven in Azië stegen. De VOC raakte betrokken in lokale conflicten en oorlogen, die veel geld kostten. De bestuurskosten in Azië stegen. In Azië dreef de VOC niet alleen handel, maar bracht ook steeds meer gebieden onder haar bestuur. Voor bestuurstaken moest de VOC steeds meer personeel in dienst nemen. De corruptie nam toe in Azië. Het VOC-personeel stond in dienst van de VOC en mocht niet voor eigen rekening handel drijven. Dit verbod werd echter op grote schaal overtreden, ten koste van de VOC. 9 Door wie werden de Surinaamse plantages en de handel in suiker en koffie uit Suriname gefi-

5 nancierd? De driehoekshandel op Afrika en Amerika was aanvankelijk bijna uitsluitend in handen van de WIC. De Surinaamse plantages en de handel in suiker en koffie uit Suriname op Amsterdam werden gefinancierd door bankiershuizen in Amsterdam. 10 a Wat waren de oorzaken van de lage rentabiliteit (winstgevendheid) van de totale handel op de West? De rentabiliteit (winstgevendheid) van de totale handel op de West was niet hoog door de volgende oorzaken: evenals de VOC had de WIC te maken met hoge militaire uitgaven en bestuurskosten; de producten uit Amerika waren minder kostbaar dan de specerijen uit Indië; de concurrentie van Fransen en Engelsen b In welke perioden maakte de WIC wel behoorlijke winsten? De Nederlanders maakten vooral winst in de perioden dat Engeland en Frankrijk in oorlogen tegen elkaar waren verwikkeld. Engelsen en Fransen verstoorden dan elkaars handel, waardoor er schaarste ontstond en de prijzen stegen. Daarvan konden de Nederlanders profiteren 11 a Wanneer werd de WIC opgeheven? In 1791 maakten de Staten-Generaal een eind aan de WIC. b Wat was de directe oorzaak? Door de Vierde Engelse oorlog ( ), waarin de Britten de zee beheersten, had de WIC grote verliezen geleden. 12 a Naar welke gebieden in Amerika werden slaven door Nederlanders overgebracht? Tot de driehoekshandel behoorde ook de slavenhandel. Nederlandse schepen brachten slaven van West-Afrika naar het West-Indisch gebied (de toenmalige Nederlandse koloniën Suriname, Guyana en de Antillen) en naar de Spaanse koloniën in Zuid- en Midden-Amerika. b Wie waren in de Republiek vooral actief in de slavenhandel? Vooral de Zeeuwen waren actief in de slavenhandel. Nadat de WIC haar monopolie had verloren, was de Nederlandse slavenhandel voor driekwart in handen van Zeeuwse ondernemingen. 13 Waardoor ging de Nederlandse haringvisserij achteruit? Al in het laatste kwart van de 17 de eeuw liep de Nederlandse haringvisserij terug. Oorzaken waren verandering van de haringtrek en verandering van smaak bij de bevolking. In de 18 de eeuw kwam daar de toenemende concurrentie bij. 14 a Welke periode was voor de walvisvangst nog een bloeiperiode? De walvisvangst maakte in de eerste helft van de 18 de eeuw nog een bloeiperiode door. b Met welk probleem kreeg de walvisvangst daarna te maken? Met welke gevolgen? De rentabiliteit (winstgevendheid) van de walvisvangst was vrij onvoorspelbaar. Zowel de vangsten als de prijzen schommelden sterk. Na het midden van de 18 de eeuw werden er nog maar zelden winsten behaald. Na 1770 raakte ook deze kapitaalintensieve visvangst definitief op zijn retour. 15 Geef voorbeelden van economische bloei in de overige gewesten: a in de oostelijke gewesten, De relatieve achteruitgang van de handel en nijverheid in Holland betekende niet dat er overal in de Republiek achteruitgang was: Het herstel van de landbouw zorgde in de oostelijke gewesten na het midden van de 18 de eeuw voor bloei. In verschillende regio s was er economische groei, zeker als zij een goede verbinding hadden met Holland.

6 b in Friesland, Friesland werd in de 18 de eeuw belangrijker in de handel op de Oostzee. c rond Tilburg en in Twente, In de streek rond Tilburg (West-Brabant) en in Twente was er economische groei door de daarheen verplaatste textielnijverheid d op de Veluwe, Op de Veluwe (en ook in de Zaanstreek) bleef de papierindustrie een belangrijke werkgever. e langs de rivieren. Langs de rivieren bleven steen- en pannenbakkerijen functioneren. 5 De overheid: problemen en verzet 1 Aan welke twee soorten factoren was de achteruitgang van Holland in de 18de eeuw te wijten? Voor de Republiek volgde op de Gouden Eeuw een Zilveren Eeuw. Dat was niet alleen te wijten aan externe (buitenlandse) factoren, maar ook aan interne (binnenlandse) zoals het optreden van de overheid. 2 a Van welke opvatting gingen de stadsbesturen, Gewestelijke Staten en de Staten-Generaal uit bij hun besluitvorming ter bevordering van de welvaart? Bij de overheid leefde het besef dat handel de basis was van de welvaart. Stadsbesturen, Gewestelijke Staten en de Staten-Generaal gingen bij hun besluitvorming van deze opvatting uit. b Waardoor werd dat doel (bevordering van de welvaart ) vaak niet bereikt? Veel besluiten waren gericht op direct voordeel voor de eigen stad of het eigen gewest zonder rekening te houden met anderen. c Op welke manieren hinderden de gewesten elkaar? De gewesten hinderden elkaar door: onderlinge tolbarrières, onvoldoende samenwerking inzake infrastructuur (aanleg van vaarten en landwegen), toename van indirecte belastingen (op steeds meer goederen, vooral levensmiddelen, werd accijns geheven). 3 Waardoor was een samenhangend economisch beleid voor de gehele Republiek praktisch onbereikbaar? Een samenhangend economisch beleid voor de gehele Republiek was praktisch onbereikbaar door tradities en ingewikkelde machtsverhoudingen. In de loop van de eeuw ontstond een publiek debat over deze problematiek. 4 Door wie werden de meeste belastingen voor de generaliteit (Staten-Generaal) opgebracht? De belastingen voor de generaliteit (Staten-Generaal) moesten steeds meer worden opgebracht door het gewest Holland en daarin vooral door de stad Amsterdam. 5 a Waardoor werden de kosten van de Spaanse Successie Oorlog voor het gewest Holland een probleem? In de Spaanse Successie Oorlog ( ) streed de Republiek samen met Engeland en Oostenrijk tegen Frankrijk (Lodewijk XIV). Om de oorlogskosten te betalen moesten de Staten- Generaal grote bedragen lenen, waardoor er een hoge staatsschuld ontstond, die grotendeels door het gewest Holland moest worden gedragen. Andere gewesten toonden zich niet bereid de druk voor Holland te verlichten. Holland was decennia lang bezig om de hoge schuld tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. b Welke maatregel om het probleem op te lossen bleek niet doeltreffend?

7 Verkoop van bezittingen bracht te weinig op en leek vooral de elite te bevoordelen. 6 Welk voordeel had het systeem van belasting verpachten voor de overheid? De indirecte belastingen werden niet door de overheid geïnd, maar door belastingpachters. Voor de overheid had het systeem van belasting verpachten het voordeel dat zij van vaste inkomsten verzekerd was en zelf geen belastinginners (ambtenaren) hoefde te betalen. 7 Door welke maatregelen werden de belastingen in Holland steeds hoger? De gemiddelde directe en indirecte belasting per hoofd van de bevolking nam in Holland in de eeuw na 1671 met een factor 2,5 toe. Een aantal maatregelen droeg daartoe bij: De accijnzen op verbruiksgoederen gingen steeds omhoog en werden over meer producten uitgebreid. Het systeem van de belastingverpachting speelde daarin een rol. In bijzondere heffingen kregen vermogende burgers belastingaanslagen op bezit, erfenis of huispersoneel. Ook de boeren werden zwaar belast, zeker gezien de dalende opbrengsten van de veehouderij. Discussies over herziening van het belastingsysteem duurden eindeloos voort. waardoor de economische omstandigheden verslechterden. 8 Waardoor ontstonden de Pachtersoproeren? De belastingpachters kregen de schuld van de oplopende belastingdruk. De hoge lasten voor de bevolking leidden in tot de Pachtersoproeren. Deze term is misleidend, want het waren geen oproeren van belastingpachters, maar van de onderlaag van de bevolking tegen de belastingpachters. 9 a Wie waren de Doelisten en welke eisen stelden de Doelisten? Naast deze oproeren ontstond er ook onder de middengroepen verzet tegen de regenten. Uit de eisen die de burgers stelden, bleek breed maatschappelijk ongenoegen. Het duidelijkst kwam dit tot uiting in de beweging van de Amsterdamse Doelisten. De belangrijkste eisen van de Doelisten waren dat er maatregelen moesten worden genomen: tegen de zelfverrijking van regenten, tegen de belastingpacht, tegen de vestiging van immigranten (uit vrees voor concurrentie), ter bescherming van de eigen stedelijke nijverheid. b Wat verwachtten de Doelisten van Willem IV? De Doelisten vestigden hun hoop op Willem IV, die in 1747 in alle gewesten stadhouder was geworden. Zij verwachtten dat Willem IV aan de regentenheerschappij een einde zou maken. c In hoeverre hadden de Doelisten succes? De belastingpacht werd opgeheven. Er kwamen echter geen structurele en blijvende veranderingen die de economische problemen van de bevolking konden verlichten. 10 a Welke maatregelen namen stadsbesturen om de economische neergang te stuiten? Stadsbesturen probeerden de economische neergang te stuiten, ondermeer met beschermende maatregelen en subsidies voor ondernemers. b Waardoor schoten deze maatregelen tekort? Deze maatregelen waren echter op beperkte doelen gericht: samenwerking van steden of gewesten bleef uit. 6 De buitenlandse politiek: anti-frans, anti-engels, of neutraal? 1 a Welke buitenlandse politiek voerde stadhouder Willem III? Na het rampjaar 1672 bleef de verhouding met Frankrijk gespannen. Eén van de belangrijkste doelen van Lodewijk XIV was de verovering en inlijving van de Zuidelijke (Spaanse)

8 Nederlanden. De nieuwe stadhouder Willem III wilde dat juist voorkomen. Willem III probeerde daarom coalities tegen Frankrijk tot stand te brengen. Dat leidde tot drie coalitieoorlogen tegen Frankrijk. b Waarom wilden de regenten geen oorlog met Frankrijk? De regenten in de Republiek voelden weinig voor oorlogen met Frankrijk, omdat de handelsrelaties van de Hollandse steden daaronder zouden kunnen lijden. De regenten wilden de handel niet in gevaar brengen. 2 Welke maatregelen van Lodewijk XIV zorgden in de Republiek voor meer steun aan de anti- Franse politiek van stadhouder Willem III? In 1685 ontstond een zeer anti-franse stemming in de Republiek door maatregelen van Lodewijk XIV: de intrekking van het Edict van Nantes. Door de intrekking van het Edict gingen tienduizenden hugenoten op de vlucht, vooral naar Engeland en de (calvinistische) Republiek. het invoeren van nieuwe importheffingen, die de Hollandse handel belemmerden. 3 Waardoor liep het feit dat Willem III koning van Engeland werd, uit op een teleurstelling voor de Hollandse kooplieden? Toen Willem III in 1689 koning van Engeland werd, liet hij tot teleurstelling van de Hollandse kooplieden de Acte van Navigatie bestaan. 4 Door welke omstandigheden was de rol van de Republiek als grote mogendheid na de Spaanse Successie Oorlog uitgespeeld? Na de Spaanse Successie Oorlog was de rol van de Republiek als grote mogendheid uitgespeeld: Frankrijk en Engeland werden steeds sterkere staten, ondermeer door het overnemen van vormen van belastingheffing zoals de Republiek ze kende. De handel en de werkgelegenheid van de Republiek werden geschaad door de mercantilistische maatregelen van Frankrijk, Engeland en andere staten. Ook de oorlogen waarin de Republiek betrokken was geraakt, hadden de Republiek veel geld gekost. De schade voor de Republiek werd versterkt door het hoge loonpeil in de Republiek en het uitblijven van verdere productiviteitsgroei. Producten uit de Republiek waren daardoor duur, wat nadelig was voor de export. 5 a Waarom gingen de Staten-Generaal (regenten) na de Spaanse Successie Oorlog een neutrale politieke koers varen? De Staten-Generaal (regenten) raakten door de slechte ervaringen onder het bewind van Willem III overtuigd van de voordelen van een neutrale politieke koers. Wel bleef het maritiem verbond met Engeland bestaan, dat door Willem III gesloten was. Zo hoopten regenten de handel en nijverheid zoveel mogelijk te beschermen. b Welk gevolg had dit voor de handel na 1750? De neutraliteit in het midden van de eeuw en de rijkdom van de Republiek vergemakkelijkten na 1750 het herstel van de handel. c Welk gevolg had dit voor de nijverheid na 1750? De nijverheid kreeg echter steeds meer te lijden van importbeperkingen die het buitenland oplegde. 6 Over welke vraag gingen de discussies over de buitenlandse politiek in de 18 de eeuw? Ondanks de officiële neutraliteit werd er in de Republiek hevig gediscussieerd over de buitenlandse politiek. De discussies draaiden in de 18 de eeuw steeds om de vraag of de Republiek in het belang van de handel pro-frans of pro-engels moest zijn. Deze discussies leidden in het midden van de eeuw tot een pamflettenoorlog.

9 7 a Welke nieuwe tegenstelling ontstond in de 18 de eeuw tussen de zee- en landgewesten? Door de internationale spanningen en oorlogen in de 18 de eeuw ontstond er een nieuwe tegenstelling tussen de zee- en landgewesten: De zeegewesten wilden investeren in de oorlogsvloot, ter bescherming van de scheepvaart en handel. Zij zagen in handelsconcurrent Engeland het grootste gevaar. De landgewesten voelden daarentegen meer voor de opbouw van een landleger, ter bescherming tegen eventuele aanvallen van landmogendheden (o.a. Frankrijk). De landgewesten gaven de voorkeur aan een pro-engelse politiek om een bondgenoot te hebben bij een eventuele oorlog met landmogendheden. b Waardoor kon deze tegenstelling niet goed worden opgelost? Door het particularisme en de trage besluitvorming in de Republiek kon deze tegenstelling niet goed kon worden opgelost, ondanks het grote gewicht van Holland in de financiering, Ook de benoeming van prins Willem IV tot stadhouder (1747) bood in deze kwestie geen doorbraak, ondanks diens voorkeur voor een sterk leger. c Wat was daarvan een gevolg dat al op korte termijn zichtbaar werd? Een gevolg was dat de Republiek zowel haar leger als haar vloot verwaarloosde. d Welk gevolg werd later zichtbaar? Op korte termijn waren de gevolgen van de verwaarlozing van leger en vloot niet direct merkbaar, doordat de Republiek door haar neutraliteit lange tijd buiten oorlogen wist te blijven. Maar in de tweede helft van de 18 de eeuw bleek dat door de verwaarlozing van de vloot de zeehandel van de Republiek alleen kon voortbestaan als Engeland dat toestond. Tijdens de Vierde Engelse Oorlog ( ) legde Engeland de zeehandel van de Republiek volledig lam. 8 a Waaruit kwam de Vierde Engelse Oorlog voort? Deze oorlog kwam voort uit de betrokkenheid van de Republiek bij de Amerikaanse vrijheidsoorlog tegen Engeland, die in 1776 uitbrak. Hollandse schepen hielden zich niet aan het Engelse verbod handel te drijven met de Amerikanen. b Waarom waren de patriotten anti-engels? De patriotten waren fel anti-engels. Ze waren tegenstanders van de pro-engelse stadhouder Willem V. Bovendien waren ze bewonderaars van de opstandige Amerikanen. Ook handelspolitieke overwegingen speelden een rol bij de patriotten. Engeland was immers de grootste handelsconcurrent van de Republiek. 7 Veranderingen onder de regenten 1 Wie hadden het bestuur van de steden in de 18 de eeuw in handen? Het bestuur van de steden was in de 18 de eeuw, evenals in de 17 de eeuw, in handen van de regenten. 2 Welke verschillen waren er tussen de regenten van de 18 de eeuw en die van de 17 de eeuw? Toch waren er verschillen met de regenten van de 17 de eeuw: Regentenfamilies trokken zich in de 18 de eeuw terug uit de actieve handel en beperkten zich tot bestuur en vermogensbeheer. De families die hun vermogen hadden opgebouwd in de 17 de eeuw, bleven vooral als financiers betrokken bij de handel en nijverheid. Zij belegden hun geld onder andere in aandelen VOC en obligaties (leningen) van steden, gewesten en Staten-Generaal. Zij financierden ook buitenlandse ondernemingen en verstrekten leningen aan staten en vorsten. Daardoor kregen zij invloed in de politiek van andere staten. Buitenlandse leningen leverden tegen het einde van de eeuw een toenemende geldstroom naar de Republiek op. De regentenfamilies verdeelden de ambten onder elkaar. Dat ging volgens toerbeurt of door

10 contracten van correspondentie (contracten van overeenkomst, gesloten tussen regentenfamilies waarbij zij afspraken goed betaalde ambten onderling te verdelen; dit om onenigheid daarover te voorkomen. Contracten van correspondentie werden onderdeel van het beheer van privé-vermogens van de regenten. In de loop van de 18 de eeuw werd de regentenklasse een hechte oligarchie (kleine kring van bestuurders waarin geen anderen konden doordringen; letterlijk: regering van weinigen). Deze afsluiting van de elite voor instroom van anderen in haar kring leek gelijk op te gaan met de opkomst van de geldhandel in de 18 de eeuw. De buitens en het grondbezit van de regenten leken symbolisch voor de toenemende aristocratisering van deze bestuursfamilies. De regenten gingen zich steeds meer als een aristocratie (adel) zien en gedragen. 8 Problemen voor de overige bevolkingsgroepen 1 a Waardoor raakte de grondbezittende adel in financiële problemen? In de tweede helft van de 17 de eeuw zette een agrarische crisis in, die tot het midden van de 18 de eeuw aanhield. Deze crisis bracht voor de grondbezittende adel financiële problemen met zich mee. De pachtboeren verdienden minder, waardoor ook de pachtprijzen verlaagd moesten worden en de grondbezitters minder inkomsten hadden. b Op welke wijze konden de rijkste families hun vermogen op peil houden? De rijkste adellijke families hadden behalve hun inkomsten uit grondbezit en uit functies in dienst van het gewest, de generaliteit (Staten-Generaal) of het leger ook omvangrijke beleggingen waardoor zij hun vermogen op peil konden houden. 2 Waardoor had de kleine burgerij moeite haar positie te handhaven? De kleine burgerij had moeite haar positie te handhaven. Oorzaken daarvan waren de achteruitgang van de nijverheid in de steden en de toenemende druk van accijnzen. Dit laatste bleek duidelijk tijdens het Pachtersoproer. 3 a Waardoor groeide in de tweede helft van de 18 de eeuw de verpaupering? De armste klasse kwam door de achteruitgang van de nijverheid vaker in problemen dan in de 17 de eeuw. Vaak had men geen werk en dus geen inkomsten. Daardoor groeide in de tweede helft van de 18 de eeuw de verpaupering (verarming). b Op welke wijze en door wie werden de armen bijgestaan? Ook in de 18 de eeuw bleef de stedelijke zorg voor de eigen armen bestaan. In de stedelijke en kerkelijke liefdadigheidsinstellingen, geleid door leden van de elite, werden behoeftige weduwen, wezen, ouderen en gebrekkigen (gehandicapten) opgevangen. c Welke ideeën hadden de patriotten daarover? Patriotten wezen er echter op dat armen door deze liefdadigheid niet meer zouden willen werken. De patriotten wilden door middel van onderwijs en werkinstellingen het armoedeprobleem oplossen. 4 Noem een oorzaak waardoor de positie van vrouwen in de 18 de eeuw veranderde. De positie van vrouwen veranderde onder meer doordat nieuwe opvattingen over huwelijk en gezin in de loop van de 18 de eeuw aan kracht wonnen. In de burgerij werd meer nadruk gelegd op de rol van vrouwen als moeder. 5 a Op welke terreinen werd de positie van vrouwen slechter dan in de 17 de eeuw? Op sommige terreinen werd de positie van vrouwen slechter dan in de 17 de eeuw: De alfabetiseringsgraad van mannen en vrouwen veranderde in de 18 de eeuw ten nadele van de vrouwen. Wel kregen steeds meer kinderen onderwijs, maar die stijging was bij jongens groter dan bij meisjes. Vrouwen traden minder op de voorgrond in het economisch leven. Een oorzaak daarvan

11 was de grotere nadruk op de rol van vrouwen als moeder en huisvrouw. Een andere oorzaak was het verdwijnen van veel kleine bedrijfjes, waar man en vrouw samenwerkten. Ook op het vlak van de lonen schijnt de positie van vrouwen in de 18 de eeuw verslechterd te zijn. Hierover zijn echter weinig gegevens bekend. b Op welke terreinen bleef de positie van vrouwen ongeveer hetzelfde? Op sommige terreinen bleef de positie van vrouwen ongeveer hetzelfde: Vrouwen konden nog steeds een publieke functie vervullen als regentes van armenhuizen of weeshuizen. Vrouwen uit de lagere middenklasse (kleine burgerij) en volksklasse bleven werken voor het gezinsinkomen. Zij deden uit financiële noodzaak allerlei soorten werk waar maar geld mee te verdienen was. Alleenstaande vrouwen en meisjes konden soms geld verdienen in werkinrichtingen, vaak met het produceren van textiel. 6 a Waardoor ontstond er in Amsterdam een vrouwenoverschot? Uit Amsterdam trokken veel mannen (transmigranten) door naar de nieuwe wereld of gingen in dienst van de VOC, die altijd om personeel verlegen zat. In tegenstelling tot mannen bleven de meeste vrouwen die naar Amsterdam getrokken waren, er wonen. In Amsterdam ontstond daardoor een vrouwenoverschot. b Op welke wijzen voorzagen ongehuwde vrouwen in hun levensonderhoud? Een deel van deze (en andere) vrouwen bleef ongehuwd. Velen van hen zullen werk gevonden hebben in de huishoudens van de rijkere burgers. Sommigen konden over een bescheiden renteniersinkomen beschikken. 7 Op welke wijze werd de positie van de eigen groep beschermd door: a de kleine burgerij, In de moeilijker economische omstandigheden probeerden alle sociale groepen de nadelige gevolgen voor zichzelf te beperken. Alle groepen deden aan zelfbescherming: De kleine burgerij wilde, door de Doelistenbeweging, bereiken dat haar positie door stedelijke regelgeving beschermd werd. b de gilden, Allerlei gilden namen maatregelen om de positie van gildenmeesters te beschermen en exclusief te houden. Het verwerven van meesterschap werd voor gezellen steeds moeilijker gemaakt. Op hun beurt maakten gezellen het voor leerlingen moeilijker om gezel te worden. c de ondernemers? Ondernemers verplaatsten nijverheidsbedrijven uit de dure (Hollandse) steden naar het omringende of verder weg gelegen platteland. Zij toonden zich zo moderne kapitalisten die hun bedrijf vestigden waar de loonkosten het laagst waren. d voor welke ondernemers was deze verplaatsing niet nodig? In de nieuwe bedrijfstakken zoals de suikerraffinage en de jeneverstokerij kwamen ondernemers of fabrikeurs (fabrikanten) zonder deze verplaatsing tot welstand. 9 Gevolgen van de veranderingen op economisch gebied 1 a Welke was de laatste immigratiestroom die de economie stimuleerde? De laatste immigratiestroom die de economie stimuleerde, was die van Franse hugenoten na 1685.Het betekende een stimulans voor de lakenindustrie in Holland. b Waardoor nam de immigratie van buiten de Republiek in de 18 de eeuw af? Maar door de relatieve economische achteruitgang van de Republiek in de 18 de eeuw nam de immigratie van buiten de Republiek naar de zeegewesten af. Binnen de Republiek was er wel nog aanzienlijke migratie. Vooral uit de oostelijke provincies trokken nog steeds mensen naar het westen.

12 2 a Waardoor steeg de huwelijksleeftijd? Doordat de welvaart daalde, steeg de huwelijksleeftijd, want het werd moeilijker een goede financiële basis voor een gezin te verwerven. In de eeuw na 1675 steeg bijvoorbeeld de huwelijksleeftijd van mannen en vrouwen in Amsterdam met ruim vier jaar tot bijna dertig jaar bij het eerste huwelijk. Het gemiddelde kindertal per huishouden daalde daardoor. b Waardoor kwam in de 18 de eeuw de bevolkingsgroei vrijwel tot stilstand? Door het stijgen van de huwelijksleeftijd en het afnemen van de immigratie kwam in de 18 de eeuw de bevolkingsgroei vrijwel tot stilstand. c Waar groeide en waar daalde het bevolkingsaantal in de 18 de eeuw? Wel groeide in het oosten de bevolking in de tweede helft van de 18 de eeuw nog licht. Maar het inwonertal in de Hollandse steden daalde in de loop van de eeuw en de verstedelijking van het gewest nam af. 3 Aan welke problemen werd aandacht besteed in de pamfletliteratuur van de tweede helft van de 18 de eeuw? In de pamfletten van de tweede helft van de 18 de eeuw werd een beeld van stagnatie geschilderd. Er was aandacht voor: de leegloop van de steden, de dalende bedrijvigheid in de traditionele nijverheid, het groeiend aantal renteniers en bedeelden (armen die steun kregen)

2 a In welk deel van de Republiek waren de stagnatie en teruggang het meest voelbaar? Waardoor?

2 a In welk deel van de Republiek waren de stagnatie en teruggang het meest voelbaar? Waardoor? 3 DE ZILVEREN EEUW DE REPUBLIEK 1672-1780 1 De Republiek en de rest van de wereld 1 Welke positie ging de landbouw in de tweede helft van de 18 de eeuw in de Republiek innemen? En in vergelijking met elders

Nadere informatie

1. Het begrip kan weg, omdat de overgebleven begrippen. Het begrip kan ook weg, omdat de overgebleven begrippen

1. Het begrip kan weg, omdat de overgebleven begrippen. Het begrip kan ook weg, omdat de overgebleven begrippen Welk Woord Weg Dynamiek en Stagnatie Aanloop 1. commerciële landbouw moedernegotie malthusiaanse spanning - nijverheid 2. waterschappen feodaliteit gilden - Hanze 3. stapelmarkt nijverheid Nederlanden

Nadere informatie

Dynamiek en Stagnatie in de Republiek

Dynamiek en Stagnatie in de Republiek Dynamiek en Stagnatie in de Republiek Dynamiek groei Stagnatie stilstand Republiek Republiek der zeven verenigde Nederlanden Hoofdvraag: Hoe kan het dat de Republiek zo n lange periode van welvaart meemaakte

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis CE dynamiek en stagnatie

Samenvatting Geschiedenis CE dynamiek en stagnatie Samenvatting Geschiedenis CE dynamiek en st Samenvatting door een scholier 1804 woorden 9 juli 2009 7,3 16 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1: * Karel V bezat de Nederlanden wat deel uitmaakte

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de Coalitieoorlogen voerde de Franse regering de dienstplicht in. 2p 1 Leg uit dat zij hiermee de betrokkenheid van Franse

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

3,6. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 7 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. Jaartallen

3,6. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 7 februari keer beoordeeld. Geschiedenis. Jaartallen Samenvatting door een scholier 1458 woorden 7 februari 2011 3,6 18 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Centraal examen Jaartallen uitleg >1650< rond het jaartal 1650 >1650 voor het jaartal 1650 1650

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4 Samenvatting door een scholier 990 woorden 24 februari 2018 4,2 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis samenvatting hoofdstuk 3 + kenmerkende

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - II

Eindexamen geschiedenis havo 2009 - II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In 1792 begon de eerste Coalitieoorlog. 1p 1 Welk politiek doel streefde Oostenrijk met de strijd tegen Frankrijk na? Gebruik

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Dynamiek en stagnatie in de republiek

Samenvatting Geschiedenis Dynamiek en stagnatie in de republiek Samenvatting Geschiedenis Dynamiek en stagnatie in de republiek Samenvatting door een scholier 1456 woorden 22 januari 2011 10 1 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Dynamiek en Stagnatie De Republiek in haar

Nadere informatie

Begrippenlijst Geschiedenis Examenkatern: Dynamiek en stagnatie in de Republiek (begrippen en tijdlijn)

Begrippenlijst Geschiedenis Examenkatern: Dynamiek en stagnatie in de Republiek (begrippen en tijdlijn) Begrippenlijst Geschiedenis Examenkatern: Dynamiek en stagnatie in de Republiek (begrippen en tijdlijn) Begrippenlijst door een scholier 2890 woorden 5 maart 2011 6,3 23 keer beoordeeld Vak Geschiedenis

Nadere informatie

8,7. Samenvatting door een scholier 3764 woorden 2 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

8,7. Samenvatting door een scholier 3764 woorden 2 mei keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 3764 woorden 2 mei 2010 8,7 5 keer beoordeeld Vak Geschiedenis VIJFTIENDE EN ZESTIENDE EEUW POLITIEK Politieke structuur: Het Habsburgse Rijk werd bestuurd (overheid) door

Nadere informatie

Antwoorden oefenopgaven HC Rep. Der Nederlanden

Antwoorden oefenopgaven HC Rep. Der Nederlanden Antwoorden oefenopgaven HC Rep. Der Nederlanden 5H Opgave 1 De Hollandse steden in het midden van de zestiende eeuw waren voor hun bevolkingsgroei afhankelijk van de invoer van graan uit het Oostzeegebied.

Nadere informatie

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht?

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.2 Wie heeft de macht? Deel 2. Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Onderzoeksvraag: Wie hadden in de Republiek, in Frankrijk en in Engeland de politieke macht? Kenmerkende aspect: Het streven van vorsten naar absolute macht. De bijzondere plaats in staatskundig opzicht

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen Vanaf de zomer van 1789 trokken veel Franse vluchtelingen naar Oostenrijk. 1p 1 Waarom vormde dit voor het Franse revolutionaire

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 29 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Holland in de 15e en 16e eeuw

Holland in de 15e en 16e eeuw Samenvatting door een scholier 1492 woorden 11 juli 2009 7,6 12 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Holland in de 15e en 16e eeuw Opkomst van de steden de opkomst van handel en ambacht die de basis legde

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo II

Eindexamen geschiedenis havo II Dynamiek en stagnatie in de Republiek In de late middeleeuwen waren er weinig aanwijzingen voor de economische bloei van Holland in de zestiende eeuw. 2p 1 Geef aan: dat natuurlijke omstandigheden in de

Nadere informatie

syllabus havo centraal examen geschiedenis 2010 23 Vlaamse steden en de Hanzesteden aan de IJssel. De stedelijke handel was vrijwel geheel

syllabus havo centraal examen geschiedenis 2010 23 Vlaamse steden en de Hanzesteden aan de IJssel. De stedelijke handel was vrijwel geheel Hoofdstuk 1 Het einde van de vijftiende en de zestiende eeuw 1.1. Oriëntatie De rijkste en machtigste gebieden van de Nederlanden lagen in de vijftiende eeuw in Vlaanderen en Brabant. Steden als Brugge

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties Dit hoofdstuk gaat over opstand in Amerika, Frankrijk en Nederland. Deze opstanden noemen we revoluties. Opstand in Amerika (1775). De

Nadere informatie

11 a Noem een oorzaak van de economische groei in Holland en Zeeland die binnen deze gewesten

11 a Noem een oorzaak van de economische groei in Holland en Zeeland die binnen deze gewesten Antwoorden op de Basisvragen 1 DE NEDERLANDEN, VAN EIND 15 DE TOT EIND 16 de EEUW 1 Een deel van de Nederlanden maakt zich los uit het Habsburgse Rijk 1 a Waaruit bestond voor het merendeel van de inwoners

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 28 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

2. De opkomst van Holland in de 14e en 16e eeuw Eind Middeleeuwen is er door ondergelopen veengronden weinig landbouw mogelijk in Holland.

2. De opkomst van Holland in de 14e en 16e eeuw Eind Middeleeuwen is er door ondergelopen veengronden weinig landbouw mogelijk in Holland. Samenvatting door een scholier 6682 woorden 17 april 2011 8.7 6 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Nederlanden, van eind 15e tot eind 16e eeuw 1. Een deel van de Nederlanden maakt zich los uit het Habsburgse

Nadere informatie

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt De Gouden Eeuw duurde niet precies honderd jaar. Hij begon aan het eind van de 16de eeuw, beleefde zijn hoogtepunt rond 1675 en was in de 18de eeuw voorbij. De Gouden

Nadere informatie

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme

Tijd van burgers en stoommachines 1800 1900. 8.2 Het moderne imperialisme Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken? Onderzoeksvraag; Waar en waardoor konden in de Tijd van Steden en Staten, oude steden weer tot bloei komen en nieuwe steden ontstaan? In vroege middeleeuwen was er sprake van een agrarische samenleving

Nadere informatie

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken? Onderzoeksvraag; Waar en waardoor konden in de Tijd van Steden en Staten, oude steden weer tot bloei komen en nieuwe steden ontstaan? In vroege middeleeuwen was er sprake van een agrarische samenleving

Nadere informatie

8,5. Samenvatting door een scholier 9241 woorden 17 januari keer beoordeeld. Geschiedenis

8,5. Samenvatting door een scholier 9241 woorden 17 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 9241 woorden 17 januari 2010 8,5 50 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Samenvatting geschiedenis 2 Examenkatern vwo: Dynamiek en Stagnatie in de Republiek Van eind 15de eeuw

Nadere informatie

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen?

Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Onderzoeksvraag: Welke motieven hadden de Europeanen om in Afrika en Zuidoost-Azië een groot koloniaal imperium op te bouwen? Kenmerkende aspect: De moderne vorm van imperialisme die verband hield met

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen Tijdvak 7 Toetsvragen 1 In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel. Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats? A

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo II

Eindexamen geschiedenis vwo II Dynamiek en stagnatie in de Republiek Gebruik bron 1. Twee uitspraken: Met deze bevolkingsgegevens van het gewest Holland in het westen en het gewest Overijssel in het oosten van de Republiek kun je laten

Nadere informatie

1: De nederlanden komen in verzet tegen Filips II

1: De nederlanden komen in verzet tegen Filips II 1: De nederlanden komen in verzet tegen Filips II Wat wilden Karel V en Filips II bereiken? Op politiek gebied wilden ze dat de macht van de regering in Brussel vergroot werd Grote ontevredenheid onder

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie

Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie Rijksuniversiteit Groningen Nameting kennis en argumentatie Instructie onderdeel kennis: Hieronder staan 22 vragen over tijdvak 6 en 7. Probeer de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. Omcirkel met

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis De oprichting, bloei en ondergang van de VOC

Werkstuk Geschiedenis De oprichting, bloei en ondergang van de VOC Werkstuk Geschiedenis De oprichting, bloei en ondergang van de VOC Werkstuk door een scholier 2703 woorden 24 februari 2005 6,1 337 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Voorwoord Ik heb gekozen voor dit onderwerp,

Nadere informatie

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein

Geschiedenis groep 6 Junior Einstein De oude Grieken en Romeinen hadden ze al en later ook de Vikingen. Koloniën. Koopmannen voeren met hun schepen over zee om met andere landen handel te drijven. Langs de route richtten ze handelsposten

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I

Eindexamen geschiedenis vwo 2009 - I Ten oorlog! Europese oorlogen 1789-1919. Oorlog als maatschappelijk fenomeen In de landen die Napoleon veroverde, voerde hij een beleid dat: enerzijds paste binnen het gelijkheidsideaal van de Franse Revolutie

Nadere informatie

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3

Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3 Werkboek klas 2 Hoofdstuk 3 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Marco Harmsen 13 oktober 2015 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/67292 Dit lesmateriaal is gemaakt

Nadere informatie

Ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648)

Ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648) 1 Ontstaan van de Gouden Eeuw (1588-1648) H!to"sche context Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 1515-1648 meneervanempel.nl 2 Hoofdvraag Waardoor ontstond in de Republiek de Gouden Eeuw, 1588-1648?

Nadere informatie

7,6. Samenvatting door een scholier 6581 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis

7,6. Samenvatting door een scholier 6581 woorden 29 januari keer beoordeeld. Geschiedenis Samenvatting door een scholier 6581 woorden 29 januari 2010 7,6 10 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Centraal examen MEMO 6.3 Als God in Frankrijk. Intro. In andere Europese landen regeerden machtige

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5 Samenvatting door Sven 1427 woorden 12 april 2018 7,7 2 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Paragraaf 3.1 In de wereld van

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Katern: De Republiek in de tijd van de vorsten. Hst. 4: De Republiek verliest haar voorsprong

Samenvatting Geschiedenis Katern: De Republiek in de tijd van de vorsten. Hst. 4: De Republiek verliest haar voorsprong Samenvatting Geschiedenis Katern: De Republiek in de tijd van de vorsten. Hst. 4: De Republiek verliest haar voorsprong Samenvatting door een scholier 2325 woorden 20 maart 2012 6,7 10 keer beoordeeld

Nadere informatie

een zee In de zeventiende eeuw worden de handelaren en kooplieden steeds belangrijker. De edelen en de geestelijken krijgen veel minder macht.

een zee In de zeventiende eeuw worden de handelaren en kooplieden steeds belangrijker. De edelen en de geestelijken krijgen veel minder macht. Werkblad 3 Ω De Republiek Ω Les : Regenten, burgers en gemeen In de zeventiende eeuw worden de handelaren en kooplieden steeds belangrijker. De edelen en de geestelijken krijgen veel minder macht. Rijk

Nadere informatie

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie

Geschiedenis van Suriname : Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie Geschiedenis van Suriname 1667-1683: Suriname van Engelse naar Nederlandse landbouwkolonie 581-1795: De Republiek In de 17e en 18e eeuw spraken we nog niet van één Nederland maar, van de Republiek der

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis havo I

Eindexamen geschiedenis havo I Dynamiek en stagnatie in de Republiek Tussen het ontstaan van de moedernegotie en de opkomst van de gecommercialiseerde landbouw in Holland bestond een verband. 3p 1 Licht dit verband toe door: een omschrijving

Nadere informatie

7,2. Samenvatting door een scholier 3178 woorden 20 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Dynamiek en stagnatie

7,2. Samenvatting door een scholier 3178 woorden 20 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. Dynamiek en stagnatie Samenvatting door een scholier 3178 woorden 20 januari 2011 7,2 6 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Dynamiek en stagnatie 1.1Een vroeg verstedelijkte samenleving Waterland Holland is rond 1500 het meest

Nadere informatie

HANDEL LES 2. De Oostzeevaart of de Sontvaart. Aangenaam. De naam is Bicker, Jacob Bicker, directeur bij de Oostzeevaart.

HANDEL LES 2. De Oostzeevaart of de Sontvaart. Aangenaam. De naam is Bicker, Jacob Bicker, directeur bij de Oostzeevaart. Regenten en vorsten LES 2 HANDEL 1600 Aangenaam. De naam is Bicker, Jacob Bicker, directeur bij de Oostzeevaart. 1700 JE LEERT waarom de moederhandel zo belangrijk is; hoe de VOC werkt; hoe de WIC werkt.

Nadere informatie

2 De oprichting van de VOC en de WIC zorgde ervoor dat overal op de wereld Zeeuwse en Hollandse schepen voeren.

2 De oprichting van de VOC en de WIC zorgde ervoor dat overal op de wereld Zeeuwse en Hollandse schepen voeren. Tijdvak 6 Toetsvragen 1 In de Tijd van Vorsten en Regenten werden in ook in de Nederlanden de eerste handelstochten naar Azië georganiseerd. Hoe werden deze tochten gefinancierd? A De Nederlandse overheid

Nadere informatie

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( )

HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen ( ) HC Stedelijke Dynamiek in de Lage Landen (1050-1700) Vraag 1 Wat maakte de opkomst van de stedelijke burgerij in de Nederlanden mogelijk? Periode: 1050-1302 Opkomst van de stedelijke burgerij - De opkomst

Nadere informatie

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder)

Slaaf krijgt vrijheid (vanaf nu: ex-slaaf) en wordt loonarbeider bij zijn baas (vanaf nu: ex-slavenhouder) Samenvatting door M. 1033 woorden 15 juni 2015 6,7 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo 7.1 De verlichting Verlichting is het gevolg van de wetenschappelijke revolutie uit hoofdstuk/tijdvak

Nadere informatie

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen Slides en video s op www.jooplengkeek.nl Goede tijden, slechte tijden Soms zit het mee, soms zit het tegen 1 De toegevoegde waarde De toegevoegde waarde is de verkoopprijs van een product min de ingekochte

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen VWO 2010 tijdvak 2 woensdag 23 juni 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 25 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk,

Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, Eureka 2M volledig herziene 5 e druk, 2015-2016 Antwoordkernen zijn vrijwel nooit volledige zinnen. Antwoordkernen geven alleen aan, wat er beslist in het antwoord moet staan. De bedoeling is, dat je eerst

Nadere informatie

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën

TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën TIJDVAK 7 Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Bepoederde pruiken, bruisende ideeën Tijd van Pruiken en Revoluties 1700-1800 Vroegmoderne Tijd Kenmerkende aspecten Uitbouw van de Europese overheersing,

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Regenten en Vorsten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Regenten en Vorsten Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Regenten en Vorsten Samenvatting door een scholier 1536 woorden 15 februari 2011 6,4 80 keer beoordeeld Vak Geschiedenis GS H3, Regenten en Vorsten 3.1 Machthebbers

Nadere informatie

Oefenexamen II vwo De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702

Oefenexamen II vwo De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702 Oefenexamen II vwo 1 Het gewest Holland werd in de zestiende eeuw een sterk verstedelijkt gebied. Leg uit: a. waarom de moedernegotie voor het voortbestaan van dit verstedelijkte gebied absoluut noodzakelijk

Nadere informatie

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten Arm en Rijk Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten 2.1 Rijk en arm in de Verenigde Staten De rijke Verenigde Staten Je kunt op verschillende manieren aantonen dat de VS een rijk land is. Het BNP

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013

Internationale varkensvleesmarkt 2012-2013 Internationale varkensvleesmarkt 212-213 In december 212 vond de jaarlijkse conferentie van de GIRA Meat Club plaats. GIRA is een marktonderzoeksbureau, dat aan het einde van elk jaar een inschatting maakt

Nadere informatie

Hoofdstuk 1; belangrijke vragen.

Hoofdstuk 1; belangrijke vragen. Samenvatting door een scholier 5866 woorden 24 maart 2010 7,4 12 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk 1; belangrijke vragen. Leg uit waarom in de Hollandse steden veel kansen lagen voor de ontwikkelingen

Nadere informatie

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702 Kennistoets bij hoofdstuk 3 Havo

De Republiek in een tijd van vorsten, 1477-1702 Kennistoets bij hoofdstuk 3 Havo Kennistoets bij hoofdstuk 3 Havo Opdracht 1 De sterke economische groei die de Gouden Eeuw kenmerkt, kwam hoofdzakelijk ten goede aan het gewest Holland. Welke militaire oorzaak kun je benoemen? Holland

Nadere informatie

UIT arbeidsdeling

UIT arbeidsdeling Arbeidsdeling Het streven van de mens is om zijn welvaart te laten toenemen. Meer welvaart is te bereiken door een hogere productie. Een hogere productie kun je op verschillende manieren bereiken. Een

Nadere informatie

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Examenopgaven VMBO-KB 2004 Examenopgaven VMBO-KB 2004 tijdvak 1 dinsdag 25 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING VBO-MAVO-C Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit

Nadere informatie

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren Geschiedenis kwartet jagers en boeren jagers en boeren jagers en boeren Reusachtige stenen die door mensen op elkaar gelegd zijn. Zo maakten ze een begraafplaats. * Hunebedden * Drenthe * Trechterbekers

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 17 Ω Over Indië en Suriname Ω Les 1: Van Batavia tot Jakarta Naam:

een zee van tijd een zee van tijd Werkblad 17 Ω Over Indië en Suriname Ω Les 1: Van Batavia tot Jakarta Naam: Werkblad 7 Ω Over Indië en Suriname Ω Les : Van Batavia tot Jakarta VOC Schepen van de VOC varen naar Indië om specerijen te halen. Specerijen zijn bijvoorbeeld peper, kruidnagel en nootmuskaat. De reis

Nadere informatie

6.3. Boekverslag door M woorden 11 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

6.3. Boekverslag door M woorden 11 mei keer beoordeeld. Geschiedenis Boekverslag door M. 3587 woorden 11 mei 2010 6.3 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Centraal examen 1.1 De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden 15e eeuw: De Bourgondiërs breiden hun macht

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis 2.1 t/m 3.1

Samenvatting Geschiedenis 2.1 t/m 3.1 Samenvatting Geschiedenis 2.1 t/m 3.1 Samenvatting door een scholier 1543 woorden 18 januari 2016 7,1 54 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Geschiedenis 2.1 Deelvraag: waartoe leidde de modernisering

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

2 DE GOUDEN EEUW DE REPUBLIEK 1585-1672 1 Het staatsbestel in de Republiek is uniek in Europa Deze paragraaf bevat uitsluitend oriëntatiekennis.

2 DE GOUDEN EEUW DE REPUBLIEK 1585-1672 1 Het staatsbestel in de Republiek is uniek in Europa Deze paragraaf bevat uitsluitend oriëntatiekennis. 2 DE GOUDEN EEUW DE REPUBLIEK 1585-1672 1 Het staatsbestel in de Republiek is uniek in Europa Deze paragraaf bevat uitsluitend oriëntatiekennis. 2 Bloei op verschillende gebieden: economie, wetenschap,

Nadere informatie

Dynamiek en stagnatie in de Republiek

Dynamiek en stagnatie in de Republiek CSE Dynamiek en stagnatie Dynamiek en stagnatie in de Republiek Workshop chronologie en begrippen Arnoud Aardema Universitaire Lerarenopleiding Radboud Universiteit Nijmegen Woord vooraf Ieder jaar blijkt

Nadere informatie

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten Van de oogst van hun land en van hun dieren Jagers & boeren Wat

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.1 Rijk door handel overzee.

Tijd van regenten en vorsten 1600 1700. 6.1 Rijk door handel overzee. Onderzoeksvraag: Waardoor namen in de 17 e eeuw de wereldwijde contacten toe en waarom speelde de Republiek hierin een hoofdrol? Kenmerkende aspect: Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en

Nadere informatie

Wijnimport Nederland naar regio

Wijnimport Nederland naar regio DO RESEARCH Wijnimport Nederland naar regio Sterke opmars wijn uit Chili Jeroen den Ouden 1-10-2011 Inleiding en inhoudsopgave Pagina I De invoer van wijn in Nederland 1 II De invoer van wijn naar herkomst

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Republiek in haar Gouden en Zilveren Eeuw: Dynamiek en Stagnatie

Samenvatting Geschiedenis De Republiek in haar Gouden en Zilveren Eeuw: Dynamiek en Stagnatie Samenvatting Geschiedenis De Republiek in haar Gouden en Zilveren Eeuw: Dynamiek en Stagnatie Samenvatting door een scholier 6478 woorden 15 november 2010 6 37 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 Samenvatting door D. 1279 woorden 20 december 2017 6,8 7 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats PWW 2 H3 Regenten en vorsten H3.1 Machthebbers in Europa

Nadere informatie

Driehoekshandel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61315

Driehoekshandel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/61315 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 15 december 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/61315 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van

Nadere informatie

Eindexamen geschiedenis vwo I

Eindexamen geschiedenis vwo I Dynamiek en stagnatie in de Republiek Vanaf de vijftiende eeuw ontstonden er steeds meer directe handelscontacten tussen Holland en het Oostzeegebied. 1p 1 Noem een handelspolitieke reden waardoor de Hollandse

Nadere informatie

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats?

Het begin van staatsvorming en centralisatie. Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Onderzoeksvraag; Hoe vond de staatsvorming van Engeland, Frankrijk en het hertogdom Bourgondië plaats? Voorbeeld 1: Engeland De bezittingen van de Engelse koning Hendrik II in Frankrijk rond 1180 zijn

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland Samenvatting door een scholier 583 woorden 8 februari 2005 4,7 21 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Module 3, aantekeningen.

Nadere informatie

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse Migratie in de VS

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse Migratie in de VS Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse Migratie in de VS Werkstuk door een scholier 2966 woorden 1 januari 2003 7,6 254 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Het onderzoeksterrein Mijn onderzoeksterrein is

Nadere informatie

geschiedenis geschiedenis

geschiedenis geschiedenis Examen HAVO 2010 tijdvak 1 vrijdag 21 mei 9.00-12.00 uur tevens oud programma geschiedenis geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift

Noord-Nederlandse gewesten. Smeekschift Habsburgs gezag Vanaf dat moment stonden de zuidelijke Nederlanden onder Habsburgs gezag. Noord-Nederlandse gewesten Door vererving en verovering vielen vanaf dat moment ook alle Noord- Nederlandse gewesten

Nadere informatie

Driehoekshandel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Driehoekshandel hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 22 July 2016 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/61315 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen

Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen t7 7 Uitkomsten kwartaal sectorrekeningen tweede kwartaal 28 Publicatiedatum CBS-website: 8 oktober 28 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil

Nadere informatie

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart 2013 5,1 27 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders. Paragraaf 1 De Romeinen trekken zich terug. 1. Welke

Nadere informatie

graanhandel Door het tekort aan graan gingen kooplieden naar de Oostzee om die graan te halen. Hier was het

graanhandel Door het tekort aan graan gingen kooplieden naar de Oostzee om die graan te halen. Hier was het Samenvatting door een scholier 2618 woorden 19 januari 2011 6 1 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Werkplaats 1.1 Een vroeg verstedelijkte samenleving waterland Holland rond 1000 moerassig gebied.

Nadere informatie

Naam: FLORIS DE VIJFDE

Naam: FLORIS DE VIJFDE Naam: FLORIS DE VIJFDE Floris V leefde van 1256 tot 1296. Hij was een graaf, een edelman. Nederland zag er in de tijd van Floris V heel anders uit dan nu. Er woonden weinig mensen. Verschillende edelen

Nadere informatie

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

3.2 De omvang van de werkgelegenheid 3.2 De omvang van de werkgelegenheid Particuliere bedrijven en overheidsbedrijven nemen mensen in dienst. Collectieve sector = Semicollectieve sector = De overheden op landelijk, provinciaal en lokaal

Nadere informatie

NEDERLAND IN DE 16e EEUW

NEDERLAND IN DE 16e EEUW NEDERLAND IN DE 16e EEUW In de 16e eeuw vielen de Nederlanden onder de Spaanse overheersing. Er bestonden grote verschillen tussen de gewesten (= provincies), bv: - dialect - zelfstandigheid van de gewesten

Nadere informatie

7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden

7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. 1 Er was onvoldoende voeding, de arbeidsomstandigheden waren slecht, verzekeren tegen ziektekosten was nauwelijks

Nadere informatie

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt.

Als bij een vraag een verklaring of uitleg gevraagd wordt, worden aan het antwoord geen punten toegekend als deze verklaring of uitleg ontbreekt. Examen VWO 2009 tijdvak 1 woensdag 20 mei 9.00-12.00 uur geschiedenis Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 27 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Link it: Republiek in tijd van Vorsten

Link it: Republiek in tijd van Vorsten Link it: Republiek in tijd van Vorsten Uitleg Link it werkt in principe als een soort domino (hoewel je er andere varianten op kunt bedenken). Het idee is dat de leerlingen moeten proberen om een begrip

Nadere informatie

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I

Eindexamen economie 1 vwo 2001-I Opgave 1 Hoge druk op de arbeidsmarkt Gedurende een aantal jaren groeide de economie in Nederland snel waardoor de druk op de arbeidsmarkt steeds groter werd. Het toenemende personeelstekort deed de vrees

Nadere informatie