Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen

Transcriptie

1 Mijn collega (of leidinggevende) hoort mij niet. En de werksfeer zou ook beter kunnen

2 Uitnodiging: focus op het webinar en leer hoe je met goede communicatie bereikt wat je graag wilt. Hoe doe je dat?. Niet: Dat weet ik al Wel: Wat kan ik leren? Wat kan ik meer doen?

3 Welkom! Ik wil je graag Ella voorstellen! Wat zou Ella kunnen doen? Het bedrijf waar Ella werkt is overgenomen. Ze bereidt de productie voor. Ze vertelt haar nieuwe baas wat er moet gebeuren om de productie draaiende te houden. Maar hij luistert niet. Ze probeert opnieuw om hem te vertellen wat hij moet doen om de productie te laten draaien. En opnieuw vertellen maar hij luistert niet, Ella zegt: hij maakt zelfs geen tijd voor mij! Ik ben niet belangrijk

4 POLL VRAAG Wat kan Ella best doen? Kies een antwoord A. Ze vertelt haar baas opnieuw wat hij moet doen. B. Ze zwijgt en denkt: trek uw plan, we zien wel. C. Ze vraagt welke aanpak haar baas zou wensen. D. Ze maakt zich boos. E. Ze gaat de confrontatie aan.

5 Ik communiceer met impact Ken ik de noden van de andere? Wat zie jij dat ik niet zie? Wat voel jij of toon jij dat ik niet voel of zie? Hoe ga ik op een open manier zeggen wat ik graag wil? Maak een persoonlijk actieplan dat bij je past!

6 Gedrag lokt gedrag uit. Boven Competitief Leidend Tegen Agressief Opstandig Hulpvaardig Meewerkend Samen Teruggetrokken Afhankelijk Beneden

7 Verander je positie in een gesprek Boven Ella: Ik vertel wat je moet doen. Tegen Samen Ella stelt een vraag Beneden

8 Gesloten vragen Ja neen vragen vb. Wil je graag een kop thee? Of of vragen vb. Wil je gaan fietsen of wandelen? Suggestieve vragen vb. We hebben vandaag goed gewerkt, vind je ook niet? Open vragen Beginnen meestal met wat of hoe. Worden dikwijls vervolgd met een andere open vraag die focust op een deelantwoord.

9 Soorten vragen om de andere uit te nodigen iets te zeggen Open vragen Je geeft de andere ruimte Gesloten vragen Je stelt specifieke vragen. De andere voelt zich serieus genomen. De andere zal geneigd zijn info te geven, mening te geven. Er ontstaat een sfeer van vertrouwen. Het gesprek kost meer tijd. Je kan de ander over een drempel helpen. De andere heeft het idee dat zijn mening niet belangrijk is. De andere zal niet snel info of een mening geven. Het gesprek kan overkomen als een verhoor.

10 Ik communiceer met impact Ken ik de noden van de andere? Wat zie jij dat ik niet zie? Wat voel jij of toon jij dat ik niet voel of zie? Hoe ga ik op een open manier zeggen wat ik graag wil? Maak een persoonlijk actieplan dat bij je past!

11 POLL VRAAG Leefwereld en communicatie A. Ik zie de jonge vrouw B. Ik zie de oude vrouw C. Ik zie een jonge en een oude vrouw D. Ik zie niets

12 Je ziet een witte driehoek en een vierkant maar zijn die er wel?

13

14 FACEBOOK OP HET WERK Jij JOUW BAAS Een momentje pauze mag toch zeker Verantwoordelijkheid, rendement, Facebook is voor thuis...

15 Hou op met praten Aandacht geven: ontspannen houding, nodig uit, open gelaatsuitdrukking Halt moment: actief luisteren Luister naar zijn verhaal: volgen: druk uit ik luister naar u verduidelijken: vage info proberen vast te pakken parafraseren: testen of het goed begrepen is door een korte samenvatting van het gesprek en te geven en te vragen of dat klopt Toon begrip: inlevingsvermogen of empathie is zichtbaar door de houding die iemand aanneemt, vb. niet beoordelen, interpreteren vanuit eigen wereld,

16 Samenwerken Leefwereld, communicatie en oordeel Ella Baas Collega

17 Verbindend communiceren: de klant, de collega en jezelf gelukkig maken Klant, collega, baas Ella Elke leefwereld heeft goede argumenten (perceptie) Communicatie en samenwerken (brug)

18 Respect, openheid, nieuwsgierigheid

19 Ik communiceer met impact Ken ik de noden van de andere? Wat zie jij dat ik niet zie? Wat voel of toon jij dat ik niet voel of zie? Hoe ga ik op een open manier zeggen wat ik graag wil? Maak een persoonlijk actieplan dat bij je past!

20 Misverstanden in communicatie We kunnen onze binnenkant enkel kenbaar maken aan de ander via onze buitenkant. Onze buitenkant bestaat uit: o Verbaal (inhoud) o Non-verbaal gedrag (vorm) > Hoe we iets zeggen wordt vaak niet bewust ervaren door ons, maar wel geïnterpreteerd door de ander! Welke interpretatie de ander zal kiezen, hangt af van zijn referentiekader.

21 Uit het leven gegrepen. Wat zou zijn verhaal kunnen zijn? Een vrachtwagenchauffeur gooit de sleutels op de tafel en zegt tegen de planner: Ik werk geen 14 uur voor 140 euro.

22 Uit het leven gegrepen. Wat zou zijn verhaal kunnen zijn? De collega chauffeur plaatst een foto van zijn slecht geladen vrachtwagen op Facebook.

23 GEVOLG Iedereen is boos. GEBEURTENIS Mijn vrachtwagen is niet veilig geladen. GEDRAG Ik maak een foto voor op facebook. GEDACHTE Magazijniers zijn niet competent. GEVOEL Ik ben nerveus en boos.

24 GEDRAG GEVOLG GEBEURTENIS GEDACHTE 5G Gevoel valt niet uit de lucht, maar wordt opgeroepen door iets: door wat je denkt (gedachte) en wat je doet (gedrag). En dat heeft gevolgen GEVOEL

25 !? Ook je gesprekspartner heeft een innerlijke toestand

26 Uit het leven gegrepen. Wat zou zijn verhaal kunnen zijn? De vrachtwagenchauffeur belt de planner: ik ben vandaag komen werken omdat ik iemand moest opleiden maar ik ben doodziek. Mag ik nu naar huis? De vrachtwagenchauffeur hoort de planner zuchten.

27 Controleren van de innerlijke toestand Innerlijke toestand Communicatieproces

28 Telefoon met zucht, Neem het niet persoonlijk op P.S. klant kan dat ook

29 Ik communiceer met impact Ken ik de noden van de andere? Wat zie jij dat ik niet zie? Wat voel jij dat ik niet voel? Hoe ga ik op een open manier zeggen wat ik graag wil? Maak een persoonlijk actieplan dat bij je past!

30 Creëer kansen voor een dialoog Zender Hoe zeg ik het? Kanaal Hoe begrijp ik het? Vaardigheden van de zender: zelfexpressie Hoe begrijp ik het? Vaardigheden van de ontvanger: Invoelingsvermogen Kanaal Hoe antwoord ik? Ontvanger REAGEREN

31 Wees u bewust van uw non verbaal gedrag. Wil je met deze man in gesprek? A. Ja B. Neen

32 POLL VRAAG Wat is communicatie? A. 50% woorden, 20% intonatie, 30% non verbaal gedrag B. 33% woorden, 33% intonatie, 34% non verbaal gedrag C. Geen van beide is juist

33 Je communiceert altijd 7% woorden 53% lichaamstaal 40% toon/gevoel

34 Communicatie is een cirkel

35 Denk circulair??? o Lineair denken: Ik doe dit omdat iemand dat bepaalt. Wat ik doe is een gevolg van de ander. De ander is de oorzaak van mijn gedrag. o Jij doet dat als reactie. o Het gevecht om de eigen waarheid. o Circulair denken: Ik ben een schakel, deel van het geheel. Ik heb invloed/beïnvloed. o Ik doe dingen die de ander stuurt. o Als ik reageer, wat is het effect op de ander? o Circulair denken helpt om verbindend te communiceren.

36 I respect We respect Streef geweldloze communicatie na OF hoe kan je krijgen wat je graag wil? ü Wat neem ik waar? (horen, zien, ) ü Wat voel ik? ü Wat heb ik nodig? ü Wat ga ik doen, zeggen, vragen?

37 Geweldloze communicatie of krijgen wat je graag wenst Ik zie dat je, je kamer niet gepoetst hebt en dat maakt me triest. Als je de kamer gepoetst hebt, krijg je, je ijsje. Mama als ik straks mijn kamer opruim, krijg ik dan nu ook een ijsje? Ik wil dat ze haar kamer poetst. Ik wil een ijsje. Wat voel ik? Ik voel me verveeld. Mama Kind Ik voel me triest. Mijn dochter wil een ijsje. Ik zie dat mijn zus een ijsje krijgt.

38 Tip = Ik boodschap Je vertelt de andere op een open manier hoe zijn gedrag bij jou overkomt (beschrijf de waarneming + emotie ) Verwoord concreet zodat de andere herkent Geef effect van gedrag aan Vraag om reactie en luister

39 Zie en waardeer het mooiste in de ander. Dat geeft hem de ruimte om zich beter te gedragen dan hij van plan was.

40 Ik communiceer met impact Ken ik de noden van de andere? Wat zie jij dat ik niet zie? Wat voel of toon jij dat ik niet voel of zie? Hoe ga ik op een open manier zeggen wat ik graag wil? Maak een persoonlijk actieplan dat bij je past!

41 POLL VRAAG Waar ga je eerst mee aan de slag? A. Nieuwsgierige vragen stellen B. Emoties verwerken en praten vanuit rust C. Je positie veranderen in het gesprek D. Verhelderen wat je wenst en dan praten E. Oma thuislaten en nivea smeren F. Meer halt momenten inlassen G. De pauzeknop gebruiken

42 Succes!