Droomwereld Een muziekatelier voor groep 4,5,6

Transcriptie

1 Droomwereld Een muziekatelier voor groep 4,5,6 1

2 Inhoudsopgave Inleiding...3 Hoofdstuk 1: Droomwereld...4 Hoofdstuk 2: Het grote eetlied...8 Hoofdstuk 3: Overal is energie...11 Hoofdstuk 4: Heb je alles?...14 Hoofdstuk 5: In spin...17 Bijlage 1: De Magische Kaart...20 Liedteksten...21 Bladmuziek

3 Inleiding In de voorstelling Droomwereld gaan de kinderen op zoek naar de ideale wereld. Om die te vinden gaan ze een reis maken naar een aantal verschillende droomwerelden. De kinderen zijn droomavonturiers en kunnen op magische wijze naar de andere werelden toe. Het is voor de voorstelling belangrijk dat de volgende doelen worden gehaald: - De leerlingen kennen het liedje Droomwereld - De leerlingen weten wat een didgeridoo is - De leerlingen kunnen het magische ritme spelen - De leerlingen kennen Het grote eetlied - De leerlingen kennen het lied Overal is energie - De leerlingen hebben zelf een dansje verzonnen op het refrein van Overal is energie - De leerlingen kennen het lied Heb je alles? - De leerlingen kennen het lied in Spin Er is een CD met de volgende fragmenten: Fragment 1 Droomwereld Volledige versie met zang Fragment 2 Droomwereld - Refrein Fragment 3 Droomwereld Dialoog met oude man Fragment 4 Droomwereld Volledige versie zonder zang Fragment 5 Het grote eetlied Met zang Fragment 6 Het grote eetlied Zonder zang Fragment 7 Overal is energie - Met zang Fragment 8 Overal is energie Zonder zang Fragment 9 Heb je alles? Met zang Fragment 10 Heb je alles? Zonder zang Fragment 11 In Spin Met zang Fragment 12 In Spin Zonder zang Er is een filmpje nodig om het magische ritme te leren. Deze staat op de site van de Muziekschool of als link op een digitaal bestand wat door de Muziekschool kan worden opgestuurd. Samenvatting verhaal De kinderen ontmoeten een oude man die bij een kampvuur op een didgeridoo speelt. Samen met hem gaan ze als droomavonturiers op zoek naar de ideale wereld. Als eerste komen ze in een soort luilekkerland waar iedereen de hele dag aan het eten is. Als tweede komen ze in een laptopland waar je constant kunt computeren en gamen. Als laatste komen ze in een volledig lege wereld. Hier ontmoeten ze een meisje dat daar helemaal alleen is. Zij heeft alles, maar niemand om het mee te delen. Daarom is ze eenzaam. Samen met de kinderen gaat ze mee terug naar de echte wereld. 3

4 Hoofdstuk 1 Droomwereld Doelen - De leerlingen kennen het lied Droomwereld - De leerlingen weten wat een didgeridoo is - De leerlingen kunnen het magische ritme spelen Benodigdheden - Fragment 1, 2 en 3 van de CD - Een digibord - De kaart met het magische ritme op het digibord: Bijlage 1 of op de site - Een filmpje waardoor de leerlingen zien en horen wat een didgeridoo is - Filmpje 1 waar de leerlingen het ritme mee kunnen leren Inleiding Een gesprek over de ideale wereld Voer een gesprek met de kinderen aan de hand van de volgende vragen: - Wat kan er in dromen wat in het echt niet kan? - Hoe ziet de mooist mogelijke wereld die je je kan voorstellen eruit? - Hoe zou het zijn als de echte wereld zo was? In het begin van de voorstelling ontmoeten ze een oude man. Hij is op zoek naar de ideale wereld. Een wereld waar alles beter is. Luister naar het begin van het lied Droomwereld: Fragment 1. De oude man spreekt en zingt de kinderen toe. De kinderen hoeven dit niet mee te zingen. Ik droom...ik droom van een wereld waar alles beter is. Kunnen jullie helpen? Denken jullie mee? Want een ideale wereld, ja dat wil toch iedereen? Voer met de kinderen een gesprek over het lied. - Wat zou dat zijn een ideale wereld? - Hoe zou die eruit zien? 4

5 Kern Het lied Droomwereld zingen Luister naar Fragment 2 (één refrein) En zing met de kinderen mee met het refrein. Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch Maar in t echt kan dat vast niet Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch Maar in t echt kan dat vast niet In het liedje is nog één ander stuk wat de kinderen meezingen. Het is een dialoog en zit in Fragment 3 Man: Wie durft te reizen naar de plek die ik zoek? Kinderen: Wij kunnen helpen, als u zegt hoe het moet. Man: Reis door je dromen met de didgeridoo Samen: Want de wereld van je dromen, moet echt uit jezelf komen! Zing dit gedeelte met de kinderen. Het is belangrijk dat de kinderen alleen hun eigen gedeeltes zingen. Tip Eén kind kan voor de klas de tekst van de oude man zingen terwijl de rest de tekst van de kinderen zingt. Benadruk dan wel dat dit in de voorstelling niet zo gebeurt. Zing tot slot het hele lied met de kinderen met Fragment 1 De didgeridoo De man heeft het in het lied over een didgeridoo. - Wie weet wat dat is? De didgeridoo is een muziekinstrument dat is bedacht door de Aboriginals. Dit zijn de oorspronkelijke en oudste bewoners van Australië. Door het blazen op de didgeridoo komen ze in contact met een magische wereld. Kijk naar een stukje van het filmpje van iemand met een didgeridoo. Bijv. 5

6 De didgeridoo wordt in de voorstelling gespeeld door de oude man. Als hij er op speelt kunnen de kinderen reizen naar een droomwereld. Maar alleen de didgeridoo is niet genoeg. Er is nog iets nodig om te reizen naar de droomwerelden... Het magische ritme leren De oude man is in het bezit van een magische oude kaart. Deze kaart staat ook in een digitale versie op de site en zit als Bijlage 1 bij de lesbrief.!!! "!!! " " Op de kaart staan geheimzinnige symbolen. Wat zouden die betekenen? Start via het digibord Filmpje 1 In dit filmpje ontmoeten we een onderzoeker die erachter is gekomen wat de kaart betekent. Het is een ritme. Oefen op een later moment nog een paar keer het ritme. De eerste paar keer met het filmpje, maar daarna ook zonder het filmpje. In het volgende hoofdstukken kom je erachter in welke werelden jullie terecht gaan komen. 6

7 Afsluiting Zing nu het hele lied een paar keer met Fragment 1. De kinderen zingen alleen de stukken van de oude man niet. Oefen ook nog een paar keer het ritme. Het liefst zonder het filmpje. 7

8 Hoofdstuk 2 Het grote eetlied Doel - De leerlingen kunnen het vreetlied zingen Benodigdheden - Fragment 5 en 6 van de CD Inleiding Als eerste komen de kinderen in de droomwereld van het altijd maar kunnen eten. Het is een soort luilekkerland. Alles wat je maar wilt eten is er. Iedereen is de hele tijd aan het eten. Voer een gesprekje met de kinderen: - Wat zou je allemaal willen eten? - Wat is jouw lievelingseten? De kinderen ontmoeten Meneer en mevrouw Pollowops die de hele tijd aan het eten zijn. Samen zingen ze Het grote eetlied. 8

9 Kern Luister eerst naar het lied: Fragment 5 Wat zit er allemaal voor eten in? Refrein We zitten te eten zo lekker te vreten Ja, het leven is hier goed We zitten te eten zo lekker te vreten Ja, wij weten hoe het moet Nou gaan we beginnen Prop het naar binnen Al die taart en al dat snoep Nou gaan we genieten Daar liggen nog frieten Prop het allemaal in je mond, ook al is het niet gezond Daar ligt nog een stukkie koek Couplet 1 Je denk wel eens, dat eten, is het alles wat er is? Maar daar staat weer een bordje klaar met gebakken vis Pannenkoeken, oliebollen en een broodje kaas Broccoli en bloemkool en gevulde speculaas Refrein Couplet 2 Je denkt wel eens, dat eten, houdt het nog een keertje op? Maar daar staat weer een slagroomtaart met aardbeien erop Pannenkoeken, oliebollen en een broodje kaas Broccoli en bloemkool en gevulde speculaas Refrein... Daar ligt nog een stukkie en nog een stukkie en nog een stukkie koek! Tip Zing met de kinderen eerst de refreintjes mee. Als de kinderen dat kunnen, benoemen ze welk eten allemaal voorbij komt. Daarna zingen ze de coupletten en het hele lied. 9

10 Afsluiting Heb een gesprekje met de kinderen over eten. - Wat is er minder leuk aan heel de dag eten? - Waar zou al dat eten vandaan komen? In de voorstelling zien de leerlingen dat veel eten ook een prijs kent. Daarna reizen ze naar de volgende wereld. Zing het hele lied met Fragment 5. Als het echt goed wordt gekend kunnen de kinderen het wellicht met de karaoke versie Fragment 6. 10

11 Hoofdstuk 3 Overal is Energie Doelen - De leerlingen kennen het lied Overal is energie - De leerlingen verzinnen zelf een dansje op het refrein Benodigdheden - Fragment 7 en 8 van de CD Inleiding In de tweede droomwereld kun je de hele dag gamen, computeren, muziek luisteren op je ipad. Alles heeft te maken met lichtjes, knopjes en bliepjes. - Wat voor apparaten hebben de kinderen allemaal thuis? - Wat is je favoriete apparaat? - Hou je van gamen? Welk spel speel je dan? - Zijn er ook kinderen die wel eens muziek maken op de computer? De kinderen ontmoeten de laptopman. Hij is omringd met knopjes, lichtjes en bliepjes. Hij maakt met allemaal elektronische middelen muziek waaronder op een Kaoss Pad, een apparaat waar je met knopjes allerlei geluiden kunt maken. 11

12 Samen met de leerlingen en een danseres zingen ze het lied Overal is Energie. Kern Luister eerst naar het lied Fragment 7. Lichtjes Knopjes Bliepjes Yeah! Lichtjes Knopjes Bliepjes Yeah! Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Energie, energie Overal is energie Energie energie Overal is energie Hoor je het niet, zie je het niet Overal is energie Weet je het niet, voel je het niet Overal is energie Tip 1 Probeer de woorden in het begin zo spannend mogelijk te zeggen. Tip 2 Maak vier groepjes. Ieder groepje krijgt een woord (lichtjes, knopjes, bliepjes, yeah). Ze zeggen alleen hun eigen woord mee. Als het goed gaat, verdeel je de woorden anders over de groepjes. Een dansje verzinnen Laat de kinderen zelf een dansje verzinnen op het refrein. Hoe beeldt je energie uit? (met je handen uit elkaar? met je handen in de lucht?) 12

13 Afsluiting Maar ook energie komt tegen een prijs. - Wat heb je nodig voor al die apparaten? - Hoe zorg je dat er zo veel stroom is? Zing het hele lied met Fragment 7 of als je het echt goed kunt met de instrumentale versie van Fragment 8. 13

14 Hoofdstuk 4 Heb je alles? Doel - De leerlingen kennen het lied Heb je alles? Benodigdheden - Fragment 9 en 10 van de CD Inleiding In de laatste droomwereld vinden ze een heel eenzaam meisje. Dit meisje wilde alles hebben. Spullen, dingen, geld... Maar ze is er achter gekomen dat ze daar niet gelukkig van wordt. Er is namelijk niemand om het mee te delen. 14

15 Kern Luister maar naar Fragment 9. In het begin zingt het meisje nog alleen. Op een bepaald moment nemen de kinderen het over. Meisje zingt Ik zocht naar een betere wereld Ik zocht naar de mooiste plek En die heb ik nu dan gevonden Maar het voelt een beetje gek Ik wilde steeds maar meer hebben Spullen, dingen, geld Maar ik heb het gevoel dat ik iets ben vergeten Ik moest vroeger altijd hard werken Ik kreeg het niet voor niets En ik zag dat andere mensen veel meer hadden dan ik Kinderen zingen Maar dat is nou eenmaal het leven Soms heb je geluk en soms pech Maar jij wilde meer, nou dat heb je gekregen en ben je nu tevreden? Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Als je alles hebt, hebben alle anderen niks niks niks niks niks Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Kan je met niemand spelen en met niemand delen? Zit je je te vervelen? Op zoek naar een betere wereld Op zoek naar de mooiste plek Zijn wij hier bij jou gekomen Maar het voelt hier niet zo best Jij wilde steeds maar meer hebben Spullen, dingen, geld Maar ben je misschien iets vergeten? Had je ooit familie en had je ooit vrienden en waar zijn die nu dan gebleven? Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Als je alles hebt, hebben alle anderen niks niks niks niks niks Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Kan je met niemand spelen en met niemand delen? Zit je je te vervelen? Zing de dikke schuingedrukte stukken met de klas met Fragment 8. Begin eerst met het refrein. Zing daarna ook de andere coupletten. 15

16 Tip 1 Laat de kinderen het lied heel dramatisch zingen. Tip 2 Laat de kinderen klappen op 'niks niks niks niks niks' of bedenk samen met de kinderen een beweging die op het woord past en dus vijf keer achter elkaar gedaan kan worden. Afsluiting Samen met de kinderen gaat de vrouw terug naar de echte wereld op zoek naar haar familie. Zing nog een keer het hele lied met Fragment 9 16

17 Hoofdstuk 5 In spin Doel - De leerlingen kunnen het liedje In spin zingen Benodigdheden - Fragment 11 en 12 van de CD Inleiding Terug in de echte wereld komen de kinderen erachter wat belangrijk is. Bedenk met de kinderen wat belangrijk is in het leven. De moraal van het verhaal hint richting de volgende aspecten. - samen spelen - eerlijk delen - lief zijn - blijven dromen van een mooiere of ideale wereld 17

18 Kern Luister maar naar het lied Fragment 11 In Spin de bocht gaat in, begin Uit spuit de bocht gaat uit, ik win Buuuut Vrij, tikkie jij bent m, Ren! Tel tot tien, wie niet weg is is gezien Speel je een spel, dan speel je toch met elkaar? Zoekt iemand hulp dan laat je hem toch niet staan? Soms zijn we niet zo vriendelijk naar elkaar. In onze droom speelt iedereen met elkaar A- gedeelte Maakt niet uit waar wij zijn aanbeland Alle buurten, Alle steden, elk land Wij zijn aardig voor elkaar, en daarom staat er niemand aan de kant B- gedeelte Lang of kort of krul haar op je hoofd Alle kleuren, alle talen, elk geloof Wij zijn aardig voor elkaar, Zo aardig dat je t bijna niet gelooft! Iedereen moet altijd blijven dromen Iedereen moet altijd blijven dromen Tip 1 Zing eerst het stuk Iedereen moet altijd blijven dromen. Zing daarna het eerste gedeelte vanaf In spin t/m in onze droom speelt iedereen toch met elkaar met de hele klas. Tip 2 Geef de helft van de klas de opdracht het stukje A maakt niet uit waar wij zijn aanbeland te leren in groepjes en de andere helft de opdracht het stukje B maakt niet uit waar wij zijn aanbeland te leren. Als ze dit kennen krijgen ze de opdracht het om te draaien, zodat ze elkaars tekst zingen. Tot slot zingen ze het met de hele klas. 18

19 Afsluiting Zing het lied met Fragment 11 of als je het echt goed kunt in de karaoke versie van Fragment 12 19

20 !!! "!!! " " 20

21 Droomwereld Intro oude man: Ik droom...ik droom van een betere wereld Kunnen jullie helpen? Denken jullie mee? Want een ideale wereld, ja dat wil toch iedereen? Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch, maar in t echt kan dat vast niet Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch, maar in t echt kan dat vast niet Oude man: Wie durft te reizen naar het land dat ik zoek? Kinderen: Wij kunnen helpen, als u zegt hoe het moet. Oude man: Reis door je dromen met de didgeridoo. Samen: Want de wereld van je dromen, moet echt uit jezelf komen! Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch, maar in t echt kan dat vast niet Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch, maar in t echt kan dat vast niet Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch, maar in t echt kan dat vast niet Geef me vannacht waar heel de wereld op wacht Want mijn droom is fantastisch, maar in t echt kan dat vast niet 21

22 Het grote eetlied Refrein: We zitten te eten zo lekker te vreten Ja, het leven is hier goed We zitten te eten zo lekker te vreten Ja, wij weten hoe het moet Nou gaan we beginnen Prop het naar binnen Al die taart en al dat snoep Nou gaan we genieten Daar liggen nog frieten Prop het allemaal in je mond, ook al is het niet gezond Daar ligt nog een stukkie koek Je denk wel eens, dat eten, is het alles wat er is? Maar daar staat weer een bordje klaar met gebakken vis Pannenkoeken, oliebollen en een broodje kaas Broccoli en bloemkool en gevulde speculaas Refrein Je denkt wel eens, dat eten, houdt het nog een keertje op? Maar daar staat weer een slagroomtaart met aardbeien erop Pannenkoeken, oliebollen en een broodje kaas Broccoli en bloemkool en gevulde speculaas Refrein We zitten te eten zo lekker te vreten Ja, het leven is hier goed We zitten te eten zo lekker te vreten Ja, wij weten hoe het moet Nou gaan we beginnen Prop het naar binnen Al die taart en al dat snoep Nou gaan we genieten Daar liggen nog frieten Prop het allemaal in je mond, ook al is het niet gezond Daar ligt nog een stukkie en nog een stukkie en nog een stukkie koek! 22

23 Overal is energie Lichtjes Knopjes Bliepjes Yeah! Lichtjes Knopjes Bliepjes Yeah! Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Lichtjes Knopjes Lichtjes knopjes bliepjes yeah Energie, energie Overal is energie Energie energie Overal is energie Hoor je het niet, zie je het niet Overal is energie Weet je het niet, voel je het niet Overal is energie 23

24 Heb je alles? Het eenzame meisje zingt: Ik zocht naar een betere wereld Ik zocht naar de mooiste plek En die heb ik nu dan gevonden Maar het voelt een beetje gek Ik wilde steeds maar meer hebben Spullen, dingen, geld Maar ik heb het gevoel dat ik iets ben vergeten Ik moest vroeger altijd hard werken Ik kreeg het niet voor niets En ik zag dat andere mensen veel meer hadden dan ik De kinderen zingen: Maar dat is nou eenmaal het leven Soms heb je geluk en soms pech Maar jij wilde meer, nou dat heb je gekregen en ben je nu tevreden? Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Als je alles hebt, hebben alle anderen niks niks niks niks niks Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Kan je met niemand spelen en met niemand delen? Zit je je te vervelen? Op zoek naar een betere wereld Op zoek naar de mooiste plek Zijn wij hier bij jou gekomen Maar het voelt hier niet zo best Jij wilde steeds maar meer hebben Spullen, dingen, geld Maar ben je misschien iets vergeten? Had je ooit familie en had je ooit vrienden en waar zijn die nu dan gebleven? Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Als je alles hebt, hebben alle anderen niks niks niks niks niks Heb je alles, heb je alles, maar wat heb je als je alles hebt? Kan je met niemand spelen en met niemand delen? Zit je je te vervelen? 24

25 In Spin In Spin de bocht gaat in, begin Uit spuit de bocht gaat uit, ik win Buuuut Vrij, tikkie jij bent m, Ren! Tel tot tien, wie niet weg is is gezien Speel je een spel, dan speel je toch met elkaar? Zoekt iemand hulp dan laat je hem toch niet staan? Soms zijn we niet zo vriendelijk naar elkaar. In onze droom speelt iedereen met elkaar A- gedeelte Maakt niet uit waar wij zijn aanbeland Alle buurten, Alle steden, elk land Wij zijn aardig voor elkaar, en daarom staat er niemand aan de kant B- gedeelte Lang of kort of krul haar op je hoofd Alle kleuren, alle talen, elk geloof Wij zijn aardig voor elkaar, Zo aardig dat je t bijna niet gelooft! Iedereen moet altijd blijven dromen Iedereen moet altijd blijven dromen 25

26 Droomwereld 6 9 E & 4 & & 7 Den-ken jul - lie mee? Want een i C G Geef me van- 12 & 14 & 17 & 21 & 23 & 25 & 28 & 31 & echt nacht waar heel de G kan dat vast niet E we-reld op wacht F G want mijn C Wie durft te rei-zen naar het land dat ik F G Reis 7 door je dro - de a we -reld op wacht C F droom is C/B zo-e -k? F Kun-nen jul - lie hel - pen? G G7 - - le we - reld ja dat wil toch ie - de- reen E F C Geef C - men met de didg G we - reld van je dro - men moet echt uit C G E Geef me van nacht waar heel de G echt kan dat vast niet F C we -reld op wacht C G Geef droom is fan - tas - tisch maar int echt 34 want mijn me van- nacht 7 droom is fan tas-tisch maar int G waar heel de G fan-tas-tisch maar int echt kan dat vast niet /G F G C C/B Wij kun nen hel E/G pen als u zeg hoe het moet /G - e - ri - doo Want de je zel - luf ko - men F C want mijn droom is me van nacht waar heel de we -reld op wacht 7 G E kan dat vast niet fan-tas-tisch maar int E Han van 't Land œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ j œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ # œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ j œ œ œ œ œ œ œ j Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ j œ œ œ œ œ œ œ j Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ j Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ j œ Œ œ œ œ œ œ œ œ œ # œ œ œ j œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ j œ œ œ œ œ j Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ j œ œ œ œ œ œ œ j Œ & œ want mijn œ œ œ œ œ

27

28 Overal is Energie Allerd van den Bremen / Merel Hutten &b b b b 4 F Œ Ó Œ Ó Œ Ó Œ Ó Licht-jes Knop-jes Bliep-jes Yeah! 5 9 &b b b b & bb b b 12 & bb b b 15 & bb b b Œ Ó Œ Ó Œ Ó Œ Ó Licht-jes Knop-jes Bliep-jes Yeah! Œ Œ j Œ Œ Licht-jes knop -jes licht-jes knop-jes blieb-jes Yeah! Licht-jes knop -jes j Œ Œ j licht-jes knop-jes blieb-jes Yeah! Licht-jes knop -jes licht-jes knop-jes blieb-jes Yeah! Œ Œ j Licht - jes knop - jes licht - jes knop - jes blieb - jes Yeah! 17 &b b b b 20 &b b b b œ œ œ j œ œ œ j œ œ œ œ œ œ œ j œ œ œ j œ œ œ j E - ner-gie E - ner-gie O - ve-ral - is-e - ner-gie E - ner-gie E - ner-gie œ œ œ œ œ œ œ j œ œ œ J œ œ œ J œ œ œ œ œ œ œ j O - ve-ral - is -e - ner-gie hoor jet niet zie jet niet O - ve-ral is e - ner-gie 23 &b b b b œ œ œ J œ œ œ J œ œ œ œ œ œ Weet - jet - niet voel - jet niet O - ve - ral is e - ner - 25 & bb b b œ Œ Ó gie!

29

30

31 In Spin 5 9 &bc &b &b 11 & b 13 &b In spin de bocht gaat in be - gin Uit spuit de bocht gaat uit ik Buut vrij tik-kie jij bent hemren! Speel Zoekt Soms je een spel dan speel ie-mand hulp dan laat win Tel tot tien wie niet weg is is ge-zien je toch met el - ka - ar? je hem toch niet sta - an? zijn we niet zo vrien-de - lijk naar el - ka - ar F C B C F B F In on-ze droom speelt ie-de-reen met el ka - ar F C B Maakt niet uit waar wij zijn aan-be-land F F Lang F F/E wij zijn C aar-dig voor el- kaar en C of kort of krul-haar op F/E wij zijn je hoofd B C aar-dig voor el- kaar zo B F C al-le bu - ur-ten al-le ste-den el-luk land daar-om staat er nie-mand aan de B F al Han van 't Land/ Allerd van den Bremen &b œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ Ó &b & b &b & b Œ Ó Œ Ó Œ Ó Œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ j Œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ j Œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ j Œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ Ó œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ le kleu aar-dig dat je't bij-na niet ge- C F kant B C B - ren al-le ta- len elk œ Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ C looft F ge- loof Who-ho ho

32 2 35 &b 39 &b 43 &b 47 &b G Ie - de reen G œ œ nœ œ œ œ nœ œ œ œ œ œ œ nœ œ œ œ nœ œ œ œ œ œ œ nœ moet al-tijd blij-ven dro-men Ie - de reen G G moet al-tijd blij-ven dro-men Ie - de reen moet al-tijd blij-ven dro-men Ie - de reen moet al-tijd blij-ven dro-men G G Ie - de reen G Ie - de reen œ œ œ nœ œ œ œ œ œ œ nœ moet al-tijd blij-ven dro-men Ie - de reen G moet al-tijd blij-ven dro-men Ie - de reen œ œ œ nœ œ œ œ œ œ œ nœ œ œ œ nœ œ œ œ œ œ œ nœ œ œ œ nœ œ œ œ œ moet al-tijd blij-ven dro-men œ œ nœ œ œ œ nœ œ œ œ œ œ œ nœ œ œ œ nœ œ œ œ œ moet al-tijd blij-ven dro-men