R V A ISPIPTATORI Van Goghmuseum T E

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "R V A ISPIPTATORI Van Goghmuseum T E"

Transcriptie

1 APPORT ISITATIE Van Goghmuseum

2 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen Inleiding Missie Stakeholders Beleidsprioriteiten van het ministerie Bestuur Operationaliseren van beleidsontwikkeling Positionering museum in samenleving Toekomstvisie 9 Hoofdstuk 2: Publiek Inleiding Vaste presentatie Tentoonstellingsprogramma Publieksbegeleiding Evenementen Marketing en PR Toegankelijkheid in nieuwe media 13 Hoofdstuk 3: Collectie Inleiding Collectiebeleid Collectiebeheer Digitale toegankelijkheid collectie Activering en mobiliteit collectie 16 Hoofdstuk 4: Wetenschap Inleiding Kwaliteit en kwantiteit onderzoek Wetenschappelijke omgeving Kwaliteitsborging en output Delen van de kennis met derden 18 Hoofdstuk 5: Bedrijf Inleiding Organisatie Personeel Planning en Control Veiligheid Kwaliteitszorg Sponsoring Huisvesting 22 2

3 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 6: Samenvatting en conclusies Inleiding Conclusies algemeen Conclusies publiek Conclusies collectie Conclusies wetenschap Conclusies bedrijf 25 Bijlage I: Visitatie basisdocumenten voor kwaliteitszorg in musea 27 Bijlage II: Programma visitatiebezoek 37 Bijlage III: Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea 38 3

4 VOORWOORD Voorwoord Wat een prachtig museum! Een wereldberoemde collectie, veel bijzondere exposities, en een directie die zich zeer bewust is van het unieke karakter van het museum en daar vervolgens ook het museale handelen op afstemt. Terecht wordt het museum op een lijn geplaatst met instellingen als het Metropolitan Museum of Art, het Musée d Orsay en andere befaamde musea. Natuurlijk zijn er ook enkele kritische kanttekeningen te plaatsen bij het museale beleid. Zo is er sprake van een zeker streven naar perfectie, waardoor de snelheid van handelen lager is dan gewenst. Een doelgroepgericht beleid is ook in vergelijking met sommige andere musea nog beperkt, terwijl ook de sponsorwerving te wensen overlaat. Maar al deze kanttekeningen zijn te begrijpen vanuit de situatie waarin het museum zich bevindt. Het streven naar perfectie komt voort uit de gedachte dat voor dit museum alleen het allerbeste goed genoeg is. Het bezoekersaantal is overweldigend, waardoor de noodzaak van een doelgroepgericht beleid minder urgent lijkt. Hetzelfde geldt voor het sponsorbeleid in een museum waar de financiële druk minder groot is. Toch is er vanuit strategisch oogpunt de noodzaak om ook aan deze onderwerpen meer aandacht te besteden. Dit alles neemt niet weg dat het algemene beeld van het museum uiterst positief is. De visitatiecommissie heeft daarom ook genoten van het bezoek aan het Van Gogh Museum. L.E.H. Vredevoogd, voorzitter 4

5 INLEIDING Inleiding Dit rapport beschrijft de bevindingen van de visitatiecommissie van het Van Gogh Museum in Amsterdam die de volgende vragen als leidraad heeft meegekregen: Geeft de zelfevaluatie van dit museum een getrouw beeld van de werkelijkheid in dit museum? Zo nee, op welke punten signaleert u afwijkingen en in welke zin? Geef op grond van uw bevindingen adviezen aan het museum. Om deze vragen te beantwoorden is in opdracht van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een visitatiecommissie (hierna te noemen commissie) samengesteld die bestond uit de volgende leden: - Mw. L. Groenman, voormalig Tweede Kamerlid D66, - Dhr. M. Sellink, directeur Musea Brugge, - Dhr. J. Vranken, directeur Nederlands Bureau voor Toerisme en Congressen - L.E.H. Vredevoogd, voormalig voorzitter College van Bestuur van de Universiteit Leiden, tevens voorzitter commissie, - Mw. M. Westra, Vice President, Corporate Communications, Philips Lighting. De commissie heeft haar eigen werkwijze bepaald en de volgende instrumenten gekozen. Ten eerste heeft zij kennis genomen van de inhoud van de zelfevaluatie en bijlagen van november 2011 van het museum die zijn opgesteld volgens de richtlijnen, zoals omschreven in bijlage I. Om de inhoud van het rapport te staven aan de werkelijkheid heeft ten tweede een visitatiebezoek plaatsgevonden op 22 december Tijdens deze dag heeft de commissie gesproken met betrokkenen binnen en uit de omgeving van de te visiteren instelling (bijlage II). Tevens heeft zij kennis genomen van een selectie van de publicaties van het museum en heeft zij de sfeer van een museum in bedrijf kunnen proeven. Aan het einde van de dag heeft de commissie haar voorlopige bevindingen meegedeeld aan de directie van het museum. De definitieve bevindingen van de commissie zijn ten slotte neergelegd in het voorliggende rapport. De beoordeling heeft plaatsgevonden conform de richtlijnen Beoordelingskader t.b.v. visitatiecommissie musea (bijlage III). Dit beoordelingskader heeft hierbij gediend als richtinggevend en zeker niet als dwingend keurslijf. In dit kader is het visitatieproces gespecificeerd rondom vijf beoordelingsgebieden, te weten: algemeen, publiek, collectie, wetenschap en bedrijf. Elk beoordelingsgebied is opgesplitst in een aantal relevante deelvragen die in de hoofdstukken 1 tot en met 5 van dit rapport aan bod zullen komen. Tevens vindt u per deelvraag, al dan niet nader uitgewerkt en toegelicht, de bevindingen en het oordeel van de commissie. In hoofdstuk 6 is een samenvattend oordeel van de commissie opgenomen. 5

6 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN 1 Algemeen 1.1 Inleiding Het Van Gogh Museum behoeft in Nederland nog nauwelijks introductie. Het museum beheert en presenteert het werk van één van de belangrijkste Nederlandse schilders uit de 19 e eeuw en is al jaren onverminderd populair bij binnenlandse en buitenlandse bezoekers. Het museum kan zich meten met instellingen als Musée d Orsay en instellingen met befaamde collecties 19 e en 20 e eeuwse kunst zoals de National Gallery en Tate in Londen en het Metropolitan Museum en MoMA in New York. De collectie van wereldbelang, de grote aantallen bezoekers en hoge verwachtingen stellen zware eisen aan het museum dat de lat voor zichzelf op alle museale aspecten hoog legt. De commissie heeft bij de beoordelingen de lat ook hoog gelegd en vraagt de lezer dan ook om de beoordelingen en de onderbouwingen vanuit dit oogpunt te lezen. Wat opvalt en bijzonder is voor een dergelijke grote organisatie als het Van Gogh Museum is dat men naast het streven naar een zeer hoge kwaliteit in alle activiteiten ook durf en trendsettend gedrag toont door te experimenteren met nieuwe activiteiten en projecten. Dat succes een organisatie ook gemakzuchtig kan maken is een algemeen gegeven waar het Van Gogh Museum zich goed van bewust is en de commissie heeft geconstateerd dat er bewegingen zichtbaar zijn in de organisatie om dit te voorkomen en om het huidige kwaliteitsniveau te behouden en daar waar nodig te verbeteren. Het afgelopen jaar heeft het museum een ingrijpende verandering doorgevoerd in de organisatiestructuur. Dit Organisatie Ontwikkel Traject (hierna: OOT) is ingegeven door de nieuw geformuleerde missie en strategische doelstellingen. Om de organisatie voor te bereiden op toekomstige ontwikkelingen, de positie van het Van Gogh Museum te versterken en de bedrijfsvoering te verbeteren is gekozen voor een veranderingstraject dat heeft geleid tot een opdeling in drie sectoren: Museale Zaken, Publiekszaken en Bedrijfsvoering. De nieuwe organisatiestructuur zal nader worden besproken in hoofdstuk 5. De commissie heeft geconstateerd dat als gevolg van het OOT de directie meer ruimte heeft om zich te richten op beleid, strategie en fondsenwerving waar voorheen de directie zich meer bezighield met operationele processen. 6

7 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN 1.2 Het museum heeft een relevante missie en past die bij de beleidsontwikkeling consequent toe. In 2008 heeft het Van Gogh Museum een strategisch plan ontwikkeld voor de periode De missie die opgenomen is in dit plan is kort en bondig geformuleerd. Het uitgangspunt van de missie is dat er nadrukkelijk wordt vastgehouden aan de kernopdracht en activiteiten van het museum: Het Van Gogh Museum maakt het leven en werk van Vincent van Gogh en de kunst van zijn tijd toegankelijk voor zoveel mogelijk mensen om hen te verrijken en te inspireren. Samen met de visie en de strategische doelstellingen (zie paragraaf 1.8) vormt de missie de basis waarmee intern (beleid) en extern (o.a. samenwerking, projecten e.d.) gewerkt wordt. Het museum heeft als leidraad voor de strategische doelstellingen en activiteiten acht kernwaarden geformuleerd: authentiek, betrouwbaar, kwaliteitsbewust, inspirerend, toonaangevend, innovatief, toegankelijk en professioneel. Deze kernwaarden komen in alle nieuwe beleidsplannen en projecten terug en hebben daar handen en voeten gekregen. De commissie heeft gezien dat missie, visie en kernwaarden verwerkt zijn in de beleidsplannen, maar wil het museum op het hart drukken om niet te lang stil te staan bij het proces van beleidsontwikkeling. Het sterke streven naar hoge kwaliteit gecombineerd met een perfectionistische houding brengt het risico met zich mee dat met de uitvoering te lang wordt gewacht, omdat men het tot in de puntjes verzorgd wil hebben. Met andere woorden: een project dat bij de start al een acht verdient, kan in de loop van de uitvoering naar een negen of tien groeien. Samenvattend oordeel over de huidige missie: goed 1.3 Het museum kent zijn stakeholders en betrekt hen op relevante momenten bij de beleidsontwikkeling en -evaluatie Het Van Gogh Museum is één van de best bezochte musea van Nederland en het merk Van Gogh is sterk. Succesvolle ondernemingen, en het museum mag daartoe gerekend worden, lopen het risico minder alert te reageren op externe ontwikkelingen en een intern gerichte houding te ontwikkelen. De commissie heeft geconstateerd dat het Van Gogh Museum zich van dit risico bewust is. Dit blijkt uit de gesprekken en de wijze waarop de visie van het museum is vormgegeven. De relaties met de belangrijkste directe stakeholders, overheid, sponsors en instellingen aan het Museumplein zijn goed en worden goed onderhouden. Desondanks moet de commissie concluderen dat het museum tot voor kort nogal intern gericht is geweest. Primaire oorzaak hiervan is de lange doorlooptijd van het OOT. Organisatieveranderingsprocessen zijn per definitie intern georiënteerd en doordat het museum besloten heeft om de organisatie te betrekken bij de ontwikkeling en uitvoering van het OOT heeft dit proces veel tijd in beslag genomen. Nu het OOT zich in een afrondende fase bevindt kan de blik van de organisatie weer naar buiten gericht worden. Het museum wordt aangeraden om aan dit aspect extra aandacht te besteden. Bijzonder is de voorbereiding van een samenwerkingsverband tussen twintig instellingen die zich bezighouden met het erfgoed van Van Gogh. In februari zal een internationale samenwerkingovereenkomst worden gesloten om gezamenlijk zorg te kunnen dragen voor kwaliteit van beheer, behoud, zichtbaarheid en ontwikkeling van dit erfgoed. Samenvattend oordeel over het betrekken van de stakeholders: voldoende 7

8 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN 1.4 Het museum kent de beleidsprioriteiten van de bewindspersoon voor cultuur en geeft hier invulling aan. De activiteiten en resultaten van het Van Gogh Museum sluiten zeer goed aan bij de beleidsprioriteiten van het voorgaande kabinet: excellence, eigen inkomsten, digitalisering en brede publieksparticipatie. Het museum is er bijvoorbeeld in geslaagd om wetenschappelijk onderzoek te combineren met een voor een breed publiek toegankelijk gemaakte database met de brieven van Van Gogh. Door de grote bekendheid en aantrekkingskracht van Van Gogh en zijn tijdgenoten trekt het museum veel bezoekers en weet het de aantrekkingskracht ook om te zetten in een hoog percentage eigen inkomsten. Daarmee voldoet het volledig aan de huidige beleidsprioriteiten. Juist omdat het Van Gogh Museum het wetenschappelijk onderzoek zo goed weet te vertalen naar publieksactiviteiten vindt de commissie het te betreuren dat de wetenschappelijke taak in de toekomst niet meer gefinancierd zal worden door het rijk. Samenvattend oordeel over de invulling van de beleidsprioriteiten rijksoverheid: goed 1.5 De Raad van Toezicht (het bestuur) krijgt tijdig de relevante informatie en benut deze effectief voor de uitoefening van haar rol. De relatie tussen de Raad van Toezicht en de directie is goed. Bijeenkomsten vinden regelmatig plaats en daarnaast is er overleg tussen de voorzitter en de directie. De raad wordt op een goede manier op de hoogte gehouden van ontwikkelingen in en buiten de organisatie. De balans tussen toezicht houden op afstand en het ondersteunen van de museale organisatie slaat sterker door naar het afstandelijk toezicht houden. Voor een grote professionele organisatie als het Van Gogh Museum is dat een juiste verhouding, maar de commissie heeft zich verbaasd over de afstand tussen Raad van Toezicht en organisatie. Uit de huidige verhouding blijkt dat de raad een groot vertrouwen heeft in de directie. De commissie wil onderstrepen dat dit vertrouwen terecht is, maar heeft ook moeten constateren dat de raad weinig betrokken was bij de ontwikkeling en implementatie van het ingrijpende OOT. Zo was er bijvoorbeeld geen contact met de Ondernemingsraad. Nu het museum op de drempel staat van een renovatie, tijdelijke plaatsing van de collectie elders en een mogelijke verplaatsing van de ingang, adviseert de commissie de Raad van Toezicht om een vinger aan de pols te houden en de directie goed te ondersteunen in deze fase. Samenvattend oordeel over het bestuur: voldoende 1.6 Het museum slaagt er in de beleidsontwikkelingen te vertalen naar concrete plannen en activiteiten. De commissie ziet zich genoodzaakt om dit criterium met een onvoldoende te beoordelen, maar wil deze beoordeling wel nadrukkelijk nuanceren. Op het gebied van de kerntaken, wetenschap en publiek, weet het museum juist goed plannen om te zetten in concrete projecten. Het brede scala aan tentoonstellingen en (bijbehorende) activiteiten getuigt daarvan. Het museum legt de lat voor zichzelf hoog. Dit loffelijk streven naar hoge kwaliteit heeft geleid tot een perfectionistische houding die als negatieve bijwerking heeft dat aan bepaalde processen en projecten te lang geschaafd wordt. Ook de voorheen onduidelijke wijze van projectorganisatie heeft een snelle uitvoering van activiteiten belemmerd. Aangezien het OOT pas recent zijn beslag heeft gekregen, kan de commissie niet bepalen of deze zwakte nu is opgelost. De veerkracht en de creativiteit in de organisatie is groot, maar wordt door perfectionisme gehinderd. Het OOT is 8

9 HOOFDSTUK 1: ALGEMEEN in de ogen van de commissie een proces dat het museum te zorgvuldig heeft willen vormgeven, waardoor het veel meer tijd gekost heeft dan nodig was en uiteindelijk leidde tot onrust in de organisatie. De commissie is ervan overtuigd dat het museum hoge kwaliteit zal blijven leveren als het sneller opereert en de perfectionistische houding enigszins laat varen. Het is bij sommige projecten en/ of processen goed mogelijk om alvast van start te gaan en gaandeweg zaken in te vullen zonder aan kwaliteit in te boeten. Samenvattend oordeel over de vertaling van beleidsontwikkeling: onvoldoende 1.7 Het museum is overtuigend in het bepalen van zijn positie in de samenleving Hoewel het percentage buitenlandse bezoekers zeer hoog is, weet het museum zich nationaal te positioneren door onder andere een actief tentoonstellingsbeleid en een breed scala aan educatieve programma s. Collectie, onderzoek en publiek zijn voor het museum met elkaar verbonden en het presenteren van de collectie gaat hand in hand met het doen van onderzoek en het vertalen daarvan naar het publiek. Om die rol goed te kunnen spelen kent het museum vele samenwerkingsverbanden met universiteiten. Samenwerking in Nederland lijkt beperkt tot het Kröller-Müller Museum, het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie, Rijksmuseum Amsterdam, Noordbrabants Museum, FOAM en het Filmmuseum, en in de nabije toekomst met de Hermitage. De commissie denkt dat een meer gestructureerde beleidsvisie op samenwerking en museale netwerking te overwegen valt. Het museum mag dan veel bezoekers uit het buitenland trekken, dit betekent niet dat de focus louter op deze groep bezoekers ligt. Met projecten als de MuseumPlusBus, de Turing Museumplein bus (beide in samenwerking met andere instellingen), de voor het VMBO op maat gemaakte educatieve programma s en de Vrijdagavonden maakt het museum duidelijk dat het zich richt op verschillende groepen in de samenleving die minder gemakkelijk over de drempel van een museum stappen. Tijdens de visitatie heeft het museum blijk gegeven van een ambitie om de groep volwassen bezoekers beter en op verschillende niveaus te bedienen. Daarmee toont het museum onder andere aan inzicht te hebben in de eigen positie en hoe deze te verbeteren is. Samenvattend oordeel over positiebepaling in de samenleving: goed 1.8 De toekomstvisie van het museum is actueel en relevant Het missie- en visiedocument van het museum is goed. Het beschrijft de doelstellingen op korte en middellange termijn en geeft aan welke positie het museum inneemt. De commissie beoordeelt de visie als goed, maar plaatst er wel een kanttekening bij. De beschrijving en de doelstellingen zijn soms wat abstract en het is om de doelstellingen te verwezenlijken nodig om concrete eindresultaten voor ogen te hebben. Aangeraden wordt om aan de hand van de visie concrete doelen te formuleren met een bijbehorend tijds- en stappenplan. In een periode waarin de nieuwe organisatiestructuur zich moet gaan bewijzen kunnen geconcretiseerde doelstellingen de ontwikkeling ondersteunen. Samenvattend oordeel over de actualiteit en relevantie van de visie: goed 9

10 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK 2 Publiek 2.1 Inleiding Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 2.2 De vaste presentatie biedt een relevant beeld van het verzamelgebied van het museum Het Van Gogh Museum is gehuisvest in een gebouw dat ontworpen werd door Gerrit Rietveld in de jaren zestig en geopend werd in Eind jaren negentig heeft men een forse aanbouw gerealiseerd die door zijn ronde vorm de aanwezigheid van het museum aan het Museumplein benadrukt. De nieuwe vleugel wordt gebruikt voor tijdelijke tentoonstellingen. De vaste collectie van het museum, die naast 200 schilderijen van Van Gogh veel tekeningen, prenten, brieven en archiefstukken bevat, wordt voor een groot gedeelte tentoongesteld. Naast de werken van Van Gogh wordt er ook actief werk verzameld en doelbewust een beeld gegeven van tijdgenoten, waardoor in de afgelopen decennia een representatief en kwalitatief beeld wordt gegeven. De bezoeker wordt in staat gesteld de ontwikkeling van Vincent van Gogh te volgen en zijn werk te vergelijken met andere kunstenaars uit die periode. De wijze waarop het museum de werken van Van Gogh en die van tijdgenoten met elkaar vermengt en presenteert wil de commissie als excellent beoordelen. Samenvattend oordeel over de vaste presentatie: excellent 2.3 De programmering en uitvoering van tijdelijke tentoonstellingen zijn van goede kwaliteit Tijdelijke tentoonstellingen vinden niet alleen plaats in het eigen gebouw, maar ook buiten de Nederlandse grenzen. Deze reizende tentoonstellingen trekken niet alleen veel bezoekers, maar worden ook zeer gewaardeerd. Het tentoonstellingsprogramma in het Van Gogh Museum kenmerkt zich door opvallende invalshoeken en onderwerpen, maar deze passen altijd in het profiel van het museum. Er is altijd een verband met het werk en/of het leven van Van Gogh dan wel met andere delen van de eigen collectie. De programmering wisselt bekende onderwerpen en kunstenaars af met minder bekende. Daarmee brengt het museum de wens om innovatief te zijn in de praktijk en laat het zien dat het kiest voor kwaliteit en niet voor de makkelijke weg naar succes. Met de tentoonstelling Snapshot maakt het museum duidelijk dat het verder kijkt dan alleen schilderijen en tekeningen en maakt het publiek deelgenoot van hoe fotografie beschouwd en gebruikt werd door kunstenaars. Soms grijpt het museum een restauratieproject aan om een tentoonstelling te maken, zoals gebeurde bij Slaapkamergeheimen in Met deze tentoonstelling maakte men het onderzoek naar en restauratie van het schilderij inzichtelijk voor publiek. Samenvattend oordeel over tijdelijke tentoonstellingen: goed 10

11 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK 2.4 De didactische kwaliteit van de publieksbegeleiding is toegesneden op de verschillende beoogde doelgroepen Het museum kent verschillende vormen van educatie en publieksbegeleiding en dit wordt door de instelling ook als één van de kerntaken gezien. Educatie wordt beschouwd als een interpretatie van de inhoud toegesneden op diverse doelgroepen. Dat het Van Gogh Museum het belangrijk vindt om (wetenschappelijk) onderzoek op een aansprekende manier te vertalen naar bezoekers wordt benadrukt doordat het museum educatie in de zelfevaluatie ondergebracht heeft in het hoofdstuk wetenschap. Het voert te ver om alle programma s hier te vermelden, maar het aanbod is uitgebreid en de commissie heeft geconstateerd dat het museum technische ontwikkelingen op de voet volgt en steeds onderzoekt of nieuwe technieken toegepast kunnen worden. De pilot voor Van Gogh Multimediaal met Augmented Reality is daarvan een voorbeeld. Succesvolle educatieve programma s zijn het kleuterprogramma rond Camille 1 en de Vrijdagavonden (zie ook volgende paragraaf). Ook legt het museum zich toe op het faciliteren van andere instellingen en organisaties buiten de museummuren vanuit het gedachtegoed van Van Gogh die zelf een sociaal bewogen mens was. De huidige omvang van de afdeling noopt tot het maken van keuzes, maar men werkt waar dat kan mee aan niet museale doelen. Bijvoorbeeld door het faciliteren van andere organisaties, zoals de IMC Weekendschool, die drempelverlagende activiteiten voor de eigen doelgroepen organiseert. De commissie heeft educatie beoordeeld met een voldoende. Dat het oordeel voldoende is, komt niet door een gebrek aan kwaliteit, maar doordat een doelgroepgericht beleid vooralsnog verder ontwikkeld c.q. geactiveerd moet worden. Per tentoonstelling wordt een educatief plan gemaakt waarbij een sterkte-zwakte analyse en een doelgroepbepaling is opgenomen. Deze specifieke programma s zijn van goede kwaliteit. Het museum voelt de afwezigheid van een overkoepelend educatief beleid als een gemis en is in 2011 gestart met de ontwikkeling van dit beleid waarin hoge ambities zijn verwerkt. De verwachting is dat dit afgerond wordt in het voorjaar van Voor volwassen bezoekers beschikt het museum over audiotours in acht talen, maar men is zelf van mening dat de publieksbegeleiding voor volwassen bezoekers meer aandacht mag krijgen in de nabije toekomst. Op dit moment leggen de capaciteit en faciliteiten in het gebouw beperkingen op aan het uitbouwen van deze educatieve activiteiten. De commissie onderschrijft dit, maar is ook van mening - gebaseerd op signalen van verschillende medewerkers- dat aan de leeftijdsgroep jaar meer aandacht besteed mag worden. De commissie beseft overigens dat het niet eenvoudig is om juist deze leeftijdscategorie gestructureerd te bereiken en dat het museum daarbij mede afhankelijk is van de samenwerking met middelbare scholen. De commissie heeft ook kunnen constateren dat er in de organisatie veel creativiteit aanwezig is en het hoopt dan ook dat het museum die creativiteit weet vast te houden in de nieuwe organisatiestructuur. Samenvattend oordeel over de didactische kwaliteit van de publieksbegeleiding: voldoende 1. Het kind Camille Roulin is door Van Gogh geportretteerd en maakt deel uit van de collectie van het museum. 11

12 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK 2.5 Evenementen passen binnen het profiel van het museum en versterken de maatschappelijke positie van het museum In zeven jaar zijn de Vrijdagavonden in het Van Gogh Museum uitgegroeid tot een bekend fenomeen. De programmering is gericht op publiek in de leeftijd van jaar. De programmering sluit vaak aan bij het thema van de tijdelijke tentoonstellingen, maar het museum gebruikt deze avonden ook om te experimenteren. De Vrijdagavonden zijn succesvol, maar vergen ook veel energie en inzet van de organisatie waardoor het Van Gogh Museum op dit moment het enige museum is dat structureel avondopenstellingen aanbiedt. Een ander groot evenement dat veel publiek trekt is de MuseumN8. Kleinere terugkerende evenementen zijn de zondagmiddaglezingen die maandelijks worden gegeven. Daarnaast is het museum al een tijd actief met evenementen die via internet plaatsvinden. Een goed en recent voorbeeld van een dergelijke activiteit is de Take a snapshot wedstrijd naar aanleiding van de Snapshot tentoonstelling. Via de website en sociale media werd het publiek opgeroepen snapshots met bepaalde thema s in te leveren. Samenvattend oordeel over evenementen: goed 2.6 Het museum benut op een effectieve manier marketing- en PR-instrumenten Uit diverse onderzoeken die het museum heeft laten uitvoeren blijkt dat het merk Van Gogh sterk is. Het Van Gogh Museum heeft echter relatief laat een marketingafdeling in de organisatie opgenomen. Museale marketing is in Nederland vrij laat gangbaar geworden en het Van Gogh Museum heeft een voor Nederland bijzonder, dominant internationaal bezoekersprofiel en een gunstige financiële situatie. Door die gunstige uitgangspositie ontbrak een sterke prikkel om op dit vlak verder te ontwikkelen. In de nieuwe structuur valt de marketing onder de sector Publiekszaken waar ook communicatie, publicaties, fondsenwerving, relatiebeheer en de bezoekerservice onder vallen. De nieuwe marketingafdeling moet zich nog bewijzen en de commissie heeft kunnen constateren dat de aanzetten goed zijn. Zo is men zelf van mening dat het hebben van twaalf merkwaarden te veel is en dat men waarschijnlijk beter kan inzetten op drie merkwaarden. De commissie sluit zich hierbij aan, maar wil wel een aantal aanbevelingen doen op dit onderwerp. Een overkoepelend commercieel beleid lijkt te ontbreken, wat overigens niet wegneemt dat het museum op commercieel gebied succesvol is. De afwezigheid van een visie op een inhoudelijk en strategisch marketingbeleid is een omissie die door het museum moet worden ingevuld. Van belang daarbij is een strategische besluitvorming en prioritering van mogelijkheden om het merk Van Gogh te activeren en exploiteren. Een verkenning van verschillende businessmodellen wordt aangeraden om een verdere visie hierop te ontwikkelen. Positief en opvallend was dat bij afdelingen binnen de sector Museale Zaken gevoel voor commercie aanwezig is (vanuit kwaliteit) en in de organisatie affiniteit en een open houding ten opzichte van commerciële activiteiten waarneembaar is. Het museum wordt aangeraden om van deze potentie in de organisatie gebruik te maken. Het Van Gogh Museum beschikt over uitgebreide gegevens over hun bezoekers en de waardering die zij hebben. Het museum heeft echter niet geheel duidelijk kunnen maken in hoeverre deze gegevens gebruikt worden om het marketingbeleid vorm te geven. Wel worden deze cijfers ingezet om op bezoekersstromen te anticiperen en om bepaalde activiteiten te plannen. De commissie wil onderstrepen dat het hebben van goede gegevens van groot belang is, maar wil ook benadrukken dat het inzetten van die gegevens van even groot belang is. 12

13 HOOFDSTUK 2: PUBLIEK Op het gebied van communicatie functioneert het Van Gogh Museum goed. De afdeling is onderverdeeld in vier onderdelen: corporate communicatie/marketingcommunicatie, interne en online communicatie en persvoorlichting. Door deze onderverdeling kan de communicatie goed gericht worden en het museum slaagt hier ook in. Daarnaast heeft de commissie waargenomen dat de afdeling goed weet wat de uitdagingen voor de nabije toekomst zijn, zoals de vergroting van de participatie van het publiek, online-aanwezigheid in combinatie met een webstrategie die aangepast kan worden aan snel veranderende omstandigheden en het ontwikkelen van maatwerkcommunicatieconcepten als tegenprestatie voor sponsoren. Samenvattend oordeel over de marketing en PR: in ontwikkeling 2.7 Het museum is ten behoeve van diverse doelgroepen op een relevante en toegankelijke manier aanwezig in nieuwe media De website van het Van Gogh Museum biedt een schat aan informatie en is deels beschikbaar in zes talen. De wijze waarop het museum in het gebouw werken van tijdgenoten combineert en in aanraking brengt met de werken van Van Gogh komt ook terug op de website. Het museum heeft aangegeven dat de website tegen de grenzen van het mogelijke aanloopt en men is inmiddels gestart met het ontwikkelen van een nieuwe website waarin de diverse databases met elkaar geïntegreerd kunnen worden. Deze ontwikkeling maakt deel uit van de eerder genoemde webstrategie. Het museum is al enige tijd actief op platformen van sociale media en ziet dit ook als een platform om in gesprek te gaan met het publiek. Men slaagt erin om een tweezijdige communicatie op te zetten met gebruikers. Het museum experimenteert ook met activiteiten via sociale media en biedt een gratis applicatie voor Iphone/IpodTouch aan die vele schetsen, tekeningen, schilderijen en video-interviews met brievenexperts biedt. Samenvattend oordeel over de toegankelijkheid in nieuwe media: goed 13

14 HOOFDSTUK 3: COLLECTIE 3 Collectie 3.1 Inleiding De collectie van het Van Gogh Museum is op een bijzondere wijze tot stand gekomen. De kern van de huidige verzameling wordt gevormd door de zogenoemde familiecollectie. De werken en objecten uit deze groep komen uit het bezit van de oprichter van het museum, V.W. van Gogh. In 1962 werd deze collectie overgedragen aan de Van Gogh Stichting die het in permanent bruikleen gaf aan de Nederlandse Staat. In 1973 werd deze ondergebracht in het huidige museum. De groep werken en objecten valt in drie categorieën uiteen: schilderijen en tekeningen, correspondentie en de collectie van Theo en Vincent. In de loop van de tijd heeft het museum de collectie van het museum uitgebreid met werken van Van Gogh en tijdsgenoten. In 1996 werd de collectie van Andries Bonger toegevoegd die tijdens zijn leven een voor zijn tijd vooruitstrevende verzameling van voornamelijk Franse eigentijdse schilderijen, tekeningen, grafiek en kunstnijverheid bijeenbracht. Sinds 1990 beheert het Van Gogh Museum ook de Mesdag Collectie die gehuisvest is in het voormalig woonhuis van de schilder H.W. Mesdag. De 350 werken en ruim 500 voorwerpen vormen een goede aanvulling op de collectie van het Van Gogh Museum. De kern bestaat uit Franse en Nederlandse schilderijen en tekeningen uit de periode Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 3.2 Het collectiebeleid van het museum is passend bij de doelstelling en wordt consequent toegepast bij beslissingen tot aankoop of afstoot Op het moment van de visitatie was het collectieplan dat het document uit 2000 moest opvolgen nog niet helemaal afgerond, maar het zal naar verwachting begin 2012 gereed komen. Omdat het oude plan geen breed bereik had binnen de museale organisatie werd de noodzaak gevoeld om een nieuw plan te schrijven dat op strategisch niveau een onderdeel van het beleid van de sector Museale Zaken vormt. In het Collectieplan worden de verschillende collectieonderdelen beschreven en wordt aangegeven waar zich hiaten bevinden. In het oude plan werden aspecten als collectiebeheer, restauratie en bruikleenverkeer buiten beschouwing gelaten. In het nieuwe plan zijn deze aspecten wel opgenomen. Het museum is grondig te werk gegaan en heeft onder andere met interne en externe belanghebbenden gesproken. Ook is een marktonderzoek uitgevoerd voor wat betreft de wensen en mogelijkheden voor collectieverwerving. De commissie mist in het plan wel een duidelijke positionering van de deelcollecties, maar krijgt de indruk dat de (inter) nationale positionering van de collectie wel een duidelijke een rol heeft gespeeld bij het stellen van de prioriteiten aangaande verwervingen. De aanwinsten van de afgelopen jaren kenmerken zich door hoge kwaliteit en hebben de collectie op onderdelen en als geheel versterkt. Men ziet echter ook knelpunten in de toekomst zoals hoge marktprijzen en de toenemende afhankelijkheid van derden met betrekking tot financiële ondersteuning. De bestaande aankoopprocedure en de afhankelijkheid van derden maakt het lastig om snel te kunnen reageren als werken op de markt komen waar snel handelen van groot belang is. De prioritering in het nieuwe collectieplan moet er onder meer voor zorgen dat het museum sneller en efficiënter in actie kan komen. Het Van Gogh Museum is goed op 14

15 HOOFDSTUK 3: COLLECTIE de hoogte in welke collecties bepaalde werken zich bevinden en onderhoudt nauwe contacten met eigenaren en verzamelaars. Desondanks is het museum zeer realistisch waar het gaat om mogelijkheden om verwervingen te kunnen realiseren. Doordat de verzameling relatief beperkt is wat omvang betreft, is het onderwerp afstoting een weinig relevant thema. In het verleden heeft het museum collectieonderdelen die minder goed pasten in het presentatiebeleid in langdurig bruikleen gegeven aan andere instellingen. Voor de periode zijn er geen voornemens voor afstoting van objecten. Samenvattend oordeel over het collectiebeleid: goed 3.3 Het museum heeft zijn collectiebeheer op orde, zowel qua registratie en documentatie als qua restauratie en conservering De registratie van de verzamelingen is volledig en het niveau van documentatie is goed. In het verleden heeft het museum geconstateerd dat de registratie kwantitatief wel volledig was, maar dat er kwalitatief nog een wereld te winnen was. Er is na deze constatering gestart met een nieuwe collectiedatabase (AdLib Museum Plus), een proces dat nog steeds gaande is. Het is de wens om de database te koppelen aan een systeem met multimediale bestanden. Dit technisch complexe proces is nog in ontwikkeling. De commissie heeft kunnen constateren dat beide processen met grote zorgvuldigheid worden ontwikkeld. Bijzonder is het project dat in 2009 is afgerond en waarin de correspondentie van Vincent van Gogh niet alleen gedigitaliseerd is, maar ook van annotaties is voorzien. Dit project is uitgevoerd op een kwalitatief hoog niveau en heeft zijn neerslag gekregen in zowel een papieren publicatie, als een digitale voor het publiek toegankelijke database. Daarnaast heeft het museum diverse bestandscatalogi uitgegeven die deelcollecties behandelen. Het museum heeft een eigen restauratieatelier en werkt veel samen met het atelier van het Kröller-Müller Museum in Otterlo. Vier vaste restauratoren richten zich op de schilderijen in de collectie. Voor andere materialen wordt gebruik gemaakt van externe experts waarmee het museum al een langdurige samenwerking heeft opgebouwd. Het Van Gogh Museum initieert en participeert actief in wetenschappelijk interdisciplinair onderzoek. Een recent voorbeeld hiervan is het onderzoek naar de atelierpraktijk van Van Gogh en zijn tijdgenoten in het De Mayerne-programma. De collectie van het museum is van wereldformaat en de commissie concludeert dat men internationaal op wetenschappelijk gebied een bijbehorende rol speelt. De Erfgoedinspectie heeft in de monitor die in 2009 heeft plaatsgevonden aangegeven dat er actie ondernomen dient te worden op het gebied van klimaatbeheersing, lichtplannen en de beheersing van ongedierte. Het klimaat wordt wel nauwkeurig gemonitord. Bij het opstellen van het Collectiebeheerplan heeft het museum deze aspecten meegenomen en in een planning opgenomen. Ook andere aspecten die de Erfgoedinspectie als zwak beoordeelde zijn verbeterd. Zo is de formatie voor conserveringsmedewerkers uitgebreid en is het CollectieHulpVerleningsplan aangepast. Samenvattend oordeel over de het collectiebeheer: goed 15

16 HOOFDSTUK 3: COLLECTIE 3.4 De collectie is digitaal in voldoende mate toegankelijk voor vakgenoten en publiek Een deel van de collectie is ontsloten door middel van papieren publicaties en door verschillende databases. Boeken worden in eigen beheer uitgegeven of in samenwerking met (inter)nationale uitgeverijen. Op de website van het museum wordt de collectie ontsloten door middel van verschillende ingangen. Bezoekers kunnen kiezen voor acht categorieën: alfabetisch, landschappen, zelfportretten, portretten, tekeningen, boerenleven, stillevens en overig. Ook kan gekozen worden om het werk van de schilder te bekijken per periode en is er een aparte ingang voor werk van tijdgenoten. Het onderzoek naar de collectie brieven is in 2009 met (inter)nationale aandacht gepubliceerd en tegelijkertijd met de publicatie is ook een nieuwe database toegankelijk gemaakt (vangoghletters. org). Deze database geeft op verschillende manieren toegang tot de brieven van Van Gogh waarbij zowel de professionele gebruiker als de algemeen geïnteresseerde een weg wordt gewezen door de correspondentie. Bijzonder is dat deze database via computers ook te gebruiken is voor bezoekers van het museum. De digitaal beschikbare collectie is ook toegankelijk via andere platforms zoals hetgeheugenvannederland.nl (archivalia en autografen) en het Google Art Project. Ook de bibliotheekcollectie is toegankelijk via de website. De commissie onderschrijft de wens van het museum om een nieuwe structuur voor de website te ontwikkelen waarin de verschillende databases voor de bezoeker makkelijker vindbaar en bruikbaar zijn. Zeker nu het museum werkt aan een volledige digitalisering van de collectie. Samenvattend oordeel over de digitale toegankelijkheid: goed en in ontwikkeling 3.5 Het museum slaagt er in om de toegankelijkheid van de collectie te vergroten door activering en mobiliteit daarvan Het beheren, onderzoeken en presenteren van een collectie van wereldbelang brengt met zich mee dat het aantal aanvragen voor bruiklenen aanzienlijk is. Het museum neemt zelf ook het initiatief tot het organiseren van tentoonstellingen in het buitenland, maar aan de mobiliteit moeten behoudsmatige grenzen worden gesteld en er moet een balans gezocht worden tussen enerzijds de materiële toestand van de werken en anderzijds de mogelijkheid om werken te laten reizen. Daarnaast bestaat ook de noodzaak om de in essentie beperkte collectie op topniveau aan te bieden voor bezoekers in eigen huis. De directie en staf zijn zich terdege van dit spanningsveld bewust en zoeken daarin per opportuniteit naar een verantwoorde afweging van belangen. Tentoonstellingen in onder andere Azië zijn bijzonder succesvol en naast het toegankelijk maken van de collecties geldt ook als bijkomend voordeel dat deze tentoonstellingen bijdragen aan de eigen inkomsten van het museum. Hoewel de collectie nog niet geheel digitaal toegankelijk is, heeft het museum wel diverse databases die voor het publiek toegankelijk zijn. Opvallend is de publieksvriendelijkheid die de databases uitstralen. Samenvattend oordeel over de activering van de collectie: goed 16

17 HOOFDSTUK 4: WETENSCHAP 4 Wetenschap 4.1 Inleiding Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 4.2 De kwaliteit en de kwantiteit van het wetenschappelijk onderzoek zijn passend binnen de doelstellingen van het museum Er kan gerust gesteld worden dat het Van Gogh Museum een autoriteit is op het gebied van Van Gogh en de opgebouwde reputatie is sterk. De combinatie van schilderijen, tekeningen en correspondentie biedt een vruchtbare bodem voor onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek, kunsthistorisch en materiaaltechnisch is een speerpunt van het museum en is al decennia een integraal onderdeel van het beleid. Voor het museum ligt onderzoek dan ook ten grondslag aan tentoonstellingen, (educatieve) activiteiten en publicaties. Uit de zelfevaluatie en de gesprekken blijkt dat de kwaliteit én de kwantiteit van het onderzoek zeer goed is. De jarenlange focus op het onderzoek als fundament voor alle activiteiten heeft geleid tot resultaten die niet alleen in het wetenschappelijke veld een grote rol spelen, maar die ook worden ingezet om de publieksactiviteiten te ondersteunen en de kennis op een aansprekende manier over te dragen op diverse doelgroepen. Het beleid voor wetenschappelijk onderzoek is goed ontwikkeld en men heeft duidelijk omschreven hoe men het onderzoek wil vormgeven. Ook heeft men goed in beeld gebracht welke onderwerpen of collectieonderdelen in de toekomst aandacht behoeven en men heeft kritisch onderzocht waar processen in de organisatie verbeterd kunnen worden. Het Van Gogh Museum is zonder enige twijfel in binnen- en buitenland de referentie instelling en het kenniscentrum inzake leven en werk van Van Gogh en heeft in deze een unique selling point met wereldwijde relevantie. Het besluit van de staatssecretaris om het budget voor wetenschappelijk onderzoek in te trekken terwijl het museum op dit vlak zo goed presteert heeft de commissie verbaasd. Samenvattend oordeel over het wetenschappelijk onderzoek: excellent 17

18 HOOFDSTUK 4: WETENSCHAP 4.3 Het wetenschappelijk onderzoek in het museum draagt bij aan het relevante wetenschappelijke discours Het museum heeft veel uiteenlopende samenwerkingsverbanden met universiteiten en andere instellingen. Deels komt dat doordat het Van Gogh Museum een knooppunt vormt door zijn collectie, maar daarnaast is de instelling zelf ook actief in het zoeken naar en aangaan van samenwerkingsverbanden. Men heeft zichzelf ten doel gesteld de goede reputatie verder te verstevigen door een betere samenhang tussen de onderzoeksactiviteiten en programma s te bewerkstelligen en het realiseren van een digitaal kennis- en onderzoekscentrum. Deze wensen voor de toekomst nemen niet weg dat het museum met de bestaande samenwerkingsrelaties op kunsthistorisch en materiaaltechnisch gebied een goede bijdrage levert aan het wetenschappelijk onderzoek. Voorbeelden daarvan zijn Van Goghs Atelierpraktijk met Rijkdsdienst voor Cultureel Erfgoed en Shell en het Automatic Thread Count project met Cornell University. Het Van Gogh Museum organiseert jaarlijks verschillende activiteiten om de studie van de kunst van de 19 e eeuw te stimuleren. Samenvattend oordeel over de bijdrage aan het wetenschappelijk discours: goed 4.4 De kwaliteitsborging van de output van het wetenschappelijk onderzoek is op orde Door de vele samenwerkingsverbanden met andere (internationale) grote organisaties wordt de kwaliteit indirect gewaarborgd. Daarnaast werkt het museum met interne en externe redactieraden die de kwaliteit van de publicaties beoordelen. In hoofdstuk 1 is gerefereerd aan de perfectionistische houding in de organisatie en ook voor het wetenschappelijk onderzoek legt men de lat voor zichzelf hoog. De kwaliteit van de bestandscatalogi Schilderijen I en II, de publicatie van het Brievenproject en de tentoonstellingscatalogi zijn hoog en het museum speelt een rol als kennis- en informatiecentrum. Hieruit blijkt dat de kwaliteitsborging van een goed niveau is. Samenvattend oordeel over de kwaliteitsborging van onderzoek: goed 4.5 Het museum deelt zijn kennis met derden open en doelgroepgericht De kernwoorden die geformuleerd zijn in het beleidsplan voor wetenschappelijk onderzoek zijn helder: kwalitatief-hoogstaand, creatief en innovatief, toegankelijk en zichtbaar, samenhangend en gemeenschappelijk. Deze kernwoorden die verder zijn uitgewerkt in doelstellingen geven aan dat het Van Gogh Museum zijn collectie en kennis wil delen, waarbij de vertaling naar een algemeen geïnteresseerd publiek van groot belang wordt gevonden. In hoofdstuk 2 is gezegd dat de website van het museum tegen zijn digitale grenzen aanloopt en dat men dit op relatief korte termijn wil verbeteren om het delen van kennis en informatie te verbeteren. De commissie onderschrijft dit, omdat niet alle interessante onderzoeksprojecten nu vindbaar zijn voor bezoekers. De projecten en databases die wel ter beschikking staan, zijn voor zowel professionals als algemeen publiek geschikt. Voorbeelden daarvan zijn Vangoghsatelierpraktijk.nl en de al eerder genoemde vangoghletters.org. Daarnaast is al het educatieve materiaal (dat zijn basis heeft in het onderzoek) vrij toegankelijk via de website. Samenvattend oordeel over de kennisdeling met derden: excellent 18

19 HOOFDSTUK 5: BEDRIJF 5 Bedrijf 5.1 Inleiding Aan het einde van de paragrafen vindt u het oordeel van de commissie over de deelvragen die horen bij het beoordelingskader (zie bijlage 3). 5.2 De organisatie van het museum is effectief toegesneden op de doelstellingen van het museum Nu de nieuwe structuur naar aanleiding van het OOT zijn beslag heeft gekregen, is een organisatie ontstaan met drie sectoren (Museale Zaken, PublieksZaken en Bedrijfsvoering) waaronder in totaal 15 afdelingen vallen. De span of control is verkleind, terwijl de algemene trend is om deze juist te vergroten. Het is de commissie niet op alle punten duidelijk geworden waarom bepaalde keuzes gemaakt zijn. Het ontwikkelingsproces om tot deze verandering te komen heeft lang geduurd en wekt de indruk van stroperigheid. Men heeft beseft dat een dergelijk traject complex is voor een organisatie ter grootte van het Van Gogh Museum en daardoor is men voorzichtig geweest met de ontwikkeling en voortgang. De commissie is van mening dat voor de organisatie meer snelheid wenselijk was geweest. Vanaf 2008 is veel aandacht geweest voor projectmatig werken in de organisatie en bij de invoering van het OOT is er een projectbureau toegevoegd die een horizontaal verbindend element vormt tussen de drie sectoren. Uit de gesprekken en de zelfevaluatie blijkt dat de nieuwe werkwijze zich nog moet zetten. Dat nog niet alles uitgekristalliseerd is, komt doordat iedereen in de organisatie nog niet gewend is geraakt aan de nieuwe structuur, maar ook doordat verantwoordelijkheden en bevoegdheden nog niet volledig zijn vastgelegd. Dit brengt niet alleen onduidelijkheid met zich mee, maar ook een risico waar het museum zich nu zeer bewust van moet zijn. Omdat projecten en processen voortgezet worden, komen nog niet vastgelegde bevoegdheden en verantwoordelijkheden te liggen bij afdelingen of functies waar ze wellicht niet gewenst zijn. Het is daarom zeer aan te raden om hier op korte termijn aandacht aan te schenken voordat natuurlijk gevormde structuren geconsolideerd zijn door de tijd. Samenvattend oordeel van de commissie over de organisatie van het museum: in ontwikkeling 5.3 Het personeel van het museum is kwalitatief en kwantitatief in staat om een optimale bijdrage te leveren aan de realisatie van de doelstellingen De lange doorlooptijd van het OOT heeft voor onzekerheid en onduidelijkheid gezorgd in de organisatie. Desondanks is men erin geslaagd om tentoonstellingen, publicaties en projecten van hoge kwaliteit te realiseren en dit toont de algehele kwaliteit, betrokkenheid en flexibiliteit van de organisatie aan. In alle gesprekken is gebleken dat men zichzelf ziet als onderdeel van een groter geheel. Waar men in grotere organisaties soms moeite heeft om verder te kijken dan de eigen afdelingsdoelstellingen, is deze houding bij het Van Gogh Museum afwezig. De reden om dit criterium slechts met een voldoende te beoordelen is ingegeven door de afwachtendheid die voelbaar is in de organisatie en de vooralsnog overheersende interne gerichtheid. Het laatste is een risico dat samenhangt met grote structuurveranderingen. Benadrukt moet worden dat de commissie niet van mening is dat de organisatie volledig intern gericht is. Het algemene beleid waarin onderzoek, collectie en publiek met elkaar worden 19

20 HOOFDSTUK 5: BEDRIJF verbonden door tal van activiteiten weerspreekt dit. Een grote en succesvolle organisatie loopt altijd een risico dat de externe gerichtheid afneemt en de directie van het Van Gogh Museum heeft zich dit al vóór de visitatie gerealiseerd. De commissie beveelt aan om dit als één van de belangrijke aandachtspunten voor de nabije toekomst te beschouwen. Een ander aandachtspunt is het al eerder beschreven perfectionisme waardoor de uitvoering te lang op zich laat wachten en het aanwezige potentieel in de organisatie niet maximaal wordt benut. Het museum heeft in het verleden al laten zien dat het durf heeft om experimenten aan te gaan en de commissie denkt dat de door het museum gewenste dynamiek bereikt kan worden als men de lat iets minder hoog legt zonder aan ambitie en kwaliteit in te hoeven boeten. Samenvattend oordeel van de commissie over het personeel van het museum: voldoende 5.4 De (financiële) planning- & controlcyclus van het museum levert relevante sturingsinformatie en biedt mogelijkheden tot tijdig bijsturen Nu het OOT zijn beslag heeft gekregen moeten de planning- en controlcycli van het museum worden aangepast aan de nieuwe situatie. Uit de zelfevaluatie en bijlagen blijkt dat de organisatie dit in een vroeg stadium heeft opgepakt en vorm heeft gegeven. De commissie constateert dat de planning- en controlcycli in het museum goed zijn. In grote organisaties is het niet altijd eenvoudig om een goed niveau van kostenbewustzijn en efficiëntie te behalen. De commissie is van mening dat het kostenbewustzijn in de organisatie vergroot kan worden. Door het succes en het hoge percentage eigen inkomsten is de organisatie minder gericht op kostenbewustzijn en -effciëntie. Nu de span of control verkleind is en er sprake is van een steeds verder terugtredende overheid, is het van groot belang dat kostenbewustzijn en efficiëntie meer aandacht krijgen, evenwel zonder de dynamiek en creativiteit uit de organisatie te halen. Samenvattend oordeel over de planning & controlcyclus: goed 5.5 De opvolging van calamiteiten, zowel in de publieksruimtes als in de depotruimtes is in de organisatie van het museum geborgd Het Van Gogh Museum beschikt over een integraal beveiligingsplan dat in 2005 is ontwikkeld. Nadat het plan is vastgesteld is de beveiligingsorganisatie van het museum aangepast. In 2011 zijn de gestelde doelstellingen behaald en de commissie heeft geconstateerd dat door input van eigen medewerkers, maar ook derden, aanpassingen of veranderingen worden aangebracht in het plan en/of procedures. Sinds 2009 deelt het Van Gogh Museum een meldkamer met het Rijksmuseum. In eerste instantie zou ook het Stedelijk Museum gebruik maken van deze gezamenlijke meldkamer, maar dit museum heeft zich teruggetrokken. Het museum heeft ook een Ontruimingsplan en er is recentelijk geoefend. Andere onderdelen van het beveilingsplan worden regelmatig geoefend aan de hand van een oefenschema, waarbij minstens eenmaal per jaar een grote oefening met hulpdiensten en bezoekers plaatsvindt. Andere procedures en onderdelen worden maandelijks of wekelijks getest. Samenvattend oordeel over de opvolging van calamiteiten: goed 20

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e

r V a ispiptatori Rijksmuseum Twenthe t e apport isitatie Rijksmuseum Twenthe Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

r V a ispiptatori Persmuseum t e

r V a ispiptatori Persmuseum t e apport isitatie Persmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5 Bestuur

Nadere informatie

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg

Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg apport isitatie Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg Voorwoord Voorwoord Het Joods Historisch Museum en de Hollandsche Schouwburg zijn belangrijke instituten voor Nederland en de museale

Nadere informatie

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te

We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te Aanbevelingen Rekenkamer t.a.v. Drukte Amsterdam december 2016 Aanbevelingen We doen zeven aanbevelingen om de aanpak van drukte en de leefbaarheid te verbeteren. Vier aanbevelingen hebben betrekking op

Nadere informatie

Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis

Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis APPORT ISITATIE Koninklijk Kabinet van Schilderijen Mauritshuis INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) is een kunsthistorisch kenniscentrum dat de collectie archief-, documentatie- en bibliotheekmateriaal

Nadere informatie

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen

Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen Position Paper: Governance in het Stedelijk Museum Amsterdam, zoals ontwikkeld tussen 2015-2018 1. Inleiding Dit position paper heeft ten doel op hoofdlijnen weer te geven op welke wijze het Stedelijk

Nadere informatie

Monitor Erfgoedinspectie

Monitor Erfgoedinspectie Erfgoedinspectie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Monitor Erfgoedinspectie Staat van de naleving 2011-2012 Bijlage: Integrale vragenlijst met antwoorden, toezichtveld collecties 1 Monitor

Nadere informatie

R V A ISPIPTATORI Zuiderzeemuseum T E

R V A ISPIPTATORI Zuiderzeemuseum T E APPORT ISITATIE Zuiderzeemuseum INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8

Nadere informatie

Keramiekmuseum Princessehof

Keramiekmuseum Princessehof apport isitatie Keramiekmuseum Princessehof Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden

Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde. Leiden apport isitatie Stichting Rijksmuseum voor Volkenkunde Leiden voorwoord Voorwoord Voor u ligt het eerste visitatierapport over een museum. Dit rapport is in opdracht van de minister van OCW, Ronald Plasterk,

Nadere informatie

Kröller-Müller Museum

Kröller-Müller Museum apport isitatie Kröller-Müller Museum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Museum de Gevangenpoort

Museum de Gevangenpoort apport isitatie Museum de Gevangenpoort Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie

Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie apport isitatie Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek

NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek NMV Museumcongres 2011 Musea en onderzoek 1. In welk museum werkt u? 61 2. Type museum? Kunst 36,1% 22 Cultuurhistorisch 47,5% 29 Natuurhistorisch 3,3% 2 Bedrijf en techniek 6,6% 4 Wetenschap 3,3% 2 Volkenkundig

Nadere informatie

r V a ispiptatori Teylers Museum t e

r V a ispiptatori Teylers Museum t e apport isitatie Teylers Museum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 7 1.5

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting Jan Zondag

Beleidsplan Stichting Jan Zondag Beleidsplan Stichting Jan Zondag 2016-2019 Beleidsplan Stichting Jan Zondag 2016-2019 1. Inleiding 2. Missie, visie en statutaire doelstelling 2.1 Missie 2.2 Visie en statutaire doelstellingen 2.3 Bestemming

Nadere informatie

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan? HET PROJECTPLAN a) Wat is een projectplan? Vrijwel elk nieuw initiatief krijgt de vorm van een project. In het begin zijn het wellicht vooral uw visie, ideeën en enthousiasme die ervoor zorgen dat de start

Nadere informatie

Rijksmuseum van Oudheden

Rijksmuseum van Oudheden APPORT ISITATIE Rijksmuseum van Oudheden INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken

Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Auditrapportage 3 e ronde Certificeringsnorm Openbare Bibliotheken Rapportage van resultaten naar aanleiding van de certificeringsaudit gehouden op in Opgesteld door: Stichting Certificering Openbare Bibliotheken

Nadere informatie

Het Scheepvaartmuseum

Het Scheepvaartmuseum apport isitatie Het Scheepvaartmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Stichting Museum Catharijneconvent. Utrecht

Stichting Museum Catharijneconvent. Utrecht apport isitatie Stichting Museum Catharijneconvent Utrecht voorwoord Voorwoord Kan het eigenlijk wel, een museum visiteren? De visitatiecommissie stelde vast dat als een museum aan een dergelijke proef

Nadere informatie

Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur

Raad voor cultuur Raad voor cultuur Raad voor cultuur R.J.Schimmelpennincklaan 3 Postbus 61243 2506 AE Den Haag Telefoon +31(0)70 310 66 86 Fax +31(0)70 361 47 27 e-mail cultuur@cultuur.nl www.cultuur.nl De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Nadere informatie

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis

Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis APPORT ISITATIE Nederlands Centrum voor Biodiversiteit Naturalis INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten

Nadere informatie

R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E

R V A ISPIPTATOR Geldmuseum I Utrecht T E APPORT ISITATIE Geldmuseum Utrecht INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Samenvatting visitatierapport

Samenvatting visitatierapport Samenvatting visitatierapport Visitatie, de voorbereiding Visitatie is, als onderdeel van de Aedescode, voor leden van branchevereniging Aedes verplicht. Naast een verantwoordingsinstrument is visitatie

Nadere informatie

Model procedure tentoonstellen

Model procedure tentoonstellen Model procedure tentoonstellen Proceseigenaar: Hoofd Publiek / Projectleider tentoonstellen Akkoord door: Functie: Datum: 101125 DEF Qmus Model PRO Tentoonstellen.doc Pagina 1 van

Nadere informatie

R V A ISPIPTATORI Afrika Museum T E

R V A ISPIPTATORI Afrika Museum T E APPORT ISITATIE Afrika Museum INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 8 1.5

Nadere informatie

Beleidsplan. Streekmuseum Oudheidkamer Reeuwijk 2013-2018

Beleidsplan. Streekmuseum Oudheidkamer Reeuwijk 2013-2018 Beleidsplan Streekmuseum Oudheidkamer Reeuwijk 2013-2018 1 1. Inleiding Pagina 3 2. Doelstellingen 3 3. Collectie 4 4. Tentoonstellingen 4 5. Organisatie 5 6. Samenvatting 6 2 1. INLEIDING Voor u ligt

Nadere informatie

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden

Programma van Eisen voor de Call Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Gedeelde geschiedenis amsterdam.nl/gedeeldegeschiedenis Verkenning Nationale Museale Voorziening Slavernijverleden Inleiding De keuze voor een Call Vereiste gegevens Planning Procedure toetsing en beoordeling

Nadere informatie

r V a ispiptatori Paleis het Loo t e

r V a ispiptatori Paleis het Loo t e apport isitatie Paleis het Loo Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie 7 1.5

Nadere informatie

Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Muiden

Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Muiden apport isitatie Stichting Rijksmuseum Muiderslot Muiden voorwoord Voorwoord Voor u ligt het visitatierapport van de Stichting Rijksmuseum Muiderslot. Dit rapport is in opdracht van de minister van OCW,

Nadere informatie

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP)

Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) Visiedocument Expertisenetwerk Kinder- en Jeugdpsychiatrie (EKJP) I/ Inleiding Het aantal kinderen en jongeren met ernstige psychische problemen is goed bekend. Zowel in Nederland als in andere landen

Nadere informatie

Vragenlijst Museumregister

Vragenlijst Museumregister 1. Rechtspositie, bestuur en beleid 1.0 Is uw instelling een museum in de zin van de ICOM museumdefinitie? 1.1 Beschikt het museum over een document waaruit de rechtspositie en het niet op winst-gerichte

Nadere informatie

HET ONDERNEMENDE MUSEUM DOOR WANDA BORTER & CHANTAL BLEEKER

HET ONDERNEMENDE MUSEUM DOOR WANDA BORTER & CHANTAL BLEEKER HET ONDERNEMENDE MUSEUM DOOR WANDA BORTER & CHANTAL BLEEKER Tien visies voor cultureel ondernemerschap in kleine en middelgrote musea Introductie Cultureel ondernemerschap: er is ondertussen al veel over

Nadere informatie

Reflectie over de criteria uitvoeringsbesluiten Museumoverleg. Gezamenlijk standpunt landelijk en regionaal ingedeelde musea

Reflectie over de criteria uitvoeringsbesluiten Museumoverleg. Gezamenlijk standpunt landelijk en regionaal ingedeelde musea Reflectie over de criteria uitvoeringsbesluiten 2016 Museumoverleg Gezamenlijk standpunt landelijk en regionaal ingedeelde musea 20.02.2017 LANDELIJKE EN REGIONALE MUSEA: BELANG VAN SOLIDARITEIT Deze tekst

Nadere informatie

2 9 JAN.2015 Bestuurlijke reactie op conceptrapport 'Zicht op bezuinigingen, bezuiniging op cultuur'

2 9 JAN.2015 Bestuurlijke reactie op conceptrapport 'Zicht op bezuinigingen, bezuiniging op cultuur' Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Drs. S.J. Stuiveling President Algemene Rekenkamer Postbus 20015 2500 EA Den Haag Datum Betreft 2 9 JAN.2015

Nadere informatie

Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale. collecties en archieven. #informatieplan

Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale. collecties en archieven. #informatieplan Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale collecties en archieven #informatieplan Het informatieplan: instrument voor een succesvolle omgang met je digitale collecties

Nadere informatie

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a

Functiebeschrijving TEAMVERANTWOORDELIJKE CULTUURCENTRUM A1a2a3a Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Evenementenbeleid een strategisch marketing instrument. Conrad van Tiggelen Directeur Marketing

Evenementenbeleid een strategisch marketing instrument. Conrad van Tiggelen Directeur Marketing Evenementenbeleid een strategisch marketing instrument Conrad van Tiggelen Directeur Marketing Mechelen, 11 oktober, 2013 1990 Blokrijden Overzichtstentoonstelling Vincent van Gogh Van Goghmuseum - Kröller-Müller

Nadere informatie

1 Visie op de webpresentatie

1 Visie op de webpresentatie 1 Visie op de webpresentatie De gemeente Eindhoven gaat haar presentatie op het web verbeteren We spreken met opzet over presentatie omdat de vorm wat ons betreft nog open is. Concreet betekent dit dat

Nadere informatie

Kwaliteitskader KunstKeur Individuele aanbieders Kunsteductie

Kwaliteitskader KunstKeur Individuele aanbieders Kunsteductie Kwaliteitskader aanbieders Kunsteductie juni 2013 1 1. Toetsingskaders, toetsing en registratie Inleiding Kwaliteitsmanagement vloeit voort uit de overtuiging dat kwaliteit van producten en processen vrijwel

Nadere informatie

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen;

10-8 7-6 5. De student is in staat om op navolgbare wijze van vijf onderwijskundige (her)ontwerpmodellen de essentie te benoemen; Henk MassinkRubrics Ontwerpen 2012-2013 Master Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam Beoordeeld door Hanneke Koopmans en Freddy Veltman-van Vugt. Cijfer: 5.8 Uit je uitwerking blijkt dat je je zeker

Nadere informatie

Nederlands Openluchtmuseum

Nederlands Openluchtmuseum apport isitatie Nederlands Openluchtmuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 6 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

Het Rijksmuseum Amsterdam

Het Rijksmuseum Amsterdam apport isitatie Het Rijksmuseum Amsterdam Voorwoord Voorwoord Het Rijksmuseum bevindt zich in een uitdagende overgangsperiode. In 2008 is de nieuwe directie aangetreden en er is een grootscheepse, ingrijpende,

Nadere informatie

Samenvatting Het draait om het kind

Samenvatting Het draait om het kind Samenvatting Het draait om het kind Visie op monitoring in de opvoedingsvariant van pleegzorg Inleiding Aangezien de pleegzorg een onvoldoende geobjectiveerd overzicht heeft van hoe het met de jeugdige

Nadere informatie

Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16

Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16 BASISDOCUMENTEN VISITATIE 2010-2012 Inhoudsopgave Protocol Visitatiecommissie 2 Handleiding Zelfevaluatie 5 Vragenlijst zelfevaluatie 8 Beoordelingskader 16 Protocol visitatie t.b.v. museale visitatiecommissies

Nadere informatie

Criteria voor goed museaal handelen

Criteria voor goed museaal handelen Uitgangspunten norm U verklaart dat uw museum: De ICOM definitie als uitgangspunt neemt voor uw museaal handelen. De Ethische code onderschrijft. De LAMO volgt bij het afstoten van uw collectie. BEDRIJFSVOERING

Nadere informatie

DEFINITIES COMPETENTIES

DEFINITIES COMPETENTIES DEFINITIES COMPETENTIES A. MENSEN LEIDINGGEVEN A1 Sturen Geeft op een duidelijke manier richting aan een team, neemt de leiding op zich, zet mensen en middelen zodanig in dat doelen met succes worden bereikt.

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014. Bezoekcijfers. Totaal aantal bezoeken 2014. Van Gogh Museum 1.608.849 De Mesdag Collectie 8.076 Bibliotheek en Documentatie 371

JAARVERSLAG 2014. Bezoekcijfers. Totaal aantal bezoeken 2014. Van Gogh Museum 1.608.849 De Mesdag Collectie 8.076 Bibliotheek en Documentatie 371 1 Bezoekcijfers Totaal aantal bezoeken 2014 Van Gogh Museum 1.608.849 De Mesdag Collectie 8.076 Bibliotheek en Documentatie 371 2 De bezoekers Met een top aantal bezoekers, een spectaculair vormgegeven

Nadere informatie

Een eigenzinnig instituut in Nederland

Een eigenzinnig instituut in Nederland Een eigenzinnig instituut in Nederland Van hoge kunst tot populaire onderwerpen Het iconische gebouw is in 1992 ontworpen door Nederlands beroemdste architect Rem Koolhaas als een Palais des Festivals

Nadere informatie

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3

Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3 Nul- en voortgangsmeting met voorwaardelijke opdrachten Commercie niveau 3 Basisdeel - Kerntaak 1 Onderzoekt de markt en doet voorstellen voor commercieel beleid deelnemer bedrijf praktijkopleider school

Nadere informatie

Stichting Het Klederdrachtmuseum

Stichting Het Klederdrachtmuseum Stichting Het Klederdrachtmuseum Museum voor Nederlandse klederdracht Bedrijfsplan 2016-2020 (verkorte versie) Jolanda van den Berg November 2016 1.1 Doelstelling: De stichting heeft ten doel het tot stand

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP RKBS ANNE FRANK

RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP RKBS ANNE FRANK RAPPORT ONDERZOEK IN HET KADER VAN HET VIERJAARLIJKS BEZOEK OP RKBS ANNE FRANK School : rkbs Anne Frank Plaats : Heemskerk BRIN-nummer : 11EI Onderzoeksnummer : 112977 Datum schoolbezoek : 11 juni 2009

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland Brussel, april 2014 CVN heeft

Nadere informatie

Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Het Scheepvaartmuseum Amsterdam

Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Het Scheepvaartmuseum Amsterdam Profielschets Voorzitter Raad van Toezicht Het Scheepvaartmuseum Amsterdam 1. Algemeen Het scheepvaartmuseum in Amsterdam is het belangrijkste maritieme museum van Nederland. Het is gevestigd in s Lands

Nadere informatie

AAMU MISSIE, VISIE EN STRATEGIE

AAMU MISSIE, VISIE EN STRATEGIE AAMU MISSIE, VISIE EN STRATEGIE MISSIE AAMU Het AAMU is hét museum in Europa voor hedendaagse Aboriginal kunst dat Aboriginal kunst toegankelijk maakt voor een zo breed mogelijk publiek. VISIE AAMU Om

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Meer Control met minder Instrumentarium?

Meer Control met minder Instrumentarium? financiële specialisten voor de non-profit www.jeconsultancy.nl Meer Control met minder Instrumentarium? Verslag van de workshop tijdens het Voorjaarscongres op dinsdag 20 mei in Apeldoorn JE Consultancy

Nadere informatie

Visitatie. Omnia Wonen 2012. Maatschappelijke prestaties op het gebied van: Ambities en doelstellingen

Visitatie. Omnia Wonen 2012. Maatschappelijke prestaties op het gebied van: Ambities en doelstellingen Visitatie Omnia Wonen 2012 Maatschappelijke prestaties op het gebied van: Ambities en doelstellingen Landelijke, regionale en lokale opgaven Belanghebbenden Vermogen en effiency Governance DIT IS EEN UITGAVE

Nadere informatie

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap

Inspirerend Management. in de zorg. Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Inspirerend Management Development in de zorg Een modulaire aanpak gericht op de ontwikkeling van nieuw leiderschap Behoefte aan effectief leiderschap Vergroting van de invloed van de politiek en zorgverzekeraars

Nadere informatie

competenties en voorbeeldvragen

competenties en voorbeeldvragen competenties en voorbeeldvragen 1 Aanpassingsvermogen Blijft doelmatig handelen door zich aan te passen aan een veranderende omgeving of veranderende taken, andere vakgebieden of verantwoordelijkheden

Nadere informatie

Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert

Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert Maatschappelijke visitatie De Woonmensen/SJA: Een ondernemende en maatschappelijk gedreven corporatie die ruim voldoende tot goed presteert Recensie Stichting de Woonmensen/SJA (woningcorporatie) werkt

Nadere informatie

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV

Plan van aanpak. Project : Let s Drop. Bedrijf : DropCo BV Plan van aanpak Project : Let s Drop Bedrijf : DropCo BV Plaats, datum: Horn, 28 september 2012 Opgesteld door: 1205366 1205366smit@zuyd.nl Plan van Aanpak project Let s Drop pagina 1 Inhoudsopgave plan

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland

Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Directeur Dienstverlening en directeur Bedrijfsvoering Slachtofferhulp Nederland Organisatie Slachtofferhulp Nederland helpt slachtoffers van misdrijven, verkeersongelukken, vermissingen en calamiteiten.

Nadere informatie

Digitale cultuur als continuüm

Digitale cultuur als continuüm Digitale cultuur als continuüm Samenvatting Activiteitenplan 2017-2020 Stichting Digitaal Erfgoed Nederland (DEN) Den Haag, 31 januari 2016 1/5 1. Vooraf Deze samenvatting is gebaseerd op de subsidieaanvraag

Nadere informatie

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg

Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg Meerjarenplan Stichting inzet voor Zorg 2018-2021 Inleiding Het meerjarenplan 2016-2018 eindigt dit jaar, dat vraagt om een vervolg met inzicht naar een zeer dynamisch zorglandschap in een samenleving

Nadere informatie

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG

WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG WAT IS DE FOCUS VAN JE WENS TOT VERBETERING BEHOEFTE BEPALEN INNOVATIEVERKENNER AANLEIDING ACHTERGROND INNOVATIEVRAAG WAT IS HET PROBLEEM ACHTER HET PROBLEEM BEHOEFTE BEPALEN 5X WAAROM PROBLEEMSTELLING:

Nadere informatie

Nederlands Fotomuseum

Nederlands Fotomuseum apport isitatie Nederlands Fotomuseum Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voorwoord 4 Inleiding 5 Hoofdstuk 1: Algemeen 6 1.1 Inleiding 6 1.2 Missie 7 1.3 Stakeholders 7 1.4 Beleidsprioriteiten van het ministerie

Nadere informatie

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo

APQ-vragenlijst 30 januari Daan Demo APQ-vragenlijst 30 januari 2019 Daan Demo Inleiding In dit rapport bespreken we jouw inzetbaarheid en wat je kunt doen om jouw positie op de arbeidsmarkt te verbeteren. Om dit te bepalen hebben we de volgende

Nadere informatie

Visie op ouderbetrokkenheid

Visie op ouderbetrokkenheid Visie op ouderbetrokkenheid Basisschool Lambertus Meestersweg 5 6071 BN Swalmen tel 0475-508144 e-mail: info@lambertusswalmen.nl website: www.lambertusswalmen.nl 1 Maart 2016 Inleiding: Een beleidsnotitie

Nadere informatie

Beïnvloeding Samen sta je sterker

Beïnvloeding Samen sta je sterker Beïnvloeding Samen sta je sterker Aan de slag Om uw doel te bereiken, moet u gericht aan de slag gaan. Het volgende stappenplan kan u hierbij helpen. 1. Analyseer het probleem en bepaal uw doel Als u een

Nadere informatie

Jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans INLEIDING

Jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans INLEIDING Jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans INLEIDING Voor u ligt het jaarverslag 2018 van Stichting Museum Vekemans. Uit een oogpunt van kostenbesparing heeft het bestuur besloten tot versobering van

Nadere informatie

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE

INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE INTEGRALE KWALITEITSZORG PASSEND ONDERWIJS GOEREE-OVERFLAKKEE Inhoud 1. Inleiding 2. Kwaliteit gedefinieerd 3. Parameters en normen 4. Het cyclische systeem van kwaliteitszorg 5. Instrumenten 6. Planning

Nadere informatie

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur SKPO Profielschets Lid College van Bestuur 1 Missie, visie SKPO De SKPO verzorgt goed primair onderwijs waarbij het kind centraal staat. Wij ondersteunen kinderen om een stap te zetten richting zelfstandigheid,

Nadere informatie

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners Inhoud:. Conclusies. Oordeel over communicatie 3. Hoe ging de samenwerking? 4. Oordeel over verloop en resultaat 5. Oordeel over nieuwe participatie werkwijze.

Nadere informatie

Inleiding. Inleiding. Een goede Missie, Visie en Strategie (MVS) bestaat uit twee gedeelten: Strategie Ontwikkeling en Strategie Implementatie.

Inleiding. Inleiding. Een goede Missie, Visie en Strategie (MVS) bestaat uit twee gedeelten: Strategie Ontwikkeling en Strategie Implementatie. Inleiding Inleiding Veel bedrijven hebben wel eens een Visie, Missie en Strategie uitgewerkt. Maar slechts weinig bedrijven hebben er ook daadwerkelijk voordeel van. Bij veel bedrijven is het niet meer

Nadere informatie

Functie profiel. Leden Raad van Toezicht DE ORGANISATIE POSITIE KANDIDAAT PROFIEL PROCEDURE

Functie profiel. Leden Raad van Toezicht DE ORGANISATIE POSITIE KANDIDAAT PROFIEL PROCEDURE Functie profiel Leden Raad van Toezicht Maes & Lunau handelt geheel in overeenstemming met de huidige privacywetgeving en haar opdrachtgevers dienen overeenkomstig te handelen. De persoonsgegevens uit

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

RESULTATEN. Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam. Externe Benchmark

RESULTATEN. Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam. Externe Benchmark RESULTATEN Rapportage De Kinkerbuurt, Amsterdam Externe Benchmark februari 2013 1 ALGEMEEN 1.1 Inleiding Algemeen Het instrument de Kwaliteitsvragenlijst is een hulpmiddel om de kwaliteit van de school

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Inleiding Overgewicht en obesitas bij kinderen is een serieus volksgezondheidsprobleem. Het wordt veroorzaakt door een complex geheel van onderling samenhangende persoonlijke, sociale en omgevingsfactoren.

Nadere informatie

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,

Nadere informatie

Beleidskader VERKOOP, MARKETING- EN COMMUNICATIESTRATEGIE (VMC) 2011-2015

Beleidskader VERKOOP, MARKETING- EN COMMUNICATIESTRATEGIE (VMC) 2011-2015 UITGANGSPUNTEN VMC-STRATEGIE 2011 TOT EN MET 2015 0. INLEIDING In 2007 is de basis gelegd voor het missie- en visietraject van Triodus met de belangrijkste opdracht het leveren van een bijdrage aan de

Nadere informatie

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model.

Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS 0 6 UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS Krijgt het kind wat het nodig heeft? leerkracht Koester de nieuwsgierigheid van het kind, geef het kind regie en plan samen de leerdoelen. Koers Best Onderwijs 2016-2020

Nadere informatie

Profiel. Strategisch beleidsadviseur HRM. 29 april 2016. Opdrachtgever Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei & Gelderland-Midden

Profiel. Strategisch beleidsadviseur HRM. 29 april 2016. Opdrachtgever Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei & Gelderland-Midden Profiel Strategisch beleidsadviseur HRM 29 april 2016 Opdrachtgever Stichting Christelijke Onderwijsgroep Vallei & Gelderland-Midden Voor meer informatie over de functie Erik Frieling, adviseur Leeuwendaal

Nadere informatie

Handreiking Teamkwaliteitsportret

Handreiking Teamkwaliteitsportret Handreiking Teamkwaliteitsportret Als team hart voor onderwijskwaliteit tonen Met de handreiking Teamkwaliteitsportret kunnen teams hun ambities om de kwaliteit van hun onderwijs te versterken bepalen

Nadere informatie

KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES

KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES RICHTLIJNEN ONDERNEMINGSPLAN VIERJARIGE SUBSIDIES KUNSTENPLAN 2017-2020 Inleiding Deze richtlijnen voor het ondernemingsplan zijn

Nadere informatie

STRATAEGOS CONSULTING

STRATAEGOS CONSULTING STRATAEGOS CONSULTING EXECUTIE CONSULTING STRATAEGOS.COM WELKOM EXECUTIE CONSULTING WELKOM BIJ STRATAEGOS CONSULTING Strataegos Consulting is een strategie consultancy met speciale focus op strategie executie.

Nadere informatie

Leiderschapscompetenties ( niet vakmanschap of inhoudelijke professionaliteit)

Leiderschapscompetenties ( niet vakmanschap of inhoudelijke professionaliteit) Leiderschapscompetenties ( niet vakmanschap of inhoudelijke professionaliteit) We delen de competenties in drie groepen in, zij het dat we de volgorde enigszins hebben gewijzigd, conform het model dat

Nadere informatie

De beste gerechtdeurwaarders voor Rotterdam. Marktconsultatie. Gezocht: Naam Project: Incasso- en deurwaarderdiensten Nummer Project: 1-282-15

De beste gerechtdeurwaarders voor Rotterdam. Marktconsultatie. Gezocht: Naam Project: Incasso- en deurwaarderdiensten Nummer Project: 1-282-15 Gezocht: De beste gerechtdeurwaarders voor Rotterdam Marktconsultatie Naam Project: Incasso- en deurwaarderdiensten Nummer Project: 1-282-15 Gemeente Rotterdam Serviceorganisatie Dienstencentrum Inkoop

Nadere informatie

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK)

Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) Instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) De instellingstoets kwaliteitszorg (ITK) is een periodieke, externe en onafhankelijke beoordeling van de interne kwaliteitszorg van een instelling. Interne kwaliteitszorg

Nadere informatie

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN

NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN NAAR VERNIEUWD TOEZICHT EXCELLENTE SCHOLEN juni 2016 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In 2012 heeft de toenmalige minister van Onderwijs het predicaat Excellente School in het leven geroepen om goed presterende

Nadere informatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder

Nadere informatie