Heb je een vraag over Meet the Professor? Stuur ook dan even een bericht naar Eline.

Transcriptie

1 Beste leerkracht, Leuk dat jouw klas meedoet aan Meet the Professor 2018! Op woensdag 28 maart 2018 komt tussen 11:00 12:00 uur een professor op bezoek bij jou in de klas. In deze gouden envelop vind je: De Meet the Professor-poster. De eerste Meet the Professor-hint. Korte lesideeën bij de eerste hint. Vanaf nu krijg je elke maand... een gouden envelop opgestuurd met daarin een nieuwe hint over de professor. Door deze hints komt jouw klas steeds meer te weten over de identiteit van de professor. Tegelijkertijd leren de kinderen over wetenschap, onderzoek en de universiteit. Bij elke hint sturen we kant-en-klare lesideeën mee. Je kunt zelf beslissen of je ze gebruikt of niet, maar we raden het je uiteraard wel aan. Door de lesideeën te volgen, bereid je jouw klas optimaal voor op het bezoek. Alleen deze maand vind je ook een poster in de envelop. Hang m vooral op in de klas; je kunt de hints namelijk gemakkelijk op deze poster plakken. Zo verzamel je alle hints handig bij elkaar. Op de hoogte blijven We horen én zien graag hoe het bij jullie met Meet the Professor gaat. We vinden het daarom heel leuk als jullie foto s, filmpjes, reacties en tips naar ons opsturen. Stuur je bericht naar Eline op (06) (WhatsApp) of meettheprofessor@uu.nl. Je kunt het laatste Meet the Professor-nieuws volgen op onze website: Ook vind je ons op Twitter (#meettheprof_uu) en Facebook ( Heb je een vraag over Meet the Professor? Stuur ook dan even een bericht naar Eline. Veel plezier met de eerste voorbereidingen en de eerste hint! Hartelijke groeten, Lieke Dekker, Eline Dondorp, Maarten Reichwein en Pauline Blokdijk Wetenschapsknooppunt Universiteit Utrecht

2 Overzichtsblad Leuk dat jouw groep meedoet aan Meet the Professor 2018! Op 28 maart 2018 tussen 11:00 12:00 krijgen jullie een professor in de klas op bezoek. Vanaf nu sturen we jullie elke maand een gouden envelop met hint over de identiteit van jullie professor. Hieronder zie je wanneer welke hint op de mat ligt. Lesideeën Bij elke hint hoort een lesidee. Dit jaar hebben we de lesideeën helemaal vernieuwd. Elk lesidee bestaat uit een gesprek, een activiteit en een onderzoek voor in de klas. Het is handig om in ieder geval het korte gesprek met je groep te voeren. Daarna kies je zelf of je de activiteit en/of het onderzoek doet. Als je de onderzoekjes doet ben je bezig met onderzoekend leren. Je kan de lesideeën ook downloaden via Ben je een hint kwijtgeraakt of is de post niet/verkeerd bezorgd? Stuur dan een mail naar Eline op Veel plezier met Meet the Professor 2018! Maand Onderwerp lesidee November 2017 Hint 1: Vaktermen Gesprek: Introductie Meet the Professor, professoren, onderzoek doen en de universiteit Activiteit: 10-vragen-strijd Onderzoek: Mystery box December 2017 Hint 2: Hobby s Gesprek: Welke hobby s verwachten jullie bij een prof? Klopt jullie verwachting? Activiteit: Post voor de prof + vragen stellen Onderzoek: Sappige vragen stellen Januari 2018 Hint 3: Locatie Nog even geheim Februari 2018 Hint 4: Plaatjes Nog even geheim Maart 2018 Hint 5: Man/vrouw Nog even geheim Hint 6: Droom Nog even geheim

3 Gesprek Leg aan je groep uit dat jullie dit jaar mee gaan doen met Meet the Professor. Op de Meet the Professor-website vind je onder Lees meer leuke foto s en video s over Meet the Professor Die kan je gebruiken bij de uitleg. - Wat doet een professor? Een professor doet onderzoek. Hij of zij is benieuwd naar de wereld om zich heen, stelt daar vragen over en zoekt een antwoord op die vragen door een nieuw onderzoek te doen. De vragen kunnen over van alles gaan: bijvoorbeeld over hoe je een ziekte kan oplossen bij mensen of dieren, maar ook over hoe je eerlijke regels voor Nederland maakt of hoe het kan dat baby s zo goed zijn in taal leren. Professoren werken samen met allerlei andere onderzoekers hier in Nederland én in het buitenland. Samen willen ze de wereld om zich heen begrijpen en verbeteren. - Hoe word je professor? Als je professor wil worden, doe je eerst een studie aan de universiteit. Als je daarmee klaar bent, ben je afgestudeerd en kan je onderzoek gaan doen. Als je een boek over dat onderzoek schrijft ben je gepromoveerd. Je mag dan dr. (doctor) voor je naam zetten. Als je daarna onderzoek blijft doen, kan je professor worden. - Waar werken professoren? De meeste professoren werken op een universiteit of in een academisch ziekenhuis, samen met andere onderzoekers. Op een universiteit lopen ook een heleboel studenten rond; zij willen van de onderzoekers leren hoe je het beste onderzoek kan doen. In Utrecht staat een van de grootste universiteiten van Nederland. De eerste hint Vanaf nu krijgen jullie elke maand een hint over de identiteit van de professor die in maart bij jullie op bezoek komt. De eerste hint bestaat uit drie woorden die de professor gebruikt bij zijn of haar onderzoek. Op de volgende bladzijden staan een activiteit en een onderzoek voor in de klas, die bij de eerste hint passen. Je kan ze allebei doen, of kiezen wat het beste bij jouw groep past. Veel plezier!

4 Activiteit: 10-vragen-strijd Werkvorm: In groepjes en klassikaal Doel: Een beeld krijgen van jullie professor, woordenschat vergroten Benodigdheden: Hint 1, pen en papier Duur: ± 20 minuten Pak de vaktermen van hint 1 erbij en verdeel de klas in vier groepjes. De groepjes krijgen twee minuten de tijd voor de volgende opdracht. Groepje 1: bedenkt zelf wat vakterm 1 zou kunnen betekenen en schrijft hun ideeën op. Groepje 2: doet dat voor vakterm 2. Groepje 3: doet dat voor vakterm 3. Groepje 4: zoekt op wat de vaktermen betekenen, zonder dat de andere groepjes dat zien. Daarna mogen groepje 1, 2 en 3 elk 10 vragen stellen aan groepje 4 om er achter te komen of hun voorspelling klopt en wat de vakterm betekent. Ze mogen alleen vragen stellen die je met ja of nee kan beantwoorden. Welk groepje heeft de minste vragen nodig om achter de goede betekenis te komen? Schrijf de betekenissen op de Meet the Professor-poster. Tip: De groepjes mogen ook betekenissen raden ( betekent het woord dat ), maar daarmee winnen ze weinig informatie en verspillen ze wel een vraag. Voorbeeld: het woord is stamcel. Wat kan: Is het een heel grote gevangeniscel? Maar slimmer is: Heeft het iets te maken met de gevangenis? Tip: Als het voor jouw groep handiger is om op te delen in meer of minder dan vier groepjes, kan dat natuurlijk. Laat dan meerdere groepjes nadenken over wat een vakterm kan betekenen, of geef één groepje meerdere vaktermen om over na te denken. Klassikale vraag achteraf: Nu jullie allemaal weten wat de woorden betekenen, kunnen jullie bedenken waar de prof onderzoek naar doet? Schrijf de ideeën op het bord of hang ze bij de poster.

5 Onderzoek: Mystery box Werkvorm: In groepjes en klassikaal Doel: Op een leuke manier leren wat onderzoek doen is Benodigdheden: - Afsluitbare doosjes, bakjes of broodtrommels - Kleine voorwerpen voor in de doosjes (kan van alles zijn; rolletje plakband, paperclips, theezakje, autootje, ) - Hulpmiddelen zoals meetlint, magneet, stethoscoop, weegschaal, zaklamp, schaar, papier en potlood. Duur: ± 20 minuten Voorbereiding: Stop in elk doosje één voorwerp en sluit de doosjes goed. De leerlingen mogen dit niet zien! Zet alle hulpmiddelen klaar en deel je klas op in groepjes. De grootte van de groepjes maakt niet uit, maar zorg dat je voor elke groep een doosje hebt. In de klas: Waar denken jullie aan bij onderzoek doen? Bespreek deze vraag klassikaal en schrijf alle antwoorden op. Stimuleer je groep om alles te roepen wat in hen opkomt. Vertel daarna dat het belangrijkste van onderzoek doen is dat je nieuwsgierig bent naar een onderwerp en daar iets nieuws over te weten wil komen. Niet door te raden, maar door vragen te stellen en die te onderzoeken. Professoren zijn onderzoekers en doen dat ook zo. Wat zit er in de doos? Leg uit dat jullie ook een onderzoek gaan doen. Elke groep krijgt straks een doosje. De bedoeling is om iets met zekerheid te kunnen zeggen over wat in het doosje zit, zonder het open te maken. Je mag dus niet raden wat er in zit, maar je omschrijft de eigenschappen. Wat voor vorm heeft het? Hoe veel weegt het? Wat kan je zeggen over het voorwerp?

6 Aan de slag! Deel de doosjes en pen en papier uit en laat de groep onderzoeken. Schudden, laten vallen, onder water houden, tegen het licht houden, de groepjes mogen alles proberen wat ze maar willen, zolang het doosje maar niet open gaat. Als de kinderen iets met zekerheid kunnen zeggen over het voorwerp in het doosje, schrijven ze dat op. (Bijvoorbeeld: Het voorwerp in ons doosje rammelt als je met het doosje schudt ). Één doosje blijft leeg. Dat is het vergelijkingsdoosje (referentie), voor als je bijvoorbeeld het gewicht van het voorwerp wilt bepalen. Tip: Lopen de kinderen vast? Wijs hen dan op de hulpmiddelen. Hebben de kinderen het doosje al gewogen en het gewicht vergeleken met het lege doosje? Zo kunnen ze achter het gewicht van het voorwerp komen. Klaar? Kunnen de groepjes niks meer toevoegen aan de lijst met dingen die ze over het voorwerp kunnen zeggen? Dan kunnen ze een conclusie trekken; wat denken ze dat er in hun doosje zit? Laat de groepjes dit klassikaal delen Mag de doos nu open? Waarschijnlijk is je groep ontzettend nieuwsgierig geworden wat er in de doosjes zit. Maar laat hen het doosje nog niet meteen open maken! Professoren doen namelijk ook vaak onderzoek aan iets wat ze niet kunnen zien of vasthouden. Bijvoorbeeld de sterren, of iets in de geschiedenis. Ze weten na hun onderzoek nooit helemaal zeker of hun conclusie klopt, maar proberen wel zo dichtbij mogelijk bij het antwoord op hun vraag te komen. Beslis zelf of de kinderen de doosjes open mogen maken of niet. Tip: Een goede tussenoplossing is om de doosjes niet open te maken, maar wel een lijst met alle voorwerpen uit de doosjes op het bord te zetten. Zo kunnen de kinderen zelf bepalen hoe waarschijnlijk hun antwoord is. Veel plezier!