UITSPRAAK VOORLOPIGE VOORZIENING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "UITSPRAAK VOORLOPIGE VOORZIENING"

Transcriptie

1 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening wedertewerkstelling BVE Appellant heeft beroep ingesteld tegen zijn schorsing als ordemaatregel en verzoekt de Voorzitter om wedertewerkstelling in afwachting van de uitspraak van de Commissie. Appellant heeft bij het bevoegd gezag (stichtingsbestuur) een notitie ingediend over de hoogte en de opbouw van het salaris van de voorzitter van het college van bestuur. De schorsing is gebaseerd op het gegeven dat appellant de notitie niet eerst bij de voorzitter van het college van bestuur heeft neergelegd en op het feit dat appellant, tegen de afspraken in, intern en extern mededelingen over deze kwestie gedaan heeft. De Voorzitter is van oordeel dat het op de weg van het bestuur en de voorzitter van het college van bestuur had gelegen ervoor te zorgen dat appellant zich niet voor dit (morele) probleem gesteld zou zien. De Voorzitter acht het wel degelijk geoorloofd dat appellant de notitie bij het bestuur heeft ingediend. Voorts is de Voorzitter van oordeel dat de weinige mededelingen die appellant al heeft gedaan, zeer beperkt zijn geweest en door de werkgever zijn opgeklopt om de schorsing daarop te baseren. Het bestuur en het college van bestuur hebben niet professioneel gehandeld door appellant te schorsen in plaats van het door hem aan de orde gestelde kwestie op te lossen. De Voorzitter acht het aannemelijk dat de Commissie het beroep tegen de schorsing gegrond zal verklaren. De gevraagde voorziening wordt niettemin geweigerd omdat de werkgever op korte termijn een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter zal indienen en de Voorzitter de kans zeer gering acht dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst niet zal ontbinden. Er is namelijk gebleken dat er sprake is van een arbeidsconflict dat aan noodzakelijke verdere samenwerking tussen appellant en de voorzitter van het college van bestuur in de weg staat. Gelet op de gevolgde gang van zaken en de daarmee op gang gebrachte geruchtenstroom binnen de instelling, zal wedertewerkstelling zodanige problemen binnen de instelling opleveren dat de Voorzitter het belang van de hele instelling om daarvan verstoken te blijven totdat de kantonrechter heeft beslist, laat voorgaan op het belang van appellant om nog tot het moment van de te verwachten ontbinding tot het werk te worden toegelaten. Voorlopige voorzienig geweigerd UITSPRAAK VOORLOPIGE VOORZIENING in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: mr J.M.W. Feijen en het bestuur van C, bevoegd gezag van het D, gevestigd te Amsterdam, verweerder, hierna te noemen het bestuur of de werkgever gemachtigde: mr A.W. Kouwets 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij beroepschrift met bijlagen van , ingekomen op , heeft A beroep ingesteld tegen de beslissing van de werkgever d.d om hem gedurende 4 weken te schorsen als Pagina 1 van 6

2 ordemaatregel. Tevens is in genoemd verzoekschrift verzocht om een voorlopige voorziening, inhouden onverwijlde wedertewerkstelling. De werkgever heeft een verweerschrift met bijlagen ingediend, ingekomen op De mondelinge behandeling vond plaats op A verscheen in persoon, bijgestaan door zijn gemachtigde. De werkgever werd vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, vergezeld van F, voorzitter college van bestuur. De werkgever heeft een pleitnotitie overgelegd. De inhoud van voornoemde stukken geldt als hier herhaald en ingelast. 2. DE FEITEN De Voorzitter gaat op grond van de stukken en hetgeen ter zitting naar voren is gebracht uit van de volgende, als gesteld en niet of onvoldoende weersproken en door de Voorzitter in deze procedure relevant geachte, tussen partijen vaststaande feiten. A is sedert werkzaam bij het D als bestuurssecretaris. Het betreft een vast dienstverband met een volledige betrekkingsomvang. Op de arbeidsverhouding is de CAO-BVE van toepassing. In het kader van fusiebesprekingen tussen het D en het E is een werkgroep Organisatie, Personeel, Kosten en Baten ingesteld waarin onder meer A en de interim voorzitter van het college van bestuur van het E, de heer G, deelnamen. A had daarbij als opdracht om de kwalitatieve en kwantitatieve organisaties van het D met functies, functieschalen, salarisschalen en beloningsstructuren inzichtelijk in kaart te brengen. In het kader van die werkzaamheden heeft A kennis gekregen van de salaris- en beloningsstructuur van de voorzitter van het college van bestuur van het D, de heer F. De gegevens in verband daarmee heeft A neergelegd in een notitie van waarin hij rapporteert over: - de aanwending van de rijksbijdrage van het D voor aanzuivering van structurele exploitatiekosten van het H, de commerciële dochteronderneming van het D; - gelijktijdige structurele verhoging van de beloning van de directie van het H ( F) via vermenging met de benoeming bij het D; - additionele verhoging van de loonkosten van de voorzitter college van bestuur D (F) door het treffen van voorzieningen t.b.v. eerdere uitdiensttreding; - e.e.a. als gevolg waarvan de totale loonkosten in 2004 van de voorzitter college van bestuur D uitkomen op tot A heeft de notitie op bij het bestuur ingediend. Bij brief van heeft hij het bestuur aanvullende informatie verstrekt. Het bestuur heeft de notitie op met F en met A besproken en vervolgens besloten om een externe deskundige opdracht te geven om een onderzoek te doen naar de vermenging van publieke en private middelen en naar de beloningsstructuren van het college van bestuur. Bij brief van hebben het bestuur en het college van bestuur A medegedeeld voornemens te zijn hem in het belang van de instelling te schorsen voor een periode van 4 weken, ingaande Hiertegen heeft A zich bij brief van verweerd. Vervolgens hebben het bestuur en het college van bestuur A bij brief van geschorst voor een periode van 4 weken, welke schorsing is verlengd bij brief van voor een periode van 4 weken. 3. STANDPUNTEN VAN PARTIJEN A stelt dat hij door indiening van de notitie bij het bestuur, alleen een feitencomplex bij het bestuur heeft ingebracht met het oogmerk om geen ander belang te dienen dan het feitencomplex te signaleren. Na de indiening van de notitie zijn er mechanismen opgetreden die niet met elkaar in overeenstemming zijn. Men wenst de boodschapper te elimineren. De schorsing als ordemaatregel wijkt eigenlijk niet af van een schorsing als disciplinaire maatregel. De ordemaatregel heeft zich vervolgens autonoom ontwikkeld tot het voornemen tot ontbinding. Dat is feitelijk en juridisch niet logisch. A vecht de gronden van die schorsingsbeslissing d.d aan zodat er gekeken moet Pagina 2 van 6

3 worden of de werkgever op dat ogenblik op die wijze een dergelijke ingrijpende maatregel heeft kunnen nemen. Voorts heeft A benadrukt dat de notitie niet uit de lucht kwam vallen. Voordat hij de notitie opstelde, is hij betrokken geweest bij de werkgroep Organisatie, Personeel, Kosten en Baten aangaande een fusie van het D met het E. In die periode zag A dat er een aantal feiten was dat in de formele stukken van het D niet zichtbaar met elkaar in verband was gebracht. A heeft die feiten uit hoofde van zijn functie bij elkaar gebracht en is daarmee naar het bestuur gegaan. Aangezien F als direct leidinggevende van A bij die feiten een rol speelde, was het wel degelijk zorgvuldig dat A het feitencomplex een laag hoger, namelijk bij het bestuur heeft neergelegd. Ten aanzien van de grond van de schorsing dat A daarover intern en extern mededelingen heeft gedaan, heeft A het volgende aangevoerd. Bij het opstellen van de notitie heeft A advies gevraagd aan de controller en het hoofd P&O die hij aanstuurt en die een rol dienen te spelen in de opstelling van het feitencomplex. A, de controller en het hoofd P&O hebben het bestuur ook verzocht de notitie niet aan F te geven. Toen bleek dat het bestuur F instructies had gegeven om zelf opdracht te geven aan een externe accountant, voelden A, de controller en het hoofd P&O zich zeer ongemakkelijk. Vervolgens is de werkrelatie met F bijzonder moeilijk geworden en werd het van kwaad tot erger. Wat betreft mededelingen die A aan G, ad-interim voorzitter college van bestuur E heeft gedaan, heeft A benadrukt dat hij deze functioneel heeft gedaan vanwege de opdracht in de fusiewerkgroep, waarin ook G deelnam. A heeft G geen inzage gegeven in de notitie. Hij heeft tegen G enkel gezegd dat uit de boeken zal blijken dat de commerciële H zeer verliesgevend is en dat tegelijkertijd bovenop het CAO-loon schaal 17 van de voorzitter van het college van bestuur, toeslagen door het D worden betaald ter hoogte van 30%. G zei toen dat het wellicht het verstandigst was om dit bij het bestuur onder de aandacht te brengen. Er zijn door A tegenover G geen suggestieve uitlatingen gedaan. G heeft in zijn overigens aangegeven dat hijzelf en niet A tegenover F de bewoordingen immoreel onverantwoord heeft gebruikt. In maart is de notitie naar het bestuur gezonden. Kort daarna is A op 31 maart door F benaderd die hem vertelde dat dit consequenties zou hebben voor de positie van A. Later heeft F dit ontkend. A heeft toen contact opgenomen met de heer J, voorzitter van het bestuur, en hem gezegd dat dit dreigt te ontsporen, dat het een interne kwestie is en hij toch wel bescherming wilde krijgen. J zei dat hij hem dat vertrouwelijk wel kon geven. Vervolgens ontstond er vanwege de notitie spanning in het managementteam (MT), bestaande uit 3 unit-directeuren, de controller, A en F. Toen ontkwam A er niet aan om tegen 2 MT-leden te zeggen dat er een feitencomplex is dat te maken heeft met het H en dat daar nu naar gekeken wordt. Meer is er niet gezegd en er zijn daarbij geen aantijgingen gedaan. Wat betreft mededelingen aan de ICT-manager, heeft A aangegeven dat hij deze functionaris aanstuurt en deze hem tijdens zijn schorsing elke week opbelde met de vraag hoe het ging. A heeft hem niet de oorzaak van zijn thuiszitten gemeld. Toen de ICT-manager met vakantie ging, heeft A hem op zijn verzoek verteld dat het ging om een combinatie van verliezen bij het H en met beloningsstructuren van de directie. Voorts heeft A aangegeven dat hij de notitie bij het hoofd van een afdeling BVE van O,C&W heeft neergelegd nadat door F was medegedeeld dat er gevolgen zouden zijn voor zijn positie. A heeft voorts benadrukt dat hij de schorsingsgronden zorgvuldig en uitvoering heeft weersproken in zijn brieven. Niettemin is de werkgever niet met enig bewijs gekomen. De werkgever dient aan de hand van stukken te bewijzen dat de schorsingsgronden daadwerkelijk stand kunnen houden. De verlenging van de schorsing is gebaseerd op dezelfde gronden terwijl deze wederom niet zijn onderbouwd. A acht de gevolgde gang van zaken zeer schadelijk voor zijn persoon: hij heeft een leidinggevende functie en binnen het D doen over hem geruchten de ronde die schadelijk voor hem zijn. Op is er een bijeenkomst geweest van de besturen, colleges van bestuur en MR-en van D en E. In die bijeenkomst is zelfs een verklaring voorgelezen waarin onnodige, overbodige en schadelijke mededelingen over A zijn gedaan. Door die actie is het voor A nog moeilijker geworden om terug te keren. A concludeert dat hij uit hoofde van zijn taak een aantal zaken onder elkaar heeft gezet, die voor iedereen inzichtelijk horen te zijn, wat heeft geleid tot zijn schorsing. De schorsing heeft zeer nadelige gevolgen voor A: hij heeft een perfecte staat van dienst en het gegeven dat hij zich niet kan verdedigen tegen de aantijging dat hij onjuiste dingen zou gedaan hebben, is schadelijk voor hem. Volgens A is de hele zaak opgeblazen en is er geen grond voor schorsing. Pagina 3 van 6

4 De werkgever heeft aangevoerd dat hij geen inhoudelijke discussie over de notitie van A wenst te voeren. Het bestuur heeft getracht het professioneel aan te pakken en extern onderzoek te laten doen. De werkgever verwijt A niet de kritiek, maar de wijze waarop hij zijn kritiek binnen de organen van het D aanhangig heeft gemaakt en zijn kritiek heeft geventileerd naar functionarissen van het E en naar managers van het D. A had zijn bezwaren eerst moeten bespreken met F, zijn directleidinggevende. Er was geen reden om het college van bestuur te passeren. A had over de kwestie overigens tevoren al overleg gevoerd met de controller en het hoofd P&O. De werkgever acht dit een incorrecte manier van handelen. Niettemin vormt deze handelwijze niet de kern van de bezwaren van het D tegen A. Op zijn door het bestuur, A en F afspraken gemaakt over het laten verrichten van accountantsonderzoeken en is uitdrukkelijk afgesproken dat A geen mededelingen naar buiten zou doen. Later is gebleken dat A de kwestie al vóór 5 april had besproken met de heer G, voorzitter ad interim van het college van bestuur van het E, en de zaak ook had doorgesluisd aan O,C&W, hetgeen hij verzwegen had. A heeft tegenover G duidelijk aangegeven dat het ging om kwesties van moraliteit, hetgeen blijkt uit een van G aan F: G heeft daarin gesteld dat hij niet blij is dat wat hij aan F heeft gezegd, in de schorsingsbrief terecht is gekomen. Voorts stelt G in zijn dat uit mijn mond klaarblijkelijk wordt geciteerd ímmoreel gedrag hetgeen mijns inziens moet zijn moreel niet verantwoord gedrag, hetgeen toch anders overkomt. Na heeft A wederom over de kwestie contact gezocht met functionarissen van het E en MT-leden en een ICT-manager van het D. Begin april was het D geenszins van plan om A te schorsen maar door voornoemde contacten van A met het E en medewerkers van het D, bleek er sprake van schending van een geheimhoudingsverplichting en moest wel een ordemaatregel genomen worden. Door het plichtsverzuim van A is er sprake van een absolute vertrouwensbreuk waardoor verdere samenwerking met F is uitgesloten. Voorkomen moet worden dat A verdere schade aanricht. De kantonrechter zal verzocht worden de arbeidsovereenkomst met A te ontbinden. Ten slotte heeft het bestuur aangegeven dat de schade die A thans persoonlijk oploopt, aan hemzelf te wijten is. De bijeenkomst van is overigens gehouden omdat er door toedoen van A een geruchtenstroom op gang gekomen was. 4. OVERWEGINGEN VAN DE VOORZITTER De bevoegdheid en de ontvankelijkheid De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) geeft in artikel aan dat het beroepsreglement van de Commissie van Beroep de mogelijkheid van een voorlopige voorziening moet inhouden. Het reglement van de Commissie houdt een dergelijke bepaling in: artikel 12 van het beroepsreglement, bijlage C bij de CAO-BVE, bepaalt dat een partij in een bij de Commissie aanhangige zaak bij een met redenen omkleed verzoekschrift aan de Voorzitter van de Commissie een voorlopige voorziening kan vragen, in afwachting van de uitspraak in de hoofdzaak, indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het D is aangesloten bij deze Commissie en A heeft bij de Commissie beroep ingesteld tegen de schorsingsbeslissing van De brief van A aan de Commissie waarbij hij mededeelt dat hij een verzoek om voorlopige voorziening indient vanwege de verlenging van de schorsing, dient naar het oordeel van de Voorzitter in redelijkheid tevens te worden aangemerkt als een beroep tegen de beslissing om de schorsing te verlengen. Dientengevolge acht de Voorzitter zich bevoegd om van het verzoek om voorlopige voorziening kennis te nemen. De gevraagde voorziening De verzochte voorziening is naar het oordeel van de Voorzitter in beginsel slechts dan voor toewijzing vatbaar, indien A een spoedeisend belang heeft, indien met voldoende mate van waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat de Commissie van Beroep het beroep van A in de bodemprocedure gegrond zal verklaren en, afwegende de belangen van werkgever en werknemer, een voorziening bij voorraad geïndiceerd is. De bodemprocedure heeft betrekking op de schorsing van A en de gevraagde voorziening betreft de opheffing van die schorsing als ordemaatregel. In het onderhavig geval speelt bovendien mee dat de Pagina 4 van 6

5 werkgever op korte termijn een ontbindingsverzoek bij de kantonrechter zal indienen, hetgeen weer leidt tot verdere op non-actiefstelling. Dientengevolge zal de Voorzitter bij zijn beoordeling van de gevraagde voorziening tevens de vraag dienen te betrekken of er naar zijn mening reële kans is dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst niet zal ontbinden. Ten aanzien van het vereiste spoedeisend belang bij het verzoek om voorlopige voorziening, overweegt de Voorzitter dat de uitkomst van de bodemprocedure en de voorgenomen ontbindingsprocedure nog enige tijd op zich laat wachten. De Voorzitter acht het voor de positie van A binnen de instelling van belang dat hij, ingeval zijn beroep gegrond zou worden verklaard en het ontbindingsverzoek zou worden afgewezen, zo spoedig mogelijk weder tewerk gesteld zou worden. Aldus is naar het oordeel van de Voorzitter sprake van voldoende spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening. Voor wat betreft de vraag of met voldoende mate van waarschijnlijkheid kan worden aangenomen dat de Commissie van Beroep het beroep van A tegen de schorsing en de verlenging daarvan gegrond zal verklaren, overweegt de Voorzitter het volgende. Hoewel beide partijen zich uitdrukkelijk op het standpunt hebben gesteld dat niet de inhoud van de door A opgestelde notitie met betrekking tot het salaris van de voorzitter van het college van bestuur in deze van belang is, is de Voorzitter een andere mening toegedaan. Naar het oordeel van de Voorzitter heeft A de notitie van opgesteld omdat hij in de salarishoogte en salarisopbouw van de voorzitter van het college van bestuur morele problemen zag; de werkgever van zijn kant heeft A wel degelijk geschorst vanwege het feit dat hij het salaris van de voorzitter van het college van bestuur aan de orde heeft gesteld. Naar het oordeel van de Voorzitter had het op de weg van het bestuur en vooral op de weg van de voorzitter van het college van bestuur gelegen om ervoor te zorgen dat A zich tijdens zijn werkzaamheden niet voor dit (morele) probleem gesteld zou zien. Immers, A had in het kader van de fusiebesprekingen met het E, de opdracht om de salarissen inzichtelijk te maken. Aldus had in ieder geval de voorzitter van het college van bestuur, die uiteraard op de hoogte moet zijn geweest van de hoogte en opbouw van zijn salaris, kunnen en moeten voorzien dat A het salaris aan de orde zou stellen. Dat F dit niet heeft voorkomen, althans niet in behoorlijke banen heeft kunnen leiden, behoort dan ook tot zijn verantwoordelijkheid. Dat de hoogte en/of de opbouw van het salaris van F ook voor het bestuur niet voor de hand lagen, blijkt wel uit de reactie van het bestuur, dat in de notitie in ieder geval voldoende aanleiding zag om een onderzoek in te stellen, welk onderzoek overigens ten onrechte is beperkt tot een boekhoudkundige toets en waarin met name een toets van het morele gehalte van de beloningsstructuur ontbreekt. Overigens is op geen enkele manier gebleken dat A in de notitie zaken heeft gemeld die niet zouden stroken met de werkelijkheid. Voorts acht de Voorzitter het wel degelijk geoorloofd dat A de notitie bij het bestuur heeft neergelegd en vervolgens aan F heeft gemeld dat hij dat gedaan had. Dit geldt temeer nu F een éénhoofdig college van bestuur van het D vormt. De vraag of A daar in het licht van zijn werkrelatie met F handig in geopereerd heeft, is van een andere orde. Wat betreft de stelling van de werkgever dat A tegen de afspraken in zaken naar buiten zou hebben gebracht, overweegt de Voorzitter, dat de weinige mededelingen die A al heeft gedaan, naar zijn oordeel zeer beperkt zijn geweest en de werkgever dit punt ten onrechte heeft opgeklopt om de schorsing daarop te baseren. De Voorzitter is voorts van oordeel dat zowel het bestuur als de voorzitter van het college van bestuur niet professioneel hebben gehandeld door A te schorsen in plaats van enkel de door hem aan de orde gestelde kwestie op te lossen. Alles overziende acht de Voorzitter de gronden waarop de schorsing genomen is, buitengewoon wankel en acht hij het aannemelijk dat de Commissie het beroep tegen de schorsing en de verlenging daarvan, gegrond zal verklaren. De Voorzitter zal de gevraagde voorziening echter weigeren omdat hij de kans zeer gering acht dat de Rechtbank, sector kanton, de arbeidsovereenkomst niet zal ontbinden. Immers, ter zitting is de Voorzitter gebleken dat er sprake is van een arbeidsconflict dat aan de noodzakelijke verdere samenwerking tussen A en F in de weg staat. Gelet op de gevolgde gang van zaken en de daarmee op gang gebrachte geruchtenstroom binnen het D, zal wedertewerkstelling van A naar de mening van de Voorzitter zodanige problemen binnen het D opleveren dat hij het belang van de hele instelling om daarvan verstoken te blijven totdat de kantonrechter heeft beslist, laat voorgaan op het belang van A om nog tot het moment van de te verwachten ontbinding tot het werk te worden toegelaten. Pagina 5 van 6

6 5. OORDEEL De Voorzitter van de Commissie van Beroep, recht doende bij wijze van voorlopige voorziening, weigert de gevraagde voorziening. Aldus gedaan te Woerden op 22 juni 2004 door mr W.H.B. den Hartog Jager, voorzitter, in aanwezigheid van mr H.E. Mertens, secretaris. mr W.H.B. den Hartog Jager voorzitter mr H.E. Mertens secretaris De Voorzitter heeft na de zitting van reeds mondeling uitspraak gedaan. Pagina 6 van 6

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC B te C, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. G SAMENVATTING 106442 - Verzoek voorlopige voorziening ontslag op staande voet; De werkgever heeft de werknemer op staande voet ontslagen vanwege het plegen van valsheid in geschrifte. Hij zou twee documenten,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. L.R.T.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. L.R.T. 103420 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening BVE Het UWV heeft de werknemer na een periode van arbeidsongeschiktheid aan het einde van de wachttijd in het kader van de WIA geschikt geacht voor het

Nadere informatie

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo

105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; hbo 105753 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en tegen ontslag wegens gewichtige reden; De werknemer is geschorst vanwege het opnemen van gesprekken met leidinggevenden en het delen van deze opnamen.

Nadere informatie

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING

Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; HBO SAMENVATTING 106426 - Verzoek voorlopige voorziening tot wedertewerkstelling, vacant houden functie en loondoorbetaling; SAMENVATTING De werkgever heeft de werknemer meegedeeld dat de (verlengde) arbeidsovereenkomst

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105514 - Verzoek voorlopige voorziening om opheffing schorsing; Verzoekster is geschorst voor de duur van de procedure tot ontbinding dan wel beëindiging van de Omdat de werkgever heeft nagelaten

Nadere informatie

105050 - Verzoek voorlopige voorziening, doorbetaling salaris; VO.

105050 - Verzoek voorlopige voorziening, doorbetaling salaris; VO. 105050 - Verzoek voorlopige voorziening, doorbetaling salaris;. De werknemer is op staande voet ontslagen wegens beweerde fraude bij het digitale eindexamen van de school, bestaande uit het vroegtijdig

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING

UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING 107547 - Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van een schorsing als ordemaatregel afgewezen omdat het gedrag van de werknemer heeft geleid tot onrust bij studenten en hij niet open stond voor overleg

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. C.M.J.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. C.M.J. 103382 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening BVE Werknemer is ontslagen wegens plichtsverzuim. Vervolgens is hij op staande voet ontslagen wegens een dringende reden, bestaande uit het meerdere malen

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor

Nadere informatie

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma

UITSPRAAK. [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma 107969 UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. E.A.C. Sietsma en het College van Bestuur van [school], gevestigd

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107336 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder,

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING

Commissie van Beroep VO SAMENVATTING SAMENVATTING 106377 - Beroep tegen onthouden promotie (entreerecht); Het beroep is gericht tegen de beslissing van de werkgever met betrekking tot de urenverdeling voor het schooljaar 2014-2015 waaruit

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 107773 - Beroep tegen onthouding van promotie. Terugplaatsing van docent LD naar docent LC mocht, omdat de werknemer niet voldeed aan de functievereisten docent LD UITSPRAAK in het geding tussen: de heer

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104265 - Geschil over de toepassing van artikel I-12b lid 2 De werkgever kent de werkneemster geen bindingstoelage toe omdat zij niet op alle beoordelingscriteria van de functie positief beoordeeld

Nadere informatie

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend.

106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. 106593 - Docente terecht op staande voet ontslagen omdat zij stagebezoeken heeft gefingeerd en hiervoor reiskostendeclaraties heeft ingediend. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B, appellante,

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden.

De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. 108160 - De berisping houdt geen stand omdat niet vaststaat dat de werknemer de geheimhoudingsplicht heeft geschonden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer [appellant], wonende te [woonplaats], appellant,

Nadere informatie

SAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE

SAMENVATTING. 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE SAMENVATTING 106233 - Beroep ontslag wegens arbeidsongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; De werkgever heeft de arbeidsovereenkomst wegens blijvende arbeidsongeschiktheid opgezegd op het

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het E, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105464 - Beroep tegen beëindiging verlengd tijdelijk dienstverband; De werknemer heeft bij de werkgever vier tijdelijke dienstverbanden gehad. Tussen het tweede en derde dienstverband zat

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. B.J. van Hees 106796 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking gegrond omdat de werkgever een onjuiste afvloeiingssystematiek hanteert; BVE in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van de Stichting D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105421 - Beroep tegen beëindiging dienstverband; De werkgever stelt dat geen sprake is van ontslag maar van het van rechtswege eindigen van een verlengd tijdelijk dienstverband wegens onbevoegdheid.

Nadere informatie

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden.

Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. 106478 - Door werknemer niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is hem ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Geen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; PO

Geen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; PO 106792 - Geen voorlopige voorziening in het kader van schorsing als ordemaatregel; in het geding tussen: UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING mevrouw A, wonende te B, appellante, hierna te noemen A gemachtigde:

Nadere informatie

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen 108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer F SAMENVATTING 105474 - Geschil over toepassing van art. H-60 CAO BVE Werknemer heeft jarenlang gewerkt als docent maar is, na een periode van arbeidsongeschiktheid, werkzaam als onderwijsassistent. De werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen

UITSPRAAK. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: mevrouw mr. J.G.T.M. Bekkers-Van Heumen 107335 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

108490/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak.

108490/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak. 108490/108540 - Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel gegrond vanwege niet volgen verweerprocedure respectievelijk gebrek aan noodzaak. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van Bestuur van de Stichting C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 106484 - Door werkneemster niet te belasten met lesuren in de bovenbouw is haar ten onrechte promotie in het kader van het entreerecht onthouden. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te B,

Nadere informatie

107502/ De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was.

107502/ De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was. 107502/107581 - De twee schorsingen van de werknemer zijn onjuist; de eerste vanwege een vormfout en de tweede omdat daarvoor onvoldoende grond was. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105659 - Beroep tegen ontslag wegens opheffing betrekking/gewichtige reden; De werknemer kan na een periode van detachering niet terugkeren in zijn oude functie van manager bedrijfsvoering.

Nadere informatie

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen.

De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. 107674 - De werkgever heeft de werknemer nogmaals mogen schorsen om nader onderzoek te doen naar zijn mogelijk onrechtmatig handelen. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende te B, appellant,

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster.

Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. 108379 - Beroep tegen overplaatsing gegrond vanwege het ontbreken van de instemming van de werkneemster. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante, hierna te noemen

Nadere informatie

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs

Commissie van Beroep voor het Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs en Hoger Beroepsonderwijs CvB.VO/HBO.2009.016-U.2009.008. 8 juli 2009 Schorsing als ordemaatregel o.g.v. artikel 9.a.6 van de CAO-VO Naar het oordeel van de Commissie moet een eenzijdige maatregel van de school (het vrijstellen

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 106285/106286/106287 Beroepen (3) tegen ontslag wegens opheffing van de betrekking;. Werkneemster is ontslagen op grond van opheffing van de betrekking als bedoeld in artikel 3.8 lid 3 cao

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106226 - Beroepen tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING Werknemers zijn bij de werkgever in vaste dienst met een betrekkingsomvang boven de normbetrekking van 1 wtf. Omdat de werkgever vele

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. drs. C.A.H.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. drs. C.A.H. 104900 SAMENVATTING Ontslag is primair gebaseerd op plichtsverzuim, subsidiair op onbekwaamheid of ongeschiktheid en meer subsidiair op grond van andere redenen van gewichtige aard, zijnde een vertrouwensbreuk.

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 106147 - Geschil over toepassing reparatiebeleid onbevoegde docenten; BVE De werknemer heeft met goedvinden van de werkgever een geschil aan de Commissie voorgelegd met betrekking tot de toepassing

Nadere informatie

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren

UITSPRAAK. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, bezwaarde, hierna te noemen A gemachtigde: de heer F. Verschuren 107364 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van accountmanager schaal 10 is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden voldoende in overeenstemming zijn met de functiebeschrijving

Nadere informatie

106099 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden/plichtsverzuim/onbekwaamheid; BVE

106099 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden/plichtsverzuim/onbekwaamheid; BVE 106099 - Beroep tegen ontslag wegens gewichtige reden/plichtsverzuim/onbekwaamheid; SAMENVATTING De werknemer is docent en is primair ontslagen wegens gewichtige reden, bestaande uit een verlies aan vertrouwen,

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. W. Brussee

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. W. Brussee 103469 S AMENV ATTING Bezwaar tegen de waardering als programmacoördinator/docent 10 BVE Werknemer is in het kader van de invoering van FUWA-BVE benoemd als programmacoördinator/docent schaal 10 opleiding

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie.

Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. 108067 Beroep tegen onthouden promotie ongegrond omdat er geen aanspraak op een benoeming in een LD-functie. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellante, hierna

Nadere informatie

SAMENVATTING. 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; VO

SAMENVATTING. 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; VO SAMENVATTING 104944/104968 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan; Werkgever heeft werkneemster bij wijze van ordemaatregel geschorst voor de duur van 4 weken omdat hij een onderzoek

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 107780 - De cao mbo is niet goed toegepast, omdat de werknemer ten onrechte is aangemerkt als betrokken bij het primaire proces en de werkgever de afwijzing van het (on)betaald verlof onvoldoende heeft

Nadere informatie

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd.

Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. 108508 - Beroep tegen onthouding promotie gegrond omdat de werkgever de procedure niet correct heeft gevolgd. UITSPRAAK in het geding tussen: [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te

Nadere informatie

Commissie van Beroep BVE

Commissie van Beroep BVE SAMENVATTING 105083 De werknemer is op staande voet ontslagen omdat hij zich niet op correcte wijze had ziek gemeld, omdat hij ondanks deze ziekmelding en zonder toestemming op studiereis naar Londen is

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 104213 - Beroep tegen ontslag wegens reorganisatie; BVE Werknemer is ontslagen omdat zijn arbeidsplaats als gevolg van een reorganisatie is komen te vervallen. Werknemer heeft een functies

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 102450 SAMENVATTING Berisping wegens afwezigheid bij cursus en wegens ongeldig BAPO-gebruik BVE Docent heeft zijn leidinggevende vooraf medegedeeld niet aanwezig te zullen zijn bij de cursus vanwege detacheringswerkzaamkeheden.

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. drs. M. 107486 - De ontheffing uit de taken wordt gelijkgesteld aan een schorsing. Omdat de voorgeschreven verweerprocedure niet is gevolgd, houdt deze schorsing geen stand. in het geding tussen: UITSPRAAK de

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

Commissie van Beroep VO

Commissie van Beroep VO 105601 SAMENVATTING Werknemer heeft Niet Aangeboren Hersenletsel en er dient op advies van de bedrijfsarts een goede werkbalans te zijn. De werknemer wordt verweten dat zich een aantal incidenten hebben

Nadere informatie

UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING

UITSPRAAK IN VOORLOPIGE VOORZIENING 108475 Verzoek voorlopige voorziening tot schorsing van de overplaatsing afgewezen; er zijn onvoldoende aanknopingspunten dat de Commissie het beroep gegrond zal verklaren. in het geding tussen: [appellante],

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105600 - Ontslag op staande voet wegens werkweigering; Naast haar functie bij de werkgever is werkneemster werkzaam in haar eigen agrarisch bedrijf. In verband met oogstwerkzaamheden heeft

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK SAMENVATTING 105309 - Geschil met betrekking tot de toepassing van artikel F-5 CAO BVE De werkgever kent een uitvoeringsregeling voor de werkverdeling 2011-2012 en heeft conform de daarin opgenomen procedure

Nadere informatie

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders)

Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) SAMENVATTING 104469 - Instemmingsgeschil VO-artikel 12 lid 1 onder g WMS (toekenning generieke toelage teamleiders) GMR heeft geweigerd in te stemmen met het voornemen om voor alle teamleiders, ongeacht

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 102474 en 102493 SAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens gewichtige omstandigheid en tegen 2 orde-schorsingen PO Appellant is aanvankelijk benoemd op basis van 'melkertbaanregeling'. Functiebenoeming

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman

het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. E.M. Kauffman Werknemer, aanvankelijk benoemd als docent, kampt al vele jaren met hartproblemen als gevolg waarvan hij langdurig arbeidsongeschikt is geweest. Na volledig herstel is hij weer gaan werken als projectleider,

Nadere informatie

107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK

107991/ Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK 107991/108080 Beroep tegen schorsingen als ordemaatregel ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats], appellant, hierna te noemen

Nadere informatie

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR

UITSPRAAK. de medezeggenschapsraad van [de school], te [vestigingsplaats], verzoeker, hierna te noemen de MR 108719 - Adviesgeschil over benoeming directeur. Het bevoegd gezag heeft de MR ten onrechte niet in de gelegenheid gesteld vooraf advies te geven; ook als MR-leden deelnemen in de BAC, moet het bevoegd

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever 104275 SAMENVATTING Landelijke De hoofdlocatie van de school bezit een mediatheek. De vestiging waar bezwaarde werkzaam is heeft een open leercentrum. Het scoreprofiel van de Coördinator Mediatheek wijkt

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. M.J.A. de Bruijn

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. M.J.A. de Bruijn 103376 S AMENV ATTING Bezwaar tegen indeling in profiel Docent 3 schaal 10 HBO De bezwaren tegen de gevolgde procedure kunnen naar het oordeel van de Commissie niet leiden tot gegrondheid van het bezwaar.

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 103720/103727 Twee Beroepen tegen ontslag wegens reorganisatie BVE Het dienstverband is opgezegd tijdens ziekte van de werknemer. De Commissie overweegt dat de werkgever ingevolge artikel

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. K.A.P. Moonen

het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. K.A.P. Moonen 105081 - Beroep tegen schriftelijke berisping; De werkgever heeft aan de disciplinaire maatregel ten grondslag gelegd dat de docent in de lessen allerlei privézaken bespreekt en in de lessen en tijdens

Nadere informatie

UITSPRAAK. de heer [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellant, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. R.H.M.

UITSPRAAK. de heer [appellant], wonende te [plaatsnaam], appellant, hierna te noemen [appellant] gemachtigde: de heer mr. R.H.M. 108633 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel ongegrond; de inhoud van de e- mailwisseling tussen de docent en een minderjarige leerlinge was voldoende reden om een onderzoek in te stellen. in het

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.L.W.G. 107524 - Het bezwaar tegen de beschrijving en waardering van de functie van psychodiagnostisch assistent is ongegrond omdat de opgedragen werkzaamheden passen binnen de toegekende functie en de kenmerkscores

Nadere informatie

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school)

SAMENVATTING Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) SAMENVATTING 105648-13.03 Instemmingsgeschil PO - artikel 10 onder h WMS (overdracht van de school) De gemeente, waar de stichting het bevoegd gezag is van tien openbare basisscholen, wordt opgedeeld over

Nadere informatie

Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft.

Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft. 108604 - Beroep tegen een disciplinaire overplaatsing is niet-ontvankelijk omdat de overplaatsing geen disciplinair karakter heeft. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant]

in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] 108047 UITSPRAAK in het geding tussen: de heer [appellant], wonende te [woonplaats], hierna te noemen [appellant] en het College van Bestuur van [de werkgever], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder,

Nadere informatie

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder,

X wonende te Y, appellant, tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans verweerder, Zaaknummer: 1995/155 Rechter(s): mr. Olivier Datum uitspraak: 21 december 1995 Partijen: X tegen het college van bestuur van de Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Trefwoorden: Auditor, inschrijving,

Nadere informatie

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. [Bestuur], gevestigd te [vestigingsplaats], verweerder, hierna te noemen de werkgever 108101 - Het bezwaar tegen handhaving van de functie informatiemanager schaal 11 is gegrond omdat bepaalde structurele werkzaamheden niet in de functiebeschrijving zijn opgenomen. in het geding tussen:

Nadere informatie

Commissie van Beroep PO

Commissie van Beroep PO 106228 - Beroep tegen vermindering betrekkingsomvang; SAMENVATTING De werkgever heeft vele werknemers in dienst die, om verschillende redenen, een betrekkingsomvang van meer dan 1,0 wtf hebben. De werkgever

Nadere informatie

Commissie van Beroep HBO

Commissie van Beroep HBO 106043 - Beroep tegen ontslag wegens ongeschiktheid/onbekwaamheid dan wel gewichtige reden; SAMENVATTING De werknemer is docent en is ontslagen omdat hij stelselmatig interne afspraken en regels niet heeft

Nadere informatie

UITSPRAAK 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Samenvatting 102061, 102062 en 102064

UITSPRAAK 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE. Samenvatting 102061, 102062 en 102064 Samenvatting 102061, 102062 en 102064 Bezwaren van drie opleidingsmanagers tegen de gevolgde procedure, de functiebeschrijving en de functiewaardering. Werknemers stellen dat de procedure onzorgvuldig

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

SAMENVATTING. het College van Bestuur van het ROC C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever SAMENVATTING 105696 - Beroep tegen disciplinaire overplaatsing; De werkgever heeft werknemer bij wijze van disciplinaire maatregel overgeplaatst wegens plichtsverzuim, bestaande uit onder meer het zich

Nadere informatie

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster

de Centrale medezeggenschapsraad van A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen de CMR gemachtigde: mr. J.L.J.E. Koster 103530 S AMENV ATTING Interpretatiegeschil functiebouwwerk art. 10-24 WHW. HBO Partijen verschillen van mening over de bevoegdheid van de CMR-P ten aanzien van het aanbrengen van wijzigingen aan het functiebouwwerk.

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 105044 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De arbeidsongeschiktheid van werkneemster heeft langer dan twee jaar geduurd en herstel binnen zes maanden is niet te verwachten.

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk.

Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk. 108263 - Beroep tegen overplaatsing en berisping wegens weglopen leerlingen gegrond. Beroep tegen schorsing niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK [appellante], wonende te [woonplaats], appellante,

Nadere informatie

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders)

Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) 104466 - Interpretatiegeschil PO - artikel 13 onder k WMS (beleid t.a.v. uitwisseling van informatie tussen bevoegd gezag en ouders) Naar aanleiding van de start van een nieuwe school voor voortgezet onderwijs

Nadere informatie

Beroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing.

Beroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing. 108563 - Beroep tegen overplaatsing gegrond omdat de werkgever verzuimd heeft te vermelden welke cao-grond de basis is voor de overplaatsing. in het geding tussen: [appellante], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

SAMENVATTING. 103768/103769 Beroep tegen opschorting bezoldiging, berisping en ontslag op staande voet PO.

SAMENVATTING. 103768/103769 Beroep tegen opschorting bezoldiging, berisping en ontslag op staande voet PO. SAMENVATTING 103768/103769 Beroep tegen opschorting bezoldiging, berisping en ontslag op staande voet PO. De werknemer meldt zich herhaaldelijk ziek. Naar aanleiding van de laatste ziekmelding gaat de

Nadere informatie

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast.

Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. 108461 - Interpretatiegeschil cao vo. Niet vastgesteld kan worden dat de werkgever artikel 8.1 lid 5 cao vo onjuist heeft toegepast. UITSPRAAK in het geding tussen: de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105940 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid en wegens gewichtige redenen; BVE

SAMENVATTING. 105940 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid en wegens gewichtige redenen; BVE SAMENVATTING 105940 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid en wegens gewichtige redenen; De werknemer, hoofd PZ, is ontslagen wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid voor zijn functie en

Nadere informatie

Commissie van beroep vo

Commissie van beroep vo 107458 - Een zij-instromer die per eerste schooldag ná 1-8-2014 is benoemd en het hele schooljaar les gaf, heeft redelijkerwijze recht op het entreerecht. in het geding tussen: UITSPRAAK de heer A, wonende

Nadere informatie

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr.

SAMENVATTING. het bestuur van de Stichting A, gevestigd te B, verzoeker, hierna te noemen het bevoegd gezag gemachtigde: de heer mr. SAMENVATTING 105620-13.02 Instemmingsgeschil PO - artikel 12 lid 1 onder i WMS (vaststelling of wijziging beleid personeelsbeoordeling, functiebeloning en functiedifferentiatie) De PGMR heeft instemming

Nadere informatie

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK

Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. UITSPRAAK 107381 Het medezeggenschapsreglement mag het aantal aaneengesloten zittingsperiodes in de MR niet beperken. in het geding tussen: UITSPRAAK de medezeggenschapsraad van A, gevestigd te G, H en J, verzoeker,

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever 106918 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellant, hierna te noemen A en het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Nadere informatie

SAMENVATTING AD V I E S

SAMENVATTING AD V I E S SAMENVATTING 104125 Klacht over uitblijven maatregel na ongewenst gedrag BVE Klaagster klaagt erover dat verweerder geen maatregelen heeft genomen om haar klasgenoot van de opleiding te verwijderen c.q.

Nadere informatie

het College van Bestuur van Stichting B, gevestigd te F, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. A.H.

het College van Bestuur van Stichting B, gevestigd te F, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. A.H. 107833/107861/107922 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel gegrond vanwege een vormfout. Beroep tegen tweede en derde schorsing ongegrond omdat daarvoor voldoende redenen waren. UITSPRAAK in het geding

Nadere informatie

Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: BVE SAMENVATTING

Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: BVE SAMENVATTING 106172 - Beroep tegen ontslag wegens plichtsverzuim en onvoldoende functioneren: SAMENVATTING De opzegging kan niet worden gegrond op plichtsverzuim omdat dit plichtsverzuim in de bestreden beslissing

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van het ROC D, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A. 106562 - Ontslag wegens gewichtige omstandigheden (verstoorde arbeidsrelatie) dan wel ongeschiktheid niet toegestaan omdat deze onvoldoende zijn gebleken. Beroep tegen de schorsing houdt evenmin stand

Nadere informatie