Inhoud leereenheid 1. Wat is filosofie? Introductie. Leerkern. Leereenheid 1 Wat is filosofie?
|
|
- Sarah van der Wal
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Leereenheid 1 Wat is filosofie? Inhoud leereenheid 1 Wat is filosofie? Introductie Leerkern 1 De filosofische traditie 2 Filosofische vragen 3 De verhouding van filosofie en wetenschap 4 Filosoferen uit praktische betrokkenheid 5 De filosofische vakgebieden 5.1 Kentheorie en wetenschapsleer 5.2 Metafysica en ontologie 5.3 Ethiek 5.4 Logica 5.5 Taalfilosofie 5.6 Sociale en politieke filosofie 5.7 Filosofische antropologie 5.8 Esthetica en cultuurfilosofie 5.9 Geschiedenis van de filosofie 6 Filosofische teksten en termen 7 Het belang van discussie C0212/maart 31, 2009/CHO 1
2 Open universiteit Inleiding in de filosofie Leereenheid 1 Wat is filosofie? Sytze Steenstra I N T R O D U C T I E Deze eerste leereenheid is bedoeld om u, voordat u zich gaat verdiepen in het werk van verschillende filosofen, een indruk te geven van de kenmerken en eigenaardigheden van de filosofie. Wat filosofie is, laat zich niet of nauwelijks door een definitie afbakenen. In plaats daarvan wordt hier de filosofische traditie vanuit verschillende gezichtspunten in ogenschouw genomen. Aan de orde komen daarbij achtereenvolgens: de aard van de filosofische vraagstelling; de verhouding van de filosofie tot de wetenschap; praktische motieven om te filosoferen; de indeling van de filosofie die tegenwoordig aan Nederlandse universiteiten wordt gehanteerd; de rol van de taal in de filosofie en tot slot het belang van debat en discussie voor de filosofie. LEERDOELEN Na het bestuderen van deze leereenheid heeft u een indruk van de veelzijdigheid van de filosofische traditie kunt u enkele kenmerken van de filosofische vraagstelling bespreken kent u in hoofdlijnen de historische verhouding van filosofie en wetenschap kent u enkele praktische motieven om te filosoferen kent u een gangbare indeling van de filosofie weet u iets van het belang van taal en teksten voor het filosoferen kunt u uitleggen wat het belang van discussie voor de filosofie is. L E E R K E R N 1 De filosofische traditie Theoretische en praktische filosofie Het woord filosofie is afkomstig uit het Grieks. Φιλοσοφια (philosophia) is een samenstelling van de woorden philia, liefde of vriendschap, en sophia, wijsheid. Filosofie betekent dus letterlijk liefde voor de wijsheid. Het Nederlandse synoniem van filosofie, wijsbegeerte, geeft deze betekenis exact weer. Maar wat is wijsheid? De Grieken maakten een onderscheid tussen twee verschillende vormen, namelijk theoretische en praktische wijsheid. Theoretische wijsheid stemt overeen met wat wij in de ruimste zin van het woord onder wetenschap verstaan, terwijl praktische wijsheid zich richt op een juiste levenswandel, op goed en rechtvaardig handelen. De voornaamste stroming van de Griekse filosofie streefde ernaar achter de verwarrende veelheid van verschijnselen die de mens omringen de eenheid aan het licht te brengen. Te midden van de vele dagelijkse beslommeringen en voortdurende veranderingen wijst deze filosofie het C0212/maart 31, 2009/CHO 2
3 Leereenheid 1 Wat is filosofie? Vertrouwen in redelijke argumentatie Er bestaat geen algemeen aanvaarde definitie van filosofie. essentiële aan, terwijl ze bovendien voor degene die filosofeert en de wezenlijke eenheid leert kennen een bewuster en beter leven mogelijk wil maken. Deze wijsbegeerte heeft een onbegrensd vertrouwen in haar medium, het redelijk denken. Daartegenover stonden in het klassieke Griekenland sceptische en cynische denkscholen die over de vermogens van het redeneren veel negatiever oordeelden en aanrieden het gebruik en de verwachtingen daarvan te beperken. Sofisten en retorici streefden niet naar objectieve kennis, maar richtten zich op het veranderlijke: op de menselijke samenleving en op methoden om argumenten daar zo overtuigend mogelijk toe te passen. In de geschiedenis van de filosofie zijn deze twee tegengestelde filosofische standpunten keer op keer verdedigd, met steeds nieuwe argumenten en tegenargumenten want zelfs degenen die de betekenis van het redeneren geringschatten, hebben daarvoor allerlei argumenten aangedragen. Dit maakt het vrijwel onmogelijk een definitie van filosofie op te stellen waarin alle filosofen zichzelf herkennen. Iedere definitie die niet nietszeggend wil zijn, is in feite een keuze voor een bepaalde vorm van filosofie en sluit daardoor andere vormen uit. De ene definitie stelt bijvoorbeeld dat filosofie wordt gekenmerkt door exact redeneren, met een overtuigende precisie die niet onderdoet voor een wiskundig bewijs, en de andere benadrukt juist het belang van de persoonlijkheid, van de situatie waarin redeneringen naar voren worden gebracht, of van de intuïtie. Deze standpunten zijn niet met elkaar te verenigen, niettemin zijn vanuit beide uitgangspunten theorieën ontwikkeld die algemeen tot de filosofie worden gerekend. Daarom wordt hier niet geprobeerd een voor deze cursus geldende definitie van filosofie te geven, maar wordt filosofie gekenschetst als een traditie, een losse samenhang van verschillende denkstijlen en stromingen. In de geschiedenis van de filosofie, die een periode van meer dan 2500 jaar beslaat, hebben grote veranderingen plaatsgevonden en scherpe tegenstellingen bestaan. Tot de traditie behoren zowel gevestigde stromingen waarin duizenden filosofen zich rond vaste uitgangspunten verenigen, als geïsoleerde enkelingen, buitenbeentjes, die desondanks soms een grote invloed hebben uitgeoefend. In de filosofie zijn bovendien uiteenlopende onderwerpen en onderzoeksterreinen centraal gesteld. De traditie als geheel is daarom het beste voor te stellen als een los netwerk van invloeden en afhankelijkheden, van tegenstellingen en onverwachte parallellen. In de geschiedenis van de filosofie is herhaaldelijk geprobeerd om een streep te zetten onder de traditie, om met een schone lei opnieuw te beginnen. Na de middeleeuwen heeft Descartes ( ) hiertoe een poging gedaan, en in het begin van de twintigste eeuw heeft Wittgenstein ( ) het op een andere manier ook geprobeerd. Beiden zijn zeer invloedrijk geweest, maar dat neemt niet weg dat andere filosofen toch weer hebben aangeknoopt bij denkwijzen die zij voorgoed uit de filosofie hoopten te verbannen. Anders dan in de natuurwetenschap, waar het gebruikelijk is dat een theorie heeft afgedaan zodra zij door nieuwe inzichten is weerlegd, kunnen in de filosofie fundamentele inzichten honderden jaren lang vruchtbaar blijven, ook al wil dat niet zeggen dat alle filosofen zich met die C0212/maart 31, 2009/CHO 3
4 Open universiteit Inleiding in de filosofie inzichten kunnen verenigen. Kenmerkend voor de grootste filosofen is dat zij verschillende onderdelen van de traditie in een nieuwe samenhang weten te plaatsen. Het gesprek tussen de verschillende posities binnen de traditie vormt een van de levenselementen van de filosofie, juist wanneer die posities met elkaar op gespannen voet staan. Iedere cultuur geeft eigen antwoorden op vragen naar de aard van de mens, de natuur en de wereld. In die zin beschikt ook iedere cultuur over een eigen filosofie. Een echte filosofische traditie vereist echter bovendien het bestaan van geschreven filosofische teksten, waarin bepaalde uitgangspunten worden uiteengezet, bekritiseerd en verdedigd. Er zijn verscheidene van zulke tradities te onderscheiden: de Indiase en de Chinese, die zich meer richten op meditatieve, innerlijke wijsheid dan op kennis van de buitenwereld; de joodse, christelijke en islamitische filosofieën; en de Griekse filosofie, die vaak wordt beschouwd als de bakermat van de westerse wetenschap. Deze cursus beperkt zich tot de westerse traditie, die in hoofdzaak uit de Griekse en de christelijke filosofie is voortgekomen. 2 Filosofische vragen Filosofie heeft geen eigen object. De allesomvattende, zowel theoretisch als praktisch gerichte belangstelling van de filosofie maakt dat het niet mogelijk is om filosofie te definiëren aan de hand van haar object. Dit onderscheidt filosofie van de verschillende wetenschappelijke disciplines, die te definiëren zijn aan de hand van hun onderwerp: een psycholoog onderzoekt bijvoorbeeld de werking van de menselijke geest, een bioloog de levende natuur, een geoloog de aardkorst. Filosofie heeft daarentegen géén eigen objectgebied. Aan de ene kant is er geen grens gesteld aan de onderwerpen waarmee filosofen zich bezig kunnen houden; aan de andere kant zijn tegenwoordig vrijwel alle onderwerpen al geclaimd door een specifieke vakwetenschap. In plaats van door een eigen object wordt filosofie wel eens gekarakteriseerd door de wijze waarop zij bepaalde vragen stelt. Zoals Schopenhauer ( ) schreef: Om te filosoferen zijn dit de twee eerste vereisten: allereerst, dat men de moed heeft geen enkele vraag vóór zich te houden, en ten tweede, dat men alles wat vanzelf spreekt goed tot zijn bewustzijn laat doordringen, om het zodoende als problematisch te gaan zien. Vragen naar vooronderstellingen Filosofische vragen zijn niet onmiddellijk gericht op een praktisch antwoord, maar kunnen in eerste instantie verwondering uitdrukken. Waarom is alles zoals het is? Bestaat er een samenhang in alle dingen? Wat is bewustzijn? Wat is macht? Op zich is het stellen van zulke vragen niet ongewoon. Veel kinderen vragen zich wel eens af hoe ze kunnen weten dat de wereld niet verdwijnt of ingrijpend verandert als ze slapen, of ze vragen zich af waarom alle mensen niet met elkaar kunnen afspreken om voortaan nooit meer oorlog te voeren. Ook dergelijke vragen zijn filosofisch: ze zoeken naar vooronderstellingen, naar datgene wat aan de vertrouwde werkelijkheid ten grondslag ligt. Dit geldt ook voor de vier vragen die Kant ( ) heeft opgesteld en waarin volgens hem is aangegeven waar het in de filosofie om draait. (De eerste drie vragen komen uit het slot van de Kritik der reinen Vernunft, C0212/maart 31, 2009/CHO 4
5 Leereenheid 1 Wat is filosofie? Systematische beantwoording later voegde Kant er een vierde aan toe.) Deze vragen luiden: Wat kan ik weten? Wat moet ik doen? Wat mag ik hopen? Wat is de mens? Ook deze vragen zijn van een welhaast kinderlijke eenvoud, en dat geldt misschien wel voor de belangrijkste vragen van de filosofie. Door hun onbevangenheid bieden zulke vragen echter weerstand aan de neiging om meteen een pasklaar antwoord te geven. Ze nodigen uit tot systematisch onderzoek, waarbij het natuurlijk raadzaam is de antwoorden die andere filosofen, de wetenschappen of de dagelijkse praktijk op die vragen hebben gegeven in het onderzoek te betrekken. De methodische aanpak bij de behandeling van dergelijke vragen (waarbij verschillende filosofische scholen ver uiteenlopende methoden hanteren) is niet minder kenmerkend voor de filosofie dan de onbevangen vraagstelling. Natuurlijk is het stellen en beantwoorden van dit soort vragen niet exclusief voorbehouden aan de filosofie. Ook anderen zoeken naar antwoorden, wetenschappers zo goed als godgeleerden, kunstenaars of politici. De filosofie onderscheidt zich hiervan door steeds naar fundamenten en vooronderstellingen te vragen, en door dit onderzoek zo rationeel en systematisch mogelijk uit te voeren. Dit onderscheid is niet absoluut en er vindt dan ook altijd een wisselwerking plaats tussen de filosofie en de omringende wetenschappen en cultuur in het algemeen. De vragen die filosofen onderzoeken en de begrippen die zij voor hun onderzoek gebruiken, worden aangedragen door de omstandigheden, of die nu politiek, religieus, cultureel of anders van aard zijn. Filosofie bestaat niet in een vacuüm, maar is afhankelijk van historische omstandigheden. Een filosofie kan op haar beurt ook invloed uitoefenen op die omstandigheden: antwoorden die binnen de filosofie geformuleerd worden, kunnen daarbuiten een grote rol spelen. Vragen als Wat moet ik doen en Wat mag ik hopen hebben uiteraard ook een persoonlijke dimensie, en wie een filosofische cursus gaat bestuderen, doet dat misschien in de verwachting daar hulp te vinden bij het beantwoorden van haar of zijn levensvragen. Dan is het nuttig te bedenken dat een schriftelijke cursus geen rechtstreeks antwoord kan geven op persoonlijke kwesties. De filosofie kan alleen een bijdrage leveren aan het beter en scherper stellen van die vragen. Dit gebeurt indirect door inzicht te bieden in de denkwijzen van bepaalde personen of tijden en in hun mogelijkheden of beperkingen. Wie de vragen en antwoorden van grote filosofen bestudeert en hun oplossingen zelf bewust mee voltrekt, houdt daar geen kant en klaar antwoord op alle mogelijke levens- en wereldraadsels aan over, maar heeft wel een begin gemaakt met zelf filosoferen. 3 De verhouding van filosofie en wetenschap De verhouding tot de wetenschappen is van fundamenteel belang voor de westerse filosofische traditie. Wetenschappelijke kennis is vaak beschouwd als voorbeeld voor filosofisch onderzoek. Daarnaast hebben tal van filosofen gestreefd naar een wijsgerig stelsel dat alle wetenschappelijke inzichten hun rechtmatige plaats toewijst, en heeft de filosofie zich bij wetenschappelijke conflicten vaak opgesteld als rechtsprekende C0212/maart 31, 2009/CHO 5
6 Open universiteit Inleiding in de filosofie Oudheid: geen onderscheid Middeleeuwen: verhouding tot theologie is bepalend. Moderne tijd: filosofie legt de grondslag voor de vakwetenschappen. instantie. Deze paragraaf geeft een schematisch overzicht van de ontwikkeling van deze verhouding, waarbij de nadruk ligt op verschillende hedendaagse visies. In de Griekse en Romeinse oudheid werd nog geen principieel onderscheid gemaakt tussen filosofie en wetenschap. Wat wij nu biologie, politicologie en psychologie noemen, maakte in die tijd deel uit van de filosofie. Ook in de middeleeuwen werden wetenschap en filosofie niet onderscheiden, maar in vergelijking met de oudheid is er een wezenlijke verandering in de positie van de filosofie. Men hield zich namelijk vrijwel uitsluitend met filosofie bezig in samenhang met de theologie, en de waardering voor de filosofie werd dan ook bepaald door deze verhouding. Er zijn hier (schematisch) drie uiteenlopende visies te onderscheiden. In de eerste plaats achtten sommigen het mogelijk dat de filosofie de hoogste waarheid, die in de bijbel was geopenbaard, op een eigen, rationele manier kon bereiken. In deze visie stond de filosofie op dezelfde hoogte als de theologie. Daartegenover stonden diegenen die meenden dat de filosofie geen zelfstandige bijdrage kon leveren aan inzicht in de waarheid, die enkel door de theologie kon worden gekend. De filosofie kon volgens hen slechts fungeren als een ondergeschikte hulpwetenschap van de theologie. Aanhangers van een derde visie beweerden dat de domeinen van theologie en filosofie volkomen gescheiden waren, zodat er een dubbele waarheid zou kunnen bestaan: enerzijds de geloofswaarheid, anderzijds de filosofische en wetenschappelijke waarheid. In de moderne tijd (in de geschiedenis van de filosofie wordt zo de periode na middeleeuwen en renaissance, vanaf circa 1600, aangeduid) begonnen de verschillende vakwetenschappen zich geleidelijk los te maken van de filosofie. In de zeventiende eeuw ontstond de moderne mathematische natuurwetenschap en het succes waarmee deze wetenschap allerlei verschijnselen wist te verklaren, leek de filosofie bijna overbodig te kunnen maken. Dit bracht filosofen ertoe hun vak mede te definiëren in relatie tot die natuurwetenschap: filosofie werd niet meer in de eerste plaats beschouwd als een samenhangend geheel van kennis en inzichten, maar als de theoretische grondslag waarop alle verdere wetenschappelijke kennis berustte. Deze grondslag garandeerde tegelijkertijd de samenhang van die kennis. Naast dit zelfonderzoek van de theoretische rede bleef de praktische filosofie overigens voortbestaan. Het onderscheid tussen natuurwetenschap en filosofie kwam slechts geleidelijk tot stand en de grens was niet scherp getrokken: theoretische natuurwetenschap werd gewoonlijk als natuurfilosofie aangeduid. Verscheidene beroemde filosofen werden juist door dit grensgebied aangetrokken en hebben ook bijdragen geleverd aan de ontwikkeling van de natuurwetenschappen; dit geldt bijvoorbeeld voor Descartes, Leibniz ( ) en Kant. Na de natuurwetenschappen hebben nog meer objectgebieden die van oudsher tot de filosofie werden gerekend zich verzelfstandigd tot aparte vakwetenschappen. Vanaf 1800 heeft de geschiedenis zich tot een wetenschap ontwikkeld. In de decennia rond 1900 is de zelfstandige C0212/maart 31, 2009/CHO 6
7 Leereenheid 1 Wat is filosofie? Tegenwoordig: vier verschillende visies 1. Filosofie als alomvattende synthese 2. Filosofie als zinsgeving 3. Filosofie als analytische begripsverheldering 4. Filosofie als onderzoek naar gehanteerde voor- ontwikkeling begonnen van de mens- en maatschappijwetenschappen, zoals psychologie en sociologie. Hoe langdurig dit proces was, is bijvoorbeeld te zien aan de naamsverandering van het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte en Psychologie (opgericht in 1907), dat pas sinds 1970 het Algemeen Nederlands Tijdschrift voor Wijsbegeerte heet. Dat alle wetenschappen ooit deel uitmaakten van de wijsbegeerte is nog aan allerlei sporen af te lezen: in Engelstalige landen onder andere aan het gebruik van de afkorting Ph.D. (Philosophiae Doctor, doctor in de filosofie) voor diegenen die een doctorsgraad hebben behaald in een van de wetenschappen. Deze verzelfstandiging van de wetenschappen heeft ertoe geleid dat eigenlijk alle onderwerpen die van oudsher tot het terrein van de filosofie behoorden, nu het object vormen van afzonderlijke wetenschappelijke specialismen. Dit geldt voor de fundamentele eigenschappen van de natuur, voor de werking van de menselijke geest en van de taal, en voor de aard van de maatschappij. Het gevolg voor de positie van de filosofie is dat zij zich sindsdien moet verdedigen tegen de mening dat alle echte kennis door de wetenschappen wordt geleverd. Globaal zijn er tegenwoordig vier uiteenlopende visies op de relatie van de filosofie tot de wetenschappen te onderscheiden. Aan de ene kant staan diegenen die aansluiten bij de traditie waarin de filosofie bij uitstek de hoogste en meest omvattende vragen behandelt. Zij stellen dat de filosofie streeft naar allesomvattend begrip, waarbij de resultaten van de wetenschappen in die synthese worden opgenomen. Volgens de aanhangers van een tweede standpunt kunnen de wetenschappen alleen feiten aan het licht brengen, niet hun betekenis voor het leven. De wetenschap kan geen zinvragen beantwoorden, dat is iets wat exclusief tot de competentie van de filosofie behoort. Recht daartegenover staan filosofen die beweren dat zulke pretenties achterhaald zijn. Deze pretentie berust volgens hen op de achterhaalde gedachte dat filosofische begrippen de essenties van allerlei zaken weten uit te drukken, zodat de filosofie de wetenschappelijke kennis alleen maar aan die essenties hoeft te koppelen om een totaalwetenschap tot stand te brengen. Volgens neopositivistische filosofen zijn dergelijke essenties niets anders dan drogbeelden en kan de filosofie de wetenschappen en het alledaagse denken slechts helpen om zich van die schijnzekerheden los te maken. Filosofie kan niet meer doen dan de verwarring die filosofen in het verleden hebben veroorzaakt door analyse op te helderen. De filosofie wordt dus in het ene geval boven alle wetenschappen verheven en krijgt in het andere geval een bescheiden plaats toegewezen. Een vierde mogelijkheid is om de filosofie een plaats naast de andere wetenschappen aan te wijzen. Filosofie wordt dan omschreven als het vakgebied dat is gespecialiseerd in systematisch en redelijk denken, met een bijzondere interesse voor het rechtvaardigen van eigen en andermans maatstaven. De theoretische en praktische (bijvoorbeeld ethische of culturele) veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de verschillende wetenschappelijke methoden worden in de C0212/maart 31, 2009/CHO 7
8 Open universiteit Inleiding in de filosofie onderstellingen filosofie getoetst op hun geldigheid en mogelijkheden. Dit betekent niet dat de filosofie een lijst met geboden opstelt waaraan vakwetenschappers zich moeten houden; het gaat meer om de vergelijking van uiteenlopende wetenschappelijke benaderingen en hun pretenties. De meeste onderwerpen laten zich immers vanuit allerlei verschillende specialismen en gezichtshoeken onderzoeken. Menselijk handelen kan worden onderzocht door biologen, medici, psychologen, politieke wetenschappers, juristen, historici, economen et cetera, en elke wetenschap zal haar eigen onderzoeksresultaten voortbrengen. Die resultaten zijn echter vaak met elkaar strijdig, of tenminste moeilijk met elkaar te verenigen. In situaties waarin vraagstellingen vanuit verschillende disciplines worden onderzocht (wat in de praktijk vaak voorkomt), kan de filosofie een nuttige inbreng hebben: niet als overkoepelende superwetenschap, maar als onderzoeksdeelnemer met een eigen competentie. Deze filosofische competentie biedt dan met name inzicht in de vooronderstellingen die verschillende wetenschappen en theorieën kenmerken. Een filosoof zou op deze manier kunnen helpen de samenwerking tussen disciplines te bevorderen en de grenzen van verschillende benaderingen aan te geven. Ten tweede kan de filosofie helpen bij het leggen van relaties met de buitenwetenschappelijke praktijk, want ook de uitgangspunten die daar worden gehanteerd, zijn het onderwerp van filosofisch onderzoek. Dit gebeurt vaak vanuit een zekere praktische betrokkenheid. Afb. x1.1 (goed leesbaar afdrukken) Van Dale, Groot Woordenboek der Nederlandse Taal, OPGAVE 1.1 Ga aan de hand van de omschrijvingen uit het woordenboek na welke historische verschijningsvormen van de filosofie in de taal opgeslagen zijn. Antwoord De band van filosofie en natuurwetenschap is bewaard gebleven in de betekenissen van het filosofisch ei en in de verouderde gewoonte om een student wis- en natuurkunde als filosoof aan te duiden. De nauwe band met de godsdienst is nog af te lezen aan de betekenis klein seminarie en student op een klein seminarie. Het gebruik van filosofisch in de betekenis van kalm, gematigd, rustig zou een verre afgeleide van de stoïcijnse filosofie kunnen zijn, maar kan ook voortkomen uit de gewoonte om niet direct te oordelen, maar naar vooronderstellingen te vragen. De overige betekenissen spreken voor zichzelf. OPGAVE 1.2 Er bestaan niet alleen verschillende denkbeelden over de verhouding van de filosofie tot de wetenschap, maar ook over de verhouding van de filosofie tot de alledaagse ervaring, het gezond verstand of de common sense. Filosofisch inzicht kan worden beschouwd als superieur, gelijk- C0212/maart 31, 2009/CHO 8
9 Leereenheid 1 Wat is filosofie? waardig of ondergeschikt aan de alledaagse ervaring. In deze cursus komen verschillende opvattingen hierover aan bod. Het is de moeite waard om uw eigen mening hierover nu op te schrijven en uw antwoord te bewaren tot u klaar bent met deze cursus. Maakt u hierbij een onderscheid tussen verschillende soorten vragen, bijvoorbeeld tussen vragen naar wetenschappelijke grondslagen, vragen over ethisch handelen en kwesties op artistiek gebied? Of is volgens u de verhouding van filosofie tot alledaagse ervaring op alle gebieden hetzelfde? Geef daarbij beknopt uw argumenten. U kunt dan achteraf nagaan of, en hoe, uw mening en uw argumentatie door de cursus zijn veranderd. 4 Filosoferen uit praktische betrokkenheid Niet minder legitiem dan theoretische en fundamenteel wetenschappelijke motieven om te filosoferen zijn de praktische. Veel filosofen gaan in hun onderzoek uit van een ethische of maatschappelijke betrokkenheid. Bij hen staat niet de aard van de werkelijkheid als zodanig centraal, maar de vraag naar andere, rechtvaardigere verhoudingen. Vaak is de wens om een einde te maken aan lijden of onrecht hun drijfveer: zulke filosofen voelen zich verbonden met degenen die hier het slachtoffer van zijn, en vragen hoe hieraan een einde kan worden gemaakt. Dit praktische filosoferen heeft allerlei vormen aangenomen, waarvan om een indruk te geven hier even drie worden genoemd die de laatste vijftig jaar invloedrijk zijn geweest of het nog steeds zijn. Het existentialisme, ook wel levensfilosofie genoemd, stelt het bestaan van de mens centraal en benadrukt dat dit niet door structuren buiten de mens, noch door de aard van de mens zelf is vastgelegd. De mens is vrij om zijn eigen bestaan te ontwerpen, maar van deze vrijheid gaat onvermijdelijk ook een beklemming uit. Existentialistische filosofen benadrukken dikwijls dat de mens zich moet onttrekken aan sociale conventies, waardoor hun filosofie een cultuurkritische lading krijgt. Jean-Paul Sartre ( ) heeft aan het existentialisme een linksradicale politieke wending gegeven. De Frankfurter Schule richt zich eveneens tegen onderdrukking, maar besteedt daarbij in vergelijking met het postmodernisme meer aandacht aan sociaal-economische structuren. De Frankfurter Schule gaat ervan uit dat filosofie en wetenschap nooit waardevrij zijn: ofwel men accepteert het maatschappelijke kader waarbinnen men werkt als een gegeven en neemt daarmee de heersende waarden over, of men moet deze maatschappij en haar waarden kritisch in het onderzoek betrekken. Op basis van dit uitgangspunt deden vertegenwoordigers van de Frankfurter Schule onder andere onderzoek naar de grondslagen van het marxisme, naar het antisemitisme en naar de verhouding van kunst en maatschappij. De Frankfurters formuleerden hun maatschappijtheorie voor het eerst in de jaren dertig; sindsdien is deze theorie herhaaldelijk aangepast aan de gewijzigde omstandigheden en zijn ook de filosofische grondslagen geactualiseerd. Hun werk is daardoor een actueel onderdeel van het filosofische debat gebleven. Het postmodernisme gaat ervan uit dat alle pogingen om in politiek, cultuur, religie of wetenschap een definitieve waarheid vast te stellen tevergeefs zijn en alleen als onderdrukkende machtsfactor kunnen werken. In plaats daarvan wijzen postmoderne filosofen op de ongrijpbaarheid en veranderlijkheid van de werkelijkheid. Zij verzetten zich C0212/maart 31, 2009/CHO 9
10 Open universiteit Inleiding in de filosofie (afhankelijk van hun persoonlijke belangstelling) bijvoorbeeld tegen vaak met wetenschappelijke steun ondernomen pogingen om mensen op een bepaalde geaardheid vast te prikken, tegen politiek en cultureel nationalisme, tegen de traditionele scheiding tussen filosofie en literatuur en tegen wetenschappelijk of religieus fundamentalisme. Praktische filosofie kan zich richten op individueel handelen of op maatschappelijke structuren en processen, of op de analyse van politieke theorieën. Ook de manier waarop filosofen door hun theorieën praktische invloed proberen uit te oefenen, varieert sterk. Tegenover diegenen die zich een heel andere maatschappij voorstellen, staan stoïcijnse en sceptische denkers die de overtuiging uitdragen dat pogingen om de wereld te verbeteren niet of zelfs averechts werken en dat de mens zich maar beter kan schikken in zijn lot. Tussen deze uitersten bevindt zich natuurlijk een scala aan mogelijkheden. Debatten over praktisch-filosofische vragen zijn vaak verweven met waardeoordelen en met vooraf ingenomen standpunten, waardoor zij een geëngageerd en soms hartstochtelijk en polemisch karakter krijgen. Het persoonlijke engagement van sommige filosofen sluit natuurlijk niet uit dat ook zij een zo objectief mogelijk inzicht willen verwerven in de maatschappelijke werkelijkheid. Praktische en theoretische filosofie kunnen elkaar zodoende aanvullen. Ook puur theoretisch onderzoek naar vooronderstellingen kan leiden tot een meer bewuste houding, wat op zich al een praktische consequentie mag heten. 5 De filosofische vakgebieden In deze paragraaf wordt uiteengezet hoe de filosofie aan de universiteit in verschillende vakgebieden wordt onderverdeeld en wordt in het kort uitgelegd wat de verschillende vakken behelzen. Een gangbare indeling is: kentheorie en wetenschapsleer; metafysica en ontologie; ethiek; logica; taalfilosofie; sociale en politieke filosofie; filosofische antropologie; esthetica en geschiedenis van de wijsbegeerte. 5.1 KENTHEORIE EN WETENSCHAPSLEER Kants vraag Wat kan ik weten? komt aan de orde in de filosofische kentheorie. In deze discipline vraagt men zich af wat menselijke kennis is, volgens welke maatstaven ze geldig of waar is, wat haar reikwijdte is (dat wil zeggen: of alles kenbaar is en of kennis aan principiële grenzen is gebonden), welke typen van menselijke kennis er zijn en uit welke bronnen de mens kennis kan putten. Iedereen weet dat onze zintuigen onbetrouwbaar kunnen zijn. Een rechte stok die in een vijver staat, lijkt bij de waterspiegel te zijn gebroken. De maan lijkt vanaf de aarde een schijf te zijn die niet groter is dan een schoteltje. We kunnen er dus niet van uitgaan dat onze waarnemingen als vanzelf betrouwbare kennis van de werkelijkheid opleveren. We gebruiken dan ook ons verstand bij het waarnemen om de indrukken die de zintuigen leveren te ordenen en te interpreteren, en om theorieën te ontwikkelen die het waargenomene verklaren. Verstand en zintuiglijke waarneming (horen, zien, tasten, proeven, enz.) heten in de kentheorie de bronnen van kennis. In de geschiedenis van de filosofie is nu eens het verstand, dan weer de waarneming aangewezen als de voornaamste bron van kennis. Sensualisten of empiristen heten de filosofen die stellen dat kennis uiteindelijk op de zintuigen teruggaat (sensus is Latijn voor C0212/maart 31, 2009/CHO 10
11 Leereenheid 1 Wat is filosofie? waarneming), rationalisten heten diegenen die beweren dat vooral het verstand ware kennis voortbrengt (ratio is Latijn voor verstand). Het kernprobleem van de kentheorie is natuurlijk: wat is waarheid? Onder welke voorwaarden is een uitspraak waar? Hoe verhoudt onze kennis zich tot de werkelijkheid? Deze vragen worden vaak in samenhang met de wetenschapsleer aan de orde gesteld, omdat bij uitstek in de wetenschap systematisch wordt gezocht naar ware kennis. In de wetenschapsleer wordt verder onderzoek gedaan naar de feitelijke totstandkoming van wetenschappelijke kennis en naar de invloed van historische (maatschappelijke, economische en psychologische) omstandigheden op de wetenschapsbeoefening. 5.2 METAFYSICA EN ONTOLOGIE In de ontologie (letterlijk: de leer van het zijn) wordt onderzocht wat de algemene structuur is van het zijn als zodanig, van de werkelijkheid en van de verschillende deelgebieden van de werkelijkheid, zoals de natuur of het sociale leven. In dit vakgebied speelt bijvoorbeeld het debat tussen materialisten en idealisten. Materialisten beweren dat de hele werkelijkheid inclusief het menselijk bewustzijn uiteindelijk verklaard moet worden uit eigenschappen van de materie. Idealisten menen daarentegen dat het bewustzijn de meest fundamentele werkelijkheid is en dat daarom de realiteit uiteindelijk geestelijk van aard en structuur is. Tot de ontologie hoort ook de vraag of verschillende wetenschappen, bijvoorbeeld scheikunde en geschiedenis, fundamenteel verschillende werkelijkheden tot onderwerp hebben, of uiteindelijk betrekking hebben op dezelfde werkelijkheid. De term metafysica is ontstaan toen men de nagelaten werken van de Griekse filosoof Aristoteles ( v. Chr.) wilde rubriceren. Na zijn werken over de natuur (zijn fysica) volgden boeken over de algemene beginselen van de werkelijkheid, die men gewoonweg na de fysica noemde, in het Grieks is dat metafysica. Tot de metafysica hoort de in de geschiedenis van het denken zeer belangrijke vraag naar de ware werkelijkheid, die vaak vereenzelvigd werd met God. Kants vraag Wat mag ik hopen? is ook een metafysische vraag, aangezien hij hiermee bedoelde of de mens mag hopen op geluk en op een eeuwig leven. Traditioneel heeft de metafysica betrekking op een tijdloze werkelijkheid achter of boven de verschijnselen, terwijl er ook ontologieën zijn ontwikkeld waarin juist de tijd of de geschiedenis centraal staan. 5.3 ETHIEK De ethiek onderzoekt de normen waarnaar wij ons richten bij al ons handelen. Hier komt dus de vraag Wat moet ik doen? aan de orde. In de antwoorden op de vraag wat goed, juist en rechtvaardig is, zijn twee hoofdstromingen te onderscheiden: de ene richt zich op het doel en de motieven van de handeling in kwestie, de andere bekijkt juist de handeling op zich, onafhankelijk van het doel. Een ethiek die zich richt op het doel dat door een bepaalde handeling wordt nagestreefd, heet een teleologische ethiek (het Griekse telos betekent doel). Volgens deze ethische richting is het vrijwel onmogelijk om universele regels voor goed handelen op te stellen, omdat in de praktijk nu eenmaal vaak uiterst ingewikkelde situaties voorkomen en omdat handelingen moeten worden beoordeeld aan de hand van het doel dat er C0212/maart 31, 2009/CHO 11
12 Open universiteit Inleiding in de filosofie in een specifieke situatie mee wordt nagestreefd. Hiertegenover staat de deontologische ethiek, die veel nadruk legt op het verplichte karakter van bepaalde handelingen, zonder daarbij te letten op het nagestreefde doel of op de gevolgen (het Griekse deon betekent plicht). De deontologische ethiek legt alle nadruk op algemene regels waaraan iedereen zich onder alle omstandigheden dient te houden, zoals het eerbiedigen van menselijk leven en de waarheid spreken. In de ethiek wordt niet alleen gezocht naar regels voor goed handelen, maar wordt ook de aard van normen als zodanig geanalyseerd. Normen worden dan tegenover feiten of wetmatigheden geplaatst: zij drukken een aanspraak op geldigheid uit, waaraan het gegeven dat normen in de praktijk worden overtreden, niets afdoet. Evenmin kunnen normen worden gerechtvaardigd door er op te wijzen dat de meeste mensen zich er wel aan houden. Daarom onderschrijven veel filosofen de regel dat een ethisch behoren niet gefundeerd kan worden op een feitelijk zijn. Met andere woorden, ethische regels kunnen niet worden gerechtvaardigd door te wijzen op de feitelijke gang van zaken. Een ander belangrijk onderscheid in de ethiek is dat tussen liberalen en communitaristen: liberalen nemen het individueel handelen als uitgangspunt, terwijl communitaristen daarentegen uitgaan van de gemeenschap als het kader waarbinnen ethische oordelen mogelijk zijn. 5.4 LOGICA In de logica wordt onderzocht wat de formele principes zijn waaraan een geldige redenering moet voldoen. Anders gezegd, de logica onderzoekt hoe verschillende uitspraken zo met elkaar verbonden kunnen worden dat hieruit op geldige wijze een nieuwe, ware uitspraak ontstaat. In de cursus zult u hiervan verschillende voorbeelden leren kennen. Sinds Aristoteles is de logica een onderdeel van de filosofie, alhoewel Aristoteles, de grondlegger van de logica, dit zelf juist als een nietfilosofische hulpwetenschap beschouwde. In de laatste honderd jaar is de logica steeds meer geformaliseerd en zijn verschillende formele logische stelsels tot een hoge complexiteit ontwikkeld. Het mathematisch-abstracte karakter van deze stelsels heeft ertoe geleid dat de logica tegenwoordig vaak als een onderdeel van de wiskunde wordt beschouwd. 5.5 TAALFILOSOFIE Waaraan ontlenen woorden hun betekenis? Kan de filosofie een ideale taal ontwikkelen waarin haar vragen helderder kunnen worden geformuleerd dan in de omgangstaal? Is de spreektaal fundamenteler dan de schrijftaal? Is de taal een neutraal medium voor het denken of heeft ze een eigen wezenlijke invloed? Deze vragen hebben filosofen altijd beziggehouden, maar hebben vooral in de twintigste eeuw zoveel aandacht gekregen dat de taalfilosofie zich tot een zelfstandig vakgebied heeft ontwikkeld. Een fundamentele controverse op het gebied van de taalfilosofie is die tussen analytische en niet-analytische filosofen. Sommige analytische filosofen stellen zich op het standpunt dat de omgangstaal, en ook de filosofische vaktaal, niet goed bruikbaar is voor correct filosofisch redeneren, omdat de taal vervuild is met onnauwkeurige en ronduit C0212/maart 31, 2009/CHO 12
13 Leereenheid 1 Wat is filosofie? misleidende woorden en begrippen. De taal moet daarom volgens hen eerst precies geanalyseerd en door een exacte kunsttaal vervangen worden voor men er een betrouwbaar gebruik van kan maken. Een tweede groep analytische filosofen, de zogenaamde ordinary language -filosofen, menen dat de omgangstaal wel goed te gebruiken is in de filosofie, mits zij zorgvuldig wordt gebruikt en door analyse wordt ontdaan van de misleidende bijbetekenissen en beeldspraken die door filosofische speculaties in het leven zijn geroepen. Deze filosofen hebben veel onderzoek gedaan naar de grondslagen en de interne mechanismen van de taal en het taalgebruik. Tegenover beide groepen analytische filosofen staan de filosofen die menen dat juist metaforisch taalgebruik heel precieze nuances van het denken kan weergeven. Sommigen van hen stellen het literaire taalgebruik met zijn vele toespelingen en nuances ten voorbeeld aan de filosofie en beweren dat filosofen beter kunnen proberen dergelijke mogelijkheden van de taal goed te gebruiken dan ernaar te streven ze uit te bannen. 5.6 SOCIALE EN POLITIEKE FILOSOFIE Wat is de verhouding tussen een individu en de samenleving? Hoe komt een maatschappelijke ordening tot stand? In hoeverre heeft de mensheid greep op het verloop van de geschiedenis? Hoe ziet een rechtvaardige maatschappij eruit? Welke rol behoort de staat in de samenleving te vervullen? Wat is de aard en de werking van een politieke ideologie? Verloopt kennisverwerving in de sociale wetenschappen anders dan in de natuurwetenschappen? Dit zijn enkele vragen die spelen in de sociale en politieke filosofie. Eén vraag is hier hoe een maatschappelijke ordening tot stand komt. Volgens de utilitaristen handelen de leden van een samenleving elk volgens hun eigenbelang, wat vanzelf leidt tot een min of meer stabiel evenwicht. Deze visie wordt bestreden door degenen die stellen dat individueel handelen geleid wordt door bepaalde normen: mensen proberen steeds te voldoen aan de verwachtingen van hun omgeving, en uit die normatieve verwachtingen ontstaat een maatschappelijk patroon. Een andere kwestie is in hoeverre het mogelijk is om objectieve kennis van maatschappelijke processen te verwerven. Is het nodig (en mogelijk) daarbij rekening te houden met de beweegredenen van de mensen over wie het gaat, of is het voldoende feitelijk te constateren wat er gebeurt? Hier staan degenen die de natuurwetenschappelijke verklaringswijze ook van toepassing achten in de sociale wetenschap, tegenover degenen die stellen dat dit ontoereikend of zelfs fundamenteel onjuist is en een interpreterende benadering voorstaan. 5.7 FILOSOFISCHE ANTROPOLOGIE De filosofische antropologie houdt zich bezig met de vraag Wat is de mens? (Antropos is Grieks voor mens.) Tot dit vakgebied horen vraagstellingen als is de mens vrij of wordt hij door zijn natuur en omstandigheden bepaald? Wat is de verhouding tussen lichaam en geest? Zijn verstand en emoties met elkaar te verenigen of is dat onmogelijk? Waardoor onderscheidt de mens zich van het dier? Een debat dat al vanaf de oorsprong van de filosofie wordt gevoerd, houdt zich bezig met de verhouding van lichaam en geest (of ziel), of C0212/maart 31, 2009/CHO 13
14 Open universiteit Inleiding in de filosofie anders gezegd met de eenheid van de mens. Veel filosofen, waaronder Plato ( v. Chr.) en Descartes, hebben beweerd dat de geest in principe volstrekt onafhankelijk bestaat van het lichaam. Beide horen tot verschillende werelden: het lichaam tot de wereld van de materie, de geest tot de wereld van de ideeën, van het spirituele. Deze absolute onderscheiding roept natuurlijk de tegenvraag op waardoor lichaam en geest, als ze zo verschillend en onafhankelijk zijn, bij elkaar gehouden worden. Andere filosofen hebben zich tegen het standpunt van Plato en Descartes afgezet en gesteld dat de scheiding van lichaam en geest kunstmatig is. Volgens hen behoren beide tot één en dezelfde wereld, waarin geestelijke en lichamelijke verschijnselen steeds met elkaar verweven zijn. Tegenwoordig houdt de wijsgerige antropologie zich vooral bezig met onderzoek naar de grondslagen van de mens- en cultuurwetenschappen. 5.8 ESTHETICA EN CULTUURFILOSOFIE Tot het terrein van de filosofische esthetica horen vragen over de aard van de kunst en de verschillende kunstvormen. Waarop is de beleving van schoonheid gebaseerd: op de opvattingen van de beschouwer of op bepaalde eigenschappen van het kunstwerk zelf? Beantwoordt schoonheid aan regels, wat is de status van deze regels en hoe zijn zij kenbaar? Ook wordt onderzocht of het waarnemen van een kunstwerk eventueel iets anders is dan de alledaagse waarneming en wat de aard is van de wisselwerking tussen de kunst en de cultuur in het algemeen. In de cultuurfilosofie staat de vraag centraal wat onder cultuur dient te worden verstaan en wat de determinanten en de verschijningsvormen ervan zijn. Daarbij komen thema s aan de orde zoals de ontwikkeling van de massamedia, de invloed van de techniek, de manier waarop de verschillende maatschappijen met de natuur omgaan, de culturele invloed van de wetenschappen, enzovoorts. Ook de vraag hoe de cultuur dient te worden bestudeerd en of hierbij bijzondere methoden moeten worden gehanteerd komt hier aan de orde. 5.9 GESCHIEDENIS VAN DE FILOSOFIE Hierboven is er al op gewezen dat de geschiedenis van de filosofie voor de hedendaagse filosofie een bijzondere betekenis heeft. Natuurlijk is niet iedere filosoof even goed op de hoogte van alle tijdperken en stromingen van de filosofiegeschiedenis, vandaar dat dit gebied zich ontwikkeld heeft tot een apart specialisme, dat weer uit vele onderdelen bestaat. Gewoonlijk gaat men hierbij uit van de indeling van de geschiedenis in oudheid, middeleeuwen en nieuwe tijd. De bovenstaande opsomming van vakgebieden is niet uitputtend. Een specialisme dat nog niet is genoemd, is de niet-westerse (Indiase, Chinese, Afrikaanse en Arabische) filosofie. Een ander onderzoeksterrein dat binnen de filosofie de laatste vijfentwintig jaar in opkomst is, is vrouwenstudies: onderzoek naar de grondslagen van het onderscheid tussen mannen en vrouwen, en naar de invloed daarvan op alle mogelijke culturele en maatschappelijke terreinen. Naast de hierboven opgesomde filosofische vakken bestaan er nog vele specialisaties die zich bezighouden met de grondslagen van de afzonderlijke wetenschappen. Rechten, biologie, medicijnen, wiskunde, theo- C0212/maart 31, 2009/CHO 14
15 Leereenheid 1 Wat is filosofie? logie, geschiedenis, taalwetenschap, psychologie, natuurwetenschap en technische wetenschappen, kortom: alle wetenschappen hebben hun eigen vooronderstellingen, en aan vele faculteiten bestaat daarom een filosofische afdeling of specialisatie die zich bezighoudt met de wijsgerige grondslagen van het betreffende vakgebied. Ten slotte moeten de bijzondere hoogleraren genoemd worden, die filosofieonderwijs op levensbeschouwelijke grondslag verzorgen. Nederland kent onder andere bijzondere leerstoelen in de katholieke, de reformatorische en de humanistische wijsbegeerte. Het voorgaande maakt duidelijk dat de filosofie weliswaar uit talloze verschillende onderdelen bestaat, maar desondanks een eenheid vormt door de aard van haar vraagstelling. Het onderscheid tussen de vakken is allesbehalve absoluut, het gaat vaak om accentverschillen. Sommige filosofiefaculteiten geven daarom de voorkeur aan een minder gedetailleerde indeling in de systematische filosofie (kentheorie, metafysica, logica, taalfilosofie), de praktische filosofie (ethiek, sociale en politieke filosofie, antropologie, cultuurfilosofie) en de geschiedenis van de filosofie. 6 Filosofische teksten en termen Er bestaat een populair beeld van filosofen dat lijkt op De denker van Rodin: een man die zijn hoofd met de hand ondersteunt, in diep gepeins verzonken. Een realistischer beeld zou zijn: iemand met pen en papier, of achter een tekstverwerker, en met een bibliotheek binnen bereik, want lezen en schrijven zijn een wezenlijk onderdeel van het werk van een filosoof. Papier maakt een vluchtige gedachtengang duurzaam, maakt het mogelijk correcties aan te brengen en een idee uit te werken. Bovendien kan een tekst afstand en tijd overbruggen, zodat het mogelijk wordt kennis te nemen van de gedachten van vele filosofen, van lang geleden en van ver weg, en met hun denkbeelden in debat te treden. Zonder geschreven teksten zou de filosofie niet kunnen bestaan. Lezen is denken met andermans hoofd maar voor het zover is, moeten de eigenaardigheden van de tekst begrepen zijn. Filosofische teksten hebben soms een wat paradoxaal karakter: zij hebben vaak de pretentie vragen te bespreken die voor ieder denkend mens van belang zijn, maar gebruiken daarvoor een terminologie die voor niet-filosofen soms moeilijk te begrijpen is. Dit kan irritatie opwekken, des te meer omdat filosofische vaktermen in de loop van de geschiedenis soms wisselende betekenissen hebben gekregen. Ieder filosofisch stelsel geeft aan de begrippen die het gebruikt iets van zijn eigen bedoelingen mee, en begrippen krijgen daardoor in de loop van de geschiedenis uiteenlopende accenten. Om een filosofische tekst goed te begrijpen is het noodzakelijk aandacht te besteden aan deze wisselende betekenissen, zowel aan de grote verschillen als aan de nuances. Denken met andermans hoofd is immers pas een verrijking als de gedachten van die ander niet worden aangepast aan de bekende en vertrouwde betekenissen, maar als begrepen is hoe zij afwijken van het bekende en desondanks op zichzelf een redelijke en begrijpelijke samenhang vormen. De verschillen tussen filosofen uiten zich overigens niet alleen in de verschillende betekenissen die zij aan vaktermen hechten, maar ook in verschillende schrijfstijlen. Zakelijk of meeslepend, dichterlijk en beeldend of droog-wetenschappelijk redenerend, systematisch of juist C0212/maart 31, 2009/CHO 15
16 Open universiteit Inleiding in de filosofie fragmentarisch: de stijl en de vorm die filosofen voor hun teksten kiezen, bepaalt mede de betekenis. Zulke verschillen van terminologie en stijl spelen binnen een filosofische stroming nauwelijks een rol: daar is men het eens over de betekenis van de gebruikte begrippen en zal men ook een gemeenschappelijke schrijfstijl hanteren. Maar waar teksten uit verschillende stromingen bij elkaar worden geplaatst, zoals in deze cursus, ontstaan interpretatieproblemen die als een wezenlijk kenmerk van de filosofie kunnen worden beschouwd. 7 Het belang van discussie Het gegeven dat in deze cursus elf verschillende filosofen en daarmee elf verschillende gedachtenwerelden worden geïntroduceerd, roept natuurlijk de vraag op wie er uiteindelijk gelijk heeft. De cursus geeft hierop geen antwoord, omdat de waarheid in filosofische kwesties zich niet objectief laat vaststellen en altijd het onderwerp van debat zal zijn. Ieder gelijk zal altijd weer een achterkant van bepaalde vooronderstellingen blijken te hebben. Het verhelderen en expliciteren daarvan is een van de taken van de filosofie. Vooronderstellingen moeten om deze reden steeds opnieuw doordacht worden. Daarom is het aanwijzen van een laatste en definitieve waarheid in de wijsbegeerte van minder belang dan het openhouden van de discussie, de bereidheid om niets van onderzoek uit te sluiten: alleen daardoor blijft de filosofische traditie levend. C0212/maart 31, 2009/CHO 16
11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets
11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2009 - I
Beoordelingsmodel Opgave 1 Religieuze ervaring 1 maximumscore 5 een bruikbare definitie van religie 1 drie problemen die zich kunnen voordoen bij het definiëren van religie 3 meerdere religieuze tradities;
Nadere informatieEindexamen Filosofie havo I
Opgave 2 Denken en bewustzijn 8 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een omschrijving van het begrip bewustzijn 2 argumentatie aan de hand van deze omschrijving of aan Genghis bewustzijn kan
Nadere informatieEthiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte.
Samenvatting door A. 2079 woorden 29 juni 2014 6,4 2 keer beoordeeld Vak Anders H1 Ethiek (ethos = gewoonte/zede) wil nadenken over en zich bezinnen op de levenshouding, het handelen en de gewoonte. Moraal
Nadere informatieExamenprograma filosofie havo/vwo
Examenprograma filosofie havo/vwo Havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2010 - II
Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien
Nadere informatieDoel van Bijbelstudie
Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het
Nadere informatieFilosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!
Filosofie Op het VWO Wat is Filosofie? Wetenschappen beantwoorden vragen: Over een eigen onderwerp (object van studie) Op een eigen manier (methode van bestuderen) Filosofie beantwoordt vragen die niet
Nadere informatieMaterie en geest. Grenzen aan het fysische wereldbeeld. Gerard Nienhuis. Universiteit Leiden. Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018
Materie en geest Grenzen aan het fysische wereldbeeld Gerard Nienhuis Universiteit Leiden Workshop Conferentie SCF, 20 januari 2018 Natuurwetenschap: Natuurwetenschap is basis van wereldbeeld geworden.
Nadere informatieEindexamen vwo filosofie II
Opgave 2 Leven vanuit vrije wil 7 maximumscore 3 een weergave van een overeenkomst tussen de Avatar-training en Sartre wat betreft de opvatting over vrijheid als zelfverwerkelijking: beiden lijken uit
Nadere informatieImmanuel Kant Kritiek van het oordeelsvermogen
Ten geleide Kants derde Kritiek: hoe kan de vrijheid worden verwerkelijkt? 15 Geraadpleegde literatuur 46 Verantwoording bij de vertaling 49 Immanuel Kant aan Johann Friedrich Reichardt 51 Immanuel Kant
Nadere informatieASO - studierichtingen in VIA-TIENEN
ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.
Nadere informatieVoorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO
Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2011 - I
Opgave 3 Vreemder dan alles wat vreemd is 12 maximumscore 3 de twee manieren waarop je vanuit zingevingsvragen religies kunt analyseren: als waarden en als ervaring 2 een uitleg van de analyse van religie
Nadere informatieWeten het niet-weten
Weten het niet-weten Over natuurwetenschap en levensbeschouwing Ger Vertogen DAMON Vertogen, Weten.indd 3 10-8-10 9:55 Inhoudsopgave Voorwoord 7 1. Inleiding 9 2. Aard van de natuurwetenschap 13 3. Klassieke
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39364 13 juli 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 5 juli 2017, nr. VO/1188661,
Nadere informatiePolitieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen
Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen Geschiedenis en politieke filosofie Geschiedenis Beschrijving feitelijke gebeurtenissen. Verklaring in termen van oorzaak en gevolg of van bedoelingen. Politieke
Nadere informatieInhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?
>> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?
Nadere informatieRene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain
Rene Descartes René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain Cogito ergo sum, ik denk dus ik ben. Een uitspraak van René Descartes. Een belangrijk wiskundige en filosoof in de geschiedenis. Volgens
Nadere informatieGeloven en redeneren. Samenvatting
Geloven en redeneren Samenvatting Historisch overzicht Pantheïsme en polytheïsme De spiltijd Het oosten Boeddhisme Confucianisme Taoïsme Het westen Jodendom, christendom, islam Filosofie Ontwikkelingen
Nadere informatieONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2015-2016 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt
Nadere informatieLevenskunst. Oosters denken
1 Oosters denken Misverstand op de vensterbank opende een recent artikel in NRC Handelsblad. De Boeddha maakt al jaren een opmars in Nederlandse huiskamers en voortuinen, maar veel mensen weten niet precies
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
Opgave 2 Spiritueel scepticisme 6 maximumscore 4 een uitleg dat McKenna in tekst 6 vanuit epistemologisch perspectief over solipsisme spreekt: hij stelt dat de kennisclaim over het bestaan van andere mensen
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2011 - I
Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn
Nadere informatieTer inleiding (tot een inleiding)
Inhoud Voorwoord 3 Aanvullende lectuur 4 Ter inleiding (tot een inleiding) 1. Wijsbegeerte, haar begin(sel) en doelstelling 5 2. Waarom filosofie altijd een inleiding blijft 7 3. Waarom een historische
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo II
Opgave 2 Over wetenschap en religie: zij die uit de hemel kwamen 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom wetenschappelijke kennis niet als probleemloze bron van vooruitgang kan worden beschouwd: wetenschap
Nadere informatieExamen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.
Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei 9.00-12.00 uur Nederlands Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen en een samenvattingsopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 47 punten
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo 2002-I
Opgave 1 Wetenschappelijke verklaringswijzen Maximumscore 3 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een antwoord op de vraag of de Weense Kring de uitspraak zinvol zou vinden: ja 1 een omschrijving
Nadere informatieLatijn en Grieks in de 21ste eeuw
Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het
Nadere informatieDit artikel uit Netherlands Journal of Legal Philosophy is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker
Sanne Taekema (Tilburg) Sanne Taekema, The concept of ideals in legal theory (diss. Tilburg), Tilburg: Schoordijk Instituut 2000, vii + 226 p.; Den Haag: Kluwer Law International 2002, ix + 249 p. Idealen
Nadere informatieEindexamen filosofie vwo I
Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:
Nadere informatieNederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl)
Nederlands (nieuwe stijl) en Nederlands, leesvaardigheid (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 19 mei 9.00 12.00 uur 20 03 Voor dit examen zijn
Nadere informatieOnthullingen van Kennis
Onthullingen van Kennis Caleidoscoop van Kennis Facetten verschuiven door tijd Vorm en structuur doemen op Gestalte gegeven door Kennis Patronen behouden het ritme De potentie van het punt Hoofdstuk 2
Nadere informatieSTUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD
STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel
Nadere informatieEthische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.
Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid
Nadere informatiefilosofie vwo 2016-II
Opgave 2 Theoriegeladenheid van de waarneming 5 maximumscore 3 Een goed antwoord bevat een uitleg met de afbeelding van het eend-konijn van: Kuhns Aristoteles-ervaring: plotselinge perspectiefverandering
Nadere informatieVoorwoord 9. Inleiding 11
inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma
Nadere informatieOpgave 2 Politiek en emoties
Opgave 2 Politiek en emoties 6 maximumscore 2 een weergave van Spinoza s opvatting over blijdschap aan de hand van wat Spinoza onder een hartstocht verstaat: een overgang naar een grotere volmaaktheid
Nadere informatieFilosofie voor de Wetenschappen
Date 15-10-2013 1 Filosofie voor de Wetenschappen Presentatie voor de Honours-studenten van de Rijksuniversiteit Gent Jan-Willem Romeijn Faculteit Wijsbegeerte Rijksuniversiteit Groningen Date 15-10-2013
Nadere informatie10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij
10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.
Nadere informatieMIRARI Van kritiek naar dialoog.
MIRARI Van kritiek naar dialoog. Door Tomas Serrien Verwondering is het begin van alle wijsheid. (Aristoteles) Mirari - 1 HET WAT en HET WAAROM: Het grondidee van Mirari. Het is tijd voor een filosofisch
Nadere informatieFILOSOFIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0
FILOSOFIE VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de
Nadere informatieHUMANE WETENSCHAPPEN S I N T - J A N S C O L L E G E. w w w. s j c - g e n t. b e
S I N T - J A N S C O L L E G E w w w. s j c - g e n t. b e Campus Heiveld Heiveldstraat 117 9040 Sint-Amandsberg Tel: 09 228 32 40 heiveld@sjc-gent.be Campus Visitatie Visitatiestraat 5 9040 Sint-Amandsberg
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Emoties
Samenvatting Filosofie Emoties Samenvatting door een scholier 1030 woorden 28 mei 2013 3,2 2 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie Cogito Filosofie samenvatting Emoties (theorie en primaire teksten) THEORIE
Nadere informatieWaar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?
Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.
Nadere informatieWijsneuzen in de klas
Werkvorm 1 Wijsneuzen in de klas Algemene omschrijving In deze werkvorm staat het filosoferen met kinderen over levensbeschouwelijke onderwerpen aan de hand van het boek God Adonai Allah centraal. Het
Nadere informatieInhoud. Introductie tot de cursus
Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen
Nadere informatie1. Met andere ogen. Wetenschap en levensbeschouwing. De wereld achter de feiten
1. Met andere ogen Wetenschap en levensbeschouwing De wereld achter de feiten Dit boek gaat over economie. Dat is de wetenschap die mensen bestudeert in hun streven naar welvaart. Het lijkt wel of economie
Nadere informatieMinor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014
Minor Filosofie en Wetenschap Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 Vrije Universiteit Amsterdam - Onderwijscentrum VU - Minoren - 2013-2014 I Inhoudsopgave Vak: Filosofische
Nadere informatieEindexamen filosofie havo I
Beoordelingsmodel Opgave 1 De graaf van Monte-Cristo 1 maximumscore 3 een uitleg van welke primaire hartstocht haat kan worden afgeleid: de droefheid 1 de opvatting van Spinoza over haat: de wil tot verwijderen
Nadere informatieONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september
Nadere informatieGELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis
GELOOF&WETENSCHAP KUNNEN WE WETEN OF GOD BESTAAT? Gerard Nienhuis De natuurwetenschap levert ons de meest betrouwbare kennis die voor ons toegankelijk is. Geen andere kennisbron levert dezelfde mate van
Nadere informatieOpeningstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012. Emanuel Rutten
1 Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April 2012 Emanuel Rutten Goedemiddag. Laat ik beginnen met studievereniging Icarus en mijn promotor Rene van Woudenberg te bedanken
Nadere informatieEindexamen Filosofie vwo II
3 Antwoordmodel Opgave 1 De empirische werkelijkheid 1 Een goed antwoord bevat de volgende elementen: een goede uitleg van wat het verificatie- en het confirmatieprincipe inhouden 2 een goede uitleg dat
Nadere informatieSint-Jan Berchmanscollege
Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Klassieke Talen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Je leest graag, je wil je taalvaardigheid versterken, en je hebt interesse in cultuur en maatschappij? Een
Nadere informatieChrista Mesnaric. Aristoteles. voor. managers
Christa Mesnaric Aristoteles voor managers BBNC uitgevers Rotterdam, 2011 Inhoud Aristoteles een managementgoeroe in de 21 ste eeuw 9 Wie was Aristoteles? Een beknopte biografie 15 Succesformules in het
Nadere informatieWICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico.
STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD 0-0 WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.be www.shn.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel van het
Nadere informatieA. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):
A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Geschiedenis Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600); tijd van regenten en vorsten (1600 1848). 40. De leerling leert
Nadere informatieFilosofisch Café Socrates 2014. Dienstencentrum de Roos Beekstraat 29 Weert. Trefcentrum Stramproy Fr. Strouxstraat 53 Stramproy.
Filosofisch Café Socrates 2014 Dienstencentrum de Roos Beekstraat 29 Weert Trefcentrum Stramproy Fr. Strouxstraat 53 Stramproy Informatie Het was in mei 2011 de eerste keer in Weert dat het Filosofisch
Nadere informatieHandleiding bij Wondere wetenschap
18 Handleiding bij Wondere wetenschap Handleiding bij Wondere wetenschap les 1 De kracht en de grenzen van het wetenschappelijk denken 1 De leerlingen kunnen in hun eigen woorden de betekenis uitleggen
Nadere informatieOpgave 2 Doen wat je denkt
Opgave 2 Doen wat je denkt 7 maximumscore 2 een argumentatie waarom Swaab het bestaan van vrije wil verwerpt op grond van de experimenten van Libet: bewustzijn komt pas na de beslissingen van de hersenen
Nadere informatie2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.
7,8 Aantekening door Sara 1516 woorden 2 keer beoordeeld 22 maart 2017 Vak Filosofie Methode Durf te denken Hoofdstuk 7 Sociale filosofie. Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe
Nadere informatieWat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie
De menselijke natuur, week 9 De opkomst van de filosofische antropologie Overzicht van reeds behandelde mensbeelden en de mechanistische visie uit de late 19e eeuw Wat is de mens? - Context Plato / Descartes
Nadere informatieHoofdstuk 2. Kennis en geloof
Hoofdstuk 2 Kennis en geloof Kennis of dogma Is religieus geloof een vorm van kennis? Is het mogelijk een rationeel bewijs van het bestaan van God te geven? Is religieus taalgebruik betekenisvol? Vormen
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek
Samenvatting Filosofie Wijsgerige ethiek Samenvatting door een scholier 1751 woorden 21 mei 2003 7,2 53 keer beoordeeld Vak Methode Filosofie ViaDELTA Filosofie: Wijsgerige ethiek Paragraaf 1: Het morele
Nadere informatieGids voor de leraar rooms-katholieke godsdienst
Gids voor de leraar rooms-katholieke godsdienst 1 1 Waarom heet dit vak Rooms-katholieke Godsdienst? Niet neutraal Specifiek mensbeeld Stevige vorming vereist Kennis van de Spreken vanuit eigen levensbeschouwing,
Nadere informatieImmanuel Kant Kritiek van de zuivere rede 53
Ten geleide Kant en de grenzen van de rede 15 Geraadpleegde literatuur 39 Verantwoording bij de vertaling 41 Immanuel Kant aan Marcus Herz (21 februari 1772) Het 'geboorteuur' van de Kritiek van de zuivere
Nadere informatieVan Bethlehem tot Golgotha
Van Bethlehem tot Golgotha Het Mysterie van Inwijding Esoterische Begrippen Elly Lichtenberg De Bijbel, een mystiek verhaal of..? Deel I De Bijbel: een mystiek verhaal of..? Is het evangelieverhaal juist?
Nadere informatieKennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Violette van Zandbeek Social research Datum: 15 april 2011
Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Naam: Violette van Zandbeek Vak: Social research Datum: 15 april 2011 1 Kennis, hoe te benaderen en hoe te funderen..? Als onderdeel van het vak social research
Nadere informatieDialogisch verstaan tussen mensen uit verschillende culturen
9 Inleiding Hoe creëren wij een sfeer in onze steden waar iedereen zich thuis voelt? Hoe gaan we om met verschillende culturele feesten en bijbehorende rituelen? Hoe gaan we om met ons gemeenschappelijk
Nadere informatieLeren Filosoferen. Tweede avond
Leren Filosoferen Tweede avond Website Alle presentaties zijn te vinden op mijn website: www.wijsgeer.nl Daar vind je ook mededelingen over de cursussen. Hou het in de gaten! Vragen n.a.v. vorige keer
Nadere informatieGELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief.
GELOOF EN WETENSCHAP Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief. 1. HET HARMONIEMODEL De leer van de twee boeken Het Ptolemaeïsche of Aristotelische wereldbeeld
Nadere informatiePROCESDOEL 5 OEFENING IN ZINGEVEN
PROCESDOEL 5 OEFENING IN ZINGEVEN Bijzondere procesdoelen: 5.1 Erkenning van de mens als zingever 5.2 Erkennen dat de mens niet de enige zindrager is 5.3 Exploratie, verkenning en integratie van de betekening
Nadere informatieDe drie-engelenboodschap, ACTUEEL!
De drie-engelenboodschap, ACTUEEL! Missie De missie van de Kerk van de Zevende-dags Adventisten is de verkondiging van het eeuwig evangelie zoals verwoord in de drieengelenboodschap van Openbaring 14:6-12.
Nadere informatieGeluk & wijsheid. Zevende avond
Geluk & wijsheid Zevende avond Schoonheid Wat heet mooi? Het belang van het overbodige De postmoderne waarheid De filosoof en de waarheid Goochelen Wat heet mooi? Kun je precies beschrijven wat je raakt?
Nadere informatieDe Verlichting. De Verlichting
De Verlichting =18 de eeuwse filosofische stroming die de nadruk legt op rationaliteit (zelf nadenken), vrijheid en gelijkheid en dit toepast in alle maatschappelijke velden (politiek, economie, religie
Nadere informatieSTIJLEN VAN BEÏNVLOEDING. Inleiding
STIJLEN VAN BEÏNVLOEDING Inleiding De door leidinggevenden gehanteerde stijlen van beïnvloeding kunnen grofweg in twee categorieën worden ingedeeld, te weten profileren en respecteren. Er zijn twee profilerende
Nadere informatieAANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?
AANTEKENINGEN Alles draait om de visie op Jezus Christus. Door de eeuwen heen is er veel discussie geweest over Jezus. Zeker na de Verlichting werd Hij zeer kritisch bekeken. De vraag is waar je je op
Nadere informatieTolstoj als pedagoog CAHIER. Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond
Tolstoj als pedagoog CAHIER 3h Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs schadelijk vond Waarom Tolstoj onderwijs in aardrijkskunde en geschiedenis overbodig en zelfs
Nadere informatieOpgave 3 De gewapende overval
Opgave 3 De gewapende overval 12 maximumscore 2 een argumentatie dat het idee van vrije wil als bovennatuurlijke kracht in het kader van vrije wil als bewuste aansturing voor veel mensen aantrekkelijk
Nadere informatieExamen VMBO-GL en TL 2006
Examen VMBO-GL en TL 2006 tijdvak 1 woensdag 31 mei 9.00 11.00 uur GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE GL EN TL Gebruik het bronnenboekje. Dit examen bestaat uit 37 vragen. Voor dit examen zijn maximaal
Nadere informatieSamenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5
Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5 Samenvatting door een scholier 1742 woorden 4 juli 2010 4,3 21 keer beoordeeld Vak Filosofie Hoofdstuk 4 Denken over de mens Filosofische vragen
Nadere informatieOp 18 november 2009 heeft het raadslid Flos (VVD) onderstaande motie ingediend:
Reactie van het College van B en W op de motie inzake Aanpak Discriminatie Amsterdam (openstellen functies voor iedereen bij ingehuurde organisaties) van het raadslid Flos (VVD) van 18 november 2009. Op
Nadere informatieINFORMATIE LIFELONG OVER PERSPECTIEVEN +31 (0) 638 279 772. lee@lifelong.eu
LIFELONG INFORMATIE Wil je meer uit je werk- en privé-relaties halen? Wil je jezelf en anderen beter begrijpen en misverstanden voorkomen? Dan is het essentieel om je perspectief op de werkelijkheid te
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieReligie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief
Religie, christendom en politiek vanuit filosofisch perspectief - Het christelijke belemmert de politiek niet, maar maakt haar juist mogelijk en waardevol - Pieter Jan Dijkman Vereniging voor Wijsbegeerte
Nadere informatieExamenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar 2014-2015
Examenprogramma NLT vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Exacte wetenschappen en technologie
Nadere informatieFILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS
FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS onderwijs trainingen gesprekken EMMANUEL LEVINAS filosofische en maatschappelijk-historische context Emmanuel Levinas - leven - werk leren luisteren naar
Nadere informatieBachelor in de wijsbegeerte: 10 opties voor je toekomst
HOGER INSTITUUT VOOR WIJSBEGEERTE Bachelor in de wijsbegeerte: 10 opties voor je toekomst Combineer filosofie met een andere opleiding (rechten, sociologie, psychologie, geschiedenis ) Beste (toekomstige)
Nadere informatiegeloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl
geloof en wetenschap Prof.dr. Cees Dekker Kavli Institute of NanoScience Delft http://www.mb.tn.tudelft.nl Utrecht, 16-6-2006 1. Is het waar, dat recente vondsten in de wetenschap Godsgeloof verzwakken?
Nadere informatie6,9. Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april keer beoordeeld. Geschiedenis. De Stoa
Praktische-opdracht door een scholier 2093 woorden 6 april 2005 6,9 51 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Stoa De Stoa is een filosofische stroming die ontstaan is rond 300 v. Chr. in Athene. De grondlegger
Nadere informatienaar: Jed McKenna, Jed McKenna s theorie van alles, Samsara, 2014
Opgave 2 Spiritueel scepticisme tekst 6 Jed McKenna is de schrijver van verschillende boeken over spiritualiteit. In zijn boeken speelt hij de hoofdrol als leraar van een leefgemeenschap. McKenna is spiritueel
Nadere informatieWoordenlijst Het oog in de storm
Woordenlijst Het oog in de storm Inleiding agora marktplaats in het centrum van de Griekse stadstaten (poleis). Hier werd gedebatteerd en werden ervaringen uitgewisseld. animal rationale Latijnse vertaling
Nadere informatieVerdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:
Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken: deel hoofdstuk Ko René 1 I II.A II.B II.C III.A III.B IV V 2 I II III IV V VI VII VIII IX X Besluit 1 VIA GOD NAAR DE ANDER is een studie van Ko Steketee
Nadere informatieInhoudsopgave. Inleiding 4. Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10. Les 2. Denken Kunnen dieren denken?
>> Inhoudsopgave Inleiding 4 Les 1. Introductie filosofie Hebben alle vragen een antwoord? 10 Les 2. Denken Kunnen dieren denken? 14 Les 3. Geluk Wat is het verschil tussen blij zijn en gelukkig zijn?
Nadere informatieWaarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn
Waarom welzijn? Over de ethiek van diergebruik en de waarde van welzijn Dr. Franck L.B. Meijboom Ethiek Instituut & Faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht Welzijn We zijn niet de eerste! Welzijn
Nadere informatieOosterse filosofie. Over de denktradities in India en China
Oosterse filosofie Over de denktradities in India en China Inhoudsopgave Geschiedenis - Ontstaan van de filosofie India en het hindoeisme De leer van de Boeddha Mahayana, de leer van de leegte China en
Nadere informatie