Kader subsidieaanvragen OGGZ 2018

Transcriptie

1 Postbus (058) JA Leeuwarden Kader subsidieaanvragen OGGZ 2018 Versie: 1 september Inleiding en aanleiding Eén van de beleidsterreinen waarvoor Sociaal Domein Fryslân (SDF) namens de Friese gemeenten verantwoordelijk is, is de financiering van Maatschappelijke Opvang en OGGZ. Dit document geeft een kader voor de subsidieaanvraag OGGZ voor het jaar Dit kader is een uitwerking van de twee transformatiebijeenkomsten die in mei en juni 2017 hebben plaatsgevonden. Met GGZ Friesland, VNN, Zienn en Zorgverzekeraar de Friesland hebben gesprekken plaatsgevonden over het oprichten van een ACT-Team. Afgesproken is dat er in 2017 gestart wordt met een pilot ACT-Team Leeuwarden. De Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) valt onder de Wmo en is daarmee een verantwoordelijkheid van gemeenten. OGGZ richt zich op de groep sociaal kwetsbare mensen, die niet direct om zorg vragen, maar deze wel nodig hebben. Dit kunnen risicogroepen zijn die een grote kans lopen om een slechte geestelijke gezondheid te ontwikkelen, maar het kunnen ook zorgwekkende zorgmijders zijn, die meerdere complexe problemen hebben en waarbij veiligheid op straat in het geding is. OGGZ kan worden getypeerd als bemoeizorg met als primaire doel het zoeken, vinden en toeleiden van mensen naar zorg (bijv. behandeling) en ondersteuning die niet uit eigen beweging vragen om zorg en ondersteuning, waar dit medisch- en maatschappelijk gezien wel nodig is. Binnen de OGGZ gaat het om de volgende taken: Opsporen van cliënten (actief zoeken) In contact komen met deze cliënten (inclusief vertrouwen winnen, bemoeien) Toeleiden naar passende zorg en ondersteuning, waaronder indien nodig opvang en behandeling OGGZ betreft relatief kortdurende trajecten, nadat passende ondersteuning is gevonden en de cliënt hiertoe bereid is wordt de OGGZ gestopt en vindt overdracht naar reguliere ondersteuning / behandeling plaats. NB: dat betekent dat OGGZ niet (meer) wordt ingezet voor het afschalen van zorg vanuit behandeling naar begeleiding. Dit zien we primair als verantwoordelijkheid van de behandelorganisatie. Ook wordt OGGZ gestopt indien er een succesvolle toeleiding naar reguliere Wmo ondersteuning heeft plaatsgevonden of wanneer de burger geen bemoeienis wenst en dit vanuit professioneel oogpunt aanvaardbaar is. Lokale regie als uitgangspunt, regionale expertise waar nodig In de toekomstvisie opvang en beschermd wonen 2018 hebben we benoemd dat we zo veel als mogelijk lokaal regie neer willen leggen. Waar nodig kan de lokale regisseur (wijk- /gebiedsteam) een beroep doen op regionaal ingekochte expertise met betrekking tot OGGZ. Doelgroepen Onder OGGZ verstaan wij bemoeizorg voor zorgwekkende zorgmijders. De inzet van OGGZ heeft o.a. als doel: Het voorkomen van maatschappelijke uitval, overlast en dakloosheid door het vroegtijdig signaleren en beïnvloeden van (risico)factoren. Het maatschappelijk herstel bevorderen in de richting van een zo zelfredzaam mogelijk leven en een aanvaardbare kwaliteit van leven voor kwetsbare mensen 1. 1 Bron: idszorg%20[mov ].pdf 1

2 Voorkomen van huisuitzetting waardoor instroom in de opvangvoorzieningen wordt voorkomen en daarmee bijdragen aan het afbouwen van de bestaande (centraal georganiseerde) opvangcapaciteit. Wij maken onderscheidt tussen: 1. Dak- en thuislozen die vanwege hun complexe multiproblematiek zorgmijdend zijn; 2. Thuiswonenden die zorg weigeren, maar waarbij wel signalen zijn van dreigende risico s voor de persoon zelf (verwaarlozing, medische problematiek) of zijn omgeving (met name overlast). Voor dak- en thuislozen wordt inzet gepleegd vanuit het ACT-Team i.o. en voor thuiswonenden zullen de bestaande FACT-Teams waar nodig bemoeizorg leveren. Zie bijlage 1 voor een toelichting op beide doelgroepen. 2. Uitgangspunten en werkwijze Het jaar 2018 wordt door SDF en partijen die een subsidie ontvangen, gebruikt om de verdere stappen te zetten op weg naar een transformatie van het Sociaal Domein. Voor wat betreft het onderdeel OGGZ verstaan we daaronder: Zo veel mogelijk lokale verantwoordelijkheid en regie. Dat betekent dat de wijk-/gebiedsteams de basis vormen en dat zij voor thuiswonende zorgmijders FACT in kunnen schakelen, wanneer de gebiedsteams zelf niet in contact kunnen komen met de betreffende persoon. Samenwerking tussen wijk- en gebiedsteams en FACT-Teams is van wezenlijk belang. Gedurende de inzet van de OGGZ-expertise is er nauw contact met het wijk-/gebiedsteam dat de expertise heeft ingezet. En als de inzet vanuit de FACT-teams is geïnitieerd wordt het wijkteam daarvan op de hoogte gesteld. Samen met het wijk- en gebiedsteam wordt een doel afgesproken en worden afspraken gemaakt over het al dan niet samen optrekken (gezamenlijk bezoeken) in de casus en momenten van contact / overdracht. De lokale wijk-/gebiedsteams zijn hierin leidend, zodat zij zoveel als mogelijk hun regierol kunnen invullen. In deze afstemming wordt ook meegenomen welke ondersteuning er vanuit de Wmo of bijvoorbeeld WLZ of Zorgverzekeringswet ingezet kan worden. Wijk-/ gebiedsteams kunnen ook (telefonisch) om advies vragen aan de FACT-Teams en in voorkomende gevallen vragen of iemand vanuit het FACT-Team meegaat naar een cliënt waarna bekeken wordt wie, wat oppakt. OGGZ traject zo kort als mogelijk of zo lang als nodig; o Opsporen (alleen voor dak-/thuislozen) o Bemoeien o Toeleiden Nadat een persoon is toegeleid naar reguliere zorg en-of ondersteuning wordt het bemoeizorg traject afgesloten; 3. ACT Team Met GGZ Friesland, VNN en Zienn is afgesproken om in 2017 te starten met een pilot ACT Team. Voor de financiering van het ACT Team zijn in 2017 en 2018 geen regionale middelen beschikbaar. Zorgverzekeraar de Friesland draagt financieel bij en de betrokken aanbieders financieren mee uit eigen middelen. SDF staat voor 2018 voor maximaal garant voor aanvullende financiering indien een subsidieaanvraag bij ZonMW niet wordt gehonoreerd. Het ACT Team maakt derhalve geen onderdeel uit van de subsidieaanvraag OGGZ 2018, maar is inhoudelijk wel daarmee verbonden. In de subsidie aanvraag zitten geen activiteiten die vanuit het ACT team worden opgepakt. 4. Heroïne behandelunit Door Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) wordt uitvoering gegeven aan de Heroïne Behandelunit (HBU). De HBU is een voorziening waarvoor SDF een afzonderlijke rijksbijdrage krijgt. Aan VNN wordt gevraagd om in haar subsidieaanvraag op reguliere wijze subsidie aan te vragen voor de HBU. 5. Zorgprogramma Voorkomen van VNN Afgesproken is dat preventie een lokale taak en verantwoordelijkheid is. Door VNN worden een aantal preventieve activiteiten uitgevoerd waarbij de herkomst van de cliënt niet- of nauwelijks is te herleiden Kader subsidie-aanvraag Maatschappelijke Opvang

3 tot inwoners van de afzonderlijke Friese gemeenten. Voor de instandhouding van deze activiteiten is het van belang dat deze regionaal gefinancierd blijven. Over het voortzetten van de regionale financiering van de preventieve activiteiten van VNN moet nog een besluit worden genomen. 6. Veilig Thuis PM 7. Financiering en monitoring Vanuit de regionale subsidie vindt financiering plaats binnen het beschikbare financiële kader dat gelijk is aan Daarnaast vindt financiering plaats op basis van het aantal bemoeizorgtrajecten. Door te monitoren ontstaat inzicht in het aantal unieke cliënten waarvoor bemoeizorg wordt ingezet. We vragen de OGGZ aanbieders om herkomst (naar gemeente), aanleiding/ oorzaak, duur en reden beeindiging in beeld te brengen. Ook willen we weten waar cliënten naar uitstromen (zowel naar wettelijke regeling (Wmo, WLz, ZVW) als naar bestemming (gemeente)). Ook willen we onderzoeken of monitoring via het berichtenverkeer kan plaats vinden. Verdere informatie over de werking van het berichtenverkeer in de opvang vindt later dit jaar plaats. Tijdens periodiek overleg tussen SDF en de OGGZ aanbieders komt naast het berichtenverkeer onder andere het onderwerp Bemoeizorg als vast onderdeel op de agenda. 8. Elementen in subsidie-aanvraag In de subsidie-aanvraag worden door partijen de volgende elementen opgenomen: Bemoeizorg thuiswonende zorgwekkende zorgmijders: Aantal verwachte bemoeizorgtrajecten Verwachte ureninzet in 2018 Voor bovenstaande elementen verwachten we dat u een reële prijs per cliënt (trajectprijs) opgeeft. Samengevat betekent dit dat minimaal de volgende tabel ingevuld dient te worden. Element in aanvraag Vorm / activiteit - bemoeizorgtraject (inclusief opsporen, bemoeien en toeleiden) Aantal verwachtte bemoeizorgtrajecten in 2018 Kosten per bemoeizorgtraject traject NB: in een toelichting bij de tabel kan een uitgebreidere omschrijving van de activiteit worden opgenomen Totaal per jaar Gemiddeld Thuiswonende zorgwekkende zorgmijders Enkele aanvullende elementen die opgenomen moeten worden in de subsidie-aanvraag zijn: Hoe er bij elk element concreet samengewerkt wordt met de gebiedsteams. Voor beschermd wonen, maar ook voor de opvang, is afgesproken dat aanbieders de zorg met hun kwaliteitssysteem registeren op drie indicatoren, te weten uitval, doelrealisatie en clienttevredenheid. In de subsidie-aanvraag wordt aangegeven hoe deze indicatoren in de OGGZ gemeten kunnen worden (met zo min mogelijk administratieve last voor jullie).over de precieze registratie van deze indicatoren en het aanleveren hiervan wordt nog met u in gesprek gegaan. Daarnaast vragen we aan de aanbieders om de FACT-Teams in Friesland te beschrijven op de onderstaande onderdelen: Aantal Teams Type Teams (bijvoorbeeld FACT+) Samenstelling van het team o FTE s Kader subsidie-aanvraag Maatschappelijke Opvang

4 o Disciplines o Aantal leden Geografische afbakening werkgebied Caseload Gecertificeerd ja/nee? 8. Proces van aanvraag Voor 18 september 2017 moet de conceptaanvraag zijn ingediend. Voor 1 oktober 2017 moet een subsidieaanvraag worden ingediend. Het gesprek van 28 september over de concept aanvragen en het kader kunnen leiden tot aangepaste subsidie aanvragen. Kader subsidie-aanvraag Maatschappelijke Opvang

5 Bijlage 1: Twee categorieën We maken onderscheidt tussen twee categorieën. 1. Dak- en thuislozen Voor wat betreft de inzet van bemoeizorg voor de groep dak- en thuislozen verstaan we die personen die zorg of ondersteuning mijden. Het gaat daarbij om mensen met ernstige, complexe multiproblematiek (waaronder in ieder geval psychiatrische- en/of verslavingsproblematiek, LVB al dan niet in combinatie met problematiek op andere levensgebieden zoals schulden etc.) waarvoor een intensieve en soms langdurige inzet nodig is. Voor deze doelgroep is het belangrijk om hen actief op te sporen, in contact te komen en hen te verleiden tot verdere zorgtrajecten. Daarbij gaan we uit van de behoefte van de cliënt in combinatie met de professionele inschatting van de zorgorganisatie die OGGZ voor dak- en thuislozen uitvoert. We gaan hierbij uit van het ACT-Team (outreachend werken, afsluiten na toeleiding naar passende ondersteuning). Het actief opsporen van de doelgroep vindt hoofdzakelijk in de stad Leeuwarden plaats, omdat Leeuwarden een aanzuigende werking heeft voor dak- en thuislozen. Daarnaast kan op andere plekken in de provincie bemoeizorg worden ingezet vanuit de FACT-Teams na signalen vanuit de betreffende gemeente dat er een dak-/thuisloze is waar de gemeente niet zelf mee in contact kan komen. 2. Thuiswonende zorgwekkende zorgmijders Naast de groep dak- en thuislozen is er ook een groep die in een woning verblijft (van zichzelf of soms iemand anders) en die geen zorg en/of ondersteuning wil maar waarbij wel signalen zijn van risico s op verwaarlozing of overlast. Deze groep mensen sporen we niet actief op maar benaderen we op basis van signalen van anderen. Signalen kunnen komen van bijvoorbeeld straathoekwerkers (welzijn), huisartsen, politie/wijkagent, woningbouwcorporatie etc. De signalen die bij het wijk- /gebiedsteam binnenkomen worden eerst door het wijk-/gebiedsteam opgepakt. Wanneer het de wijk- /gebiedsteams niet lukt om in contact te komen met de cliënt kan het wijk-/gebiedsteam een beroep doen op OGGZ expertise (belegd bij FACT-teams). De zorgaanbieder die deze OGGZ-expertise biedt, zorgt voor contact met de cliënt en verleid hem waar mogelijk tot het gebruik van reguliere zorg en/of ondersteuning (behandeling ZVW/ ondersteuning Wmo). Wanneer duidelijk is welke reguliere ondersteuning passend is, volgt een snelle en vloeiende overdracht. Ook hierbij geldt dat de behoefte van de cliënt in combinatie met de professionele inschatting van de OGGZ-expert leidend is. Cliënten die zorg en/of ondersteuning blijven weigeren worden via een waakvlam begeleiding in het oog gehouden. Zo nodig kan bemoeizorg geïntensiveerd worden. Gedurende de inzet van de OGGZexpertise is er nauw contact met het wijk-/gebiedsteam dat de expertise heeft ingezet. Samen worden afspraken gemaakt over het al dan niet samen optrekken (gezamenlijk bezoeken) in de casus en momenten van contact / overdracht. De lokale wijk-/gebiedsteams zijn hierin leidend, zodat zij zoveel als mogelijk hun regierol kunnen invullen. Kader subsidie-aanvraag Maatschappelijke Opvang