CJIB - Betalingsachterstanden

Transcriptie

1 CJIB - Betalingsachterstanden Versie mei 2016

2 Inhoudsopgave Inleiding Digitaal loket CJIB Opvragen boete-overzicht Soorten CJIB-boetes Verkeersboete Boetevonnis Strafbeschikking Overige boetes Bestuursrechtelijke premie voor de zorgverzekering Bestuurlijke boete Transactievoorstel Europese boete Schadevergoedingsmaatregel Ontnemingsmaatregel Incassotrajecten CJIB Overzicht van maatregelen per type boete maatregelen Betalingsregeling Aanmaningen A Aanmaningen B Afschrijving van bankrekening (verhaal zonder dwangbevel) Deurwaarder (verhaal met dwangbevel) Inneming van het rijbewijs Buitengebruikstelling van het voertuig Gijzeling Vervangende hechtenis Lijfsdwang Rechter Niet-saneerbare boetes CJIB-boetes in een schuldregeling Algemeen Minnelijke schuldregeling Wettelijke schuldenregeling (WSNP) Boete voor een onverzekerd of niet APK-goedgekeurd voertuig Verjaring van boetes mei 2016 blad 2 van 17

3 Inleiding Als SchuldHulpMaatjes worden we regelmatig geconfronteerd met hulpvragers die CJIB-boetes moeten betalen. De maatregelen die het CJIB mag nemen om deze justitiële boetes te incasseren zijn ingrijpend. Over deze maatregelen bestaat veel onduidelijkheid. CJIB-boetes hebben ook bijzondere plaats, met de nodige consequenties, in schuldregelingstrajecten (schuldsanering) die door professionals worden uitgevoerd. Ook dit kan in praktijk de nodige verwarring veroorzaken. Het CJIB int ook vorderingen voor niet-justitiële organisaties, zoals bijvoorbeeld het Zorginstituut Nederland, de Voedsel- en Waren Autoriteit, de Arbeidsinspectie en de Inspectie Leefomgeving en Transport. Hiervoor gelden een andere incassotrajecten. Omdat dit ook door het CJIB wordt uitgevoerd is vaak onduidelijk welke regels worden gehanteerd. Dit document is bedoeld als naslagwerk in situaties van hulpvragers met CJIB-vorderingen. Het helpt om inzicht te krijgen in deze complexe materie, zodat sneller kan worden beoordeeld wat er speelt ten aanzien van vorderingen die door het CJIB worden geïnd. Vragen, opmerkingen, correcties of aanvullingen zijn van harte welkom. Ze kunnen worden gestuurd naar: De volgende Informatiebronnen zijn gebruikt: (leidend 1 ) Wijzigingsoverzicht Versie Datum Wijziging Opmerking mei Soms verschilt de detailinformatie op de verschillende websites. In die gevallen is ervoor gekozen de informatie van de CJIB leidend te laten zijn. 4 mei 2016 blad 3 van 17

4 4 mei 2016 blad 4 van 17

5 1 Digitaal loket CJIB Het CJIB beschikt over een digitaal loket: De hulpvrager kan hier inloggen met zijn DigiD (met eventueel een extra controle via sms) en kan vervolgens informatie opvragen, aanvragen doen of betalingen verrichten. In dit document wordt het Digitaal Loket CJIB aangeduid met DLC. 2 Opvragen boete-overzicht Als niet duidelijk is hoeveel boetes en/of welke boetes door een hulpvrager moeten worden betaald, dan kan hij een kijkje nemen in het Digitaal Loket CJIB (DLC) (zie H1). Het DLC geeft online inzage welke verkeersboetes nog openstaan. Inloggen gaat met de DigiD. In het DLC staan op dit moment alleen de verkeersboetes die zijn opgelegd op basis van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv). Deze zijn herkenbaar aan de letter M, rechtsboven op de beschikking. Als een hulpvrager niet zeker weet of er (ook) nog andersoortige boetes op zijn naam openstaan, dan kan hij een Overzicht Openstaande Zaken (OOZ) aanvragen via een webformulier op de website van het CJIB: Op het OOZ staan alle op dat moment openstaande zaken die het CJIB namens het Openbaar Ministerie bij de hulpvrager int. Deze zaken worden ook wel justitiële zaken genoemd. Maakt je hulpvrager gebruik van de Berichtenbox op (en staat daar het CJIB aangevinkt) dan verschijnt het gevraagde overzicht binnen een werkdag in de Berichtenbox. Maakt je hulpvrager geen gebruik van de Berichtenbox, dan ontvangt hij het overzicht binnen 10 werkdagen per post. Het CJIB int ook zaken voor andere organisaties dan het Openbaar Ministerie, bijvoorbeeld voor het Zorginstituut Nederland (ZIN). Dit zijn zogenoemde niet-justitiële zaken. Voor een overzicht van deze zaken kan de hulpvrager contact opnemen met de betreffende organisatie. 3 Soorten CJIB-boetes Het CJIB int justitiële en andersoortige boetes. De verschillende justitiële boetes kennen weer verschillende incassotrajecten. De volgende soorten CJIB-boetes kunnen voorkomen: Verkeersboete (letter M) Boetevonnis (letter S) Strafbeschikking (letter O) 4 mei 2016 blad 5 van 17

6 Ander soort boete We zullen deze typen boetes hierna kort bespreken. In hoofdstuk 4 staat beschreven welke invorderingsmaatregelen het CJIB per type kan nemen. 4 mei 2016 blad 6 van 17

7 3.1 Verkeersboete De meeste verkeersovertredingen vallen onder de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 2, de zogenaamde Mulder boetes (Er staat een M op de beschikking). Het gaat hierbij om lichtere verkeersovertredingen, zoals: - Snelheidsovertredingen - Door rood licht rijden - Niet handsfree bellen tijdens het besturen van een auto - Geen gebruik maken van autogordels De officier van justitie hoeft niet naar de rechter, maar kan zelf een administratieve sanctie opleggen bij een beschikking. De hulpvrager heeft een brief ontvangen waarin staat welke overtreding is gepleegd, wanneer de overtreding is gepleegd, hoe hoog de boete is en binnen welke termijn de boete betaald moet worden. De inning gebeurt door het CJIB namens de officier van justitie. Ter info: De hoogtes van de verkeersboetes zijn gepubliceerd op de website van het Openbaar Ministerie: Boetevonnis Als iemand een strafbaar feit heeft gepleegd, dan kan de rechter hem veroordelen tot het betalen van één of meerdere geldboetes. Zo'n geldboete wordt een boetevonnis genoemd (er staat een S op de beschikking). Na de uitspraak van de rechter ontvangt de betrokkene een brief van het CJIB. Hierop staat vermeld hoeveel hij moet betalen en voor welke datum hij dat moet doen. 3.3 Strafbeschikking Het Openbaar Ministerie (OM) kan voor een groot aantal veel voorkomende strafbare feiten zelf straffen opleggen, zonder tussenkomst van een rechter. De straf die het OM oplegt, heet een strafbeschikking (er staat een O op de beschikking). Deze kan bestaan uit een boete, taakstraf, een maatregel of een aanwijzing. Het OM kan geen gevangenisstraf opleggen, dat blijft een taak van de rechter. Een strafbeschikking kan opgelegd worden voor: Overtredingen Misdrijven waarop maximaal zes jaar gevangenisstraf staat Als een bestrafte het niet eens is met zijn strafbeschikking, kan hij bezwaar maken door verzet in te stellen bij het OM. De strafrechter zal de strafzaak dan in zijn geheel opnieuw beoordelen. Het CJIB verstuurt de strafbeschikking waarin de beslissing van de officier van justitie is vastgelegd. In de rechterbovenhoek van de aanschrijving staat dan de term strafbeschikking. Als de opgelegde straf het betalen van een geldboete is, dan moet deze aan het CJIB worden voldaan. Voor meer informatie over de boetebedragen: mei 2016 blad 7 van 17

8 3.4 Overige boetes Het CJIB int ook andere boetes dan verkeersboetes, boetevonnissen en strafbeschikkingen. De meest voorkomende worden in deze paragraaf besproken: Bestuursrechtelijke premie voor de zorgverzekering Bij het CJIB kan een overzicht van vorderingen van het Zorginstituut Nederland worden opgevraagd: CJIB t.a.v. Zorginstituut Nederland Postbus BS Leeuwarden Het Zorginstituut Nederland probeert iedere maand de bestuursrechtelijke premie wanbetaler en de bestuursrechtelijke premie onverzekerde door middel van broninhouding te innen. De bestuursrechtelijke premie wanbetaler wordt opgelegd bij langdurige achterstanden op de zorgverzekering (zes maanden). De bestuursrechtelijke premie onverzekerde wordt opgelegd wanneer een onverzekerde na herhaalde verzoeken blijft weigeren een zorgverzekering af te sluiten. Broninhouding betekent dat het Zorginstituut Nederland de werkgever of uitkeringsinstantie verplicht de premie in te houden op het uit te betalen inkomen van betrokkene. Als broninhouding niet mogelijk blijkt, bijvoorbeeld omdat er geen regelmatige inkomsten zijn, dan draagt het Zorginstituut Nederland de inning van de maandtermijn over aan het CJIB. Voor de maandelijkse betalingen van de bestuursrechtelijke premie is geen betalingsregeling mogelijk. Bij beëindiging van de wanbetaler status door afmelding door de zorgverzekeraar maakt het Zorginstituut Nederland een zogeheten eindafrekening op. Is er sprake van een restschuld, dan kan die in termijnen worden betaald. Dat hoeft niet apart te worden aangevraagd. In de brief over de restschuld staat hoe in termijnen kan worden betaald. Wellicht ten overvloede: De betalingsachterstand bij de zorgverzekeraar wordt niet via het CJIB afgehandeld Bestuurlijke boete Een bestuurlijke boete is een boete die door een daartoe bevoegde overheidsdienst zonder tussenkomst van het Openbaar Ministerie of een rechter kan worden opgelegd. Het CJIB verzorgt de inning van de bestuurlijke boetes van diverse overheidsdiensten. Voor welke diensten het CJIB dit doet, zie: Transactievoorstel Een transactievoorstel is geen opgelegde boete, maar een schikkingsvoorstel tot betaling van een geldbedrag om strafvervolging via de rechter te voorkomen. Op grond van wettelijke bepalingen is het voor het CJIB niet mogelijk voor een transactievoorstel uitstel van betaling te verlenen of een betalingsregeling te treffen. Er is geen verplichting om een transactievoorstel te betalen. Als er niet (of niet op tijd) wordt 4 mei 2016 blad 8 van 17

9 betaald, draagt het CJIB de zaak over aan het arrondissementsparket. De officier van justitie neemt dan een beslissing over verdere vervolging in de zaak Europese boete Inwoners van Nederland of mensen met vermogen in Nederland kunnen in een andere EU-lidstaat een boete opgelegd krijgen. Wanneer betrokkene de boete niet betaalt, kan de andere EU-lidstaat de boete overdragen aan Nederland. De inning wordt dan verzorgd door het CJIB. Het CJIB beoordeelt de Europese boete niet inhoudelijk. Als betrokkene vragen heeft over de boete dan moet hij hiervoor contact opnemen met de buitenlandse instantie die de boete heeft opgelegd Schadevergoedingsmaatregel Als een dader bij het plegen van een strafbaar feit iemand schade heeft toegebracht, kan de rechter hem veroordelen tot het betalen van een schadevergoeding aan het slachtoffer. Het CJIB int dit bedrag en zorgt ervoor dat het op de rekening van het slachtoffer wordt gestort. Voor informatie over (de mogelijkheden voor) een betalingsregeling voor deze schadevergoedingsmaatregel moet contact opgenomen worden met het team Schadevergoedingsmaatregelen van het CJIB: (058) Als laatste middel om betrokkene tot betaling te dwingen geldt bij een schadevergoedingsmaatregel de vervangende hechtenis (zie 4.1). Heeft betrokkene na de vervangende hechtenis de opgelegde schadevergoedingsmaatregel nog steeds niet volledig voldaan, dan is er strafrechtelijk gezien een einde gekomen aan deze zaak. Het slachtoffer kan wel via een civielrechtelijke procedure zelf een deurwaarder inschakelen om bij betrokkene (het restant van) de schadevergoeding te innen Ontnemingsmaatregel Wanneer de rechter van mening is dat iemand inkomsten heeft gehad uit het plegen van bewezen verklaarde strafbare feiten, zoals oplichting of handelen in verdovende middelen, dan kan dit betrokkene worden ontnomen. Het CJIB int het te ontnemen bedrag. Voor informatie over (de mogelijkheden voor) een betalingsregeling voor het ontnemingsbedrag moet contact opgenomen worden met het team Ontnemingsmaatregelen van het CJIB: (058) mei 2016 blad 9 van 17

10 4 Incassotrajecten CJIB Het CJIB heeft verschillende invorderingsmaatregelen per type boete ter beschikking. In paragraaf 4.1 wordt een overzicht gegeven van de verschillende maatregelen en in paragraaf 4.2 worden de maatregelen kort toegelicht. De maatregelen staan in de volgorde waarin ze (meestal) worden toegepast. Uiteraard kan dat in specifieke situaties afwijken. 4.1 Overzicht van maatregelen per type boete Maatregel 1. Mogelijkheid betalingsregeling Soort boete Verkeersboete (M) X X X X X X X Strafbeschikking (O) X X X X X Boetevonnis (S) X X X X Bestuursrechtelijke premie X 1 X 2 2. Aanmaningen A 3. Aanmaningen B Bestuurlijke boete X X 2 Transactievoorstel n.v.t. Europese boete X X X X Schadevergoedingsmaatregel X X X X Ontnemingsmaatregel X X X X 4. Afschrijving bankrekening 5. Deurwaarder 6. Inneming rijbewijs 7. Buiten gebruik stelling voertuig 8. Gijzeling 9. Vervangende hechtenis 10. Lijfsdwang 11. Rechter 1) Alleen voor de restschuld na beeindiging 2) Na versturen van een herinnering Bron: maatregelen Betalingsregeling Verkeersboetes, boetevonnissen, strafbeschikkingen en Europese boetes kunnen sinds 1 juli 2015 in drie termijnen worden betaald als aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Betrokkene is inwoner ("ingezetene") van Nederland. De boete staat op naam van een natuurlijk persoon, niet op naam van een bedrijf of organisatie. De vervaldatum van de beschikking is nog niet verlopen op het moment dat de aanvraag wordt ingediend. 4 mei 2016 blad 10 van 17

11 Het bedrag op de beschikking (zonder de administratiekosten) is 225,00 of hoger. Is betrokkene jonger dan 16 jaar, dan geldt een ondergrens van 112,50. Betaling in termijnen kan worden aangevraagd via het DLC. In het DLC is zichtbaar of een boete in termijnen mag worden betaald. In dat geval staat er bij de boete een link "Betalen in termijnen". De aanvraag voor een betalingsregeling kan ook worden gedaan door het online invullen en opsturen van een webformulier: Verkeersboetes: Overige boetes: Naast deze standaardprocedure voor een betalingsregeling heeft het CJIB de mogelijkheid om een maatwerkafspraak te maken als er sprake is van een evident onredelijke situatie. Dit maatwerk kan bestaan uit het mogelijk maken van een meer gespreide betaling. De combinatie van de volgende criteria geeft een indicatie voor de vraag of zich een evident onredelijke situatie voordoet. Of dat daadwerkelijk zo is, is afhankelijk van de specifieke situatie van de betrokkene: - Er is sprake van ernstige schuldenproblematiek. - De problematiek is bij voorkeur gemeld of bekend bij een gemeente, bewindvoerder beschermingsbewind of andere (professionele) instelling die in het kader van de schuldenproblematiek activiteiten ontplooit. - Een aantoonbaar (zeer) laag besteedbaar inkomen. - Het openstaande bedrag is minimaal 900,00. In uitzonderlijke gevallen kan van bovenstaande criteria worden afgeweken. Ook zijn voorwaarden opgesteld om een succesvolle afronding van de afspraken te bevorderen: - Er is sprake van een redelijk betalingsvoorstel zodat de openstaande vordering zo snel mogelijk wordt betaald. - In een periode van een jaar voorafgaand aan het voorstel betaling in termijnen is geen regeling afgebroken wegens aan betrokkene verwijtbare omstandigheden. - Betrokkene werkt mee aan het voorkomen van verdere problematiek en het voorkomen van nieuwe schulden (b.v. kenteken(s) van naam halen) - Bij voorkeur wordt de aanvraag gedaan door de instantie die in het kader van schuldenproblematiek activiteiten voor betrokkene ontplooit Aanmaningen A Wanneer een boete niet (volledig!) op tijd wordt voldaan, wordt het boetebedrag verhoogd met 50%. Wanneer het oorspronkelijke boetebedrag inclusief de verhoging niet binnen 4 weken na de aanmaning is betaald, wordt opnieuw het boetebedrag verhoogd. Deze tweede verhoging is 100% van de oorspronkelijke boete inclusief de eerste verhoging. Was de oorspronkelijke boete bijvoorbeeld 100, na de eerste verhoging is het te betalen bedrag 150 en na de tweede verhoging 300. Deze aanmaning kan alleen worden opgelegd bij verkeersboetes. Dring er daarom bij je hulpvrager op aan om deze met voorrang en tijdig te betalen en, mocht hij het niet eens zijn met de boete, op tijd (binnen zes weken!) in beroep te gaan (via het DLC). Hij hoeft het openstaande bedrag niet te betalen, zolang het 4 mei 2016 blad 11 van 17

12 beroepschrift in behandeling is bij de officier van justitie. Stelt hij beroep in bij de kantonrechter omdat hij het niet eens is met de uitspraak van de officier van justitie, dan moet hij 'zekerheid stellen'. Dit betekent dat het beroepschrift alleen in behandeling wordt genomen als het bedrag van de boete en de bijbehorende administratiekosten zijn betaald. Krijgt hij op basis van zijn beroep gelijk, dan krijgt hij uiteraard zijn geld terug Aanmaningen B Is de vervaldatum van de boete verlopen, dan wordt deze verhoogd met 15 euro. Het CJIB stuurt een aanmaning met het verzoek deze verhoogde boete voor een bepaalde datum te betalen. Wordt er niet betaald, dan verstuurt het CJIB een tweede aanmaning met een tweede verhoging. Deze tweede verhoging bedraagt 20 procent van het nog openstaande bedrag (met een minimum van 30 euro). Was de oorspronkelijke boete bijvoorbeeld 100, na de eerste verhoging is het te betalen bedrag 115 en na de tweede verhoging Afschrijving van bankrekening (verhaal zonder dwangbevel) Is een boete na de vervaldatum van de tweede aanmaning nog niet volledig betaald, dan mag het CJIB het openstaande bedrag van de bankrekening van betrokkene af laten schrijven, ook zonder een machtiging van betrokkene. Na de afschrijving ontvangt de betrokkene een Kennisgeving van Verhaal. De afschrijving kan niet ongedaan gemaakt worden. Als er onvoldoende saldo op de rekening stond, ontvangt de betrokkene een bericht dat het afschrijven niet is gelukt en een aanmaning om alsnog het volledige bedrag te voldoen Deurwaarder (verhaal met dwangbevel) Wanneer een boete moet worden betaald, verstuurt het CJIB hierover altijd eerst een aantal keren post, waaronder de aanmaningen. Wordt de boete naar aanleiding daarvan niet volledig betaald, dan probeert het CJIB het openstaande bedrag op andere manieren te innen. Eén van die manieren is het inschakelen van een deurwaarder. Het zogenaamde verhaal met dwangbevel. Bij verhaal met dwangbevel wordt een dwangbevel door de deurwaarder aan betrokkene betekend. Dit dwangbevel kan op eenzelfde wijze ten uitvoer worden gelegd als een vonnis van de rechtbank. De deurwaarder kan dus o.a. beslag leggen op het inkomen, op de inboedel of de bankrekening. Om afspraken te maken over de manier waarop het openstaande bedrag moet worden betaald, kan contact met de deurwaarder worden opgenomen. De deurwaarder stelt dan vast of het bedrag in gedeelten betaald mag worden Inneming van het rijbewijs Wanneer het traject met een deurwaarder niet heeft geleid tot volledige betaling van een boete, kan de officier van justitie extra dwangmiddelen inzetten, waaronder de inneming van het rijbewijs. Het CJIB kan uw rijbewijs voor een periode van maximaal vier weken innemen. In de periode dat het rijbewijs is 4 mei 2016 blad 12 van 17

13 ingenomen, mag geen voertuig worden bestuurd waarvoor het rijbewijs is afgegeven. De toepassing van dit dwangmiddel heft de betalingsplicht niet op. Nadat het dwangmiddel is toegepast, moet betrokkene het openstaande bedrag nog steeds volledig betalen Buitengebruikstelling van het voertuig Wanneer het traject met een deurwaarder niet heeft geleid tot volledige betaling van een boete, kan de officier van justitie extra dwangmiddelen inzetten, waaronder de buitengebruikstelling van het voertuig. Het CJIB kan een voertuig voor een periode van maximaal vier weken in beslag nemen en buiten gebruik stellen. Bij de uitvoering wordt de politie ingeschakeld. In bepaalde gevallen kan worden besloten dat het voertuig wordt vernietigd of verkocht. De toepassing van dit dwangmiddel heft de betalingsplicht niet op. Nadat dit dwangmiddel is toegepast, moet betrokkene het (resterende deel van het) openstaande bedrag nog steeds volledig betalen Gijzeling Naast de inneming van het rijbewijs en het buiten gebruik stellen van het voertuig is gijzeling een derde extra dwangmiddel. Wanneer de geldboete, inclusief de eventuele verhogingen, niet volledig is betaald en het totale bedrag niet op de bankrekening of anderszins kon worden verhaald, dan kan de officier van justitie bij de kantonrechter een machtiging vragen om betrokkene in gijzeling te nemen. Het aantal dagen gijzeling is afhankelijk van de hoogte van het openstaande bedrag en het aantal strafbare feiten dat in de strafbeschikking is opgenomen. Voor elke openstaande 50 euro kan één dag gijzeling worden gevorderd bij de kantonrechter, met een maximum van zeven dagen per strafbaar feit. De kantonrechter beslist tijdens de zitting of iemand mag worden gegijzeld en zo ja, voor hoe lang. Als de kantonrechter instemt met de gijzeling, wordt betrokkene in hechtenis genomen. Tegen de beslissing van de kantonrechter is geen beroep mogelijk. Let op: Gijzeling is een dwangmiddel en vervangt niet de geldboete. Die moet, inclusief de verhogingen, nog steeds worden betaald. Gijzeling is een omstreden middel om betaling af te dwingen. Bij het toepassen van deze maatregel wordt vaak ten onrechte uitgegaan van de opvatting dat betrokkene niet wil betalen. In de praktijk komt het echter vaak voor dat hij wel wil betalen, maar dat hij dat niet kan. Stimuleer een hulpvrager naar de zitting te gaan en aan de kantonrechter uit te leggen waarom hij niet kan betalen. In verreweg de meeste gevallen wordt de gijzeling daardoor opgeschort (meestal 12 maanden) om betrokkene de gelegenheid te geven alsnog tot een betalingsregeling te komen. Voorbeelden op grond waarvan de machtiging tot gijzeling wordt afgewezen zijn: - Betalingsonmacht (er is geen geld om te betalen) - Schending vereiste van subsidiariteit (er waren minder ingrijpende alternatieven) - Onvoldoende informatie om het verzoek goed te kunnen beoordelen 4 mei 2016 blad 13 van 17

14 4.2.9 Vervangende hechtenis Heeft het CJIB de geldboete niet kunnen innen via aanmaningen of de deurwaarder, dan kan (bij boetevonnissen) vervangende hechtenis worden toegepast. In het door de rechter uitgesproken vonnis staat om hoeveel dagen het gaat. De officier van justitie vaardigt in dit geval een arrestatiebevel uit en geeft de politie daarmee de opdracht om de betrokkene te arresteren en de vervangende hechtenis te laten ondergaan. Vervangende hechtenis kan dan alleen worden voorkomen of beëindigd door het nog openstaande bedrag alsnog volledig te betalen. Soms heeft het de voorkeur van een hulpvrager om een aantal dagen in hechtenis door te brengen in plaats van de boete te betalen. De boete kan echter niet op voorhand worden omgezet in vervangende hechtenis. Eerst moeten alle mogelijke middelen tot inning zijn geprobeerd. Pas dan wordt een arrestatiebevel uitgevaardigd wat tot vervangende hechtenis kan leiden Lijfsdwang Lijfsdwang (civiele gijzeling) is het zwaarste dwangmiddel dat het civiel recht kent. Hierbij wordt betrokkene die zijn verplichtingen niet nakomt, maar die deze verplichtingen redelijkerwijze wel kan nakomen, opgesloten voor een bepaalde termijn of totdat aan de verplichting is voldaan. Dit middel wordt alleen ingezet bij ontnemingsmaatregelen Rechter Betaalt betrokkene het openstaande bedrag van een strafbeschikking uiteindelijk niet of niet volledig, dan legt de officier van justitie de zaak alsnog voor aan de rechter. Betrokkene ontvangt een dagvaarding voor de zitting. Na de behandeling van de zaak spreekt de rechter een vonnis uit. Dit vonnis bepaalt hoe een zaak verder verloopt. 5 Niet-saneerbare boetes Het CJIB werkt niet mee aan een minnelijk traject als de openstaande boetes niet-saneerbare schulden zijn. Niet-saneerbare boetes zijn schadevergoedingsmaatregelen en schulden die verjaren binnen de termijn van een schuldregeling. Schadevergoedingsmaatregelen (zgn. Terwee-zaken) zijn nooit saneerbaar. Zij kunnen uit principe nooit mee in een schuldregeling omdat schadevergoedingen bestemd zijn voor slachtoffers. De volgende vorderingen zijn wel saneerbaar, tenzij ze verjaren tijdens de termijn van de schuldregeling: Ontnemingsmaatregelen. Boetevonnissen (S) Verkeersboetes (M). 4 mei 2016 blad 14 van 17

15 Als deze vorderingen verjaren tijdens de schuldregeling wil het CJIB niet saneren omdat het restant van de vorderingen niet meer op de schuldenaar verhaald kan worden. Voor verjaring: zie H8. Wanneer een aanvraag wordt gedaan voor een minnelijke schuldregeling, is het belangrijk om te weten welke zaken daarin wel en niet kunnen worden meegenomen. In een Overzicht Niet-Saneerbare- Vorderingen staat welke zaken het CJIB namens het Openbaar Ministerie bij betrokkene int en welke daarvan NIET in een minnelijke schuldregeling kunnen worden meegenomen. Het overzicht is op te vragen via een webformulier op de website van het CJIB: Maakt betrokkene gebruik van de Berichtenbox op dan staat het overzicht binnen een werkdag in de Berichtenbox. Anders wordt het binnen 10 werkdagen per post toegestuurd. 6 CJIB-boetes in een schuldregeling 6.1 Algemeen Met openstaande strafrechtelijke vorderingen en schadevergoedingsmaatregelen (niet ouder dan 5 jaar) wordt toelating tot de wettelijke schuldregeling (WSNP) geweigerd 3. Ook meerdere openstaande verkeersboetes zijn vaak een reden voor rechters om toelating te weigeren op grond van gebrek aan te goeder trouw. De toelatingseisen voor schulddienstverlening verschillen per gemeente. Steeds vaker wordt daarbij de eis geformuleerd dat betrokkene geen CJIB-boetes mag hebben, vanwege het feit dat ze een WSNP-traject kunnen blokkeren. In die situatie moeten eerst de CJIB-boetes worden afgelost, voordat een nieuwe aanvraag Schuldhulpverlening kan worden ingediend. Tijdens een schuldregeling kan een nieuwe boete ontstaan. Deze boete valt NIET onder de schuldregeling en moet uit het Vrij Te Laten Bedrag (VTLB) worden betaald. Het CJIB staat slechts onder zeer strikte voorwaarden een betalingsregeling toe. Kan de boete niet uit het VTLB worden betaald, dan wordt in de meeste gevallen de schuldregeling tussentijds beëindigd, omdat niet aan de voorwaarden is voldaan (betrokkene mag geen nieuwe schulden maken). Als een hulpvrager een betalingsregeling wil afspreken met het CJIB, adviseer hem dan te overleggen met de schuldhulpverlener (in een minnelijk traject) of met de WSNP bewindvoerder, als hij in een wettelijke schuldregeling zit. Dit voorkomt vaak veel onduidelijkheid in een later stadium. 3 Faillisementswet art. 288 ( 4 mei 2016 blad 15 van 17

16 6.2 Minnelijke schuldregeling Een minnelijke schuldregeling is een regeling die tot stand is gekomen met toestemming van de schuldeisers en door tussenkomst van een professionele schuldhulpverlenende instantie. Een Maatje mag een dergelijke regeling niet zelf uitvoeren. Het CJIB werkt mee aan een minnelijke regeling met partijen waarmee een convenant is afgesloten, zoals gemeenten en de Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet (NVVK). Let op: Veel openstaande zaken kunnen mee in een minnelijke schuldregeling, maar niet allemaal. Verkeersboetes (M) kunnen wel meegenomen worden in een minnelijke schuldregeling. Strafbeschikkingen (O), strafrechtelijke boetes en maatregelen doorgaans ook. Er is echter een aantal uitzonderingen. Betrokkene kan dit nagaan door het Overzicht Niet-Saneerbare-Vorderingen op te vragen (zie verder H5). Tijdens de schuldregeling is het CJIB een concurrente schuldeiser en een even grote percentuele aflossing als de andere concurrente schuldeisers. Vanaf 1 januari 2016 wordt voor verkeersboetes na het succesvol afronden van de minnelijke schuldregeling finale kwijting verleend. De restschuld van de andere boetes moet na afloop van de regeling alsnog worden voldaan. Daarvoor kan een betalingsregeling met het CJIB worden getroffen. Het CJIB stuurt twee maanden voor het verstrijken van de minnelijke regeling een brief met de restantvordering naar de klant en schuldhulpverlenende organisatie. 6.3 Wettelijke schuldenregeling (WSNP) Bij een verzoek tot toelating tot de wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) geldt de voorwaarde dat betrokkene in de 5 jaar voorafgaand aan het verzoek ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden te goeder trouw is geweest. Wanneer er veel verkeersboetes zijn, kan dit een beletsel voor toelating tot de WSNP zijn. Toelating tot de WSNP wordt afgewezen wanneer er sprake is van boetes die het gevolg zijn van een onherroepelijke veroordeling voor een misdrijf in de 5 jaar voorafgaand aan het verzoek. Het gaat dan o.a. om strafrechtelijke boetes en schadevergoedingsmaatregelen. Wanneer de veroordeling langer geleden is, is toelating tot de WSNP wel mogelijk. Wanneer voldoende aannemelijk is gemaakt dat betrokkene de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan of onbetaald laten van deze schulden onder controle heeft gekregen (hij is bijvoorbeeld afgekickt), dan kan toelating tot de WSNP soms wel binnen de 5-jaar-periode plaatsvinden. Een aantal boetes en maatregelen is uitgesloten van de zogenoemde schone lei. Deze zullen na afloop van de WSNP nog steeds betaald moeten worden. Dit betreffen boetevonnissen (S), strafbeschikkingen (O), ontnemingsmaatregelen en schadevergoedingsmaatregelen. 4 mei 2016 blad 16 van 17

17 7 Boete voor een onverzekerd of niet APK-goedgekeurd voertuig Als het kenteken van een voertuig op naam van een hulpvrager staat, dan is hij wettelijk verplicht om voor dat voertuig een verzekering af te sluiten. Ook moet hij ervoor zorgen dat het voertuig APK-goedgekeurd is. Dit geldt ook als hij met het voertuig niet meer op de openbare weg komt. Het feit dat het voertuig op zijn naam geregistreerd staat, betekent automatisch dat hij een verzekering moet hebben afgesloten en dat het voertuig APK-goedgekeurd moet zijn. De Rijks Dienst Wegverkeer (RDW) voert een administratieve controle uit om te onderzoeken of voertuigen verzekerd en APG-goedgekeurd zijn. Wanneer geconstateerd wordt dat een voertuig niet verzekerd of APKgoedgekeurd is, wordt een administratieve boete (M) opgelegd. Wordt bij een aanhouding door politie geconstateerd dat een voertuig niet verzekerd of APK-goedgekeurd is door de politie, dan volgt een strafbeschikking (O). Is de betrokkene van plan met het voertuig tijdelijk of definitief niet meer op de openbare weg te komen, adviseer dan de geldigheid van het kentekenbewijs bij de RDW te schorsen. Dit betekent ook dat de auto niet stil mag staan op de openbare weg of op een openbare parkeerplaats. De auto moet op particulier of zakelijk terrein of in een garage staan. Gedurende de schorsing hoeft het voertuig niet APK gekeurd, niet WA verzekerd te zijn en hoeft er geen motorrijtuigenbelasting voor betaald te worden. Haalt betrokkene het voertuig wel uit de verzekering, maar vergeet hij het te schorsen, dan ontvangt hij een boete. De schorsing kan online worden geregeld via de website van de RDW: De geldigheid van het kentekenbewijs kan voor maximaal 1 jaar worden geschorst. Wanneer het langer geschorst moet worden, dan moet dat jaarlijks op tijd worden verlengd. Verlenging is te regelen vanaf 6 weken voordat de bestaande schorsing afloopt. Attendeer de hulpvrager erop om dit te agenderen. 8 Verjaring van boetes Een verkeersboete (Wahv, letter M) verjaart niet. Voor alle andere boetes is de verjaringstermijn wettelijk bepaald en afhankelijk van het gepleegde feit/delict. Meer informatie: 4 mei 2016 blad 17 van 17