EcoClimate Hybride technische brochure

Transcriptie

1 EcoClimate Hybride technische brochure Hybride warmtepomp voor duurzaam verwarmen en koelen voor elke woning

2 BUVA EcoClimate Hybride Energiebesparend (Energielabel A++) Voor nieuwbouw en renovatie 62% van de warmtebehoefte Klein en stil Rendement door combinatiekracht Onderhoudsarm In 1 dag geïnstalleerd Te combineren met een gasketel of stadsverwarming 2 De BUVA EcoClimate Hybride genereert met 4,9 kw in een Nederlands klimaat tot 62% van de warmtebehoefte. Dit levert een besparing van 20 tot 30% op de totale verwarmingskosten.

3 Introductie Aangename warmte in de winter en verfrissende koeling in de zomer. Dat kan met de BUVA EcoClimate Hybride. Deze warmtepomp haalt warmte uit de buitenlucht waarmee uw woning in de winter verwarmd kan worden. In de zomer kan de BUVA EcoClimate Hybride koelen, zodat de woning ook een aangename temperatuur behoudt. De BUVA EcoClimate Hybride is een slimme, modulerende warmtepomp die samenwerkt met een (bestaande) gasketel of stadsverwarming. In deze technische brochure presenteren we alle relevante informatie over het ontwerp en de installatie van de BUVA EcoClimate Hybride. Voor meer informatie kunt u uiteraard altijd contact opnemen met uw accountmanager bij BUVA. Inhoud BUVA EcoClimate Hybride warmtepomp: dé energiezuinige oplossing... 4 Specificaties BUVA EcoClimate Hybride... 5 Compatibiliteit thermostaten... 6 Compatibiliteit ketels... 7 Aandachtspunten voor installatie... 8 Principeschema BUVA EcoClimate Hybride & gasketel Principeschema BUVA EcoClimate Hybride & stadsverwarming Aantekeningen Tekening binnenunit Tekeningen buitenunit Introductie installatie Technische specificaties Systeemkeuze Installatie binnenunit Installatie buitenunit Het aansluiten van ketel en thermostaat Interface Inbedrijfstelling Regeling met één kamerthermostaat Weersafhankelijke regeling Storingsmelding van de EcoClimate Hybride Onderhoud Garantie en service Onderdelen en artikelnummer Afmetingen Installatieschema s Parameter lijst Honeywell Touch thermostaat Opleverdocument ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 3

4 BUVA EcoClimate Hybride warmtepomp: dé energiezuinige oplossing De BUVA EcoClimate Hybride is een slimme modulerende warmtepomp die samenwerkt met een (bestaande) gasketel of stadsverwarming. Naast verwarming van de woning in de koude periodes kan hiermee tevens worden voorzien in actieve koeling in de warme periodes. De BUVA EcoClimate Hybride zorgt met haar aantrekkelijke terugverdientijd voor een opmars van de energiezuinige woning! BUVA EcoClimate Hybride is bij uitstek te combineren met de BUVA EcoHeat CV ketel, daarnaast is deze EcoClimate Hybride ook te combineren met alle modulerende en aan/uit gestuurde gasketels van onder andere Intergas, Remeha, Vaillant, AWB, ATAG, Ferrolli, Itho/Daalderop, Nefit en Bosch, maar kan ook geplaatst worden in woningen aangesloten op stadsverwarming. Werking De BUVA EcoClimate Hybride gebruikt warmte uit de buitenlucht en zet deze om in bruikbare warmte voor de woning. De buitenunit onttrekt de warmte uit de lucht. De warmtepomp voegt deze energie toe aan het water van het centrale verwarmingssysteem. Het water kan tot maximaal 47 C worden verwarmd. Een gemiddelde Nederlandse woning heeft circa 9,0 kw aan warmte nodig. De BUVA EcoClimate Hybride genereert met 4,9 kw in een Nederlands klimaat tot 62% van de warmtebehoefte. Dit levert een besparing van 20 tot 30% op de totale verwarmingskosten. De kracht van de combinatie De combinatie van de warmtepomp en de gasketel zorgt onder alle omstandigheden voor het hoogste rendement en optimaal comfort. Op momenten dat de warmtelevering van de warmtepomp niet toereikend is, genereert de gasketel of stadsverwarming extra capaciteit. Bij lage buitentemperaturen is het rendement van de warmtepomp minder goed dan dat van de gasketel of de stadsverwarming. De warmtepomp schakelt dan uit en de gasketel of de stadsverwarming neemt de verwarmingsfunctie geheel over. Koelfunctie De behoefte om in de zomer te kunnen koelen neemt toe. Door het plaatsen van ventilator-convectoren met een condensafvoer of het gebruik van vloerverwarming, kan de koelfunctie van de EcoClimate Hybride worden benut. De temperatuur in de woning kan met de EcoClimate een aantal graden worden verlaagd met een minimum aan energieverbruik. 4

5 Specificaties BUVA EcoClimate Hybride Prestaties Verwarmingsvermogen A12/W35: 4,9 kw COP A7/W35: 4,6* COP A7/W45: 3,4* COP A-7/W35: 2,7* Koelvermogen: 2,5 kw * EN test bij 50 Hz a Elektrisch Nominale spanning: 1f / 50 Hz / 230V Elektrisch vermogen, verwarming: W Stroomopname compressor bij verwarmen: 5 A Gegevens binnenunit Afmetingen kap (h x b x d): Afmetingen incl. leidingen (h x b x d): Netto gewicht: 550 x 315 x 210 mm 790 x 315 x 210 mm 20 kg Gegevens buitenunit Fabricaat: Type: Geluidsvermogen koelen/verwarmen: Geluidsdrukniveau koelen/verwarmen: Afmetingen (h x b x d): Netto gewicht: Luchtdebiet: Koudemiddel: Toshiba RAV-SM304 61/62 db(a) 40/41 db(a) 550 x 780 x 290 mm 33 kg m³/h R410A, 800 gram voorgevuld ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 5

6 Compatibiliteit thermostaten De BUVA EcoClimate Hybride kan standaard worden geleverd met twee verschillende thermostaten. De Qupit Anna is een slimme thermostaat met een app die de mogelijkheid biedt het systeem te monitoren en te verstellen. De Honeywell Chronotherm Touch Modulation is de andere standaard thermostaat. Deze thermostaat beschikt niet over een app of monitoring maar biedt wel de mogelijkheid tot automatisch koelen en weersafhankelijk verwarmen. Beide standaard thermostaten zijn geoptimaliseerd voor gebruik met de BUVA EcoClimate Hybride. Buiten de standaardthermostaten kunnen ook andere thermostaten worden gebruikt. De BUVA EcoClimate Hybride werkt bij thermostatische regeling op basis van ingestelde en gemeten binnentemperatuur. Niet alle OpenTherm thermostaten geven de gemeten ruimtetemperatuur door. Daarom is niet iedere thermostaat geschikt voor de BUVA EcoClimate Hybride. Als voor weersafhankelijke regeling gekozen wordt, komt de stooklijn uit de thermostaat. Hiervoor dient de thermostaat dan ook geschikt te zijn. Onderstaand een lijst van geteste thermostaten. Als uw thermostaat er niet tussenstaat, dan kunnen we deze testen als u deze beschikbaar stelt. Standaard thermostaten Verwarmen App Monitoring Automatisch koelen Weersafhankelijk verwarmen Qupit Anna slimme thermostaat ü ü ü X X Honeywell Chronotherm Touch Modulation ü X X ü ü Overige thermostaten Verwarmen App Monitoring Automatisch koelen Weersafhankelijk verwarmen Eneco Toon 1 ü ü X X X Honeywell EvoHome 2 ü ü X X X Honeywell Lyric T6(R) (R=draadloos) 3 ü ü X X X Honeywell Round Connected Modulation ü ü X X X Honeywell Round Heat/Cool ü X X ü X Honeywell Round Modulation ü X X X ü Remeha etwist ü ü X X X Remeha isense ü X X X X Tado 4 ü ü X X X Thermosmart 5 ü ü X X X Atag One X ü X X X Honeywell Chronotherm Wireless Modulation X X X X X Honeywell Round Modulation Wireless X X X X Nefit ModuLine Easy + Easy Connect Module X ü X X Nest 3e generatie X ü X X Remeha isense Wireless X X X X 1 Getest met bridge versie PN SN ; 2 De EvoHome kan of gebruikt worden als thermostaat, maar dan gaat de zoneregeling verloren. De zoneregeling kan behouden worden in combinatie met de on/off bridge en weersafhankelijke ingestelde BUVA EcoClimate Hybride. Zie hiervoor de speciale handleidingen; 3 De Honeywell Lyric T6(R) is alleen compatibel als de thermostaat is geüpdatet naar firmware versie en de receiverbox naar ; 4 De Tado thermostaat werkt alleen als thermostaat, niet inclusief de zoneregeling. 5 De Thermosmart is niet door ons getest. Van diverse installateurs is vernomen dat die wel werkt met de BUVA EcoClimate Hybride. 6

7 Compatibiliteit ketels De BUVA EcoClimate Hybride kan met ieder merk en type wandgasketel gecombineerd worden. Idealiter stuurt de EcoClimate Hybride via het OpenTherm protocol de ketel aan, maar de EcoClimate Hybride kan dit ook middels een aan/ uit-regeling doen. Het is aan te bevelen om bij het gebruik van een aan/uitregeling de aanvoertemperatuur van de CV-ketel te beperken om pendelen te voorkomen. Optimale prestaties worden behaald met een OpenTherm aansturing. De BUVA EcoClimate Hybride kan een aantal CV-ketels middels het OpenThermprotocol aansturen. Een aantal andere ketels moet de EcoClimate Hybride door een aan/uit-contact vrijgeven. De regel daarbij is dat ketels die een OpenThermaansluiting hebben, deze ook te gebruiken en ketels die geen OpenTherm hebben, middels aan/uit aan te sluiten. Daarop is een aantal uitzonderingen van toepassing: Intergas Kombi Kompact (afhankelijk van productiedatum BUVA EcoClimate Hybride mogelijk wel geschikt) Elco RendaMax Itho AquaMax Nefit/Bosch werkt alleen via OpenTherm als de ketel is aangesloten met OpenTherm-converter ( ) Remeha Calenta, kleinste model met standaardprint (serviceprint werkt wel met OpenTherm) ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 7

8 Aandachtspunten voor installatie Voor het aanschaffen en plaatsen van een BUVA EcoClimate Hybride is het aan te raden te controleren of een EcoClimate Hybride toepasbaar is. Er zijn echter nog een aantal aandachtspunten. Opstelling binnen- en buitenunit De buitenunit heeft verse lucht nodig om te kunnen functioneren. Plaats de buitenunit dus bij voorkeur in de buitenlucht en in een open ruimte. De buitenunit produceert geluid/trillingen en condens. Zorg voor een goede trillingvrije opstelling en juiste afvoer van het vrijkomende condenswater. Wanneer de buitenunit wordt geplaatst op een locatie met veel zilte lucht, zoals bijvoorbeeld in de duinen of aan zee, is het aanbevolen om de buitenunit te laten coaten om corrosie van de aluminium delen te beperken. Voor de koudemiddelleidingen geldt een minimale afstand van 2 meter en 15 meter zonder bijvullen. De maximale afstand (met bijvullen) bedraagt 20 meter. Voor het koudemiddelzijdig aansluiten van de buitenunit is voor de installateur STEK-certificering vereist. De ruimte die de binnenunit inneemt is beperkt. De hydraulische aansluitingen bevinden zich aan de onderzijde, de koudemiddel-aansluitingen aan de bovenzijde. Plaats de binnenunit bij voorkeur in de buurt van de ketel of stadsverwarming. Houd er in ieder geval rekening mee dat de leidingen van EcoClimate Hybride en ketel/stadsverwarming eerst samenkomen voor ze zich verdelen naar het afgiftesysteem. De binnenunit is voorzien van een geaarde 230V stekker voor de elektrische voeding. De buitenunit wordt gevoed vanuit de binnenunit (4 * 1,5 mm² buitenkabel). De EcoClimate Hybride neemt maximaal 1,5 kw elektrisch op. Dit dient dan ook beschikbaar te zijn in de betreffende elektriciteitsgroep. BUVA EcoClimate Hybride en stadsverwarming Plaats bij stadsverwarming een 2-wegklep in de aanvoer van de standsverwarming, zodat deze afgesloten kan worden als er geen vraag is vanuit de EcoClimate Hybride. De EcoClimate Hybride kan met het aan/uit-contact voor de ketel, de klep open sturen. Dit contact is geschikt voor maximaal 24 Volt (voor de klepmotor). Als het afgiftesysteem een open verbinding heeft met het stadsverwarmingsnet, zal geen expansievat en overstort nodig zijn. Wanneer er afsluiters bij de EcoClimate Hybride geplaatst worden, dan dient de EcoClimate Hybride 8

9 wel een eigen overstort te krijgen. Let op dat deze ook de druk in het stadsverwarmingsnet aan kan. Is het afgiftesysteem hydraulisch gescheiden van het stadsverwarmingsnet (scheidingswarmte-wisselaar) dan zal dit zeer waarschijnlijk al voorzien zijn van een expansievat en overstort. Afgiftesysteem en regeling Zoals voor alle warmtepompen geldt, is ook voor de BUVA EcoClimate Hybride een zo laag mogelijke temperatuur van het afgiftesysteem het beste voor een zo hoog mogelijk rendement. In een ongeïsoleerde woning met veel ventilatie en enkel glas en hoge afgiftetemperaturen, zal een EcoClimate Hybride waarschijnlijk niet het gewenste resultaat opleveren. Veel ketels zijn te begrenzen in hun aanvoertemperatuur. Als er twijfel is of een EcoClimate Hybride voldoende kan bijdragen, begrens de ketel dan op bijvoorbeeld 50 C aanvoertemperatuur en kijk of de woning bij circa 5 C buitentemperatuur warm te houden of zelfs te krijgen is. De EcoClimate Hybride is ook geschikt voor koeling. Daar moet dan het afgiftesysteem ook geschikt voor zijn. Vloerverwarming en ventilatorconvectoren (met condens afvoer) zijn in de basis geschikt voor koeling. Let er daarbij op, dat ook de bijbehorende (na)regeling geschikt is voor koeling. In bestaande situaties is dit vaak niet het geval. Is de gehele woning voorzien van vloerverwarming, controleer dan of het mogelijk is de mengfunctie van de verdeler af te sluiten. De EcoClimate Hybride kan dan een lage temperatuur aanleveren die niet meer gemengd hoeft te worden. Eventueel kan de verdeler vervangen worden voor een niet-mengend model. Controleer dan wel of de hoofdleidingen van voldoende capaciteit zijn om met een kleiner temperatuurverschil overweg te kunnen (hogere volumestroom). Plaats bij thermostatische regeling de kamerthermostaat in een goed referentievertrek op de juiste positie (zie handleiding thermostaat). De standaardthermostaten zijn de Qupit Anna slimme thermostaat en de Honeywell Chronotherm Touch Modulation (TH8210M1003). Verschillende andere thermostaten kunnen ook worden toegepast. Bij het inbedrijfstellen is een standaard thermostaat altijd benodigd. Sommige woningen zijn voorzien van naregeling in het afgiftesysteem. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het EvoHome-systeem van Honeywell of naregeling van de vloerverwarming. In veel gevallen is het dan wenselijk om de naregeling de EcoClimate Hybride vrij te laten geven als er warmtevraag is. Dit kan door de EcoClimate Hybride weersafhankelijk in te stellen. Een extra buitenvoeler op de noordgevel is dan wel noodzakelijk (let op, drie-aderig bekabelen), evenals de extra kabel (artikelnummer 60509) voor de vrijage van verwarmen en/of koelen. Als het mogelijk is dat alle groepen dichtlopen en/of er onvoldoende vrije systeeminhoud overblijft voor de EcoClimate Hybride, dan moet ook een veerbelaste by-pass geplaatst worden en eventueel een buffervat (in serie in de retour of parallel). Alle uitgewerkte opties staan verderop in deze technische brochure. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 9

10 Principeschema BUVA EcoClimate Hybride & gasketel 10

11 Principeschema BUVA EcoClimate Hybride & stadsverwarming ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 11

12 Aantekeningen 12

13 Tekening binnenunit ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 13

14 Tekeningen buitenunit 14

15 1. Introductie installatie 1.1 Onderdelen Voor de plaatsing van de BUVA EcoClimate Hybride warmtepomp ontvangt u bij de levering van de warmtepomp de volgende onderdelen. BUVA EcoClimate Hybride binnenunit Toshiba buitenunit In de doos van de binnenunit bevinden zich verder nog de volgende stukken/ onderdelen. 1x OpenTherm kamerthermostaat 1x Installateurshandleiding 1.2 Benodigdheden Het aantal benodigde onderdelen voor de installatie van een EcoClimate Hybride hangt af van de huidige installatie, plaats van de buitenunit en de voorkeur van de installateur. Over het algemeen zijn de volgende extra onderdelen nodig. Bevestiging -- 4 x Bevestigingsmateriaal voor de binnenunit op de wand. Afhankelijk van het soort wand de juiste schroeven en pluggen gebruiken. Hydraulisch -- CV-leiding (22 mm) (voor verbinding tussen EcoClimate Hybride en CV-installatie) -- 2 x T-stuk (22 mm) -- 4 x Puntstuk knel (1-22 mm) -- Fitterstape -- 2 x Afsluiters Koudetechnisch -- Koudemiddel leiding 1/4 en 3/8 (voor verbinding tussen EcoClimate Hybride en buitenunit) -- Bijbehorende koppelingen Elektrisch 1x Gebruikershandleiding 2x Terugslagkleppen (1 ) 2x NTC-sensoren -- vier-aderige kabel (4*1,5 mm2) (voor voeding van buitenunit vanaf EcoClimate Hybride). -- twee-aderige zwakstroom signaalkabel (0,14 mm2) (voor de verbinding tussen EcoClimate Hybride en de kamerthermostaat). -- twee-aderige zwakstroom signaalkabel (0,14 mm2) (voor de verbinding tussen EcoClimate Hybride en de ketel). -- De optionele extra buitenvoeler dient drie-aderig afgeschermd bekabeld te worden. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 15

16 2. Technische specificaties Prestaties BUVA EcoClimate Hybride Verwarmingsvermogen (A12/W35) 4,9 kw Verwarmingsvermogen (A10/W35) 4,6 kw Verwarmingsvermogen (A7/W35) 4,2 kw Verwarmingsvermogen (A2/W35) 3,2 kw Verwarmingsvermogen (A7/W45) 3,8 kw Koelvermogen, variabel 2,5 kw COP verwarmen (A7/W35)* 4,6 - COP verwarmen (A7/W45)* 3,4 - COP verwarmen (A-7/W35)* 2,7 - * EN test frequentie 50 Hz Elektrisch Nominale spanning 1f / 50 HZ / 230 V - Elektrisch vermogen verwarmen W Stroomopname compressor verwarmen 5 A Aanloopstroom compressor 5 A Nominale spanning 1f / 50 HZ / 230 V - Gegevens buitenunit Fabricaat Toshiba Type RAV-SM304 Geluidsvermogen koelen/verwarmen 61/62 db(a) Geluidsdrukniveau koelen/verwarmen 40/41 db(a) Afmetingen (h x b x d) 550 x 780 x 290 mm Netto gewicht 33 kg Luchtdebiet maximaal m³/h Type aansluitingen Flare inch Diameter leiding koudemiddel vloeistof 1/4 inch Diameter leiding koudemiddel gas 3/8 m Minimale leidinglengte 2 m Maximale leidinglengte zonder bijvullen 15 m Maximale leidinglengte met bijvullen 20 m Maximaal hoogteverschil 10 mm² Elektrisch met binnenunit 4 x 1,5 - Koudemiddel R410A kg Vulling koudemiddel 0,80 db(a) Gegevens buitenunit Fabricaat BUVA - Afmetingen (H x B x D) 600 x 300 x 300 mm Nettogewicht 20 kg Aansluiting thermostaat OpenTherm - Aansluiting ketel aan/uit of OpenTherm - Hydraulische aansluitingen CV systeem (2x) 22 mm Alle gegevens en waarden zijn onder voorbehoud. 16

17 3. Systeemkeuze In Figuur 3.1 is een stroomschema weergegeven dat de mogelijkheid biedt om eenvoudig en snel een keuze te maken in de systeemopzet en het daarbij behorende aansluitschema op te zoeken. Voor meer informatie en toelichting op de installatie, raadpleeg de hoofdstukken waar in het stroomschema naar verwezen wordt. Deze hoofdstukken zijn te vinden achter in de handleiding. Let op! Wordt er bij stadsverwarming een hydraulische scheiding toegepast? Voeg dan ook een overstort en expansievoorziening toe aan de installatie. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 17

18 4. Installatie binnenunit 4.1. Bevestiging binnenunit Haal de schroeven aan de boven- en onderzijde van de kunststof kap los. Trek vervolgens de kunststofkap naar u toe. In de achterplaat van de EcoClimate Hybride binnenunit zitten twee sleutelgaten. Deze zijn voor het bevestigen van de achterplaat aan de wand. Zorg voor twee bevestigingspunten (diameter max. 5 mm) waterpas op 175 mm uit elkaar, op de plek waar de EcoClimate Hybride opgehangen dient te worden. Hang de binnenunit hier met de sleutelgaten overheen en borg de achterplaat aan de onderzijde met twee schroeven (diameter max. 6 mm). Hiervoor zitten twee gaten in de achterplaat. Controleer of de binnenunit solide is bevestigd. De EcoClimate Hybride dient altijd rechtop bevestigd te worden. Houd er rekening mee dat er rond de binnenunit van de EcoClimate Hybride voldoende ruimte moet zijn om werk te kunnen verrichten aan de binnenunit. InFiguur 4.1 is de minimale ruimte rond de binnenunit weergegeven. Figuur Hydraulisch aansluiten van EcoClimate Hybride binnenunit en CV-ketel In dit hoofdstuk is het hydraulisch aansluiten van een EcoClimate Hybride binnenunit met een CV-ketel weergegeven. In een kort stappenplan staat beschreven hoe de EcoClimate Hybride moet worden aangesloten. Raadpleeg voor belangrijke aandachtspunten hoofdstuk 4.4. Let op! De locatie van de terugslagklep verschilt per ketel, zie hoofdstuk voor toelichting. Stap 1: Maak de systeemopzet en vind in de bijlage het juiste aansluitschema met behulp van het stroomschema in hoofdstuk 3. Stap 2: Maak het CV-systeem drukloos en tap het (gedeeltelijk) af. Maak de verbindingen in het leidingwerk tussen EcoClimate Hybride en CV-ketel; plaats hierbij de terugslagkleppen op de aangegeven wijze in het leidingwerk als de EcoClimate Hybride en ketel parallel aangesloten worden. Maak hierbij gebruik van het betreffende aansluitschema inde bijlage. Stap 3: Plaats afsluiters in de CV-leidingen om onderhoud en werkzaamheden aan de EcoClimate Hybride binnenunit eenvoudiger te maken. Plaats bij de EcoClimate Hybride dan een extra overstort. Deze stap is niet verplicht maar wordt door BUVA aanbevolen. Stap 4: Vul het CV-systeem tot een druk van circa 2 bar in koude toestand. Zorg ervoor dat de radiatoren open staan. Stap 5: Ontlucht het systeem via de CV-ketel, radiatoren en de EcoClimate Hybride binnenunit. In het leidingwerk van de EcoClimate Hybride binnenunit bevindt zich op de bovenste leiding vlak boven de circulatiepomp een ventiel voor de ontluchting. Stap 6: Controleer de lekdichtheid van het systeem. 4.3 Hydraulisch aansluiten van EcoClimate Hybride binnenunit en stadsverwarming In dit hoofdstuk is het hydraulisch aansluiten van een EcoClimate Hybride binnenunit met stadsverwarming weergegeven. Ineen kort stappenplan staat beschreven hoe de EcoClimate Hybride moet worden aangesloten. Raadpleeg voor belangrijke aandachtspunten hoofdstuk

19 Let op! Plaats de EcoClimate Hybride altijd in serie met de stadsverwarming voor een goede werking. Stap 1: Maak de systeemopzet en vind in de bijlage het juiste aansluitschema met behulp van het stroomschema in Hoofdstuk 3. Stap 2: Sluit de stadsverwarming af en tap het CV-systeem (gedeeltelijk) af. Maak de verbindingen in het leidingwerk tussen EcoClimate Hybride en stadverwarming; plaats hierbij (indien niet aanwezig) een motorbediende tweewegklep in de aanvoerleiding van de stadverwarming. Maak hierbij gebruik van het betreffende aansluitschema in de bijlage. Stap 3: Ontlucht het systeem via de radiatoren en de EcoClimate Hybride binnenunit. In het leidingwerk van de EcoClimate Hybride binnenunit bevindt zich op de bovenste leiding een ventiel voor de ontluchting. Stap 4: Controleer de lekdichtheid van het systeem. 4.4 Aandachtspunten bij hydraulisch aansluiten van de EcoClimate Hybride binnenunit In dit hoofdstuk staan belangrijke aandachtspunten bij het hydraulisch aansluiten van de EcoClimate Hybride binnenunit en een CV-ketel of stadsverwarming Wijze van parallel aansluiten EcoClimate Hybride en CV-ketel Bij het gebruik van de EcoClimate Hybride in combinatie met een CV-ketel worden de apparaten parallel aangesloten. Het is hier belangrijk dat de hydraulische leidingen samenkomen voordat een onderverdeling naar het warmteafgiftesysteem wordt gemaakt. In Figuur 4.2 is weergegeven hoe het niet moet en hoe het wel kan bij parallelle aansluiting van de EcoClimate Hybride en de CV-ketel. Figuur Hydraulische aanvoerleidingen Onafhankelijk van merk of type ketel dient ervoor gezorgd te worden dat de aanvoerleidingen van de ketel en EcoClimate Hybride haaks op elkaar staan. Als ze een hoek van 180 hebben kunnen er debietstoringen aan EcoClimate Hybride of ketel ontstaan. Zie in Figuur 4.3 hoe het niet moet en wel kan. Zorg er bij de inbedrijfstelling voor dat de circulatiepompen van EcoClimate Hybride en ketel goed op elkaar worden afgesteld, zodat gelijktijdig bedrijf mogelijk is Posities terugslagkleppen Voor een juiste werking van zowel EcoClimate Hybride als CV-ketel worden twee terug slagkleppen meegeleverd. Deze worden gebruikt wanneer er sprake is van parallelle opstelling van EcoClimate Hybride en CV-ketel. De positie van de terugslagkleppen is belangrijk voor een goede werking en is afhankelijk van de gebruikte CV-ketel. Figuur 4.3 De terugslagklep van de EcoClimate Hybride wordt altijd in de aanvoer van de EcoClimate Hybride gemonteerd. De positie van de terugslagklep van de CVketel is afhankelijk van de positie van de interne driewegklep voor de bereiding van tapwater. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 19

20 Vervolg 4. Installatie binnenunit Er zijn 3 mogelijkheden, zie Figuur 4.4 ter illustratie: 1. Bevindt de driewegklep zich in de aanvoer van de ketel, plaats dan de terugslagklep in de aanvoerleiding van de CV-ketel. 2. Bevindt de driewegklep zich in de retour van de ketel, plaats dan de terugslagklep in de retourleiding van de CV-ketel. 3. Bevindt zich er geen driewegklep in de CV-ketel, plaats dan de terugslagklep in de aanvoerleiding. Figuur Hydraulische aansluitingen in combinatie met stadsverwarming Indien gecombineerd met stadsverwarming wordt de EcoClimate Hybride in serie aangesloten. De circulatiepomp van de EcoClimate Hybride wordt daarmee ook de transportpomp van het afgiftesysteem. Controleer of de pomp hiervoor voldoende sterk is. Het is ten zeerste aan te bevelen de stadsverwarming aan te sluiten op een open verdeler in de aanvoer van de EcoClimate Hybride. Zie SV1 t/m SV7 in hoofdstuk 16. Let op! Het contact in de EcoClimate Hybride voor het aansturen van een aan/uit ketel is geschikt voor maximaal 24V Motorbediende tweewegklep bij gebruik van stadsverwarming Indien nog niet geplaatst, voeg een motorbediende tweewegklep toe aan de installatie in de aanvoerleiding van de stadsverwarmingsaansluiting voor CV. Dit is nodig om de stadsverwarming af te sluiten als de EcoClimate Hybride de stadsverwarming niet nodig heeft. De EcoClimate Hybride kan deze klep met het aan/uit-contact van de ketel open sturen. In de handel zijn diverse merken en type kleppen te vinden, die inclusief transformator geleverd worden. Bijvoorbeeld de Honeywell Y-VC8015AG1100 (22 mm knelkoppelingen) of Honeywell Y-VC8015AJ1100 (3/4 BSP-binnendraad) kunnen worden gebruikt. 20

21 5. Installatie buitenunit 5.1. Plaatsen van de buitenunit Volg voor het plaatsen en installeren van de buitenunit de bijgeleverde handleiding van de Toshiba buitenunit. Figuur 5.1 Let op! Tijdens verwarmingsbedrijf zal er condenswater uit de buitenunit lopen. Algemene aandachtspunten zijn: Voorkom geluids- of ventilatiehinder naar de (directe) omgeving. Plaats de unit op de daarvoor eventueel benodigde muursteun en trillingsdempers (niet meegeleverd). Voorkom plaatsing op of aan constructies die het geluid eenvoudig verder kunnen transporteren. Let op de voorgeschreven ruimte rond de buitenunit. 3 L N Aarde Zwart Bruin Blauw Groen/geel Figuur 5.2 Let op! Sluit de buitenunit alleen aan als de EcoClimate Hybride spanningsloos is. Let op! De binnenunit is afgeperst met stikstof (N2) met een druk van 25 bar. Daarna is de binnenunit op druk gezet van circa 2,5 bar. Let op! Vul bij koudemiddelleidingen met een lengte tussen de 15m en 20m voor iedere meter boven de 15m 20g koudemiddel bij. 5.2 Elektrisch aansluiten van de buitenunit De Toshiba buitenunit wordt gevoed vanuit de EcoClimate Hybride binnenunit. Elektrische koppeling tussen EcoClimate Hybride binnen- en buitenunit wordt gerealiseerd door een vier-aderige kabel (niet meegeleverd). Gebruik hiervoor een kabel van minimaal 4*1,5 mm 2. Verwijder de twee schroefjes uit de kunststof afdekkap van de buitenunit. Schuif de afdekkap naar onderen uit de geleiding en verwijder deze vervolgens. Demonteer de trekontlasting en bevestig de vier-aderige voedingskabel volgens Figuur 5.2. Monteer vervolgens de trekontlasting weer. Trek de voedingskabel langs de bovenzijde van de binnenunit. Sluit de vier-aderige kabel die van de buitenunit komt aan op de groene stekker linksboven in de EcoClimate Hybride binnenunit. Let op dat de aansluitingen overeenkomen met de codering op de buitenunit. 5.3 Aansluiten van de koudemiddelzijde van de buitenunit Deze handelingen mogen alleen door een STEK-gecertificeerd bedrijf worden uitgevoerd. De Toshiba buitenunit is gevuld met 0,8 kg R410a. De minimale lengte van ieder van de twee leidingen is 2 meter en de maximale lengte is 20 meter. Het maximale hoogteverschil tussen binnen- en buitenunit is 10 meter. De koudemiddelleidingen dienen dampdicht geïsoleerd te worden. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 21

22 6. Het aansluiten van ketel en thermostaat Let op! Gebruik een zwakstroomkabel van minimaal 2 x 0,14mm 2 en een maximale weerstand van 2 x 5Ω. In dit hoofdstuk staat beschreven hoe de thermostaat en ketel op de EcoClimate Hybride binnenunit moeten worden aangesloten. Stap 1: Plaats de thermostaat volgens de meegeleverde handleiding. Stap 2: Trek een twee-aderige zwakstroomkabel van de thermostaat naar de EcoClimate Hybride. Stap 3: Trek een twee-aderige zwakstroomkabel van de ketel naar de EcoClimate Hybride. Stap 4: Plaats de meegeleverde buisklemsensoren NTC1 en NTC2 in respectievelijk de centrale retourleiding en centrale aanvoerleiding. Zie hoofdstuk 16 voor de exacte locaties. Stap 5: Sluit de thermostaat, de ketel en de temperatuursensoren aan op de groene 13-polige stekker aan de onder-/binnenzijde van de EcoClimate Hybride. Zie Figuur 6.1. Figuur 6,1 6.1 Compatibiliteit thermostaten De EcoClimate Hybride warmtepomp wordt standaard geleverd met de Honeywell Chronotherm Touch Modulation (TH8210M1003) kamerthermostaat. De bijgeleverde thermostaat ondersteunt alle, voor de EcoClimate Hybride belangrijke, functies. De EcoClimate Hybride kan daarnaast ook werken met andere thermostaten, maar deze ondersteunen niet alle functies van de EcoClimate Hybride. In dit hoofdstuk zijn de drie belangrijkste functies beschreven en is een lijst met geteste thermostaten te vinden. 22

23 6.1.1 Verwarmen Voor een optimaal rendement en comfortabel klimaat is het belangrijk een goede afweging te maken tussen het inschakelen van de EcoClimate Hybride warmtepomp en/of de CV-ketel. Om deze afweging goed te kunnen maken is een OpenTherm kamerthermostaat noodzakelijk die naast de verplichte OpenTherm waarden ten minste ook de volgende waarden doorstuurt: De gewenste kamertemperatuur De gemeten kamertemperatuur Automatisch koelen Om de koelfunctie van de EcoClimate Hybride via de thermostaat te bedienen dient deze ook koelfunctionaliteit te ondersteunen.als de thermostaat dit niet ondersteunt kan de koelfunctie op de EcoClimate Hybride handmatig geactiveerd worden, zie voor toelichting hoofdstuk Weersafhankelijk regelen De EcoClimate Hybride regeling is altijd gebaseerd op de buitentemperatuur. Hiervoor wordt de ingebouwde sensor uit de buitenunit gebruikt. Om puur weersafhankelijk te regelen dient men een extra buitentemperatuursensor te plaatsen en de EcoClimate Hybride te configureren, zie hiervoor hoofdstuk Lijst met geteste thermostaten Op de website van BUVA is een actuele lijst met geschikte thermostaten en ketels te vinden. Bezoek: buva.nl en selecteer de lijst met compatibele thermostaten en ketels. Staat uw thermostaat er niet tussen en weet u zeker dat deze het wel/niet doet, dan stellen wij het zeer op prijs als u BUVA daarvan op de hoogte stelt. 6.2 Compatibiliteit ketels De EcoClimate Hybride kan met ieder merk en type wandgasketel gecombineerd worden. De EcoClimate Hybride kan een aantal CV-ketels middels het OpenTherm-protocol aansturen. Een aantal andere ketels moet de EcoClimate Hybride door een aan/uit-contact vrijgeven. De regel daarbij is dat ketels die een OpenTherm-aansluiting hebben, deze ook te gebruiken en ketels die geen OpenTherm hebben, middels aan/uit aan te sluiten. Daarop is een aantal uitzonderingen van toepassing. Bezoek: buva.nl en selecteer de lijst met compatibele thermostaten en ketels. Staat uw ketel er niet tussen en weet u zeker dat deze het wel/niet doet, dan stellen wij het zeer op prijs als u BUVA daarvan op de hoogte stelt. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 23

24 7. Interface In dit hoofdstuk is de bediening van de EcoClimate Hybride beschreven. De EcoClimate Hybride kan op drie verschillende manieren worden uitgelezen. Ten eerste is er een display aan de voorzijde van de EcoClimate Hybride binnenunit gemonteerd. Ten tweede kan er gebruik worden gemaakt van de meegeleverde thermostaat en ten derde kunnen de verschillende LEDs op de EcoClimate Hybride printplaat worden afgelezen. 7.1 Display Aan de voorzijde van de EcoClimate Hybride binnenunit is een display gemonteerd. Op dit display zijn twee bedieningsknoppen en vijf symbolen te zien, zie Figuur 7.1. Onderstaande tabel geeft een toelichting van de functies van de knoppen en de betekenis van symbolen. Figuur 7.1 Symbool Functie Knop 1: Aan/Uit (Rode LED) LED aan: de warmtepomp is ingeschakeld en zal samen met de ketel functioneren voor verwarming. LED uit: de warmtepomp is uitgeschakeld. Voor verwarming zal alleen de CV-ketel worden gebruikt. LED knippert: EcoClimate Hybride wordt extern geblokkeerd voor verwarmen. Of de regeling is aan het opstarten. Knop 2: Koeling vrijgeven (Blauwe LED) LED aan: de warmtepomp kan worden gebruikt voor koelen. LED uit: de warmtepomp kan niet worden gebruikt voor koelen. LED knippert: EcoClimate Hybride wordt extern geblokkeerd voor koelen. Bedrijfsindicatie buitenunit (Groene LED) LED aan: de buitenunit is in bedrijf. LED uit: de buitenunit staat in stand-by. Bedrijfsindicatie ketel (Oranje LED) LED aan: de ketel is in bedrijf. LED uit: de ketel staat in stand-by. LED knippert: er is wel voldoende vraag op de thermostaat om de ketel in te zetten, maar de ketel is uit omdat bijvoorbeeld de watertemperatuur het setpoint heeft bereikt. Storing (Gele LED) LED uit: de EcoClimate Hybride heeft geen storing. LED knippert: de EcoClimate Hybride heeft een storing en is vergrendeld. Bij storing de EcoClimate Hybride uitschakelen met knop 1. Zie hoofdstuk 11 voor meer toelichting. 24

25 7.2 Thermostaat De standaard meegeleverde thermostaat is de Honeywell Chronotherm Touch Modulation, te zien in Figuur 7.2. Voor instructie over de bediening van de thermostaat kan de handleiding worden geraadpleegd die wordt meegeleverd met de thermostaat. In dit hoofdstuk zijn slechts twee belangrijke functies van de thermostaat beschreven. Figuur Het wijzigen van installateursinstellingen Stap 1 Druk op INSTELLEN. Stap 2 Houd het lege vakje tussen SCHERM en KLAAR minimaal 5 seconden ingedrukt. Stap 3 Kies INSTAL INSTELLIN voor het wijzigen van de standaard installateursinstellingen. Stap 4 Kies INSTAL KETEL voor het wijzigen en uitlezen van instellingen specifiek voor de EcoClimate Hybride. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 25

26 Vervolg 7. Interface Figuur LEDs en DIP-switches op EcoClimate Hybride printplaat In Figuur 7.3 is de EcoClimate Hybride printplaat weergegeven. In de figuur is aangegeven wat de betekenis is van de verschillende LEDs aanwezig op de printplaat. Met behulp van deze LEDs kan de status van de warmtepomp eenvoudig worden bepaald. In Figuur 7.4 is ingezoomd op de DIP-switches en is de functie van de verschillende schakelaar kort beschreven. De weergegeven posities van de DIP-switches zijn de standaard fabrieksinstellingen. Figuur 7.3 DIP OFF (naar voorzijde print) ON (naar achterzijde print) A1 Stooklijn normaal Stooklijn hoog A2 EcoClimate Hybride en CV-ketel niet gelijktijdig actief EcoClimate Hybride en CV-ketel ook gelijktijdig actief A3 Stooklijn radiatoren Stooklijn vloerverwarming A4 Bij verlaagde temperatuur: EcoClimate Hybride én CV-ketel inzetbaar Bij verlaagde temperatuur: Alleen EcoClimate Hybride buitenunit inzetbaar A5 Slaapstand is uitgeschakeld Slaapstand is ingeschakeld A6 Thermostaat ondersteunt koelen wel Thermostaat ondersteunt koelen niet A7 N.v.t. N.v.t. A8 CV-ketel type OpenTherm regeling CV-ketel type aan/uit regeling DIP OFF (naar voorzijde print) ON (naar achterzijde print) B1 Geen extra buitenvoeler Externe buitenvoeler toegepast B2 Weersafhankelijke regeling uit Weersafhankelijke regeling aan B3 Parallelle aansluiting van de EcoClimate Hybride Seriële aansluiting van de EcoClimate Hybride B4 N.v.t. N.v.t. B5 N.v.t. N.v.t. B6 Als via een extern contact verwarmen geblokkeerd is zal de CV-ketel wel inschakelen Als via een extern contact verwarmen geblokkeerd is zal de CV-ketel niet inschakelen B7 Externe contacten 28 t/m 31 zijn blokkeercontacten Externe contacten 28 t/m 31 zijn vrijgavecontacten B8 Warmtepomp schakelt uit bij een buitentemperatuur onder de 4 C Warmtepomp schakelt niet uit onder een buitentemperatuur van 4 C 26

27 8. Inbedrijfstelling Let op! De inbedrijfstelling wordt uitgevoerd met een Honeywell Chronotherm Touch Modulation aangesloten op het toestel. Voordat kan worden begonnen met de inbedrijfstelling van de EcoClimate Hybride warmtepomp dient eerst de installatie voltooid te zijn. Voer bij inbedrijfstelling de volgende handelingen achtereenvolgens uit om een goede werking van de EcoClimate Hybride te garanderen. De inbedrijfstelling wordt gedaan met behulp van een Honeywell Chronotherm Touch Modulation thermostaat. Als de EcoClimate Hybride wordt geïnstalleerd met een andere thermostaat, sluit dan tijdelijk een Honeywell Chronotherm Touch Modulation aan. Stap 1: Controleer alle elektrische aansluitingen Stap 2: Controleer de aansluitingen van de koudemiddel leidingen Stap 3: Controleer de aansluiting op de CV-installatie Stap 4: Controleer de posities van de DIP-switches aan de hand van het gekozen installatieschema. Stap 5: Steek de stekker in het stopcontact Stap 6: Wacht tot de EcoClimate Hybride is opgestart, dit duurt circa 3 minuten. Wanneer de rode LED van de aan/uit knop continu brandt is de EcoClimate Hybride opgestart, zie Figuur 8.1. Stap 7: Stel de thermostaat in, zie hoofdstuk 8.1 voor toelichting. Figuur Instellen thermostaat Sluit tijdens de inbedrijfstelling de Honeywell Chronotherm Touch Modulation direct aan op de EcoClimate Hybride. De thermostaat zal bij het opstarten eerst om de tijd en datum vragen. Stel deze in. Stap 8: Het vrijgeven van koelen. Druk op het scherm op INSTELLEN. Druk gedurende 5 seconden het blanco stuk tussen KLAAR en SCHERM in. Selecteer met de pijtjes: INSTAL INSTELLING. Hierna met INSTELLEN door naar het installateurmenu van de thermostaat. Stel vervolgens de volgende instellingscodes in: 0013 VERWARM KOELEN op 1. Druk op KLAAR. Stap 9: Het testen van de circulatiepompen. Druk op het scherm op INSTELLEN. Druk gedurende 5 seconden het blanco stuk tussen KLAAR en SCHERM in. Ga met het pijltje naar INSTEL KETEL, dit is het parameter menu van de EcoClimate Hybride. Druk op INSTELLEN. Stel vervolgens de volgende instellingscode in: 0085 op 1 Druk op KLAAR. Hiermee is testmodus 1 - Circulatiepompen aan ingeschakeld. De interne circulatiepomp zal gaan draaien. Controleer of de rode knop op de circulatiepomp gaat branden. Controleer vervolgens of de flowswitch led gaat branden. Voor de positie van de flowswitch led zie Figuur 7.3. Ontlucht zo nodig nu de installatie. Dit kan door middel van het ontluchtingsventiel vlak boven de circulatiepomp in de EcoClimate Hybride. Mocht de flowswitch led niet gaan branden, dan is er een debiet storing. Zie voor mogelijke oorzaken en oplossingen hoofdstuk 11. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 27

28 Vervolg 8. Inbedrijfstelling Stap 10: Het testen van de warmtepomp. Druk op het scherm op INSTELLEN. Druk gedurende 5 seconden het blanco stuk tussen KLAAR en SCHERM in. Ga met het pijtje naar INSTEL KETEL, dit is het parameter menu van de EcoClimate Hybride. Druk op INSTELLEN. Stel vervolgens de volgende instellingscode in: 0085 op 2 Druk op KLAAR. Hiermee is testmodus 2 - Warmtepomp aan ingeschakeld. De EcoClimate Hybride zal nu de buitenunit aansturen voor verwarmen. Controleer of de buitenunit opstart en de Compressor aan led gaat branden. Voor de positie van deze led zie Figuur 7.3. Of de compressor in de buitenunit draait kunt u ook controleren via Parameter Deze wordt 1 als de buitenunit draait. Controleer vervolgens de gemeten aanvoertemperatuur 0004 en retourtemperatuur Stap 11: Het testen van de warmtepomp en CV-ketel of stadsverwarming. Druk op het scherm op INSTELLEN. Druk gedurende 5 seconden het blanco stuk tussen KLAAR en SCHERM in. Ga met het pijtje naar INSTEL KETEL, dit is het parameter menu van de EcoClimate Hybride. Druk op INSTELLEN. Stel vervolgens de volgende instellingscode in: 0085 op 3 Druk op KLAAR. Let op! Zie aanbevolen instellingen voor de CV-ketel hoofdstuk 9.6. Hiermee is testmodus 3 - Warmtepomp + CV-ketel/stadsverwarming aan ingeschakeld. Zowel de EcoClimate Hybride als de CV-ketel/stadsverwarming worden aangestuurd voor verwarming. Een OpenTherm CV-ketel wordt aangestuurd met een setpoint van 50 C. Een aan/uit CV-ketel of stadsverwarming zal worden ingeschakeld. Wordt er gebruik gemaakt van een CV-ketel controleer dan of zowel de CV-ketel als de warmtepomp gaan draaien. Controleer of er voldoende stroming blijft in de EcoClimate Hybride (LED flowswitch is aan), en controleer of er voldoende stroming is door de CV-ketel. Stel beide circulatiepompen zodanig af dat beide toestellen tegelijkertijd kunnen draaien, en het systeemdebiet over de toestellen wordt verdeeld. Wordt er gebruik gemaakt van stadsverwarming controleer dan of zowel de motorbediende tweewegklep als de warmtepomp worden ingeschakeld. Stel vervolgens de circulatiepomp in. De circulatiepomp is juist ingesteld wanneer de pomp op de minimale snelheid staat ingesteld maar de aanvoertemperatuur niet meer dan 5 C lager is als normaal. Stap 12: Schakel de warmtepomp naar normaal bedrijf. Druk op het scherm op INSTELLEN. Druk gedurende 5 seconden het blanco stuk tussen KLAAR en SCHERM in. Ga met het pijtje naar INSTEL KETEL, dit is het parameter menu van de EcoClimate Hybride Druk op INSTELLEN Stel vervolgens de volgende instellingscode in: 0085 op 0 Druk op KLAAR. De warmtepomp is nu naar normaal bedrijf geschakeld. 28

29 9. Regeling met één kamerthermostaat 9.1 Algemeen De regeling van de EcoClimate Hybride is ontwikkeld om in eerste instantie te regelen op basis van binnentemperatuur. Hiervoor is een speciale regeling ontwikkeld die zowel de ingestelde als de gemeten binnentemperatuur nodig heeft. De meegeleverde kamerthermostaat levert deze aan de EcoClimate Hybride volgens het OpenTherm protocol. De Honeywell thermostaat is eveneens geschikt voor automatische koeling en voor de optie weersafhankelijk regelen (zie volgende hoofdstuk). De regeling heeft als uitgangspunt een optimale combinatie te verkrijgen tussen energiezuinig verwarmen en het behoud van comfort. Hiervoor gebruikt de regeling de gemeten binnentemperatuur en bijvoorbeeld een stooklijn om de ketel goed te regelen. 9.2 Regelstrategie De warmtepomp heeft een maximale retourtemperatuur van 45 C en een maximaal vermogen van circa 5 kw. Dit betekent dat in de meeste woningen met radiatoren het aanwarmen met alleen de warmtepomp te lang duurt. Het aanwarmen van de woning gebeurt in veel gevallen nog steeds met de CV-ketel of stadsverwarming. Daarna zal de EcoClimate Hybride zoveel mogelijk de warmtepomp gebruiken om de woning op temperatuur te houden. Om de EcoClimate Hybride zo economisch mogelijk in te zetten, schakelt de warmtepomp standaard uit bij buitentemperaturen lager van 4 C. De warmtepomp schakelt weer in als de temperatuur 6 C of hoger is, de watertemperatuur laag genoeg is en de warmtevraag is weg geweest (de CV-ketel heeft eerst de ruimte op temperatuur gebracht). De ketel of stadsverwarming en stooklijn in de EcoClimate Hybride moeten dus hoog genoeg zijn ingesteld om de woning op temperatuur te krijgen Buitentemperatuur onder 4 C Als de gemeten buitentemperatuur lager is dan 4 C, zal de EcoClimate Hybride regeling alleen de CV-ketel sturen voor verwarming. De gewenste aanvoertemperatuur wordt dan berekend volgens de met de dipswitches ingestelde stooklijn. Het afschakelpunt van 4 C is te verstellen via parameter P62 in de Honeywell thermostaat. Het geheel uitschakelen van deze begrenzing is mogelijk met behulp van dipswitch B8, zie hoofdstuk Inschakelen ketel of stadsverwarming Naast de buitentemperatuurgrens voor de warmtepomp gelden nog andere inschakelvoorwaarden voor de CV-ketel of stadsverwarming. Als de watertemperatuur te hoog is of wordt (retour >45 C), zal de warmtepomp uitschakelen en de CV-ketel/stadsverwarming de verwarming volledig overnemen. Dit blijft dan het geval totdat de gewenste ruimtetemperatuur behaald is. Als er daarna weer warmtevraag ontstaat, zal de EcoClimate Hybride de warmtepomp als eerste inschakelen als de watertemperaturen weer laag genoeg zijn (retour < 45 C). De CV-ketel die aan/uit wordt gestuurd of de stadsverwarming gaat uit als de watertemperatuur hoger is dan de met de dipswitches ingestelde stooklijn in de EcoClimate Hybride. Het is dus van belang de CV-ketel of stadsverwarming goed in te regelen, in te stellen (vermogens-/temperatuurbegrenzing in ketel) en dit te testen bij inbedrijfstelling. Als de buitenunit van de EcoClimate Hybride in zon staat, kan een verkeerde buitentemperatuur gemeten worden, waardoor de CV-ketel of stadsverwarming middels de stooklijn van de EcoClimate Hybride te laag begrensd is. Kies voor de buitenunit een plaats uit de zon of maak gebruik van een extra buitenvoeler Koeling Voor het gebruik van de functie koeling van de EcoClimate Hybride dient het afgiftesysteem geschikt te zijn. Als de thermostaat koeling vraagt, zal de EcoClimate Hybride met de buitenunit naar een gewenste aanvoertemperatuur voor koeling regelen. Deze temperatuur wordt bepaald d.m.v. van een koellijn te zien in Figuur 9.4. De standaard koellijn is geschikt voor vloerkoeling. De minimale intredetemperatuur voor koeling is 5 C. Als deze wordt bereikt, zal de buitenunit worden uitgeschakeld totdat de gemeten intredetemperatuur hoger is dan 10 C. Met een thermostaat die niet geschikt is voor koelen, zal de EcoClimate Hybride koelen zolang er geen warmtevraag is. Als er warmtevraag ontstaat, verwarmt de EcoClimate Hybride pas weer als de koelfunctie uit is op de voorzijde van de EcoClimate Hybride (zie hoofdstuk 7.1). ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 29

30 Vervolg 9. Regeling met één kamerthermostaat Figuur Kamerthermostaat Standaard wordt bij de EcoClimate Hybride de Honeywell Chronotherm Touch Modulation kamerthermostaat geleverd (zie Figuur 9.1). De EcoClimate Hybrideregeling heeft de volgende gegevens nodig van de kamerthermostaat om te functioneren: Representatieve gemeten ruimtetemperatuur. Gewenste ruimtetemperatuur. Wel of geen verwarmingsvraag. Wel of geen koelvraag Instellen voor verwarming en koelen De meegeleverde thermostaat is geschikt voor automatisch omschakelen van verwarmen naar koelen en andersom. Hiervoor moet de koelfunctie worden ingesteld op zowel de voorzijde van de EcoClimate Hybride als op de thermostaat (zie hieronder). Het is verstandig de thermostaat ook zo in te stellen als de EcoClimate Hybride niet hoeft te koelen. Stap 1 Druk op INSTELLEN Stap 2 Houd het lege vakje tussen SCHERM en KLAAR minimaal 5 seconden ingedrukt. Stap 3 Druk op INSTELLEN. Stap 4 Ga met het knopje VOORUIT naar instelling

31 Stap 5 Zet instelling 0013 met het pijltje omhoog op 1. Druk nu op KLAAR. Stap 6 In het hoofdmenu is nu de knop Koelen/Verwarm beschikbaar. Stel deze naar wens in. 9.4 OpenTherm en aan/uit De EcoClimate Hybride-regeling is geschikt om gecombineerd te worden met OpenTherm (OT) gestuurde thermostaten. In paragraaf staat welke thermostaat voor welke functie wel en niet geschikt is. De EcoClimate Hybride kan CV-ketels zowel via aan/uit als OpenTherm aansturen. Als de EcoClimate Hybride de ketel via OpenTherm kan sturen, werkt de regeling nauwkeuriger en is de kans minder groot dat de CV-ketel de EcoClimate Hybride wegdrukt. Ook kan de EcoClimate Hybride via OpenTherm bijvoorbeeld een foutmelding van de ketel ontvangen. 9.5 EcoClimate Hybride of CV-ketel De EcoClimate Hybride-regeling zal op basis van de volgende gegevens beslissen of de warmtepomp, de ketel of beiden de woning moet(en) verwarmen: Het verschil tussen gemeten- en gewenste ruimtetemperatuur. De tijd dat de gemeten- onder de gewensteruimtetemperatuur is (graadminutenregeling). De buitentemperatuur, gemeten door de buitenunit. 9.6 CV-ketel De CV-ketel kan worden aangestuurd via het aan/uit contact of via een OpenTherm verbinding. Als volgens de regeling de CV-ketel moet verwarmen, wordt er een gewenste aanvoertemperatuur voor CV-ketel berekend. De met de dipswitches ingestelde stooklijn bepaalt de gewenste aanvoertemperatuur. Als alleen de ketel draait is de gewenste aanvoertemperatuur afhankelijk van de stooklijn Aan/uit CV-ketels of stadsverwarming Als de CV-ketel (of stadsverwarming) wordt aangestuurd via het aan/uit contact is er geen mogelijkheid voor een modulerende aansturing. De CV-ketel/ stadsverwarmingsklep wordt aangezet als de gemeten aanvoertemperatuur (NTC2), lager is dan: Gewenste aanvoertemperatuur CV-ketel 10K De CV-ketel/stadsverwarming zal weer worden uitgeschakeld als de gemeten aanvoertemperatuur (NTC2), hoger is dan de gewenste aanvoertemperatuur OpenTherm CV-ketels Een OpenTherm CV-ketel ontvangt meerdere gegevens van de EcoClimate Hybride-regeling. Eén daarvan is de gewenste aanvoertemperatuur. De meeste ketels zullen zelf naar deze temperatuur toe regelen. Als de CV-ketel aan moet volgens de EcoClimate Hybride-regeling, zal deze via OpenTherm met de juiste temperatuur worden aangestuurd Tapwater De EcoClimate Hybride wordt niet gebruikt voor tapwaterbereiding. Het bereiden van tapwater wordt gedaan door de CV-ketel en wordt niet gestuurd door de EcoClimate Hybride regeling. Als de CV-ketel via OpenTherm doorgeeft dat deze in tapwaterbedrijf staat, dan geeft de EcoClimate Hybride dit door aan de thermostaat. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 31

32 Vervolg 9. Regeling met één kamerthermostaat 9.7 Koelbedrijf Wanneer de koelfunctie van de EcoClimate Hybride beschikbaar is, kan de EcoClimate Hybride koude leveren. Hiervoor is wel een voor koeling geschikt afgiftesysteem nodig, bijvoorbeeld vloerverwarming. Zorg ervoor dat de eventuele circulatiepomp in de vloerverwarmingsverdeler ook in koelbedrijf actief is. Om de koeling te schakelen, moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden bij thermostatisch regelen. 1. In de thermostaat is de koelfunctie vrijgegeven. Zie paragraaf Op de thermostaat is een gewenste ruimtetemperatuur voor koeling ingesteld die lager is dan de gemeten temperatuur. Let op, er is een minimale bandbreedte tussen de gewenste ruimtetemperatuur voor koelen en verwarmen. 3. Knop 2 op de voorzijde van de EcoClimate Hybride dient vrijgegeven te zijn. 4. Dipswitch A6 is ingesteld als thermostaat geschikt voor koelen (OFF). Als de thermostaat niet geschikt is voor koeling, kan dipswitch A6 op ON gezet worden en interpreteert de EcoClimate Hybride geen warmtevraag als koudevraag. geactiveerd op de EcoClimate Hybride (ON), zal de regeling een gewenste ruimtetemperatuur lager dan 19 C (maar hoger dan 10 C) herkennen als verlaagde temperatuur. De EcoClimate Hybride zal dan uitsluitend de warmtepomp gebruiken om deze temperatuur te behouden in de woning; de ketel is geblokkeerd voor ruimteverwarming (mits de buitentemperatuur boven de 4 C blijft). Het nut van het toepassen van nachtverlaging is erg afhankelijk van de isolatiewaarde en type afgiftesysteem van de woning. Bij goed geïsoleerde woningen met vloerverwarming is het over het algemeen aan te raden om weinig of geen nachtverlaging toe te passen. Bij woningen met normale of slechte isolatie en radiatoren is het toepassen van nachtverlaging aan te raden Nadraaitijden en pompschakelingen Na koelbedrijf of ontdooien heeft de circulatiepomp van de EcoClimate Hybride een nadraaitijd van 5 minuten. Tijdens verwarmingsbedrijf is dat 30 seconden. Als de circulatiepompen 24 uur niet zijn aangestuurd, zullen deze voor 30 seconden worden aangestuurd om vastzitten te voorkomen. 9.8 Koelbedrijf met thermostaat zonder ondersteuning voor koelen Wanneer de koelfunctie van de EcoClimate Hybride beschikbaar is, kan de EcoClimate Hybride koude leveren. Hiervoor is wel een voor koeling geschikt afgiftesysteem nodig, bijvoorbeeld vloerverwarming. Zorg ervoor dat de eventuele circulatiepomp in de vloerverwarmingsverdeler ook in koelbedrijf actief is. Het is ook mogelijk te koelen met de EcoClimate Hybride als de thermostaat niet geschikt is voor koeling (zie paragraaf voor de lijst met thermostaten). Om de koeling te schakelen, moet aan een aantal voorwaarden voldaan worden bij thermostatisch regelen. 1. Knop 2 op de voorzijde van de EcoClimate Hybride dient vrijgegeven te zijn. 2. Dipswitch A6 is ingesteld als thermostaat niet geschikt voor koelen (ON). 3. Er is geen warmtevraag vanaf de thermostaat. De EcoClimate Hybride zal koelen zolang er geen warmtevraag is. Als er warmtevraag ontstaat, verwarmt de EcoClimate Hybride pas weer als de koelfunctie uit is op de voorzijde van de EcoClimate Hybride, zie hoofdstuk Verlaagde temperatuur Als de functie Verlaagde temperatuur (dipswitch A4) is 9.11 Externe buitenvoeler Bij sommige woningen staat de buitenunit in de zon. Als de ventilator van de buitenunit niet draait, kan er dan geen goede buitentemperatuur worden gemeten. Omdat ook de aanvoertemperatuur van de CV-ketel wordt bepaald op basis van de buitentemperatuurmeting is een goede buitentemperatuur nodig. Hiervoor kan een extra buitenvoeler worden aangesloten met een drie-aderige kabel. De buitenvoeler is verkrijgbaar bij BUVA (TRB, artikelnummer 60069). Na het plaatsen van de buitenvoeler dient deze geactiveerd te worden met dipswitch B1. Bij een externe buitenvoeler wordt de buitenvoeler van de buitenunit alleen nog gebruikt voor het afschakelen van de warmtepomp onder de 4 C Regeling/Instellingen van de ketel Voor diverse ketels zijn instellingen mogelijk die problemen op kunnen leveren als zij in combinatie met de EcoClimate Hybride moeten werken. Onderstaand een lijst van aandachtspunten en ketels waarbij dit zeker van toepassing is. Let op, de lijst is mogelijk niet compleet (niet alle situaties en ketels zijn bij ons bekend). Mocht u een nieuw merk of type tegenkomen waarbij een soortgelijke storing ervaart, dan vernemen wij dat graag. 32

33 Zorg er verder voor dat de CV-ketel voor zover mogelijk goed is afgesteld voor het maximaal voor CV te leveren vermogen en aanvoertemperatuur. Stel daarnaast de circulatiepomp goed af op gelijktijdig bedrijf met de EcoClimate Hybride. Let op! Indien de CVketel beschikt over een vorstbeveiliging die ervoor zorgt dat de inwendige circulatiepomp continu aangestuurd wordt, schakel deze functie dan uit. Sommige CV-ketels hebben vorstbeveiliging in hun besturing opgenomen die de inwendige circulatiepomp continu aanstuurt. Controleer de parameterlijst en instellingen van de CV-ketel en schakel deze functie uit. Als de ketel niet goed staat ingesteld, kan bijvoorbeeld de ketel direct verwarmen in plaats van de EcoClimate Hybride of kunnen er storingen ontstaan Extra contacten (kabel voor extra functionaliteit) Op de EcoClimate Hybride-printplaat is een aantal extra contacten beschikbaar. Deze worden voor verschillende opties gebruikt bij de EcoClimate Hybride. Voor het aansluiten van de contacten 19 t/m 33 is een aparte kabel/stekker verkrijgbaar bij BUVA (artikelnummer 60509). De kabel dient aangesloten te worden zoals aangegeven in Figuur 9.2 met de rode stekkers. Tabel 9.1 # 19 Common NO NO 24 Common 25 NC Externe pompcontact (potentiaalvrij) Zomer/winter Contact 26 Niet op stekker; 27 Debietschakelaar 28 + Vrijgave/blokkade 29 - Koeling 30 + Vrijgave/blokkade 31 - Verwarming 32 + Storingscontact 33 - Figuur 9.2 Let op! Contacten 23 t/m 33 zijn uitsluitend geschikt voor zwakstroom. Let op! Bovenstaande nummering is van de aansluitingen op de stekker en pins van de print. Deze komen niet overeen met de getallen achter de letters JB op de printplaat. Andere versies van de print hebben in plaats van de JB-nummering tekst naast de pins. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 33

34 Vervolg 9. Regeling met één kamerthermostaat Storingscontact (32 en 33) Op de printplaat is een storingscontact aanwezig (zie Tabel 9.1). Als de EcoClimate Hybride in storing staat (d.w.z. het storingslampje knippert) zal dit contact geschakeld worden zodat extern de status kan worden uitgelezen. Dit is een potentiaalvrij contact Zomer/winter-contact (23 t/m 25) Op de printplaat is een zomer/winter-contact aanwezig (zie Tabel 9.1) dat schakelt als de EcoClimate Hybride van bedrijfsmodus wisselt. Hiermee kan extern worden bepaald of er verwarmd of gekoeld wordt. Dit kan worden gebruikt om bijvoorbeeld een naregeling goed te laten werken Vergrendeling of vrijgave verwarmen en koelen (28 t/m 31) Met de twee knoppen aan de voorkant kan de warmtepomp in bedrijf worden gezet en kan koeling worden vrijgegeven. Deze functies kunnen ook extern worden geblokkeerd (zie Tabel 9.1). Als de functies extern zijn geblokkeerd maar wel op het bedieningspaneel zijn vrijgegeven, zullen de status-led s knipperen in plaats van continu branden. Met dipswitch B7 kunnen de contacten ingesteld worden als blokkeercontacten (sluiten is blokkade) of vrijgavecontacten (sluiten is vrijgave) Externe pomp (19 en 21) Bij sommige installaties wordt een circulatiepomp voor vloerverwarming geschakeld door de CV-ketel of thermostaat. Bij de installatie van een EcoClimate Hybride treedt dan het probleem op dat de vloerverwarmingspomp niet draait als alleen de warmtepomp verwarmt. Het potentiaalvrije contact voor een externe pomp op de EcoClimate Hybride-print (230 VAC, max. 10 A) is geschakeld als er warmte- of koudevraag is. Ook in koelbedrijf wordt dit contact dus geschakeld. Het contact heeft dezelfde nadraaitijden als de interne circulatiepomp (zie Tabel 9.1) Stook- en koellijnen In Figuur 9.3 en Figuur 9.4 staan de stooklijnen voor verwarmen en koelen weergegeven. Maximale aanvoertemperatuur CV-ketel (begrenzing) Aanv oertemperatuur [ C] Radiatoren hoog (A3 off A1 on) Radiatoren laag (A3 off A1 off) Vloerverwarming hoog (A3 on A1 on) Vloerverwarming laag (A3 on A1 off) Buitentemperatuur [ C] Figuur

35 Gewenste aanvoertemperatuur bij koeling 22 Aanvoertemperatuur [ C] Koellijn Buitentemperatuur [ C] Figuur 9.4 ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 35

36 10. Weersafhankelijke regeling Het is niet altijd wenselijk om te werken met een thermostaat. Het is bijvoorbeeld niet altijd mogelijk een goede referentieruimte in een woning te krijgen. Vooral niet als er meerdere referentieruimtes nodig zijn, denk bijvoorbeeld aan een werkkamer die overdag apart van de woonkamer verwarmd dient te worden. In deze situatie kan gebruik gemaakt worden van een weersafhankelijke regeling. Voor deze situatie is er een weersafhankelijke regeling voor de EcoClimate Hybride ontwikkeld. Deze regeling werkt aan de hand van een stooklijn (uit de Honeywell thermostaat) en controle op aanvoer- en retourtemperatuur. De mogelijke stooklijnen zijn weergegeven in Figuur De standaard meegeleverde Honeywell kamerthermostaat dient als interface en levert via OpenTherm de ingestelde stooklijn aan aan de EcoClimate Hybride. De Honeywell Chronotherm Touch Modulation heeft de mogelijkheid diverse stooklijnen te selecteren. De EcoClimate Hybride-regeling voorziet de thermostaat via het OpenTherm protocol van een buitentemperatuur. De thermostaat stuurt naar de EcoClimate Hybride-regeling een (op buitentemperatuur gebaseerde) gewenste aanvoertemperatuur. Figuur 10.1 Voordeel Nadeel Er is geen referentieruimte (locatie waar thermostaat hangt) nodig om de verwarmingsvraag te bepalen. Afhankelijk van de buitentemperatuur wordt een watertemperatuur gemaakt. Theoretisch zou dit alle ruimtes op de gewenste temperatuur moeten houden. Praktisch moet er een naregeling toegepast worden, omdat interne warmtelast niet te voorspellen is en dit zou kunnen leiden tot een te hoge of lage binnentemperatuur. Bij een verkeerde stooklijninstelling (op de Honeywell Touch) kan de ruimtetemperatuur onder of boven de gewenste temperatuur komen. Als de naregeling niet gekoppeld is aan de EcoClimate Hybride, wordt continu gestookt om het water op temperatuur te houden. Koeling kan niet meer worden aangestuurd vanuit de thermostaat. Wanneer er toch moet worden gekoeld, volg dan de instructies in hoofdstuk

37 10.1 Aanpassingen aan de installatie voor gebruik met weersafhankelijke regeling Een installatie waar een weersafhankelijke regeling wordt toegepast, is anders dan een reguliere installatie. De belangrijkste verschillen staan hieronder beschreven. Plaats een TRB-buitenvoeler (artikelnummer 60069) aan de noordgevel uit de zon en sluit deze aan op de groene stekker aan de onderzijde van de EcoClimate Hybride. Zie voor selectie van het betreffende aansluitschema hoofdstuk 6. Sluit de Honeywell Chronotherm Touch Modulation aan op de EcoClimate Hybride. De thermostatische functie wordt niet gebruikt dus de thermostaat hoeft niet in het referentievertrek te hangen. Installeer een veerbelaste bypass en een buffervat van ten minste 25 liter als er gebruikt gemaakt wordt van een naregeling die alle groepen en/of radiatoren dicht kan sturen Aanpassen regeling De regeling van de EcoClimate Hybride moet voor weersafhankelijk regelen gewijzigd worden. Maak hiervoor gebruik van de DIP-switches op de EcoClimate Hybride printplaat. Bij gebruik van een weersafhankelijke regeling moeten de volgende wijzigingen worden uitgevoerd. DIP Functie Positie bij weersafhankelijk regelen B1 Externe buitenvoeler ON B2 Weersafhankelijke regeling ON Dipswitches B6 en B7 moeten mogelijk ook aangepast worden als naregeling van toepassing is Instellen Honeywell Touch thermostaat De thermostaat zal bij een weersafhankelijke regeling anders moeten worden ingesteld. In het installateursmenu moeten twee instellingen worden gewijzigd. Zie hoofdstuk Het wijzigen van installateursinstellingen over het bereiken van het installateursmenu in de Honeywell Chronoterm Touch Modulation. Stel in het installateursmenu parameter 29 (ruimte weersaf) in op 1. Hierna zal de thermostaat weersafhankelijk regelen. Stel in het installateursmenu parameter 30 (stooklijn) in. Kies deze stooklijn zodanig dat deze past bij de benodigde temperaturen van het afgiftesysteem, zodat er continu doorstroming is en er dan voldoende vermogen wordt afgegeven om het gebouw op de gewenste temperatuur te houden. Zie Figuur 10.1 voor de verschillende stooklijnen in de thermostaat Koelen De Honeywell Touch Modulation thermostaat ondersteunt geen koelen als deze weersafhankelijk is ingesteld. Om toch te koelen in de zomer moet hiervoor de EcoClimate Hybride anders ingesteld worden. DIP Functie Positie bij weersafhankelijk regelen A6 Thermostaat ondersteunt geen koelen ON Koelen kan nu worden geactiveerd met de koelknop op de bedieningsmodule (zie hoofdstuk 7.1). De EcoClimate Hybride zal nu gaan koelen als het buiten warm genoeg is en er geen warmtevraag van de thermostaat is. Het koelen gebeurt op basis van de koellijn in Figuur Weersafhankelijk + zoneregeling Voor het combineren van een zone-regeling zoals bijvoorbeeld de Honeywell EvoHome, Honeywell HCE20 of Danfoss CF2+ wordt ook gebruik gemaakt van de weersafhankelijke regeling van de EcoClimate Hybride. De EcoClimate Hybride wordt geconfigureerd als weersafhankelijk en zal op basis van de gemeten buitentemperatuur een watertemperatuur proberen te maken samen met de CV-ketel. Dit doet de EcoClimate Hybride regeling alleen als deze wordt vrijgegeven door het aan/uit contact van de zone-regeling middels de extra kabel (zie paragraaf 9.13). De Honeywell HCE20 is hier een uitzondeling op. Deze stuurt de EcoClimate Hybride direct aan via OpenTherm en wordt dus aangesloten op klem 5 en 6 van de groene stekker. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 37

38 11. Storingsmelding van de EcoClimate Hybride Als de EcoClimate Hybride een storing constateert, wordt deze storingsindicatie aangegeven door middel van de knipperende gele LED. Deze LED knippert negen keer, met daarna een rustperiode. Eén knipper is, afhankelijk van de opgetreden storing, lang en geeft dan een indicatie van de storing. Zie Tabel 11.1 voor de storingsindicaties. Als er een storing is zal de Honeywell Chronotherm Touch Modulation ook een storing in beeld geven. In het beeld staat: Ketel-storing door op info te drukken kunt u de storingscode zien. Als er meerdere storingen tegelijk actief zijn worden de codes bij elkaar opgeteld. Bijvoorbeeld: Storing NTC1 en NTC2 beide actief is code 8+4=12. Storing Code op thermostaat Omschrijving 1 e flits lang 1 Foutmelding CV-ketel De ketel geeft via OpenTherm aan de EcoClimate Hybride door dat de CV-ketel een foutmelding heeft. Remedie: los de storing op en reset de CV-ketel. Mogelijke storingen kunnen zijn: te lage waterdruk, geen gasdruk. Verder wordt verwezen naar de handleiding van de CV-ketel. Als de CV-ketel een storingscode doorgeeft via OpenTherm kan deze uitgelezen worden onder parameter P87. 2 e flits lang 2 Communicatieprobleem met de OpenTherm CV-ketel Controleer of de kabel tussen de OpenTherm CV-ketel en de EcoClimate Hybride-print goed is aangesloten. Mogelijk is bij de aansluitkroonsteen van de ketel de keuze tussen aan/uit of OpenTherm verkeerd aangesloten. Ook kan het zijn dat er een instelling in het menu van de ketel naar OT worden gewijzigd. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de CV-ketel. Controleer of CV-ketel een OpenTherm aansluiting heeft. Het kan zijn dat de OpenTherm implementatie van de CV-ketel niet compatibel is met die van de EcoClimate Hybride. In dit geval kan men de CV-ketel via een aan/uit contact aansturen. Zie schema K2, K4, K6 enz. 3 e flits lang - Communicatieprobleem met OpenTherm thermostaat Controleer of het display van de thermostaat oplicht; dit is een aanduiding dat er wel voeding is. Reset eventueel de EcoClimate Hybride door de 230V stekker uit het stopcontact te nemen en er weer in te steken. Controleer of de kabel tussen de thermostaat en EcoClimate Hybride in orde is, sluit hiervoor de thermostaat aan via een kort kabeltje direct aan op de EcoClimate Hybride. 4 e flits lang 64 Communicatieprobleem met IntesisBox en Toshiba-print Controleer kabel tussen de EcoClimate Hybride-print en de IntesisBox. De kabelvolgorde op de EcoClimate Hybride-print is van links naar rechts: Niets-Oranje-Wit (gezien vanaf de voorzijde). Controleer of het schakelaartje vooraan op de EcoClimate Hybride-print op run staat. 5 e flits lang 128 Toshiba-print heeft een storing De EcoClimate Hybride krijgt van de Toshiba een foutmelding. Deze storing kan tijdelijk voorkomen bij het opstarten van de EcoClimate Hybride. Na maximaal 15 minuten verdwijnt deze dan automatisch. De foutmelding kan uitgelezen worden onder parameter P86. Zie hoofdstuk 11.1 voor de storingscodes. 38

39 6 e flits lang 32 Debiet-storing De EcoClimate Hybride registreert een debietstoring (flowschakelaar in de EcoClimate Hybride wordt niet gemaakt terwijl de circulatiepomp wel wordt aangestuurd). - Controleer of de afsluiters van de EcoClimate Hybride en het CV-systeem open staan. - Controleer of alle radiatoren en/of vloerverwarmingsgroepen openstaan - Controleer ook of de EcoClimate Hybride ontlucht is en of de circulatiepomp in de EcoClimate Hybride draait. - Controleer of het filter in de EcoClimate Hybride schoon is. Het filter is aangesloten op de onderste aansluiting van de warmtewisselaar in de EcoClimate Hybride. - Als deze storing voorkomt zodra de CV-ketel wordt ingeschakeld moeten de circulatiepompen beter op elkaar worden afgesteld, zie hiervoor hoofdstuk 7. - Controleer indien nodig ook of de debietschakelaar vrij kan bewegen. 7 e flits lang 8 Sensor fout: NTC1 De meegeleverde temperatuursensor voor de retour (NTC1) geeft een storing. - Controleer of deze goed is aangesloten op de groene stekker. - Controleer de sensor. 8 e flits lang 16 (Extra) buitenvoeler storing De extra buitenvoeler is actief als dipswitch B1 op ON staat. Als dipswitch B1 op OFF staat, komt er nooit een buitenvoelerstoring. 9 e flits lang 4 Sensor fout: NTC2 De meegeleverde temperatuursensor voor de aanvoer (NTC2) geeft een storing. Controleer of deze goed is aangesloten op de groene stekker. Vervang anders de sensor. Storingscode Omschrijving 11.1 Storingscodes Toshiba-print Als de EcoClimate Hybride aangeeft dat de Toshiba-print een storing heeft, kan de storingscode worden uitgelezen via parameter P86 op de thermostaat. 68 Communicatieprobleem tussen binnenunit en buitenunit - Controleer 4 aderige kabel tussen de EcoClimate Hybride en de buitenunit - Fase en Nul mogen niet verwisseld zijn 97 Sensor fout: TCJ (binnenunit) - Controleer of de TJC-sensor juist is aangesloten op connector CN102 van de Toshiba-print 98 Sensor fout: TC2 (binnenunit) - Controleer of de TJC-sensor juist is aangesloten op connector CN101 van de Toshiba-print 104 Sensor fout: TO (buitenunit) - Controleer of de TO-sensor in de buitenunit juist is aangesloten 106 Sensor fout: TA (binnen-unit) - Controleer de zwarte brug op connector CN104 van de Toshiba- print - Zwarte brug dient een weerstandswaarde van 12,5 kω te hebben 225 Sensor fout: Witte brug (binnenunit) - Controleer of de witte brug juist is aangesloten op connector CN076 van de Toshibaprint 234 Sensor fout: Grijze brug (binnenunit) - Controleer of de witte brug juist is aangesloten op connector CN030FS van de Toshibaprint 255 Communicatieprobleem tussen IntesisBox en Toshiba-print (binnenunit) - Deze storing kan voorkomen bij het opstarten van de EcoClimate Hybride. De storing verdwijnt na maximaal 15 minuten ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 39

40 Vervolg 11. Storingsmelding van de EcoClimate Hybride 11.2 Storingsmelding van de circulatiepomp Als er in de circulatiepomp een storing optreedt, wordt deze weergegeven op de circulatiepomp zelf. Deze doet dat door te knipperen of van kleur te veranderen. Onderstaand zijn de verschillende combinaties met betekenis en mogelijke oplossing. Tabel 11.3 Led kleur Betekenis Oorzaak Oplossing Groen Pomp draait normaal Groen knipperend Ontluchtingsroutine actief Pomp draait gedurende 10 minuten in ontluchtingsroutine. Hierna dient de pomp ingesteld te worden op het gewenste werkpunt Rood/groen Abnormale situatie. Pomp werkt, maar staat in beveiligingsmodus Verkeerd voltage Oververhitting Controleer de voeding Controleer de water- en omgevingstemperatuur Rood knipperend Pomp is gestopt Pomp kan zichzelf niet herstarten vanwege continue storing Vervang de pomp Geen LED Geen voeding De EcoClimate Hybride regeling heeft de pomp niet ingeschakeld LED is beschadigd Elektronica is beschadigd Controleer de voedingskabel Controleer of de pomp draait Vervang de pomp De LED is te zien op de circulatiepomp om de rode knop heen. In Figuur 11.1 is dit weergegeven. Figuur

41 12. Onderhoud Om een langdurig probleemloos functioneren van het warmtepompsysteem te garanderen, dienen de volgende controles en/of onderhoudsacties te worden uitgevoerd. Alle acties dienen te worden uitgevoerd door een door BUVA geautoriseerde installateur. Jaarlijkse controle van: Vuilfilter in de binnenunit. Reinig zo nodig de filter. Druk in het CV-systeem. Vul zo nodig het systeem bij. Ventilator in de buitenunit. Reinig zo nodig de ventilator. Koppelingen koudemiddelleidingen op sporen van lekkage. Functionaliteit van de warmtepomp. Hiervoor kunnen de stappen van de inbedrijfstelling gebruikt worden. 13. Garantie en service BUVA verleent op haar warmtepompen een standaard garantie. Voor hulp bij het oplossen van storingen is de service van BUVA voor installatiebedrijven zeven dagen per week bereikbaar tijdens kantoortijden Standaard garantie BUVA verleent op de EcoClimate Hybride warmtepomp twee jaar volledige garantie op goede werking en aanvullend drie jaar op onderdelen. Hiervoor dient wel aan de volgende voorwaarden te zijn voldaan. Het systeem is geïnstalleerd volgens de richtlijnen in deze Installatiehandleiding en de installatievideo op Het systeem is geïnstalleerd door een erkend installatiebedrijf. De warmtepomp is door een daarvoor bevoegd bedrijf volgens het protocol van BUVA in bedrijf gesteld (zie hoofdstuk Inbedrijfstelling). Het warmtepompsysteem wordt gebruikt en onderhouden op de in de handleidingen gemelde wijze. Bij de inbedrijfstelling is een opleverprotocol opgemaakt dat ter goedkeuring aan BUVA wordt overhandigd of g d. Vul het opleverrapport in en stuur hiervan een getekende kopie naar BUVA. Dit kan eventueel via naar buva.nl Niet opsturen van het opleveringsrapport betekent dat er geen garantie verleend wordt Service en storingsmelding Bij een storing die niet door de eindgebruiker opgeheven kan worden, dient de installateur of het bedrijf waarmee een servicecontract is afgesloten in eerste instantie te worden benaderd. Deze zal in de meeste gevallen de storing kunnen verhelpen. Kan de storing door hen niet verholpen worden, dan kan dit bedrijf contact opnemen met BUVA. ECOCLIMATE HYBRIDE TECHNISCHE BROCHURE 41

42 14. Onderdelen en artikelnummer 42