Etikettering: weet wat je eet.

Transcriptie

1 Etikettering: weet wat je eet. IO: Etikettering: weet wat je eet. Klas: 3 STW Naam:

2 Inhoud Deelopdracht 1: Wat onthult een verpakking? Opdracht 1: analyse van verpakkingen Opdracht 2: Wat zijn E nummers? Deelopdracht 2: Recycleren en sorteren. Opdracht 1: Recycleren Opdracht 2 : Kwartetspel: correct sorteren Deelopdracht 3: Koekjes maken Opdracht 1: receptenstudie Opdracht 2: uitvoeren recept + waarnemen Opdracht 3: besluitvorming Opdracht 4: zelfreflectie Deelopdracht 4: Campagne Opdracht 1: ontwerpen reclameposter Opdracht 2: ontwerpen verkoopsetiket met logo 2

3 Etikettering: weet wat je eet. Opdrachtomschrijving Tegenwoordig zit bijna ieder voedingsmiddel in een verpakking en beschikt het over een etiket maar wat staat daar eigenlijk allemaal op vermeld? Weten jullie wat er verplicht moet op staan vermeld? Wat E nummers zijn? En claims? Hoe kunnen we de verpakkingen op een milieubewuste manier sorteren? In deze opdracht gaan we op wetenschappelijk onderzoek naar wat er nu allemaal terug te vinden is op een verpakking en wat deze verschillende woorden en pictogrammen betekenen. Daarnaast maken we koekjes en ontwerpen we zelf ook een nieuwe verpakking voor koekjes die voldoet aan de wetgeving om deze te verkopen ten voordele van de schoolreis. Doelgroep Leerlingen 3 STW Leerkrachten Overzicht deelopdrachten Week 1 Deelopdracht 1: Wat onthult een verpakking? Opdracht 1: analyse van verpakkingen Opdracht 2: Wat zijn E nummers? Deelopdracht 2: Recycleren en sorteren. Opdracht 1: Recycleren Opdracht 2 : Kwartetspel: correct sorteren 3

4 Week 2 Deelopdracht 4: Koekjes maken Opdracht 1: receptenstudie Opdracht 2: uitvoeren recept + waarnemen Opdracht 3: besluitvorming Opdracht 4: zelfreflectie Week 3 Deelopdracht 5: Campagne Opdracht 1: ontwerpen reclameposter Opdracht 2: ontwerpen etiket met logo 4

5 Deelopdracht 1: Wat onthult een verpakking? Opdrachtomschrijving In deze deelopdracht gaan we opzoek naar wat er nu allemaal is terug te vinden op een verpakking. Competenties en competentiedoelen C1 Binnen een welomschreven opdracht sociaalwetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken Hoe gaan we te werk? WEEK 1 Opdracht 1: Wat onthult een verpakking Vul de onderzoeksfiche aan. Dien deze opdracht in bij de leerkracht voeding Klasorganisatie Groepswerk: per twee leerlingen Computerlokaal Benodigdheden WEEK 1 Schrijfgerei Computer/ ipad verpakkingen 5

6 Wat moet je kennen na deze deelopdracht? Wat kan je allemaal terug vinden op een verpakkingen en wat betekent het? Evaluatie De leerkracht zal jullie opdrachtenfiche verbeteren, quoteren en deze teruggeven in week 2. 6

7 Opdracht 1: analyse van verpakkingen. Onderzoek per 2 leerlingen de 3 verpakkingen die je hebt gekregen van de leerkracht en vul onderstaande lijst zo goed mogelijk aan. Wat vind je allemaal terug op je verpakkingen? Wat denk je dat verplicht is en wat niet? Onderlijn wat verplicht is met een groene balpen. Wij onderzoeken de verpakkingen: 1. Bv: houdbaarheidsdatum Vul aan en verbeter bovenstaande opdracht met behulp van het internet. Noteer de gebruikte bronnen hieronder. Bronnen 7

8 Los dit kruiswoordraadsel op. Tip: Sommige bovenstaande woorden zijn een antwoord in dit kruiswoordraadsel. Horizontaal 2. Het hergebruiken van producten 3. Hoeveelheid energie en voedingstoffen die het product bevat per 100 g of 100 ml 5. Geeft aan hoelang een product houdbaar is 7. Omhullingen van voedsel die na gebruik over het algemeen worden weggegooid 9. De plaats waar het product gemaakt is Verticaal 1. Een opsomming van alle ingrediënten aanwezig in het product 4. Naam en adres van de verantwoordelijke 6. De manier waarop een product moet worden klaargemaakt 8. synoniem van label 8

9 Bekijk nu de verpakking van volgende koeken en noteer al hun grondstoffen. De verpakkingen kan je van voor in de klas terugvinden. Prince Fouré Chocolade (LU) Lotus Luikse wafel 50g In koeken zitten basisgrondstoffen en hulpgrondstoffen die je kan afleiden uit de verpakking. Probeer nu van elke soort chocolade de basis en de hulpstoffen te onderscheiden. Basisgrondstoffen: dit zijn de belangrijkste grondstoffen om een voedingsmiddel te maken. Deze zijn meestal in een grote hoeveelheid aanwezig in het product. Hulpgrondstoffen: deze stoffen kunnen gezien worden als een extraatje in de voedingsmiddelen. Ze zijn niet essentieel maar bieden wel voordelen aan het product. Bv: bewaarmiddel, kleurstoffen, smaak, 9

10 Basisgrondstoffen Prince Fouré Chocolade (LU) Lotus Luikse wafel 50g Hulpgrondstoffen 10

11 Opdracht 2: Wat zijn E nummers? Bekijk het filmpje ( en los volgende vragen op ivm E nummers. 1. Wat doen ammonia? 2. Uit was bestaat roze slijm? 3. Wat zijn E nummers? 4. Wie is verantwoordelijk voor de wetgeving rond E nummers? 5. Sinds wanneer bestaat er een wetgeving rond E nummers? 6. Wat is E 102 en in welk voedingsmiddel vind je dit E nummer terug? 7. Wat zijn de nadelen? 8. Geef een ander woord voor E Geef drie voedingsmiddelen waarin je E 621 kan terugvinden. 10. Welke gevaren brengt E 621 met zich mee? 11. Geef twee manieren hoe producten E nummers proberen te omzeilen. 12. Wat is het gevaar van E nummers omzeilen? 11

12 13. Ga nu zelf opzoek naar drie E nummers op een verpakking en zoek op het internet hun volledige naam en functie op. 14. Heeft dit filmpje ervoor gezorgd dat jullie nu waakzamer zullen zijn voor E nummers bij het kopen van voedingsmiddelen? Waarom wel / niet? 12

13 Deelopdracht 2: Recycleren en sorteren. Opdrachtomschrijving In deze deelopdracht gaan we opzoek naar welke pictogrammen voor wat staan op een verpakking. Hoe ze je verder helpen om correct te recycleren en sorteren. Competenties C1 Binnen een welomschreven opdracht sociaalwetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken Hoe gaan we te werk? WEEK 1 Opdracht 1: recycleren Opdracht 2: Kwartetspel: correct sorteren Klasorganisatie Opdracht 1: per 2 leerlingen Opdracht 2:Klassikaal Benodigdheden WEEK 1 Schrijfgerei Kwartetspel Computer/ ipad verpakkingen 13

14 Wat moet je kennen na deze deelopdracht? Wat kan je allemaal terug vinden op een verpakkingen ivm recycleren en hoe sorteer je correct? Evaluatie De antwoorden van opdracht 1: recycleren worden ingediend op het einde van de les. 14

15 Opdracht 1: Recycleren Ga op het internet opzoek naar de betekenis van volgende pictogrammen, de naam, het pictogram zelf of een voorbeeld hiervan en vul onderstaande lijst aan. Pictogram: Naam: Beschrijving: Voorbeeld: Pictogram: Naam: Statiegeld Beschrijving: Voorbeeld: Pictogram: Naam: mannetje met vuilnisbak Beschrijving: Voorbeeld: Pictogram: Naam: Vrijstelling van ecotaks1 Beschrijving: Dit wil zeggen dat het product vrijgesteld is van ecotaks, maar wil niet noodzakelijk zeggen dat het milieuvriendelijk is. De vrijstelling is bekomen doordat de producent zich ertoe verbonden heeft producten te recycleren. Voorbeeld: 1 energiebelasting voor gebruik van elektriciteit en aardgas; gericht op regulering van het gebruik en behoud van het milieu. ( 15

16 Pictogram: Naam: Onderworpen aan ecotaks Beschrijving: Voorbeeld: batterijen Pictogram: Naam: Deze pictogrammen duiden aan uit welk soort plastic het materiaal vervaardigd is. Het cijfer in de driehoek verwijst naar de plasticsoort: 1 = PET, 2 = HDPE, 3 = PVC, 4 = LDPE, 5 = PP, 6 = PS, 7 = Andere Pictogram: Voorbeeld: Naam: Beschrijving: Voorbeeld: 16

17 Benodigdheden Doel Kwartetspel ( 48 kaarten) 4 PMD zakken 4 vuilnisbakken 4 kartonnen dozen 4 glasbakken 4 compostbakken Opdracht 2: kwartetspel: correct sorteren Verzamel zo veel mogelijk setjes van vier kaarten, de kwartetten. Door goed op te letten bij andere beurten kun je achterhalen wie welke kwartetkaarten heeft. Degene met de meeste kwartetten wint. Opgelet: je kan een extra punt verdienen als je bij het maken van een kwartet het afval (kwartet) in de juiste vuilbak kan gooien. Voorbereiding Alle kaarten worden onder de spelers verdeeld. Het kan zijn dat sommige spelers meer kaarten hebben dan andere spelers. De kaarten neem je in je hand en laat je niet aan de andere spelers zien. Het spel Een willekeurige speler begint. Als je aan de beurt bent, vraag je aan één van de andere spelers een kaart die je niet hebt. Dit moet dan wel een kaart zijn van een kwartet waarvan je zelf minimaal een kaart in je hand hebt. Noem de kleur van het kwartet en vraag naar de kaart die je wilt hebben. Als de speler die kaart heeft, dan moet hij deze aan je afgeven en mag je doorgaan met kaarten vragen. Dit mag aan dezelfde of een andere speler. Als je een setje van vier kaarten hebt, roep je 'Kwartet!' en leg je de vier bij elkaar horende kaarten voor je neer op tafel. Heeft de speler de gevraagde kaart niet, dan is je beurt voorbij en is de speler aan wie je het laatst een kaart vroeg aan de beurt. Het spel is afgelopen als alle kwartetten compleet zijn en deze verdeeld zijn over de juiste vuilnisbakken. 17

18 Bronnen _p5_Watmoeterophetetiket_nl.pdf chocoladesmaak.aspx