General information of the questionnaire

Transcriptie

1 General information of the questionnaire Name questionnaire: First Year Inventory Original author: Baranek, Watson, Crais, & Reznick Translated by: Meirsschaut, Dereu, Warreyn, & Roeyers Date version: 2006 Language: Nederlands

2 First Year Inventory FYI Vragenlijst voor éénjarigen Version by Baranek, Watson, Crais, & Reznick The University of North Carolina at Chapel Hill Versie 2.0 Nederlandse vertaling 2006 door Meirsschaut, Dereu, Warreyn & Roeyers Universiteit Gent Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen GEEN TWEE BABY S ZIJN GELIJK. Wij zijn geïnteresseerd in een aantal van de gedragingen die uw baby uniek maken. Er zijn geen juiste of foute antwoorden op deze vragen. Het zijn enkel beschrijvingen van de reeks gedragingen die we terugvinden bij kinderen van één jaar oud. Gelieve elke vraag te beantwoorden zoals die van toepassing is op uw baby binnen de week voor of na uw baby s eerste verjaardag. Beantwoord a.u.b. elke vraag en geef het meest accurate antwoord dat u kan geven. Nogmaals, we zijn niet op zoek naar een bepaald antwoord. We willen enkel weten hoe uw baby zich gedraagt en reageert op verscheidene manieren. Invuldatum: / / Geboortedatum van de baby: / / Baby was uitgerekend voor: / / Geslacht van de baby: jongen meisje Plaats in de kinderrij: van kinderen Geboortegewicht van de baby: Moeder van de baby: Nationaliteit: Land van herkomst: Hoogst behaalde diploma: Vader van de baby: Nationaliteit: Land van herkomst: Hoogst behaalde diploma: Deze vragenlijst werd ingevuld door (één aankruisen): Moeder Vader Beiden Ander (specifieer):

3 Voor de volgende vragen, kruis het ENE VAKJE aan dat best beschrijft hoe vaak dit gedrag voorkomt nooit, zelden, soms of vaak. nooit zelden soms vaak 1. Draait uw baby zich om naar u te kijken wanneer u uw baby s naam zegt? 2. Lijkt uw baby last te hebben van luide geluiden? 3. Lijkt uw baby overgevoelig voor uw aanraking (bijvoorbeeld, zich druk maken of zich wegtrekken wanneer u hem/haar aanraakt)? 4. Wordt uw baby opgewonden tijdens bekende spelletjes zoals Ik ga je pakken omdat hij/zij weet wat er daarna zal gebeuren? 5. Lijkt uw baby problemen te hebben met het gehoor? 6. Wanneer u en uw baby naar elkaar gericht zijn, draait uw baby zijn/haar ogen dan weg om niet naar u te moeten kijken? 7. Kijkt uw baby naar uw gezicht om zich op zijn/haar gemak te voelen in nieuwe of vreemde situaties? 8. Negeert uw baby luide of schrikwekkende geluiden? 9. Spuwt uw baby voedsel met een bepaalde textuur uit, zoals klonterige stukjes of brokjes? 10. Wanneer u naar iets interessants wijst, draait uw baby zich dan om ernaar te kijken? 11. Is uw baby op zijn/haar gemak als hij/zij voor een uur of langer alleen speelt? 12. Kijkt uw baby naar mensen wanneer ze beginnen te praten, ook al praten ze niet rechtstreeks tegen uw baby? 13. Wiegt uw baby zijn/haar lichaam steeds opnieuw? 14. Kijkt uw baby op tijdens het spelen met een favoriet stuk speelgoed wanneer u hem/haar een ander stuk speelgoed toont? 15. Raakt uw baby overstuur wanneer u hem/haar laat overschakelen van één activiteit naar een andere? 16. Is het gemakkelijk om uw baby s gelaatsuitdrukkingen te begrijpen? 17. Drukt uw baby zijn/haar gezicht, hoofd of lichaam krachtig tegen mensen of meubilair? 18. Glimlacht uw baby wanneer hij/zij naar u kijkt? 19. Tracht uw baby uw aandacht te krijgen om u iets interessants te tonen? 20. Tracht uw baby uw aandacht te krijgen om spelletjes zoals kiekeboe te spelen? 21. Tracht uw baby uw aandacht te krijgen om een favoriet stuk speelgoed of eten te krijgen? 22. Tracht uw baby uw aandacht te krijgen om fysieke spelletjes te spelen, zoals rondgezwierd, gekieteld of in de lucht gestoken te worden? 23. Wanneer uw baby wakker is en u hem/haar oppakt, voelt uw baby s lichaam dan los of slap aan? 24. Imiteert of bootst uw baby u na wanneer u klanken of geluiden met uw mond maakt? 25. Imiteert of bootst uw baby uw bewegingen na, zoals uw tong uitsteken, in uw handen klappen, of met uw hoofd schudden? 26. Imiteert of bootst uw baby u na wanneer u iets doet met een stuk speelgoed of een voorwerp, zoals schudden met een rammelaar of met een lepel op de tafel slaan? 27. Is het moeilijk om uw baby te kalmeren eens hij/zij overstuur raakt? 28. Zijn uw baby s slaap- en waakpatronen regelmatig van dag tot dag? 29. Tracht uw baby uw aandacht te krijgen door geluiden te maken en tegelijkertijd naar u te kijken? 30. Blijft uw baby vasthangen in het steeds opnieuw doen van een eenvoudige activiteit? 31. Lijkt uw baby geïnteresseerd te zijn in andere baby s van zijn/haar leeftijd? 32. Brabbelt uw baby door geluiden samen te voegen, zoals ba-ba, me-me-me, of ba-ga-da? 33. Vindt uw baby het leuk om lange tijd naar een fel licht te staren? 34. Gebruikt uw baby gebaren zoals armen opheffen om opgepakt te worden, het hoofd schudden, of dag zwaaien? 35. Wanneer u zegt: Waar is (een vertrouwde persoon of voorwerp)? zonder te wijzen of te tonen, zal uw baby dan kijken naar de genoemde persoon of het genoemde voorwerp? 36. Gebruikt uw baby de wijsvinger en de top van de duim om een zeer klein voorwerp op te pakken, zoals een rozijn of een stukje cornflakes? 37. Lijkt uw baby te blijven vasthangen in het spelen met een deel van een stuk speelgoed (zoals een oogbol, strookje, wiel of etiket), in plaats van het volledige stuk speelgoed? 38. Communiceert uw baby met u door zijn/haar vinger te gebruiken om naar voorwerpen of prenten te wijzen? 39. Heeft u het gevoel dat uw baby nu minder met u speelt of communiceert dan in het verleden? 40. Richt uw baby zijn/haar beide ogen naar een voorwerp wanneer hij/zij er naar kijkt? 41. Zijn uw baby s voedingspatronen regelmatig van dag tot dag? 42. Vindt uw baby het leuk om lange tijd te wrijven of krabben op speelgoed of voorwerpen? 43. Lijkt uw baby met zijn/haar lichaam vast te komen zitten in een positie of houding waar men moeilijk uitgeraakt? 44. Vindt uw baby het leuk om voorwerpen steeds weer op dezelfde manier snel te laten draaien? 45. Vindt uw baby het leuk om voor lange periodes steeds opnieuw met de voetjes te schoppen tijdens het neerliggen. 46. Staart uw baby naar zijn/haar vingers terwijl hij/zij ze voor zijn/haar ogen beweegt?

4 Gelieve voor de volgende vragen het ENE ANTWOORD te omcirkelen dat het best uw baby beschrijft. 47. Welke van de volgende beschrijft het best het typische spelgedrag van uw baby met zijn/haar favoriete speelgoed? a. Gebruikt het speelgoed altijd op min of meer dezelfde manier. b. Vindt nu en dan een nieuwe manier om met het speelgoed te spelen. c. Probeert vaak nieuwe manieren uit om met het speelgoed te spelen. 48. Welke van de volgende beschrijft uw baby s interesse in speelgoed op een gewone dag? a. Speelt meestal met één of twee bijzondere stukken speelgoed. b. Speelt met een klein aantal stukken speelgoed (3-5). c. Speelt met een groot aantal stukken speelgoed (6 of meer). 49. Wanneer u een nieuw spelletje voorstelt aan uw baby (kiekeboe, zo groot, handjes draaien, enz.), hoe reageert uw baby dan? a. Doet bijna altijd onmiddellijk mee zonder enige hulp. b. Doet gewoonlijk mee, met weinig hulp. c. Doet enkel mee met veel hulp. d. Lijkt niet erg geïnteresseerd in nieuwe babyspelletjes. 50. Wat moet u gewoonlijk doen om uw baby te doen opkijken wanneer hij/zij met een favoriet stuk speelgoed aan het spelen is? a. Hem/haar gewoon een ander stuk speelgoed tonen. b. Het ander stuk speelgoed bewegen, schudden, of er een geluid mee maken. c. Het favoriete stuk speelgoed wegnemen en uw baby het andere stuk speelgoed geven. 51. Hoe reageert uw baby gewoonlijk op enigszins pijnlijke ervaringen, zoals zijn/haar hoofd stoten? a. Lijkt het niet te merken. b. Reageert een beetje maar raakt er snel overheen. c. Lijkt er gevoelig of huilt lange tijd. 52. Wat moet u gewoonlijk doen opdat uw baby zich naar u toe zou draaien? a. Gewoon uw baby s naam zeggen. b. Uw baby s naam verschillende keren zeggen. c. Uw baby s naam luid zeggen of andere middelen gebruiken, zoals klappen. d. Uw baby doet dit nog niet. 53. Wat moet u gewoonlijk doen opdat uw baby naar u zou lachen of glimlachen? a. Glimlachen en lachen is voldoende. b. Gewoonlijk is het nodig om hem/haar aan te raken en te kietelen. c. Gewoonlijk is het nodig om hem/haar rond te zwieren of paardje te laten rijden. d. Uw baby doet dit nog niet. 54. Hoeveel uren slaapt uw baby tijdens een gewone nacht? a. 12 of meer. b c d. 7 of minder. 55. Hoeveel keer wordt uw baby wakker tijdens een gewone nacht? a. 0 keer. b. 1-2 keer. c. 3 keer of meer. 56. Welke van de volgende beschrijft het best uw baby s vaardigheidsniveau? a. Stapt zelfstandig. b. Stapt wanneer hij/zij aan de hand(en) wordt vastgehouden, wanneer hij/zij zich kan vasthouden aan een loopwagentje of aan meubilair. c. Trekt zich op om te staan maar stapt nog niet. d. Trekt zich nog niet op om te staan. 57. Welke van de volgende beschrijft het best een normale dag van uw baby? a. Raakt bijna nooit overstuur? b. Raakt 1-3 keer overstuur en moet dan gekalmeerd worden. c. Raakt 4-6 keer overstuur en moet dan gekalmeerd worden. d. Raakt meer dan 6 keer overstuur en moet dan gekalmeerd worden. 58. Wanneer u een spelletje start door een geluid dat uw baby maakt na te bootsen of te imiteren, wat doet uw baby dan gewoonlijk? a. Lijkt het geluid niet op te merken. b. Kijkt naar u, maar maakt het geluid niet. c. Kijkt naar u en maakt het geluid. d. Speelt het spelletje door het geluid meerdere keren te maken.

5 59. Wanneer uw baby wakker en niet aan het eten is, houdt uw baby dan een stuk speelgoed of een voorwerp in zijn/haar mond? a. Houdt bijna nooit een stuk speelgoed of een voorwerp in zijn/haar mond. b. Houdt soms een stuk speelgoed of een voorwerp in zijn/haar mond. c. Houdt vaak een stuk speelgoed of een voorwerp in zijn/haar mond. d. Houdt bijna altijd een stuk speelgoed of een voorwerp in zijn/haar mond. 60. Welke van de volgende beschrijft het best de manier waarop uw baby zijn/haar ogen en handen coördineert tijdens het spelen met een stuk speelgoed? a. Kijkt bijna altijd naar het stuk speelgoed waar hij/zij fysiek mee bezig is. b. Kijkt soms naar het stuk speelgoed waar hij/zij fysiek mee bezig is. c. Kijkt zelden naar het stuk speelgoed waar hij/zij fysiek mee bezig is. d. Kijkt bijna nooit naar het stuk speelgoed waar hij/zij fysiek mee bezig is. 61. Gelieve hieronder alle klanken te omcirkelen die u uw baby hebt horen gebruiken tijdens het brabbelen, het gebruiken van bijna-woorden of woorden. p b t d k g m n w ch h s 62. Maakt u of iemand anders (grootouders, arts, kinderoppas) zich zorgen over de ontwikkeling van uw baby op één of ander domein? Indien ja, gelieve deze hieronder te beschrijven. 63. Heeft uw baby ongewone fysieke of medische kenmerken? Indien ja, gelieve deze hieronder te beschrijven. Bedankt om de tijd te nemen om deze vragenlijst in te vullen. De informatie die u ons hebt gegeven over uw baby zal ons helpen om beter te begrijpen hoe baby s van elkaar verschillen, en zal ons helpen bij het adviseren van ouders die zich zorgen maken over de ontwikkeling van hun baby. Gelieve de vragenlijst aan ons terug te bezorgen in de bijgeleverde, geadresseerde omslag.