VAK : : Nederlands METHODE : Nieuw Nederlands 5-de editie KLAS: : 3 NIVEAU : KADER CONTACTUREN PER WEEK 3 X 50 MINUTEN PER WEEK STUDIEJAAR :

Transcriptie

1 PROGRAMMA VAN TOETSING EN AFSLUITING VA : : Nerlands METODE : Nieuw Nerlands 5- editie LAS: : 3 NIVEAU : ADER CONTACTUREN PER WEE 3 X MINUTEN PER WEE UDIEJAAR : P Perio en datum SE C Co van B bron EEN Wat moet leerling kennen? (ennis) Fictie Boek De leerling kent inhoud van een fictiewerk en kent een aantal literaire begrippen. SO Schrijven zakelijke De leerling weet waaraan een zakelijke moet voldoen. UEN Wat moet leerling kunnen? (Vaardighen) Fictie Boek De leerling kan een fictiewerk duin met behulp van een aantal literaire begrippen. SO Schrijven zakelijke De leerling kan een zakelijke erndoel Eindtermen 8 7 V Vorm van D Duur van W Wegin g van er kans baar SO Spelling en Grammatica De leerling kent leestekens en tegenwoordige en verlen tijd. SO Spelling en Grammatica De leerling kan leestekens gebruiken en werkwoorn vervoegen. PW Lezen en De leerling weet met betrekking tot een tekst wat hoofdzaken, hoofgedachte, tekstdoel en publiek zijn. PW Lezen en De leerling met betrekking tot een tekst hoofdzaak, hoofdgedachte, tekstdoel en publiek bepalen. SO Schrijven oofdstuk De leerling weet waaraan een zakelijke brief moet voldoen. SO Schrijven oofdstuk De leerling kan een zakelijke brief 7

2 SE PW Woornschat en De leerling weet wat synoniemen zijn en wat figuurlijk taalgebruik is. De leerling weet betekenissen. SO Spelling en Grammatica De leerling kent regels voor tussenletter en het voltooid elwoord. Presentatie De leerling weet aan welke eisen een goe presentatie voldoet. PW Woornschat en De leerling kan betekenis geven van aangebon woorn en uitdrukkingen. SO Spelling en Grammatica De leerling kan tussenletter en het voltooid elwoord juist gebruiken. Prsentatie De leerling kan een goe presentatie geven. 5 MT 5 SO Spelling en Grammatica 3 De leerling weet wat samengestel zinnen zijn. SO Spelling en Grammatica 3 De leerling herkent een samengestel zin. PW Lezen 3 en 4 De leerling kent en herkent verbann aan hun signaalwoorn. PW Lezen 3 en 4 De leerling kan in een tekst verbann aangeven midls signaalwoorn. SE De leerling kent inhoud van een ficitewerk en een aantal literiaire begrippen. De leerling weet hoe rubric werkt. SO Schrijven 4 De leerling kent conventies van een De leerling kan een fictiewerk duin door midl van een verslag. De leerling kan zijn eigen werk beoorlen met rubric. SO Schrijven 4 De leerling kan een verslag schrijven 8 7 o/v/ g

3 verslag. dat aan eisen voldoet. PW Woornschat 3 en 4 De leerling kent officieel taalgebruik, synoniemen en homoniemen PW Woornschat 3 en 4 De leerling kan officieel taalgebruik, synoniemen en homoniemen hanteren. SO Spelling en Grammatica 5 De leerling kent verschillen meervoun. SO Spelling en Grammatica 5 De leerling kan meervoun foutloos SE De leerling kent inhoud van een ficitewerk en een aantal literiaire begrippen. PW Lezen 5 en 6 De leerling weet wat mening, argument, conclusie, opmaak en beeld zijn. De leerling kan een fictiewerk duin door midl van een verslag. IJ/zij maakt een verwerking. PW Lezen 5 en 6 De leerling kan mening, argument en conclusie herkennen. ij weet door welke opmaakmidlen het beeld van een tekst bepaald wordt. 8 o/v/ g PW Woornschat 5 en 6 De leerling kent overdrijvingen, unrstatements, uitdrukkingen en synoniemen. PW Woornschat 5 en 6 De leerling kan overdrijvingen, unrstatements, uitdrukkingen en synoniemen duin. SO Spelling en Grammatica 6 De leerling kent samenstellingen en werkwoordvervoegingen. SO Spelling en grammatica 6 De leerling schrijft samenstellingen aan elkaar en kan werkwoorn

4 vervoegen. PW Fictie -6 De leerling kent verschillen literaire termen. PW Fictie -6 De leerling kan een literair werk duin en interpreteren. 8 TOELICTING OP ET PROGRAMMA VAN TOETS EN AFSLUITING PERIODE: CODE VAN DE TOETS: BROEN EEN: UEN: ERNDOELEN/EINDTERMEN: VORM VAN DE TOETS: DUUR VAN DE TOETS: WEGING: ERANSBAAR: Der leerjaar heeft vier kwartielen. euze van docent. oofdstuk aanduiding. Wat leerling moet kennen in ze perio. Wat leerling moet kunnen in ze perio. Exameneenhen zoals geformuleerd in het examenprogramma. = Schriftelijke, PO = Praktische opdracht, VT= Vaardigheids oelang schriftelijke duurt. oeveel keer meetelt in berekening van het gemidl SE-cijfer. ier wordt aangegeven of herkansbaar is. AANVULLENDE OPMERINGEN In het twee en het r kwartiel lezen leerlingen een twee en een r fictiewerk naar keuze. De bijbehoren verwerkingsopdracht wordt voldoen of onvoldoen beooreld.

5 BEREENING EINDCIJFER et cijfer wordt berekend volgens het voortschrijn gemidl.