Pensioenhervorming. Wat betekent dat voor het onderwijspersoneel? Welkom!

Transcriptie

1 Pensioenhervorming Wat betekent dat voor het onderwijspersoneel? Welkom!

2 Inleiding

3 Pensioenen einde van de afbraakplannen nog niet in zicht! Pensioendatum Verstrenging voorwaarden voor vervroegd uitstappen: men zal tot voorbij de leeftijd van 62 jaar moeten blijven werken in plaats van op 60 jaar met vervroegd pensioen te kunnen gaan Afschaffing diplomabonificatie Met betrekking tot pensioendatum: stapsgewijze afschaffing van de studiejaren die meetellen voor het bepalen van de pensioendatum Met betrekking tot het inkomen: afschaffing van de gratis diplomabonificatie voor de berekening van het pensioenbedrag

4 Pensioenen einde van de afbraakplannen nog niet in zicht! Omschakeling van de pensioendeler 55ste naar 60ste Onaanvaardbare contractbreuk: omschakeling kost ieder personeelslid minstens 100 euro per maand. Referentiesalaris voor berekening pensioenbedrag Het gemiddelde salaris van de laatste 10 jaar voor de pensionering gemiddeld salaris volledige loopbaan als grondslag voor berekening van het pensioenbedrag. Verlies van meer dan 250 euro per maand of als je na je pensionering nog 20 jaar leeft euro. Maatregelen in het verschiet van een nog andere ordegrootte! Onrechtvaardige beslissingen in het pensioenbeleid treffen het onderwijspersoneel in het bijzonder! Het is dan ook niet 5 voor 12, maar al veel later! Nu is de maat vol! In actie voor ons pensioen!

5 Toelichting

6 Pensioenhervormingen - wat betekent dit voor het onderwijspersoneel? Wat hebben we al moeten inleveren? Wat staat er op het spel met de zware beroepen? Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst? Zowel gevolgen voor de P-datum (het moment waarop je met pensioen mag gaan) als voor het pensioenbedrag

7 Wat hebben we al moeten inleveren?

8 Wat hebben we al moeten inleveren? 1. Verhoging van de pensioenleeftijd Wettelijke pensioenleeftijd (nu 65 jaar) wordt tegen 2030 verhoogd naar 67 jaar Vervroegd met pensioen verhoging minimumleeftijd: wordt tegen 2019 stapsgewijs opgetrokken tot 63 jaar verstrenging loopbaanvoorwaarden: in 2019 bewijzen van loopbaan van 42 jaar Concreet: wie op zijn 63ste vervroegd met pensioen wil, moet ononderbroken gewerkt hebben vanaf zijn 21 jaar.

9 Wat hebben we al moeten inleveren? Wanneer kunnen wij (vervroegd) met pensioen gaan? Normale loopbaan Uitzonderlijk lange Wettelijk loopbaan pensioen op 60 j op 61 j 2012* 60 j 5 j 65 j j 6 m 38 j 40 j 65 j j 39 j 40 j 65 j j 6 m 40 j 41 j 65 j j 40 j 42 j 41 j 65 j 2017** 62 j 6 m 41 j 43 j 42 j 65 j j 6 m 41 j 43 j 42 j 65 j j 42 j 44 j 43 j 65 j j 42 j 44 j 43 j 66 j j 42 j 44 j 43 j 67 j * : oudere regeling beslissing regering di Rupo ** 2017 e.v.: beslissing regering De Wever Michel

10 Wat hebben we al moeten inleveren? 2. Uitdoving van de diplomabonificatie Tot 1 januari 2016: volledige studieduur werd onder bepaalde voorwaarden beschouwd als deel van de loopbaan (diplomabonificatie) voordelig bij het bepalen van de loopbaanvoorwaarden + pensioenbedrag Sedert 1 januari 2016: regeling dooft uit m.b.t. bepaling pensioendatum Diplomabonificatie zal volledig verdwenen zijn voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2030 Tempo van de afschaffing De vermindering van de bonificatie gebeurt in verhouding tot de studieduur verbonden aan het diploma

11 Wat hebben we al moeten inleveren? Tabel: afbouw van diplomabonificatie Ingangsdatum pensioen Van 1 januari tot 31 december Vermindering van 4 maanden voor diploma 2 jaar of minder Vermindering van 5 maanden voor diploma meer dan 2 jaar en minder dan 4 jaar Vermindering van 6 maanden voor diploma 4 jaar of meer maanden 5 maanden 6 maanden maanden 10 maanden 12 maanden maanden 15 maanden 18 maanden maanden 20 maanden 24 maanden maanden 25 maanden 30 maanden maanden 30 maanden 36 maanden maanden 42 maanden maanden 48 maanden maanden maanden maanden maanden maanden maanden

12 Wat hebben we al moeten inleveren? 3. Referteperiode uitgebreid van laatste 5 jaar naar laatste 10 jaar Het gemiddelde salaris van de laatste 10 jaar voor het pensioen de referteperiode vormt het referentiesalaris. Het referentiesalaris bepaalt samen met de loopbaanduur het uiteindelijke pensioenbedrag. Referteperiode bedroeg aanvankelijk 5 jaar (voor personeelsleden geboren voor 1 januari 1962). De regering di Rupo heeft deze referteperiode opgetrokken tot 10 jaar.

13 Wat hebben we al moeten inleveren? Voorbeeld 1 Een onderwijzer/kleuteronderwijzer/leraar (SO, DKO, VWO) heeft recht op een pensioen van 58 % van het gemiddelde salaris en heeft een geldelijke anciënniteit van 32 jaar. Indien referteperiode laatste 5 jaren Indien referteperiode laatste 10 jaren Gemiddeld loon 4213, ,07 Bruto pensioen (58 %) 2443, ,40 Bijdrage SZ (-6,05 %) -147,84-143,59 Belastbaar 2295, ,81 Bedrijfsvoorheffing -530,80-489,18 Netto 1764, ,63 overheidspensioen Verlies 24,33 per maand

14 Wat hebben we al moeten inleveren? Voorbeeld 2 Een master heeft recht op een pensioen van 54 % van het gemiddelde salaris en heeft een geldelijke anciënniteit van 30 jaar. Indien referteperiode laatste 5 jaren Indien referteperiode laatste 10 jaren Gemiddeld loon 5342, ,53 Bruto pensioen (54 %) 2885, ,86 Bijdrage SZ (-6,05 %) -174,55-169,14 Belastbaar 2710, ,72 Bedrijfsvoorheffing -755,54-713,92 Netto 1954, ,80 overheidspensioen Verlies 42,17 per maand

15 Wat hebben we al moeten inleveren? 4. Afschaffing van de gratis diplomabonificatie voor de berekening van het pensioenbedrag Beslissing huidige federale regering: geen toekenning meer gratis diplomabonificatie m.b.t. het pensioenbedrag voor het onderwijspersoneel dat met pensioen gaat vanaf 1 januari 2019 Mogelijkheid tot afkopen studiejaren Bedrag hiervoor kan oplopen tot meerdere duizenden euro! Tijdens de overgangsperiode - tot 30 november kan er voor een beperkter bedrag (1275 euro/diplomajaar) afgekocht worden.

16 Wat hebben we al moeten inleveren? Voor het onderwijspersoneel wordt er toch nog een deel gratis toegekend. Voor de prestaties vóór 1 december 2017 wordt het aantal gepresteerde jaren gedeeld door 45. De diplomabonificatie wordt vermenigvuldigd met deze verhouding. Voorbeelden Een onderwijzer/regent is geboren op 12 mei Zijn diplomabonificatie bedraagt 24 maanden. Hij heeft bijvoorbeeld 408 maanden pensioenanciënniteit op 1 december [(24 x 408) : 540] = 18,13. Hij heeft dan 18 maanden aan verworven rechten (gratis diplomabonificatie) en kan eventueel nog 6 maanden regulariseren. Een master is geboren op 12 maart Zijn diplomabonificatie bedraagt 60 maanden. Hij heeft 51 maanden pensioenanciënniteit op 1 december [(60 x 51) : 540] = 5,66. Hij heeft 5 maanden aan verworven rechten (gratis diplomabonificatie) en kan eventueel nog 55 maanden regulariseren.

17 Wat staat er op het spel met de zware beroepen?

18 Wat staat er op het spel met de zware beroepen? 1. Pensioendeler 55ste wordt 60ste = langer werken Omschakeling pensioendeler (tantième) heeft ook invloed op de loopbaanvoorwaarden! Indien het tantième 55 ste vervangen wordt door 60 ste : langer moeten werken om aan loopbaanvoorwaarden te voldoen

19 Wat staat er op het spel met de zware beroepen? Invloed van het veranderen van de pensioendeler 55ste naar 60ste Door omschakeling van pensioendeler 55ste naar 60ste verlies je als personeelslid per jaar 18 dagen aan loopbaanvoorwaarde. Nog te presteren jaren x 18 dagen/jaar = langer werken 5 jaren 90 dagen 10 jaar 180 dagen of 6 maanden 15 jaar 270 dagen of 9 maanden 20 jaar 360 dagen of 1 jaar 25 jaar 450 dagen of 1 jaar en 3 maanden 30 jaar 540 dagen of 1 jaar en 6 maanden 35 jaar 630 dagen of 1 jaar en 9 maanden 40 jaar 720 dagen of 2 jaar 45 jaren 810 dagen of 2 jaar en 3 maanden Opmerking Sommige personeelsleden van de universiteiten hebben momenteel een pensioendeler van 1/48. Voor hen zal de overschakeling naar 1/60 een nog grotere impact hebben op de berekening van de P-datum.

20 Wat staat er op het spel met de zware beroepen? Voorbeelden wanneer onderwijs niet erkend wordt als zwaar beroep Een onderwijzer/regent zal in de toekomst 5 jaar langer moeten presteren: 3 jaar door de afschaffing van de diplomabonificatie 2 jaar door de omschakeling van de pensioendeler Een licentiaat zal 6 jaar langer moeten werken om zijn P-datum te bereiken: 4 jaar door de afschaffing van de diplomabonificatie 2 jaar door de omschakeling van de pensioendeler

21 Wat staat er op het spel met de zware beroepen? 2. Pensioendeler 55ste wordt 60ste = lager pensioen De loopbaanduur (uitgedrukt in jaren) gedeeld door 55 (onze huidige pensioendeler of tantième) vermenigvuldigd met het referentiesalaris levert het pensioenbedrag op. Als de huidige federale regering de groepen binnen onderwijs niet wil erkennen als een zwaar beroep zal de pensioendeler 60ste worden ingevoerd voor het onderwijspersoneel. Opmerking Sommige personeelsleden van de universiteiten hebben momenteel een pensioendeler van 1/48. Voor hen zal de overschakeling naar 1/60 een nog grotere impact hebben op de berekening van het pensioenbedrag.

22 Wat staat er op het spel met de zware beroepen? Voorbeeld 1 Een onderwijzer/kleuteronderwijzer/leraar-bachelor (SO, DKO, VWO) heeft 38 jaren die in aanmerking komen voor de berekening van het overheidspensioen. Beide pensioenen worden berekend op het gemiddeld salaris van de laatste 10 jaar; nl. 4213,12 euro. Indien berekening pensioendeler 1/55 Indien berekening pensioendeler 1/60 % 38/55 = 69,09 % 38/60 = 63,33 % Bruto pensioen 2910, ,17 Bijdrage SZ (-6,05 %) -176,11-161,42 Belastbaar 2734, ,75 Bedrijfsvoorheffing -772,19-647,33 Netto 1962, ,42 overheidspensioen Verlies 103,13 per maand

23 Wat staat er op het spel met de zware beroepen? Voorbeeld 2 Een leraar-master (SO, DKO, VWO) heeft 38 jaren die in aanmerking komen voor de berekening van het overheidspensioen. Beide pensioenen worden berekend op het gemiddeld salaris van de laatste 10 jaar; nl. 5342,70 euro. Indien berekening pensioendeler 1/55 Indien berekening pensioendeler 1/60 % 38/55 = 69,09 % 38/60 = 63,33 % Bruto pensioen 3691, ,53 Bijdrage SZ (-6,05 %) -223,32-204,70 Belastbaar 3467, ,83 Bedrijfsvoorheffing -1188, ,58 Netto 2279, ,25 overheidspensioen Verlies 114,09 per maand

24 Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst?

25 Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst? 1. Uitbreiding referteperiode tot ganse loopbaan en het puntensysteem Huidige federale regering: wil referteperiode optrekken tot de ganse loopbaan. Ook de minder betaalde beginjaren zullen dus meetellen! Wie zijn loopbaan eindigt in een beter bezoldigd ambt, zal dat dan nog slechts ten dele merken in zijn pensioen. Waarde van een punt afhankelijk van de economische conjunctuur op het moment dat je met pensioen gaat. Een collega die evenveel jaar gewerkt heeft, maar op een ander ogenblik met pensioen gaat, zal een hoger of lager pensioen hebben. Onbegrijpelijk!

26 Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst? Voorbeeld 1 Een onderwijzer/kleuteronderwijzer/leraar-bachelor (SO, DKO, VWO) heeft recht op een maximum pensioen van 75 % van het gemiddelde salaris en zit al minimum 10 jaar aan zijn maximum salaris (27 jaar). Indien laatste 10 jaren Indien volledige loopbaan Gemiddeld loon 4213, ,77 Bruto pensioen (75 %) 3195, ,57 Bijdrage SZ (-6,05 %) -191,17-158,84 Belastbaar 2968, ,73 Bedrijfsvoorheffing -897,04-622,36 Netto overheidspensioen 2071, ,37 Verlies 227,26 per maand

27 Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst? Voorbeeld 2 Een master heeft recht op een maximum pensioen van 75 % van het gemiddelde salaris en zit al minimum 10 jaar aan zijn maximum salaris (25 jaar). Indien laatste 10 jaren Indien volledige loopbaan Gemiddeld loon 5342, ,80 Bruto pensioen (75 %) 4007, ,35 Bijdrage SZ (-6,05 %) -242,43-208,26 Belastbaar 3764, ,09 Bedrijfsvoorheffing -1362, ,87 Netto overheidspensioen 2402, ,22 Verlies 215,37 per maand

28 Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst? 2. Combinatie van de voorliggende maatregelen Indien aanpassing van: de pensioendeler én berekening van het gemiddelde loon op de volledige loopbaan zijn de effecten bijzonder groot!

29 Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst? Voorbeeld 1 Een onderwijzer/kleuteronderwijzer/leraar-bachelor (SO, DKO, VWO) heeft 38 jaren die in aanmerking komen voor de berekening van het overheidspensioen. Indien laatste 10 jaren en pensioendeler 1/55 Gemiddeld loon 4213, ,16 % 38/55 = 69,09 % 38/60 = 63,33 % Bruto pensioen 2910, ,15 Bijdrage SZ (-6,05 %) -176,11-135,83 Belastbaar 2734, ,32 Bedrijfsvoorheffing -772,19-442,59 Indien volledige loopbaan en pensioendeler 1/60 Netto overheidspensioen 1962, ,73 Verlies 295,81 per maand

30 Wat kan er nog gebeuren in de (iets) verdere toekomst? Voorbeeld 2 Een leraar-master (SO, DKO, VWO) heeft 38 jaren die in aanmerking komen voor de berekening van het overheidspensioen. Indien laatste 10 jaren en pensioendeler 1/55 Gemiddeld loon 5342, ,36 % 38/55 = 69,09 % 38/60 = 63,33 % Bruto pensioen 3691, ,08 Bijdrage SZ (-6,05 %) -223,32-173,57 Belastbaar 3467, ,51 Bedrijfsvoorheffing -1188,61-747,22 Indien volledige loopbaan en pensioendeler 1/60 Netto overheidspensioen 2279, ,29 Verlies 331,05 per maand

31 Conclusie

32 Conclusie Het onderwijspersoneel heeft àl rake klappen moeten incasseren inzake pensioenen in het verleden: de reductie of afschaffing van de uitstapregelingen verhoging pensioenleeftijd verlaging pensioenbedrag En nog is het blijkbaar niet genoeg!

33 Conclusie dossier zware beroepen dreiging van nieuwe ingrepen in de referentiewedde verdere harmonisering met het pensioenstelsel van de privésector het pensioen op punten... kunnen nog meer klappen betekenen! Voor onderwijs is het alvast genoeg geweest. Stop het pensioengeknoei!

34 In actie voor ons pensioen! De 9 Franstalige- en Nederlandstalige onderwijsvakbonden voeren als één blok actie tijdens de pensioenbetoging op 16 mei 2018 in Brussel Verzameling om u in Koning Albert II-laan 15, 1000 Brussel, vlakbij het Noordstation aan het Ministerie van Onderwijs Vlaamse Gemeenschap, ter hoogte van de Georges Mattheusstraat Jij komt toch ook!

35 DANK MERCI DANK