Hoofdstuk 15. Alternatieve NPV-modellen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Hoofdstuk 15. Alternatieve NPV-modellen"

Transcriptie

1 Hoofdstuk 15. Alternatieve NPV-modellen Bron: Laveren E., Engelen P., Limère A. & Vandemaele S. (2002), Handboek Financieel beheer, Intersentia, 1ste druk. Inleiding Bij de beoordeling van een investeringsvoorstel dient nagegaan te worden of de kasstromen die voortvloeien uit een project de waarde van de onderneming doen toenemen. Hiertoe wordt een financiële evaluatiemethode gekozen om de waardecreatie van een investeringsproject te becijferen. Bij de behandeling van de financiële kosten verbonden aan het opnemen van schulden ter financiering van investeringen zijn er verschillende keuzemogelijkheden die elk leiden tot een verschillend kasstroombegrip. Deze verschillende kasstroomdefinities leiden tot verschillende NPVmodellen op basis waarvan de waardecreatie van een investeringsproject kan berekend worden. In dit hoofdstuk zal enerzijds een overzicht worden gegeven van de verschillende kasstroomdefinities en anderzijds een bespreking worden gehouden van de verschillende NPV-modellen die kunnen gehanteerd worden bij de beoordeling van investeringsprojecten. In afdeling 1 zullen wij aan de keuzemogelijkheden bij de behandeling van de financieringskosten en de daaruit voortvloeiende verschillende kasstroomdefinities aandacht besteden. In afdeling 2 worden verschillende NPV-modellen gedefinieerd die op basis van de drie besproken kasstroomdefinities kunnen toegepast worden. In afdeling 3 wordt het begrip projectschulden geïntroduceerd. Hierbij wordt aangegeven waarom dit begrip relevant is bij de beoordeling van investeringsprojecten alsook op welke wijze dit begrip kan berekend worden. In afdeling 4 wordt een cijfervoorbeeld gegeven waarbij de besproken NPV-modellen worden toegepast. Dit hoofdstuk wordt afgerond met een korte evaluatie van de verschillende NPV-modellen Overzicht van verschillende kasstroomdefinities In het kader van de bepaling van de relevante kasstromen wordt in deze afdeling een onderscheid gemaakt tussen drie verschillende kasstroomdefinities: de vrije operationele kasstromen, de totale kasstromen en de residuele kasstromen Vrije operationele kasstromen

2 2 In hoofdstuk 9 werd gesteld dat de relevante kasstromen voor het beoordelen van investeringsprojecten overeenkomen met het begrip "vrije operationele kasstromen na belastingen" of m.a.w. de kasstromen vóór elke vergoeding of terugbetaling aan de verschaffers van het eigen of het vreemd kapitaal. Bij de bepaling van deze kasstromen wordt bijgevolg geen rekening gehouden met de financiering van het project en de daaraan verbonden kosten, noch met de belastingvermindering die bekomen wordt als gevolg van de fiscale aftrekbaarheid van de interesten verbonden aan de schulden waarmee het project gefinancierd zal worden. In tabel 15.1 wordt een voorstelling gegeven van de vrije operationele kasstromen na belastingen. Tabel 15.1: Berekening van de vrije operationele kasstromen na belastingen 1 Bedrijfsopbrengsten O - Kaskosten van bedrijfsaard (BK) - Niet kaskosten van bedrijfsaard: - Afschrijvingen (AFS) - Andere niet-kaskosten (waardeverminderingen, voorzieningen) (ANK) Bedrijfswinst voor belastingen X - Operationele belastingen (t X) Bedrijfswinst na belastingen X (1-t) Afschrijvingen AFS Andere niet-kaskosten van bedrijfsaard ANK - Toename (afname) in behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK) Operationele kasstromen (na belastingen) uit courante activiteiten Ontvangsten (-uitgaven) voortvloeiend uit niet-courante activiteiten Operationele kasstromen na belastingen X(1-t)AFSANK-BBK NCKS OKS NB - Noodzakelijke investeringen (INV) Vrije operationele kasstromen na belastingen VOKS NB 1 Voor een gedetailleerde bespreking van de gehanteerde begrippen in deze tabel, wordt verwezen naar hoofdstuk 9.

3 Totale kasstromen Indien het belastingvoordeel dat de onderneming geniet doordat de interesten die betaald worden aan de schuldeisers fiscaal aanvaard worden als bedrijfskosten, opgeteld wordt bij de vrije operationele kasstromen na belastingen, bekomen we een nieuwe definitie van de kasstromen, namelijk de totale kasstromen. De totale kasstromen komen overeen met het totaal van de bedragen toevloeiend aan aandeelhouders en schuldeisers. Deze kasstromen worden voorgesteld in tabel Tabel 15.2: Bepaling van de totale kasstromen Bedrijfswinst voor belastingen X - Interesten (rd) Winst uit courante activiteiten voor belastingen X - rd - Belastingen (t [X - rd]) Winst uit courante activiteiten na belastingen (X - rd)(1-t) Afschrijvingen AFS Andere niet kaskosten van bedrijfsaard ANK - Toename ( afname) in behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK) /- Kasstromen uit niet courante activiteiten NCKS - Noodzakelijke investeringen (INV) Interesten toevloeiend aan verstrekkers van het vreemd kapitaal Totale kasstromen rd (X - rd)(1-t) AFS ANK -BBKNCKS-INVrD Om de totale kasstromen van een project te berekenen dienen we bijgevolg een inzicht te hebben in het bedrag van de interestvergoedingen Residuele kasstromen Men kan de kasstromen die gegenereerd worden door het project ook uitdrukken vanuit het standpunt van de aandeelhouders. In dit geval kunnen wij spreken over residuele kasstromen toevloeiend aan de aandeelhouders. Onder het begrip residuele kasstromen worden verstaan de

4 4 ontvangsten en uitgaven die ten bate respectievelijk ten laste komen van de verschaffers van het eigen vermogen. Dit impliceert dat de financiële kasstromen, of m.a.w. de geldstromen die verband houden met het opnemen en aflossen van schulden, in de berekening betrokken dienen te worden. De residuele kasstromen verschillen van de totale kasstromen doordat de interestvergoedingen alsook de terugbetaling van de schulden in mindering worden gebracht. In tabel 15.3 wordt geïllustreerd op welke wijze de residuele kasstromen kunnen bepaald worden. Tabel 15.3: Bepaling van de residuele kasstromen Bedrijfswinst vóór belastingen X - Interesten (rd) Winst uit courante activiteiten vóór belastingen (X rd) - Belastingen (t [X - rd]) Winst uit courante activiteiten na belastingen (X - rd)(1-t) Afschrijvingen AFS Andere niet kaskosten van bedrijfsaard ANK - Toename ( afname) in behoefte aan bedrijfskapitaal (BBK) /- Kasstromen uit niet-courante activiteiten NCKS - Noodzakelijke investeringen (INV) - Aflossingen ( Ontleningen) (AFL) Residuele kasstromen toevloeiend aan verstrekkers van het eigen vermogen (X - rd)(1-t)afsank -BBKNCKS-INV-AFL Indien de winstgevendheid van een project berekend wordt in termen van de residuele kasstromen toevloeiend aan verstrekkers van het eigen kapitaal, dient men slechts een gedeelte van het totale initiële investeringsbedrag op te nemen als kasuitgave, namelijk het bedrag dat door de aandeelhouders verstrekt wordt. Dit bedrag komt overeen met het verschil tussen het initiële investeringsbedrag en het bedrag van de opgenomen lening (of in sommige gevallen het bedrag van de projectschulden (zie afdeling 15.3)). De residuele kasstromen kunnen eveneens berekend worden als volgt:

5 5 Vrije operationele kasstromen na belastingen belastingvoordeel verbonden aan de interesten - interesten - aflossingen ( ontleningen) Alternatieve NPV-modellen In vorige afdeling hebben wij aangetoond dat er verschillende manieren bestaan om de kasstromen afkomstig van een investeringsproject uit te drukken. In deze afdeling zullen wij een aantal evaluatiemodellen bespreken die kunnen gebruikt worden om projecten te beoordelen. De Net Present Value-methode is vanuit theoretisch standpunt de beste manier om projecten te beoordelen (zie hoofdstuk 9). De NPV van een project komt overeen met de contante waarde van de toekomstige kasstromen uit het project minus de initiële investeringsuitgave. Een project is aanvaardbaar indien de berekende NPV positief is. Deze NPV-modellen verschillen van elkaar doordat de bepaling van de kasstromen en/of van de gehanteerde discontovoet verschillend is De traditionele Net Present Value methode (NPV-methode) In de traditionele Net Present Value-methode wordt de contante waarde van de vrije operationele kasstromen na belastingen (zie tabel 15.1) vergeleken met de initiële investeringsuitgave (I 0 ). Om de contante waarde te berekenen wordt als discontovoet de gewogen gemiddelde kapitaalkost na belastingen (k g ) gehanteerd. Formeel kan deze methode voorgesteld worden als volgt : N Vrije operationele kasstromen na belastingen NPV = I p (1 k ) p= 1 g 0 [15.1] De kasstromen die dienen verdisconteerd te worden komen niet overeen met de kasstromen die de onderneming in werkelijkheid zal ontvangen, maar wel met de kasstromen na belastingen die de

6 6 onderneming zou ontvangen uit het project indien dit project volledig zou gefinancierd worden met eigen middelen. De belastingen die berekend worden houden geen rekening met mogelijke interestlasten die van het belastbaar resultaat mogen afgetrokken worden. Het financiële voordeel voortvloeiend uit de fiscale aftrekbaarheid van de interestlasten wordt in deze NPV-methode in rekening genomen via de bepaling van de discontovoet k g. De discontovoet k g komt overeen met de gewogen gemiddelde kapitaalkost, die in hoofdstuk 14 werd besproken. De gewogen gemiddelde kapitaalkost kan berekend worden als een gewogen gemiddelde van de marginale kosten van de verschillende soorten financieringsmiddelen die de onderneming aanwendt bij de financiering van haar investeringsprojecten. De discontovoet k g zal in dit geval gelijk zijn aan een gewogen gemiddelde van de kost van het eigen vermogen (k e ) en de kost van het vreemd vermogen na belastingen (k v (1-t)) of in formule: k g = k (1 w) k (1 t)w [15.2] e v waarbij k g = gewogen gemiddelde kapitaalkost k e = kost van het eigen vermogen k v = kost van het vreemd vermogen t = belastingvoet w = wegingscoëfficiënt Uit bovenstaande uitdrukking kan worden afgeleid dat bij de bepaling van de discontovoet k g een bedrag gelijk aan (t x k v x w) in mindering wordt gebracht. Dit bedrag is gelijk aan de belastingbesparing per eenheid opgenomen schuldvermogen (t x k v ) vermenigvuldigd met de schuldproportie w. Om de gewogen gemiddelde kapitaalkost van het project te bepalen, dienen de berekende kosten van het eigen respectievelijk vreemd vermogen vermenigvuldigd te worden met bepaalde wegingscoëfficiënten. De wegingscoëfficiënt w komt overeen met de kapitaalstructuurverhouding, uitgedrukt in termen van de verhouding vreemd vermogen gedeeld door het totaal vermogen. Indien de onderneming een target kapitaalstructuurverhouding vooropstelt, zal deze kapitaalstructuurratio als wegingscoëfficiënt w genomen worden. In die gevallen waarbij het verantwoord is de werkelijke

7 7 financieringswijze te incorporeren (cfr. infra), zal men moeten de werkelijke kapitaalstructuurverhouding berekenen De totale kasstromen - methode (NPV(TK)) Deze methode ontleent haar benaming aan de bepaling van haar kasstromen, m.n. totale kasstromen of het totaal van de vergoedingen toevloeiend aan de aandeelhouders en schuldeisers. De netto contante waarde van een investeringsproject kan volgens deze benadering geformuleerd worden als volgt: N Totale kasstromen NPV ( TK) = I p p= 1 (1 ktk ) 0 [15.3] De discontovoet die dient gebruikt te worden in deze benadering komt overeen met het gemiddelde van de vergoedingen die de verschillende soorten van kapitaalverschaffers (in casu aandeelhouders en schuldeisers) vereisen op de door hen geïnvesteerde geldmiddelen. Formeel kan de discontovoet k TK voorgesteld worden als: k = k (1 w) k w [15.4] TK e v Uit bovenstaande uitdrukking kan worden afgeleid dat de kost van het vreemd vermogen (k v ) niet herleid wordt tot een kostencijfer na belastingen. Dit zou immers leiden tot een dubbeltelling aangezien het fiscaal voordeel reeds in rekening wordt genomen via een aanpassing van de kasstromen. Deze discontovoet (k TK ) noemt men dan ook de gewogen gemiddelde kapitaalkost vóór belastingen. De wegingscoëfficiënt w komt eveneens overeen met de relevante kapitaalstructuurverhouding (zie infra) De residuele kasstromen - methode (NPV(RK)) De berekening van de netto contante waarde van een investeringsproject gebeurt in deze methode op basis van de residuele kasstromen toevloeiend aan de aandeelhouders. Zoals in afdeling werd

8 8 uiteengezet, wordt bij de bepaling van de residuele kasstromen rekening gehouden met de geldstromen m.b.t. het opnemen en aflossen van schulden alsook de betaalde interestvergoedingen. De berekening van de NPV volgens de residuele kasstromenmethode kan voorgesteld worden als volgt: N Re siduele kasstromen NPV(RK) = (I0 Lening) p (1 k ) p= 1 e [15.5] Een project is economisch aanvaardbaar indien de NPV(RK) positief is, of m.a.w. indien de contante waarde van de kasstromen die beschikbaar zijn voor uitkering aan de aandeelhouders groter is dan (of gelijk aan) het gedeelte van de initiële investeringsuitgaven dat door de aandeelhouders zelf dient gefinancierd te worden De APV-methode (APV) Myers (1974) stelt een andere benadering voor om de winstgevendheid van investeringsprojecten te beoordelen, namelijk de Adjusted Present Value -methode. Volgens deze benadering kan de netto contante waarde van een project berekend worden als de som van twee termen: 1. de netto contante waarde van het project berekend onder de assumptie dat enkel eigen middelen worden gebruikt bij de financiering van het project; 2. de contante waarde van de neveneffecten veroorzaakt door de externe financiering van het project. Formeel kan deze methode voorgesteld worden als volgt: N VOKS t APV = - I 0 PV(financiële neveneffecten) [15.6] t t=1 (1 k u ) waarbij APV = Adjusted Present Value VOKS t = vrije operationele kasstromen na belastingen

9 9 N = economische levensduur van het project t = tijdsindex I 0 = initiële investeringsbedrag k u = unlevered kost van het eigen vermogen Indien de berekende APV positief is, kan men het investeringsvoorstel aanvaarden. De eerste term van vergelijking [15.6] kan gezien worden als de waardering van het project onder de assumptie dat de financieringswijze irrelevant is. Dit betekent dat deze term gelijk is aan de netto contante waarde van de vrije operationele kasstromen na belastingen uit het project. De tweede term van vergelijking [15.6] komt overeen met de contante waarde van de positieve en negatieve kasstromen veroorzaakt door de financieringswijze van het project. Bij de bepaling van de financiële neveneffecten dient niet enkel rekening te worden gehouden met de belastingvoordelen afkomstig van de fiscale aftrekbaarheid van de interesten. Bij de financiering van het project kunnen desgevallend financieringsmiddelen gebruikt worden waaraan speciale opbrengsten en kosten verbonden zijn die toegerekend dienen te worden aan het project. Wij kunnen hierbij vermelden: het voordeel verbonden aan het verkrijgen van goedkope financiering (d.w.z. aan een interestvoet beneden de geldende marktinterestvoet), het verkrijgen van een kapitaalpremie, de uitgiftekosten en vergoedingen van erelonen aan financiële intermediairs. Het toerekenen van financieringsvoor- en nadelen dient enkel te gebeuren in de mate dat deze voor- en nadelen veroorzaakt worden door de aanvaarding van het project. De gepaste discontovoet om de vrije operationele kasstromen na belastingen te verdisconteren is gelijk aan de unlevered kost van het eigen vermogen (k u ). De unlevered kost van het eigen vermogen (k u ) dient enkel rekening te houden met het bedrijfsrisico verbonden aan de activiteiten van het project. Het feit dat er vreemd vermogen gebruikt wordt bij de financiering van het project en er bijgevolg een financieel risico ontstaat, mag niet ingecalculeerd worden bij de bepaling van de unlevered kost van het eigen vermogen. De bepaling van k u is niet eenvoudig, aangezien deze actualisatievoet niet direct observeerbaar is in het beschikbare cijfermateriaal. In hoofdstuk 14 werd de unlevered kost van het eigen vermogen als volgt bepaald:

10 k u f [ E RM R f ] β u = R ( ) [15.7 ] en β = u β e BL t ( ) S L [15.8] waarbij k u R f E(R m ) [E(R M ) - R f ] β u β e t B L /S L = de unlevered kost van het eigen vermogen = de risicovrije rentevoet = het verwachte rendement op de marktportefeuille = de marktrisicopremie = de unlevered betacoëfficiënt = de levered betacoëfficiënt van het eigen vermogen = de belastingvoet op de ondernemingswinsten = de schuldfinancieringsgraad gemeten door de verhouding tussen de marktwaarde van het vreemd vermogen (B L ) en de marktwaarde van het eigen vermogen (S L ) De financiële neveneffecten dienen geactualiseerd te worden tegen de kost van het vreemd vermogen 2. Vooraleer aan de hand van een cijfervoorbeeld de toepassing van deze drie NPV-modellen te illustreren, gaan wij dieper in op de wijze waarop de interest- en aflossingsbedragen kunnen berekend worden Bepaling van de projectschulden Wij hanteren het begrip "projectschulden" om de uitstaande schuldbedragen op een bepaald tijdstip p aan te geven op basis waarvan de interest- en aflossingsbedragen worden berekend. De vraag die zich hierbij stelt is of de werkelijke dan wel een theoretische financieringswijze dient ingecalculeerd te worden. Onder theoretische financiering verstaan wij de bijdrage van een project tot de schuldcapaciteit van de onderneming. Het begrip "schuldcapaciteit" dient hierbij niet 2 Indien een andere unleveringsformule (zie voetnoot bij uitdrukking [14.7]) wordt gehanteerd, verdient het aanbeveling als actualisatievoet de unlevered kost van het eigen vermogen te gebruiken (zie Laveren, 1990).

11 11 begrepen te worden als de maximale schuldenlast die de schuldeisers aan de onderneming willen toestaan, maar wel als de limiet van ontlening die de onderneming zichzelf oplegt (Brealey & Myers, 2000). Of m.a.w. schuldcapaciteit verwijst naar de schuldenlast die vanuit ondernemingsstandpunt optimaal is. In Laveren (1990) worden een aantal redenen aangehaald waarom de projectbeoordeling niet mag gekoppeld worden aan de werkelijke financieringswijze van het project. Ten eerste kan gesteld worden dat de financieringskeuze afhankelijk is van meerdere factoren die deels buiten het beschouwde project gelegen zijn. Ten tweede worden de terugbetalingsverplichtingen gewaarborgd door de kasstromen van de ganse onderneming en niet enkel van het project in kwestie. Ten derde bestaat er gevaar voor kruissubsidiëring, d.w.z. dat projecten die weinig schuldfinanciering gebruiken slechte projecten kunnen subsidiëren wanneer deze voor een aanzienlijk gedeelte op goedkope schuldfinanciering een beroep zullen doen. Deze hoge mate van schuldfinanciering is slechts mogelijk doordat er andere projecten zijn die minder schuldfinanciering opnemen dan zij op basis van de ontleningscapaciteit van het project zouden kunnen opnemen. Ten vierde is in vele gevallen de exacte financieringswijze nog niet gekend op het moment van de projectevaluatie. Indien één van de bovenvermelde redenen zich voordoet bij een projectbeoordeling en de werkelijke financieringswijze duidelijk afwijkt van de schuldcapaciteit die door het project wordt gecreëerd, verdient het aanbeveling de beoordeling van de winstgevendheid van een project te baseren op de theoretische financieringswijze in plaats van de werkelijke financieringswijze. De theoretische financieringswijze van een project kan op verschillende manieren gekwantificeerd worden (zie Laveren, 1990 en Durinck, 1974). De benaderingswijze waarnaar onze voorkeur uitgaat bestaat erin de projectschulden op een bepaald tijdstip uit te drukken als een percentage van de waarde van het investeringsproject op dit tijdstip. Dit percentage stellen wij gelijk aan de target kapitaalstructuurratio die door de ondernemingsleiding als norm wordt vooropgesteld. Deze norm dient geïnterpreteerd te worden als de gemiddelde kapitaalstructuurverhouding die de onderneming over de jaren heen wenst aan te houden. De algemene formulering luidt als volgt:

12 12 D p = w x waarde van het investeringsproject op tijdstip p [15.9] waarbij D p = w = bedrag van uitstaande projectschulden op het einde van de periode p target kapitaalstructuurverhouding, m.a.w. de verhouding tussen het vreemd vermogen en het totaal vermogen De uitstaande projectschulden op tijdstip p komen overeen met een bepaald percentage van de boekwaarde of de marktwaarde van het investeringsproject op tijdstip p. Indien de boekwaarde wordt gekozen, dan is de bepaling van de projectschulden afhankelijk van de activawaarde van het project. Indien de marktwaarde wordt gekozen, dan is de bepaling van de projectschulden afhankelijk van de toekomstige kasstromen van het project (of m.a.w. de opbrengstwaarde). Voor een meer uitgebreide bespreking van de wijze waarop de theoretische financieringswijze kan gekwantificeerd worden, wordt verwezen naar Laveren (1990) alsook naar Franks, Broyles & Carleton (1985). In het geval dat het verantwoord is rekening te houden met de werkelijke financieringswijze die voor een project wordt gekozen, kan men het bedrag nemen dat op het begintijdstip wordt ontleend en kan men het aflossingsschema hanteren dat tussen de kredietnemer en -gever wordt overeengekomen. Het initiële leningbedrag kan uitgedrukt worden als een bepaald percentage van de boek- of marktwaarde van de investering. Met marktwaarde wordt bedoeld de contante waarde van de toekomstige kasstromen van het project. De interestvergoedingen alsook de aflossingsbedragen zijn afhankelijk van het aflossingsschema dat werd afgesproken Een uitgewerkt voorbeeld Aan de hand van een uitgewerkt voorbeeld zal worden aangegeven op welke wijze de verschillende kasstroomdefinities kunnen toegepast worden in het kader van de beoordeling van een investeringsproject. De onderneming ABC heeft het inzicht om een nieuw product op de markt te brengen. De verwachte verkopen (in miljoen EUR) bedragen :

13 13 20 X1 : X2 : X3 : X4 : 20 De kaskosten van bedrijfsaard bedragen 60 % van de verkopen. Een uitgave van 12 miljoen EUR dient gedaan te worden om de nodige uitrusting aan te schaffen. Deze investering zal lineair worden afgeschreven over 4 jaar. Andere niet-kaskosten van bedrijfsaard kunnen verwaarloosd worden. De residuele waarde van de machine op het einde van het vierde jaar wordt geraamd op 3 miljoen EUR. We nemen aan dat op de meerwaarden bij de realisatie van vaste activa belastingen dienen betaald te worden. De financiële dienst is van mening dat de behoefte aan bedrijfskapitaal ongeveer 20% van de jaarlijkse verkopen zal bedragen. Er worden geen bijkomende investeringsuitgaven voorzien. Het project ligt in de lijn van de bestaande activiteiten van de onderneming zodat beiden eenzelfde bedrijfsrisico hebben. De kost van het eigen vermogen van de onderneming is 15% en de kost van het vreemd vermogen (voor belastingen) is 10%. De vooropgestelde kapitaalstructuurverhouding (vreemd vermogen/ totaal vermogen) die de ondernemingsleiding in de toekomst wenst te handhaven is gelijk aan 60%. De relevante belasingvoet is 40%. De berekening van de vrije operationele kasstromen na belastingen wordt weergegeven in tabel Tabel 15.4: Berekening van de kasstromen (in miljoen EUR) 20X1 20X2 20X3 20X4 Verkopen Kaskosten van bedrijfsaard 9 10, Afschrijvingen Bedrijfswinst voor belastingen 3 4, Belastingen 40% 1,2 1,68 2, Bedrijfswinst na belastingen 1,8 2,52 4,2 3 Afschrijvingen Toename (afname) behoefte aan bedrijfskapitaal ( 3 ) ( 0,6 ) ( 1,4 ) 5 Kasstroom uit niet-courante activiteiten , Vrije operationele kasstromen na belastingen 1,8 4,92 5,8 12,8

14 14 Op basis van de bovenstaande informatie komt de gewogen gemiddelde kapitaalkost na belastingen (k g ) overeen met: k g = k (1 w) k e v (1 t)w = 15 %(0,4) 10%(0,6)0,6 = 9,6% De NPV volgens de traditionele NPV-methode kan berekend worden als : NPV = 1,8 1,096 4,92 (1,096)² = 7,015 miljoen EUR 5,8 (1,096)³ 12,8 (1,096) 4 12 Om de totale kasstromen- en de residuele kasstromen-methode te kunnen toepassen, berekenen we vooreerst de projectschulden overeenkomstig de methode besproken in afdeling 15.3 (zie uitdrukking 15.9). We nemen hierbij aan dat de marktwaarde van het investeringsproject op tijdstip p gelijk is aan de contante waarde van de vrije operationele kasstromen na belastingen. Om deze kasstromen te verdisconteren gebruiken we de gewogen gemiddelde kapitaalkost (kg). Deze werkwijze om de theoretische financiering te kwantificeren veronderstelt dat de schuldcapaciteit gecreëerd wordt door de operationele kasstromen, alsook door de belastingvoordelen gecreëerd door het gebruik van schulden. Overeenkomstig Modigliani en Miller (1963) kan de relatie tussen de kost van het eigen vermogen (k e ) en de unlevered kost van het eigen vermogen (k u ) als volgt geformuleerd worden: k e w = k u (k u k v )(1 t) [15.10] 1 w Toegepast op het cijfervoorbeeld bekomen we: 15% = ku (ku 10%)(0,6)(0,6 / 0,4) of k u is gelijk aan 12,63 % De berekening van de projectschulden wordt voorgesteld in tabel 15.5.

15 15 Tabel 15.5: Berekening van de projectschulden 20X0 20X1 20X2 20X3 20X4 Vrije operationele kasstromen na belastingen 1,8 4,92 5,8 12,8 Contante waarde van de nog te ontvangen vrije operationele kasstromen 3 (aan 9,6 %) 19,01 19,04 15,95 11,68 Projectschulden (60% x Contante Waarde)11,41 11,42 9,57 7,01 Op basis van deze projectschulden kunnen de interest- en aflossingsbedragen berekend worden die nodig zijn om de totale en de residuele kasstromen te berekenen (zie tabel 15.6). Tabel 15.6 : Bepaling van de totale en de residuele kasstromen 20X1 20X2 20X3 20X4 Vrije operationele kasstromen na belastingen 1,8 4,92 5,8 12,8 Belastingvoordeel (t x projectschulden x r) 0,46 0,46 0,38 0, Totale kasstromen 2,26 5,38 6,18 13,08 - Interesten 1,14 1,14 0,96 0,70 - Aflossingen - 0,02 1,86 2,56 7, Residuele kasstromen 1,13 2,38 2,66 5,37 De gewogen gemiddelde kapitaalkost voor belastingen ( k TK ), die dient gehanteerd te worden bij de bepaling van de NPV volgens de totale kasstromen-methode, is gelijk aan : k TK = k e (1 w) k v w = 15 %(0,4) 10%(0,6) = 12% 3 Ter illustratie wordt de berekening van het bedrag van de contante waarde in jaar 20X2 weergegeven: 15,95 = [5,8 : (10,096) 1 ] [ 12,8 : (10,096) 2 ]

16 De NPV berekend volgens de totale kasstromenmethode komt overeen met: 16 NPV 2,26 5,38 6,18 13,08 ( TK ) = ,12 (1,12)² (1,12)³ (1,12) = 7,015 miljoen EUR En tenslotte, de waardering van het project overeenkomstig de residuele kasstromenmethode ziet eruit als volgt: 1,13 2,38 2,66 5,37 NPV ( RK) = (12 11,41) 4 1,15 (1,15)² (1,15)³ (1,15) = 7,015 miljoen EUR De waardering van het investeringsproject overeenkomstig de APV-methode ziet eruit als volgt: APV = 1,8 1,1263 4,92 (1,1263)² 5,8 (1,1263)³ 12,8 (1,1263) ,46 1,10 0,46 (1,10)² 0,38 (1,10)³ 0,28 4 (1,10) of APV = 5,490 miljoen EUR 1,275 miljoen EUR = 6,765 miljoen EUR. Vermits de APV positief is, is het economisch verantwoord om het voorgestelde investeringsproject te aanvaarden Beoordeling van de alternatieve NPV-modellen Het gebruik van de traditionele NPV-methode wordt door heel wat auteurs aanbevolen (o.a. Van Horne, 1995, Copeland & Weston, 1988 en Brigham, Gapenski & Ehrhardt, 1999). Deze methode vergemakkelijkt een gedecentralizeerde besluitvorming inzake investeringsbeslissingen, omdat de investerings- en financieringsbeslissing organizatorisch afzonderlijk kunnen genomen worden. Bij de

17 17 bepaling van de kasstromen dient men geen rekening te houden met de financiële kasstromen (cfr. supra). De discontovoet, die zowel het bedrijfs- als financieel risico dient te weerspiegelen, kan afzonderlijk bepaald worden, eventueel door andere beslissingnemers binnen de onderneming. De traditionele NPV-methode veronderstelt echter een theoretisch financieringspatroon dat het gevolg is van het vastleggen van een vooropgestelde kapitaalstructuurverhouding. Men kan aantonen dat in deze methode impliciet wordt aangenomen dat de uitstaande schulden op elk tijdstip tijdens de looptijd van het project gelijk zijn aan een constante fractie van de contante waarde van de toekomstige kasstromen. In deze methode wordt bijgevolg impliciet een theoretische financieringswijze geïncorporeerd, waarbij de kapitaalstructuurverhouding die in de bepaling van de discontovoet wordt gehanteerd tevens de uitstaande schulden zal bepalen. De traditionele NPV-methode is dan ook vooral geschikt wanneer de projectbeoordeling dient te gebeuren in termen van een theoretische financieringswijze (zie afdeling 15.3) en wanneer de ondernemingsleiding een constante kapitaalstructuurverhouding vooropstelt die zij in de toekomst wenst te handhaven bij de financiering van haar activiteiten. De totale kasstromen-methode werd door Arditty en Levy (1977) voorgesteld als een alternatieve benadering voor de beoordeling van een investeringsproject. Bij deze methode kan, indien nodig, in de kasstroombepaling een bepaald financieringspatroon (i.c. een initieel leenbedrag en een aflossingsschema) ingebracht worden. De discontovoet veronderstelt echter een constante kapitaalstructuurverhouding, zodat deze methode niet altijd kan gebruikt worden. Deze methode kan gebruikt worden in alle gevallen waarbij de traditionele NPV-methode kan toegepast worden, doch zij is veel omslachtiger. Indien de werkelijke financieringswijze mag ingecalculeerd worden, kan de totale kasstromen-methode enkel gebruikt worden indien men in elke periode de kapitaalstructuurverhouding aanpast voor de berekening van de discontovoet. Om de residuele kasstromen-methode te kunnen toepassen dienen interesten en aflossingsbedragen gekwantificeerd te worden. Dit is mogelijk wanneer er projectgebonden financiering wordt gebruikt (Chambers, Harris & Pringle, 1982). Herst (1981) gebruikt deze methodologie om financiële leasingcontracten te evalueren. Schall en Haley (1980) geven als voorbeeld de beoordeling van investeringen in onroerend goed, waarbij veelal hypothecaire leningen worden gehanteerd. In de gevallen waarbij een theoretische financieringswijze dient geïncorporeerd te worden, zal de residuele kasstromen-methode leiden tot verwarring en tot een omslachtige berekeningswijze. Solomon en Pringle (1977) wijzen er in hun boek op dat het zeer moeilijk is om een gepaste discontovoet te vinden. Deze discontovoet dient een vergoeding in te calculeren voor het financieel risico dat veroorzaakt

18 wordt de graad van schuldfinanciering. Dit risico zal veelal in elke periode veranderen, zodat de discontovoet eveneens in elke periode dient aangepast te worden. 18 Lessard (1979, p. 578) vermeldt de volgende voordelen van de APV-methode t.a.v. de traditionele NPV-methode: (1) it is more explicit and transparent and (2) it can accomodate a wider variety of investment financing interactions in ways that are more consistent with current capital market theory. In de APV-methode ziet men duidelijker welke de impact is van de financieringsbeslissing. Bovendien kan de APV-methode toegepast worden in situaties waarbij het toepassen van de traditionele NPVmethode moeilijk of zelfs onmogelijk is. Wij denken hierbij aan de situatie waarbij de onderneming tijdelijk geen belastingen dient te betalen of waarbij er overheidssubsidies worden bekomen. De financieringsvoor- en nadelen worden in de APV-methode als een aparte term opgenomen. Uit het cijfervoorbeeld blijkt dat indien gewerkt wordt met de theoretische financiering en indien aan bepaalde voorwaarden (o.a. consistente bepaling van kapitaalkost) voldaan is, de verschillende NPVmodellen ongeveer dezelfde resultaten opleveren die in beperkte mate (i.c. max. 5%) van elkaar verschillen. Indien men wenst te werken met de werkelijke financiering (d.w.z. met de bedragen inzake aflossingen en uitstaande schulden zoals die zich werkelijk zullen voordoen) stelt men vooreerst de quasi-onmogelijkheid vast om de werkelijke financiering in de traditionele NPV-methode te incorporeren. De werkelijke financiering kan wel verwerkt worden in de overige methoden, doch de resultaten van deze modellen zullen evenwel sterker van mekaar afwijken.

19 15.6. Besluit 19 In dit artikel werd uiteengezet op welke wijze de kasstromen voortvloeiend uit een investeringsproject kunnen berekend worden. Vooreerst werd aandacht besteed aan het begrip "relevante kasstromen". Daarna werd aangegeven op welke wijze de financiële kasstromen in de berekening kunnen verwerkt worden. In dit artikel werden drie kasstroomdefinities voorgesteld: de vrije operationele kasstromen na belastingen, de totale kasstromen en de residuele kasstromen. Overeenkomstig elk van de besproken kasstroomdefinities werd eveneens een gelijknamig NPV-model voorgesteld om de waarde van een investeringsproject te kwantificeren. Tevens werd een evaluatiemethode vooropgesteld waarbij de waarde berekend wordt in twee stappen, m.n. de APV-methode. Wij besteedden eveneens aandacht aan de bepaling van de projectschulden op basis waarvan de financieringskasstromen bij de projectbeoordeling worden geïncorporeerd. In dit artikel werd een cijfervoorbeeld uitgewerkt waarbij de bepaling van de verschillende kasstroomdefinities werd geïllustreerd en waarbij de toepassing van de verschillende NPV-methoden werd geïllustreerd. Een evaluatie van de verschillende NPV-modellen rondde dit artikel af. We eindigen met de volgende aanbevelingen: Ten eerste, kies voor een welbepaald NPV-model en volg dit in al zijn consequenties. Ten tweede, besteed voldoende aandacht aan de conceptueel juiste bepaling van de kasstromen overeenkomstig het gekozen NPV-model. Ten derde, vermijd elke mogelijke vermenging van de vier modellen

20 Bibliografie 20 Arditty, F.D. & H. Levy, The Weighted Average Cost of Capital as a Cutoff rate : A critical Analysis of the Classical Textbook Weighted Average, Financial Management, 1977, Brealey, R. & S. Myers, Principles of Corporate Finance, Mc Graw-Hill Book Company, New York, 6th ed., 2000, 1093 p. Brigham, E.F., L.C. Gapenski & M.C. Ehrhardt, Financial Management : theory and practice, The Dryden Press, Hinsdale (ILL.), 9 th ed.,1999, 1087 p.. Chambers, D.R., R.S. Harris & J.S. Pringle, Treatment of Financing Mix in Analyzing Investment Opportunities, Financial Management, Summer, 1982, Copeland, T.E. & Weston, J.F., Financial Theory and Corporate Policy, Addison - Wesley Publishing Company, Reading (Mass.), 3rd ed., 1988, 946 p. Durinck, E., De bepaling van de schuldcapaciteit van de onderneming, doctoraal proefschrift, Ufsia, 1974, 300 p. Franks, J.R., J.E. Broyles & W.T. Carleton, Corporate Finance, Concepts and Applications, Kent Publishing Company, Boston, 1985, 893 p. Herst, A.C., Lease or Purchase : Theory and Practice, Kluwer-Nijhoff Publishing, Boston, 1984, 285 p. Laveren, E., Interacties tussen investerings- en financieringsbeslissingen, Impact en verwerking van deze interacties in de investeringsanalyse, Doctoraal Proefschrift, Ufsia, 1990, 430 p. Lessard, D.L., Valuing Foreign Cash Flows: An adjusted Present Value Approach, in D. L. Lessard, ed., International Financial Management: Theory and Application, Warren, Gorham and Lamont, Boston, 1979.

21 Modigliani, F. & M.H. Miller, Corporate Income taxes and the Cost of Capital : A Correction, American Economic Review, 1963, Myers, S., Interactions of Corporate Financing and Investment Decisions : Implications for Capital Budgeting, Journal of Finance, 1974, Martin, J.D., Alternative net present value models, Advances in Financial Planning and Forecasting, JAI Press, vol.2, 1987, Schall, L.D. & C.W. Haley, Introduction to Financial Management, Mc Graw-Hill Book Company, New York, 2nd ed., Solomon, E. & J.J. Pringle, An introduction to Financial Management, Goodyear Publishing Company, Santa Monica, 1977, 614 p. Van Horne, J., Financial Management and Policy, Prentice-Hall, London, 1995, 858 p.

Hoofdstuk 14. De kapitaalkost van de onderneming

Hoofdstuk 14. De kapitaalkost van de onderneming Hoofdstuk 14. De kapitaalkost van de onderneming 1 Bron: Laveren E., Engelen P., Limère A. & Vandemaele S. (2002), Handboek Financieel beheer, Intersentia,1ste druk. Inleiding Het begrip kapitaalkost wordt

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Beoordeling en selectie van investeringsprojecten

Hoofdstuk 9. Beoordeling en selectie van investeringsprojecten Hoofdstuk 9. Beoordeling en selectie van investeringsprojecten 1 Bron: Laveren E., Engelen P., Limère A. & Vandemaele S. (2002), Handboek Financieel beheer, Intersentia,1ste druk. In hoofdstuk twee werd

Nadere informatie

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan

BEDRIJFSWETENSCHAPPEN. 2. De investeringsbeslissing en de verantwoording ervan BEDRIJFSWETENSCHAPPEN Hoofdstuk 2: INVESTERINGSANALYSE 1. Toepasbare beoordelingsmethodes 1.1. Pay-back 1.2. Return on investment 1.3. Internal rate of return 1.4. Net present value 2. De investeringsbeslissing

Nadere informatie

Waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Hoe wordt de waarde van een onderneming bepaald?

Waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Hoe wordt de waarde van een onderneming bepaald? Webinar 24 februari 2017: Waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Hoe wordt de waarde van een onderneming bepaald? Prof.dr. Eddy Laveren Universiteit Antwerpen &

Nadere informatie

Toepassen van Adjusted Present Value

Toepassen van Adjusted Present Value Toepassen van Adjusted Present Value Blz. 1 van 8 In deze bijdrage wordt ingegaan op het berekenen van economische waarde. Naast de bekende discounted cash flow (DCF) methode wordt ook wel gebruik gemaakt

Nadere informatie

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow

Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Werkkapitaal, Equity cashflow, Entity cashflow en Discretionary Cashflow Er is al heel wat gezegd en geschreven over het onderwerp Cash Flows. Wat ons blijft verbazen is hoe onvolledig deze publicaties

Nadere informatie

De meest frequente Engelse waarderingstermen toegelicht

De meest frequente Engelse waarderingstermen toegelicht De meest frequente Engelse waarderingstermen toegelicht In publicaties betreffende waarderingen van ondernemingen worden we vaak geconfronteerd met diverse Engelse termen, al dan niet eenvoudig te plaatsen

Nadere informatie

Financial Management BDK A. Kapitaalkosten

Financial Management BDK A. Kapitaalkosten A. Kapitaalkosten In dit hoofdstuk wordt onderzocht hoeveel procent van elke bron van geld (eigen vermogen of vreemd vermogen) gebruikt moet worden om een bedrijf te financieren. Kapitaalkosten Kapitaalkosten

Nadere informatie

Economische waarde voor de waardering van de onderneming

Economische waarde voor de waardering van de onderneming Economische waarde voor de waardering van de onderneming Kort geleden werd het volgende artikel gepubliceerd: Waardebepaling rammelt aan alle kanten. Een Registeraccountant had in het kader van een geschillenwaardering

Nadere informatie

Waardering van een Onderneming

Waardering van een Onderneming Waardering Congres Financieele Dagblad: Private Equity in de Praktijk 6 april 2006 Dr Michel van Bremen Partner First Dutch Capital B.V. Waardering, essentie: Res tantum valet quantum vendi potest Iets

Nadere informatie

INHOUD. Beknopte biografie van de auteurs. HOOFDSTUK 1 Draagwijdte van het financieel beheer 1. HOOFDSTUK 2 Inleiding tot de jaarrekening 19

INHOUD. Beknopte biografie van de auteurs. HOOFDSTUK 1 Draagwijdte van het financieel beheer 1. HOOFDSTUK 2 Inleiding tot de jaarrekening 19 INHOUD Beknopte biografie van de auteurs v HOOFDSTUK 1 Draagwijdte van het financieel beheer 1 1.1. Het financieringsvraagstuk 1 1.2. Draagwijdte, organisatie en stijgend belang van de financiële functie

Nadere informatie

Business Valuation : groeiend belang

Business Valuation : groeiend belang Business Valuation : groeiend belang Inleiding Vandaag de dag worden we steeds vaker geconfronteerd met de vraag hoeveel een onderneming waard is en of ze gelet op de huidige crisis financieel gezond is.

Nadere informatie

Thema 7. Investeringsmanagement

Thema 7. Investeringsmanagement Thema 7 Investeringsmanagement 1. Investeringsbeslissingsproces Besluitvormingsproces voor investeringen (6 fasen) (Choate & Racette, 1983) Investeringsopportuniteiten Nieuwe investeringsopportuniteiten

Nadere informatie

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven.

Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. www.jooplengkeek.nl Investeringsselectie Waarom gaan we investeren We verwachten winst te maken! Alleen rekening houden met toekomstige ontvangsten en uitgaven. belangrijk Calculaties voor beslissingen

Nadere informatie

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur Hoofdstuk 5 De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur 5.1 Inleiding In de vorige hoofdstukken hebben we het vreemd vermogen en het eigen vermogen van een onderneming besproken. De partijen

Nadere informatie

16 VERKLARENDE WOORDENLIJST

16 VERKLARENDE WOORDENLIJST 16 VERKLARENDE WOORDENLIJST Relevantie van de gepubliceerde financiële ratio s (zie punt 4.1 van het jaarverslag) De Fluxys Belgium-groep beoordeelt voortdurend haar financiële sterkte, in het bijzonder

Nadere informatie

KDT Financiele analyse P07.01 1

KDT Financiele analyse P07.01 1 KDT Financiele analyse P07.01 1 STROOMANALYSE KDT Financiele analyse P07.01 2 stroomanalyse ratio-analyse is statisch = beeld op balansdatum = kenschetsende verhouding op balansdatum stroomanalyse is dynamisch

Nadere informatie

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo

Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever <> begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo Hoe cashflow te interpreteren. Volgens de lesgever begin liquiditeit einde liquiditeit hoewel alle reporting modellen wel zo zijn opgemaakt (ook onder IFRS) IAS 7 maakt gebruik van cashstroom tabellen,

Nadere informatie

Hoeveel is jouw onderneming waard? Voorstelling online waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken

Hoeveel is jouw onderneming waard? Voorstelling online waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Hoeveel is jouw onderneming waard? Voorstelling online waarderingstool bedrijfsoverdracht: een inkijk in de achterliggende methodieken Prof.dr. Eddy Laveren Gewoon hoogleraar Financieel Management en Ondernemerschap

Nadere informatie

Dorssport bedrijfswaardering basis concept jaarrekening 2017

Dorssport bedrijfswaardering basis concept jaarrekening 2017 Dorssport bedrijfswaardering basis concept jaarrekening 2017 Bedrijfsnaam: Dorssports Vestigingsplaats: Heiloo Pagina 2 van 12 1. Uitkomsten 1. 1. Waarde eigen vermogen Basisscenario Waarde eigen vermogen

Nadere informatie

Financiële hefboomwerking

Financiële hefboomwerking 17 Financiële hefboomwerking Waarom gaan ondernemingen dan schulden aan, kan men zich terecht afvragen? Het antwoord ligt bij de kost van het alternatief. Schulden kosten aanzienlijk minder dan. Er werd

Nadere informatie

Hoofdstuk 7: Basis van kapitaal budgettering

Hoofdstuk 7: Basis van kapitaal budgettering Hoofdstuk 7: Basis van kapitaal budgettering Een belangrijke verantwoordelijkheid van de financiële managers van een corporatie is het vaststellen, welke projecten of investeringen een bedrijf moet ondernemen.

Nadere informatie

OEFENINGEN HOOFDSTUK 2

OEFENINGEN HOOFDSTUK 2 OEFENINGEN HOOFDSTUK 2 1 2 OEFENING 1 DE ONDERNEMING DATSUN N.V. MAAKT AIRCONDITIONING SYSTEMEN. OMWILLE VAN DE STERKE GROEI VAN DIE MARKT, IS DE HUIDIGE PRODUCTIECAPACITEIT NIET LANGER TOEREIKEND. DATSUN

Nadere informatie

_ÉççêÇÉäáåÖ=î~å=áåîÉëíÉêáåÖëéêçàÉÅíÉå=çåÇÉê= çåòéâéêüéáç

_ÉççêÇÉäáåÖ=î~å=áåîÉëíÉêáåÖëéêçàÉÅíÉå=çåÇÉê= çåòéâéêüéáç _ÉççêÇÉäáåÖ=î~å=áåîÉëíÉêáåÖëéêçàÉÅíÉå=çåÇÉê= çåòéâéêüéáç =oé~äáëééêä~~êüéáç=î~å=ééå=çîéêçéâíé=ëéééäíìáå=íé=_~äéå pçñáé=jli éêçãçíçê=w mêçñk=çêk=^êíüìê=ifjbob = báåçîéêü~åçéäáåö=îççêöéçê~öéå=íçí=üéí=äéâçãéå=î~å=çé=öê~~ç=

Nadere informatie

KDT Financiele analyse P07.01 2 STROOMANALYSE. stroomanalyse

KDT Financiele analyse P07.01 2 STROOMANALYSE. stroomanalyse KDT Financiele analyse P07.01 1 STROOMANALYSE KDT Financiele analyse P07.01 2 stroomanalyse ratio-analyse is statisch = beeld op balansdatum = kenschetsende verhouding op balansdatum stroomanalyse is dynamisch

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0143 TOELICHTING 14 AFTOPPING 1 Convenant tekst In Artikel 6, lid 6 van het convenant wordt gesteld: Indien de in de leden 2, 3 en 4 genoemde maatregelen tot gevolgen

Nadere informatie

Investeringsbeslissingen

Investeringsbeslissingen Investeringsbeslissingen 1. Begrippen 1.1. Wat is investeren? Een dadelijke (zekere) beschikbare koopkracht inruilen tegen: 1. een toekomstige onzekere inkomensstroom; 2. besparingen van uitgaven; 3. een

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2 HOOFDSTUK 2 Opgave 1 a. De kosten en opbrengsten en daarvan uiteindelijk de ontvangsten en uitgaven zijn voor iedere investering van belang. b. Het grote probleem zijn de schaarse middelen. c. Dit zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt.

Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt. Hoofdstuk 14: Kapitaalstructuur in een perfecte markt Bedrijven gebruiken bonden om investeringen te financieren of om fondsen te collecteren om schulden mee af te betalen Wat voor soort bonden zouden

Nadere informatie

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V.

KWARTAALRAPPORTAGE Q VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. KWARTAALRAPPORTAGE Q4 2017 VASTGOED FUNDAMENT FONDS N.V. 12 JANUARI 2018 Inhoud 1. Management samenvatting... 2 2. Financiële rapportage: 4 e kwartaal 2017... 3 3. Verklarende begrippen en definities...

Nadere informatie

HALFJAARBERICHT 2018 WONINGFONDS NIEUWEGEIN CV

HALFJAARBERICHT 2018 WONINGFONDS NIEUWEGEIN CV HALFJAARBERICHT 2018 WONINGFONDS NIEUWEGEIN CV 30 AUGUSTUS 2018 Inhoud 1. Management samenvatting... 2 2. Financiële rapportage: eerste halfjaar 2018... 3 3. Verklarende begrippen en definities... 4 Disclaimer:

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten. Ontwerpadvies van 9 september 2015 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2015/XX - Verrichtingen met betrekking tot inschrijvingsrechten Ontwerpadvies van 9 september 2015 In het kader van een individuele vraagstelling omtrent

Nadere informatie

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT

ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT ZEEËN VAN KANSEN FINANCIEEL MANAGEMENT (Innovatieve) projecten Financiële haalbaarheid Welke kennis is essentieel Bedrijfsplan Investeringsselectie Inkoopmarkt Bedrijf Verkoopmarkt Productiemiddelen Gelduitgaven

Nadere informatie

Rentabiliteitsratio s

Rentabiliteitsratio s 18 Rentabiliteitsratio s Nu we de begrippen balans, resultatenrekening en kasstromentabel onder de knie hebben, kunnen we overgaan tot het meer interessante werk, nl. het onderzoek naar de performantie

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2011 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2011 25 augustus 2011 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2011 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

VOORBEELDEXAMENVRAGEN ( VOORBEELDEXAMEN!!!!)

VOORBEELDEXAMENVRAGEN ( VOORBEELDEXAMEN!!!!) VOORBEELDEXAMENVRAGEN ( VOORBEELDEXAMEN!!!!) VRAAG 1 WELKE VAN DE VOLGENDE UITSPRAKEN ZIJN JUIST? 1) IRR HOUDT GEEN REKENING MET DE GROOTTE VAN DE INVESTERING. 2) INDIEN EEN ONDERNEMING PROJECTEN DOORVOERT

Nadere informatie

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016

SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016 SPECIALISTERREN B.V. KOBALTWEG 11 3542CE UTRECHT PUBLICATIERAPPORT 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Woerden, dossiernummer 24396392. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 14 augustus

Nadere informatie

1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30)

1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30) Faculteit Ruimtelijke Wetenschappen Naam: Studentnummer: Tentamen Financiering voor Vastgoedkunde Antwoordsuggesties 1 november 2011 Examenhal (18:30 21:30) Omcirkel het meest juiste antwoord bij de Multiple

Nadere informatie

Module 4 Inzicht in cijfers

Module 4 Inzicht in cijfers Geleerd in vorige presentaties Module 4 Inzicht in cijfers 1. Balans in detail 2. Kengetallen Les 4. Vergelijk je resultaten op 4 manieren + maak goede investeringsbeslissingen Les 4 Vergelijk je resultaten

Nadere informatie

Agenda. Wie is De Hooge Waerder?

Agenda. Wie is De Hooge Waerder? 1 Agenda 1. Wie is De Hooge Waerder? 2. Wat is mijn bedrijf waard? 3. Is uw bedrijf verkoopklaar? Vestigingen Wie is De Hooge Waerder? 2 Wie is De Hooge Waerder? Divisies: op alle vestigingen zijn alle

Nadere informatie

CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar

CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar CBN-advies 137/4 - Renteloze vorderingen (schulden) en vorderingen (schulden) met een abnormaal lage rente, op meer dan één jaar Overeenkomstig artikel 27bis, 2, eerste lid, litt. c) van het koninklijk

Nadere informatie

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V.

BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. BUSINESS VALUATION UITWERKING TOPAAS B.V. VERONDERSTELLINGEN Vraagprijs 2.500.000 (pand en inventaris). Inkomsten: In totaal 40 kamers; Bezetting kamers: T1 45%, T2 52%, T3 63%, vanaf T4 en verder 68%;

Nadere informatie

College 3. Opgaven. Opgave 2

College 3. Opgaven. Opgave 2 College 3 Opgaven Opgave 2 Tabel bij opgave 2 Schepen Marg. kosten Totale kosten Tot. opbr. Marg. opbr. Netto opbr. 3 200 600 900 900 300 4 200 800 1600 700 800 5 200 1000 2000 300 1000 6 200 1200 2100

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 1 juli 2010 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 1 juli 2010 7 juli 2010 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 1 juli 2010 2 Winst- en verliesrekening over de periode

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: De tijdswaarde van geld

Hoofdstuk 4: De tijdswaarde van geld Hoofdstuk 4: De tijdswaarde van geld 4.1 De tijdslijn Een serie cash flows die verschillende periodes duurt, noemen we een cash flow stroom. Een cash flow stroom kunnen we op een tijdslijn weergeven. Een

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 6 onderdeel: CAS datum: 19 december 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start Aanwijzingen:

Nadere informatie

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse Dossier De brouwerij Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 2 1. RESULTAAT... 3 1.1. RESULTATENREKENING...

Nadere informatie

Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam

Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam #ORG=saa#VES=rdm#PAP=vbl Vinc Vastgoed Management I B.V. gevestigd te Rotterdam Financieel verslag over het boekjaar 1-1-2014 / 30-6-2014 #ORG=saa#VES=rdm#PAP=vlg Vinc Vastgoed Management I B.V., Rotterdam

Nadere informatie

:: Investeringsanalyse

:: Investeringsanalyse :: Investeringsanalyse Patrick Henckes Business Development 19-03-2010 :: Inhoud Definitie Uitgangsprincipe Basisbegrippen Rendabiliteitscriteria TVT NPV KBE Invloedsfactoren investeringsanalyse Voorbeeld

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2015/9 Boekhoudkundige verwerking van geactiveerde intercalaire interesten. Advies van 9 december 2015 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies 2015/9 Boekhoudkundige verwerking van geactiveerde intercalaire interesten. Advies van 9 december 2015 1 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN Advies 2015/9 Boekhoudkundige verwerking van geactiveerde intercalaire interesten Advies van 9 december 2015 1 I. Inleiding 1. In onderhavig advies wordt beoogd de

Nadere informatie

De Grafiek. De waarde van een onderneming. Het lezen van de grafiek. Value drivers Interactief gebruik van de grafiek. Het lezen van de grafiek.

De Grafiek. De waarde van een onderneming. Het lezen van de grafiek. Value drivers Interactief gebruik van de grafiek. Het lezen van de grafiek. De Grafiek De waarde van een onderneming John Burr Williams definieerde al in 1938 de waarde van een onderneming: De waarde van een onderneming wordt bepaald door de netto verwachte kasstroom gedurende

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 12.000 18.000 26.000 25.000 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat zijn de grote verschillen tussen financial- en operational leasing? Financial leasing Langlopende overeenkomst Leasetermijn

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. Advies van 4 september 2013 1 COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/12 - Erkenning van de opbrengsten en kosten die overeenstemmen met interesten en royalty's, evenals de toewijzing van de resultaten in de vorm van

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen 2 2. Jaarrekening 3 2.1 Balans per 31-12-2014 (voor winstbestemming) 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2014 4 2.3 Kasstroomoverzicht

Nadere informatie

FINANCIEEL BEHEER VOOR KMO S

FINANCIEEL BEHEER VOOR KMO S FINANCIEEL BEHEER VOOR KMO S FINANCIEEL BEHEER VOOR KMO S Eddy Laveren Peter-Jan Engelen Antwerpen Cambridge Financieel beheer voor KMO s Eddy Laveren en Peter-Jan Engelen 2014 Intersentia Antwerpen Cambridge

Nadere informatie

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016

Stichting Sprint Schiedam Westvest BW Schiedam. Jaarrekening 2016 Westvest 26 3111 BW Schiedam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 2 Samenstellingsverklaring 3 Algemeen 4 Financieel Verslag Bestuursverslag 6 Jaarstukken 2016 Balans per 31 december 2016 8 Staat

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2010 - II

Eindexamen m&o vwo 2010 - II Beoordelingsmodel Opgave 1 1 maximumscore 2 Aantal geplaatste aandelen bij oprichting 1.200.000 4 175.000 = 125.000 1 ( 1.200.000 + 908.000 ) 1.428.000 Emissiekoers bij oprichting = 5,44 125.000 1 2 maximumscore

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming

Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Hoofdstuk 3: Arbitrage en financiële besluitvorming Elke beslissing heeft consequenties voor de toekomst en deze consequenties kunnen voordelig of nadelig zijn. Als de extra kosten de voordelen overschrijden,

Nadere informatie

KWARTAALRAPPORTAGE Q SUPER WINKEL FONDS N.V.

KWARTAALRAPPORTAGE Q SUPER WINKEL FONDS N.V. KWARTAALRAPPORTAGE Q4 2017 SUPER WINKEL FONDS N.V. 12 JANUARI 2018 Inhoud 1. Management samenvatting... 2 2. Financiële rapportage: 4 e kwartaal 2017... 3 3. Verklarende begrippen en definities... 4 Disclaimer:

Nadere informatie

OEFENINGEN HOOFDSTUK 3

OEFENINGEN HOOFDSTUK 3 OEFENINGEN HOOFDSTUK 3 1 2 OEFENING 1 EEN ONDERNEMING VERWACHT OP BASIS VAN HAAR HUIDIGE ACTIVITEITEN, IN DE VOLGENDE TWEE JAREN EEN VRIJE CASHFLOW VAN RESPECTIEVELIJK 100.000 EURO EN 200.000 EURO TE REALISEREN.

Nadere informatie

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2016

Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat PS Nijmegen. Jaarrekening 2016 Stichting Educatief en Cultureel Centrum Maaslanden Zijpendaalstraat 3 6535 PS Nijmegen INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage Samenstellingsverklaring 4 Voorwoord 4 Jaarstukken 2016 Jaarrekening 5

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 29303 29 oktober 2013 Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 28 oktober 2013, nr. IENM/BSK-2013/239467,

Nadere informatie

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012

Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: Vinc Vastgoed Management I B.V. inzake. tussentijds bericht per 30 juni 2012 Uitgebracht aan de directie en aandeelhouder van: inzake tussentijds bericht per 30 juni 2012 28 augustus 2012 Barendrecht INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 30 juni 2012 2 Winst- en verliesrekening over

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE

JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE JAARVERSLAG 2014 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE Haarlem, juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT 1. VOORSTEL NIEUW DOMEIN C INVESTEREN EN FINANCIEREN 1.1 Doel en inhoud Dit domein gaat in op het investerings- en financieringsvraagstuk van organisaties.

Nadere informatie

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer

NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN. Publicatierapport Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer NE-iT Hosting B.V. De Tienden 26c 5674 TB NUENEN Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17254018. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17 mei 2017

Nadere informatie

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met

Moyee Nederland B.V. te Amsterdam. Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van tot en met te Rapport inzake de balans en winst-en-verliesrekening over de periode van 01-01-2017 tot en met 31-12-2017 Inhoudsopgave Pagina Balans per 31 december 2017 3 Winst-en-verliesrekening over 2017 5 Grondslagen

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Hoofdstuk 6: Beoordelen Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed IX CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011

HALFJAARVERSLAG. AEFIDES Vastgoed IX CV te GRONINGEN. Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 HALFJAARVERSLAG AEFIDES Vastgoed IX CV te GRONINGEN Over de periode 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 INHOUD Pagina HALFJAARVERSLAG 1 Resultaat over 1 januari 2011 t/m 30 juni 2011 3 2 Balans per 30 juni

Nadere informatie

Discounted Cashflow methode Achtergronden en aandachtspunten

Discounted Cashflow methode Achtergronden en aandachtspunten 3 Discounted Cashflow methode Achtergronden en aandachtspunten Peter Schuitmaker Breda, juni 2017 Copyright 2017: BBO&F Breda Auteur: Peter Schuitmaker Uitgeverij: BBO&F BREDA Druk en bindwerk: Pro-book

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE

JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE. Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE JAARVERSLAG 2013 STICHTING DENTALCARE EVERYWHERE Koetsierbaan 315 1315 ST ALMERE Haarlem, juni 2015 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 1 Samenstellingsverklaring 2 JAARREKENING 1 Balans per 31 december

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 25 vragen. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave TREASURY MANAGEMENT WOENSDAG 16 DECEMBER 2015 12.15-14.45 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen

Nadere informatie

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda

Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Ophorst Van Marwijk Kooy Vermogensbeheer N.V. Gouda Rapport inzake de tussentijdse cijfers per 30 juni 2016 Inhoudsopgave Pagina Tussentijdse cijfers 1 Balans per 30 juni 2016 3 2 Winst- en verliesrekening

Nadere informatie

Financiën en risicomanagement

Financiën en risicomanagement Financiën en risicomanagement Leergang Bedrijfskunde voor de Agribusiness Miranda Meuwissen, Alfons Oude Lansink Bedrijfseconomie, Wageningen Universiteit Inhoud Risico-identificatie & stress test (Miranda)

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

NE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen. Publicatierapport 2016

NE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen. Publicatierapport 2016 NE-iT Automatisering B.V. De Tienden 26c 5674 TB Nuenen Publicatierapport 2016 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Brabant, dossiernummer 17161342. Vastgesteld door de algemene vergadering d.d. 17

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 7 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FINANCE & RISKMANAGEMENT 6 OKTOBER 2015 08.45 11.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7 Opgave 1 (40 punten) 1. Een voorbeeld van een goed antwoord: De interest

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij

Nadere informatie

Welkom. RB Studiekring Lezing ondernemingswaardering. ValuePro - RB Studiekring 1

Welkom. RB Studiekring Lezing ondernemingswaardering. ValuePro - RB Studiekring 1 Welkom RB Studiekring Lezing ondernemingswaardering 1 Voorstellen drs. Chris Denneboom RV RAB cdenneboom@valuepro.nl Master in Business Valuation Register Valuator Register adviseur bedrijfsopvolging Gerechtelijk

Nadere informatie

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5

Inhoud Noordhoff Uitgevers bv. Antwoorden hoofdstuk 1 2. Antwoorden hoofdstuk 2 3. Antwoorden hoofdstuk 3 4. Antwoorden hoofdstuk 4 5 Inhoud Antwoorden hoofdstuk 1 2 Antwoorden hoofdstuk 2 3 Antwoorden hoofdstuk 3 4 Antwoorden hoofdstuk 4 5 Antwoorden hoofdstuk 5 6 Antwoorden hoofdstuk 6 8 Antwoorden hoofdstuk 7 9 Antwoorden hoofdstuk

Nadere informatie

0A631: Leren Innoveren: Economische aspecten Door Tommy van der Vorst (t.v.d.vorst.1@student.tue.nl).

0A631: Leren Innoveren: Economische aspecten Door Tommy van der Vorst (t.v.d.vorst.1@student.tue.nl). 0A631: Leren Innoveren: Economische aspecten Door Tommy van der Vorst (t.v.d.vorst.1@student.tue.nl). Kosten- Batenanalyese Een kosten- batenanalyse (cost- benefit analysis, CBA) wordt uitgevoerd door

Nadere informatie

Financiële Markten 2

Financiële Markten 2 1ste bach TEW Financiële Markten 2 De Ceuster Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be 118 2.80 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Financiële markten

Nadere informatie

Voer de nodige gegevens in en laat de aflossingstabel van dit krediet aanmaken.

Voer de nodige gegevens in en laat de aflossingstabel van dit krediet aanmaken. OPLOSSINGEN OEFENINGENBLOK 6 (p. 155) 3.4 Eindejaarsverrichtingen m.b.t. de passivazijde 3.4.3 Schulden op lange termijn TOEPASSING 1 1 Surf naar http://www.aflossingstabel.be/bereken-aflossing.html Voer

Nadere informatie

Vastgoed financieren. In een commerciële omgeving. Anja van Balen Sector Banker zorg 31 oktober 2013

Vastgoed financieren. In een commerciële omgeving. Anja van Balen Sector Banker zorg 31 oktober 2013 Vastgoed financieren In een commerciële omgeving Anja van Balen Sector Banker zorg 31 oktober 2013 Welkom in de commerciële bancaire wereld Businessplannen Bancaire normen Business plan Focus aanbrengen

Nadere informatie

Wanneer gaat het fout met de financieringshefboom?

Wanneer gaat het fout met de financieringshefboom? Wanneer gaat het fout met de financieringshefboom? In tijden dat de verwachtingen voor toekomstige vrije geldstromen ieder jaar uitkomen werkt de financieringshefboom in het voordeel van de eigen vermogen

Nadere informatie

PUBLICATIESTUKKEN 2013 VAN OSTRICA B.V. TE AMSTERDAM

PUBLICATIESTUKKEN 2013 VAN OSTRICA B.V. TE AMSTERDAM PUBLICATIESTUKKEN 2013 VAN OSTRICA B.V. TE AMSTERDAM INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 31 december 2013 1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 3 Toelichting op de balans 6 Overige informatie 6

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44

Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting Management & Organisatie Boek 2B, Hoofdstuk 41 t/m 44 Samenvatting door een scholier 2184 woorden 5 april 2011 6,7 25 keer beoordeeld Vak Methode M&O In balans Hoofdstuk 41 Regels voor de

Nadere informatie

Stichting Jai Hanuman Shree Raam Mandir Wijchen gevestigd te Wijchen. Balans per 31 december 2016 ACTIEF

Stichting Jai Hanuman Shree Raam Mandir Wijchen gevestigd te Wijchen. Balans per 31 december 2016 ACTIEF Balans per 31 december 2016 ACTIEF (in euro's) Toelichting 31 december 2016 31 december 2015 VASTE ACTIVA Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en terreinen 656.749 656.749 656.749 656.749 VLOTTENDE

Nadere informatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie

Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie 11 januari 2006 BEPALING VAN DE WACC VOOR 2006 Opgesteld door het BIPT in samenwerking met Bureau van Dijk Management Consultants blanco pagina

Nadere informatie

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015

CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein GR Eindhoven. Publicatierapport 2015 CTOUCH Europe B.V. Het Schakelplein 20 5651 GR Eindhoven Publicatierapport 2015 Handelsregister Kamer van Koophandel voor Eindhoven, dossiernummer 17175918 Vastgesteld door de Algemene Vergadering van

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 5 onderdeel: Cash Management datum: 28 juni 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start

Nadere informatie

HERWERKTE SAMENGEVATTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN OVER HET EERSTE SEMESTER VAN HET BOEKJAAR 2005/2006, EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2005

HERWERKTE SAMENGEVATTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN OVER HET EERSTE SEMESTER VAN HET BOEKJAAR 2005/2006, EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2005 Halle, 11 december 2006 HERWERKTE SAMENGEVATTE GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN OVER HET EERSTE SEMESTER VAN HET BOEKJAAR 2005/2006, EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2005 In vergelijking met voorheen (op 19

Nadere informatie

inhoud voorwoord lijst van figuren inleiding hoofdstuk 1. de jaarrekening

inhoud voorwoord lijst van figuren inleiding hoofdstuk 1. de jaarrekening inhoud 5 inhoud voorwoord 11 lijst van figuren 13 inleiding 17 hoofdstuk 1. de jaarrekening 19 1.1 Inleiding 19 1.2 De onderdelen van de jaarrekening 22 1.2.1 De balans 22 1.2.2 De resultatenrekening 23

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/14 De boekhoudkundige verwerking van de uitgestelde belastingen bij gerealiseerde meerwaarden waarvoor de uitgestelde belastingregeling geldt en bij

Nadere informatie

HERWERKING VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING

HERWERKING VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING HERWERKING VAN DE BALANS EN DE RESULTATENREKENING Doel: De jaarrekening bevat een grote hoeveelheid aan informatie, maar is minder bruikbaar voor financiele analyse. Daarom worden balans, resultatenrekening

Nadere informatie

Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel

Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel CiRoPack Holding B.V. gevestigd te Heiloo Publicatiestukken 2014 Inschrijvingsnummer Kamer van Koophandel 37119367 Inhoudsopgave Pagina Enkelvoudige publicatiestukken Enkelvoudige balans per 31 december

Nadere informatie

Publicatiestukken 2014. van Ostrica B.V. te Amsterdam

Publicatiestukken 2014. van Ostrica B.V. te Amsterdam Publicatiestukken 2014 van Ostrica B.V. te INHOUDSOPGAVE Pagina Balans per 31 december 2014 1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 3 Toelichting op de balans 6 Overige informatie 7 BALANS PER

Nadere informatie