Bouwen aan een sociaal en groen Europa voor meer en betere jobs in de bouw- en houtsector POLITIEKE DOELSTELLINGEN EFBH

Transcriptie

1 Bouwen aan een sociaal en groen Europa voor meer en betere jobs in de bouw- en houtsector 3 werkgroepen : Werkgroep 1 (Fransen en Franstalige Belgen) Werkgroep 2 (Nederlandstalige Belgen en Nederlanders) Werkgroep 3 (Denen, Duitsers, Zweden) A WERKGELEGENHEIDSBELEID 1) Samenstelling van het personeel: vaste contracten, uitzendkrachten, onderaannemers, enz. 2) Arbeidsvoorwaarden van werknemers van onderaannemers 3) Inzetten van gedetacheerde werknemers, gelijke behandeling 4) Gelijkheid mannen vrouwen WG 1: Er worden inlichtingen gegeven over het aantal werknemers met een vast arbeidscontract en de uitzendkrachten, maar het is moeilijk om inlichtingen te krijgen over de onderaannemers. Geen informatie over de gelijke behandeling van werknemers van het concern en gedetacheerde WG 2: Eternit: vast personeel. Uitzendkrachten worden ingezet bij ziekte. In Nederland maken de uitzendkrachten het mogelijk de piekperioden op te vangen. In België is er een toename van de onderaanneming ten nadele van het vaste personeel. WG 3: Veel werk in onderaanneming. De onderaannemers zijn onderworpen aan arbeidsvoorwaarden die verschillen van die van de vaste Er is geen controle op de inschakeling van gedetacheerde Toevoeging van moderator: Bij Recticel en Lhoist zijn er akkoorden over de inschakeling van onderaannemers. Informatie over de onderaannemers en de gedetacheerde werknemers verkrijgen. Schriftelijke ondersteuning om gedetacheerde werknemers tegemoet te komen. Geen informatie over de mogelijke steun van de EFBH en de coördinatoren. Beschikken ze over voldoende tijd om de EOR's te begeleiden? Er is een Europees controlesysteem nodig.

2 B Arbeidsverhoudingen 1) Aanwezigheid van vakbonden in alle landen? 2) Collectieve arbeidsonderhandelingen in alle landen? 3) Personeelsvertegenwoordigingen in alle vestigingen? C Beroepsopleiding 1) Beroepsopleiding per sociaal professionele categorie, per geslacht 2) Beroepsopleiding tijdens de hele beroepsloopbaan 3) Erkenning van verworven vaardigheden 4) Begeleiding van jongeren in de onderneming (leerlingstelsel of stages, alternerende opleiding, enz.) 5) Beroepsopleiding voor oudere werknemers WG 1: Over het algemeen is de aanwezigheid van vakbonden in de Franse en Belgische concerns verzekerd. De vertegenwoordigingsorganen zijn aanwezig in de grote vestigingen, niet in de kleine. WG 2: In België is de syndicalisatiegraad hoog, in Nederland niet. De deelname van kaderleden als lid aan de EOR's voorstellen. Proberen om in alle landen werknemersvertegenwoordigers te hebben. WG 3: Er zijn in de bedrijven niet altijd collectieve arbeidsovereenkomsten. Soms zijn er enkele sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten. Moeilijkheden om overal werknemersvertegenwoordigers te vinden, wanneer het concern in veel landen werknemers heeft. Moeilijkheden met niet bij een vakbond aangesloten werknemersvertegenwoordigers (Groot Brittannië). Toevoeging van moderator: in België is er een werknemersvertegenwoordiging in een KMO vanaf 20 In Nederland zorgt de aanstelling van kaderleden tot lid van een EOR tot problemen bij de vertegenwoordiging van alle WG 1: Over de beroepsopleiding wordt in de landen goed gediscussieerd maar niet in de EOR. Men moet proberen ervaringen uit te wisselen. Toevoeging van moderator: Bij Lyonnaise des Eaux was er een speciale werkgroep beroepsopleiding, die door de EOR werd ingesteld. GDF/Suez valt niet onder de EFBH en de EOR. Daar is er een collectieve arbeidsovereenkomst over de inschatting van de toekomstige behoeften aan vaardigheden. Over het akkoord bij GDF/Suez werd onderhandeld met de steun van de EFBH in de EOR van Suez (voor zijn fusie). Controleren of leden aangesloten zijn bij een vakbond die lid is van de EFBH. De EFBH moet steun verlenen om de werknemers te organiseren. De coördinatoren zijn te weinig op de hoogte over wat zich in de vestigingen van de concerns afspeelt. Een hulpprogramma uitwerken om dit thema aan te pakken.

3 D Gezondheid / veiligheid 1) Preventiebeleid inzake beroepsrisico's 2) Preventiebeleid per soort risico (arbeidsongeval en beroepsziekte) 3) Blootstelling aan specifieke risico's (asbest, silicium, houtstof, nanotechnologieën, enz.) 4) Betrokkenheid van werknemers bij preventiebeleid 5) Deelname aan Europese gezondheids / veiligheidsdagen WG 1: Er is een probleem, want niet alle landen hebben dezelfde methode voor de berekening van de problemen op het vlak van veiligheid en gezondheid. Er is weinig informatie op internationaal niveau, maar de meeste landen hebben wel informatie. In bepaalde landen worden bepaalde risico's bijgehouden. Geen informatie over gezondheids /veiligheidsdagen. WG 2: In de meeste concerns zijn er geen veiligheids /gezondheidshandvesten. Het is moeilijk om de cijfers van de verschillende landen te interpreteren en dat maakt vergelijkingen moeilijk. WG 3: Dat is een zeer belangrijk thema. We beschikken over veel en zeer precieze statistieken. Het probleem blijft in concerns waarin er veel werknemers van onderaannemers zijn. Die worden niet bewust gemaakt van de gevaren en in het bijzonder over het risico wanneer men geen persoonlijke beschermingsuitrusting draagt. Toevoeging van moderator: Etex en Lafarge hebben een Europees comité voor veiligheid opgericht. Het zou interessant zijn om voor alle landen geldende indicatoren te definiëren. De Werkgroep Veiligheid en Gezondheid levert voortreffelijk werk. Toch is er weinig bekend over wat op dit vlak bestaat. Het zou goed zijn als informatie over de werkzaamheden van de Werkgroep Veiligheid en Gezondheid ook naar de EORsecretarissen wordt verzonden. Ook informatie verstrekken over de Europese gezondheids /veiligheidsdagen. Er moet aan informatieverstrekking worden gedaan om de veiligheidsproblemen te onderkennen. De verslagen van de verschillende comités van de EFBH moeten ook naar de leden van de EOR's worden verstuurd. Niet aarzelen om contact op te nemen met Rolf Gehring bij de EFBH voor alle problemen inzake veiligheid en gezondheid.

4 E Vergelijking van praktijken en resultaten van collectieve arbeidsonderhandelingen en arbeidsvoorwaarden in Europa F Duurzame ontwikkeling 1) Ontwikkeling van groene banen 2) Ontwikkeling van milieuvriendelijke processen en producten 3) Gebruik van gecertificeerde producten 4) Hoogte van de investeringen in onderzoek en ontwikkeling WG 1: Geen informatie over dit thema. WG 2: Het is een zeer complex thema. De cultuur in de uiteenlopende landen is zeer verschillend en we zullen nooit een gemeenschappelijk systeem kunnen vastleggen. Toevoeging van moderator: In het concern Holcim werd in alle landen een enquête over de inkomens en uitgaven van de werknemers gehouden. WG 1: Weinig informatie over groene banen. De inlichtingen over de processen en producten worden verstrekt onder andere dankzij deelname aan innovatie. Er wordt eveneens informatie gegeven over het beleid inzake onderzoek en ontwikkeling. WG 2: In de meeste concerns onderneemt men iets maar die maatregelen zijn vooral economisch en financieel geïnspireerd. WG 3: We staan aan het begin van de maatregelen op het vlak van duurzame ontwikkeling. Alles zou in de komende jaren in omvang moeten toenemen. Het is nodig dat de werknemersvertegenwoordigers participeren. Toevoeging van moderator: In het Europees Parlement zijn er discussies om het maatschappelijk verantwoord ondernemen in de bedrijven aan te moedigen. Deze tekst opent perspectieven voor een betrokkenheid van de werknemers bij dit thema. Men moet de EOR secretarissen aanmoedigen om ook zoiets te organiseren. Informatie over de praktijken inzake dit thema inwinnen.

5 G EOR 1) EOR zetels die niet voorzien zijn voor of niet door een vakbondsvertegenwoordiger bezet zijn 2) Oprichting van nationale uitwisselingsfora 3) Uitbouw van een internationaal vakbondsnetwerk in de bedrijven 4) Ondertekening van een internationaal raamakkoord WG 1: In sommige landen is er geen vakbondsvertegenwoordiging. Geen maatregelen om nationale fora in te stellen. Ook geen maatregelen voor de uitbouw van een vakbondsnetwerk. WG 2: De werknemersvertegenwoordigingsorganen verschillen van het ene land tot het andere. Moeilijk om een duidelijk inzicht te krijgen. Bij BAM is er een internationaal kaderakkoord. WG 3: In sommige ondernemingen is het moeilijk om in alle landen werknemersvertegenwoordigers te hebben. Dat is het belangrijkste probleem. Het is moeilijk contacten te leggen met de landen die het meest veraf liggen. Hulp van de EFBH voor het leggen van contacten. Algemene samenvatting: De verschillende doelstellingen van de EFBH worden op ongelijke wijze nagestreefd. Veel maatregelen op het vlak van veiligheid en gezondheid in vergelijking met de rest. Bepaalde thema's vereisen een bijzondere inspanning (beroepsopleiding, vergelijking van praktijken). Er moet worden gewerkt aan de nabijheidsrelatie tussen de EFBH en de EOR's, zodat de in het actieplan vastgelegde prioriteiten in de EOR's kunnen worden omgezet. De EFBH biedt belangrijke perspectieven op het vlak van informatie en opleiding voor EOR leden. Men dient in het bijzonder acties en scholingen per sector rond voor deze sectoren prioritaire thema's in overweging te nemen (veiligheid en gezondheid, beroepsopleiding, duurzame ontwikkeling, enz.).