Discriminatie, een (on)terecht onderscheid?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Discriminatie, een (on)terecht onderscheid?"

Transcriptie

1 Discriminatie, een (on)terecht onderscheid? Over de (on)mogelijkheden van antidiscriminatiebeleid. Trees Schopman / S Scriptie ter afronding van de Master Religie en Beleid aan de Faculteit der Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Begeleider: Dr. J. Castillo Guerra, Juni, 2011

2 Inhoudsopgave: Hoofdstuk 1: Een eerste verkenning 1.1 Inleiding Doel, probleemstelling en relevantie Onderzoeksmethode Begripsbepaling 8 blz. Deel 1: Discriminatie en verdraagzaamheid in historisch perspectief Hoofdstuk 2: De Griekse en Romeinse oudheid 2.1 Inleiding De oude Grieken De vreemdeling in Griekse samenleving Athene Sparta Griekse uitspraken over andere volkeren Van overwinnaar tot overwonnene Versnippering van het grote Macedonische rijk / 17 Hellenisering 2.7 De Romeinse wereld Romanisering De strijd tussen polytheïsme en monotheïsme Joden Christenen De ondergang van het Romeinse rijk 25 Samenvatting en voorlopige conclusie 26 Hoofdstuk 3: De middeleeuwen tot de 20 e eeuw 3.1 Inleiding Verdraagzaamheid in de Middeleeuwen Verdraagzaamheid tijdens de Renaissance en Reformatie 29 (15 e tot 17 e eeuw) 3.4 Verdraagzaamheid tijdens de verlichting (17 e en 18 e eeuw) Verdraagzaamheid na de verlichting 32 Samenvatting en voorlopige conclusie 33 Hoofdstuk 4: Nederland in de 20 e eeuw 4.1 Inleiding Migratiepatroon in Nederland Verdraagzaamheid van Nederlanders 37 Samenvatting en voorlopige conclusie 38 2

3 Deel 2: Actueel beleid en toekomstige mogelijkheden Hoofdstuk 5: Wetgeving en beleid 5.1 Inleiding Wetgeving rond discriminatie in Nederland Wetgeving alleen niet genoeg Integratiebeleid 43 Samenvatting en voorlopige conclusie 45 Hoofdstuk 6: Actuele gedachten over verdraagzaamheid 6.1 Inleiding De permissieve maatschappij Reactie op een permissieve maatschappij Polarisatie Nadere verkenning van polarisatie Formele en informele participatie Verbinding zoeken als basis voor de mogelijkheid 51 tot polarisatie 6.8 Solidariteit 53 Samenvatting en voorlopige conclusie 54 Hoofdstuk 7: Analyse van bevindingen 7.1 Inleiding Analyse van het verschijnsel discriminatie Analyse van beleidsmogelijkheden Betekenis van religie en solidariteit 60 Samenvatting en voorlopige conclusie 61 3

4 Hoofdstuk 8: Samenvatting en conclusie 8.1 Inleiding Samenvatting Discriminatie als sociaal fenomeen Discriminatie als geaccepteerd fenomeen Oorzaak van discriminatie Een nieuwe benadering Concrete suggesties 63 Conclusie 64 Literatuur 65 4

5 Hoofdstuk 1: Discriminatie, een eerste verkenning 1.1 Inleiding We leven in een tijd dat er sprake lijkt te zijn van toenemend geweld. Het is te herkennen in toenemend vandalisme op straat van graffiti tot voortdurend kapotte bushokjes en telefooncellen, maar ook in toenemend geweld tegen specifieke bevolkingsgroepen zoals Joden, Moslims en homoseksuelen. De politieke partijen in Nederland zijn zich hiervan bewust en spreken concreet hun wens uit dat racisme en discriminatie in de samenleving wordt aangepakt en tegengegaan 1. In 2003 formuleerde het ministerie van Justitie een Nationaal Actieplan tegen Racisme waarin zij meldde: Bestrijding van racisme en discriminatie is geen eenvoudige opdracht. Het is niet een kwestie van een enkele verbodsbepaling en handhaving van de rechtsorde, maar duidelijk ook een maatschappelijk ontwikkelingsproces. Vervolgens wijst de schrijver van het rapport op de veranderende samenstelling van de Nederlandse bevolking onder invloed van de migratie en constateert Bij het tegengaan van xenofobie, vooroordeel en discriminatie was tot voor kort de focus primair gericht op achterstelling van personen uit etnische minderheden door de autochtone meerderheid. Inmiddels is echter duidelijk geworden dat autochtonen niet het alleenrecht hebben op discriminatie. Incidenten tussen verschillende bevolkingsgroepen, beschimping van homoseksuele leerkrachten door jongeren en verstoring van geschiedenisonderwijs, al deze verschijnselen maken dat het veld van vooroordeel en discriminatie zich de laatste jaren aanzienlijk heeft uitgebreid. Tegen de achtergrond van de toegenomen multi-etnische tegenstellingen is de kijk op discriminatie in beweging gekomen. Ze hebben geleid tot een verscherpt maatschappelijk debat waarin het antidiscriminatiebeginsel soms op gespannen voet komt te staan met de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van godsdienst. 2 Het signaal is dat racisme en discriminatie worden gezien als belangrijke maatschappelijke problemen die niet meer acceptabel zijn in deze moderne tijd waarin gelijkwaardigheid en tolerantie belangrijke uitgangspunten zijn, en ratio en moraal superieur horen te zijn aan emotie en geloof. Op grond van de wens om discriminatie en racisme aan te pakken en liever nog uit te bannen, wil de overheid komen tot een effectieve aanpak in het bestrijden van 1 (28 april 2011) 2 Ministerie van Justitie (2003) Nationaal Actieplan tegen Racisme / Nederland, p 3 5

6 dit verschijnsel. In dit kader zijn in het verleden diverse landelijke en regionale instanties opgezet zoals de landelijke vereniging artikel 1 en de regionale antidiscriminatiebureaus. Ondanks deze initiatieven constateerde men dat slechts 10% van de voorkomende gevallen van discriminatie werden gemeld 3. De overheid verplichtte daarom de gemeenten per 28 januari 2010 om burgers op lokaal niveau toegang te bieden tot een antidiscriminatievoorziening. Ook via deze aanpak wordt echter opnieuw geconstateerd dat mensen het niet vanzelfsprekend vinden om melding te maken van discriminatie. Enerzijds blijken mensen niet altijd te geloven dat discriminatie ook daadwerkelijk effectief aangepakt kan worden en dat melding daarom zinvol kan zijn. Anderzijds blijken mensen bang te zijn voor repressieve gevolgen en vergeten ze het liefst zo snel mogelijk de nare herinnering. Bepalend hierbij is dat gebeurtenissen die als discriminerend ervaren worden, niet altijd als discriminerend erkend worden door de Commissie Gelijke Behandeling 4 of door de rechter 5. Deze schets van de praktijk roept enkele vragen op. Als eerste ontstaat de vraag in hoeverre het maatschappelijk niet acceptabel zijn van discriminatie mag leiden tot de verwachting dat racisme en discriminatie in de toekomst zijn uit te bannen. Is dit een realistische verwachting? We kennen in ons verleden meerdere beroemde denkers zoals Spinoza, Locke en Mill die wezen op het belang van verdraagzaamheid. Uit een recenter verleden kennen we de liberaal Ralf Dahrendorf, de communitarist Michael Walzer en de radicaal-democraat Jürgen Habermas. In 1948 is de Verklaring van de Universele Rechten van de Mens geformuleerd. Waarom is discriminatie dan ook in onze tijd, zelfs meer dan vroeger gezien de destijds geroemde verdraagzaamheid van Nederland, nog steeds een probleem? Dit brengt me bij mijn tweede vraag: welke zijn de mogelijkheden van de overheid om effectief beleid te ontwikkelen om racisme en discriminatie tegen te gaan? En is dit voldoende om dit hardnekkige verschijnsel daadwerkelijk aan te kunnen pakken? 1.2 Doel, probleemstelling en relevantie Samenvattend is het doel van dit onderzoek te komen tot een beter begrip van het verschijnsel discriminatie als menselijk gedrag en de aspecten die hierbij een rol spelen, om van daaruit te kunnen komen tot een bezinning op de mogelijkheden voor overheidsbeleid, een reflectie in 3 Plan van aanpak lokaal antidiscriminatiebeleid gemeente Deventer ( ), p (28 april 2011) 5 (28 april 2011) 6

7 hoeverre het bestaande beleid beantwoord aan deze mogelijkheden, eindigend in een advies ter verdere optimalisering van beleid inzake discriminatie. Mijn hoofdvraag voor dit onderzoek is: hoe is discriminerend gedrag te duiden binnen een multiculturele en pluriforme Nederlandse samenleving en welke mogelijkheden heeft een Nederlandse overheid om hier op een zinvolle en effectieve manier mee om te gaan? Mijn deelvragen zijn: Om welke reden en met welke functie vertonen mensen discriminerend gedrag in een samenleving? Is het mogelijk om discriminatie uit te bannen binnen een samenleving? Welke zijn de beleidsmogelijkheden die de Nederlandse overheid tot nu toe inzet in de bestrijding van discriminatie? Welke alternatieven heeft de Nederlandse overheid om effectief beleid te ontwikkelen om discriminatie tegen te gaan? De wetenschappelijke relevantie van dit onderwerp, gezien de hardnekkigheid maar ook de ongewenstheid van discriminerend gedrag, betreft de vraag in hoeverre dit fenomeen daadwerkelijk begrepen wordt. Er is veel geschreven over sociale cohesie en het belang van integratie. Bijvoorbeeld Bowling Alone, the collapse and revival of American community (Putnam 2000), Individualisering in wisselend perspectief (Schnabel 2004), en Onkundig en onaangepast, een theoretisch perspectief op sociaal isolement. (Machielse 2006) en over het belang van assimilatie en integratie zoals Perspectief op integratie; over de sociaal-culturele en structurele integratie van etnische minderheden in Nederland (Dagevos 2001), Uit elkaars buurt, de invloed van etnische concentratie op integratie en beeldvorming. (Dagevos & Gijsberts 2005) en Stedelijk burgerschap: een wetenschappelijke overzichtsstudie (Denters 2005). Meerdere denkers hebben zich in het heden en verleden uitgesproken over de onwenselijkheid van ongelijke behandeling en onverdraagzaamheid. Desondanks heeft dit niet geleid tot een maatschappij waarin discriminatie niet meer voorkomt. De vraag rijst dan of wij dit verschijnsel wel in haar ware kern begrijpen. De maatschappelijke relevantie is erin gelegen dat een werkelijk begrijpen van dit fenomeen zal leiden tot andere mogelijkheden om dit fenomeen beleidsmatig te benaderen hetgeen bij zal dragen aan een effectievere aanpak van ongewenste discriminatie. 1.3 Onderzoeksmethode 7

8 De poging beleid te ontwikkelen tegen ongewenste discriminatie is, vergeleken bij het bestaan van de Nederlandse samenleving, van vrij recente datum. Wij zijn daardoor geneigd discriminatie pas in ogenschouw te nemen vanaf het moment dat het voor ons problematisch werd. Dit kleurt onze waarneming en kan tot een vervormde analyse leiden. Om dit te voorkomen onderzoek ik in het eerste deel van mijn scriptie het verschijnsel discriminatie in een uitgebreid historisch perspectief, te beginnen bij de Griekse en Romeinse oudheid. Daarna beschrijf ik de relevante ontwikkelingen rond discriminatie en onverdraagzaamheid van de middeleeuwen tot aan de 20 e eeuw. Vervolgens spits ik mijn onderzoek toe op de Nederlandse samenleving met een extra focus op de periode waarin we migratie en discriminatie als problematisch gingen ervaren. In het tweede deel van mijn scriptie focus ik mij op het Nederlandse beleid zoals dat tot nu toe is ontwikkeld en geïmplementeerd. Ik vergelijk de actuele zienswijzen rondom beleidsvorming met mijn bevindingen van het verschijnsel discriminatie in historisch perspectief. Op deze basis probeer ik alternatieven te ontwikkelen of aan te wijzen in de huidige gedachtegang, die nieuwe aanknopingspunten geven voor beleidsvorming tegen discriminatie. Op deze manier krijgt mijn kwalitatief, exploratief onderzoek vorm volgens de gefundeerde theoriebenadering en het bureauonderzoek. Mijn onderzoek is kwalitatief omdat ik mij richt op de beschrijving van het verschijnsel discriminatie om zo tot een interpretatie te komen die aanknopingspunten biedt voor nieuw te formuleren beleid. Ik kies voor deze benadering omdat discriminatie op dit moment een negatieve conotatie heeft terwijl het tegelijkertijd een onuitroeibaar fenomeen lijkt te zijn. Wil ik nieuwe zienswijzen kunnen ontwikkelen dan moet ik het verschijnsel als nieuw en zonder enig vooroordeel of belemmerende voorkennis kunnen benaderen. Vanwege de noodzaak tot een dergelijke onbevooroordeelde benadering noem ik mijn onderzoek eveneens exploratief. Dit betekent dat ik mij in eerste instantie geen restricties opleg in mijn onderzoek door theorieën zoals die op dit moment over discriminatie bestaan. In tweede instantie zullen deze zeker ten tonele verschijnen om bestaande bevindingen aan te toetsen. De gefundeerde theoriebenadering betekent dat ik via de voorheen geschetste aanpak stapsgewijs wil komen tot een theorie over het verschijnsel discriminatie en de mogelijkheden voor beleid hierin. Ik noem mijn onderzoek een bureau onderzoek omdat, naast mijn praktijkervaring bij het meldpunt discriminatie Deventer, vooral literatuur en artikelen de bronnen zijn voor mijn onderzoek. 1.4 Begripsbepaling 8

9 In mijn onderzoek staan twee termen centraal te weten discriminatie en racisme. Volgens de Conventies van de Verenigde Naties betekent raciale discriminatie elke vorm van onderscheid, uitsluiting, beperking of voorkeur op grond van ras, huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming die ten doel heeft de erkenning, het genot of de uitoefening, op voet van gelijkheid, van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel gebied, of op andere terreinen van het openbare leven, teniet te doen of aan te tasten, dan wel de tenietdoening of aantasting daarvan ten gevolge heeft. 6 De term racisme wordt echter in meerdere betekenissen gebruikt waardoor er tijdens discussies verwarring over de precieze implicatie van de term ontstaat. Andere woorden voor racisme zijn xenofobie (angst voor vreemdelingen) en etnocentrisme (de eigen culturele waarden en normen als uitgangspunt nemen). Andere definities van racisme zijn de opvatting dat het ene ras superieur is aan het andere en, daaruit voortvloeiend, dat ten aanzien van het ene ras andere maatstaven kunnen (mogen) worden aangelegd dan ten aanzien van het andere. (van Dale, groot woordenboek der Nederlandse taal, 1984) en de opvatting dat ras de belangrijkste bepaler is van menselijke eigenschappen of vermogens, en dat raciale verschillen de basis vormen van de inherente superioriteit of inferioriteit van een bepaald ras boven een ander ras (Merriam-Webster Dictionary) 7 Ook voor het begrip discriminatie geldt dat het niet helemaal eenduidig is. Letterlijk betekent discrimineren het maken van onderscheid 8. In de van Dale (1984) wordt discriminatie gedefinieerd als verwerpende onderscheiding, achterstelling, het uitscheiden van iets of iemand uit een groep als afkeuring, afwijkende behandeling in ongunstige zin. Het zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun sekse, ras, godsdienst of levensovertuiging. En aanvullend in dezelfde definitie positieve discriminatie is voorkeursbehandeling. De Nederlandse overheid beschrijft discriminatie als volgt: Discriminatie betekent dat er onterecht verschil wordt gemaakt in de behandeling van mensen. Zo kan er onder meer worden gediscrimineerd op basis van geslacht, godsdienst, handicap, leeftijd, afkomst, huidskleur, ras, burgerlijke staat en seksuele voorkeur. Het maken van onderscheid hoeft niet altijd discriminatie te zijn. Bij discriminatie gaat het erom dat er verschil wordt gemaakt op basis van kenmerken die er 6 Tekst_Internationaal_verdrag_inzake_de_uitbanning_van_alle_vormen_van_rassendiscriminatie (26 mei 2011) 7 (26 mei 2011) 8 (26 mei 2011) 9

10 niet toe doen 9. In de verdere beschrijving van mijn onderzoek zal de term discriminatie voorop staan waarbij ik racisme niet uit het oog verlies, maar het als argument om te discrimineren mee zal nemen in mijn verdere beschrijving van het verschijnsel discriminatie. Deel 1: Discriminatie en verdraagzaamheid in historisch perspectief Hoofdstuk 2: De Griekse en Romeinse oudheid 2.1 Inleiding De bijdrage van geschiedenis is natuurlijk dat je met de benefit of hindsight, terugblikkend op een langere periode, meerdere groepen en omstandigheden, meer kunt zeggen over de bepalende factoren binnen het vestigingsproces. Zeker bij het onderwerp migratie neigt men ernaar te denken dat het om eenmalige gebeurtenissen gaat. Maar migratie is er altijd geweest. (Uitspraak van professor Dokter Rinus Penninx) 10 In dit hoofdstuk wil ik onderzoeken hoe de Grieken en Romeinen omgingen met de vreemdelingen in hun midden. De Grieks-Romeinse tijd bestrijkt de oudheid en de middeleeuwen tot ongeveer 500 n. Chr. Ze biedt boeiend materiaal ter bestudering van het verschijnsel discriminatie waarin herkenbaar wordt dat dilemma s uit de oudheid ook nu nog zeer actueel zijn. Ik beschrijf het ontstaan van de Griekse samenleving (paragraaf 2), de onderlinge verschillen tussen Athene en Sparta (paragraaf 3) en de manier waarop de Grieken over de ander dachten (paragraaf 4). Vervolgens beschrijf ik hoe de Grieken overwonnen worden door de Macedoniërs en hoe het hen vergaat als de ander onder regie van een ander volk (paragraaf 5) en welke invloed een gewaardeerde cultuur heeft op de omringende culturen (paragraaf 6). Aansluitend beschrijf ik de opkomst van het Romeinse rijk (paragraaf 7) en hoe zij hun cultuur opleggen aan de door hen overwonnen staten (paragraaf 8). Ik rond dit hoofdstuk af door expliciet stil te staan bij het spanningsveld van monotheïstische godsdiensten temidden van een polytheïstische cultuur (paragraaf 9), waarna ik de ondergang van het Romeinse rijk beschrijf (paragraaf 10). Ik sluit af met een samenvatting en een voorlopige conclusie. De informatie die ik hier weergeef is ontleend aan Meijer (2008), 9 (28 april 2011) 10 (26 mei 2011) 10

11 Naerebout & Singor (2008) en de Sesam Atlas bij de wereldgeschiedenis deel 1 (2007). Daar waar relevant vul ik dit aan met informatie uit digitale bronnen. 2.2 De oude Grieken Via Homerus ontstaat er rond 800 v. Chr. voor het eerst zicht op de indeling van de vroeg Griekse (Myceense) samenlevingen (1600 tot 1200 v. Chr.). Uit zijn verhalen blijkt dat er in die tijd een onoverbrugbare kloof was tussen een kleine elite van helden die als koningen in hun burchten heersten, en de overige bewoners. De gemeenschap bestond verder uit slaven en verschoppelingen (thètes) waarvan de laatsten minder werden gerespecteerd dan slaven. Verschillen tussen mensen waren vanzelfsprekend en algemeen geldend was het recht van de sterkste. Men veronderstelde dat de goden de samenleving op deze manier geordend hadden en alle mensen moesten zich daarom naar deze indeling schikken. De Myceens beschaving is waarschijnlijk geëindigd door een crisis in de interne paleiseconomie veroorzaakt door natuurrampen, in combinatie met de inval van Doriërs ( v.v Chr.). De Myceense samenlevingen vielen daarna uit elkaar in kleine nederzettingen waarvan niet veel sporen terug te vinden zijn. In de 9 e eeuw v. Chr. begon de bevolking weer te groeien en ontwikkelden de kleine gehuchten zich tot dorpen en enkele stadjes. Een eeuw later ontstond er een politieke structuur in de kleine samenlevingsvormen waarbij de leiding werd gelegd in de handen van een sterke man die basileus (koning) werd genoemd. Hij moet gezien worden als eerste onder zijns gelijken. Deze constructie was aanleiding tot voortdurende uitdaging van de macht door andere sterke mannen, waardoor na verloop van tijd de macht gedeeld werd met meerderen en er een aristocratische raad ontstond die het beleid bepaalde. Op deze manier ontstonden de poleis, de kleine stadstaten van Griekenland. Deze poleis waren onafhankelijk van elkaar en in eerste instantie vooral intern georiënteerd. Pas later ontstond de drang om de buitenwereld te ontdekken, onder invloed van de berichten van de barden en de eerste avonturiers die beladen met sieraden, goud en zilver weer thuis kwamen. Door interne machtstrijd binnen de aristocratische leiding van de poleis voelden de verliezers steeds meer de drang om de buitenwereld in te gaan en hun geluk elders te zoeken. Hierin werden zij gevolgd door boeren die door de groei van de poleis geconfronteerd werden met een groeiend tekort aan landbouwgrond. Uiteindelijk ontstond op deze manier, begin 8 e eeuw v. Chr., een ware kolonisatiegolf, en inherent daaraan contact met andere volken en culturen waardoor de behoefte aan een eigen herkenbare identiteit toenam. De verschillen met andere volken uitten zich in verschil van gewoonten en godsdienst, maar het meest opvallende was wel het verschil in taal. Op grond van dit taalverschil ontstond de 11

12 term barbaren voor niet-grieken. In eerste instantie duidde dit begrip slechts het verschil tussen Grieken en niet-grieken aan, pas later is daar de betekenis minderwaardig aan toegevoegd. De goden waren een belangrijk oriëntatiepunt in de identiteit van de Grieken. Ze dienden als voorbeeld voor heldhaftig gedrag. In tegenstelling tot de Mycenen achtten de Grieken de goden niet verantwoordelijk voor de fysieke ordening van de wereld. De verwachting was echter wel dat de goden bijstand verleenden bij natuurrampen, bij het handhaven van de rechtsbeginselen in de steden en bij andere calamiteiten. Het offeren en in ere houden van goden werd daarom belangrijk geacht. Deze polytheïstische religie verbond de Grieken cultureel met elkaar ondanks de politieke versnippering in diverse stadstaten. Om deze verbondenheid te benadrukken ontstond de term hellenen om aan te duiden dat de Grieken ondanks hun versnippering gemeenschappelijke wortels hadden. Tempels zoals die van Zeus, Apollo en andere goden, maar ook een sportevenement zoals de Olympische Spelen waren een uiting van die gemeenschappelijkheid. Kenmerkend was dat de Grieken zich sterk bezig hielden met hun gemeenschappelijke identiteit, zich in deze superieur voelden aan andere volkeren, maar deze culturele verbondenheid niet vertaalden in een onderlinge solidariteit. Vooral Sparta en Athene waren elkaars rivalen. Dit verzwakte hun positie in de Perzische oorlog. Uiteindelijk overleefden ze de Perzische oorlog waardoor de politieke en geestelijke vrijheid van de Grieken behouden bleef en de Griekse cultuur zich verder kon ontwikkelen. Nu de externe dreiging van de Perzen was weggevallen probeerden Athene en Sparta andere staten van Griekenland voor zich te winnen. Dit trok een spoor van verdeeldheid door Griekenland waardoor uiteindelijk de Peloponnesische Oorlog ontstond ( V. Chr.), een Griekse burgeroorlog die het einde van Griekenland als middelpunt van het wereldgebeuren betekende. 2.3 De vreemdeling in Griekse samenleving Athene Na de Perzische oorlog trokken velen naar Athene om daar economische welvaart te zoeken. Sommigen bleven er enkele maanden en werden gezien als vreemdeling (xenoi), maar anderen vestigden zich er permanent en kregen de naam metoikoi om hen te onderscheiden van de nieuwkomers en de oorspronkelijke burgers van Athene. De metoikoi waren weliswaar Grieken, maar werden toch gezien als indringers die niet geworteld waren in Athene en er ondertussen wel de vruchten van wilden plukken. De Atheense overheid stelde zich tot 450 v. Chr. redelijk coulant op tegenover deze groepering en verleende de kinderen van wie één van 12

13 beide ouders Atheense burgerrechten had, eveneens burgerrechten. Na dit tijdstip stelde de overheid zich strenger op en werden slechts die kinderen burgerrechten gegeven waarvan beide ouders Atheense burgers waren. Door de grote toestroom van metoikoi was er een grote angst dat vreemdelingen de oorspronkelijke bewoners zouden overvleugelen, hun plaats op de arbeidsmarkt in zouden nemen en een rol van betekenis zouden gaan spelen in de volksvergadering. Deze angst, gevoed door de bijkomende gedachte dat Atheners eigenlijk beter waren dan de andere Grieken gezien hun rechtstreekse afstamming van de mythologische stadsstichters, maakte dat ze zich steeds meer af gingen zetten tegen de vreemdelingen in hun midden. Dit leidde tot een juridisch zwakke positie van de metoikoi. Ze werden verplicht tot het betalen van een speciale belasting, konden zich slechts nuttig maken in handel en nijverheid en hadden geen burgerrechten. Het werk dat ze deden had geen aanzien bij de Atheners, maar bracht wel veel geld op en deze economische voordelen wogen op tegen de laatdunkende en discriminerende houding van de oorspronkelijke Atheners. Daarom bleef de stroom vreemdelingen maar aanhouden. De welvaart maakte het eveneens mogelijk dat in tijden van oorlog ze een extra bijdrage konden leveren om de oorlogsschepen in de vaart te houden. Dit maakte hen tot weldoeners van de stad waardoor het voor Atheners gemakkelijker was om de metoikoi in de dagelijkse omgang te respecteren. Deze positie gaf hen echter nog niet automatisch burgerrechten of het recht om bij officiële manifestaties aanwezig te zijn. Ook bij religieuze feesten en in de theaters zaten ze apart van de oorspronkelijke Atheners. De slaven, die ontstonden door overwinning op andere volken of door geboorte uit andere slaven, vormden naast de metoikoi nog weer een aparte sociale klasse. Critici wezen er soms op dat niemand van nature slaaf was, toch werd slavernij als een door de natuur bepaald verschijnsel beschouwd. Er was onderscheid tussen de slaven in de stad, die merendeels in staatseigendom waren en de slaven in de mijnen en op het platteland. De eersten hadden het vele malen beter dan de twee laatste groeperingen. Slaven mochten bij wet niet zonder reden mishandeld of ter dood gebracht worden, maar aangezien ze niet gezien werden als persoon konden ze zich amper verweren tegen een slechte behandeling. Als slaven vrijgelaten of vrijgekocht waren behoorden ze tot de metoikoi, maar op hun beurt waren ze binnen deze groep niet gelijkwaardig aan de oorspronkelijke metokoi, zeker als ze niet-grieks waren. De manier waarop er met de spanningen binnen de diverse bevolkingsgroepen werd omgegaan was enerzijds via vermijdingsgedrag, anderzijds werd er vrij pragmatisch met elkaar omgesprongen als er economische belangen in het spel waren. Dan tolereerde men elkaar en zocht naar manieren van samenwerking, eventueel via afgevaardigden als een 13

14 rechtstreekse omgang te belastend was. De bloeiende economie van Athene was reden genoeg om elkaar te verdragen en het gelijkheidsideaal van de Atheense democratie gaf hier, ondanks conservatieve kritiek en het behoud van allerlei sociale klassen, mede vorm aan. 14

15 2.3.2 Sparta In Sparta ging het er heel anders aan toe. Sparta had zich in de 10 e eeuw v. Chr. gevestigd in Laconië en de daar wonende Dorische bevolking aan zich onderworpen. Van daaruit had ze zich vooral gericht op overwinning en onderwerping van de omringende Messeense volken. Het economische leven was meer gebaseerd op de broodnodige levensbehoeften dan op de luxe die kenmerkend was voor Athene. Daarnaast kende haar samenleving een militaire discipline en was er geen belangstelling voor kunst en cultuur. Naarmate de militaire ideologie zich verscherpte verhardde zich de repressie voor de onderworpenen. De heloten (krijgsgevangenen) werden gedwongen landbouw en andere taken te verrichten die de Spartanen beneden hun waardigheid achtten. Naast de heloten was er een minderheid van perioiken (omwonenden van Sparta). De perioiken waren weliswaar vrij en woonden in eigen gemeenschappen, niettemin was autonomie niet voor hen weggelegd en waren ze gehoorzaamheid verschuldigd aan de Spartaanse koningen. Ze konden zich ook niet aan hun status onttrekken door weg te gaan, het was ten slotte hun geboortegrond. Ondertussen werd de Spartaanse burgers verboden zich met handel in te laten en rijkdom na te streven, en werd er gestreefd naar een onderling gelijke levenswijze en een gelijke voedselbijdrage. Fysieke schoonheid gold als een sieraad, maar dure kleding en andere opsmuk werd niet gewaardeerd. Te veel bezit werd zelfs bestraft. De Spartanen waren veruit in de minderheid vergeleken bij de aantallen mensen die ze controleerden en onderdrukten, maar door het verbod op het zelf drijven van handel en nijverheid waren ze afhankelijk van de heloten en perioiken, terwijl zij zich ondertussen bezig hielden met militaire taken. De Spartanen beschouwden zichzelf op grond van hun militaire training, bewapening en mentale weerbaarheid als superieur aan andere omringende bewoners. Ze waren zich echter bewust dat ze een minderheid vormden en maakten daarom bewust onderscheid tussen de heloten en de perioiken als een verdeel en heers -principe. Hiermee wilden ze voorkomen dat deze twee groeperingen zich in een verbond tegen de Spartanen zouden keren. Vanaf 460 v. Chr. begonnen de Spartanen perioiken in te lijven in hun legers. Waarschijnlijk gebeurde dit omdat ze te weinig Spartanen hadden om effectief te kunnen blijven strijden. Dit inlijven gebeurde weliswaar met instandhouding van aparte contingenten voor perioiken binnen hun legers maar leidde niettemin tot enige normalisatie van de verhoudingen. De perioiken bleven echter tweederangsburgers. In tegenstelling tot wat gangbaar was in Athene waren alle heloten (slaven) bezit van de staat. Een slavenmeester mocht niet zelfstandig beslissen om een slaaf vrij te laten. Gezien hun positie is het 15

16 begrijpelijk dat de heloten wrok voelden voor de hen onderdrukkende Spartanen. Ze durfden echter niet in opstand te komen en werden geïntimideerd door bizarre praktijken als de krupteia 11. Omdat de Spartanen kampten met natuurrampen en hun machtspositie ten opzichte van de Atheners moesten handhaven deden ze steeds meer water bij de wijn en namen de heloten geleidelijk meer op in hun samenleving. Zo namen Spartaanse mannen vaker een helotenvrouw als maîtresse waarbij de mannelijke kinderen voortkomend uit een dergelijke verbintenis, weliswaar tweederangsburgers bleven, maar een vergelijkbaar opvoedingsproces doorliepen als de Spartaanse zonen. Geleidelijk werden ook heloten steeds meer opgenomen in de Spartaanse legers, eerst als wapendragers en daarna als nieuwe burgers (neodamodeis).tot een massale vrijlating of erkenning als gelijkwaardigen is het echter nooit gekomen onder Spartaanse leiding. 2.4 Griekse uitspraken over andere volkeren. Zowel in Sparta als in Athene leidde de grotere verdraagzaamheid ten opzichte van oorspronkelijk minderwaardige groeperingen en andere volkeren tot kritiek van diverse beroemdheden. Perzen werden betiteld als een gedegenereerd volk, die volgens Xenophon tekenen van morele zwakte, verwijfdheid en corruptie vertonen en zich uitleven in seksuele schandalen, en waarschuwt hij als de Grieken in het Perzische rijk achterblijven, zullen ze geïnfecteerd worden door ledigheid, door een verlangen naar weelde en maîtresses, en zal het heimwee naar hun geboortegrond verdwijnen 12. Ook Isocrates liet zich in niet mis te verstane bewoording uit over de Perzen. Ze dompelen hun lichamen in de weelde van hun rijkdom. Hun ziel wordt vernederd en geterroriseerd door de monarchie. Ze laten zich bij het koninklijk paleis inspecteren, werpen zich op de grond, bedrijven iedere vorm van onderdanigheid en vallen op hun knieën voor een sterfelijke man die ze als een god aanspreken, en bekommeren zich minder om de goden dan om de mensen 13. De bekende filosoof Plato laat zich in woorden van gelijke strekking uit over Egyptenaren en Phoeniciërs, en sluit zich volgens Meijer daarbij aan bij de destijds in Athene gangbare opvatting dat alle niet-grieken van nature onderdanig zijn, omdat ze intelligentie ontberen en inferieur en lachwekkend zijn. Ook Aristoteles citeert hij met de woorden Sommigen zijn duidelijk vrij 11 een jaarlijks gebeuren waarbij jonge Spartaanse mannen als inwijdingsritueel in de volwassenheid s nachts met een dolk de straat opgingen om zo veel mogelijk heloten te doden. 12 Meijer (2007) Vreemd Volk, p Meijer (2007) Vreemd Volk, p

17 van nature, anderen zijn slaaf van nature, en voor hen is slavernij zowel voordelig als rechtvaardig 14. Andere volkeren waren per definitie minderwaardig aan de Grieken omdat zij van mening waren dat Griekenland de navel van de wereld was en gezien haar klimaat noodzakelijkerwijs het beste volk had. 2.5 Van overwinnaar tot overwonnene Tijden veranderen echter, en het onoverwinnelijke Griekenland dat zich had uitgeput door de rivaliserende strijd tussen Athene en Sparta, werd op haar beurt overwonnen door Philippus II van Macedonië. Dit gebeurde in het midden van de 4 e eeuw. De Macedoniërs waren vooral boeren en herders, leefden op de Macedonische vlakten en hooglanden en hadden qua cultuur niet zoveel gemeen met de Grieken. In tegenstelling tot de gebruikelijke houding van de Grieken bij overwinningen, deed Phillipus er alles aan om door de Grieken geaccepteerd te worden nadat hij ze overwonnen had. Hij bewonderde de Griekse cultuur en behandelde de Grieken met respect. Macedonië had zijns inziens veel te leren van de Grieken. Daarom omringde hij zich met Griekse intellectuelen en stelde Aristoteles aan om zijn zoon Alexander te onderrichten en op te voeden. Aristoteles zou Alexander o.a. geadviseerd hebben om een gerechtvaardige oorlog tegen de Perzen te beginnen. Volgens Plutarchus zou Aristoteles Alexander o.a gezegd hebben de Grieken als familie en vrienden tegemoet te treden, maar zich tegenover andere volkeren op te stellen alsof ze planten en dieren waren 15. Toen Alexander de Grote ( ), in zijn 20e jaar bij het overlijden van zijn vader de leiding over het land nam, heeft hij deze raad van Aristoteles echter niet opgevolgd. Evenals zijn vader benaderde hij volkeren nadat hij ze overwonnen had, met respect en zocht naar manieren om de volkeren met elkaar te laten integreren. De Grieken, die zich onmiskenbaar superieur bleven voelen, trokken in het voetspoor van Alexander naar Perzië en werden daar geconfronteerd met hun eigen vooroordelen toen ze de Perzische beschaving leerden kennen. Pas toen kreeg de vreemdeling een gezicht en zagen ze zich vanwege hun positie gedwongen de oorspronkelijk neerbuigende houding te laten varen en een realistischere houding aan te nemen tegenover andere volkeren. Alexander beschouwde de Perzen zeker niet als minderwaardig, zoals het Griekse volk de Perzen in principe wel bekeek. Door de noodzaak en zijn behoefte om volkeren aan zich te binden om zo één gemeenschappelijk volk te worden, benaderde Alex de overwonnen volken 14 Meijer (2007) Vreemd Volk, p.76 Citaat van Aristoteles uit Politica. 15 Meijer (2007) Vreemd Volk, p.79. Een citaat van Plutarchus uit Moralia. 17

18 op een uiterst pragmatische manier. Hij ging huwelijkse verbintenissen aan met dochters van overwonnen koningen en legde dit soort verbintenissen eveneens op aan zijn legerleiding. Ook vermengde hij belangrijke volksrituelen met elkaar zoals de koninklijke begroeting en het eren van de goden. Hij moest bij overwinning van een volk het verzet breken en tegelijkertijd volkeren aan zich binden omdat een dergelijk groot rijk niet meer te besturen viel zonder inzet van de oorspronkelijke bevolking. Daarom beloofde hij de elite van het overwonnen volk een toekomstige bestuurspositie in zijn grote rijk. Ondertussen werd het Macedonische leger gebarbariseerd, hetgeen inhoudt dat de plaats van de oorspronkelijke Grieks-Macedonische soldaten nu werd ingenomen door soldaten uit allerlei andere overwonnen volken. De voormalige soldaten bleven achter in diverse steden en dorpen van het overwonnen land en vestigden zich daar. De Griekse cultuur, die door de Macedonische overwinnaars als een voorbeeldcultuur werd gezien, verspreidde zich daardoor meer en meer. 2.6 Versnippering van het grote Macedonische rijk / Hellenisering Na Alexanders dood in 323 v. Chr., voordat hij zijn toezegging van deelname aan het bestuur door de onderworpen elite had weten te realiseren, viel de macht over zijn rijk in handen van zijn generaals. Deze ontdeden zich met graagte van de door Alexander opgelegde huwelijkse verbintenissen en trokken alle macht weer aan zich en aan de eigen Macedonisch-Griekse elite. Door onderlinge machtstrijd van Macedonische leiders viel het grote rijk vervolgens uiteen in meerdere kleinere rijken. Hun macht probeerden ze te versterken door zich te associëren met een beschermgod. Als afgeleide hiervan presenteerden zij zichzelf als goddelijke koningen. Zo ontstond de heersercultus. De Griekse cultuur was ondertussen overal de dominante cultuur geworden. Dit was te herkennen aan de inrichting van de steden, evenals aan de gemeenschappelijke taal (koinègrieks) die overal in de door Grieken bewoonde wereld gesproken kon worden. Vooral de gemeenschappelijke taal gaf de inwoners een gevoel van verbondenheid. Lokale bewoners die carrière wilden maken moesten dus eerst de taal en de gewoonten van de Grieken overnemen. Zo kregen ze toegang tot de gymnasia en de verschillende herensociëteiten of dinerclubs. Pas als ze deze weg doorlopen hadden werden ze geaccepteerd door de Grieks-Macedonische bovenlaag van de samenleving. De autochtonen hadden in eerste instantie een hekel aan hun overheersers en zoals hun overwinnaars zich liever niet mengden met de inheemse bevolking, zo wilde de inheemse bevolking zich evenmin mengen met hun bezetters. Velen voelden zich vanwege de repressie genoodzaakt huis en haard te verlaten en hun geluk elders te zoeken. Ze werden vaak 18

19 arbeiders in de grotere steden waar ze in eigen wijken woonden en zo een eigen gemeenschap vormden. Deze waterscheiding van volkeren zag je in alle grote steden zoals Babylonië, Jeruzalem en Alexandrië. Ondanks dat economische activiteiten de groeperingen noodzaakten elkaar te accepteren en een omgang met elkaar te vinden, bleven de formele posities voorbehouden aan de Grieks-Macedonische bovenlaag van de bevolking en werden officiële feesten gescheiden gevierd. Overal was er sprake van multiculturaliteit. Zo zag je een gemengde bevolking van Perzen, Bayloniërs, Joden, Syriërs en Griekse kolonisten in Babylon. Alexandrië, als nieuw gebouwde stad was een centrum voor gelukzoekers en daarom een ware smeltkroes van allerlei nationaliteiten. Naast de Grieks-Macedonische bevolking waren de Egyptenaren en de Joden de grootste groepen in deze stad. Aangezien hun positie echter beduidend minder was dan die van de Grieks-Macedonische bovenlaag was er de nodige wrijving. De Joodse en Egyptische groeperingen lieten zich daarnaast ook nog eens denigrerend uit ten opzichte van elkaar uit wat de nodige, soms dodelijk aflopende conflicten opriep. De nieuwe Alexandrische leefwereld conflicteerde vooral met de oude Joodse gewoontes en monotheïstische geloofsovertuiging. Toch hebben de Joden uiteindelijk eieren voor hun geld gekozen en hebben ze, zonder mee te gaan in de polytheïstische religie van de Grieken, zich meer met de Griekse taal en gewoontes verzoend. Vooral in Jeruzalem, de heilige stad van de Joden, stond de Joods identiteit op het spel. De Joden beschouwden zich als oudste van alle volkeren. Ze waren Alexander uit pragmatische overwegingen nederig en vriendelijk tegemoet getreden om niet helemaal onder de voet te worden gelopen. Dit had tot een permissieve houding van Alexander geleid waarbij hij de Joden de belofte had gedaan dat zij, niet alleen in Jeruzalem maar ook in Babylon en Medië volgens hun eigen geloofswetten mochten leven. Ook hun latere Egyptisch-Griekse overheerser, Ptolemaeus had een welwillende houding tegenover de Joden waardoor hij op zijn beurt door de Joden werd gerespecteerd. Later werd Jeruzalem weer veroverd door de Grieks-Syrische koning Antochië die de verdere hellenisering en met name de polytheïstische religie aan de Joden opdrong. De Joden verzetten zich hier hevig tegen. Dit leidde er later toe dat zij een verbond zouden sluiten met de Romeinen om verdere onderdrukking tegen te gaan. 2.7 De Romeinse wereld Rome ontstaat rond 750 v. Chr uit de samenvoeging van Latijnen en Sabijnen onder Etruskische invloed. De bevolking bestaat in principe uit boeren, herders en handwerklieden. Koningen werden aangesteld met goedkeuring van de goden. Het schrift wordt overgenomen 19

20 van de Grieken in Zuid-Italië en hieruit ontwikkelt zich het latijns 16. De Romeinen hadden bewondering en respect voor de Griekse cultuur en implementeerden al Griekse gewoonten en goden voordat ze de Grieken overwonnen hadden. De Romeinen waren uiterst competitief en wilden overal de beste in zijn. Hun expansiedrang nam dermate vormen aan dat ze wisten dat ze numeriek niet in staat zouden zijn om alle overwonnen volkeren onder de duim te houden. Dit bracht hen er toe overwonnen volkeren in te sluiten in hun samenleving. Zoals Meijer het omschrijft..het werd de opmaat voor een politiek die de omgang van de Romeinen met de verslagen tegenstanders in de volgende eeuwen zou kenmerken: geen definitieve buitensluiting, maar een opname in hun midden, als ze er maar van overtuigd waren dat de verliezers bereid waren een bijdrage te leveren aan de grootsheid van Rome 17. De Grieken in Zuid-Italië moesten het in de 3 e eeuw ontgelden toen ze werden ingelijfd door Rome. Dit was een vreemde en frustrerende ervaring voor hen omdat wel duidelijk was hoezeer de Romeinen de Griekse cultuur bewonderden terwijl de Grieken de Romeinen op hun beurt als barbaren beschouwden. Toch moesten ze zich ondergeschikt maken aan deze barbaren. Bij elke opvallende gebeurtenis of militaire overwinning introduceerden de Romeinen nieuwe Griekse goden in hun eigen cultuur. Op deze manier helliniseerde het Romeinse Rijk, zonder dat de Grieken de heersers waren. In de 2 e en 1 e eeuw v. Chr. was het zover dat de Romeinen over de hele mediterrane wereld heersten. Rome kende in die tijd een half miljoen inwoners die er hun geluk zochten en kenmerkte zich als een ware smeltkroes van nationaliteiten. De bevolking bestond uit teleurgestelde, verpauperde boeren van het platte land van Italië, vreemdelingen uit alle delen van het Romeinse rijk en slaven. De Romeinen stonden open voor alles wat de nieuwelingen meebrachten aan verworvenheden en tradities. Ze waren niet zo kieskeurig als de Grieken met het toekennen van burgerrechten aan vreemdelingen. Als de vreemdelingen er zelf niet in slaagden de burgerrechten te verwerven, dan werden ze wel toegekend aan hun kinderen of kinds-kinderen. Op deze manier vond er een snelle integratie plaats. Niet iedereen was echter even gelukkig met de nieuwkomers. Een kleine groep orthodoxe Romeinen verfoeiden al die nieuwigheden die met het vreemde volk meekwamen. Rome was volgens hen op eigen kracht en door strikte naleving van de eigen normen groot geworden en het kon niet zo zijn dat vreemde gebruiken de overhand kregen. Ze zetten zich vooral af tegen Grieken omdat deze toch vaker dan de andere vreemdelingen hogere posities 16 Sesam (2007) Atlas bij de Wereldgeschiedenis, deel 1, p. 73 Stichting van Rome 17 Meijer (2007) Vreemd Volk, p

21 bekleedden. O.a. Cicero verklaarde dat een te grote sympathie voor de Griekse opscheppers tot een afname van de traditionele Romeinse deugden zou leiden. Hij geloofde in de superioriteit van het Romeinse volk en liet zich laatdunkend uit over andere volkeren. De immigranten merkten niet zoveel van de kritiek. Ze leefden dicht op elkaar in volkswijken en hadden geen last als ze zich hielden aan de regels en de verplichtingen. De arme Romeinse burgers protesteerden eveneens tegen de grote toestroom van vreemdelingen omdat deze concurrenten waren op de arbeidsmarkt. Zij wisten zich echter verzekerd van materiële ondersteuning in ruil voor hun stem bij Senaatsverkiezingen. Dus ook die protesten namen geen al te ernstige vormen aan. Daarom was er de laatste eeuwen van de republiek geen strikt toelatingsbeleid voor de stad Rome. 2.8 Romanisering De uitbreiding van het Romeinse Rijk en de bijbehorende romanisering continueerde zich en het rijk werd steeds groter. Overwonnen volkeren kenden de eerste tijd na de onderwerping een zware tijd. Ze werden als minderwaardig behandeld en uitgebuit. De Romeinen herkenden echter, evenals Alexander destijds, dat het rijk te groot zou worden en dat ze deze grote getale aan vreemde volkeren niet onder de duim zouden kunnen houden. Daardoor veranderden ze hun strategie, zagen de overwonnen vooral als nieuwe Romeinse onderdanen die er net zoals de oorspronkelijke Romeinen belang bij zouden moeten hebben dat het goed ging met Rome en het Romeinse rijk. Ze wilden de elites van de overwonnen volkeren betrekken bij het bestuur van het Rijk. Deze bleven echter wantrouwig en vele opstanden in de vorm van burgeroorlogen waren het gevolg. De eerste Romeinse keizer, Octavianus Augustus (63 v. Chr 14 n. Chr.) slaagde er wel in de provincialen en de Romeinen bij elkaar te brengen. Hij verwierf daardoor een groot aanzien en werd zelfs met goddelijke verering overladen. Zo ontstond er in navolging van de heersercultus in Griekenland een Augustuscultus, waarbij men hem beschouwde als de weldoener die een einde had gemaakt aan alle burgeroorlogen, en vrede en welvaart had gebracht. De Romeinse cultuur was door haar open houding naar andere culturen een mengcultuur geworden die daardoor op haar beurt door de provincialen weer gemakkelijker te accepteren was. Daarnaast bonden de Romeinen overwonnen volkeren aan zich door in eerste instantie de elite burgerrechten te geven, maar in latere instantie ook andere burgers. Daardoor werd iedereen als het ware Romein. De vele overwonnenen die als soldaat in het legioen dienden leerden een bijzondere cultuur kennen die de onderlinge saamhorigheid maar ook de competitiedrang weergaf. Zij voelden zich als soldaat extra verbonden met de Romeinse 21

22 cultuur. Vele mensen wilden daardoor met eigen ogen zien hoe Rome was en welk geluk het hen zou brengen, waardoor er een massale immigratie naar Rome ontstond. In de late Republiek was de instroom van provincialen gering geweest tegen een sterke instroom van ontheemde boeren en een import van slaven. In de eerste twee eeuwen van de keizertijd was dit echter andersom. De vlucht van boeren en import van slaven was vrijwel tot stilstand gekomen terwijl er nu een grote instroom van provinciale gelukszoekers en cultuurbewonderaars was. De positie van de immigranten was ondanks de toegankelijkheid en de luxe pracht van Rome niet gemakkelijk. De mensen leefden geconcentreerd in hun eigen volkswijken in Rome. Deze bestonden in de regel uit brandgevaarlijk, onhygiënische woningen zonder enige privacy. Daar spraken ze hun eigen taal en leefden volgens hun eigen gewoonte. Voor de nieuwkomers was het essentieel om de Romeinse taal zo snel mogelijk te leren spreken en de Romeinse gewoontes te leren kennen, wilden ze zich zelfstandig staande kunnen houden. De manieren waarop integratie plaats vond was via de dagelijkse aanwezigheid in de thermen waar allochtoon en autochtoon, oud en jong, rijk en arm elkaar ontmoetten. Ook de vermenging tussen allochtoon en autochtoon op de werkvloer en het lid worden van een gilde dat naast uitwisseling van vakbekwaamheid ook sociale contacten in de vorm van feesten en erediensten met zich meebracht, droegen sterk bij aan de integratie. De grote spektakelshows en volksspelen droegen ertoe bij dat ze werden opgenomen in de Roomse zelfverheerlijking en identiteit. De supportersgroep van een bepaalde renstal of held kende geen klassenonderscheid tussen haar supporters. Elk contact was gebaseerd op het vermogen te communiceren, kennis van de Latijnse taal was het meest cruciale punt in de integratie. De meesten bleken in staat zich deze taal voldoende eigen te maken. Zo gingen de immigranten via de romanisering en het loslaten van eigen culturele verworvenheden, of het versmelten van die verworvenheden met de Romeinse cultuur, geleidelijk op in de Romeinse bevolking tot ze zich er niet wezenlijk meer van onderscheidden. 2.9 De strijd tussen polytheïsme en monotheïsme Het was erg belangrijk voor de Romeinen dat de vreemdelingen meededen met de traditionele gebruiken en samen met hen baden voor het welzijn van de staat. Ze meenden dat hun succes te wijten was aan het feit dat ze de goden altijd op de juiste manier in ere hadden gehouden. Mede daarom stonden ze open voor goden, geïntroduceerd vanuit andere godsdiensten. Ieder mocht zijn eigen geloofsbeleving hebben zolang er maar geen aanspraak werd gemaakt op exclusiviteit en zolang ze maar aan de Romeinse verplichtingen voldeden. Joden en later ook de Christenen beleden echter een exclusief monotheïsme. Dit was voor de Romeinen 22

23 onbegrijpelijk. De Latijnse term religio, verwijst naar de opvatting dat godsdienst een gemeenschappelijke belevenis moet zijn. Het is de manier waarop het volk eer betoont aan haar goden en waardoor de goden bereid blijven het volk te beschermen en te helpen. Godsdiensten die aanspraak maakten op de enige ware god, allerlei magische aspecten in zich hadden en daarbij nog eens negatieve voorspellingen deden met betrekking tot de Romeinse heersers werden als bedreigend ervaren en golden als superstitio (bijgeloof) Joden Joden maakten van oudsher al deel uit van de bewoners van Rome. In 63 v. Chr. deden de Romeinen een inval in Judea, verwoesten de tempel en lijfden de joden in als Romeins onderdaan. Veel Joden werden als slaven afgevoerd naar Rome, naast andere Joden die vrijwillig naar Rome trokken. Op die manier maakten Joden ondertussen een substantieel deel uit van de Roomse bevolking. Wat Joden nu vooral werd nagedragen was dat ze zich bewust afsloten van de rest van bevolking. In vergelijking met andere volkeren in Rome integreerden de Joden slecht. Elk volk koesterde in principe zijn eigen goden en rituelen, maar in de 2 e of 3 e generatie waren ze toch wel min of meer opgegaan in de Romeinse smeltkroes. De Joden niet. Zij trokken zich terug in wijken, leefden volgens de wetten van hun voorvaderen, leefden van generatie op generatie bij elkaar, trouwden met elkaar en verlieten zelden de traditionele familiekring. Die welbewuste zelfgekozen afzondering komt telkens terug in de berichtgeving van de Romeinse auteurs, schrijft Meijer, en verwijst naar een citaat van Cassius Dio: Hun land noemen ze Judea en zichzelf Joden. Ik weet niet hoe ze aan die benaming komen, maar zij wordt ook gebruikt voor alle andere mensen die zich, ook al behoren ze tot een ander volk, aan hun wetten houden. En dit volk is ook onder de Romeinen te vinden en het heeft zich, ondanks herhaalde onderdrukking, zo buitengewoon sterk uitgebreid dat ze zelfs vrijheid van godsdienst verworven hebben. Zij verschillen van de rest van de mensen in zo ongeveer hun hele manier van leven, vooral doordat zij geen enkele god van andere mensen eer bewijzen maar vurig in één God geloven. Zij hebben nooit een afbeelding van Hem gehad, ook niet in Jeruzalem. En omdat zij geloven dat Zijn naam niet mag worden uitgesproken en Hij bovendien onzichtbaar is, vereren ze hem op een manier die nergens anders voorkomt. 18 Hieruit spreekt de bevreemding die de houding van de Joden opriep. Niettemin liet de Romeinse overheid hen in principe ongemoeid. En zelfs trok de exclusiviteit van het Joodse geloof enkele Romeinen aan om zich ook tot dit geloof te bekeren. 18 Cassius Dio, Geschiedenis van Rome 17,1-2; vertaling G.H. de vries, citaat vermeld op p. 251 Meijer (2007) Vreemd Volk. 23

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen Verslag door Lotte 1570 woorden 19 juni 2017 3 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks Tijdvak: Tijd van Grieken

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Romeinen Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5 De Ro Samenvatting door S. 1180 woorden 29 maart 2016 6,4 11 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 5 De Ro Paragraaf 1 t/m 7 1 Van dorp

Nadere informatie

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de

Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Tijdvakken Tijd van Grieken en Romeinen (3000 v.c. 500 na C.) / Oudheid K.A. * ontwikkeling van wetenschappelijk denken en denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat * klassieke vormentaal

Nadere informatie

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland Europa rond de Middellandse Zee rond 500 v. Chr. Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Inleiding geschiedenis Griekenland Rond 2000 v. Chr. Stedelijke centra: Op Kreta, Minoische cultuur Op Griekse

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten

Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting Geschiedenis Tijd van Grieken en Romeinen: kern, perspectief en kenmerkende aspecten Samenvatting door Lotte 2036 woorden 19 juni 2017 5,4 4 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie. https://maken.wikiwijs.nl/101047 Geschiedenis Tijdvak 02 01 Auteur VO-content Laatst gewijzigd Licentie Webadres 10 mei 2017 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/101047 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs

Nadere informatie

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Pizza Verdi Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Opdrachtenblad Lesuurpakket Pizza Verdi (thema s: sociale verschillen, stereotyperingen/vooroordelen; verdiepingsopdracht Amerikaanse burgerrechten)

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen

Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening Levensbeschouwing Hoofdstuk 2: Waarden en normen Aantekening door C. 814 woorden 16 januari 2014 5,6 52 keer beoordeeld Vak Methode Levensbeschouwing Standpunt Waarden, normen en moraal Waarde:

Nadere informatie

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl

obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl obs Jaarfke Torum 15 9679 CL Scheemda Postbus 60 9679 ZH Scheemda 0597 592524 jaarfke@planet.nl 1 Actief burgerschap en sociale integratie: Door de toenemende individualisering in onze samenleving is goed

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door E. 1169 woorden 16 maart 2017 6,5 2 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer 1.1 Opvoeding= kinderen leren hoe ze zich moeten gedragen. - Veilige

Nadere informatie

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen *

2 juni 2019 [STUDIEPLANNER GESCHIEDENIS VWO TOT KERST] overig. Lesweek. activiteiten. / verrijken/ verdiepen * Vanaf Vaste activiteiten PERIODE 1 34 19/8 di: start lessen Leerdoelen hoe tijd voor geschiedenis werkt en kunnen er zelf mee aan de slag 35 26/8 de belangrijkste gebeurtenissen in het tijdvak van jagers

Nadere informatie

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen: Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november 2012 5,8 118 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Memo Begrippen: Atheense democratie: een vorm waarbij het bestuur het volk (demos) via stemming

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Opgave 2 Religieus recht 7 maximumscore 2 een beargumenteerd standpunt over de vraag of religieuze wetgeving en rechtspraak voor bepaalde bevolkingsgroepen tot cultuurrelativisme leidt 1 een uitleg van

Nadere informatie

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië.

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Kenmerkende aspecten: De ontwikkeling van wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat De klassieke vormentaal van de Grieks Romeinse cultuur De ontwikkeling

Nadere informatie

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters.

1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste chronologische volgorde. Noteer alleen de letters. Oefenrepetitie geschiedenis SUCCES!!! 4 Havo Periode 1 Tijdvakken 1 t/m 4 Dyslectische leerlingen slaan de vragen met een asterisk (*) over. DOOR DE TIJD HEEN 1. Zet de onderstaande gebeurtenissen in de

Nadere informatie

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen

Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie. Kenmerkende aspecten. Begrippen Tijd van jagers en boeren? 3000 v. Chr. Prehistorie 1. De levenswijze van jager-verzamelaars. 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen. 3. Het ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen.

Nadere informatie

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800

Tijd van pruiken en revoluties 1700 1800 Onderzoeksvraag: Op welke gebieden wilden de Verlichtingsfilosofen de bestaande maatschappij veranderen? Rationalisme = het gebruiken van gezond verstand (rede/ratio) waarbij kennis gaat boven tradities

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme

Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk Geschiedenis Frankrijk in de tijd van het absolutisme Werkstuk door een scholier 1970 woorden 12 oktober 2005 6,7 72 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Hoofdvraag: Hoe beschrijven en verklaren we

Nadere informatie

Romeinen. Romeinen. Germanen

Romeinen. Romeinen. Germanen Romeinen Romeinen Grieken en Romeinen lijken op elkaar qua levensstijl. Het Romeinse rijk is ontstaan in Rome (753 v. Chr.). De Romeinen kwamen 50 v. Chr. naar Nederland. De Romeinen hebben het Latijns

Nadere informatie

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst

Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Tekst herdenking Brabantse gesneuvelden: Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst Dames en heren, allen hier aanwezig. Het is voor mij een grote eer hier als pas benoemde burgemeester

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 Samenvatting door S. 1030 woorden 18 mei 2017 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Geschiedenis samenvatting H2 1: Wetenschappelijke Revolutie 17 e eeuw Kenmerken: Observeren

Nadere informatie

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen

Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Tijd van Grieken en Romeinen Griekenland 336 v. Chr (bij de dood van Philippos van Macedonië ) Sint-Janslyceum s-hertogenbosch, Theo Manders Alexander de Grote opvolger Philippos van Macedonië. Alexander de Grote opvolger Philippos

Nadere informatie

taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) machtstrijd poleis (Athene <> Sparta) zelfde vijand Homerus

taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) machtstrijd poleis (Athene <> Sparta) zelfde vijand Homerus H2 GRIEKENLAND 1. Eenheid en verdeeldheid > Waarom? taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) religie machtstrijd poleis (Athene Sparta) zelfde vijand Homerus Polis: - Acropolis - bestuur, rechtspraak,

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Samenvatting door M. 1184 woorden 8 juni 2013 4 3 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Hoofdstuk 1 De staat kan wetten maken, regels die voor alle

Nadere informatie

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1

Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Paragraaf 1: Griekse beschaving - TL 1 Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Floris Sieffers 07 October 2015 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie http://maken.wikiwijs.nl/65623 Dit

Nadere informatie

Voorwoord. Rome en de Romeinen

Voorwoord. Rome en de Romeinen Voorwoord Rome en de Romeinen Dit verhaal speelt in Rome, ongeveer 2000 jaar geleden. Rome was toen een rijke stad, met prachtige gebouwen. Zoals paleizen voor de keizers, voor de Senaat en voor de grote

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo I

Eindexamen filosofie vwo I Opgave 3 Ramadan in de post-seculiere samenleving 12 maximumscore 4 verlichtingsfundamentalisme: laïciteit: verbannen van religie uit openbaar onderwijs en politiek 1 verlichtingsvijandig multiculturalisme:

Nadere informatie

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten? Rond 1080 bedreigen de minder tolerante Seldjoeken Constantinopel. Het werd voor christelijke pelgrims steeds moeilijker

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014)

GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID. Inhoudstafel. Emma Vanden Berghe (2013-2014) GESCHIEDENIS VAN DE KLASSIEKE OUDHEID Inhoudstafel 1 Inleiding: p. 23-46 I. INLEIDING 1. Bronnen en chronologie Bronnen Geschreven bronnen Ongeschreven bronnen Brongebruik Chronologie Relatieve en absolute

Nadere informatie

Dit product wordt u aangeboden door ComputerBijbel (http://www.computerbijbel.com) ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/5

Dit product wordt u aangeboden door ComputerBijbel (http://www.computerbijbel.com) ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/5 ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/5 STROMINGEN IN HET JUDAISME. De verschillende afdelingen of denominaties binnen het Judaisme worden over het algemeen stromingen genoemd. De verschillen zijn

Nadere informatie

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES

TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES Hoofdstuk 4 PARAGRAAF 4.1 Pruikentijd Standenmaatschappij De verlichting VERVAL EN RIJKDOM In de 17 e eeuw was Nederland het rijkste land ter wereld Van stilstand komt achteruitgang

Nadere informatie

1 Belangrijk in deze periode

1 Belangrijk in deze periode 1 Belangrijk in deze periode De Romeinen en de Grieken zijn in hun tijd twee machtige volkeren. Ze hebben beiden zaken bedacht en uitgevoerd die ook nu voor ons eigen, hedendaagse leven belangrijk zijn.

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2 tijd van grieken en romeinen, paragraaf 3 Imperium Romanum Samenvatting door Anisha 1170 woorden 23 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Feniks

Nadere informatie

Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei Johannes 14

Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei Johannes 14 Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei 2016 Johannes 14 Als iemand in deze tijd zou zeggen: Ik ben de weg, de waarheid en het leven, zouden we hem al snel fundamentalistisch noemen. We leven in een multiculturele

Nadere informatie

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets 11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets Opdracht 1 Wat is de Sokratische methode? Opdracht 2 Waarom werd Sokrates gedwongen de gifbeker te drinken? Opdracht 3 Waarom zijn onze zintuigen

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld

Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting Geschiedenis De Grieks-Romeinse wereld Samenvatting door een scholier 2160 woorden 7 januari 2010 6,8 13 keer beoordeeld Vak Methode Geschiedenis Sprekend verleden Hoofdstuk 2, De Grieks-Romeinse

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14

Inhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14 Inhoud Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14 Inleiding Je hoort of leest vaak over mensenrechten. Maar kun je ook een paar mensenrechten opnoemen?

Nadere informatie

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur

Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Sociale kaders: Hoofdstuk 16 Cultuur Begrippen: -Cultuur -Cultureel relativisme -Cultuur patroon -Cultural lag -Culturele uitrusting -Subcultuur -Contracultuur Definitie Cultuur Samenhangend geheel van

Nadere informatie

Tijdlijn van het oude Israël - 800 v.chr. tot 400 v. Chr.

Tijdlijn van het oude Israël - 800 v.chr. tot 400 v. Chr. Tijdlijn van het oude Israël - 800 v.chr. tot 400 v. Chr. Jesaja is de zoon van Amoz, de broer van Uzzia, koning van Juda. Uzzia werd op 16- jarige leeftijd koning, tijdens het 27 e regeringsjaar van Jerobeam

Nadere informatie

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen, Bij de voorbereiding van deze dienst kwam ik de volgende teksten tegen, die ik u graag wil voorlezen. Het zijn teksten uit het begin van onze jaartelling,

Nadere informatie

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving?

Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving? Vraag 1: Waar en wanneer begon en eindigde de Griekse beschaving? In Griekenland bestond de eerste grote beschaving van Europa. Vul het juiste antwoord in. Plaats waar de Griekse beschaving begon: Tijdstip

Nadere informatie

Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017

Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017 Gedragscode Versie: januari 2016 Vastgesteld: januari 2016 Door: Coördinatieteam Netwerk Gewoon Samen Evaluatiedatum: Januari 2017 Beste vrijwilliger van Netwerk Gewoon Samen, Netwerk Gewoon Samen heeft

Nadere informatie

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari 2011 5,9 12 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Pluriforme samenleving In Nederland wonen ruim zestien miljoen mensen.

Nadere informatie

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin

Examen Geschiedenis. Geef de 7 tijdsvakken: Mintiens Quintin Examen Geschiedenis Geef de 7 tijdsvakken: Prehistorie :... 3500 v.c Stroomculturen : 3500 v.c 800 v.c Klassieke Oudheid : 800 v.c 500 n.c Middeleeuwen : 500 n.c 1450 n.c Nieuwe tijd : 1450 n.c 1750 n.c

Nadere informatie

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen

Toetsvragen Geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 7 Toetsvragen Tijdvak 7 Toetsvragen 1 In de Tijd van Pruiken en Revoluties hielden kooplieden uit de Republiek zich bezig met de zogenaamde driehoekshandel. Tussen welke gebieden vond deze driehoekshandel plaats? A

Nadere informatie

Samenvattingen Geloof ABC

Samenvattingen Geloof ABC Samenvattingen Geloof ABC Info 1ABC: Wat is geloof? Het gaat in dit project om de belangrijkste wereldgodsdiensten: jodendom, christendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme. Deze godsdiensten geven antwoorden

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2

Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting Geschiedenis Tijdvak 2 Samenvatting door een scholier 1189 woorden 13 oktober 2014 6,6 30 keer beoordeeld Vak Geschiedenis 2.1 Wetenschap en politiek in de Griekse stadstaat De ontwikkeling

Nadere informatie

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Griekse beschaving hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 December 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/62215 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken

Nadere informatie

Toespraak tijdens afsluitende bijeenkomst over 400 jaar handelsbetrekkingen Turkije-Nederland, 19 april in Arnhem

Toespraak tijdens afsluitende bijeenkomst over 400 jaar handelsbetrekkingen Turkije-Nederland, 19 april in Arnhem Toespraak tijdens afsluitende bijeenkomst over 400 jaar handelsbetrekkingen Turkije-Nederland, 19 april in Arnhem Dames en heren, Er wordt tegenwoordig veel gefeest in Nederland. We vieren 100 jaar Vredespaleis,

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid individuele vrijheid participatie gelijke rechten solidariteit waardigheid Basisrechten Santé België is een rechtsstaat en een democratie die ieders mensenrechten e De Staat garandeert de naleving van

Nadere informatie

De opkomst van het christendom

De opkomst van het christendom De opkomst van het christendom Goden in het Romeinse Rijk Net als de Egyptenaren, Grieken en Germanen geloofden de Romeinen in veel goden. Apollo De belangrijkste waren de staatsgoden zoals Jupiter en

Nadere informatie

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving

Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting Maatschappijleer Multiculturele samenleving Samenvatting door een scholier 1974 woorden 7 juni 2005 5,9 156 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer H5: Nederland, een multiculturele samenleving

Nadere informatie

Discriminatieklimaat Groningen

Discriminatieklimaat Groningen Discriminatieklimaat Groningen November 2009 Drs. Marion Holzmann Layla Leerschool MSc. Drs. Ankie Lempens Colofon Uitgave I&O Research BV Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.: 0229-282555 Rapportnummer

Nadere informatie

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus 138 Tijdwijzer Het begin Op deze tijdbalk past niet de hele geschiedenis van de mens. Er lopen namelijk al zo n 100.000 jaar mensen rond op aarde. Eigenlijk zou er dus nog 95.000 jaar bij moeten op de

Nadere informatie

SEKTES, KOMEN VOOR BINNEN EN BUITEN ELKE GROTE GODSDIENST

SEKTES, KOMEN VOOR BINNEN EN BUITEN ELKE GROTE GODSDIENST Naam: 1 SEKTES, KOMEN VOOR BINNEN EN BUITEN ELKE GROTE GODSDIENST 1. DIANE BENSCOTER HOE WERKT EEN SEKTE IN OP HET BREIN? Zie TED-talk (www. TED.com) van Diane Benscoter, ex-moonie (sekte van Sun Myung

Nadere informatie

VIERDE LES: + DIA1: Het christelijke wereldbeeld is als volgt: God en de wereld is niet hetzelfde. Als Schepper staat Hij aan het begin ervan en gaat

VIERDE LES: + DIA1: Het christelijke wereldbeeld is als volgt: God en de wereld is niet hetzelfde. Als Schepper staat Hij aan het begin ervan en gaat VIERDE LES: + DIA1: Het christelijke wereldbeeld is als volgt: God en de wereld is niet hetzelfde. Als Schepper staat Hij aan het begin ervan en gaat Hij erbovenuit. En tegelijkertijd maakt Hij wel contact

Nadere informatie

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2015 Dodenherdenking Beuningen, 4 mei 2015 Voor het eerst in mijn leven bezocht ik twee weken geleden Auschwitz en Birkenau. Twee plekken in het zuiden van Polen waar de inktzwarte geschiedenis van Europa je

Nadere informatie

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

HC zd. 6 nr. 32. dia 1 HC zd. 6 nr. 32 wie Jezus wil kennen moet de verhalen over hem lezen beschreven door Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes terecht worden ze evangelisten genoemd ze beschrijven het evangelie ze vertellen

Nadere informatie

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.!

De renaissance!! Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis.! De renaissance Waarschijnlijk heb je al eens van deze term gehoord bij het bezoeken van museums of tijdens lessen geschiedenis. Deze term betekent letterlijk de wedergeboorte, en is een kunststroming uit

Nadere informatie

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel Willibrord Willibrord werd geboren als zoon van pas bekeerde ouders en werd als zevenjarige jongen door zijn vader Wilgis toevertrouwd aan het klooster van Ripon nabij

Nadere informatie

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken

Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken Noot 12 Voorbeeldselectie van thema s en vragen voor zeven groepsgesprekken Bijeenkomst 1: Kennismaking 1 Bijeenkomst 2: Familie en vrienden Gesprek over subthema 1: Ouders en Grootouders : Wie was uw

Nadere informatie

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen.

Ethische optiek = hoe is de benadering dat mensen het uiteindelijk goede behoren te doen. Samenvatting door A. 1576 woorden 4 december 2014 1,3 2 keer beoordeeld Vak Levensbeschouwing Paragraaf 2 De ethische optiek 1 inleiding Ethiek gaat over goed en kwaad in het menselijk handelen. Onderscheid

Nadere informatie

6,4. Antwoorden door een scholier 1268 woorden 14 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer

6,4. Antwoorden door een scholier 1268 woorden 14 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Antwoorden door een scholier 1268 woorden 14 januari 2004 6,4 39 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Delphi Maatschappijleer hoofdstuk 4 een multiculturele samenleving Opdracht 1 a) Aardappelen

Nadere informatie

Pinksteren 2015 -- oogst van de vruchten. Bij Exodus 20 : 1 20 - Handelingen 2 : 1-11

Pinksteren 2015 -- oogst van de vruchten. Bij Exodus 20 : 1 20 - Handelingen 2 : 1-11 Pinksteren 2015 -- oogst van de vruchten Bij Exodus 20 : 1 20 - Handelingen 2 : 1-11 Als wij Pinksteren vieren, dan vieren we toch ook dat de boodschap van Gods liefde wereldwijd rondgaat. Dat we in het

Nadere informatie

Verslag Geschiedenis De Grieken

Verslag Geschiedenis De Grieken Verslag Geschiedenis De Grieken Verslag door een scholier 902 woorden 3 januari 2018 0 keer beoordeeld Vak Geschiedenis De Grieken Annabel van der Geer H1B Voorwoord Ik ga vertellen over de cultuur, politiek

Nadere informatie

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12?

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12? Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12? Romeinen 7:7. Paulus stelt weer een vraag, die het voorafgaande mogelijk oproept bij mensen. Hij zei immers, dat de wet (vroeger) zondige hartstochten in ons opriep

Nadere informatie

Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties

Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties Interne gedragscode voor patiënten- en gehandicaptenorganisaties Wat is een interne gedragscode? Een gedragscode beschrijft expliciet de gedragsnormen en regels voor medewerkers (inclusief vrijwilligers

Nadere informatie

6 Stefanus gevangengenomen

6 Stefanus gevangengenomen 6 Stefanus gevangengenomen 8. En Stefanus, vol geloof en kracht, deed wonderen en grote tekenen onder het volk. 9. En enigen van hen die behoorden tot de zogenoemde synagoge van de Libertijnen, van de

Nadere informatie

GELIJKE KANSEN IN BELGIË

GELIJKE KANSEN IN BELGIË GELIJKE KANSEN IN BELGIË HISTORISCH ONDERZOEK 1. EEN WOORDJE UITLEG Tijdens het bezoek aan de Democratiefabriek hebben jullie kunnen vaststellen dat bepaalde elementen essentieel zijn om tot een democratie

Nadere informatie

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen? Toestanden, instellingen die gedurende een lange tijd min of meer onveranderd hebben bestaan, een verschijnsel

Nadere informatie

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM

RAPPORT OKTOBER Discriminatiemonitor. Midden-Drenthe TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM RAPPORT OKTOBER 2017 Discriminatiemonitor TRENDBUREAU DRENTHE IS ONDERDEEL VAN CMO STAMM Midden-Drenthe Colofon Titel Discriminatiemonitor Midden-Drenthe Datum Oktober 2017 Trendbureau Drenthe, onderdeel

Nadere informatie

Hij is niet ver van een ieder van ons. Jozua 15 augustus 2010

Hij is niet ver van een ieder van ons. Jozua 15 augustus 2010 Hij is niet ver van een ieder van ons Jozua 15 augustus 2010 Handelingen 17:16-34 Handelingen 17:16-34 16 Terwijl Paulus in Athene op hen wachtte, raakte hij hevig verontwaardigd bij het zien van de vele

Nadere informatie

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep.

Bevolkingsgroepen DOE KAART 1. Naam van het project. Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep. DOE KAART 1 Bevolkingsgroepen Als je voor deze opdracht kiest leer je meer over een bepaalde bevolkingsgroep. Zoek 6 verschillende bevolkingsgroepen op. Kies 1 bevolkingsgroep uit waar je meer over wilt

Nadere informatie

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examen VWO. Grieks. tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Examen VWO 2016 tijdvak 1 dinsdag 24 mei 9.00-12.00 uur Grieks Bij dit examen hoort een bijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen en een vertaalopdracht. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen.

Nadere informatie

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35 God en je naasten liefhebben LES 3 DEEL 5 DISCIPLE OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35 Wat leer

Nadere informatie

Gedragscode stichting Torion

Gedragscode stichting Torion Gedragscode stichting Torion Vooraf De organisatie wil door middel van deze gedragscode vorm en inhoud geven aan het voorkomen en bestrijden van agressie, seksuele intimidatie en discriminatie. Tevens

Nadere informatie

Hartstocht voor je financiën

Hartstocht voor je financiën INHOUDSOPGAVE 1. Hartstocht voor je financiën................................ 5 2. Geld!...................................................... 7 3. De wet van de geleidelijke groei............................

Nadere informatie

In gesprek over: Arm en Rijk

In gesprek over: Arm en Rijk Bij Open Deur nummer 2, februari 2013 In gesprek over: Arm en Rijk Armoede en rijkdom. Twee woorden waar een hele wereld achter schuil kan gaan. Werelden waarin niet alleen geld en goederen een rol spelen,

Nadere informatie

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011 5.10.1 Gedragscode FloreoKids Versie 1 26-7-2011 5.10.1. Gedragscode FloreoKids Om elkaar te beschermen heeft FloreoKids in een gedragscode beschreven op welke wijze we met elkaar en met onze klanten omgaan.

Nadere informatie

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld.

Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken. Politiek 4,4. Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Werkstuk Geschiedenis Oude Grieken Werkstuk door een scholier 2360 woorden 26 oktober 2017 4,4 17 keer beoordeeld Vak Geschiedenis Politiek De eerste bestuursvorm in Athene was de monarchie. Dat betekent

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in Werkblad 9 Ω Grieken en Romeinen Ω Les : Grieken: goden en mensen Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in Griekenland heel belangrijk. Ze werden stadstaten genoemd.

Nadere informatie

Datum 18 augustus 2015 Betreft Beantwoording vragen van het lid Kuzu over De situatie van Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang

Datum 18 augustus 2015 Betreft Beantwoording vragen van het lid Kuzu over De situatie van Oeigoeren in de Chinese provincie Xinjiang Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie Datum 18 augustus 2015 Betreft

Nadere informatie

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel

Burgerschap: Aanbod per hoofddoel Burgerschap: Aanbod per hoofddoel HOOFDDOEL 1 We voeden onze leerlingen op tot fatsoenlijke evenwichtige mensen die respectvol (vanuit duidelijke waarden en normen omgaan met de medemens.) Trefwoord De

Nadere informatie

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie? Johannes 14:6 Jezus zeide tot hem: Ik ben de weg en de waarheid en het leven; niemand komt tot de Vader dan door Mij. Genesis 20:1-12 1 Abraham

Nadere informatie

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al:

Ik besloot te verder te gaan en de zeven stappen naar het geluk eerst helemaal af te maken. We hadden al: Niet meer overgeven Vaak is de eerste zin die de klant uitspreekt een aanwijzing voor de hulpvraag. Paula zat nog maar net toen ze zei: ik ben bang om over te geven. Voor deze angst is een mooie naam:

Nadere informatie

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

Canon en kerndoelen geschiedenis PO Canon en kerndoelen geschiedenis PO bron: http://www.entoen.nu/primair-onderwijs/didactisch-concept/leerplan-(slo)/geschiedenis In dit hoofdstuk over canon en geschiedenis wordt eerst ingegaan op de recente

Nadere informatie

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten.

Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Kan het anders? (Uit: Kompas) Dit is een rollenspel dat de volgende thema s behandelt: geweld tussen individuen, pesten. Behandelende onderwerpen het recht veilig in vrijheid te leven het recht op respect

Nadere informatie

Deel 6 Disciple. De nederigen van hart zullen het koninkrijk zien les 1 DISCIPLE

Deel 6 Disciple. De nederigen van hart zullen het koninkrijk zien les 1 DISCIPLE De nederigen van hart zullen het koninkrijk zien les 1 Deel 6 Disciple De Romeinen gebruikten vroeger het woord cultuur als zij spraken over het bebouwen van hun akker. De filosoof Cicero introduceerde

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-I Opgave 1 Kroatië toegetreden tot de EU Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 3 en figuur 1. Inleiding Kroatië is een van de staten in de Balkan die voorheen tot Joegoslavië behoorden. In 1991 verklaarde

Nadere informatie

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN...

GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN... GRIEKEN EN ROMEINEN ORIENTATIEKENNISVRAGEN... score: 1. a Waarom konden er in Griekenland zoveel verschillende staatsvormen naast elkaar bestaan? Gebruik in je antwoord het begrip poleis. b Sparta en Athene

Nadere informatie

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2017

Dodenherdenking. Beuningen, 4 mei 2017 Dodenherdenking Beuningen, 4 mei 2017 Zolang de mens bestaat, staat hij zijn naaste ook naar het leven. Het is een vreemde soort paradox: de ene mens kan niet leven zonder de ander terwijl diezelfde mens

Nadere informatie

Dag tegen Racisme. Kijk eens naar jezelf! Kijk eens naar de anderen! Gudrun Peperstraete. hoe je eruitziet? Of is er meer? Is

Dag tegen Racisme. Kijk eens naar jezelf! Kijk eens naar de anderen! Gudrun Peperstraete. hoe je eruitziet? Of is er meer? Is Gudrun Peperstraete Kijk eens naar jezelf! hoe je eruitziet? Of is er meer? Is er nog iemand die er net zoals jij uitziet? Kijk eens naar de anderen! Kijk eens goed in de spiegel. Welke kleur hebben je

Nadere informatie

Geschiedenis hoofdstuk 3

Geschiedenis hoofdstuk 3 Geschiedenis hoofdstuk 3 Romeinse rijk 500 v Christus 500 na Christus Rome de eeuwige stad : deze stad bestaat al eeuwenlang. De tijdlijn Het Romeinse rijk begint 500v Chr. En eindigt 500 na Christus.

Nadere informatie

Deze PowerPoint presentatie gaat over Kerk en Israël, in het bijzonder over de Protestantse Kerk (in Nederland) en Israël. Met de naam Israël wordt

Deze PowerPoint presentatie gaat over Kerk en Israël, in het bijzonder over de Protestantse Kerk (in Nederland) en Israël. Met de naam Israël wordt Deze PowerPoint presentatie gaat over Kerk en Israël, in het bijzonder over de Protestantse Kerk (in Nederland) en Israël. Met de naam Israël wordt bedoeld: het Israël dat wij ontmoeten in de bijbel en

Nadere informatie

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen?

Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen? Dood van Saul en zijn zonen. Door welke oorzaak voelde Saul zich alleen en onbeschermd? En wat had hij vernomen? Zie 1 Samuel 30 en 31 Saul echter voelde zich alleen en onbeschermd, omdat God hem verlaten

Nadere informatie