Rapport 707. Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapport 707. Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken"

Transcriptie

1 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken

2 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele, in deze uitgave voorkomende, onjuistheden of onvolkomenheden. Overname van tekst of gedeelten van tekst is toegestaan, mits met de juiste bronvermelding. Indien tekst gebruikt wordt voor commerciële doelstellingen dient altijd vooraf schriftelijke toestemming verkregen te zijn.

3 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Rapport: nummer: 707 Projectnummer: Inge Krul Huib Valkenberg Martien Panneman Susanne Nijman Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus AD Amsterdam januari 2018

4 Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina Samenvatting 6 1 Inleiding Aanleiding Doelstellingen Rapportage 9 2 Methode Letsel Informatie Systeem LIS-vervolgonderzoek Onderzoeksopzet Onderzoekspopulatie Vragenlijst Respons Weging Datamanagement Koppeling LIS-gegevens Vragen met open antwoorden, anders namelijk MAIS Analyses 13 3 Overzicht van verkeersongevallen Verkeersongevallen : SEH-bezoeken ADRZ Schatting SEH-bezoeken Zeeland 15 4 Fietsongevallen met kinderen Leeftijd en geslacht Letsels Type Ernst Type fiets Omschrijving fietsongeval Oorzaken van fietsongeval Voorkomen van ongeval Helmgebruik 18 5 Fietsongevallen met jongeren Leeftijd en geslacht Letsels Type Ernst Type fiets Omschrijving fietsongeval 20

5 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Oorzaken van fietsongeval Voorkomen van fietsongeval Helmgebruik 21 6 Fietsongevallen met volwassenen Leeftijd en geslacht Letsels Type Ernst Type fiets Omschrijving fietsongeval Oorzaken van fietsongeval Voorkomen van fietsongeval Helmgebruik 25 7 Fietsongevallen met senioren (65-plussers) Leeftijd en geslacht Letsels Type Ernst Type fiets Omschrijving fietsongeval Oorzaken van fietsongeval Voorkomen van fietsongeval Helmgebruik 29 8 Ongevallen met racefietsers Leeftijd en geslacht Letsels Type Ernst Omschrijving van het fietsongeval Oorzaken van fietsongeval Voorkomen van fietsongeval Helmgebruik 32 9 Conclusie Discussie 37 Bijlage 1 Vragenlijst 39 Bijlage 2 Tabellenboek 56 Bijlage 3 Locaties van fietsongevallen 62

6 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 6 Samenvatting Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland (ROVZ) zet zich samen met partners in voor de verkeersveiligheid in Zeeland, met als doel om uiteindelijk te komen tot nul vermijdbare ernstige verkeersslachtoffers. In haar beleidsplan van 2010 tot en met 2020 is onder andere specifiek aandacht voor de veiligheid van fietsers. In het verleden heeft VeiligheidNL data uit het Letsel Informatie Systeem (LIS) geanalyseerd en een diepteonderzoek uitgevoerd om gevaarlijke verkeerssituaties in kaart te brengen. In 2016/2017 is dit onderzoek herhaald en het doel van dit rapport is om het ROVZ een actueel beeld te geven van de fietsongevallen in de provincie Zeeland. Als eerste is in het LIS gekeken naar de totale problematiek van verkeersongevallen waarvoor slachtoffers zijn behandeld op de SEH-afdeling van het Admiraal de Ruijterziekenhuis (ADRZ) in Goes. In de periode waren er SEH-bezoeken na een verkeersongeval. Ruim de helft van de slachtoffers (53%) was ernstig gewond (MAIS2+). In 2012 waren er verkeersslachtoffers en dit daalde met 14 procent tot in In 2016 nam het totale aantal verkeersslachtoffers weer toe tot Twee derde van de verkeersongevallen betrof een fietsongeval. Dit aandeel was stabiel in de afgelopen jaren. Daarnaast zijn gegevens uit het diepteonderzoek gebruikt om een beschrijving te geven van leeftijd en geslacht van de fietsslachtoffers, het type en ernst van de letsels, het type fiets waarop gereden werd ten tijde van het ongeval en of het slachtoffer een helm droeg. Ook is geanalyseerd hoe de ongevallen zijn ontstaan, welke factoren een rol hebben gespeeld (bijvoorbeeld alcohol, medicatie en afleiding) en of het ongeval volgens de slachtoffers voorkomen had kunnen worden. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de volgende doelgroepen: Ongevallen met kinderen (0-12 jaar) Ongevallen met jongeren (13-18 jaar) Ongevallen met volwassenen (19-64 jaar) Ongevallen met senioren (65-plussers) Ongevallen met racefietsers In 2016 bezochten slachtoffers van een fietsongeval de SEH-afdeling van het ADRZ. Hiervan hebben 381 slachtoffers een vragenlijst ingevuld, waaronder 32 kinderen, 33 jongeren, 137 volwassenen, 179 ouderen en 35 racefietsers. Alle data van de respondenten zijn gewogen naar leeftijd, geslacht, type letsel en type ongeval volgens de verdeling van alle fietsslachtoffers in LIS uit het ADRZ en vormen daarmee een representatie van alle fietsslachtoffers in het verzorgingsgebied van het ADRZ. Kinderen Onder kinderen was zes op de tien slachtoffers een meisje, maar de verhouding jongen/meisje verschilde per leeftijdsgroep met meer jongens in de leeftijdsgroep 9 tot en met 12 jaar (61%). Een kwart van de jonge slachtoffers was 12 jaar oud. Eén op de vijf kinderen liep een polsfractuur op, gevolgd door een onderbeenfractuur (7%). Ook een distorsie van de pols of enkel kwam relatief vaak voor (beide 6%). Bijna alle kinderen fietsten op een gewone fiets ten tijde van het ongeval (86%). Als oorzaak voor het ongeval gaf één op de vijf kinderen aan dat een voet of ander lichaamsdeel tussen de spaken terecht was gekomen. Van de kinderen die achterop de fiets zaten toen het fietsongeval plaatsvond, had 84 procent

7 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 7 spaakbeknelling van de voet (of ander lichaamsdeel). De toestand van de weg was ook een belangrijke oorzaak (38%). Dit kwam met name door losliggend materiaal of door een gat of kuil in de weg. Volgens 65 procent van de jonge slachtoffers had het ongeval voorkomen kunnen worden door een aanpassing aan de fiets of een verbetering aan de toestand van de weg. Een helm werd zelden gedragen; 5 procent van de kinderen droeg ten tijde van het fietsongeval een helm. Jongeren Onder jongeren die slachtoffer waren van een fietsongeval waren meer mannen dan vrouwen (65% versus 35%). Ruim vier op de vijf slachtoffers was in de leeftijd van 14 tot en met 16 jaar. De meest voorkomende letsels waren een polsfractuur (12%), een enkeldistorsie (9%) en een fractuur aan het sleutelbeen of de schouder (8%). Alle vrouwen fietsten op een gewone fiets. Van de mannen reed zeven op de tien slachtoffers op een gewone fiets en bijna één op de tien op een racefiets. De overgrote meerderheid weet het fietsongeval aan eigen gedrag (44%) of het gedrag van een ander (48%). De toestand van de weg werd door een kwart van de slachtoffers genoemd. In een enkel geval lag de oorzaak van het fietsongeval aan een mankement aan de fiets (5%) of aan iets dat tussen de spaken kwam (4%). Twaalf procent van de jongeren droeg een helm tijdens het fietsongeluk. Dit waren vooral jongeren die op een mountainbike of racefiets reden. Volwassenen Onder de volwassen fietsslachtoffers was de helft van de slachtoffers in de leeftijd 50 tot en met 64 jaar. Er waren evenveel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers, maar de verdeling verschilde per leeftijdsgroep: onder de 50 jaar was 62 procent man tegenover 41 procent boven de 50 jaar. Bijna de helft van de volwassenen liep een fractuur op als gevolg van het fietsongeval (47%). Vaak betrof dit een breuk van de elleboog (11%) of van de pols (8%). Daarnaast kwam 8 procent van de volwassen slachtoffers met een open hoofdwond naar de SEHafdeling. Drie op de tien volwassenen reed op een gewone fiets ten tijde van het fietsongeval. Bijna een kwart reed op een elektrische fiets (tot 25 kilometer per uur) en één op de vijf op een racefiets. Mannen reden vaker op een racefiets (28%), terwijl vrouwen vaker op een elektrische fiets (tot 25 kilometer per uur) reden (33%). De belangrijkste oorzaak die gegeven werd voor het ontstaan van het fietsongeval was het gedrag: 41 procent weet dit aan eigen gedrag en 34 procent aan het gedrag van een ander. Ook de toestand van de weg was een belangrijke factor (39%). Van alle volwassenen droeg een kwart een helm ten tijde van het fietsongeval. Van de slachtoffers die op een mountainbike reden, droeg de helft een helm. Onder racefietsers rapporteerde 87 procent een helm te hebben gebruikt. Senioren Van de fietsslachtoffers van 65 jaar of ouder die betrokken waren bij een fietsongeval was de helft jonger dan 75 jaar. Vrouwen bezochten de SEHafdeling als gevolg van een fietsongeval veel vaker dan mannen (63% versus 37%). De meest voorkomende letsels bij senioren waren een fractuur van de heup (11%) of pols (9%). Ook een open hoofdwond kwam relatief vaak voor (9%). Bijna de helft van het aantal fietsongevallen gebeurde met de elektrische fiets (49%) en een derde met de gewone fiets (34%). Vrouwen waren vaker betrokken bij een fietsongeval met de elektrische fiets dan mannen (58% versus 34%).

8 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 8 Eén op de tien senioren weet het fietsongeval aan de eigen lichamelijke en/of geestelijke conditie, dit waren met name problemen met het evenwicht. De toestand van de weg werd door 27 procent van de slachtoffers als oorzaak aangewezen, het gedrag van een ander door een kwart. Ten tijde van het fietsongeval droeg 5 procent van de senioren een helm. Racefietsers In vier op de vijf ongevallen met racefietsers was het slachtoffer een man. De gemiddelde leeftijd ten tijde van het ongeval was 48 jaar. Vrouwen die letsel opliepen na een racefietsongeval waren vaak jong; 72 procent was jonger dan 50 jaar. Racefietsers werden vaak op de SEH-afdeling gezien met een open hoofdwond (14%), een elleboogfractuur (10%), licht hersenletsel (9%) of een sleutelbeen/schouderfractuur (9%). Het gedrag van een ander werd als belangrijkste oorzaak voor een racefietsongeval gerapporteerd (47%), gevolgd door de toestand van de weg (35%) en het eigen gedrag (31%). Het weer, een mankement aan de fiets of iets tussen de spaken speelden nauwelijks of geen rol. Een helm werd vaak gebruikt, maar nog niet door iedereen. Ongeveer één op de zeven racefietsers droeg geen helm ten tijde van het ongeval. Conclusie Van alle fietsslachtoffers behandeld in het ADRZ was 47% man en 53% vrouw. Onder kinderen en senioren waren de slachtoffers vaker vrouw (56% en 63%, respectievelijk), terwijl onder jongeren en racefietsers mannen vaker het slachtoffer waren (65% en 80%, respectievelijk). Een derde van alle fietsongevallen vond plaats bij senioren. Eén op de acht fietsslachtoffers was jonger dan 12 jaar en een op de tien was een racefietser. In alle doelgroepen liepen de slachtoffers het vaakst een fractuur op (45%), de locatie van de fractuur verschilde per doelgroep; kinderen liepen vaker een polsfractuur (19%) op en senioren vaker een heupfractuur (11%). Racefietsers hadden relatief vaak een open hoofdwond (14%). Een kwart van de kinderen gaf als oorzaak voor het fietsongeval een beknelling tussen de spaken aan. Bij de andere doelgroepen speelde dit geen of nauwelijks een rol. Gedrag van het slachtoffer, de tegenpartij of beide was in elke doelgroep een belangrijke oorzaak. Kinderen en senioren weten het ongeval vooral aan hun eigen gedrag (ongeveer de helft), terwijl de helft van de jongeren en racefietsers het gedrag van de ander als oorzaak opgaven. Ook de toestand van de weg werd door elke doelgroep benoemd; volwassenen gaven dit het vaakst als oorzaak aan (39%) en jongeren het minste (26%). Veertien procent van alle fietsslachtoffers droeg een helm ten tijde van het fietsongeval. Kinderen en senioren gebruikten zelden een helm (5% en 4%, respectievelijk). Onder volwassenen was dit een kwart. Logischerwijs werd de helm vooral gedragen bij het fietsen op een racefiets of een mountainbike. Van de racefietsers droeg 86 procent een helm bij het ongeval en van de mountainbikers was dit de helft van de slachtoffers.

9 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 9 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland (ROVZ) zet zich samen met partners in voor de verkeersveiligheid in Zeeland, met als doel om uiteindelijk te komen tot nul vermijdbare ernstige verkeersslachtoffers. In haar beleidsplan van 2010 tot en met 2020 is onder andere specifiek aandacht voor de veiligheid van fietsers. Door te werken aan de infrastructuur, aan educatie en voorlichting en aan gedragsverandering wil het ROVZ haar doelstelling van nul vermijdbare verkeersslachtoffers bereiken. Een goede manier om inzicht te krijgen in gevaarlijke verkeerssituaties is door middel van het analyseren van ongevallen. In het verleden heeft VeiligheidNL hiervoor voor het ROVZ een analyse gedaan aan de hand van cijfers van fietsongevallen vanuit haar Letsel Informatie Systeem (LIS) en aan de hand van een dieptestudie (LIS-vervolgonderzoek) naar fietsongevallen. Dit diepteonderzoek heeft VeiligheidNL op landelijk niveau in 2016/2017 herhaald in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De resultaten van deze studie zijn in december 2017 openbaar gemaakt. Aan dit diepteonderzoek hebben alle LIS-ziekenhuizen meegewerkt, waaronder ook het Admiraal de Ruijterziekenhuis (ADRZ) in Goes. Het ROVZ heeft VeiligheidNL gevraagd om specifieke analyses te doen naar fietsongevallen waarbij het slachtoffer is behandeld op de Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van het ADRZ, zodat er een actueel beeld komt van de toedrachten, oorzaken en gevolgen van fietsongevallen voor de provincie Zeeland. 1.2 Doelstellingen Het doel van dit onderzoek is om het ROVZ een beeld te geven van de fietsongevallen in haar regio in Daarbij zal er onderscheid worden gemaakt naar de volgende doelgroepen: Ongevallen met kinderen (0-12 jaar) Ongevallen met jongeren (13-18 jaar) Ongevallen met volwassenen (19-64 jaar) Ongevallen met senioren (65-plussers) Ongevallen met racefietsers Bij de analyses wordt gekeken naar leeftijd en geslacht van de slachtoffers, het type letsel en ernst van de letsels, het type fiets waarop gereden werd ten tijde van het ongeval, en of het slachtoffer een helm droeg. Daarnaast is specifiek geanalyseerd hoe de ongevallen zijn ontstaan, welke factoren een rol hebben gespeeld (bijvoorbeeld alcohol, medicatie en afleiding) en of het ongeval volgens de slachtoffers voorkomen had kunnen worden. 1.3 Rapportage In hoofdstuk 2 worden de gebruikte onderzoeksmethoden en uitgevoerde analyses beschreven. In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de totale problematiek van verkeersongevallen waarvoor slachtoffers zijn behandeld op de SEH-afdeling van het ADRZ, en wordt geschetst wat de ontwikkelingen zijn in de

10 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 10 periode ten aanzien van SEH-bezoeken en ziekenhuisopnames en de verschillende typen verkeersdeelnemers. In de daaropvolgende hoofdstukken worden de letsels beschreven die ontstaan zijn door het fietsongeval, het type fiets waarop gereden werd, de situatie waarin het fietsongeval is ontstaan, mogelijke oorzaken en factoren die hierbij een rol hebben gespeeld en helmgebruik, voor achtereenvolgens kinderen (H4), jongeren (H5), volwassenen (H6), senioren (H7) en racefietsers (H8). Hoofdstuk 9 geeft de conclusie over het beeld van fietsongevallen in de regio Zeeland in 2016 inclusief een vergelijking tussen de verschillende doelgroepen. Hoofdstuk 10 bevat een discussie met aandachtspunten voor de interpretatie van dit onderzoek.

11 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 11 2 Methode In dit rapport is gebruik gemaakt van twee data bronnen: het LIS en het LISvervolgonderzoek. Beide methoden worden hieronder nader beschreven. 2.1 Letsel Informatie Systeem In het LIS van VeiligheidNL staan slachtoffers geregistreerd die na een ongeval, geweld of in verband met zelf toegebracht letsel zijn behandeld op een SEHafdeling van een selectie van ziekenhuizen in Nederland. Deze ziekenhuizen vormen een representatieve steekproef van ziekenhuizen in Nederland met een continu bezette SEH-afdeling. Dit maakt een schatting van cijfers op nationaal niveau mogelijk. Eén persoon kan meerdere keren de SEH-afdeling bezoeken, al dan niet voor hetzelfde letsel, en telt dan meerdere keren mee in de cijfers. 2.2 LIS-vervolgonderzoek Onderzoeksopzet Het vervolgonderzoek is uitgevoerd als een retrospectief vragenlijstonderzoek onder slachtoffers van fietsongevallen die de SEH-afdeling van een LISziekenhuis bezochten. Dit onderzoek is onderdeel van een groot landelijk onderzoek naar fietsongevallen uitgevoerd door VeiligheidNL in opdracht van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat (I&W). Alle 13 LIS ziekenhuizen namen deel. Slachtoffers werden ongeveer twee maanden na hun ongeval door het ziekenhuis benaderd voor het invullen van een vragenlijst. Voor het onderzoek naar fietsongevallen in Zeeland zijn alleen de gegevens van fietsslachtoffers uit het ADRZ in Goes geanalyseerd Onderzoekspopulatie De onderzoekspopulatie bestond uit fietsers (en passagiers op de fiets) die in 2016 na een verkeersongeval de SEH-afdeling van het ADRZ in Goes bezochten. Fietsers waarvan in LIS geregistreerd was dat ze waren overleden zijn geëxcludeerd en niet aangeschreven. Slachtoffers van fietsongevallen die in Zeeland hebben plaatsgevonden maar op een andere SEH-afdeling zijn behandeld (bijvoorbeeld Terneuzen of bij ernstige fietsongevallen het Erasmus Medisch Centrum) zijn hier niet meegenomen Vragenlijst De vragenlijst bestond uit 59 vragen, verdeeld over de volgende onderwerpen: Wat is er gebeurd? Diverse open vragen om zo gedetailleerd mogelijk te achterhalen hoe het ongeval is gebeurd. Tijd en plaats van het ongeval. De omstandigheden tijdens het fietsen, zoals infrastructuur en afleiding. Wat gebeurde er? Diverse gesloten vragen om te achterhalen wat er precies is gebeurd en welke factoren daar invloed op gehad hebben. De fiets waarmee het ongeval plaatsvond. Medische behandeling. Fietsgebruik in het algemeen (los van het ongeval). Vragen over het slachtoffer zelf, bijvoorbeeld leeftijd, geslacht, medicijngebruik en gezondheidstoestand.

12 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 12 De slachtoffers hebben een papieren vragenlijst ontvangen, en daarnaast de mogelijkheid gekregen om de vragenlijst online in te vullen. De volledige vragenlijst is opgenomen in bijlage Respons Voor de respons is gekeken naar het totale vervolgonderzoek. Van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 zijn er slachtoffers van een fietsongeval behandeld op de dertien LIS SEH-afdelingen. Naar van deze slachtoffers is een vragenlijst verzonden. De overige 604 slachtoffers zijn niet aangeschreven omdat de postcode onbekend was of het een adres in het buitenland betrof, de persoon overleden was, of geen toestemming had gegeven voor deelname aan het onderzoek. Er zijn vragenlijsten geretourneerd naar VeiligheidNL, waarvan op papier en 207 online ingevulde vragenlijsten; een respons van 38 procent. Van deze vragenlijsten bleken er 45 niet of te summier ingevuld, of niet koppelbaar aan de reguliere LIS-registratie. Er bleven daarmee cases over voor de analyse, een bruikbare respons van 37 procent. Op de SEH-afdeling van het ADRZ zijn fietsslachtoffers gezien en zijn uiteindelijk 381 vragenlijsten geanalyseerd. Dit komt neer op een respons van 36 procent. Dit is vergelijkbaar met de respons in het gehele onderzoek Weging De data zijn gewogen naar leeftijd, geslacht, type letsel en type ongeval en opgehoogd naar een regionale schatting. Eerst is nagegaan in welke mate de verdeling naar leeftijd, geslacht, type letsel en type ongeval van de respondenten (n=381) overeenkwam met de verdeling van alle Zeeuwse fietsslachtoffers in LIS (n=1.052). Uit deze analyse bleek dat relatief meer oudere fietsslachtoffers (45 jaar en ouder) en vrouwen hadden deelgenomen aan het onderzoek. De respondenten hadden iets vaker een ernstig letsel en/of waren vaker betrokken bij een meervoudig ongeval dan de LIS populatie. Deze verdeling van de responsgroep naar leeftijd, geslacht, type letsel en type ongeval is gecorrigeerd door te wegen volgens de verdeling van alle fietsslachtoffers LIS-ADRZ. Hierdoor is de steekproef gecorrigeerd voor selectieve (non-) respons 1. De gegevens van 381 respondenten vormen door middel van deze weging een representatieve steekproef van de fietsongevallen in het verzorgingsgebied van het ADRZ in Zeeland, Tenslotte is er nog een schatting gemaakt voor het aantal fietsslachtoffers in de provincie Zeeland in 2016, gecorrigeerd voor de ontbrekende data uit onder meer het ZorgSaam Ziekenhuis uit Terneuzen. De schatting is gebaseerd op de verhouding tussen de leeftijd-specifieke bevolkingsaantallen van Zeeland en de leeftijd-specifieke bevolkingsaantallen van het verzorgingsgebied van het ADRZ Datamanagement Koppeling LIS-gegevens De gegevens uit de vragenlijst zijn gekoppeld aan de informatie uit het LIS. Op die manier zijn zowel de vragenlijstgegevens als de geregistreerde gegevens over de oorspronkelijke SEH-behandeling uit LIS beschikbaar voor analyse. Voor 1 Mogelijk komen daardoor de aantallen niet altijd overeen met gerapporteerde n-getallen van geregistreerde cases. 2 Het verzorgingsgebied ADRZ omvat de gemeenten Borsele, Goes, Kapelle, Middelburg, Reimerswaal, Veere, Vlissingen, Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland. De gemeenten Hulst, Sluis, Terneuzen en Tholen horen bij het verzorgingsgebied van andere ziekenhuizen (ZorgSaam en Bravis)

13 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 13 variabelen die zowel via de vragenlijst waren verzameld als via de LIS-registratie op de SEH zijn de vragenlijstgegevens gebruikt voor analyse. Gegevens over geslacht en leeftijd die ontbraken in de vragenlijst zijn uit de LIS-gegevens overgenomen Vragen met open antwoorden, anders namelijk De antwoorden die op de verschillende vragen met een categorie anders, namelijk waren gegeven, zijn handmatig geanalyseerd en waar mogelijk toegewezen aan bestaande antwoordcategorieën. In een enkel geval is er een extra antwoordcategorie toegevoegd MAIS Als maat voor letselernst is voor elk slachtoffer op basis van het in LIS gecodeerde letsel de MAIS-score toegevoegd. AIS staat voor Abbreviated Injury Scale. De waarde van een letsel op deze schaal representeert de ernst van het letsel. De waarde van de Maximum AIS (MAIS) representeert het ernstigste letsel bij een slachtoffer. De MAIS loopt van 1 (licht letsel) tot 6 (maximaal). De AIS is opgesteld door de Association for the advancement of automotive medicine (AAAM; en wordt door de EU aanbevolen als indicator van letselernst in verkeersongevallen. Letsel met een score van 2 of meer op deze Maximum Abbreviated Injury Scale wordt gezien als ernstig letsel. 2.4 Analyses Voor het beschrijven van de resultaten is gebruik gemaakt van beschrijvende statistiek. De analyses zijn uitgevoerd per doelgroep. In hoofdstuk 3 wordt gesproken over het aantal SEH-bezoeken. Hierbij zijn ook slachtoffers meegeteld die na behandeling op de SEH-afdeling opgenomen zijn in het ziekenhuis of zijn overleden. De resultaten van deze analyses zijn weergegeven voor de periode

14 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 14 3 Overzicht van verkeersongevallen In dit hoofdstuk wordt geschetst wat de ontwikkelingen zijn in het ADRZ in de periode 2012 tot en met 2016 ten aanzien van de SEH-bezoeken en ziekenhuisopnames als gevolg van verkeersongevallen in het algemeen en fietsongevallen in het bijzonder. Deze gegevens komen uit het LIS. Hiernaast wordt een schatting gemaakt van het totaal aantal SEH-behandelingen als gevolg van fietsongevallen voor alle inwoners van Zeeland. 3.1 Verkeersongevallen : SEH-bezoeken ADRZ In totaal waren er SEH-bezoeken na een verkeersongeval in de periode In 2012 waren er verkeersslachtoffers, waarvan ruim de helft (53%) ernstig gewond was (MAIS2+). Het aantal ernstig gewonden nam af van 926 in 2012 naar 735 in 2016, een daling van 21 procent. Het aantal SEHbezoeken daalde met 14 procent tot in In 2016 nam het totale aantal verkeersslachtoffers weer iets toe (Figuur 3.1). Figuur 3.1. Totaal aantal SEH-bezoeken en aantal SEH-bezoeken met MAIS2+ letsel na een verkeersongeval in de periode in het ADRZ MAIS2+ SEHbezoeken Ongeveer één op de vijf verkeersslachtoffers werd na het SEH-bezoek opgenomen in het ziekenhuis. Dit is in de gehele periode ongeveer gelijk gebleven. Figuur 3.2 geeft het aantal SEH-bezoeken weer naar type verkeersdeelname. Twee derde van de verkeersongevallen betrof een fietsongeval. Ongeveer een op de acht verkeersongevallen gebeurde met de auto en een op de tien met de brom- of snorfiets. In de periode nam het aantal fietsongevallen af met 15 procent. Echter, in 2016 is weer een stijging te zien van 8 procent. Figuur 3.2 Aantal SEH-bezoeken in de periode 2012 tot en met 2016, naar verkeersdeelname Fiets Auto Brom/snorfiets Motor/scooter Voetganger

15 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 15 Wanneer we kijken naar de ernstige letsels na fietsongevallen, dan is er vanaf 2014 een daling te zien (Figuur 3.3). De stijging van het totaal aantal fietsongevallen in 2016 ten opzichte van 2015 wordt dus niet veroorzaakt door een stijging van fietsongevallen met ernstig letsel. In 2014 werden 641 fietsslachtsoffers behandeld voor MAIS2+ letsel en dit aantal daalde met 15 procent naar 543 in Het aandeel MAIS2+ letsel van het totaal aantal letsels na een fietsongeval was 56 procent in 2014 en 52 procent in Figuur Totaal aantal SEH-bezoeken en aantal SEH-bezoeken met MAIS2+ letsel na een fietsongeval in de periode in het ADRZ Alle fietsongevallen Fietsongevallen met MAIS2+ letsel Schatting SEH-bezoeken Zeeland Op basis van de verhouding tussen de leeftijd-specifieke bevolkingsaantallen van Zeeland en de leeftijd-specifieke bevolkingsaantallen van het verzorgingsgebied van het ADRZ, is er een schatting gemaakt voor het aantal fietsslachtoffers in de provincie Zeeland in De schatting is gecorrigeerd voor de ontbrekende data uit onder meer het ZorgSaam Ziekenhuis uit Terneuzen. Naar schatting waren er in SEH-bezoeken na een fietsongeval in Zeeland.

16 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 16 4 Fietsongevallen met kinderen In 2016 hebben 136 kinderen in de leeftijd 0 tot en met 12 jaar een bezoek gebracht aan de SEH-afdeling van ADRZ als gevolg van een fietsongeval. Onderstaande resultaten zijn gebaseerd op data van 33 vragenlijsten en zijn gewogen voor het totale aantal LIS-slachtoffers in het ADRZ in dezelfde leeftijdsgroep (0 tot en met 12 jaar). 4.1 Leeftijd en geslacht De gemiddelde leeftijd bij het fietsongeval onder kinderen was 8 jaar. Een op de vijf kinderen was 4 jaar of jonger ten tijde van het ongeval. Opvallend is de grote piek bij kinderen van 12 jaar, een kwart van de fietsongevallen gebeurde bij kinderen in deze leeftijd. In de gehele groep waren meisjes vaker betrokken bij een fietsongeval dan jongens (61%), maar het aantal jongens stijgt met de leeftijd. In de leeftijdsgroep 0 t/m 4 jaar was 18 procent van de slachtoffers een jongen, terwijl dit in de leeftijd 9 t/m 12 jaar 61 procent was (Figuur 4.1). Figuur 4.1 SEH-bezoeken na een fietsongeval onder kinderen, naar leeftijd en geslacht 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 0 t/m 4 jaar 5 t/m 8 jaar 9 t/m 12 jaar vrouw man 4.2 Letsels Type De meeste kinderen liepen een fractuur (39%) of een distorsie (33%) op (Figuur 4.2). De letsels bevonden zich met name aan de ledematen: 38 procent aan schouder/arm en 32 procent aan heup/been. De meest voorkomende letsels waren een polsfractuur (19%), een onderbeenfractuur (7%) en een pols- of enkeldistorsie (beide 6%).

17 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 17 Figuur 4.2 SEH-bezoeken na een fietsongeval onder kinderen, naar aard letsel 2% 2% 6% 10% 7% 33% 39% Oppervlakkig letsel Open wond Fractuur Distorsie Licht hersenletsel Ernstig hersenletsell Overig Ernst Bijna de helft van de kinderen (47%) was ernstig gewond (MAIS2+) en ongeveer één op de zes kinderen werd na het SEH-bezoek opgenomen in het ziekenhuis. Bij het invullen van de vragenlijst (circa 2 maanden na het ongeval) heeft vier op de vijf jonge kinderen (82%) geen last meer van het opgelopen letsel. Acht procent gaf aan te verwachten helemaal te herstellen en ongeveer een op de veertien verwachtte dat het letsel (gedeeltelijk) blijvend zal zijn. 4.3 Type fiets Bijna alle kinderen fietsten op een gewone fiets ten tijde van het ongeval (86%). De andere kinderen fietsten op een mountainbike of op een tour/trekking, 'hybride' fiets of randonneur. Dit waren in alle gevallen jongens. 4.4 Omschrijving fietsongeval In ruim zes op de tien gevallen was er sprake van een eenzijdig ongeval, wat betekent dat er geen ander persoon, voertuig of obstakel bij betrokken was (Tabel 4.1). Een op de tien kinderen botste tegen een obstakel aan zoals een stoeprand of een stilstaand voertuig. Wanneer er sprake was van een botsing, was dit meestal met een andere fietser (18%). Drie procent van de kinderen werd aangereden door een auto. Van de kinderen in de leeftijd 0 tot en met 4 jaar zat 65 procent achterop de fiets. Van de kinderen in de leeftijd 5 tot en met 8 jaar was dit een kwart. Tabel 4.1 Ongevalsscenario %* Enkelvoudig ongeval 73 Eenzijdig ongeval 63 Botsing met obstakel 10 Botsing met rijdend voertuig 21 Met fiets 18 Met auto 3 Overig 6 *N=33 respondenten De meeste fietsongevallen vonden plaats op een rechte weg (70%), gevolgd door in de bocht (11%). De meeste kinderen raakten gewond terwijl zij onderweg

18 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 18 waren van of naar school (28%) of een recreatieve bestemming (22%). In bijna alle gevallen was het licht (92%). In vier op de tien fietsongevallen fietste het slachtoffer alleen en dit was nagenoeg gelijk aan het aantal fietsongevallen waarbij het slachtoffer samen met één andere fietser fietste (39%). Negentien procent van de slachtoffers fietste in een groep ten tijde van het fietsongeval. 4.5 Oorzaken van fietsongeval Verschillende oorzaken lagen volgens de slachtoffers ten grondslag aan het fietsongeval. De helft van de kinderen rapporteerde dat het eigen gedrag (mede) verantwoordelijk was, en één op de vijf kinderen gaf aan zelf afgeleid te zijn. De toestand van de weg was ook een belangrijke oorzaak (38%). Dit kwam vooral door losliggend materiaal of door een gat of kuil in de weg. Bij éen op de vijf kinderen kwam een voet (of ander lichaamsdeel) tussen de spaken terecht. Van de kinderen die achterop de fiets zaten toen het fietsongeval plaatsvond, had 84 procent spaakbeknelling van de voet (of ander lichaamsdeel). Tabel 4.2 Oorzaken van fietsongevallen met kinderen %* Spaken 26 Mankement 3 Gedrag van een ander 15 Anderen reden in groep 4 Eigen gedrag 53 Ik maakte een stuurfout 27 Mijn voet gleed van de trapper 8 Ik reed met losse handen 6 Ik lette niet op 3 Zelf afgeleid 21 Haast 10 Met iemand praten 3 Weersomstandigheden 7 Neerslag 4 Gladheid 3 Toestand van de weg 38 Losliggend materiaal 7 Door een gat/kuil/gleuf 7 Glad wegdek 6 *N=33 respondenten 4.6 Voorkomen van ongeval Volgens de (ouders/verzorgers van de) slachtoffers had 65 procent van de ongevallen voorkomen kunnen worden. Met name door een aanpassing aan de fiets, bijvoorbeeld het gebruik van een kinderstoeltje (19%), door zelf beter op te letten (12%) of door verbetering van de toestand van de weg, bijvoorbeeld door gladheid of obstakels op de weg te voorkomen (11%). 4.7 Helmgebruik Een helm werd zelden gebruikt; 5 procent van de kinderen droeg ten tijde van het fietsongeval een helm.

19 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 19 5 Fietsongevallen met jongeren Het aantal jongeren (13 tot en met 18 jaar) dat in 2016 de SEH-afdeling van het ADRZ bezocht na een fietsongeval bedroeg 154. Onderstaande resultaten zijn gebaseerd op data van 32 vragenlijsten en zijn gewogen voor het totale aantal LIS-slachtoffers in deze leeftijdsgroep in het ADRZ. 5.1 Leeftijd en geslacht Ruim vier van de vijf SEH-behandelingen voor fietsongevallen onder jongeren vonden plaats bij slachtoffers in de leeftijd van 14 tot en met 16 jaar. In 65 procent van de fietsongevallen was het slachtoffer een jongen. Figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% SEH-bezoeken na een fietsongeval onder jongeren, naar leeftijd en geslacht 13 t/m 15 jaar 16 t/m 18 jaar vrouw man 5.2 Letsels Type De meerderheid van de slachtoffers liep een fractuur (38%) of een distorsie (15%) op. Bijna één op de tien liep hersenletsel op, zijnde een hersenschudding (5%) of ernstig schedel-/hersenletsel (4%; Figuur 5.2). Vaak bevonden de letsels zich aan schouder, arm of hand (44%). De meest voorkomende letsels waren een polsfractuur (12%), een enkeldistorsie (9%) en een fractuur aan het sleutelbeen of de schouder (8%). Figuur 5.2 SEH-bezoeken na een fietsongeval onder jongeren, naar aard letsel 5% 4% 29% 4% 5% 15% 38% Oppervlakkig letsel Open wond Fractuur Distorsie Licht hersenletsel Ernstig hersenletsell Overig

20 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Ernst Bijna de helft van de jongeren (48%) was ernstig gewond (MAIS2+). Dit verschilde per leeftijdsgroep; onder de jongeren in de leeftijd 13 tot en met 15 jaar was 58 procent ernstig gewond tegenover 31 procent in de leeftijd 16 tot en met 18 jaar. Een op de vijf jongeren werd na het SEH-bezoek opgenomen in het ziekenhuis. Een groot deel van de slachtoffers heeft langere tijd last van het letsel. Ten tijde van het invullen van de vragenlijst rapporteerde 44 procent nog last te hebben van het opgelopen letsel. Veertien procent gaf aan te verwachten gedeeltelijk te herstellen en 7 procent rapporteerde dat het letsel vermoedelijk blijvend is. 5.3 Type fiets Alle meisjes fietsten op een gewone fiets. Van de jongens reed 72 procent op een gewone fiets, 3 procent op een mountainbike, 8 procent op een racefiets en 9 procent op een elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/uur. 5.4 Omschrijving fietsongeval Ruim de helft (53%) van de jongeren was betrokken bij een botsing met een rijdend voertuig. Eén op de drie jongeren raakte gewond door een botsing met een auto en één op de vijf door een botsing met een andere fietser of wielrenner (Tabel 5.1). Bij de botsingen waarbij een auto betrokken was, werd het slachtoffer vaak aangereden (26%) terwijl bij de botsingen met een fietser of wielrenner het slachtoffer vaak zelf tegen de fietser was aangereden (17%). Zevendertig procent gaf aan het evenwicht verloren te zijn tijdens het fietsen zonder dat er sprake was van een botsing met een obstakel of voertuig. Tabel 5.1 Ongevalsscenario %* Enkelvoudig ongeval 44 Eenzijdig ongeval 37 Botsing met obstakel 7 Botsing met rijdend voertuig 53 Met auto 31 Met fiets 14 Met wielrenner 5 Overig 3 *N=32 respondenten. De meerderheid van de jongeren fietste alleen ten tijde van het ongeval (57%). Daarnaast fietste ongeveer een kwart in een groep en één op de vijf samen met één andere fietser. Fietsongelukken vonden in één op de acht van de gevallen in het schemer plaats en in één op de vijf van de gevallen in het donker. Daarnaast vonden de meeste fietsongelukken plaats in de bebouwde kom (59%) en op een recht weggedeelte (44%). Er vonden ongeveer evenveel ongelukken plaats in een bocht als op een kruispunt zonder stoplichten (20% en 19% respectievelijk). De snelheid ten tijde van het fietsongeluk was in ruim één op de vijf gevallen een racetempo en in één op de zeven gevallen snel (16 tot en met 25 kilometer per uur). 5.5 Oorzaken van fietsongeval Tabel 5.2 geeft de verschillende oorzaken van de fietsongevallen onder jongeren weer. De overgrote meerderheid weet het fietsongeval aan eigen gedrag (44%) of het gedrag van een ander (48%). De toestand van de weg werd door een kwart van de slachtoffers genoemd. De oorzaak van het fietsongeval lag in een enkel geval aan een voet of ander lichaamsdeel dat tussen de spaken kwam (4%) of door een mankement aan de fiets (5%).

21 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 21 Tabel 5.2 Oorzaken van fietsongevallen onder jongeren %* Spaken 4 Mankement 5 Gedrag van een ander 48 Ander lette niet op 12 Iemand anders gaf geen voorrang 12 Iemand anders maakte een stuurfout 8 Eigen gedrag 44 Ik lette niet op 14 Ik maakte een stuurfout 10 Ik stopte plotseling 5 Zelf afgeleid 27 Met iemand praten 9 Haast 5 Luisterde naar muziek/koptelefoon 5 Lichamelijke of geestelijke conditie 3 Weersomstandigheden 14 Gladheid 9 Neerslag 5 Toestand van de weg 25 Glad wegdek 6 Geen of slechte verlichting 5 Losliggend materiaal 4 *N=32 respondenten. Geen van de slachtoffers gaf aan alcohol of medicatie gebruikt te hebben in de 6 uur voorafgaand aan het fietsongeval. 5.6 Voorkomen van fietsongeval Drie op de vier jongeren gaf aan dat het fietsongeval voorkomen had kunnen worden. Een kwart noemde daarvoor dat hij/zijzelf of de ander beter op had moeten letten. Een op de zeven noemde verbetering van de toestand van de weg, zoals het weghalen van obstakels op de weg of zout strooien tegen gladheid, als maatregel die het ongeval had kunnen voorkomen. 5.7 Helmgebruik Twaalf procent van de jongeren droeg een helm bij het fietsongeluk. Dit waren vooral jongeren die op een mountainbike of racefiets reden.

22 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 22 6 Fietsongevallen met volwassenen Er zijn in volwassen fietsslachtoffers gezien op de SEH-afdeling van het ADRZ. Onderstaande resultaten zijn gebaseerd op data van 137 vragenlijsten en zijn gewogen voor het totale aantal LIS-slachtoffers in het ADRZ in dezelfde leeftijdsgroep (19 tot en met 64 jaar). 6.1 Leeftijd en geslacht De gemiddelde leeftijd bij het fietsongeval was 47 jaar. Er waren relatief weinig jongvolwassenen; de helft van de volwassen SEH-bezoekers was in de leeftijd van 50 tot en met 64 jaar. Over de gehele groep waren er evenveel mannelijke als vrouwelijke slachtoffers. Echter, onder de leeftijd van 50 jaar waren mannen vaker betrokken bij een fietsongeval (62%), terwijl boven de leeftijd van 50 jaar vrouwen vaker betrokken waren (59%; Figuur 6.1). Figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 19 t/m 29 jaar SEH-bezoeken na een fietsongeval onder volwassenen, naar leeftijd en geslacht 30 t/m 39 jaar 40 t/m 49 jaar 50 t/m 59 jaar 60 t/m 64 jaar vrouw man 6.2 Letsels Type Bijna de helft van de volwassenen liep een fractuur op als gevolg van het fietsongeval (47%; Figuur 6.2). Vaak betrof dit een breuk van de elleboog (11%) of van de pols (8%). Daarnaast kwam 8 procent van de volwassenen met een open hoofdwond naar de SEH-afdeling. Ernstig hersenletsel kwam bijna niet voor (minder dan 1%), 5 procent van de slachtoffers had licht hersenletsel.

23 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 23 Figuur 6.2 SEH-bezoeken na een fietsongeval onder volwassenen, naar aard letsel 7% 13% 7% 8% 5% 14% 47% Oppervlakkig letsel Fractuur Trauma capitis/licht hersenletsel Overig Open wond Distorsie Lucatie Ernst Iets meer dan de helft van de slachtoffers had ernstig (MAIS2+) letsel (54%), en dit waren iets vaker mannen dan vrouwen (59% versus 49%). Ongeveer één op de zes slachtoffers werd opgenomen in het ziekenhuis na het SEH-bezoek. Een derde van de volwassenen was volledig hersteld na ongeveer twee maanden na het fietsongeval. Zestien procent gaf aan dat het letsel vermoedelijk of zeker blijvend zal zijn. 6.3 Type fiets Dertig procent van de volwassen fietsers reed op een gewone fiets ten tijde van het fietsongeval. Drieëntwintig procent reed op een elektrische fiets (tot 25 kilometer per uur) en negentien procent op een racefiets. Mannen waren vaker betrokken bij een fietsongeval met een racefiets dan vrouwen (28% versus 10%). Ook liepen mannen vaker dan vrouwen letsel op na een ongeval met een mountainbike (23% versus 7%). Daarentegen reden vrouwelijke slachtoffers vaker op een elektrische fiets (tot 25 kilometer per uur) (33% versus 14%). 6.4 Omschrijving fietsongeval De grote meerderheid van de fietsongevallen gebeurde door het verliezen van het evenwicht tijdens het fietsen of het op- en afstappen (48%). Daarnaast botste één op de vijf volwassen slachtoffers op een obstakel, zoals een stoeprand of muur (Tabel 6.1). Achtentwintig procent botste met een rijdend voertuig en hiervan reden evenveel slachtoffers zelf iemand aan als dat ze werden aangereden (beide 14%). De meeste botsingen vonden plaats met een andere fietser (15%). Van de ongevallen met een elektrische fiets was vier op de vijf enkelvoudig. Eén op de vijf slachtoffers botste tegen een obstakel aan en drie op de vijf slachtoffers verloor het evenwicht tijdens het fietsen op bij het op- en afstappen.

24 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 24 Tabel 6.1 Ongevalsscenario %* Enkelvoudig ongeval 68 Eenzijdig ongeval 48 Botsing met obstakel 20 Botsing met rijdend voertuig 28 Met fiets 15 Met auto 7 Met wielrenner 3 Overig 4 *N=137 respondenten De meeste slachtoffers fietsten ten tijde van het ongeval alleen (57%). Ongeveer een kwart fietste samen met een andere fietser en één op de zes fietste in een groep. Het aantal ongevallen binnen of buiten de bebouwde kom verschilde niet veel van elkaar (51% versus 43%). Eén op de acht fietsongevallen vond plaats in het schemer of donker. Meestal fietste het slachtoffer op een rechte weg (46%), in een bocht (24%) of op een kruispunt zonder verkeerslichten (13%). Bijna de helft van de slachtoffers reed snel of in een racetempo, dit waren vooral de slachtoffers die op een racefiets, mountainbike of elektrische fiets reden. 6.5 Oorzaken van fietsongeval De belangrijkste oorzaak die gegeven werd voor het ontstaan van het fietsongeval was het gedrag: 41 procent weet dit aan eigen gedrag en 34 procent aan het gedrag van een ander (Tabel 6.2). Ook de toestand van de weg en weersomstandigheden speelden een belangrijke rol (39%); 11 procent noemde losliggend materiaal op de weg en 9 procent gladheid. Een kleine groep gaf aan een mankement aan de fiets te hebben gehad (6%). Tabel 6.2 Oorzaken van fietsongevallen onder volwassenen %* Spaken 4 Mankement aan de fiets 6 Gedrag van een ander 34 Ander lette niet op 7 Iemand anders gaf geen voorrang 5 Iemand anders maakte een stuurfout 5 Iemand anders sloeg af zonder richting aan te geven 5 Eigen gedrag 41 Ik lette niet op 10 Ik maakte een stuurfout 7 Ik stopte plotseling 3 Ik keek achterom 3 Zelf afgeleid 14 Met iemand praten 4 Haast 2 In gedachten verzonken 2 Lichamelijke of geestelijke conditie 7 Weersomstandigheden 20 Gladheid 9 Neerslag 7 Toestand van de weg 39 Losliggend materiaal 11 Glad wegdek 6 Nat wegdek 3 *N=137 respondenten Acht procent van de volwassenen rapporteerde alcohol gebruikt te hebben in de 6 uur voorafgaand aan het fietsongeval. Geen van de slachtoffers gebruikte medicatie.

25 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Voorkomen van fietsongeval Ruim driekwart van de SEH-bezoeken had volgens de fietsslachtoffers voorkomen kunnen worden door beter op te letten (17%) of door een betere toestand van de weg (16%). Het gebruik van alcohol of een smartphone tijdens het fietsen werd in een heel enkel geval genoemd (minder dan 1%). Vier procent rapporteerde een mankement aan de fiets, zoals een verroeste zadelpen. 6.7 Helmgebruik Van alle volwassenen droeg een kwart een helm ten tijde van het fietsongeval. Van de slachtoffers die op een mountainbike reden, droeg de helft een helm. Onder volwassen racefietsers rapporteerde 87 procent een helm te hebben gebruikt.

26 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 26 7 Fietsongevallen met senioren (65-plussers) In 2016 bezochten 344 senioren de SEH-afdeling van het ADRZ na een ongeval met een fiets. Onderstaande resultaten zijn gebaseerd op data van 179 vragenlijsten en zijn gewogen voor het totale aantal LIS-slachtoffers in het ADRZ in dezelfde leeftijdsgroep (65-plussers). 7.1 Leeftijd en geslacht Ruim de helft van het aantal SEH-bezoeken na een fietsongeval betrof senioren in de leeftijd van 65 tot en met 74 jaar. Acht procent van de fietsers met letsel was 85 jaar of ouder ten tijde van het ongeval. Vrouwen bezochten vaker de SEH-afdeling als gevolg van een fietsongeval dan mannen (63% versus 37%). De proportie SEH-bezoeken naar geslacht en leeftijd is weergegeven in Figuur 7.1. Figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 65 t/m 69 jaar SEH-bezoeken na een fietsongeval onder senioren, naar leeftijd en geslacht 70 t/m 74 jaar 75 t/m 79 jaar 80 t/m 84 jaar 85 jaar en ouder vrouw man 7.2 Letsels Type Bijna de helft van de senioren liep een fractuur op als gevolg van het fietsongeval (47%) en ongeveer één op de zes had een open wond (Figuur 7.2). De meeste letsels bevonden zich aan de schouder, arm of hand (37%), gevolgd door heup, been of voet (24%) en hoofd, hals of nek (23%). Letsel aan romp of wervelkolom kwam niet vaak voor (5%). De meest voorkomende letsels waren een fractuur van de heup (11%) of pols (9%). Ook een open hoofdwond kwam relatief vaak voor (9%).

27 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 27 Figuur 7.2 SEH-bezoeken na een fietsongeval onder senioren, naar aard letsel 2% 3% 17% 7% 16% 8% 47% Oppervlakkig letsel Fractuur Trauma capitis/licht hersenletsel Overig Open wond Distorsie Ernstig schedel/hersenletsel Ernst Ongeveer zes op de tien slachtoffers was ernstig gewond (MAIS2+), dit waren iets vaker vrouwen dan mannen (62% versus 52%). Er was geen verschil in het aandeel opnames na het SEH-bezoek tussen mannen en vrouwen (ongeveer een derde van de slachtoffers). Echter, het aandeel ziekenhuisopnames bij slachtoffers van 85 jaar of ouder lag wel hoger dan bij de jongste leeftijdsgroep onder de senioren (65 tot en met 69 jaar; 45% versus 25%). Bij het invullen van de vragenlijst had ongeveer een derde van de slachtoffers geen last meer van het opgelopen letsel. Veertien procent verwachtte zeker of vermoedelijk last te houden van het letsel. 7.3 Type fiets De helft van de senioren (49%) fietste ten tijde van het ongeval op een elektrische fiets en een derde op een gewone fiets (34%). Van de mannen liep 13 procent het letsel op na een fietsongeval met de racefiets, terwijl geen fietsongevallen met de racefiets gerapporteerd zijn bij vrouwen. Vrouwen waren vaker betrokken bij een fietsongeval met de elektrische fiets dan mannen (58% versus 34%). 7.4 Omschrijving fietsongeval Zes op de tien fietsongevallen ontstond door het verliezen van het evenwicht zonder dat er gebotst werd met een obstakel of rijdend voertuig (Tabel 7.1). Een botsing met een obstakel of met een fiets kwam in veel mindere mate voor (15% en 10%, respectievelijk). Tabel 7.1. Ongevalsscenario %* Enkelvoudig ongeval 77 Eenzijdig ongeval 62 Botsing met obstakel 15 Botsing met rijdend voertuig 17 Met fiets 10 Met auto 6 Verkeersongeval overig, onbekend 5 *N=179 respondenten

28 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 28 De meeste fietsongevallen vonden plaats op een rechte weg (42%), gevolgd door een bocht (21%). Ongeveer één op de acht ongevallen gebeurde op een kruispunt (met of zonder stoplicht). De meeste slachtoffers fietsten met daglicht ten tijde van het ongeval; maar 5 procent van de slachtoffers fietste toen het schemerde of donker was. Vaak fietste het slachtoffer alleen (59%) of samen met een andere fietser (33%). De helft van de slachtoffers onder senioren stond stil of fietste heel langzaam (minder dan 5 kilometer per uur) toen het ongeval gebeurde (20% en 32%, respectievelijk). Slechts drie procent van de senioren had een racetempo (25 kilometer of meer per uur). 7.5 Oorzaken van fietsongeval Een op de tien senioren weet het fietsongeval aan de eigen lichamelijke en/of geestelijke conditie, met name door verlies van evenwicht (Tabel 7.2). De toestand van de weg werd door 27 procent van de slachtoffers als oorzaak aangewezen. Het eigen gedrag was een belangrijke factor; de helft van de senioren gaf dit als oorzaak aan terwijl het gedrag van een ander maar door een kwart werd genoemd. De oorzaak van fietsongevallen bij senioren lag zelden bij iets dat tussen de spaken kwam of door een mankement van de fiets. Tabel 7.2 Oorzaken van fietsongevallen onder senioren %* Spaken 2 Mankement 1 Gedrag van een ander 24 Ander gaf geen voorrang 6 Ander lette niet goed op 5 Eigen gedrag 47 Ik lette niet op 10 Ik maakte een stuurfout 10 Ik keek achterom 4 Ik bleef haken tijdens het opstappen of afstappen 4 Zelf afgeleid 12 Eigen lichamelijke en/of geestelijke conditie 9 Evenwicht 3 Weersomstandigheden 13 Neerslag 4 Gladheid 3 Toestand van de weg 27 Fietswiel kwam in gleuf of berm 7 Glad wegdek 4 *N=179 respondenten Drie procent van de fietsslachtoffers had alcohol gedronken in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval en vier procent had medicatie gebruikt. 7.6 Voorkomen van fietsongeval Ongeveer zes op de tien fietsslachtoffers is van mening dat het fietsongeval voorkomen had kunnen worden. Als maatregel werd vooral het beter opletten door zichzelf aangegeven (13%). Slechts drie procent gaf aan dat een ander beter had moeten opletten. Verder gaf acht procent aan dat het ongeval voorkomen had kunnen worden door een verbetering van de toestand van de weg. Mogelijke maatregelen die genoemd werden waren het aanbrengen van betere verlichting in een tunnel en het op gelijke hoogte brengen van de weg en de berm.

29 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Helmgebruik Ten tijde van het fietsongeval droeg 5 procent van de senioren een helm. De helm werd gedragen bij het rijden op een racefiets, een mountainbike of tour/trekking, 'hybride' fiets of randonneur.

30 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 30 8 Ongevallen met racefietsers In 2016 bezochten 105 mensen de SEH-afdeling van het ADRZ na een ongeval met een racefiets. Onderstaande resultaten zijn gebaseerd op data van 35 vragenlijsten en zijn gewogen voor het totale aantal LIS-slachtoffers uit het ADRZ van een racefietsongeval. 8.1 Leeftijd en geslacht Een kwart van de slachtoffers van een racefietsongeval was onder de 40 jaar en ongeveer een derde was 60 jaar of ouder. De gemiddelde leeftijd van de racefietsslachtoffers was 48 jaar. Vier op de vijf de slachtoffers was een man (Figuur 8.1). Vrouwen die een ongeval hadden met de racefiets waren vaak jonger dan 50 jaar (72%). Figuur % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% SEH-bezoeken na een fietsongeval onder racefietsers, naar leeftijd en geslacht 17 t/m 39 jaar 40 t/m 49 jaar 50 t/m 59 jaar 60 t/m 71 jaar vrouw man 8.2 Letsels Type Vier op de tien racefietsers liep een fractuur op. De letsels bevonden zich vooral aan de hand, schouder of arm (36%), terwijl letsel aan de heup, benen of voeten weinig voorkwam (6%). De meest voorkomende letsels waren een open wond aan het hoofd (14%), een elleboogfractuur (10%), licht hersenletsel (9%) en een sleutelbeenfractuur (9%).

31 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 31 Figuur 8.2 SEH-bezoeken na een fietsongeval onder racefietsers, naar aard letsel 14% 9% 14% 9% 4% 11% 40% Oppervlakkig letsel Open wond Fractuur Distorsie Spier- of peesletsel Trauma capitis/licht hersenletsel Overig Ernst Ruim de helft (53%) van de racefietsers was ernstig gewond (MAIS2+). Racefietsers van 60 jaar of ouder waren vaker ernstig gewond dan racefietsers in de leeftijd van 17 tot en met 40 jaar (67% versus 36%). Ongeveer één op de zes racefietsers werd na het SEH-bezoek opgenomen in het ziekenhuis. De meerderheid van de racefietsslachtoffers had geen last meer van het letsel bij het invullen van de vragenlijst (ongeveer 2 maanden na het ongeval) of gaf aan te verwachten volledig te herstellen (37% en 38% respectievelijk). Ongeveer één op de zes racefietsers verwachtte blijvende letsel aan het racefietsongeval over te houden. In alle gevallen betrof dit mannelijke slachtoffers. 8.3 Omschrijving van het fietsongeval Zeven op de tien racefietsers raakten gewond door een botsing. Ze reden tegen iets of iemand aan (50%) of werden aangereden (20%). In de helft van de fietsongevallen was sprake van een botsing met een ander voertuig. Meestal was dit met een andere wielrenner (19%) of een andere fietser (13%). In drie op de tien fietsongevallen was het ongeval eenzijdig zonder ander betrokkene, zoals het verliezen van het evenwicht tijdens het fietsen of bij het op- en afstappen. Ongeveer een op de vijf racefietsers botste tegen een muur, hek of stilstaand voertuig aan (Tabel 8.1). Tabel 8.1 Ongevalsscenario %* Enkelvoudig ongeval 49 Eenzijdig ongeval 29 Botsing met obstakel 20 Botsing met voertuig 50 Met een wielrenner 19 Met een rijdende fiets 13 Met auto 9 Bromfiets/scooter/snorfiets 9 Verkeersongeval overig, onbekend 2 *N=35 respondenten Bijna twee derde van de fietsongevallen gebeurde op een recht weggedeelte (64%), en ongeveer één op de vijf in een bocht (22%). Het fietsongeval vond

32 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 32 zelden op een kruispunt plaats (2%). In bijna alle gevallen gebeurde het ongeluk bij daglicht (93%). Fietsongevallen in een groep racefietsers kwam ongeveer even vaak voor als fietsongevallen met één andere betrokken racefietser (42% en 45% respectievelijk). Dertien procent fietste samen met één andere fietser. Racefietsers fietsten vaak buiten de bebouwde kom ten tijde van het ongeval (83%) en op een racetempo (sneller dan 25 kilometer per uur; 47%). 8.4 Oorzaken van fietsongeval Het gedrag van een ander werd als belangrijkste oorzaak voor een racefietsongeval gerapporteerd (47%), met name doordat iemand een stuurfout maakte (Tabel 8.1). De toestand van de weg, waaronder losliggend materiaal of een hobbel, was ook een belangrijke oorzaak (35%). Het eigen gedrag werd door bijna een derde van de slachtoffers genoemd. Het weer, een mankement aan de fiets of iets tussen de spaken speelden nauwelijks of geen rol. Tabel 8.2 Oorzaken van racefietsongevallen %* Gedrag van een ander 47 Iemand anders maakte een stuurfout 18 Ander lette niet op 10 Iemand anders stopte plotseling 6 Eigen gedrag 31 Ik lette niet op 15 Ik stopte plotseling 5 Ik fietste met 2 of meer personen naast elkaar 4 Zelf afgeleid 10 Met iemand praten 5 In gedachten verzonken 2 Weersomstandigheden 5 Neerslag 3 Gladheid 2 Toestand van de weg 35 Losliggend materiaal 8 Hobbel/bult 6 Fietswiel in gleuf 5 *N=35 respondenten Geen van de racefietsslachtoffers had alcohol gedronken in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval, wel had twee procent medicatie gebruikt. 8.5 Voorkomen van fietsongeval Volgens de slachtoffers hadden zeven van de tien fietsongevallen voorkomen kunnen worden. Opvallend is dat een kwart van de racefietsers aangeeft dat een betere toestand van de weg het ongeval had kunnen voorkomen. Voorbeelden van preventieve acties die respondenten gaven waren het weghalen van stenen op de weg, of het beter aangeven van wegafzettingen. Twaalf procent van de slachtoffers vindt dat de ander beter had moeten opletten en negen procent gaf aan dat hij/zijzelf beter had moeten opletten. 8.6 Helmgebruik Een helm werd vaak gebruikt, maar nog niet door iedereen. Ongeveer één op de zeven racefietsers droeg geen helm ten tijde van het ongeval. Leeftijd of geslacht had hier geen (grote) invloed op.

33 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 33 9 Conclusie In de periode werden verkeersslachtoffers op de SEH-afdeling van het ADRZ gezien waarvan ruim de helft ernstig gewond was en ongeveer een vijfde na SEH-behandeling werd opgenomen in het ziekenhuis. Ten opzichte van 2012 was het aantal verkeersslachtoffers in 2015 afgenomen met 14 procent. In 2016 is dit aantal weer iets toegenomen. Twee derde van de verkeersslachtoffers werd gezien na een fietsongeval. In 2016 bezochten mensen de SEH-afdeling van het ADRZ als gevolg van een fietsongeval. Hieronder waren 136 jonge kinderen, 154 jongeren, 415 volwassenen en 344 senioren. De helft van de slachtoffers was 54 jaar of ouder. Opvallend is de grote piek bij kinderen van 12 jaar, een kwart van de fietsongevallen gebeurde bij kinderen in deze leeftijd. Mogelijk komt dit door de overgang naar de middelbare school, waardoor kinderen langere afstanden fietsen. Eén op de tien SEH-bezoekers was een racefietser. Van alle fietsslachtoffers behandeld in het ADRZ was 47 procent man en 53 procent vrouw. Onder jonge kinderen en senioren waren de slachtoffers vaker vrouw (56% en 63%, respectievelijk), terwijl onder jongeren en racefietsers mannen vaker het slachtoffer waren (65% en 80%, respectievelijk). Letsels Een fractuur was veruit het meest voorkomende letsel in alle leeftijdsgroepen (45% van alle letsels). Eén op de tien fietsslachtoffers liep een polsfractuur op en één op de veertien fietsslachtoffers een elleboogfractuur. Daarnaast kwam een open hoofdwond relatief vaak voor (7%), vooral bij racefietsers (14%). Het type letsel dat werd opgelopen verschilde per leeftijdsgroep. Fracturen kwamen iets vaker voor bij volwassenen en ouderen dan bij kinderen (beide 47% versus 39%). Een derde van de kinderen liep een distorsie op en ongeveer één op de vijf een polsfractuur, terwijl dit bij senioren minder vaak voorkwam (8% en 9%, respectievelijk). Senioren werden vaker gediagnosticeerd met een heupfractuur (11%). Vier procent van alle slachtoffers had licht hersenletsel, en twee procent ernstig hersenletsel. Opvallend is dat negen procent van de racefietsers licht hersenletsel opliep en geen van de racefietsers ernstig hersenletsel, mogelijk door het gebruik van een helm. Ongeveer de helft van alle fietsslachtoffers was ernstig gewond (MAIS2+) en ongeveer een vijfde van de slachtoffers werd opgenomen in het ziekenhuis. Bij de senioren lag dit percentage hoger; bijna zes op de tien slachtoffers was ernstig gewond en een derde werd opgenomen. Ook hadden zij langer last van het letsel. Ongeveer twee maanden na het ongeluk gaf vier op de vijf kinderen aan geen last meer te hebben, terwijl maar een derde van de seniorenslachtoffers dit aangaf. Ongeveer één op de acht fietsslachtoffers gaf aan vermoedelijk of zeker last te blijven houden van het letsel; dit lag wat lager bij kinderen en jongeren en iets hoger bij senioren. Type fiets De meeste fietsongevallen gebeurden tijdens het fietsen op een gewone fiets (46%), gevolgd door een elektrische fiets (26%) en een racefiets (10%). Ruim vier op de vijf kinderen en jongeren reed op een gewone fiets ten tijde van het fietsongeval, terwijl dit ongeveer een derde was bij volwassenen en senioren.

34 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 34 Van de volwassenen reed 24 procent op een elektrische fiets, 19 procent op de racefiets en 15 procent op de mountainbike. De helft van de senioren fietste op een elektrische fiets. Ongevalsscenario Bij de helft van de fietsongevallen onder jongeren en racefietsers was een andere verkeersdeelnemer betrokken (Figuur 9.1). Bij jongeren was dit vooral de auto (31%) terwijl racefietsers voornamelijk in botsing kwamen met een andere racefietser of fietser (19% en 13%). Kinderen en senioren hadden vaak een eenzijdig ongeval, zoals het verliezen van het evenwicht tijdens het fietsen of open afstappen (ongeveer zes op de tien). Bij volwassenen was het ongevalsscenario diverser (48% eenzijdig, 20% botsing met obstakel en 28% botsing met rijdend voertuig). Figuur 9.1 Ongevalsscenario per doelgroep 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% Eenzijdig ongeval Botsing met obstakel Botsing met rijdend voertuig Overig / onbekend 10% 0% Opvallend is dat een vijfde deel van de senioren viel terwijl ze stil stonden (waarschijnlijk bij het op- en afstappen). Fietsongevallen vonden op alle mogelijke snelheden plaats; racefietsers en jongeren reden vaker in racetempo (47% en 22%, respectievelijk) (Figuur 9.2). Figuur 9.2 Snelheid ten tijde van het fietsongeval per doelgroep 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Ik stond stil Langzaam (minder dan 5 km per uur) Normaal (5-15 km per uur) Snel (16-25 km per uur) Racetempo (sneller dan 25 km per uur)

35 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 35 Alleen fietsen versus in een groep Van alle fietsslachtoffers fietste 55 procent alleen, 28 procent samen met een andere fietser en 14 procent in een groep. Kinderen fietsten minder vaak alleen (40%). Racefietsers en jongeren fietsten juist vaker in een groep (41% en 23%). Type weg en locatie De meerderheid van alle fietsongevallen vond plaats op een rechte weg (48%), zeven op de tien ongevallen bij kinderen vond hier plaats. Ongeveer een vijfde van de ongevallen gebeurde in een bocht. Een op de tien slachtoffers raakte gewond op een kruispunt zonder verkeerslichten. Dit waren vooral jongeren (18%) en niet vaak kinderen (3%) of racefietsers (2%). Ongevallen met jonge kinderen gebeurden voornamelijk in de bebouwde kom (67%), terwijl racefietsers vaker gewond raakten buiten de bebouwde kom (83%). Soort rit Bij jongeren vond het fietsongeval vaak plaats op weg naar school (62%) of op weg naar vrienden of familie (13%). Kinderen waren ook vaak op weg naar school (28%) of naar een recreatieve bestemming (22%). Een kwart van de volwassen fietsslachtoffers was op weg naar het werk en ongeveer een vijfde was bezig met een training (21%) of een fietstocht (18%). Bij senioren gebeurde het ongeval voornamelijk tijdens een fietstocht (35%) en bij racefietsers voornamelijk tijdens een training of wedstrijd (68%). Licht Ongeveer negen op de tien fietsongevallen gebeurde bij daglicht. Een uitzondering hierop zijn de fietsongevallen onder jongeren; hier was het in 12 procent van de ongevallen schemerig en in 18 procent donker. Oorzaken van fietsongeval Een specifieke oorzaak van fietsongevallen bij kinderen was een voet of ander lichaamsdeel tussen de spaken (26%). Van de kinderen die achterop de fiets zaten toen het fietsongeval plaatsvond, had 84 procent spaakbeknelling van de voet (of ander lichaamsdeel). Spaakbeknelling kwam bij de andere doelgroepen niet of nauwelijks voor (minder dan vijf procent). Ook een mankement aan de fiets werd niet vaak als oorzaak aangegeven. Gedrag speelde wel een hele belangrijke rol in het ontstaan van de ongevallen, hetzij van een ander, hetzij eigen gedrag. Hierbij valt op dat jongeren en racefietsers vooral het gedrag van de ander benoemen (ongeveer de helft), terwijl kinderen en senioren het ongeval vooral aan eigen gedrag wijten (ook ongeveer de helft). De toestand van de weg was eveneens een belangrijke oorzaak; onder jongeren en senioren benoemde ongeveer een kwart dit als oorzaak, en onder kinderen en volwassenen vier op de tien slachtoffers. Afgeleid zijn was vooral bij jongeren een oorzaak (27%) en het minst bij racefietsers (10%). Alcohol en medicatie werden door minder dan één procent van de fietsslachtoffers genoemd als (mede)oorzaak van het ongeval; acht procent van de volwassenen gaf wel aan alcohol te hebben gedronken in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval. De meest voorkomende oorzaken van fietsongevallen staan per doelgroep weergegeven in Figuur 9.3.

36 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 36 Figuur 9.3 Meest voorkomende oorzaken van fietsongevallen per doelgroep 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Spaken Gedrag van een ander Eigen gedrag Zelf afgeleid Toestand van de weg Voorkomen van fietsongeval Op de vraag of het fietsongeval voorkomen had kunnen worden, antwoordde ongeveer zeven op de tien fietsslachtoffers bevestigend. Volwassenen hadden meer het gevoel dat het ongeval voorkomen had kunnen worden dan senioren (77% versus 59%). Beter opletten (zowel door het slachtoffer zelf, de tegenpartij, of beiden) werd het vaakst genoemd (17% van alle fietsslachtoffers, en zelfs 46% van de racefietsers). Ook verbetering in de toestand van de weg had fietsongevallen kunnen voorkomen (12%), bijvoorbeeld door het verwijderen van obstakels of het strooien van zout bij gladheid. Helmgebruik ten tijde van het fietsongeval Veertien procent van alle fietsslachtoffers droeg een helm ten tijde van het fietsongeval. Kinderen en senioren gebruikten zelden een helm (5% en 4%, respectievelijk). Onder volwassenen was dit een kwart. Logischerwijs werd de helm vooral gedragen bij het fietsen op een racefiets of een mountainbike. Van de racefietsers droeg 86 procent een helm bij het ongeval en van de mountainbikers was dit de helft van de slachtoffers.

37 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Discussie Voor een goede interpretatie van de resultaten moet rekening worden gehouden met de volgende aandachtspunten. Slachtoffers op de SEH In dit onderzoek hebben we gebruik gemaakt van de vragenlijststructuur en werkwijze die is ontwikkeld voor het uitvoeren van aanvullend LIS vervolgonderzoek. Op die manier is het mogelijk om slachtoffers die op een SEHafdeling van LIS-ziekenhuizen zijn behandeld, te benaderen met vragen over de oorzaken, de toedracht, de omstandigheden en de gevolgen van hun ongeval. Hiermee kunnen de gegevens worden aangevuld die bij het bezoek aan de SEH al in LIS zijn geregistreerd. De opzet van het onderzoek brengt echter met zich mee dat we alleen informatie verzamelen over slachtoffers van fietsongevallen die zich op de SEH-afdeling hebben laten behandelen. Slachtoffers die zich bijvoorbeeld tot de huisarts hebben gewend en slachtoffers die helemaal geen medische behandelaar hebben geraadpleegd vallen dus buiten de opzet van het onderzoek. In het algemeen zijn de verwondingen van deze laatste groepen slachtoffers minder ernstig dan van slachtoffers die op de SEH-afdeling worden behandeld. Om de oorzaken van fietsongevallen te onderzoeken is de ernst van het letsel echter minder relevant. Retrospectief onderzoek Dit onderzoek is retrospectief uitgevoerd. Slachtoffers ontvingen in principe twee maanden na hun ongeval een vragenlijst over het ongeval. Een klein deel ontving de vragenlijst 2 tot 7 maanden na hun ongeval, dit als gevolg van latere deelname van een ziekenhuis aan het onderzoek. Daarbij wordt aangenomen dat slachtoffers enkele maanden na het ongeval nog in voldoende mate details over de toedracht en gevolgen kunnen geven. De reden hiervoor is dat een ongeval in het verkeer een flinke impact heeft. Er kleven echter nadelen aan retrospectief onderzoek. Ondanks dat onderzoek aantoont dat slachtoffers zich vrij lang de details van een ongeval kunnen herinneren is er bij retrospectief onderzoek altijd de kans op herinneringsverlies. Aantal respondenten Er zijn 381 vragenlijsten binnengekomen van fietsslachtoffers die in het ADRZ zijn behandeld. Omdat de analyses per doelgroep zijn uitgevoerd, zijn de resultaten soms gebaseerd op data van een klein aantal vragenlijsten. Bij de interpretatie van deze gegevens dient hier rekening mee gehouden te worden. Enkelvoudige fietsongevallen Enkelvoudige fietsongevallen zijn die fietsongevallen waarbij geen andere weggebruiker in het spel is. Dergelijke fietsongevallen ontstaan bijvoorbeeld door een obstakel op de weg. In de praktijk blijkt dat in een deel van de fietsongevallen weliswaar sprake is van betrokkenheid van een andere verkeersdeelnemer, maar niet van een botsing of aanraking met die verkeersdeelnemer. Te denken valt aan uitwijken voor een ander, of schrikken van een actie van een ander. Hoewel er in dergelijke gevallen zeker sprake is van betrokkenheid van een andere verkeersdeelnemer zonder welke er hoogstwaarschijnlijk geen fietsongeval had plaatsgevonden worden dergelijke ongevallen in de regel toch geschaard onder de enkelvoudige fietsongevallen, omdat er geen botsing heeft plaatsgevonden. De definitie van enkelvoudige fietsongevallen laat hier (te) veel ruimte voor

38 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 38 interpretatie van de term betrokkenheid. In de praktijk wordt botsing of aanraking als criterium aangehouden. Daarbij is het voor het bepalen van enkelvoudigheid van een fietsongeval van belang onderscheid te maken tussen een stilstaande auto die geparkeerd staat (geen verkeersdeelnemer) en een auto die bijv. stil staat voor een stoplicht (wel verkeersdeelnemer). In onze gegevens was dit onderscheid lang niet altijd bekend. Om die reden zijn in de analyses dan ook alle botsingen met stilstaande auto s onder de enkelvoudige fietsongevallen gerangschikt. Zelfrapportage Tot slot dient rekening te worden gehouden met het feit dat de gegevens die we met de vragenlijst hebben verzameld, gebaseerd zijn op zelfrapportage door de respondent. Bij zelfrapportage kan er altijd sprake zijn van enige mate van sociaal wenselijk antwoorden. In de vragenlijst die voor dit onderzoek gebruikt is komen diverse onderwerpen voor waarop mogelijk sociaal wenselijk geantwoord zou kunnen worden, zoals alcoholgebruik, smartphone-gebruik en de rol van het eigen gedrag bij het ontstaan van het ongeval. Uit de resultaten van het volledige onderzoek blijkt dat 32 procent van de fietsslachtoffers in de leeftijd jaar zelf gerapporteerd heeft dat ze alcohol hadden gedronken. Ook geeft een groot deel van de fietsslachtoffers aan dat eigen gedrag een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het ongeval (40%). Verder bleek dat iets meer dan één procent van de slachtoffers gerapporteerd heeft dat het gebruik van een smartphone een rol heeft gespeeld bij het ontstaan van het ongeval. Slechts een enkeling (minder dan 1%) gaf aan dat bij het ontstaan van het ongeval een andere verkeersdeelnemer een telefoon gebruikte. Er is geen reden om aan te nemen dat slachtoffers de vraag over smartphone-gebruik sociaal wenselijker beantwoorden dan vragen over alcoholgebruik en eigen gedrag.

39 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 39 Bijlage 1 Vragenlijst Welkom bij dit onderzoek! U bent een aantal maanden geleden op de afdeling Spoedeisende Hulp van een ziekenhuis geweest. Daar bent u behandeld voor letsel. Dat letsel had u gekregen door een ongeval terwijl u op een (elektrische) fiets of speed-pedelec zat (met fiets bedoelen we verder beide varianten). Deze vragenlijst gaat over uw ongeval. En over het letsel dat u daardoor kreeg. Uw gegevens worden anoniem verwerkt. Het ministerie van Infrastructuur en Milieu gebruikt de resultaten van het onderzoek om de verkeersveiligheid in de toekomst te vergroten. Indien u deze vragenlijst invult, kunt u meedingen naar 50 prijzen van 50. Toelichting Lees dit alstublieft eerst! Kunt u de lijst niet zelf invullen? Vraag dan of iemand anders u kan helpen. Bijvoorbeeld een familielid. In de vragen staat steeds u. Maar als u de vragenlijst voor een ander invult (bijv. uw kind), gaan de vragen over die ander. Dus over het slachtoffer van het ongeval. Bij Wat is uw geboortedatum? vult u dan de geboortedatum van het slachtoffer in. Hoe lang duurt het om de lijst in te vullen? Ongeveer 20 minuten. Hoe moet u de lijst invullen? Vul de lijst in met een zwarte of blauwe pen (geen rode pen en geen viltstift). Begin bij de eerste vraag. Vul alle vragen in, tenzij anders staat aangegeven bij een vraag. Niet iedere respondent hoeft alle vragen in te vullen. Zet een kruisje in het hokje van uw keuze (het hokje niet helemaal inkleuren!) Kruis voor iedere vraag maar één antwoord aan; behalve als bij de vraag staat dat u meer dan één antwoorden mag aankruisen. Vul cijfers in binnen de lijnen van de hokjes. Wilt u een antwoord veranderen? Streep het oude antwoord door. Kruis het nieuwe antwoord aan. Zet een pijl voor het nieuwe antwoord. oud antwoord nieuw antwoord Bedankt dat u de vragenlijst voor ons wilt invullen.

40 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Wie vult deze vragenlijst in? het slachtoffer van het ongeval het slachtoffer samen met iemand anders iemand anders dan het slachtoffer In de vragen staat steeds u. Maar als u de vragenlijst voor een ander invult, gaan de vragen over die ander. Dus over het slachtoffer van het ongeval. 2. Fietste u zelf toen u het ongeval kreeg? ja, ik fietste zelf nee, ik was passagier los achterop in een fietsstoeltje voorop in een fietsstoeltje achterop in een baby-autostoeltje bevestigd met speciale drager op de bagagedrager met rugleuning en voetensteuntjes met rugleuning zonder voetensteuntjes in een fietskar of bakfiets: los vast met een riempje in baby-autostoeltje of babyschelp in een draagzak of draagdoek anders, namelijk: >> Indien u passagier was bij het fietsongeval: kunt u dan in het vervolg van de vragenlijst - tot en met vraag 38 - indien mogelijk steeds aangeven welke situatie voor de bestuurder van de fiets van toepassing was?

41 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 41 Wat is er gebeurd? We willen graag weten wat er gebeurd is toen u het fietsongeval kreeg. Kunt u hieronder in uw eigen woorden zo nauwkeurig mogelijk beschrijven hoe het ongeval is gebeurd. 3. Op wat voor soort weg fietste u? Waar was u naar op weg? Was er een bijzondere situatie? Voorbeeld: Ik fietste op een rotonde op weg naar een supermarkt. Een deel van de weg was opgebroken vanwege werkzaamheden aan de weg. Daardoor was het heel druk op de rotonde Indien u dit gemakkelijker vindt, kunt u (tevens) in onderstaand vak de situatie en locatie tekenen. 4. Wat gebeurde er toen, wat ging er fout? Voorbeeld: ik moest uitwijken voor een plotseling overstekende hond en botste toen tegen een auto aan. Daardoor viel ik van mijn fiets en stootte hard met mijn hoofd tegen de stoep

42 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 42 De tijd en plaats van het ongeval 5. Op welke dag van de week kreeg u het ongeval? doordeweeks (maandag tot en met vrijdag) weekend (zaterdag of zondag) 6. Op welk dagdeel heeft u het ongeval gekregen? ochtendspits (06:00 8:59 uur) ochtend (9:00 11:29 uur) lunchtijd (11:30 13:29 uur) middag (13:30 15:59 uur) avondspits (16:00 18:59 uur) avond ( uur) nacht (00:00 05:59 uur) 7. Op wat voor weg of pad fietste u? vrij liggend (solitair) fietspad (niet langs een weg, bijvoorbeeld door een park) fietspad langs een weg fietsstrook (door streep/afwijkende kleur asfalt afgescheiden van rijbaan) stoep, voetpad of voetgangersgebied weg (zelfde rijbaan als auto's, geen aparte strook voor fietsers) bos, park, zandpad (geen fietspad) anders, namelijk: Waar precies op de weg of fietspad kreeg u het ongeval? een recht weggedeelte een bocht een kruispunt met verkeerslichten een kruispunt zonder verkeerslichten een rotonde anders, namelijk: Fietste u binnen of buiten de bebouwde kom? binnen de bebouwde kom buiten de bebouwde kom ik weet het niet 10. Op welke locatie vond het ongeval plaats? plaats:.. straat:... (ongeveer) ter hoogte van huisnummer:.. anders, nl. :.

43 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Vanaf welke locatie was u vertrokken? plaats:.. straat:... (ongeveer) ter hoogte van huisnummer:.. anders, nl. :. De omstandigheden tijdens het fietsen 12. Wat voor soort rit maakte u toen u het ongeval kreeg? van of naar mijn werk van of naar een zakelijke afspraak/ tijdens mijn werk van of naar een winkel van of naar school van of naar een recreatieve bestemming (bos, speeltuin, sportvereniging etc.) van of naar een uitgaansgelegenheid (schouwburg, bioscoop, café etc.) van of naar vrienden of familie een fietstocht een training of wedstrijd (wielrennen, mountainbiken) anders, namelijk: Fietste u samen met andere fietsers toen u het ongeval kreeg? nee, ik fietste alleen ja, ik fietste met één andere fietser samen ja, ik fietste in een groep (met meer dan één andere fietser) 14. Had u een passagier of bagage op de fiets toen u het ongeval kreeg? U mag meerdere antwoorden aankruisen. ik zat alleen op de fiets ik fietste met een volwassene achterop ik fietste met een kind achterop ik fietste met een kind voorop ik fietste met bagage achterop ik fietste met bagage voorop ik had een tas aan mijn stuur 15. Hoe hoog schat u dat uw snelheid was toen u het ongeval kreeg? ik stond stil langzaam (minder dan 5 km per uur) normaal (5-15 km per uur) snel (16-25 km per uur) racetempo (sneller dan 25 km per uur)

44 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Was het licht of donker toen u het ongeval kreeg? licht => Ga door met vraag 18 schemerig => Ga door met vraag 17 donker => Ga door met vraag Had u uw fietsverlichting aan? ja nee alleen voorlicht alleen achterlicht 18. Had u in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval alcohol gedronken? ja => Ga door met vraag 19 nee => Ga door met vraag Hoeveel glazen alcohol had u gedronken in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval? glazen 20. Had u in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval medicijnen gebruikt die uw veiligheid in het verkeer kunnen beïnvloeden? ja nee weet ik niet 21. Droeg u een (fiets)helm tijdens het ongeval? ja nee

45 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Was u toen u het ongeval kreeg nog met een andere activiteit bezig tijdens het fietsen? U mag meerdere antwoorden aankruisen. aan het telefoneren (met de telefoon aan het oor) handsfree aan het telefoneren aan het Whatsappen/chatten/sms en/etc. bezig met een smartphone (anders dan telefoneren/whatsappen/chatten/sms en/etc. muziek aan het luisteren/had een koptelefoon op ik luisterde naar muziek via een luidspreker ik praatte met iemand met wie ik samen fietste ik was in gedachten verzonken ik was met nog iets anders bezig (boterham eten, roken, iets pakken, etc.) ik keek naar iets wat zich naast de weg bevond (natuur, reclameborden, etc.) ik keek achterom ik werd afgeleid door ander verkeer ik werd afgeleid door geluid (sirene, optrekkende auto, etc.) anders, namelijk... nee, ik was alleen met het fietsen bezig Wat gebeurde er? 23. Wat deed u op het moment van het ongeval? U mag meerdere antwoorden aankruisen. ik was gewoon aan het fietsen (geen bijzondere activiteit zoals inhalen of afslaan) ik wilde op de fiets stappen ik wilde van de fiets afstappen ik remde ik fietste naar beneden (brug, helling) ik fietste omhoog (brug, helling) ik haalde een andere weggebruiker in ik werd ingehaald door een andere weggebruiker ik wilde afslaan naar links ik wilde afslaan naar rechts ik nam een bocht naar links ik nam een bocht naar rechts ik zette de fiets weg of zette die ergens in of op ik liep met de fiets aan de hand anders, namelijk

46 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Wat gebeurde er waardoor het ongeval ontstond? ik reed met mijn fiets tegen iets of iemand aan >> ga naar vraag 25 een andere verkeersdeelnemer heeft mij aangereden >> ga naar vraag 25 ik raakte gewond toen ik de fiets wegzette/ ergens in of op zette => Ga door met vraag 35 ik verloor mijn evenwicht tijdens het fietsen (niet door een botsing) en viel => Ga door met vraag 27 ik verloor mijn evenwicht bij het opstappen of afstappen en viel => Ga door met vraag 27 anders, namelijk:... => Ga door met vraag Waar kwam u mee in botsing? een rijdende fiets => Ga door met vraag 26 een wielrenner => Ga door met vraag 26 een stilstaand voertuig (bijvoorbeeld auto, fiets, scooter) => Ga door met vraag 27 een rijdende auto => Ga door met vraag 27 een rijdende motor => Ga door met vraag 27 een rijdende bromfiets/scooter/snorfiets geel kenteken (max. 45 km/u.) >> Ga door met vraag 27 blauw kenteken (max. 25 km/u.) >> Ga door met vraag 27 weet ik niet >> Ga door met vraag 27 een voetganger => Ga door met vraag 27 een paal (-tje) => Ga door met vraag 27 een hek of muur => Ga door met vraag 27 de stoep(rand) => Ga door met vraag 27 een boom of struik => Ga door met vraag 27 een dier => Ga door met vraag 27 anders, namelijk:... => Ga door met vraag Wat gebeurde er precies bij uw botsing met een andere fietser? ik raakte met mijn voorwiel het achterwiel van een andere fietser het stuur van mijn fiets haakte in het stuur van een andere fietser/bromfietser en ik viel ik botste in de flank van een andere fietser een andere fietser botste in mijn flank ik reed in op één of meer voorliggers ik en de andere fietser reden in tegenovergestelde richting (frontale botsing) anders, namelijk..

47 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Is het ongeval mede ontstaan, omdat er iets tussen de spaken kwam? nee ja, namelijk: de belangrijkste oorzaak aankruisen. kleding tas een voet of ander lichaamsdeel van een passagier een voet of ander lichaamsdeel van de bestuurder iets dat op straat lag (bijvoorbeeld een tak) iets anders, namelijk: Is het ongeval mede ontstaan, omdat er iets mis was met de fiets? nee ja, namelijk: de belangrijkste oorzaak aankruisen. de elektrische fiets ging opeens harder rijden de rem werkte niet goed ik kreeg een lekke band de verlichting werkte niet anders, namelijk: Is het ongeval mede ontstaan door het gedrag van een andere verkeersdeelnemer? nee ja, namelijk door: de belangrijkste oorzaak aankruisen. iemand anders lette niet goed op anderen reden in groep iemand anders reed te hard iemand anders gaf geen voorrang iemand anders stak onverwacht over iemand anders belde met mobiele telefoon iemand anders gebruikte smartphone (anders dan bellen) iemand anders gebruikte een koptelefoon iemand anders had alcohol of drugs gebruikt iemand anders maakte een stuurfout iemand anders reed door rood licht iemand anders stopte plotseling iemand anders sloeg af zonder richting aan te geven iemand anders had geen verlichting aan anders, namelijk:...

48 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Is het ongeval mede ontstaan door iets dat uzelf als bestuurder deed? nee ja, namelijk door: de belangrijkste oorzaak aankruisen. ik lette niet goed op ik maakte een stuurfout ik reed door rood licht ik stopte plotseling ik sloeg af zonder richting aan te geven ik had geen verlichting aan ik reed met losse handen mijn voet gleed van de trapper ik bleef haken tijdens het opstappen of afstappen ik maakte een fout bij het schakelen ik keek achterom ik fietste met twee of meer personen naast elkaar anders, namelijk: Is het ongeval mede ontstaan doordat u zelf iets deed waardoor u was afgeleid? nee ja, namelijk: de belangrijkste oorzaak aankruisen. ik was aan het telefoneren ik was aan het Whatsappen/chatten/sms en/etc. ik keek op mijn smartphone (anders dan telefoneren/whatsappen/chatten/sms en/etc. ik keek op mijn fietscomputer ik luisterde naar muziek/had een koptelefoon op ik praatte met iemand met wie ik samen fietste ik had haast ik was in gedachten verzonken anders, namelijk:...

49 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Is het ongeval mede ontstaan door uw lichamelijke en/of geestelijke conditie? nee ja, namelijk door: de belangrijkste oorzaak aankruisen. ik was vermoeid ik was duizelig ik was ziek ik kan niet goed zien ik kan niet goed horen ik heb problemen met mijn evenwicht ik heb problemen met mijn coördinatie ik had alcohol gebruikt ik had drugs gebruikt ik had medicijnen gebruikt anders, namelijk: Is het ongeval mede ontstaan door weersomstandigheden? nee ja, namelijk door: de belangrijkste oorzaak aankruisen. neerslag (regen, hagel, sneeuw) gladheid (ijzel of sneeuw) harde wind zon (ik of een andere betrokkene keek tegen de zon in) hitte kou anders, namelijk: Is het ongeval mede ontstaan door de toestand van de weg? nee ja, namelijk door: de belangrijkste oorzaak aankruisen. los liggend materiaal (bijvoorbeeld zand, kiezels of grind) gat/kuil/sleuf hobbel/bult boomwortels het wegdek was nat het wegdek was glad er was geen of slechte verlichting fietswiel kwam in gleuf in of bij de berm anders, namelijk:...

50 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Had het ongeval voorkomen kunnen worden? nee ja, namelijk.. De fiets waarmee het ongeval plaatsvond 36. Reed u op een dames- of herenfiets? damesfiets herenfiets 37. Op wat voor fiets reed u toen u het ongeval kreeg? gewone fiets => Ga door met vraag 39 mountainbike => Ga door met vraag 39 tour/trekking, hybride fiets of randonneur => Ga door met vraag 39 racefiets => Ga door met vraag 39 bakfiets => Ga door met vraag 39 bakfiets met trapondersteuning => Ga door met vraag 38 fiets met hulpmotor (bijvoorbeeld Spartamet) => Ga door met vraag 38 elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/uur => Ga door met vraag 38 speed-pedelec met trapondersteuning tot 45 km/uur => Ga door met vraag 38 ander soort fiets, namelijk:... => Ga door met vraag Stond de trapondersteuning/motor aan toen u het ongeval kreeg? nee, die was uitgeschakeld ja, namelijk in de: hoogste stand (maximale trapondersteuning) middelste stand(en) (gemiddelde trapondersteuning) laagste stand (lage trapondersteuning)

51 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 51 Medische behandeling >> Indien u ten tijde van het ongeval passagier was op de fiets, wordt u verzocht vraag 39 tot en met vraag 42 in te vullen zoals ze op uzelf van toepassing zijn. 39. Bent u vanwege het opgelopen letsel na de behandeling op de Spoedeisende Hulpafdeling nog verder behandeld? U mag meerdere antwoorden aankruisen. nee ja, ik werd opgenomen in het ziekenhuis ja, door een specialist / op de polikliniek ja, door een huisarts ja, door een fysiotherapeut ja, anders, namelijk: Heeft u nog last van het opgelopen letsel? nee ja, en dat is zeker blijvend ja, en dat is vermoedelijk blijvend ja, maar de verwachting is dat ik gedeeltelijk herstel ja, maar de verwachting is dat ik helemaal herstel 41. Bent u na het ongeval minder gaan fietsen? nee, ik fiets nog evenveel nee, ik fiets nu meer ja, ik fiets nu minder omdat: ik door het ongeval lichamelijke klachten heb gekregen ik door het ongeval bang ben geworden door het ongeval mijn fiets kapot is gegaan een andere reden, namelijk 42. Verwacht u dat u over enkele jaren minder fietst ten opzichte van voor het ongeval (door het letsel, de angst om te vallen, etc.)? nee ja, ik verwacht minder te fietsen ja, ik verwacht helemaal niet meer te fietsen

52 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 52 Fietsen algemeen: >> Indien u ten tijde van het ongeval passagier was op de fiets, mag u vraag 43 tot en met vraag 51 overslaan. 43. Hoeveel dagen fietste u gemiddeld per week voordat het ongeval plaatsvond? minder dan 1 dag per week 1-2 dagen per week 3-4 dagen per week 5-7 dagen per week 44. Kunt u aankruisen hoe vaak u in het algemeen tijdens het fietsen de volgende dingen doet: Gebruik Telefoneren (met telefoon aan het oor) Meer dan 50% van de tijd dat ik fiets Tussen de 20% en 50% van de tijd dat ik fiets Tussen de 0% en 20% van de tijd dat ik fiets Nooit Hands free telefoneren Whatsappen/chatten/sms en/etc. Gebruik smartphone (anders dan telefoneren/whatsappen/chatten/sms en) Koptelefoon/muziek luisteren 45. Kunt u een inschatting maken van het totaal aantal kilometers dat u per jaar fietste voordat u het ongeval kreeg? Maak hierbij een inschatting in hele kilometers. km per jaar 46. U heeft hierboven uw totale jaarlijkse fietsafstand aangegeven. Hoeveel hiervan fietst u recreatief (met recreatief worden fietstochten bedoeld die u maakt voor uw plezier of om te trainen)? Maak een inschatting in hele kilometers. km per jaar 47. Maakt u wel eens gebruik van een elektrische fiets? ja nee => Ga door met vraag 52

53 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken U heeft hierboven aangegeven hoeveel u jaarlijks fietst. Hoeveel hiervan rijdt u op de elektrische fiets? Maak hierbij een inschatting in hele kilometers. km per jaar 49. Kunt u met een kruis op onderstaand plaatje aangeven waar op uw elektrische fiets de aandrijving/motor zit? Indien u meer elektrische fietsen bezit, beantwoordt u deze vraag dan voor de elektrische fiets die u het meest gebruikt. 50. Kunt u met een kruis op onderstaand plaatje aangeven waar op uw elektrische fiets de accu zit? Indien u meer elektrische fietsen bezit, beantwoordt u deze vraag dan voor de elektrische fiets die u het meest gebruikt. 51. Wat voor sensor heeft uw elektrische fiets? Indien u meer elektrische fietsen bezit, beantwoordt u deze vraag dan voor de elektrische fiets die u het meest gebruikt. trapkrachtsensor bewegingssensor (of speedsensor) combinatie van trapkrachtsensor en bewegingssensor weet ik niet

54 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 54 Ten slotte nog enkele vragen over u zelf (d.w.z. het slachtoffer) 52. Wat is uw geslacht? man vrouw 53. Wat is uw leeftijd? jaar 54. Wat is uw lengte? cm 55. Wat is uw gewicht? kg 56. Gebruikt u dagelijks één of meer medicijnen? ja, dagelijks één medicijn => Ga door met vraag 57 ja, dagelijks twee of meer medicijnen => Ga door met vraag 57 nee, ik gebruik geen medicijnen => Ga door met vraag Gebruikt u een of meer van de volgende middelen? Meerdere antwoorden zijn mogelijk slaapmiddelen kalmeringsmiddelen middelen bij depressie of angst middelen bij epilepsie middelen bij ADHD middelen bij psychische stoornissen middelen bij allergie, hooikoorts sterke pijnstillers, opiaten middelen bij Parkinson bloedverdunners geen van deze

55 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Heeft u een of meer van de volgende lichamelijke klachten of ongemakken (het gaat niet om de vraag of het een rol speelde bij het ongeval)? Meerdere antwoorden zijn mogelijk nee, ik heb geen lichamelijke klachten of ongemakken ja, slechtziend ja, slechthorend ja, evenwichtsproblemen ja, coördinatieproblemen ja, slechte conditie ja, stramme spieren of gewrichten ja, duizeligheid ja, vermoeidheid ja, slaapapneu of andere slaapstoornissen ja, andere aandoening/klacht (bijv. diabetes, epilepsie), namelijk... Wij zouden graag de mogelijkheid hebben contact met u op te nemen om eventueel enkele vervolgvragen te kunnen stellen. Ook deze gegevens worden vervolgens anoniem verwerkt en niet gekoppeld aan uw persoons- of adresgegevens. 59. Mogen wij met u contact opnemen in het kader van een eventueel vervolgonderzoek? ja nee Wilt u dan hier uw naam, adres, telefoonnummer en/of adres opschrijven? Naam:. Adres: Telefoonnummer: adres:... Maak kans op een aardige prijs Onder de deelnemers aan het onderzoek wordt 50 keer een bedrag van 50 verloot. Als u de vragenlijst volledig heeft ingevuld en uw adres aan ons doorgeeft, dingt u mee naar een van de geldbedragen. Uw ingevulde vragenlijst wordt losgekoppeld van uw adres. Ja, ik wil meedingen naar een van de geldbedragen adres:. Heel erg bedankt voor uw medewerking aan deze vragenlijst! Wilt u zo vriendelijk zijn deze vragenlijst in bijgevoegde antwoordenvelop terug te sturen, ook als u de vragenlijst niet kunt of wilt invullen. Een postzegel plakken is niet nodig. VeiligheidNL Antwoordnummer SL AMSTERDAM

56 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 56 Bijlage 2 Tabellenboek Tabel 1 Geslacht en type letsel naar doelgroep Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Totaal Fietsslachtoffers Geslacht Man Vrouw Leeftijd Gemiddelde leeftijd Mediane leeftijd Type letsel Oppervlakkig letsel Open wond Fractuur Luxatie Distorsie Zenuwletsel <1 0 <1 Spier- of peesletsel 0 0 < Trauma capitis/licht hersenletsel Ernstig schedel/hersenletsel Overig Locatie letsel Hoofd/hals/nek Romp/wervelkolom 4 < Schouder/arm/hand Heup/been/voet Overig Ernst MAIS Ziekenhuisopname na SEH bezoek Heeft u nog last van het opgelopen letsel? Nee Ja, en dat is zeker blijvend Ja, en dat is vermoedelijk blijvend Ja, maar de verwachting is dat ik gedeeltelijk herstel Ja, maar de verwachting is dat ik helemaal herstel Onbekend Tabel 2 Type fiets naar doelgroep Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Totaal Type fiets Gewone fiets Mountainbike Tour/trekking, 'hybride' fiets of randonneur Racefiets Bakfiets met <1 <1 trapondersteuning Fiets met hulpmotor <1 (bijvoorbeeld Spartamet) Elektrische fiets met trapondersteuning tot 25 km/uur Speed-pedelec met trapondersteuning tot 45 km/uur Ander soort fiets, namelijk <1 3 Onbekend

57 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 57 Tabel 3 Omschrijving van fietsongeval per doelgroep Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Totaal Wat gebeurde er waardoor het ongeval ontstond? Ik reed met mijn fiets tegen iets of iemand aan Een andere verkeersdeelnemer heeft mij aangereden Ik raakte gewond toen ik de fiets wegzette/ergens in of op zette Ik verloor mijn evenwicht tijdens het fietsen (niet door een botsing) en viel Ik verloor mijn evenwicht bij het opstappen of afstappen en viel Anders, namelijk Onbekend <1 Waar kwam u mee in botsing? Een rijdende fiets Een wielrenner Een stilstaand voertuig Een rijdende auto Een rijdende bromfiets/scooter/snorfiets Een voetganger <1 0 <1 Een paal(-tje) Een hek of muur De stoep(rand) Een boom of struik <1 0 <1 Een dier Anders, namelijk Niet van toepassing / onbekend Waar precies op de weg of fietspad kreeg u het ongeval? Een recht weggedeelte Een bocht Een kruispunt met verkeerslichten Een kruispunt zonder verkeerslichten Een rotonde Anders, namelijk Onbekend Was het licht of donker toen u het ongeval kreeg? Licht Schemerig Donker Onbekend Fietste u samen met andere fietsers toen u het ongeval kreeg? Nee, ik fietste alleen Ja, ik fietste met één andere fietser Ja, ik fietste in een groep (met meer dan één andere fietser) Onbekend Fietste u binnen of buiten de bebouwde kom? Binnen de bebouwde kom Buiten de bebouwde kom Ik weet het niet Onbekend

58 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 58 Vervolg tabel 3 Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Totaal Wat voor soort rit maakte u toen u het ongeval kreeg? Van of naar mijn werk Van of naar een zakelijke afspraak/tijdens mijn werk Van of naar een winkel Van of naar school Van of naar een recreatieve bestemming (bos, speeltuin, sportvereniging etc.) Van of naar een uitgaansgelegenheid (schouwburg, bioscoop, café etc.) Van of naar vrienden of familie Een fietstocht Een training of wedstrijd (wielrennen, mountainbiken) Van of naar een privé-afspraak Anders, namelijk Hoe hoog schat u dat uw snelheid was toen u het ongeval kreeg? Ik stond stil Langzaam (minder dan 5 km per uur) Normaal (5-15 km per uur) Snel (16-25 km per uur) Racetempo (sneller dan 25 km per uur) Onbekend

59 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 59 Tabel 4 Oorzaken van het fietsongeval per doelgroep Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Totaal Is het ongeval mede ontstaan omdat Er iets tussen de spaken zat? Nee Ja, kleding of tas <1 Ja, een voet of ander lichaamsdeel van een passagier Ja, iets dat op straat lag bijvoorbeeld een tak) Ja, iets anders, namelijk Onbekend Er iets mis was met de fiets? Nee Ja, de elektrische fiets ging <1 opeens harder rijden Ja, de rem werkte niet goed Ja, de verlichting werkte niet <1 Ja, anders, namelijk Onbekend Door het gedrag van een ander? Nee Ja, iemand anders lette niet goed op Ja, anderen reden in groep Ja, iemand anders reed te hard Ja, iemand anders gaf geen voorrang Ja iemand anders stak onverwacht over Ja, iemand anders gebruikte <1 0 <1 smartphone (anders dan bellen) Ja, iemand anders had alcohol of <1 drugs gebruikt Ja, iemand anders maakte een stuurfout Ja, iemand anders stopte plotseling Ja, iemand anders sloeg af zonder richting aan te geven Ja, anders, namelijk Onbekend Door iets dat u zelf deed? Nee Ja, ik lette niet goed op Ja, ik maakte een stuurfout Ja, ik stopte plotseling Ja, ik sloeg af zonder richting aan te <1 geven Ja, ik had geen verlichting aan <1 Ja, ik reed met losse handen Ja, mijn voet gleed van de trapper 8 0 < Ja, ik bleef haken tijdens het opstappen of afstappen Ja, ik maakte een fout bij het 0 0 <1 1 2 <1 schakelen Ja, ik keek achterom Ja, ik fietste met twee of meer <1 personen naast elkaar Ja, anders, namelijk Onbekend Doordat u zelf iets deed waardoor u afgeleid was? Nee Ja, ik was aan het telefoneren <1 Ja, ik keek op mijn fietscomputer <1 Ja, ik luisterde naar muziek/had een koptelefoon op Ja, ik praatte met iemand met wie ik samen fietste Ja, ik had haast Ja, ik was in gedachten verzonken Ja, anders, namelijk Onbekend

60 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 60 Vervolg tabel 4 Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Door uw eigen lichamelijk of geestelijke conditie? Nee Ja, ik was vermoeid Ja, ik was duizelig Ja, ik kan niet goed zien Ja, ik heb problemen met mijn evenwicht Ja, ik had alcohol gebruikt <1 0 1 Ja, ik had medicijnen gebruikt Ja, anders, namelijk Onbekend Door weeromstandigheden? Nee Ja, door neerslag (regen, hagel, sneeuw) Ja, door gladheid (ijzel of sneeuw) Ja, door harde wind Ja, door zon (ik of een andere betrokkene keek tegen de zon in) Ja, door hitte Ja, anders, namelijk Onbekend Door de toestand van de weg? Nee Ja, door los liggend materiaal (bijvoorbeeld zand, kiezels of grind) Ja, door een gat/kuil/sleuf Ja, door een hobbel/bult Ja, door boomwortels Ja, door een nat wegdek Ja, door een glad wegdek Ja, er was geen of slechte verlichting Ja, fietswiel kwam in gleuf in of bij de berm Ja, anders, namelijk Onbekend Had u in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval alcohol gedronken? Ja Nee Onbekend Had u in de 6 uur voorafgaand aan het ongeval medicijnen gebruikt die uw veiligheid in het verkeer kunnen beïnvloeden? Ja Nee Weet ik niet <1 0 1 Onbekend <1 0 3 Totaal

61 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 61 Tabel 5 Had het ongeluk voorkomen kunnen worden? Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Totaal Had het ongeval voorkomen kunnen worden? Nee Ja Hoe had het ongeval voorkomen kunnen worden? Ongeval had niet voorkomen kunnen worden Zelf beter moeten opletten Andere had beter moeten opletten Beide partijen beter moeten opletten Verbetering van de weg Mankement fiets Overig Onbekend Tabel 6 Helmgebruik Kinderen Jongeren Volwassenen Senioren Racefietsers Totaal Droeg u een (fiets)helm tijdens het ongeval? Ja Nee Onbekend

62 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken 62 Bijlage 3 Locaties van fietsongevallen 1. Goes 2. Vlissingen

63 Fietsongevallen in Zeeland Onderzoek naar letsels en oorzaken Bergen op Zoom, Zierikzee, Middelburg

Fietsongevallen in Noord-Brabant

Fietsongevallen in Noord-Brabant Fietsongevallen in Noord-Brabant Onderzoek naar letsels en oorzaken Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

Fietsongevallen in Oost-Nederland

Fietsongevallen in Oost-Nederland Fietsongevallen in Oost-Nederland Onderzoek naar letsels en oorzaken Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

Fietsongevallen en alcohol

Fietsongevallen en alcohol Fietsongevallen en alcohol Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks vinden gemiddeld 2.700 behandelingen plaats op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis in verband met letsel opgelopen

Nadere informatie

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval

Fietsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Fietsers kwetsbaar. Vooral ouderen slachtoffer van dodelijk fietsongeval Fietsongevallen Ongevalscijfers Samenvatting In 212 zijn 2 personen aan de gevolgen van een fietsongeval overleden. De dodelijke fietsongevallen zijn slechts het topje van de ijsberg van alle fietsongevallen.

Nadere informatie

Factsheet verkeerscijfers 2017

Factsheet verkeerscijfers 2017 rapport Factsheet verkeerscijfers 217 Achtergrondinformatie persbericht Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt

Nadere informatie

Vingerbeknelling door deur

Vingerbeknelling door deur Vingerbeknelling door deur Ongevalscijfers Coby Draisma Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam September 2015 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Vingerbeknelling door deur

Vingerbeknelling door deur Vingerbeknelling door deur Ongevalscijfers Martha Dijkgraaf Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Januari 2013 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Fietsongevallen. Samenvatting

Fietsongevallen. Samenvatting Fietsongevallen Samenvatting Fietsers vormen een aanzienlijk deel van de verkeersslachtoffers in Nederland. Jaarlijks worden naar schatting 70.000 slachtoffers van een fietsongeval behandeld op een Spoedeisende

Nadere informatie

Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015

Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015 Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015 Susanne Nijman Huib Valkenberg Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam februari 2015 Vervolgonderzoek vuurwerkongevallen 2014-2015 2 Extern

Nadere informatie

Blessures 26.000 Spoedeisende Hulp behandelingen 3.800 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8

Blessures 26.000 Spoedeisende Hulp behandelingen 3.800 Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 910 Doden 8 Wielerblessures Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks raken er naar schatting 26.000 wielrenners geblesseerd. Het risico een wielerblessure op te lopen is kleiner dan bij veel andere sporten, maar als

Nadere informatie

Fietsongevallen in Nederland

Fietsongevallen in Nederland rapport Fietsongevallen in Nederland Tussenrapportage periode januari juni 2016 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder

Aantal SEH-behandelingen Aantal ziekenhuisopnamen na SEH % opnamen jaar jaar jaar en ouder Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks lopen 7.700 bewoners van een verpleeg- of verzorgingshuis van 65 of ouder letsel op waarvoor behandeling op een SEH-afdeling noodzakelijk is. Bijna de helft wordt

Nadere informatie

Ongevalscijfers. J.A. Draisma. Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam. April 2015

Ongevalscijfers. J.A. Draisma. Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam. April 2015 Ongevalscijfers J.A. Draisma Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam April 2015 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol rapport Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar H. Valkenberg Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam maart 2013 Bij de

Nadere informatie

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder)

Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Val in sanitaire ruimten (55 jaar en ouder) Samenvatting De ernst van het probleem rond vallen bij ouderen blijkt uit het grote aantal Spoedeisende hulpbehandelingen (SEH), het hoge aandeel opname na SEH-behandeling,

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol SEH-bezoeken 216 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik

SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik SEH-behandelingen naar aanleiding van GHBgebruik H. Valkenberg Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Maart 2012 Bij de samenstelling van deze publicatie is de

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar H.Valkenberg S. Nijman Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam juni 2011

Nadere informatie

Vallen (privé en sport)

Vallen (privé en sport) Vallen (privé en sport) Ongevalscijfers 0 tot en met 12 jaar Samenvatting Een val is de belangrijkste oorzaak van letsel bij kinderen. In 2013 zijn 67.000 kinderen van 0 tot en met 12 jaar op een SEH-afdeling

Nadere informatie

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar

Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar H. Valkenberg Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam maart 2012 Bij de

Nadere informatie

Ouderen op de SEH: na een val in beeld

Ouderen op de SEH: na een val in beeld rapport Ouderen op de SEH: na een val in beeld Onderzoek 12 t/m 25 september 2016 op de SEH Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) 1

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) 1 Ongevallen met vuurwerk Jaarwisseling 2015-2016 1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) 1 Op 31 december 2015 en 1 januari 2016 zijn er 482 slachtoffers van een vuurwerkongeval behandeld

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Rapport 681. Ongevallen met hoverboards

Rapport 681. Ongevallen met hoverboards Ongevallen met hoverboards Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor eventuele,

Nadere informatie

Ongevallen van fietsers met zwaar verkeer

Ongevallen van fietsers met zwaar verkeer rapport Ongevallen van fietsers met zwaar verkeer Cijfers over overledenen, ziekenhuisopnamen en SEH-bezoeken Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Jeugd 0 t/m 18 jaar Ongevalscijfers

Jeugd 0 t/m 18 jaar Ongevalscijfers Jeugd 0 t/m 18 Ongevalscijfers Kerncijfers In 2013 leidden ongevallen (privé, sport, arbeid en verkeer) bij de jeugd van 0 tot en met 18 naar schatting tot 200.000 behandelingen op een Spoedeisende Hulp

Nadere informatie

Fietsongevallen in Nederland

Fietsongevallen in Nederland Rapport Fietsongevallen in Nederland SEH-behandelingen 2016 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen

Nadere informatie

Ongevallen met een barbecue

Ongevallen met een barbecue Ongevallen met een barbecue J.A. Draisma Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Juni 2011 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid

Nadere informatie

Verkeersongevallen in Noord-Brabant

Verkeersongevallen in Noord-Brabant Verkeersongevallen in Noord-Brabant Cijfers over SEH-bezoeken, ziekenhuisopnamen en overledenen Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen.

Nadere informatie

1 Alcoholvergiftigingen

1 Alcoholvergiftigingen Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol Ongevalscijfers Samenvatting In 2012 zijn naar schatting 5.300 personen behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis naar aanleiding

Nadere informatie

Ongevallen met de elektrische fiets. Een LIS-vervolgonderzoek VOORLOPIGE RESULTATEN

Ongevallen met de elektrische fiets. Een LIS-vervolgonderzoek VOORLOPIGE RESULTATEN Ongevallen met de elektrische fiets Een LIS-vervolgonderzoek VOORLOPIGE RESULTATEN Ongevalscijfers fietsers 2011 Jaarlijks 340.000 fietsongevallen 200 dodelijke fietsslachtoffers 16.000 ziekenhuisopnamen

Nadere informatie

Letsels bij kinderen 0-4 jaar

Letsels bij kinderen 0-4 jaar Letsels bij kinderen 0-4 jaar Ongevalscijfers Kerncijfers In de periode 2006-2012 leidden ongevallen (privé, verkeer en sport) bij kinderen van 0 tot en met 4 jaar tot gemiddeld naar schatting tot 94.000

Nadere informatie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers LIS 2016

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers LIS 2016 rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers LIS 216 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers

rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014

rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 rapport Zelf toegebracht letsel Kerncijfers 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Fietsongevallen in Nederland

Fietsongevallen in Nederland Fietsongevallen in Nederland een LIS vervolgonderzoek naar ongevallen met gewone en fietsen Hans Kruijer Paul den Hertog Karin Klein Wolt Martien Panneman Erik Sprik Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus

Nadere informatie

Vallen 65 jaar en ouder

Vallen 65 jaar en ouder . rapport Vallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Fietsongevallen in Zeeland

Fietsongevallen in Zeeland Fietsongevallen in Zeeland Rapportage van de aard, gevolgen en kosten van fietsongevallen in de provincie Zeeland 2011-2014 Martien Panneman Karin Klein Wolt Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169

Nadere informatie

Ongevallen bij fietsers en voetgangers

Ongevallen bij fietsers en voetgangers Ongevallen bij fietsers en voetgangers W. Ormel K. Oldenziel Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Augustus 2006 Bij de samenstelling van deze publicatie is

Nadere informatie

1 Overzicht problematiek. Verkeersongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting

1 Overzicht problematiek. Verkeersongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting Verkeersongevallen Ongevalscijfers Samenvatting In 212 leidden verkeersongevallen tot naar schatting 84. letsels. Voor bijna de helft van deze letsels (38.) was medische behandeling noodzakelijk. In 212

Nadere informatie

Is de fietser kwetsbaar?

Is de fietser kwetsbaar? Is de fietser kwetsbaar? Jorrit Harbers Traumachirurg UMCG 19 februari 2014, pag. 2 ACHTERGROND FIETSONGELUKKEN Chirurgen zien een stijging van het aantal letsels door fietsongelukken. De overheid moet

Nadere informatie

factsheet Mobiliteit 65-plus Ongevalscijfers

factsheet Mobiliteit 65-plus Ongevalscijfers factsheet Mobiliteit 65-plus Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

1 Omvang problematiek. Zaalvoetbalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Omvang problematiek. Zaalvoetbalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Zaalvoetbalblessures Blessurecijfers Samenvatting In vijfentwintig jaar tijd is het aantal Spoedeisende Hulp (SEH) behandelingen naar aanleiding van een zaalvoetbalblessure gehalveerd. Echter zaalvoetbal

Nadere informatie

Ongevallen met vuurwerk

Ongevallen met vuurwerk rapport Ongevallen met vuurwerk SEH-behandelingen jaarwisseling 2016-2017 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt

Nadere informatie

rapport Letsel door geweld Cijfers LIS 2016

rapport Letsel door geweld Cijfers LIS 2016 rapport Letsel door geweld Cijfers LIS 2016 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Letsels kinderen 0 tot en met 3 jaar

Letsels kinderen 0 tot en met 3 jaar Letsels kinderen 0 tot en met 3 jaar Cijfers 2016 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

rapport Verkeersongevallen 2016 Ongevalscijfers

rapport Verkeersongevallen 2016 Ongevalscijfers rapport Verkeersongevallen 2016 Ongevalscijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Traumatisch hersenletsel

Traumatisch hersenletsel Traumatisch hersenletsel Ongevalscijfers Samenvatting Jaarlijks lopen naar schatting 85. mensen traumatisch hersenletsel op. Gemiddeld bezochten lijks 3. personen de SEH-afdeling van een ziekenhuis met

Nadere informatie

Enkelblessures. Ongevalscijfers. Samenvatting. Enkelblessure op één na meest voorkomende sportblessure

Enkelblessures. Ongevalscijfers. Samenvatting. Enkelblessure op één na meest voorkomende sportblessure Enkelblessures Ongevalscijfers Samenvatting In 2013 liepen sporters in Nederland 680.000 enkelblessures op. Dit is 15 procent van het totaal aan sportblessures in 2013. Daarmee was de enkelblessure na

Nadere informatie

Samenvatting. Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, 2003-2013, VeiligheidNL; Continu LIS Vervolgonderzoek 2004-2009, VeiligheidNL

Samenvatting. Bron: Letsel Informatie Systeem 2013, 2003-2013, VeiligheidNL; Continu LIS Vervolgonderzoek 2004-2009, VeiligheidNL Samenvatting In 213 zijn naar schatting 5.2 personen behandeld op een Spoedeisende Hulp (SEH) afdeling van een ziekenhuis naar aanleiding van een alcoholvergiftiging (95% betrouwbaarheidsinterval 4.4-6.1).

Nadere informatie

rapport Letsels 2017 Kerncijfers LIS

rapport Letsels 2017 Kerncijfers LIS rapport Letsels 217 Kerncijfers LIS Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Inhaaltechnieken fietsers

Inhaaltechnieken fietsers rapport 749 Inhaaltechnieken fietsers Inzichten op basis van onderzoek naar fietsongevallen Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

Fietsongevallen. Letsel door ongevallen met de fiets in Zeeland

Fietsongevallen. Letsel door ongevallen met de fiets in Zeeland Fietsongevallen Letsel door ongevallen met de fiets in Zeeland Onderwerpen Databronnen en letsellastmodel SEH-bezoeken en ziekenhuisopnamen Algemene kenmerken van fietsongevallen Zorg- en verzuimkosten

Nadere informatie

Ongevallen met speeltoestellen

Ongevallen met speeltoestellen Ongevallen met speeltoestellen J.A. Draisma Uitgegeven door Stichting Consument en Veiligheid Postbus 75169 1070 AD Amsterdam Oktober 2010 Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke

Nadere informatie

6.2 Fietsongevallen van 50-plussers: hoe ontstaan ze en wat kunnen we eraan doen?

6.2 Fietsongevallen van 50-plussers: hoe ontstaan ze en wat kunnen we eraan doen? 6.2 Fietsongevallen van 50-plussers: hoe ontstaan ze en wat kunnen we eraan doen? Ragnhild Davidse, Kirsten van Duijvenvoorde, Marjolein Boele, Michelle Doumen, Kirsten Duivenvoorden en Robert Louwerse

Nadere informatie

Enkelblessures. Samenvatting. gemiddeld sporters aan een enkelblessure. Het betekent ook 1,4

Enkelblessures. Samenvatting. gemiddeld sporters aan een enkelblessure. Het betekent ook 1,4 Enkelblessures Samenvatting Jaarlijks lopen sporters 650.000 enkelblessures op. Dit is achttien procent van alle sportblessures die in een jaar ontstaan. Na knieblessures (20%) zijn enkelblessures daarmee

Nadere informatie

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens

Cijfers. Tatoeages. Een analyse van OBiN-gegevens Cijfers Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Tatoeages Een analyse van OBiN-gegevens Christine Stam Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl Aanvraag 2015.130 Cijfers

Nadere informatie

rapport Letsels 2015 Kerncijfers LIS

rapport Letsels 2015 Kerncijfers LIS rapport Letsels 2015 Kerncijfers LIS Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Nationaal verkeerskundecongres 2016

Nationaal verkeerskundecongres 2016 Nationaal verkeerskundecongres 2016 Regionale registratie verkeersongevallen in Friesland levert uniek beeld op Jannie Docter Medisch Centrum Leeuwarden Sipke van der Meulen Regionaal Orgaan verkeersveiligheid

Nadere informatie

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland SWOV-Factsheet Verkeersdoden in Nederland Deze factsheet schetst hoe het aantal verkeersdoden in Nederland zich sinds heeft ontwikkeld. Het aantal verkeersdoden in Nederland vertoont, na een stijging in

Nadere informatie

Val in en om huis (55 jaar en ouder)

Val in en om huis (55 jaar en ouder) Val in en om huis (55 jaar en ouder) Samenvatting Een valongeval is de meest voorkomende oorzaak van letsel door een ongeval bij ouderen. Bijna de helft van de ouderen die op een SEH-afdeling komen na

Nadere informatie

rapport Vuurwerkongevallen

rapport Vuurwerkongevallen rapport Vuurwerkongevallen 2015-2016 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Volleybalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Omvang problematiek. Jaarlijks lopen volleyballers blessures op,

Volleybalblessures. Blessurecijfers. Samenvatting. Omvang problematiek. Jaarlijks lopen volleyballers blessures op, Volleybalblessures Blessurecijfers Samenvatting Volleybal is een populaire sport in Nederland, die jaarlijks door ongeveer een half miljoen Nederlanders wordt beoefend. Het blessurerisico bij volleybal

Nadere informatie

Rapport 674. Letsels bij kinderen en jeugd 0-18 jaar 2015 Letsel cijfers

Rapport 674. Letsels bij kinderen en jeugd 0-18 jaar 2015 Letsel cijfers Letsels bij kinderen en jeugd -18 jaar 215 Letsel cijfers Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen

Nadere informatie

rapport Verkeersongevallen in Oost-Nederland Cijfers over SEH-bezoeken, ziekenhuisopnamen en overledenen

rapport Verkeersongevallen in Oost-Nederland Cijfers over SEH-bezoeken, ziekenhuisopnamen en overledenen rapport Verkeersongevallen in Oost-Nederland Cijfers over SEH-bezoeken, ziekenhuisopnamen en overledenen Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht

Nadere informatie

Voetgangers op de SEH-afdeling

Voetgangers op de SEH-afdeling Voetgangers op de SEH-afdeling Oorzaken en risicogroepen Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006

Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in 2006 Cijfers over stijging aantal dodelijke fietsongevallen in Otto van Boggelen, coördinator Fietsberaad, 1 mei 2007 (versie 2) In is het aantal dodelijke fietsongevallen flink gestegen. Om enig zicht te krijgen

Nadere informatie

Vuurwerkongevallen 2013-2014

Vuurwerkongevallen 2013-2014 Vuurwerkongevallen 2013-2014 Susanne Nijman Huib Valkenberg Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam januari 2014 Vuurwerkongevallen 2013-2014 2 Intern rapport: IR 598 Projectnummer:

Nadere informatie

> Veiliger infrastructuur voorkomt

> Veiliger infrastructuur voorkomt > Veiliger infrastructuur voorkomt enkelvoudige fietsongevallen Wieke Ormel, Consument en Veiligheid Paul Schepers, Rijkswaterstaat Dienst Verkeer en Scheepvaart Ondanks de grote aantallen slachtoffers

Nadere informatie

Ongevalscijfers. Arbeidsongevallen

Ongevalscijfers. Arbeidsongevallen Ongevalscijfers Arbeidsongevallen Arbeidsongevallen Ongevalscijfers Malou Eilering Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam www.veiligheid.nl januari 2016 Disclaimer Bij de samenstelling

Nadere informatie

rapport Letsels 2016 Kerncijfers LIS

rapport Letsels 2016 Kerncijfers LIS rapport Letsels 216 Kerncijfers LIS Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid voor

Nadere informatie

Verkeersveiligheid fietsers en infrastructuur: enkelvoudige ongevallen

Verkeersveiligheid fietsers en infrastructuur: enkelvoudige ongevallen Verkeersveiligheid fietsers en infrastructuur: enkelvoudige ongevallen Inleiding Achtergronden Enkelvoudige fietsongevallen Cases Ontwikkeling fietsslachtoffers 300 250 Doden 200 150 100 50 0 Overleden

Nadere informatie

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland

SWOV-Factsheet. Verkeersdoden in Nederland SWOV-Factsheet Verkeersdoden in Nederland Deze factsheet schetst hoe het aantal verkeersdoden in Nederland zich sinds heeft ontwikkeld. Het aantal verkeersdoden in Nederland vertoont, na een stijging in

Nadere informatie

Aantal blessures waarvan medisch behandeld SEH-behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 20-50

Aantal blessures waarvan medisch behandeld SEH-behandelingen Ziekenhuisopnamen na SEH-behandeling 20-50 Korfbalblessures Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks worden 85.000 blessures opgelopen tijdens korfbal. Dit komt overeen met 4,6 blessures per 1.000 uur dat er gekorfbald wordt. Dit betekent dat het

Nadere informatie

Vuurwerkongevallen

Vuurwerkongevallen Vuurwerkongevallen 2014-2015 Susanne Nijman Huib Valkenberg Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169 1070 AD Amsterdam februari 2015 Vuurwerkongevallen 2014-2015 2 Extern rapport: 613 Projectnummer:

Nadere informatie

Geleidelijk ontstane sportblessures

Geleidelijk ontstane sportblessures Geleidelijk ontstane sportblessures in Nederland Blessurecijfers Samenvatting In 2013 liepen sporters 1,4 miljoen blessures op die geleidelijk ontstonden. Dat is bijna een derde (31%) van de 4,5 miljoen

Nadere informatie

Fietsongevallen van 50-plussers

Fietsongevallen van 50-plussers Fietsongevallen van 50-plussers SWOV-team voor diepteonderzoek Ragnhild Davidse Index aantal verkeersdoden per miljard reizigerskilometers Overlijdensrisico (index) 1,20 1,00 0,80 0,60 Fiets Auto 0,40

Nadere informatie

Ongevalscijfers. Samenvatting. Overledenen

Ongevalscijfers. Samenvatting. Overledenen Ongevalscijfers Samenvatting De ernst van het probleem bij vallen van ouderen blijkt uit het grote aantal doden, ziekenhuisopnamen, Spoedeisende hulpbehandelingen (SEH) en de hoge directe medische kosten.

Nadere informatie

Verkeersongevallen Ongevalscijfers

Verkeersongevallen Ongevalscijfers Verkeersongevallen 2017 Ongevalscijfers Verkeersongevallen 2017- Ongevalscijfers 2 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

Blessures tijdens paardensport

Blessures tijdens paardensport Blessures tijdens paardensport Blessurecijfers Samenvatting Paardrijden is een sport met een kleine kans op een blessure. Het aantal blessures per 1. uur paardrijden is laag. Daar staat tegenover dat veel

Nadere informatie

Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers

Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers Via nieuwe normmens naar inclusiviteit Van nul verkeersslachtoffers een punt maken voor alle verkeersdeelnemers Ragnhild Davidse Den Haag donderdag 1 maart 2018 De Nieuwe Normmens Er is te lang ontworpen

Nadere informatie

rapport Letsel door geweld Cijfers LIS 2015

rapport Letsel door geweld Cijfers LIS 2015 rapport Letsel door geweld Cijfers LIS 2015 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Openbaar jaarverslag Ongevallen van kinderen 2013

Openbaar jaarverslag Ongevallen van kinderen 2013 Openbaar jaarverslag Ongevallen van kinderen 2013 Sinne kinderopvang Maart 2014 Inhoudsopgave Voorwoord.. blz. 2 Registratie van ongevallen. blz. 2 Conclusie... blz. 2 Bevindingen.... blz. 3 Ongevallen

Nadere informatie

Rapport. Verkeersongevallen 2014 Ongevalscijfers

Rapport. Verkeersongevallen 2014 Ongevalscijfers Rapport Verkeersongevallen 214 Ongevalscijfers Verkeersongevallen 214 - Ongevalscijfers 2 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL

Nadere informatie

Blessurecijfers. Samenvatting. Polsblessure meest behandelde sportblessure op SEH-afdeling

Blessurecijfers. Samenvatting. Polsblessure meest behandelde sportblessure op SEH-afdeling Polsblessures Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks lopen sporters in Nederland gemiddeld 1. blessures aan de pols op. Voor de helft van deze blessures blijkt medische behandeling noodzakelijk. Vier op

Nadere informatie

rapport Ongevallen en geweld op school Cijfers over letsels door ongevallen en geweld in 2014

rapport Ongevallen en geweld op school Cijfers over letsels door ongevallen en geweld in 2014 rapport Ongevallen en geweld op school Cijfers over letsels door ongevallen en geweld in 2014 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen.

Nadere informatie

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie

Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer. Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer Actuele stand van zaken op basis van de politieregistratie September 2017 Verkeersveiligheidsonderzoek naar jongeren in het verkeer Actuele stand

Nadere informatie

Fietskm per persoon per dag 2,9 3,4 Hoger dan gemiddeld

Fietskm per persoon per dag 2,9 3,4 Hoger dan gemiddeld Gaasterlân-Sleat Kenmerken bevolking De bevolkingssamenstelling van een gemeente is sterk sturend voor het veiligheidsbeleid. Ouderen zijn relatief kwetsbaar, jongeren moeten nog veel leren en allochtonen

Nadere informatie

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Schaatsblessures. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Schaatsblessures. Blessurecijfers. Samenvatting Schaatsblessures Blessurecijfers Samenvatting Schaatsen is een populaire sport in Nederland. De meeste mensen schaatsen recreatief en op eigen gelegenheid. Een klein deel van de schaatsers is lid van de

Nadere informatie

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands]

Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland. [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Valgerelateerde ziekenhuisopnamen bij ouderen in Nederland [Trends in Fall-Related Hospital Admissions in Older Persons in the Netherlands] Klaas A. Hartholt; Nathalie van der Velde; Casper W.N. Looman;

Nadere informatie

Arbeidsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Overzicht problematiek

Arbeidsongevallen. Ongevalscijfers. Samenvatting. Overzicht problematiek Arbeidsongevallen Ongevalscijfers Samenvatting Op basis van het onderzoek Ongevallen en Bewegen in Nederland schatten we dat in 212 51. letsels ontstonden door een arbeidsongeval. In bijna de helft van

Nadere informatie

Naar een nieuwe benadering van zwaargewonden. Wouter Van den Berghe Directeur, Kenniscentrum BIVV

Naar een nieuwe benadering van zwaargewonden. Wouter Van den Berghe Directeur, Kenniscentrum BIVV Naar een nieuwe benadering van zwaargewonden Wouter Van den Berghe Directeur, Kenniscentrum BIVV Inleiding: een kleine quiz 1 Is er in de volgende gevallen sprake van een verkeersongeval? 1. De bestuurder

Nadere informatie

Valongevallen 65 jaar en ouder

Valongevallen 65 jaar en ouder rapport Valongevallen 65 jaar en ouder Ongevalscijfers 2016 Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter geen

Nadere informatie

De zomer in volle gang: toename e-bike ongevallen, het grijze imago van de e-bike neemt af. Ongevallenoverzicht 25 juli 2018

De zomer in volle gang: toename e-bike ongevallen, het grijze imago van de e-bike neemt af. Ongevallenoverzicht 25 juli 2018 De zomer in volle gang: toename e-bike ongevallen, het grijze imago van de e-bike neemt af. Ongevallenoverzicht 25 juli 2018 1 De zomer is in volle gang: toename e-bike ongevallen! In de zomermaanden trekt

Nadere informatie

Verkeersongevallen in Noord-Holland

Verkeersongevallen in Noord-Holland rapport Verkeersongevallen in Noord-Holland en ziekenhuisopnamen Disclaimer Bij de samenstelling van deze publicatie is de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht genomen. VeiligheidNL aanvaardt echter

Nadere informatie

Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden,

Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden, Aantal verkeersdoden en ernstige verkeersgewonden, 2000-2016 Indicator 6 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 398 Maatregelen verkeersveiligheid Nr. 370 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN Vastgesteld 22 mei 2013 De vaste commissie voor Infrastructuur en

Nadere informatie

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Hoofdblessures door sport. Blessurecijfers. Samenvatting

1 Behandelingen op de Spoedeisende Hulp-afdeling (SEH) Hoofdblessures door sport. Blessurecijfers. Samenvatting Hoofdblessures door sport Blessurecijfers Samenvatting Jaarlijks raken 76.000 sporters geblesseerd aan het hoofd tijdens het uitoefenen van hun sport. Twee op de vijf hoofdblessures worden medisch behandeld.

Nadere informatie

Scootmobiel ongevallen

Scootmobiel ongevallen rapport Scootmobiel ongevallen Een LIS vervolgonderzoek Scootmobiel ongevallen een LIS vervolgonderzoek Esther Poort Paul den Hertog Coby Draisma Karin Klein Wolt Uitgegeven door VeiligheidNL Postbus 75169

Nadere informatie