Anorexia nervosa en boulimia nervosa. I. Diagnostiek en behandeling
|
|
- Hilde Brander
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Capita selecta Anorexia nervosa en boulimia nervosa. I. Diagnostiek en behandeling h.w.hoek en e.f.van furth De bekendste en ernstigste eetstoornissen zijn anorexia nervosa en boulimia nervosa. 1-3 Het meest voorkomende eetprobleem obesitas is geen psychiatrische ziekte en komt hier slechts zijdelings aan de orde. Bij obesitas hebben mensen een ernstig overgewicht, wat in de eerste plaats een lichamelijke handicap vormt, maar soms leidt tot psychische problemen. Als er behalve van obesitas ook sprake is van een zogenaamde vreetbuienstoornis, wordt wel van een eetstoornis gesproken (zie verder). Zowel in de klinische praktijk als in het onderzoek wordt meestal gebruikgemaakt van de diagnostische criteria volgens het Amerikaanse Diagnostic and statistical manual of mental disorders(dsm)-systeem. In 1980 verscheen de DSM-III, waarbij voor het eerst criteria voor boulimia nervosa werden geoperationaliseerd. In 1987 verscheen een revisie, de DSM-III-R, en vanaf 1994 wordt de DSM-IV gebruikt. 4 Stichting Haagse GGZ & Rijksuniversiteit Leiden, Albardastraat 100, 2555 VZ Den Haag. Dr.H.W.Hoek, psychiater. Landelijk Centrum voor Eetstoornissen De Ursula, Robert-Fleury Stichting, Leidschendam. Dr.E.F.van Furth, psycholoog/psychotherapeut. Correspondentieadres: dr.h.w.hoek. Zie ook de artikelen op bl en samenvatting Gestoord eetgedrag en een gestoorde lichaamsbeleving bij patiënten met een eetstoornis zijn belangrijke kenmerken bij de differentiële diagnostiek. Eetstoornissen komen vooral bij jonge vrouwen voor. Bij hen bedraagt de jaarprevalentie voor anorexia nervosa 0,4% en voor boulimia nervosa 1,5%. Het bespreken van de bijna altijd aanwezige lichamelijke problemen en de grote kans op ernstige complicaties zijn van belang voor het motiveren van patiënten voor behandeling. Dit is moeilijk door de kenmerkende ontkenning van de ziekte bij anorexiapatiënten en het uit schaamte verbergen van het gestoorde eetgedrag bij boulimiepatiënten. De behandeling van anorexia nervosa kent 2, elkaar deels overlappende fasen: het normaliseren van het eetpatroon en daarmee het bevorderen van gewichtsherstel, en de psychotherapeutische behandeling van de achterliggende problemen. Gezinstherapie is vooral effectief bij patiënten jonger dan 18 jaar met een korte ziekteduur. Cognitieve gedragstherapie vormt de belangrijkste therapievorm bij boulimia nervosa. differentiële diagnose Anorexia nervosa wordt gekenmerkt door ernstig gewichtsverlies, alsook door de angst om in gewicht aan te komen, ondanks dit gewichtsverlies; daarnaast is er sprake van een gestoorde lichaamsbeleving en bij vrouwen van amenorroe. Bij boulimia nervosa is er sprake van recidiverende vreetbuien met compensatiegedrag, zoals braken en (of) laxeren. Volgens de DSM-IV-criteria dienen zowel de vreetbuien als het compensatiegedrag tenminste 2 maal per week gedurende 3 maanden voor te komen. Ook bij boulimia nervosa is er sprake van een gestoorde lichaamsbeleving. Patiënten met anorexia nervosa hebben per definitie een ondergewicht. Boulimiepatiënten hebben een normaal, maar vaak sterk schommelend gewicht (Queteletindex (QI; gedefinieerd als gewicht in kg gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters): 19-25) of overgewicht (QI > 25). Naast anorexia nervosa en boulimia nervosa onderscheidt men in de DSM-IV eetstoornissen niet anders omschreven ; het betreft hier veelal patiënten die een aantal overeenkomstige, maar niet alle kenmerken van anorexia nervosa of boulimia nervosa hebben. 4 Een belangrijke subgroep hiervan betreft patiënten met een vreetbuienstoornis. In dat geval lijdt een patiënt aan terugkerende episoden van vreetbuien, maar vertoont hij niet het schadelijke compensatiegedrag dat typerend is voor boulimiepatiënten. Vaak hebben patiënten met een vreetbuienstoornis een overgewicht. De aanwezigheid van gestoord eetgedrag en een gestoorde lichaamsbeleving bij eetstoornispatiënten is belangrijk voor de differentiële diagnostiek ten opzichte van andere psychiatrische ziektebeelden en maakt de afgrenzing daarvan meestal niet moeilijk. In vergelijking met wat gezien wordt bij een ernstige depressie is het gewichtsverlies bij anorexia nervosa over het algemeen veel groter. De differentiële diagnostiek ten opzichte van somatische ziekten kan soms moeilijk zijn, los van het feit dat ernstige eetstoornissen vaak leiden tot gevaarlijke lichamelijke problemen. Vooral in de beginfase van een eetstoornis wordt mede door de kenmerkende ontkenning van de stoornis door anorexiapatiënten of het uit schaamte verborgen houden van de problemen door boulimiepatiënten nogal eens ten onrechte primair aan een somatische ziekte gedacht. Aan de andere kant dient men bij een eetstoornis altijd een eventuele somatische ziekte met bijvoorbeeld gewichtsverlies uit te sluiten. Zeker bij mannen dient men bij het vermoeden van een eetstoornis bedacht te zijn op een somatische ziekte, omdat eetstoornissen bij mannen relatief weinig voorkomen. Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(33) 1859
2 De meest voorkomende comorbide psychiatrische stoornissen zijn persoonlijkheidsstoornissen, depressie, obsessief-compulsieve stoornis en middelenmisbruik. epidemiologie Eetstoornissen komen vooral bij jonge vrouwen voor. Slechts 1 op de 10 tot 20 patiënten met een eetstoornis is een man. 5 In de groep van jonge vrouwen bedraagt de jaarprevalentie voor anorexia nervosa 0,4% en voor boulimia nervosa 1,5%. 5 Dit betekent dat er in Nederland per jaar meer dan vrouwen tussen de 15 en 29 jaar lijden aan een eetstoornis. Het totale aantal mensen in Nederland met een eetstoornis wordt geschat op ruim per jaar. 2 Van alle mensen met een eetstoornis komt echter slechts een klein gedeelte in de geestelijke gezondheidszorg terecht. Bij anorexia nervosa is dat 34% van het totale aantal ziektegevallen en bij boulimia nervosa slechts 6%. 5 In Nederland is aan de hand van het peilstationproject van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Eerstelijnsgezondheidszorg (NIVEL) een landelijk onderzoek naar de incidentie van eetstoornissen bij huisartsen gedaan. 6 7 De incidentie van anorexia nervosa wordt geschat op 8 en van boulimia nervosa op 12 bij huisartspatiënten per jaar. 7 Dit betekent voor Nederland per jaar tenminste 3000 nieuwe patiënten met een eetstoornis die in de zorg komen. Dit betekent ook dat er ondanks een duidelijke toename van het aantal gespecialiseerde voorzieningen voor patiënten met eetstoornissen nog steeds lange wachttijden voor specifieke behandeling bestaan. De wachttijd in 8 gespecialiseerde centra in Nederland is wel teruggebracht van 6 tot 12 naar gemiddeld 4 tot 6 maanden. 2 etiologie en pathogenese Over de etiologische, luxerende en ziektebestendigende factoren voor het ontstaan en het beloop van eetstoornissen bestaan vele theorieën, maar die worden slechts in beperkte mate ondersteund door onderzoeksgegevens. 8 9 Zoals bij de meeste psychiatrische ziekten moeten wij waarschijnlijk uitgaan van een bio-psychosociaal verklaringsmodel. Uit onderzoek blijkt dat iemands gewicht (en de aanleg voor overgewicht) voor een deel genetisch vastligt. 10 Uit schaars genetisch-epidemiologisch onderzoek blijkt dat, net als bij andere psychiatrische stoornissen, ook voor eetstoornissen een genetische predispositie een rol lijkt te spelen Er wordt veel onderzoek gedaan naar uiteenlopende biologische factoren die een potentiële etiologische rol spelen. 9 Sommige biologische factoren lijken echter eerder het gevolg van de eetstoornis dan de oorzaak. De typische symptomen bij eetstoornissen stimuleren veel onderzoek naar onderliggende neurochemische factoren. Er is echter op dit moment geen sluitende neurochemische theorie voor anorexia nervosa of boulimia nervosa. Veel onderzoek wordt met name gedaan naar serotonine, omdat deze transmitter een rol speelt bij de controle van de voedselinname. 13 De zogenaamde serotoninehypothese veronderstelt dat er bij boulimia nervosa sprake is van een tekort aan serotonine en dat anorexia nervosa samen zou gaan met overactiviteit van de serotonerge functie, zoals een toegenomen gevoeligheid voor of een overmatige concentratie van serotonine. Vanuit een ontwikkelingspsychologisch verklaringsmodel wordt verondersteld dat de eisen die de puberteit stelt van belang kunnen zijn; dit kan verklaren waarom met name anorexia nervosa vaak ontstaat aan het begin hiervan. 1 Hoewel een aantal psychische kenmerken, zoals faalangst, bij veel eetstoornispatiënten voorkomt, zijn er geen algemene oorzakelijke psychologische factoren bekend. Sociaal-culturele theorieën benadrukken het belang van het slankheidsideaal in de westerse landen. De in onze maatschappij geldende norm mager is mooi zou kwetsbare personen met name meisjes ertoe aanzetten om te streven naar een lager dan hun fysiologisch gezond gewicht. Anorexia nervosa wordt vaak als het prototype van een cultuurgebonden stoornis beschouwd, 8 14 maar uit een onderzoek op Curaçao blijkt dat de aandoening ook voorkomt in gebieden waar geen westers slankheidsideaal geldt. 15 Hoewel sociaal-culturele factoren mogelijk geen cruciale etiologische factor zijn, spelen ze waarschijnlijk een belangrijke rol als ziektebestendigende factor bij eetstoornissen. Hoewel het bio-psychosociale verklaringsmodel wetenschappelijk (nog) niet is bewezen, wordt het in de klinische praktijk algemeen gebruikt bij de behandeling van eetstoornissen. basis van de behandeling Bij de beschrijving van de behandeling van anorexia nervosa en boulimia nervosa volgen wij een aantal recente uitgebreide overzichtsartikelen Goed wetenschappelijk onderzoek vormt idealiter de basis voor de medisch-psychiatrische behandeling van eetstoornispatiënten. Met name in het geval van anorexia nervosa is het aantal gecontroleerde behandelonderzoeken echter gering. De behandeling van anorexia nervosa en boulimia nervosa dient te zijn gebaseerd op een goede psychiatrische en somatische diagnostiek. Het in kaart brengen van eventuele psychiatrische comorbiditeit en persoonlijkheidsonderzoek dragen bij aan een doordacht behandelbeleid. Het is van belang een eventueel onderliggende somatische aandoening uit te sluiten. Het motiveren van patiënten om een behandeling te ondergaan is meestal het moeilijkste onderdeel bij de therapie van eetstoornissen vanwege het gebrek aan ziektebesef en ziekte-inzicht. Een van de kenmerken van anorexiapatiënten is dat zij ontkennen dat er iets met hen aan de hand is, zelfs bij een toestand van uitmergeling. Boulimiepatiënten schamen zich meestal zo voor hun gestoorde eetgedrag dat zij er vaak in slagen dit jarenlang voor hun omgeving te verbergen. Follow-uponderzoek is vooral verricht bij anorexiapatiënten. In een analyse van follow-uponderzoeken die alle voldeden aan minimale methodologische eisen was de follow-upduur gemiddeld 12 jaar. 19 Bij ongeveer 70% van de patiënten was verbetering opgetreden en bij 40% van hen genezing, met de grootste proportie onder jonge patiënten. Echter, ongeveer 30% van de patiënten 1860 Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(33)
3 bleef chronisch ziek. Een toename in de duur van de follow-up liet zowel een toename zien in de proportie genezen patiënten alsook een toegenomen sterfte. De mortaliteit bij anorexia nervosa wordt geschat op 0,56% per jaar. 20 In een follow-uponderzoek van 92 anorexiapatiënten bleken na gemiddeld 33 jaar 12 patiënten (13%) te zijn overleden aan de directe gevolgen van de eetstoornis en 5 (5%) als gevolg van suïcide. 21 behandeling van anorexia nervosa De behandeling van anorexia nervosa kent 2, elkaar deels overlappende fasen: het normaliseren van het eetpatroon en daarmee het bevorderen van gewichtsherstel, en de psychotherapeutische behandeling van de achterliggende problemen. Het eerste doel bij de behandeling van anorexia nervosa is het bereiken van gewichtsherstel. Dat is noodzakelijk om de veelheid aan gevolgen van de ondervoeding op te heffen. 22 Via het normaliseren van het eetpatroon kan gewichtstoename plaatsvinden van gemiddeld 500 g (ambulant) tot 1 kg (klinisch) per week. Het bereiken en onderhouden van gewichtsherstel blijkt een van de belangrijkste voorspellers voor een gunstige prognose op de langere termijn. 23 Parallel aan het gewichtsherstel kan het psychotherapeutisch contact worden opgebouwd. Gewichtsherstel lijdt tot een toename van angst bij de patiënt. Bij voortschrijdend gewichtsherstel zal ook eventueel onderliggende problematiek zichtbaar worden. Psychotherapie kan een bijdrage leveren aan het oplossen van deze problemen en zo terugval helpen voorkomen. Er zijn geen aanwijzingen dat farmacotherapie bij anorexiapatiënten effectief is. 16 Hoewel sommige geneesmiddelen een snellere gewichtstoename laten zien bij anorexia nervosa, zijn de follow-upresultaten niet beter en de bijwerkingen soms aanzienlijk. Farmacotherapie bij anorexia nervosa speelt wel een rol als er comorbiditeit bestaat, bijvoorbeeld een affectieve stoornis. psychotherapie bij anorexia nervosa Het aantal gecontroleerde behandelonderzoeken met ambulante psychotherapie bij anorexiapatiënten is gering. In een vergelijkend onderzoek van klinische behandeling met verschillende vormen van ambulante psychotherapie bleek dat gespecialiseerde klinische behandeling leidt tot de grootste gewichtstoename in de kortste tijd. 24 Na een klinisch programma bleek gezinstherapie effectiever dan individuele therapie voor patiënten jonger dan 18 jaar met een korte ziekteduur (minder dan 3 jaar). 25 Analoog aan de bevindingen bij schizofrenie en depressie, blijkt dat ook jeugdige eetstoornispatiënten gevoelig zijn voor de ouderlijke attitude. Een kritische attitude van de moeder blijkt een slechter beloop te voorspellen bij adolescenten met een eetstoornis. 26 klinische behandeling Hoewel klinische behandeling van anorexiapatiënten leidt tot een snellere gewichtstoename, 23 wordt meestal om onder andere sociale redenen gekozen voor poliklinische of dagklinische therapie. Bij een mislukte ambulante behandeling, bij psychiatrische comorbiditeit of ernstige anorexia nervosa kan een klinische behandeling in een gespecialiseerde eetstoorniskliniek echter noodzakelijk zijn. Klinische therapie voor patiënten met een ernstige eetstoornis betekent een intensieve multidisciplinaire behandeling in homogene groepen (alleen eetstoornispatiënten). Patiënten fungeren in dit model als cotherapeuten: zij steunen elkaar om hindernissen te nemen en confronteren elkaar bij ongewenst gedrag. Belangrijke thema s in de behandeling zijn: autonomie en macht, individuatie en separatie, identiteit, lichamelijk en seksueel geweld. 19 In een klinische behandeling wordt meestal groepsgewijs ook het gestoorde eetgedrag besproken, bijvoorbeeld aan de hand van dagboeken. Een extreem laag lichaamsgewicht (bijvoorbeeld een QI lager dan 13 kg/m 2 ) of ernstige somatische comorbiditeit kan een opname in een algemeen ziekenhuis noodzakelijk maken. farmacotherapie bij boulimia nervosa Vele farmacologische onderzoeken naar boulimia nervosa tonen enig effect van met name antidepressiva. 16 Andere geneesmiddelen zijn alleen van theoretisch belang, maar spelen geen rol in de praktijk. 16 Antidepressiva zijn effectiever dan placebo ten aanzien van de afname van het aantal vreetbuien en het purgeergedrag. Het percentage patiënten dat na behandeling met antidepressiva volledig gestopt was met boulimisch gedrag varieerde in de verschillende onderzoeken van 4 tot Een belangrijke beperking van farmacologische onderzoeken naar het effect van antidepressiva is de korte follow-upduur (maximaal 16 weken). Bij de behandeling van boulimia nervosa verdienen psychotherapeutische methoden meestal de voorkeur Met name behandelingen waarbij cognitieve gedragstherapie een onderdeel vormt, tonen betere resultaten dan farmacologische benaderingen. 27 Antidepressiva, bijvoorbeeld het relatief goed onderzochte middel fluoxetine (tot 60 mg per dag), zijn wel van belang als de patiënt (nog) niet gemotiveerd is voor een psychotherapeutische behandeling of als er sprake is van een comorbide depressieve stoornis. psychotherapie bij boulimia nervosa De psychologische behandeling van boulimia nervosa is beter onderzocht dan van anorexia nervosa. 18 Een groot aantal gecontroleerde behandelonderzoeken laat zien dat cognitieve gedragstherapie (individueel en per groep) betere resultaten geeft dan gedragstherapie en ondersteunende therapie. Het abstinentiepercentage na behandeling ligt tussen de 30 en 60. Groepstherapie met cognitief-gedragstherapeutische en groepsdynamische technieken heeft voor de patiënt het voordeel dat deze sociale isolatie voorkomt en schaamte- en schuldgevoelens helpt doorbreken. 32 Cognitieve gedragstherapie is gebaseerd op het cognitieve model voor boulimia nervosa. Dit model benadrukt de overmatige zorg rond uiterlijk en gewicht zowel als factor in het ontstaan van de ziekte en als ziek- Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(33) 1861
4 tebestendigende factor. Onder deze preoccupatie met uiterlijk en gewicht gaat een lage zelfwaardering schuil. Dit complex leidt tot lijnen, dat het ontstaan van vreetbuien uitlokt. Mogelijke gewichtstoename ten gevolge van de vreetbuien wordt voorkomen door braken en laxeren. Een gevoel van mislukking is het gevolg en een vicieuze cirkel ontstaat. Het gedragsmatige karakter van cognitieve gedragstherapie komt tot uiting in de aandacht voor symptoombestrijding: stoppen met vreetbuien en braken en normaliseren van het eetpatroon. Het cognitieve aspect grijpt in eerste instantie aan op de disfunctionele gedachten rond uiterlijk en gewicht en beoogt een cognitieve herstructurering te bewerkstelligen. Een mogelijk alternatief voor cognitieve gedragstherapie is de interpersoonlijke therapie. Eén onderzoek liet zien dat de abstinentie in de groep met interpersoonlijke therapie bij follow-up na 1 jaar niet verschilde van die in de groep met cognitieve gedragstherapie. 33 Interpersoonlijke therapie is oorspronkelijk ontwikkeld voor de behandeling van depressie, waarbij de behandeling vooral gericht is op het sociale functioneren. 34 In tegenstelling tot cognitieve gedragstherapie besteedt de voor eetstoornissen gemodificeerde vorm van interpersoonlijke therapie geen aandacht aan de symptomen van boulimia nervosa. De laatste jaren is er een toenemende aandacht voor zelfhulpgroepen. Een gecontroleerd onderzoek liet zien dat ongeveer 20% van de boulimiepatiënten baat heeft bij deze vorm van behandeling. 35 abstract Anorexia nervosa and bulimia nervosa. I. Diagnosis and treatment Disturbed eating behaviour and disturbed body experience are important features for the differential diagnosis of eating disorders from other disorders. Eating disorders occur mainly in young females. The oneyear prevalence of anorexia nervosa is 0.4% and that of bulimia nervosa 1.5% among young females. To motivate patients for treatment it is important to discuss physical problems and the high risk of severe complications with them. It is difficult to motivate patients for treatment, because anorexia nervosa patients deny their illness and bulimia nervosa patients are ashamed and hide their disturbed eating behaviour. The treatment of anorexia nervosa consists of two partly overlapping phases: normalizing the eating pattern to improve weight restoration and psychotherapeutic treatment for underlying emotional problems. Family therapy is effective for patients younger than 18 years with a short duration of illness. Cognitive behaviour therapy is the most important form of treatment for bulimia nervosa. literatuur 1 Gezondheidsraad. Anorexia nervosa en bulimia. Advies uitgebracht aan de Minister en de Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur. Den Haag: Gezondheidsraad, Stuurgroep Eetstoornissen Nederland. Aanbevelingen voor de organisatie van de gespecialiseerde zorg voor patiënten met een eetstoornis. Advies uitgebracht aan de Minister en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Den Haag: VWS- Project Eetstoornissen, Stolk PJ. Anorexia nervosa en boulimie; een nota van de Gezondheidsraad. Ned Tijdschr Geneeskd 1989;133: Diagnostische criteria van de DSM-IV. Washington DC: American Psychiatric Association, Hoek HW. Review of the epidemiological studies of eating disorders. Inter Rev Psychiatr 1993;5: Hoek HW. The incidence and prevalence of anorexia nervosa and bulimia nervosa in primary care. Psychol Med 1991;21: Hoek HW, Bartelds AI, Bosveld JJ, Graaf Y van der, Limpens VE, Maiwald M, et al. Impact of urbanization on detection rates of eating disorders. Am J Psychiatry 1995;152: Garner DM. Pathogenesis of anorexia nervosa. Lancet 1993;341: Hoek HW, Treasure J, Katzman M, editors. Neurobiology in the treatment of eating disorders. Chichester: Wiley, Rosenbaum M, Leibel RL, Hirsch J. Obesity. N Engl J Med 1997; 337: Holland AJ, Sicotte N, Treasure J. Anorexia nervosa: evidence for a genetic basis. J Psychosom Res 1988;32: Kendler KS, MacLean C, Neale M, Kessler R, Heath A, Eaves L. The genetic epidemiology of bulimia nervosa. Am J Psychiatry 1991;148: Jimerson DC, Wolfe BE, Metzger ED, Finkelstein DM, Cooper TB, Levine JM. Decreased serotonin function in bulimia nervosa. Arch Gen Psychiatry 1997;54: Kaplan HI, Saddock BJ, editors. Comprehensive textbook of psychiatry, 6th ed. Baltimore: Williams & Wilkins, Hoek HW, Harten PN van, Hoeken D van, Susser E. Lack of relation between culture and anorexia nervosa results of an incidence study on Curaçao [letter]. N Engl J Med 1998;338: Hoek HW, Brun PPH Le, Furth EF van. Farmacotherapie bij eetstoornissen. Pharmaceutisch Weekblad 1997;132: Furth EF van. Treatment of Anorexia Nervosa. In: Hoek HW, Treasure J, Katzman M, editors. Neurobiology in the treatment of eating disorders. Chichester: Wiley, Schmidt U. Treatment of Bulimia Nervosa. In: Hoek HW, Treasure J, Katzman M, editors. Neurobiology in the treatment of eating disorders. Chichester: Wiley, Herzog W, Deter HC, Vandereycken W, editors. The course of eating disorders. Long-term follow-up studies of anorexia and bulimia nervosa. Berlin: Springer, Sullivan PF. Mortality in anorexia nervosa. Am J Psychiatry 1995; 152: Theander S. Outcome and prognosis in anorexia nervosa and bulimia: some results of previous investigations, compared with those of a Swedish long-term study. J Psychiatr Res 1985;19: Rijn CA van. Anorexia nervosa en boulimia nervosa. II. Somatische gevolgen van ondervoeding. Ned Tijdschr Geneeskd 1998;142: Hebebrand J, Himmelmann GW, Herzog W, Herpertz-Dahlmann BM, Steinhausen HC, Amstein M, et al. Prediction of low body weight at long-term follow-up in acute anorexia nervosa by low body weight at referral. Am J Psychiatry 1997;154: Gowers S, Norton K, Halek C, Crisp AH. Outcome of outpatient psychotherapy in a random allocation treatment study of anorexia nervosa. Int J Eat Disord 1994;15: Russell GF, Szmukler GI, Dare C, Eisler I. An evaluation of family therapy in anorexia nervosa and bulimia nervosa. Arch Gen Psychiatry 1987;44: Furth EF van, Strien DC van, Martina LM, Son MJ van, Hendrickx JJ, Engeland H van. Expressed emotion and the prediction of outcome in adolescent eating disorders. Int J Eat Disord 1996;20: Mitchell JE, Pyle RL, Eckert ED, Hatsukami D, Pomeroy C, Zimmerman R. A comparison study of antidepressants and structured intensive group psychotherapy in the treatment of bulimia nervosa. Arch Gen Psychiatry 1990;47: Walsh BT, Wilson GT, Loeb KL, Devlin MJ, Pike KM, Roose SP, et al. Medication and psychotherapy in the treatment of bulimia nervosa. Am J Psychiatry 1997;154: Fluoxetine Bulimia Nervosa Collaborative Study Group. Fluoxetine in the treatment of bulimia nervosa. A multicenter, placebo-controlled, double-blind trial. Arch Gen Psychiatry 1992;49: Goldstein DJ, Wilson MG, Thompson VL, Potvin JH, Rampey jr AH. Long-term fluoxetine treatment of bulimia nervosa. Fluoxetine Bulimia Nervosa Research Group. Br J Psychiatry 1995;166: Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(33)
5 31 Fairburn CG, Jones R, Peveler RC, Carr SJ, Solomon RA, O Connor ME, et al. Three psychological treatments for bulimia nervosa. A comparative trial. Arch Gen Psychiatry 1991;48: Hoek HW. Groepstherapie bij bulimia nervosa. Tijdschrift voor Psychiatrie 1993;35: Fairburn CG, Norman PA, Welch SL, O Connor ME, Doll HA, Peveler RC. A prospective study of outcome in bulimia nervosa and the long-term effects of three psychological treatments. Arch Gen Psychiatry 1995;52: Dorrepaal E, Nieuwenhuizen Ch van, Schene A, Haan R de. De effectiviteit van cognitieve en interpersoonlijke therapie bij depressiebehandeling: een meta-analyse. Tijdschrift voor Psychiatrie 1998; 40: Treasure J, Schmidt U, Troop N, Tiller J, Todd G, Keilen M, et al. First step in managing bulimia nervosa: controlled trial of therapeutic manual. BMJ 1994;308: Aanvaard op 9 juni 1998 Capita selecta Anorexia nervosa en boulimia nervosa. II. Somatische gevolgen van ondervoeding c.a.van rijn Eetstoornissen komen bij jonge vrouwen vaak voor, 1 hebben veelal een chronisch beloop, met vele somatische complicaties, en kennen een verhoogde mortaliteit. 2 3 Minder dan 10% van de patiënten zijn mannen. De lichamelijke complicaties zijn bij hen in grote lijnen dezelfde als bij vrouwen, maar ernstiger. 4 Complicaties bij anorexia nervosa van het purgerende type ontstaan door een combinatie van ondergewicht en purgeren. Bij anorexia nervosa van het restrictieve type zijn de lichamelijke problemen secundair aan cachexie en deficiënte voeding (tabel 1). 5 6 Bij boulimia nervosa zijn vreetbuien en (of) purgerend gedrag de oorzaak van de meeste somatische schade. De consequenties van purgeren worden behandeld in een ander artikel in dit tijdschrift. 7 In dit artikel beschrijf ik de lichamelijke gevolgen van anorexia nervosa en boulimia nervosa zonder purgerend gedrag. voedingstoestand en gewicht Anorexia nervosa onderscheidt zich van andere ziektebeelden met cachexie, doordat zelfs bij extreem lage calorie-inname de eiwitinname verhoudingsgewijs hoog is en doordat bij sommige patiënten overmatig laxantia- en diureticagebruik voorkomt. Gegevens over andere vormen van ondervoeding, zoals bij patiënten met resorptiestoornissen of slachtoffers uit concentratiekampen in de Tweede Wereldoorlog, zijn dan ook niet zonder meer toepasbaar op eetstoornissen. Klinisch relevante deficiënties komen weinig voor en de eventuele tekorten worden zonder suppletie aangevuld zodra gevarieerde energierijke voeding wordt gebruikt. 8 Het aantal kilojoules dat noodzakelijk is om een bepaald gewicht te handhaven of een bepaalde gewichtstoename te bewerkstelligen, verschilt individueel sterk en neemt toe naarmate het lichaamsgewicht stijgt. 9 Geleidelijke stijging van de voedselinname in de loop van de behandeling is dus noodzakelijk om de gewichtstoename te continueren. De Quetelet-index (QI), gedefinieerd als het Psychiatrisch Ziekenhuis Endegeest, afd. Inwendige Geneeskunde, Postbus 1250, 2340 BG Oegstgeest. Mw.C.A.van Rijn, internist. Zie ook de artikelen op bl en neuro-endocriene stoornissen Disregulatie van serotonerge en dopaminerge systemen wordt zowel bij anorexia nervosa als bij boulimia nervosa gevonden en draagt waarschijnlijk bij tot het ontstaan van de eetstoornis. Mogelijk ontstaat echter ook secundair een verstoring van het serotonerge systeem door verminderde inname van tryptofaan, een precursor van serotonine Veel afwijkingen op neuro-endocrien gebied zijn niet specifiek voor eetstoornissen, maar worsamenvatting Bij anorexia nervosa en boulimia nervosa veroorzaken cachexie en deficiënte voeding diverse lichamelijke afwijkingen, vooral op endocrien, cardiaal en gastro-intestinaal gebied. Stoornissen in het serotonerge en dopaminerge systeem dragen bij aan het ontstaan van een eetstoornis, terwijl een verworven tekort aan tryptofaan het serotonerge systeem verstoort. Eventuele problemen van voedingsdeficiënties, lage glucosespiegels en maag-darmklachten verdwijnen als de normale voeding wordt hervat. Hypotensie en sinusbradycardie zijn uitingen van een fysiologische adaptatie aan een verlaagd basaalmetabolisme en behoeven geen behandeling. Osteoporose ontstaat vanaf 2 jaar na het begin van het gewichtsverlies; oestrogeensuppletie biedt hier mogelijk bescherming tegen. Bij infecties kunnen verschijnselen van koorts, leukocytose en een hoge bezinking ontbreken. Incidenteel leidt hypoglykemie tot coma en sterfte, en een verlengde QT-tijd tot acute hartdood. Bij hervoeding dient de toevoer van vocht en calorieën aanvankelijk beperkt te zijn. De eerste 2 weken is het risico van cardiovasculaire complicaties verhoogd. gewicht in kg/lengte in meters in het kwadraat, is een eenvoudige en klinisch zeer bruikbare maat om de vetmassa van een bepaald individu te schatten. Voor vrouwen tussen 19 en 24 jaar wordt een QI tussen 19 en 24 als normaal beschouwd. Indien een patiënte van mening is, dat voor haar een lagere QI normaal is, is dit meestal een uiting van een gestoord lichaamsbeeld. Ned Tijdschr Geneeskd augustus;142(33) 1863
Eetstoornissen. Mellisa van der Linden
Eetstoornissen Mellisa van der Linden Inhoud Hoofdstuk 1: Wat houdt een eetstoornis in? Hoofdstuk 2: Welke eetstoornissen zijn er? Hoofdstuk 3: Wat zijn bekende oorzaken voor een eetstoornis? Hoofdstuk
Nadere informatieImpact van de ingebruikname van de DSM-5
Impact van de ingebruikname van de DSM-5 Eetstoornissen als casus Frédérique Smink Daphne van Hoeken H. Wijbrand Hoek Lunchbijeenkomst NIVEL 18 maart 2014 Disclosure belangen (potentiële) belangenverstrengeling
Nadere informatieEetstoornissen DSM-5. Leonieke Terpstra & Maartje Snoek
Eetstoornissen DSM-5 Leonieke Terpstra & Maartje Snoek VOXVOTE Voelt u zichzelf te dik? Probeert u daar (soms) wat aan te doen (lijnen)? Heeft u een eetstoornis (gehad)? 2/3 van de vrouwen wil afvallen
Nadere informatieDiabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie. Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen
Diabetes & Eetstoornissen Een uiterst gevaarlijke combinatie Prof. Dr. M. Vervaet - Universiteit Gent - Centrum voor Eetstoornissen GEZOND EN ZIEK Lichamelijke Gezondheid Diabetes: somatische aandoening
Nadere informatieEen kwarteeuw onderzoek en behandeling van eetstoornissen
korte bijdrage Een kwarteeuw onderzoek en behandeling van eetstoornissen h.w. hoek, w. vandereycken samenvatting Met de publicatie van de dsm-iii(-r) werd boulimia nervosa als aparte eetstoornis naast
Nadere informatieEetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG ( en ) Inleiding
Eetstoornissen Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Groep en UMCG (1985-1989 en 1995-2015) Inleiding Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn ernstige eetstoornissen waarvan het onduidelijk is
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15
Inhoud Voorwoord 11 Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15 1 Kenmerken van eetstoornissen 17 1 Inleiding 17 2 Criteria voor anorexia nervosa 17 Wat zijn de criteria voor
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie bij eetstoornissen
FE 0807-1 Meer informatie Bij de VGCt zijn meer folders verkrijgbaar, voor volwassenen bijvoorbeeld over angst en depressie. Speciaal voor kinderen zijn er folders over veel piekeren, verlatingsangst,
Nadere informatieEetstoornissen. Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Bavo Groep (1985-1989 en 1995-2013) Inleiding
Eetstoornissen Rubriekhouder: Prof. dr. H.W. Hoek, Parnassia Bavo Groep (1985-1989 en 1995-2013) Inleiding Anorexia nervosa en boulimia nervosa zijn ernstige eetstoornissen waarvan het onduidelijk is of
Nadere informatieWat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg
Wat is depressie? Oorzaak, omvang, gevolg Prof. Dr. Brenda Penninx Vakgroep psychiatrie / GGZ ingeest Neuroscience Campus Amsterdam Mental Health EMGO+ Institute for Health and Care Research b.penninx@vumc.nl
Nadere informatieIntakeprocedure IKK Onderzoek Kosten Hoe kom je bij Novaru m terecht? Nazorggroep Novarum ANOrexIA NervOsA Nabehandeling
ANOrexIA NervOsA ANOrexIA NervOsA Wat is anorexia nervosa? Mensen met anorexia eten zo weinig, dat ze extreem mager worden. Vaak zijn ze ernstig ondervoed. Maar al zijn ze vel over been, toch zien ze in
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatie6,7. Praktische-opdracht door een scholier 2338 woorden 30 november keer beoordeeld
Praktische-opdracht door een scholier 2338 woorden 30 november 2005 6,7 5 keer beoordeeld Vak ANW Waarom houden wij ons PO over eetstoornissen? Wij houden ons PO over eetstoornissen omdat eetstoornissen
Nadere informatieDepressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie?
Depressie bij ouderen Herstel als voorwaarde voor rehabilitatie? Rob Kok, psychiater, epidemioloog Parnassia Bavo Groep Den Haag Waarom rehabilitatie? Eerherstel van wie? Over welke ouderen hebben we het
Nadere informatieZorgstandaard Eetstoornissen
Zorgstandaard Eetstoornissen TAMARA BERENDS, VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST ANNEMARIE VAN ELBURG, KINDER- & JEUGDPSYCHIATER MIRJAM LAMMERS, KLINISCH PSYCHOLOOG Inleiding Elke zorgstandaard begint met eenzelfde
Nadere informatieEetstoornissen bij jongeren. Verschillende eetstoornissen. Jongeren. Epidemiologie 31-3-2014. DOK h Stichting Deskundigheidsbevordering.
Eetstoornissen bij jongeren Elisabeth Thiadens GZ-psycholoog Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Zie hieronder Bedrijfsnaam
Nadere informatieBinge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder
Binge or Control? Assessment of the validity, treatment and underlying mechanisms of Binge Eating Disorder Alexandra Dingemans Nederlandse samenvatting Eetbuien of controle? Onderzoek naar de validiteit,
Nadere informatieAngststoornissen. Verzekeringsgeneeskundig protocol
Angststoornissen Verzekeringsgeneeskundig protocol Epidemiologie I De jaarprevalentie voor psychische stoornissen onder de beroepsbevolking in Nederland wordt geschat op: 1. 5-10% 2. 10-15% 15% 3. 15-20%
Nadere informatie) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis
) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis Maartje Vroling Femke Wiersma Mirjam Lammers Eric Noorthoorn CGT is eerste keuze behandeling 70% reductie in eetbuien
Nadere informatie3.3 Delirium. herkend wordt. Onduidelijk is in hoeveel procent het delirium niet, of niet volgens de gangbare richtlijnen, behandeld wordt.
3.3 Delirium Delirium is waarschijnlijk de meest voorkomende neuropsychiatrische stoornis in het algemeen en academisch ziekenhuis, met een prevalentie van 15 tot 50 procent bij opgenomen oudere patiënten.
Nadere informatieVoedingsmanagement in de Psychiatrie
Voedingsmanagement in de Psychiatrie Anneke van Hellemond, diëtist Anneke Wijtsma, diëtist 1 Inhoud presentatie Voedingsproblemen Overgewicht Metabool syndroom Verwijzen naar gespecialiseerd diëtist Behandelwijze
Nadere informatieGeneralistische Basis GGZ en Specialistische GGZ
Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ Informatie voor huisartsen Organisatie voor geestelijke gezondheidszorg GGZ Rivierduinen biedt vele vormen van geestelijke gezondheidszorg voor alle leeftijden;
Nadere informatieDepressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie,
Depressief syndroom Persoonlijke Psychiatrie, 21-6-2017 Jan Spijker, psychiater, hoogleraar Chronische Depressie, Radboud Universiteit Nijmegen hoofd programma depressie Pro Persona, Nijmegen Indeling
Nadere informatieLichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and
Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers
Nadere informatieOnverklaard maakt onbemind. 8 februari 2011 Utrecht
Psychiatrisch Consultatieve Dienst SLAZ/VUmc Onverklaard maakt onbemind Prof.dr.Adriaan Honig 8 februari 2011 Utrecht Onverklaard maakt onbemind AGENDA Wat verstaan we onder somatisch onvoldoende verklaarde
Nadere informatieChapter 9. Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae
Chapter 9 Nederlandse samenvatting References Appendices Publications Curriculum vitae Nederlandse samenvatting Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen
Nadere informatieWat werkt bij eetstoornissen?
Wat werkt bij eetstoornissen? Deniz Ince www.nji.nl September 2012 Eetstoornissen worden gekenmerkt door een sterke preoccupatie met eten en gewicht en een verstoord lichaamsbeeld. Anorexia nervosa en
Nadere informatieDiaboulimia. Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes. Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog
Diaboulimia Eetproblemen bij insuline afhankelijke diabetes Anne-Marije Goutbeek Kinder- jeugdpsycholoog GZ psycholoog Minke Eilander Promovenda Pedagoog Programma workshop Achtergrond In de spreekkamer
Nadere informatieFunctionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen
Functionele diagnostiek bij langdurige eetstoornissen OP BASIS VAN ICF MARIETA VERHOEVEN VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST I.O. COGNITIEF GEDRAGSTHERAPEUTISCH WERKER VGCT Ernstige en langdurige eetstoornis Definitie
Nadere informatieDisclaimer. Deze presentatie kan off-label informatie bevatten. Raadpleeg altijd de SmPC alvorens enige medicatie voor te schrijven.
Disclaimer De inhoud van deze presentatie is onafhankelijk samengesteld door de spreker(s). De slides representeren de persoonlijke mening van de spreker(s). Deze presentatie kan off-label informatie bevatten.
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Dutch summary)
Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder
Nadere informatieDiagnose en classificatie in de psychiatrie
Diagnose en classificatie in de psychiatrie Klinische Validiteit Research Betrouwbaarheid Prof dr Bert van Hemert psychiater en epidemioloog Afdelingshoofd psychiatrie DBC Kosten-baten 2 Diagnosen in de
Nadere informatieInhoud. Voorwoord 11. Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15
Inhoud Voorwoord 11 Inleiding 13 Wat vindt u in dit boek? 14 Voor wie is dit boek bedoeld? 15 1 Kenmerken van eetstoornissen 17 1 Inleiding 17 2 Criteria voor anorexia nervosa 17 Wat zijn de criteria voor
Nadere informatieDiagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie
Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Willemijn Scholten NEDKAD 2015 Stelling In de DSM 6 zullen angst en depressie één stoornis zijn Achtergrond Waxing and waning
Nadere informatieGenetische factoren bij eetstoornissen. Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is
Genetische factoren bij eetstoornissen Het is nog onvoldoende bekend waarom mensen eetstoornissen ontwikkelen. Wel is gebleken dat er niet één oorzaak is, maar dat verschillende factoren een rol spelen
Nadere informatieJe bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014
Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014 Comorbiditeit: Voorkomen van verschillende stoornissen bij 1 persoon. Dubbele diagnose: Verslaving (afhankelijkheid en misbruik
Nadere informatieEetstoornissen. Drs. A. Geilen-van Hulst GZ-psycholoog/psychotherapeut. Unit Eetstoornissen RVE Psychiatrie en Psychologie Maastricht UMC+
Eetstoornissen Drs. A. Geilen-van Hulst GZ-psycholoog/psychotherapeut Unit Eetstoornissen RVE Psychiatrie en Psychologie Maastricht UMC+ 12 juni 2019 1 Classificatie eetstoornissen Internationaal via DSM
Nadere informatieWat voor invloed heeft het huidige modebeeld op het ontstaan van eetstoornissen?
Sectorwerkstuk door J. 1979 woorden 29 maart 2014 6.2 7 keer beoordeeld Vak Anders Voorwoord We hebben het onderwerp eetstoornissen gekozen, omdat het de laatste tijd meer in de media is. Ook vinden we
Nadere informatieWat werkt bij eetstoornissen?
Wat werkt bij eetstoornissen? Auteur: Deniz Ince www.nji.nl Versie december 2013 Eetstoornissen worden gekenmerkt door een sterke preoccupatie met eten en gewicht en een verstoord lichaamsbeeld. Anorexia
Nadere informatieMensen met boulimia hebben vaak een normaal basisgewicht, en kunnen. Herken je de volgende verschijnselen bij jezelf? Dan kan het zijn dat je
BOulImIa NerVOsa BOulImIa NerVOsa Wat is boulimia nervosa? Boulimia nervosa houdt in dat je regelmatig flinke eetbuien hebt waarbij je de controle lijkt te verliezen. Tegelijkertijd ben je bang voor overgewicht.
Nadere informatieComplex probleemgedrag bij ASS: ETEN. S.A. van der Laan, psychiater Polikliniek volwassenen Dr. Leo Kannerhuis
Complex probleemgedrag bij ASS: ETEN S.A. van der Laan, psychiater Polikliniek volwassenen Dr. Leo Kannerhuis Autismespectrum stoornis eten eetprobleem eetstoornis Eten is. Complex Zintuigen prikkelend
Nadere informatieGGz in de huisartsenpraktijk. Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015
GGz in de huisartsenpraktijk Christina Van der Feltz-Cornelis Symposium: Huisarts en POH GGz: samen sterker! Nieuwegein 22 januari 2015 MODEL BASISGGZ Model BasisGGz-Generalistische GGz-Specialistische
Nadere informatieComorbiditeitspatronen bij OCD. Resultaten van de NOCDA studie
Comorbiditeitspatronen bij OCD Resultaten van de NOCDA studie Patricia van Oppen, Harold J. van Megen, Neeltje M. Batelaan, Danielle C. Cath, Nic J.A. van der Wee, Brenda W. Penninx Marcel A. van den Hout,
Nadere informatieProud2Bme: Where do we go from here?
Proud2Bme: Where do we go from here? Eric F. van Furth Directeur behandelzaken, Rivierduinen, Leiden. Bijzonder hoogleraar eetstoornissen, afd. psychiatrie, LUMC, Leiden. Nicole van Loy The Essence Consulting
Nadere informatieChapter 10 Samenvatting
Chapter 10 Samenvatting Chapter 10 De laatste jaren is de mortaliteit bij patiënten met psychotische aandoeningen gestegen terwijl deze in de algemene populatie per leeftijdscategorie is gedaald. Een belangrijke
Nadere informatieHoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis?
Hoe ervaren ouders de zorg voor hun dochter met een eetstoornis? Bespreking van een onderzoeksopzet & hypotheses Lies Depestele Prof. dr. Laurence Claes Prof. dr. Gilbert Lemmens Prof. dr. Eva Dierckx
Nadere informatieOnderhuids. Workshop Zelfverwonding en Eetstoornissen. 9 december 2005
Onderhuids Workshop Zelfverwonding en Eetstoornissen 9 december 005 Voorstellen ZieZo Eetstoornissen Ervaringsverhaal Vragenlijst zelfbeschadiging en Eetstoornissen Vragen José Geertsema Ellen Spanjers
Nadere informatieInleiding. (leerlingbegeleider op een vmbo-school)
9 1 Inleiding Er was eens een meisje Zij klopte op mijn deur. Ik deed open en zij zei: Ik heb een eetprobleem. Kom binnen, zei ik, wat moedig dat je hier komt om hulp te vragen. Dat is de eerste stap.
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatieVerwijzen naar het Centrum voor Eetstoornissen
Verwijzen naar het Centrum voor Eetstoornissen Breed behandelaanbod Ons Centrum voor Eetstoornissen biedt de mogelijkheid tot behandeling van alle vormen van eetstoornissen, zoals anorexia nervosa, boulimia
Nadere informatiein gesprek over: Eetstoornissen
in gesprek over: Eetstoornissen Colofon Auteur: H.W. Hoek Redactie: W. Smith-van Rietschoten (eindredacteur) J.L.M. van der Beek E.A.M. Knoppert-van der Klein R.B. Laport C.R. van Meer E. Olivier M. van
Nadere informatieOnderzoek imta en TOPGGz
Onderzoek imta en TOPGGz Onderzoek en eerste resultaten onderzoek imta en TOPGGz m.b.t doelgroepen stemmingsstoornissen, eetstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen dr. Leona Hakkaart-van Roijen, associate
Nadere informatieBuro PUUR Missie. Soorten. Wat voor u?
De meeste patiënten met een eetstoornis zijn in de beginfase van de stoornis geneigd hun problemen te ontkennen en te bagatelliseren Nurse Academy 2011 patricia@buropuur.nl Eetstoornissen www.buropuur.nl
Nadere informatieVerschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.
Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder
Nadere informatieHoe gaan we om met chronische of therapieresistente suicidaliteit?
Hoe gaan we om met chronische of therapieresistente suicidaliteit? Ad Kerkhof, VU Amsterdam Martin Roeten, Altrecht NEDKAD Chronische suicidaliteit Bij langdurende s Bij andere AS I problematiek Bij persoonlijkheidsstoornissen
Nadere informatieGewichtsbeheersing: van gezond naar ziek
Gewichtsbeheersing: van gezond naar ziek (Joop Bosch, Den Haag) Inleiding Zolang de mens leeft is er al een struggle for life geweest. Ook al verschilt dat gevecht op leven en dood in een ver verleden
Nadere informatie15:40 16:00 uur. Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR. Ouderenpsychiater
5:40 6:00 uur Depressie en dementie RICHARD OUDE VOSHAAR Ouderenpsychiater % psychiatrische problemen bij Alzheimer 60 50 40 30 20 0 0 Zhao et al, J Affect Disord 205 Wanneer spreken van van een depressie?
Nadere informatieDisclosures. De combinatie van lichamelijke klachten en psychische stoornissen. Inhoud. Vaak voorkomende SOLK. Wat is SOLK?
Hak de knoop niet te snel door, je kunt hem ook ontwarren Disclosures Dr. Jonna van Eck van der Sluijs Psychiater en senior onderzoeker Symposium: Behandeling van SOLK en persoonlijkheidsstoornissen bij
Nadere informatieDe grens tussen obesitas en eetbuistoornis. Werken met de REO
De grens tussen obesitas en eetbuistoornis Werken met de REO Programma cursusdag 9:00 ontvangst 9:30 kennismaking, in kaart brengen van de problematiek waar de cursisten in de praktijk tegenaan lopen met
Nadere informatieAANBEVELINGEN VAN OUDERS VOOR VERBETERING VAN DE BEHANDELING
AANBEVELINGEN VAN OUDERS VOOR VERBETERING VAN DE BEHANDELING Greta Noordenbos & Hans Bloks WEET Workshop NAE congres 29 november 2018 Zwolle INHOUD n Inleiding 20 min n Hoe vaak komt overlijden voor? n
Nadere informatieSlaapstoornissen in de psychiatrie: het belang van behandeling
Slaapstoornissen in de psychiatrie: het belang van behandeling - Dr. Marike Lancel - Divisie Forensische Psychiatrie Slaapcentrum voor Psychiatrie Assen Het interactieve brein in slaap 12-10-2012 Slaapstoornissen
Nadere informatieWat doen zelfhulp en vroeghulp aan verslaving?
Wat doen zelfhulp en vroeghulp aan verslaving? Dag van de verslaving 12 oktober 2007 Gerard M. Schippers Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam Tijdschrift sinds 2005 Bohn Stafleu Van Loghum
Nadere informatieGroepstherapie bij bulimia nervosa
door W. Hoek Samenvatting Groepstherapie blijkt, zowel in de praktijk als uit nog schaars wetenschappelijk onderzoek, goede resultaten te geven bij de behandeling van bulimia nervosa. Na een inleiding
Nadere informatieDe psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer
De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring
Nadere informatieDe psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer
De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring
Nadere informatieBehandelmethoden voor Anorexia Nervosa. Een vergelijkend onderzoek.
Behandelmethoden voor Anorexia Nervosa. Een vergelijkend onderzoek. Student: Maaike Mink ANR: s559125 Begeleider: Dr. Machteld Ouwens Abstract. Anorexia Nervosa is een zeer moeilijk te behandelen aandoening
Nadere informatieKunnen we iets leren van CBT-E voor behandeling in het algemeen?
Kunnen we iets leren van CBT-E voor behandeling in het algemeen? Iris van der Meer GZ psycholoog Ondersteuner Specialismegroep voedings- en eetstoornissen Martie de Jong Klinisch psycholoog Specialismeleider
Nadere informatieINLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ
INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ & BASISTEKST VAN SIGNAAL NAAR ZORG : EEN AANBEVELING VOOR DE DETECTIE VAN EET- EN GEWICHTSPROBLEMEN (19 pp.) VWVJ en vzw Eetexpert Schematisch traject van signaal
Nadere informatieLaten zitten compensatiegedrag bij eetstoornissen
Laten zitten compensatiegedrag bij eetstoornissen Renee Beer Hermien Elgersma R.Beer& H.J.Elgersma TakeHome Message Exposure? DOEN! Responspreventie? OOK! Workshop Kader Vermijden en verleiden Wanneer
Nadere informatieLeven met een eetstoornis
Leven met een eetstoornis Van A tot ggz De boeken in de reeks Van A tot ggz beschrijven niet alleen oorzaak, verloop en behandeling van de onderhavige problemen, maar geven ook antwoord op de vraag hoe
Nadere informatieBijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen. Nikkie Aarts
Bijwerkingen van psychotrope geneesmiddelen Nikkie Aarts Afdeling Epidemiologie & Inwendige Geneeskunde 3 de Lustrum Farmacovigilantie Platform Nederland Dinsdag 19 mei 2015 Promotietraject In de dagelijkse
Nadere informatieIs het depressie? Dr. M. Zuidersma, UMCG of is het een onderliggend neurodegeneratief beeld? Maar is dit wel zo? Disclosure belangen spreker
Disclosure belangen spreker Is het depressie? of is het een onderliggend neurodegeneratief beeld? Marij Zuidersma Interdisciplinary Center Psychopathology and Emotion regulation (ICPE) 7 mei 2019 (potentiële)
Nadere informatieHet syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek
Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek Achtergrond Het Klinefelter syndroom(ks): Genetisch kenmerk extra X-chromosoom:
Nadere informatieRichtlijn Terugvalpreventie Anorexia Nervosa 18+
Richtlijn Terugvalpreventie Anorexia Nervosa 18+ Deel 1: Theoretische onderbouwing en aanbevelingen Het werken met een signaleringsplan ter preventie van terugval bij patiënten met anorexia nervosa Altrecht
Nadere informatieAngst & Verslaving. Angst en verslaving 10 oktober 2014 Bouwe Pieterse, psychiater
Angst & Verslaving Angst en verslaving 10 oktober 2014 Bouwe Pieterse, psychiater Inhoudsopgave Achtergrond Etiologie Epidemiologie Diagnostiek Behandeling Kushner ea Multidisciplinaire Richtlijn alcohol
Nadere informatieAnorexia nervosa: een cohortonderzoek met het Register Geestelijke
Anorexia nervosa: een cohortonderzoek met het Register Geestelijke Volksgezondheid door H. W. Hoek, F. G. Brook, R. Giel en G. H. M. M. ten Horn Uit de landelijke opnamecijfers van anorexia nervosa blijkt
Nadere informatieDenken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten
Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking
Nadere informatieSpecialismegroep Voedings- en Eetstoornissen presenteert: De behandeling van eetstoornissen, uitdagingen in de transitiefase
Specialismegroep Voedings- en Eetstoornissen presenteert: De behandeling van eetstoornissen, uitdagingen in de transitiefase Welkom Sprekers: Claudia Mout Systeemtherapeut de Jutters Iris van der Meer
Nadere informatieBijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI / , 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media
Bijlagen J. Wiersma et al., Neem de regie over je depressie, DOI 10.1007/978-90-368-1003-6, 2015 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media 50 neem de regie over je depressie Bijlage 1 Beloopstabel
Nadere informatieCBT-E; transdiagnostische CGT. Martie de Jong Klinisch psycholoog/ Specialismeleider
CBT-E; transdiagnostische CGT Martie de Jong Klinisch psycholoog/ Specialismeleider Programma Welkom, huishoudelijke mededelingen DSM 5 voedings- en eetstoornissen Nieuwe zorgstandaard Plek van CBT-E Uitdagingen
Nadere informatieSamenvatting (summary in Dutch)
Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,
Nadere informatieHeart and Soul. Cardiovasculair en Depressie
Heart and Soul Cardiovasculair en Depressie Ten leading causes of DALY s 2030 - high income countries (in %) - Unipolar depressive disorder 9.8 Ischaemic heart disease 5.9 Alzheimer and other dementias
Nadere informatieOndervoeding. 1.1 Begrippen
1 Ondervoeding Wanneer is er sprake van ondervoeding? Welke soorten ondervoeding zijn er? En wat is eraan te doen? Voor een antwoord op deze en andere vragen volgt eerst een uiteenzetting van de diverse
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornis Cluster C
Persoonlijkheidsstoornis Cluster C Deze folder geeft informatie over de diagnostiek en behandeling van cluster C persoonlijkheidsstoornissen. Wat is een cluster C Persoonlijkheidsstoornis? Er bestaan verschillende
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie
Cognitieve gedragstherapie Een succesvolle psychotherapie voor diverse emotionele stoornissen en problemen Afdeling Psychiatrie en Medische Psychologie Wat is Cognitieve Gedragstherapie? Cognitieve gedragstherapie
Nadere informatieHoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 112
111 Ondervoeding is gedefinieerd als een subacute of acute voedingstoestand waarbij een combinatie van onvoldoende voedingsinname en ontstekingsactiviteit heeft geleid tot een afname van de spier- en vetmassa
Nadere informatieBeloop van angst en depressie. belang voor de klinische praktijk
Beloop van angst en depressie belang voor de klinische praktijk Jan Spijker, psychiater, A-opleider,hoofd programma stemmingsstoornissen Pro Persona, Ede & onderzoeker Trimbos-instituut, Utrecht Waarom
Nadere informatieCVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io
CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties
Nadere informatieLesbrief Nationaal Jeugd Musical Theater, Modelkind.
Lesbrief Nationaal Jeugd Musical Theater, Modelkind. In de voorstelling Modelkind A.A.A.H. ontwikkelt Claire een eetstoornis: Anorexia Nervosa. De ouders van Claire en Constance leggen veel druk op hun
Nadere informatieSamen eetproblemen aanpakken in Rotterdam. Helpt u mee?
Samen eetproblemen aanpakken in Rotterdam. Helpt u mee? voor mensen met een eetprobleem en hun naasten Eetproblematiek in cijfers Helaas komen eetproblemen en -stoornissen nog steeds veel voor in Nederland
Nadere informatieBehandeling van verslaving en comorbiditeit. de Noord Nederlandse ervaring
Behandeling van verslaving en comorbiditeit de Noord Nederlandse ervaring Gent 14 nov2014 Primaire problematiek naar voorkomen in bevolking en % in behandeling 1 Setting van hulp in VZ VNN 34 ambulante
Nadere informatieDiscussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae
chapter 7 Discussion Summary Samenvatting Dankwoord Curriculum Vitae 140 chapter 7 SAMENVATTING De bipolaire stoornis (of manisch-depressieve stoornis) is een stemmingsstoornis waarin episodes van (hypo)manie
Nadere informatieMotivatie om te gaan bewegen
Motivatie om te gaan bewegen Onderzoek 5 Welke cognities zijn van invloed op de motivatie om te starten met een bewegingsprogramma? Motivatie Beweging: om te motivatie gaan bewegen Onderzoek 5 Angst voor
Nadere informatieEr bestaan 2 soorten anorexia: *het type vasten : het ondergewicht ontstaat door extreem vasten. Ze eten niets tot bijna niets en
Spreekbeurt door een scholier 2197 woorden 28 februari 2004 7.8 192 keer beoordeeld Vak Nederlands Spreekbeurt Anorexia Ik houd mijn spreekbeurt over het onderwerp Anorexia. Dit heb ik gekozen omdat het
Nadere informatieGrensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie
Grensoverschrijdend gedrag Les 2: inleiding in de psychopathologie Programma Psychopathologie; wat is het? Algemene functionele psychopathologie DSM Psychopathologie = Een onderdeel van de psychiatrie
Nadere informatieDepressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten
Depressie na een hartinfarct en risico op nieuwe hartklachten Marij Zuidersma Promotoren: Peter de Jonge, Johan Ormel, Henk Jan Conradi Interdisciplinary center for psychiatric epidemiology University
Nadere informatiePrognostische factoren bij de ziekte van Parkinson. Daan Velseboer Afdeling Neurologie AMC, 29 November 2013
Prognostische factoren bij de ziekte van Parkinson Daan Velseboer Afdeling Neurologie AMC, 29 November 2013 Nut van prognostische data De patiënt wil (vaak) weten: Hoe snel zullen mijn klachten toenemen?
Nadere informatie