Herhalingen in de conversationele spraak van een patiënt met semantische dementie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Herhalingen in de conversationele spraak van een patiënt met semantische dementie"

Transcriptie

1 Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Masterproef Taal- en Letterkunde Afstudeerrichting: Master Nederlands Herhalingen in de conversationele spraak van een patiënt met semantische dementie Cécile De Somer Promotor: Prof. dr. Dominiek Sandra Copromotor: Prof. dr. Peter Mariën Assessor: Prof. dr. Jo Verhoeven Universiteit Antwerpen Academiejaar

2

3 Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Masterproef Taal- en Letterkunde Afstudeerrichting: Master Nederlands Herhalingen in de conversationele spraak van een patiënt met semantische dementie Cécile De Somer Promotor: Prof. dr. Dominiek Sandra Copromotor: Prof. dr. Peter Mariën Assessor: Prof. dr. Jo Verhoeven Universiteit Antwerpen Academiejaar

4 Ondergetekende, Cécile De Somer, studente Taal- en Letterkunde, Master Nederlands verklaart dat deze scriptie volledig oorspronkelijk is en uitsluitend door haarzelf geschreven is. Bij alle informatie en ideeën ontleend aan andere bronnen, heeft ondergetekende expliciet en in detail verwezen naar de vindplaatsen. Ondergetekende is zich ook bewust van het feit dat de waarheid van het bovenstaande systematisch gecontroleerd zal worden, o.m. via automatische elektronische plagiaatdetectie. Antwerpen, 27 mei 2013 Handtekening Cécile De Somer

5 Woord vooraf Aangezien ik altijd al geboeid ben geweest door taalpathologische verschijnselen, en in het bijzonder afasie wou ik graag hierover mijn bachelorscriptie schrijven. Ik was dan ook erg enthousiast toen ik in samenwerking met professor dr. Dominiek Sandra en professor dr. Peter Mariën de spontane spraak van een 55-jarige man ( 17/02/1942) met semantische dementie (SD) mocht onderzoeken. Deze patiënt vormde een interessante gevalstudie, aangezien zijn spontane spraak werd gekenmerkt door een hoog aantal zelfherhalingen en perseveraties die nog niet eerder gerapporteerd waren geweest als mogelijke neurolinguïstische verschijnselen bij patiënten met SD. Om de conversationele spraak van de patiënt te kunnen analyseren, heb ik één interviewfragment uit 1997 getranscribeerd en als corpusmateriaal aangewend. Mijn bachelorscriptie leverde uiteindelijk mooie onderzoeksresultaten op en vormde voor mij een leerrijke en boeiende ervaring. Wanneer professor Mariën voorstelde om voor mijn masterproef de casus verder uit te breiden met extra onderzoeksmateriaal uit 1998 en 2001 en het beter in te bedden in de ruime context van de beschikbare literatuurgegevens over SD met oog op een toekomstige publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift, leek mij dit een unieke kans. Het is dankzij de hulp, de steun en de deskundige kennis van professor dr. Sandra en professor dr. Mariën dat ik met veel plezier dit onderzoek heb kunnen verder zetten. Graag zou ik hier ook de gelegenheid willen nemen om een aantal personen te bedanken. Allereerst gaat mijn dank uit naar mijn promoter, professor dr. Sandra en mijn copromotor professor dr. Mariën, die mij de kans hebben gegeven om een interessante en unieke gevalstudie uit te werken. Hun goede begeleiding, kennis en raadgevingen waren van onschatbare waarde voor de realisatie van deze masterproef. Ook zou ik graag dr. Guy De Pauw willen bedanken voor zijn deskundig advies en de berekening van de Moving Average Type-Token Ratio in deze verhandeling. Verder vermeld ik hier met plezier mijn familieleden en vrienden, in het bijzonder Charlotte en Nicolas, voor alle steun, liefde en feedback die zij mij hebben gegeven en voor het nalezen van mijn masterproef. Tot slot wil ik nog geneeskundestudente en goede vriendin, Stefanie Janssens bedanken, die mij geholpen heeft om de medische informatie over SD begrijpbaar te maken. i

6 Abstract Introduction: Semantic dementia (SD) is a neurodegenerative disorder characterized by a progressive loss of semantic knowledge in both the verbal and non-verbal domain (Neary et al., 1998). In this condition, disproportionately affected naming and single word comprehension, especially for low-familiarity words, constitute early hallmark features at the linguistic level (Gorno-Tempini et al., 2011). This paper reports longitudinal follow-up findings of connected speech in a patient with histopathologically confirmed SD. In addition to typical SD features, a unique profile of repetitions and perseverations was found in connected speech. These neurolinguistic phenomena have not been reported before in SD. Methods Participants: Video-taped conversational speech samples of a male patient with a diagnosis of SD were collected at the age of 55, 56 and 59 years during a face-to-face interview. Different analyses of these samples were compared to analyses of speech samples collected in an age and education matched control group, comprising 15 healthy participants: five men in each of the three age groups (55, 56 and 59). Analyses: To identify deficits in connected speech three analyses were performed. First, a Moving Average Type-Token Ratio (MATTR) was used to determine lexical diversity in the speech samples of the patient and the control group. Secondly, the number of repetitions and perseverations in connected speech was counted. Thirdly, speech rate, defined as the total number of words per minute and total number of syllables per second was calculated. Results: In the analyses the data were collapsed across the three control groups, as one-way Analysis of Variance (ANOVA) showed no significant difference between these groups on any measure (p > 0.10). In comparison with the control group, MATTR results confirmed poor lexical diversity in the patient s speech. Lexical diversity was significantly different with the control group at the age of 55 (= 0,26; Mean = 0,39, SD = 0,02) and 56 (= 0,28; Mean = 0,39, SD = 0,02) and extremely low at age 59 in the context of a restricted verbal output. These findings reflect the progressive decay of semantic memory in SD. Analysis of repetitions and perseverations in the three speech samples revealed a unique pattern at different linguistic levels (words, constituents, parts of utterances and utterances). Self repetitions were found in more than 50% of the patient s utterances. At age 55 years the ii

7 patient produced 75 self repetitions out of 145 utterances (Score = 51,72; Mean = 19,76; SD = 15,92). At the age of 56 years, 49 self repetitions out of 96 utterances were found (Score = 51,04). The progression to verbal mutism was reflected at age 59 years by a total number of only 4 self repetitions out of 13 utterances. The number of perseverations was abnormal as well (at age 55 years = 7,59; at 56 years = 4,17; at 59 years = 0; Mean = 0,09; SD = 0,33) and the number of echo answers was abnormal at the age of 56 and 59 years (at 56 years = 2,08; at 59 years = 53,85; Mean = 0,43; SD = 0,59). Speech rate was consistent with a diagnosis of logorrhea at 55 (209,27 words/min.) and 56 years of age (215,75 words/min.; Mean = 158,21 words/min.; SD = 24,44). At the age of 59 years speech rate became extremely low (24 words/min.) and entirely consisted of echolalic responses. Within the next year oral-verbal output evolved to mutism. Discussion: In this study, a linguistic analysis of spontaneous speech production of a patient with SD confirms some typical linguistic features of the disorder. Indeed, MATTR results and speech rate data support the view that patients with SD produce fluent, but empty speech with an evolution to verbal mutism. However, this study also provides novel findings. To the best of our knowledge, perseverative linguistic behavior, as reflected by a high proportion of repetitions and perseverations in connected speech, has not been reported in SD before. A possible explanation might be that these repetitions reflect a compensatory strategy. The patient repeats himself and the interlocutor in an attempt to improve oral-verbal comprehension. Alternatively, the verbal repetitions may result from frontal lobe dysfunction. A more general frontal desinhibition disorder might explain why the patient is not able to suppress his own speech and speech stimuli produced by the interlocutor. These findings may be useful when refining the diagnostic criteria for linguistic behavior in SD. Keywords: semantic dementia deficits of the connected speech in semantic dementia Moving Average Type-Token Ratio perseverative linguistic behavior in patients with semantic dementia speech rate in patients with semantic dementia iii

8 Samenvatting Inleiding: Semantische dementie (SD) is een neurodegeneratieve aandoening die wordt gekenmerkt door de progressieve deterioratie van het verbaal en non-verbaal semantisch geheugen (Neary et al., 1998). Hierbij vormen woordvindingsstoornissen en woordbegripsproblemen de meest prominente kenmerken (Gorno-Tempini et al., 2011). Deze masterproef rapporteert de follow-up data van een longitudinale studie van de verbale output van één patiënt met SD. In de conversationele spraak van deze patiënt werd naast de typische taalkundige manifestaties van het syndroom een uniek profiel van herhalingen en perseveraties aangetroffen. Deze neurolinguïstische verschijnselen zijn nog niet eerder beschreven geweest als mogelijke verschijnselen van SD. Methodiek Participanten: Drie spraaksamples van de spontane spraak van een man met SD werden verzameld op de leeftijd van 55, 56 en 59 jaar tijdens een persoonlijk interview. De analyses van deze samples werden vergeleken met de analyses van de spraaksamples van drie controlegroepen, die gematcht waren qua leeftijd en opleiding aan de patiënt. Iedere leeftijdsgroep (55, 56 en 59 jaar) bestond daarbij uit vijf gezonde mannen. Analyses: Om de linguïstische tekortkomingen in de spontane spraak van de patiënt te kunnen detecteren, werden drie analyses uitgevoerd. Ten eerste werd een Moving Average Type-Token Ratio (MATTR) aangewend om de lexicale diversiteit te bepalen in de spraaksamples van de patiënt en de controlepersonen. Ten tweede werd het aantal herhalingen en perseveraties in de conversationele spraak geteld. Ten derde werd de spreeksnelheid, gedefinieerd als het aantal woorden per minuut en het syllabes per seconde, bepaald. Resultaten: In dit onderzoek konden alle controlepersonen worden beschouwd als één grote groep, aangezien een ANOVA geen significant verschil toonde tussen de verschillende leeftijdsgroepen (p > 0.10). Allereerst toonden de resultaten van de MATTR weinig lexicale diversiteit in de spraak van de patiënt. De lexicale variëteit was bovendien significant verschillend met de controlegroep op de leeftijd van 55 (score = 0,26; gemiddelde = 0,39, SD = 0,02) en 56 jaar (score = 0,28; gemiddelde = 0,39, SD = 0,02) en bleek extreem laag te zijn op de leeftijd van 59 jaar, omwille van de beperkte verbale output. Deze resultaten reflecteren het progressieve verval van het semantisch geheugen dat typisch is voor patiënten met SD. iv

9 Verder toonde de analyse van de herhalingen en perseveraties in de spraaksamples van de patiënt een uniek herhalingspatroon. Er kon namelijk in meer dan 50% van de uitingen zelfherhaling worden teruggevonden. Zo produceerde de patiënt op de leeftijd van 55 jaar 75 zelfherhalingen op een totaal van 145 uitingen (score = 51,72; gemiddelde = 19,76; SD = 15,92). Op de leeftijd van 56 jaar werden 49 zelfherhalingen op 96 uitingen teruggevonden (score = 51,04). De evolutie naar verbaal mutisme werd duidelijk op 59-jarige leeftijd, waarbij slechts 4 zelfherhalingen werden aangetroffen op 13 uitingen. Ook het aantal perseveraties in de spraak van de patiënt was afwijkend (55 jaar = 7,59; 56 jaar = 4,17; 59 jaar = 0; gemiddelde = 0,09; SD = 0,33) en de hoeveelheid echo-antwoorden was afwijkend op de leeftijd van 56 en 59 jaar (56 jaar = 2,08; 59 jaar = 53,85; gemiddelde = 0,43; SD = 0,59). Tot slot waren de resultaten van de spreeksnelheid consistent met de diagnose van een logorrhoea op 55 (209,27 woorden/min.) en 56 jaar (215,75 woorden/min.; gemiddelde = 158,21 woorden/min;. SD = 24,44). Op 59 jarige leeftijd was de spreeksnelheid extreem laag (24 woorden/min.) en gereduceerd tot echolalie. Discussie: In deze masterproef bevestigt een linguïstische analyse van de spontane spraak van een patiënt met SD de typische taalkundige manifestaties van het syndroom. Zo ondersteunden de resultaten van de MATTR en de data van de spreeksnelheid de opvatting dat de spontane spraak van patiënten met SD vloeiend, maar leeg is, met een duidelijke evolutie naar verbaal mutisme. Niettemin leverde deze masterproef ook nieuwe inzichten op. Er werd namelijk een afwijkend herhalingsgedrag vastgesteld, dat nog niet eerder gerapporteerd is geweest bij SD. Een mogelijke verklaring hiervoor kan gevonden worden in het feit dat de herhalingen en de perseveraties een compensatiestrategie reflecteren. De patiënt compenseert hierbij zijn begripsproblemen door zichzelf en zijn gesprekspartner te herhalen. Een alternatieve verklaring is dat de herhalingen en perseveraties het resultaat zijn van een disfunctie van de frontale kwab. Een frontaal syndroom kan immers verklaren waarom de patiënt niet in staat is om zijn verbaal herhalingsgedrag te onderdrukken. De resultaten van dit onderzoek kunnen waardevol zijn om de diagnostische, linguïstische kenmerken van SD bij te stellen. Sleutelwoorden: semantische dementie tekortkomingen in de spontane spraak van patiënten met SD Moving Average Type-Token Ratio herhalingsgedrag van patiënten met semantische dementie spreeksnelheid van patiënten met semantische dementie v

10 Inhoudsopgave Woord vooraf... i Abstract... ii Samenvatting... iv Inhoudsopgave... vi Figurenlijst... viii Tabellenlijst... ix 1. Inleiding Methodiek Participanten Gevalbeschrijving van de patiënt Controlegroepen Analyses Corpussamenstelling Moving Average Type-Token Ratio Tellingen van herhalingen en perseveraties Bepaling van de spreeksnelheid Resultaten Moving Average Type-Token Ratio Telling van herhalingen en perseveraties Bepaling van de spreeksnelheid Discussie Besluit Literatuurlijst Appendix Appendix 1: Overzicht van de resultaten van ANOVA vi

11 Appendix 2: Resultaten van de MATTR van de controles op materiaal met lege woorden 72 Appendix 3: Resultaten van de telling van de zelfherhalingen van de controles Appendix 4: Resultaten van de telling van de echo-antwoorden van de controles Appendix 5: Resultaten van de telling van de perseveraties van de controles Appendix 6: Resultaten van de bepaling van de spreeksnelheid van de controles vii

12 Figurenlijst Figuur 1: Lateraal aanzicht van de rechthemisfeer met de frontale, temporale, pariëtale en occipitale kwab... 2 Figuur 2: The Cookie Theft Picture Figuur 3: Werking van de Moving-Average Type-Token Ratio viii

13 Tabellenlijst Tabel 1: Associatie tussen de klinische symptomen en de lateralisatie van de atrofie bij SD... 9 Tabel 2: Klinische diagnostische criteria van SD Tabel 3: Resultaten van de neurocognitieve tests van de patiënt Tabel 4: Resultaten van de neurolinguïstische tests van de patiënt Tabel 5: Toelichting en voorbeeld van de TTR Tabel 6: Resultaten van de MATTR van de patiënt (zonder lege woorden) Tabel 7: Resultaten van de MATTR van de controles (zonder lege woorden) Tabel 8: Gemiddeldes en standaarddeviaties van de MATTR (zonder lege woorden) Tabel 9: Resultaten van de MATTR van de patiënt (met lege woorden) Tabel 10: Vergelijking van de resultaten van de patiënt met de controlegroep (met lege woorden) Tabel 11: Overzicht van de resultaten van de tellingen van de herhalingen en de perseveraties in de spraak van de patiënt op de leeftijd van 55 en 56 jaar Tabel 12: Overzicht van de resultaten van de tellingen van de herhalingen en de perseveraties in de spraak van de patiënt op de leeftijd van 59 jaar Tabel 13: Vergelijking van de resultaten van de patiënt en de controlegroep Tabel 14: Overzicht van de resultaten van de spreeksnelheid Tabel 15: Vergelijking van de resultaten van de spreeksnelheid van de patiënt met die van de controles ix

14 1. Inleiding Taal is een belangrijk onderdeel in het leven van de mens. Het geeft hem immers de mogelijkheid om in interactie te gaan met anderen en om in zijn dagelijkse behoeften te voorzien. De mens kan op verschillende manieren communiceren. Hij kan spreken, luisteren (orale taal), schrijven en lezen (geschreven taal), wat de vier modaliteiten van taal worden genoemd. Deze taalmodaliteiten kunnen op hun beurt worden opgedeeld in verschillende taalfuncties: de expressieve, motorische functies (spreken, schrijven, luidop lezen) en de receptieve, sensorische functies (het begrijpen van gesproken en geschreven taal). Wanneer nu door een niet aanboren hersenletsel de taalfuncties structureel verstoord geraken, is er sprake van een verworven afasie (Mariën & Engelborghs, 2010). Hoewel de ernst van de stoornissen in de vier taalmodaliteiten van patiënt tot patiënt kunnen verschillen, is het onmiskenbaar dat een verworven afasie ingrijpende gevolgen heeft op het sociaal en professioneel functioneren van een individu. Bovendien kunnen taalproblemen andere cognitieve functies negatief gaan beïnvloeden (Engelborghs, Desmet & Willemarck, 2006). De impact van taalstoornissen mag dus geenszins worden onderschat en blijft daarom een interessant en noodzakelijk onderwerp van onderzoek. Nu kunnen taalstoornissen bij verschillende aandoeningen worden vastgesteld. Zo kunnen ze bijvoorbeeld worden geassocieerd met neurodegeneratieve syndromen, zoals semantische dementie (SD) (Sajjadi, Patterson, Tomek & Nestor, 2012). Vanuit nosologisch onderzoek kan SD worden beschouwd als een klinische variant van frontotemporale lobaire degeneratie (FTLD) (Hodges & Patterson, 2007; Grossman, 2002). Deze term werd geïntroduceerd als verzamelnaam voor een groep van heterogene aandoeningen, die worden gekenmerkt door een - soms asymmetrische - progressieve degeneratie van de neuronen in de frontale en temporale hersenkwabben (Neary, Snowden, Northern & Goulding, 1988; Engelborghs et al., 2006). Figuur 1 is een afbeelding van de rechterhemisfeer (AllRefer Health). 1

15 Figuur 1: Lateraal aanzicht van de rechthemisfeer met de frontale, temporale, pariëtale en occipitale kwab FTLD is de tweede meest frequente oorzaak van dementie met een typische onset voor 65 jaar. De meest frequente oorzaak van dementie is de ziekte van Alzheimer. Hoewel FTLD zich in de meerderheid van de gevallen tussen het 45 e en 65 e levensjaar presenteert, kan het ook op oudere leeftijd voorkomen (Patterson & Hodges, 2001; Hodges & Patterson, 2007). Dit blijkt uit recent pathologisch en klinisch onderzoek, waarbij 20% tot 40% van de patiënten die gediagnosticeerd werden met FTLD de leeftijd van 65 jaar al hebben bereikt (Hodges & Patterson, 2007). Naast SD kunnen ook frontotemporale dementie (FTD) en progressieve nonfluente afasie (PA) als klinische entiteiten van FTLD worden onderscheiden (Hodges & Patterson, 2007; Neary, Snowden, Gustafson, Passant, Stuss, Black, Freedman, Kertesz, Robert, Albert, Boone, Miller, Cummings & Benson, 1998). Deze vooropgestelde driedeling van FTLD kan op drie punten worden gerechtvaardigd. Allereerst hebben patiënten met PA, FTD en SD een aantal klinische symptomen met elkaar gemeen. Zo komen bijvoorbeeld de gedragsveranderingen van patiënten met SD sterk overeen met die van FTD. Een tweede argument om de syndromen onder dezelfde noemer te plaatsen, is de mate van anatomische overlap in de frontale en temporale hersenkwabben die kan worden vastgesteld door een 2

16 structurele en functionele hersenscan. Het derde en tevens het laatste argument kan worden gevonden in het feit dat er sprake is van een gedeeltelijke pathologische overlap tussen de drie syndromen (Hodges & Patterson, 2007; Knibb & Hodges, 2005). Een belangrijke kanttekening bij deze driedeling is dat deze niet altijd in dezelfde formatie kan worden teruggevonden in de literatuur. Zo wordt SD vaak ook nosologisch ondergebracht als de progressieve, vloeiende vorm van primair progressieve afasie (PPA) naast progressieve nonfluente afasie en logopene progressieve afasie: For about 2 decades, cases of PPA were generally categorized as semantic dementia or progressive nonfluent aphasia, or in some studies as fluent vs nonfluent. However, there were a number of PPA cases that did not seem to fit a binary classification (Grossman & Ash, 2004), and a third clinical variant was empirically described and termed logopenic progressive aphasia by Gorno-Tempini et al. 1 - Gorno-Tempini, Dronkers, Rankin, Ogar, Phengrasamy, Rosen, Johnson, Weiner & Miller, 2004, p PPA wordt dus in de bovenstaande definitie als een overkoepelde, diagnostische term naar voren geschoven, terwijl deze in andere studies overbodig wordt verklaard (Knibb & Hodges, 2008). Er kan met andere woorden gesteld worden dat er geen eensgezindheid bestaat over de classificatie van de syndromen (Knibb, Xuereb, Patterson, Hodges, 2006). Hoewel er geen consensus bestaat over de nosologische positie van SD wordt in deze masterproef de driedeling van FTD, PA en SD met FTLD als verzamelterm toch bewaard. In wat volgt zal FTLD met de drie subgroepen nader worden besproken. Zoals hierboven reeds werd aangehaald, wordt FTLD gekenmerkt door een aantasting van de neuronen in de frontale en temporale hersenkwabben (Neary et al, 1998). Door deze degeneratie krijgen patiënten met FTLD hoofdzakelijk te maken met progressieve gedragsveranderingen, persoonlijkheidsveranderingen en/of stoornissen van de frontale functies (Rosso, Heutink, Tibben, Niermeijer & van Swieten, 2000). Frontale functies zijn bijvoorbeeld het probleemoplossend denken, het beoordelingsvermogen, het maken van beslissingen en het plannen van handelingen (Patterson & Hodges, 2001; Duffy & Campbell, 1994). Daarnaast speelt de frontale regio ook een belangrijke rol in de gedragsregulatie, waardoor letsels in de 1 Gorno-Tempini, Dronkers, Rankin, Ogar, Phengrasamy, Rosen, Johnson, Weiner & Miller,

17 frontale kwab kunnen leiden tot gedragsontremming of gedragsinhibitie. Verder zijn initieel relatief gespaarde geheugenfuncties en intacte visueel-perceptuele vaardigheden typisch voor patiënten met FTLD (Neary, Snowden, Gustafson, Passant, Stuss, Black, Freedman, Kertesz, Robert, Albert, Boone, Miller, Cummings & Benson, 1998; Mariën & Engelborghs, 2010). Onder visueel-perceptuele vaardigheden wordt begrepen dat de patiënten in staat zijn om stimuli in de omgeving waar te nemen, zoals bijvoorbeeld de vorm en de kleur van een object (Milner & Goodale, 2007). Tot slot komen taalstoornissen erg frequent voor bij patiënten met FTLD. Bij PA en SD zullen deze taalsymptomen zelfs al vroeg het klinische beeld gaan domineren. Taalstoornissen worden dan ook beschouwd als cruciale criteria om de diagnose van PA en SD te kunnen stellen en de diagnose van FTD te ondersteunen (Engelborghs et al., 2006). Een eerste klinische vorm van FTLD is FTD. Patiënten met FTD krijgen aanvankelijk te maken met persoonlijksstoornissen en gedragsveranderingen, zoals bijvoorbeeld disinhibitie, apathie, rusteloosheid, emotionele labiliteit of vervlakking, seksuele gedragsveranderingen en gewijzigde voedings en eetgewoonten (De Deyn, Engelborghs, Saerens, Goeman, Mariën, Maertens, Nagels, Martin & Pickut, 2005; Engelborghs et al., 2006). De talige symptomen bij FTD zijn langzaam progressief. Zo is een verminderde spontane spraakproductie (adynamie) typerend voor patiënten met FTD. De patiënten kenmerken zich dan door gesprekken uit de weg te gaan of korte, stereotiepe antwoorden te geven op vragen. Ook echo-antwoorden en subtiele woordvindingsproblemen zijn courante verschijnselen in de spontane spraak. Opvallend is dat ondanks de vele talige problemen die de patiënten ondervinden, hun output toch vloeiend en grammaticaal correct blijft. Dit verandert echter in een later stadium van het syndroom, waarbij de conversationele spraak stotterend wordt en de patiënt woorden en zinnen nodeloos begint te herhalen. FTD zal uiteindelijk in dergelijke mate gaan evolueren dat de spontane spraak gereduceerd wordt tot palilalie, echolalie en uiteindelijk mutisme (Engelborghs et al, 2006). Een palilalie is een dwangmatige drang om eigen geproduceerde woorden of uitingen te herhalen. Bij echolalie herhaalt de patiënt de aangeboden woorden of zinnen van een gesprekspartner. Indien slechts een deel van de stimulus wordt herhaald, betreft dit doorgaans de meest beklemtoonde woorden (Lambelin, 1981). Hoewel de meeste patiënten met FTD adynamie vertonen, zijn er ook gevallen bekend, waarbij de patiënten een logorrhoea hebben (Engelborghs et al, 2006; Mariën & Engelborghs, 2010). Een logorrhoe kan worden gedefinieerd als een ziekelijke spraakzaamheid, waarbij een groot aantal woorden 4

18 worden aaneengeschakeld aan een zeer hoog sprekerstempo (Kuks & Snoek, 2003). Tot slot moet nog vermeld worden dat het taalbegrip van patiënten bij FTD relatief lang in het ziekteproces gespaard blijft. De patiënten hebben ook initieel bewaarde visueel-perceptuele vaardigheden en een intact geheugen. (Engelborghs et al, 2006). De tweede subgroep van FTLD is PA. Zoals Engelborghs en zijn collega s (2006) treffend hadden geformuleerd treden er bij PA geïsoleerde en progressief toenemende taalstoornissen op die gedurende ten minste twee jaar centraal zullen komen te staan. Hierbij kan een belangrijk verschil worden aangestipt met patiënten met FTD die in eerste instantie frontale gedragsproblemen vertonen. Het is pas in een later stadium van FTD dat de talige symptomen aan de oppervlakte komen (Mesulam, 2001; Engelborghs et al, 2006). Patiënten met PA daarentegen zijn per definitie niet-vloeiend. Daarenboven wordt hun output vaak gekenmerkt door agrammatisme (Wilson, Henry, Besbris, Ogar, Dronkers, Jarrold, Miller & Gorno- Tempini, 2010). Agrammatisme wordt door de onderzoekster Ruigendijk als volgt gedefinieerd: Agrammatisme wordt vaak gedefinieerd als een stoornis, waarbij grammaticale morfemen worden weggelaten, de uitingslengte gereduceerd is, de werkwoorden worden weggelaten of als naamwoord worden gebruikt en er problemen zijn met de woordvolgorde. 2 - Ruigendijk, 2005, p.40. Naast agrammatisme is een verminderde verbale output met fonologische parafasieën, stereotypieën en articulatiemoeilijkheden karakteristiek voor patiënten met PA. Bij een fonologische parafasie treedt er een fout op op het klankniveau. Aan het doelwoord worden dan klanken toegevoegd, vervangen, weggelaten of omgewisseld. Een voorbeeld van een fonologische parafasie, waarbij de klanken werden omgewisseld, is ripamide in plaats van het correcte doelwoord piramide (Ruigendijk, 2007). Hoewel ripamide fout is, kan het wel nog worden geassocieerd met het doelwoord piramide. Dit markeert het wezenlijke verschil met een neologisme, waarbij het doelwoord onmogelijk valt te reconstrueren en een nonwoord overblijft (Vermeulen, Bastiaanse & Van Wageningen, 1989). Naarmate het syndroom 2 Caramazza & Berndt,

19 verder evolueert, wordt de spontane spraak van de patiënt met PA steeds minder vloeiend en komen er meer neologismen en parafasieën in voor. In het laatste stadium zal de patiënt enkel in staat zijn om monosyllabische responsen te geven, wat uiteindelijk in verbaal mutisme zal resulteren. Verder treden er bij de benoemingstaken hardnekkige woordvindingsproblemen op. Deze woordvindingsproblemen zijn het gevolg van een toegangsprobleem tot het lexicon en/of een probleem bij de selectie van fonemen, aangezien de patiënten een semantische omschrijving van het doelwoord kunnen geven of zelfs de eerste letter van het woord kunnen aanduiden. Om die reden is het probleem niet te wijten aan een centraal semantische stoornis, zoals dat bij patiënten met SD of met de ziekte van Alzheimer wel het geval is. Ten slotte blijven de pragmatiek en de non-verbale communicatie zeer lang in het ziekteproces gespaard. Dit maakt dat patiënten met PA zich een lange tijd kunnen blijven uiten via non-verbale communicatie tot op het moment dat ook deze vaardigheden worden aangetast (Engelborghs et al, 2006). Ook het taalbegrip van patiënten met PA blijft initieel intact, zeker ten aanzien van de betekenis van losse woorden (Gorno-Tempini, Hillis, Weintraub, Kertesz, Mendez, Cappa, Ogar, Rohrer, Black, Boeve, Manes, Dronkers, Vandenberghe, Rascovsky, Patterson, Miller, Knopman, Hodges, Mesulam & Grossman, 2011; Engelborghs et al, 2006). De derde en tevens laatste klinische variant van FTLD is SD. Aangezien de linguïstische manifestaties van dit syndroom in deze masterproef centraal zullen komen te staan, zal SD in wat volgt uitgebreider worden besproken. SD is een vloeiende progressieve afasie die zich kenmerkt door een geleidelijke deterioratie van het verbaal en non-verbaal semantisch geheugen (Engelborghs et al, 2006). Het semantisch geheugen is naast het episodisch geheugen een vorm van het langetermijngeheugen, waarin alle kennis van objecten, feiten, concepten en de betekenis van woorden zit opgeslagen. Het kan met andere woorden gedefinieerd worden als een centrale kennisstructuur die zowel belangrijk is voor de receptie als voor de expressie van taal (Paemeleire, 2008). Het onderscheid tussen het episodisch en het semantisch geheugen werd door de psycholoog en neurowetenschapper Tulving in 1972 gemaakt (Hodges & Patterson, 2007). Tulving duidde aan dat in het episodisch geheugen persoonlijke gebeurtenissen worden opgeslagen, die specifiek gebonden zijn aan tijd en plaats. Het semantisch geheugen daarentegen is cultureel bepaald, losgekoppeld van de tijd en wordt reeds verworven op jonge leeftijd (Hodges, Patterson, Oxbury & Funnell, 1992; Hodges & Patterson, 2007). Een lange tijd werd echter het bestaan van het semantisch geheugen als een gescheiden, cognitieve structuur in twijfel getrokken. Het was namelijk 6

20 controversieel dat een specifiek hersenletsel verantwoordelijk kon zijn voor de aantasting van het semantisch geheugen, terwijl andere aspecten van cognitie konden worden blijven gespaard. Tegenwoordig wordt het semantisch geheugen als een apart cognitief systeem niet langer betwist (Patterson & Hodges, 2001). Zo is geweten dat ondanks de degeneratie van het semantisch systeem van patiënten met SD ADL-vaardigheden (activiteiten dagelijks leven) en andere cognitieve deeldomeinen, zoals bijvoorbeeld het autobiografisch geheugen langdurig in het ziekteproces bewaard blijven (Engelborghs et al., 2006). Omdat er zoveel geschreven is over SD, is het aangewezen om een kort, historisch overzicht van onze kennis van het syndroom weer te geven. Hierbij wordt in de eerste plaats gefocust op de belangrijkste mijlpalen in het onderzoek van deze neurodegeneratieve aandoening. Op die manier kan er een beter inzicht worden verworven in het ziektebeeld van een patiënt met SD (Knibb & Hodges, 2008). Het klinische syndroom dat nu SD wordt genoemd, werd voor het eerst aan het begin van de 20 e eeuw beschreven door Arnold Pick, een belangrijke psychiater, neuroloog en linguïst die werkzaam was in Praag, en een aantal andere, vroege gedragsneurologen (Hodges & Patterson, 2007; Knibb & Hodges, 2008). In de eerste casussen rapporteerde Pick patiënten met progressieve degeneratieve syndromen die werden geassocieerd met een atrofie van de linker temporaalkwab (Adlam, Patterson, Rogers, Nestor, Salmond, Acosta-Cabronero & Hodges, 2006). Picks werk kende echter niet veel navolging, waardoor de moderne geschiedenis van SD eigenlijk pas echt aanvangt vanaf de jaren 70, wanneer twee belangrijke stromingen in de literatuur elkaar naderden: de neuropsychologische strekking met Warrington (1975) en Schwartz, Marin en Saffran (1979) als pioniers en de neurologische stroming die werd ingeleid door de casus van Mesulam in 1982 (Knibb & Hodges, 2008; Hodges & Patterson, 2001). In 1975 beschreef Warrington drie patiënten met een visuele associatieve agnosie, waarbij de patiënten in staat bleken te zijn om de visuele stimulus waar te nemen, maar de objecten zelf niet konden herkennen. Nu deed Warrington nog twee andere opvallende observaties die van belang zijn voor de ontwikkeling van de kennis van SD. Allereerst traden de problemen van de patiënten geleidelijk op, waardoor kon worden verondersteld dat hun stoornissen te wijten waren aan een cerebrale, degeneratieve aandoening. Ten tweede trad bij de patiënten ook een verminderd woordbegrip op. Door deze observaties kon Warrington tot de conclusie komen 7

21 dat de problemen van de patiënten het gevolg waren van het verval van wat Tulving (1972) enkele jaren voordien het semantisch geheugen had genoemd (Knibb & Hodges, 2008). De problemen waren dus niet te wijten aan afzonderlijke, cognitieve tekortkomingen, zoals eerst werd aangenomen (Hodges & Patterson, 2007). In 1982 rapporteerde ook Mesulam vijf patiënten met een progressieve aantasting van de gesproken taal, waarbij andere cognitieve vaardigheden gespaard bleven (Hodges & Patterson, 2007). Anomie, een verminderde spraakoutput, fonologische fouten enzovoort konden hierbij worden herkend als hardnekkige, talige symptomen van de patiënten (Knibb & Hodges, 2008). Een cerebrale biopsie wees bovendien uit dat de patiënten niet leden aan de ziekte van Alzheimer en de stoornissen dus veroorzaakt moesten zijn door een andere ziekte (Hodges & Patterson, 2007). Uiteindelijk duurde het nog tot 1989 vooraleer de connectie met de neuropsychologische literatuur werd gemaakt en het klinische syndroom SD werd genoemd. Dit gebeurde in het artikel Semantic dementia: a form of circumscribed cerebral atrophy van Snowden, Goulding en Neary (1989), waarbij de onderzochte patiënten sterke parallellen leken te vertonen met die van Warrington uit 1975 (Knibb & Hodges, 2008). De aandoeningen van de patiënten van Snowden en collega s werden immers ook gekenmerkt door het verlies van de conceptuele representatie van de betekenis van woorden, waardoor de link met de neuropsychologische literatuur al snel duidelijk werd. In 1992 werden de symptomen van SD verfijnd door de onderzoekers Hodges, Patterson, Oxbury en Funnell en werd eveneens de parallel getrokken naar een atrofie van de bilaterale temporale kwab. De interesse in SD en het onderzoek naar het syndroom werd de laatste jaren sterk gestimuleerd door de enorme stijging van zowel de beschikbaarheid als de verfijning van structurele beeldvorming van de hersenen, met name Magnetic Resonance Imaging (MRI-scan), waarbij beelden van de inwendige mens worden gemaakt door middel van een magneetveld en radiogolven (Patterson & Hodges, 2001). Op die manier kan een MRI-scan bij patiënten met SD een gelocaliseerde atrofie van de anterieure, temporale cortex tonen (Knibb & Hodges, 2005). Deze atrofie is verder ook bilateraal en kan eveneens asymmetrisch zijn, wat de variabiliteit in klinische symptomen van verschillende patiënten met SD kan verklaren (Davies, Hodges, Kril, Patterson, Halliday & Xuereb, 2005; Mariën & Engelborghs, 2010). Zo ondervinden patiënten met voornamelijk atrofie van de linkerhemisfeer meer taalmoeilijkheden (woordvindingsproblemen en verminderd taalbegrip), terwijl SD met hoofdzakelijk atrofie van de rechterhemisfeer wordt geassocieerd met progressieve prosopagnosie, gewijzigd sociaal gedrag en een verminderd inzicht (Knibb & Hodges, 2005; 8

22 Hodges & Patterson, 2007). Prosopagnosie kan worden gedefinieerd als het omvermogen om gezichten van kennissen en bekendheden te herkennen (Neary et al., 1998). Tabel 1 toont de relatie die bestaat tussen de verschillende klinische symptomen en de dominantie van de atrofie in de linker/rechter hersenhelft (Hodges & Patterson, 2007). Tabel 1: Associatie tussen de klinische symptomen en de lateralisatie van de atrofie bij SD Dominantie atrofie in linker hemisfeer (%) Dominantie atrofie in rechter hemisfeer (%) Woordvindingsproblemen Verminderd taalbegrip Moeilijkheden met herkennen van personen Sociaal onhandigheid Verlies van inzicht Verlies van werk 0 27 Dankzij jarenlang onderzoek en observaties van verschillende patiënten met SD zijn er consensuscriteria ontstaan voor de diagnose van het syndroom (Hodges & Patterson, 2007; Neary et al., 1998, p.1549). Tabel 2 werd overgenomen van Neary en collega s (1998) en biedt een overzicht van deze diagnostische criteria. 9

23 Tabel 2: Klinische diagnostische criteria van SD The clinical diagnostic features of semantic dementia Clinical profile Semantic disorder (impaired understanding of word meaning and/or object identity) is the dominant feature initially and throughout the disease course. Other aspects of cognition, including autobiographic memory, are intact or relatively well preserved. I. Core diagnostic features A. Insidious onset and gradual progression B. Language disorder characterized by 1. Progressive, fluent, empty spontaneous speech 2. Loss of word meaning, manifested by impaired naming and comprehension 3. Semantic paraphasias and/or C. Perceptual disorder characterized by 1. Prosopagnosia: impaired recognition of identity of familiar faces and/or 2. Associative object agnosia: impaired recognition of object identity D. Preserved perceptual matching and drawing reproduction E. Preserved single-word repetition F. Preserved ability to read aloud and write to dictation orthographically regular words II. Supportive diagnostic features A. Speech and language 1. Press of speech 2. Idiosyncratic word usage 3. Absence of phonemic paraphasias 4. Surface dyslexia and dysgraphia 5. Preserved calculation B. Behavior 1. Loss of sympathy and empathy 2. Narrowed preoccupations 3. Parsimony C. Physical signs 1. Absent or late primitive reflexes 2. Akinesia, rigidity, and tremor D. Neuropsychology 1. Profound semantic loss, manifest in failure of word comprehension and naming and/or face and object recognition 2. Preserved phonology and syntax, and elementary perceptual processing, spatial skills, and day-today memorizing E. Electroencephalography: normal F. Brain imaging (structural and/or functional): predominant anterior temporal abnormality (symmetric or asymmetric) 10

24 In wat volgt zullen de belangrijkste klinische kenmerken van SD, vooropgesteld door Neary en collega s uitvoeriger worden toegelicht en worden aangevuld met bijkomende informatie van andere onderzoeken en literatuurstudies van SD, waarbij in eerste instantie gefocust zal worden op de linguïstische manifestaties van het syndroom. Door het verlies van de betekenis van woorden zijn de meest prominente kenmerken van patiënten met SD woordvindingsstoornissen (anomie) en woordbegripsproblemen, zowel voor de gesproken als voor de geschreven taal. Deze twee symptomen zijn dan ook essentieel om de diagnose van SD te kunnen stellen. Bij de woordbegripsproblemen is voornamelijk het begrip van afzonderlijke woordjes en in het bijzonder laagfrequente items zeer ernstig aangetast. Zo wordt bijvoorbeeld het laagfrequente woord zebra minder goed begrepen dan het hoger frequente woord kat (Gorno-Tempini et al., 2011). Een gevoel van woordherkenning kan hierbij nog wel overeind blijven, wat zich het beste manifesteert in het fenomeen dat de onderzoekers Poeck en Luzzatti vervreemding van het woord hadden genoemd (vertaald uit het Frans: aliénation du mot, Poeck & Luzzatti, 1988 in Knibb & Hodges, 2008). Hieronder worden twee voorbeelden van dat fenomeen gepresenteerd. Voorbeeld 1 - Vervreemding van het woord I: Hippopotamus, can you say that? P: Yeah, hippopotamus. I: What is a hippopotamus? P: I think I ve heard of a hippopotamus, but I can t say what it is. Register: I: Interviewer; P: Patiënt Uit: Hodges & Patterson, 2007, p.1005 Voorbeeld 2 - Vervreemding van het woord P: Hobby, hobby I think I know what hobby means but I can t remember. Register: P: Patiënt Uit: Knibb & Hodges, 2008, p. 473 De patiënt herkent in de bovenstaande voorbeelden het aangeboden woord en is in staat om het te herhalen, hoewel de werkelijke betekenis niet meer is gekend (Knibb & Hodges, 2008; Paemeleire, 2008). Daarbij wordt eveneens duidelijk dat patiënten met SD geen 11

25 moeilijkheden ondervinden om afzonderlijke woordjes te herhalen (Hodges & Patterson, 2007). Ook de digit span, een test die de omvang van het korte termijngeheugen meet, blijft bij patiënten met SD relatief goed bewaard (Engelborghs et al., 2006). De spontane spraak van patiënten met SD wordt gedefinieerd als vloeiend met een normale prosodie, fonologie en syntaxis, maar met weinig inhoud ( empty speech ). Dat de spraak van patiënten met SD veel inhoudslozer wordt, blijkt onder andere uit de reductie van de substantieven en het feit dat er meer algemene, vagere termen zullen worden gehanteerd in de plaats van specifieke woorden (Engelborghs et al., 2006). Deze vage termen kunnen als lege woorden ( empty words ) worden bestempeld (Vermeulen et al., 1989). Zo worden bijvoorbeeld de specifieke woorden waterkoker, de plaatsnaam Cambridge, de activiteit koken vervangen door de algemene categorieën ding, plaats en doen (Hodges & Patterson, 2007). Andere voorbeelden van lege woorden zijn: allemaal, alles, iemand, iets, niets, men, altijd, eens, ergens, nooit enzovoort (Vermeulen et al, 1989). Deze beschrijving van de spontane spraak van patiënten met SD is in overeenstemming met wat Knibb en Hodges in 2001 schreven: The speech of patients with SD is often described as empty or lacking in content. The first sign of this is a contraction of vocabulary for the most specific, narrowly defined semantic categories, and the substitution either of more generic or basis-level words, or of coordinate terms from the same category. Knibb & Hodges, 2008, p.474. Een andere aanwijzing om de empty speech van patiënten met SD te achterhalen, is het frequente gebruik van stopwoorden en stereotypieën in de conversationele spraak. Bovendien worden vaak dezelfde termen gebruikt. Het komt zelfs voor dat een patiënt met SD enkel in staat is om stereotype zinnen te produceren of echo-antwoorden te geven op vragen (Knibb & Hodges, 2008; Hodges & Patterson, 2007). De spontane spraak van patiënten met SD wordt verder ook gekenmerkt door vage omschrijvingen. De patiënt zal dan een definitie van het beoogde woord of zin gaan verstrekken ter compensatie van zijn woordvindingsproblemen. Hierbij moet vermeld worden dat recent onderzoek van Ahmad Sajjadi en collega s (2012) uitwees dat vage omschrijvingen niet zomaar gedefinieerd kunnen worden als consistente kenmerken van de spontane spraak van patiënten met SD, aangezien bij twee derde van hun onderzochte patiënten deze taalkenmerken afwezig waren. Een verklaring hiervoor werd 12

26 gevonden in het feit dat patiënten met SD niet spontaan zullen spreken over concepten, waarover hun kennis is aangetast. Gezonde mensen zullen namelijk ook niet praten over zaken die voor hen onbekend zijn. Deze situatie hoeft dus niet anders te zijn voor patiënten met SD (Ahmad Sajjadi, Patterson, Tomek & Nestor, 2012). Later in het ziekteproces kunnen ook semantische parafasieën in de conversationele spraak van patiënten met SD voorkomen. Bij een semantische parafasie zal de patiënt een woord gebruiken dat verschilt van het wezenlijke doelwoord, maar er toch semantisch mee gerelateerd is, zoals bijvoorbeeld het gebruik van het woord peer in plaats van het woord appelsien. In tegenstelling tot semantische parafasieën komen fonologische parafasieën in de spraak nauwelijks voor. Tot slot zal de informatie-overdracht van patiënten met SD verder afnemen, de output minder vloeiend worden en de spontane spraak zich beperken tot echolalie of mutisme (Knibb & Hodges, 2008; Engelborghs et al., 2006). Ter illustratie zullen hieronder twee voorbeelden van de spontane spraak van patiënten met SD worden gepresenteerd. Deze voorbeelden werden overgenomen van de onderzoekers Garrard en Forsyth (2010) die aan twee patiënten met SD de opdracht hadden gegeven the Cookie Theft Picture te beschrijven (zie figuur 2). The Cookie Theft Picture Description Task is een beschrijvingstaak die in verschillende studies wordt aangewend om spraaksamples van patiënten te kunnen verzamelen. Figuur 2: The Cookie Theft Picture 13

27 Belangrijk om weten is dat in het eerste voorbeeld de patiënt zich in een vroeg stadium van SD bevond, terwijl in het tweede voorbeeld het syndroom al verder ontwikkeld was. Voorbeeld 1 Spontane spraak van een patiënt met SD P1: Er, water dropping off. And this thing s dropping off over here and falling over that is. I don t know what it s called. Er and she s washing something. Yes? He s picking up something. I don t know what those are. I m not he s taking the lid off. He s opened the... whatever that s called he s opened it up. And this girl she s trying to pick something up from there and he s going to pass it down to her. Oh, the window s open. Register: P1: Patiënt 1 Uit: Garrard en Forsyth, 2010, p.521. Voorbeeld 2 Spontane spraak van een patiënt met SD P2: He pulls that there thing over there for these two. And I m not sure, I think she s just washing it. Oh, that s water coming in and going out. That s not very good. Good lord. Register: P2: Patiënt 2 Uit: Garrard en Forsyth, 2010, p.521. Verder kan ook het lezen en het schrijven van patiënten met SD zijn aangetast door een oppervlaktedyslexie en dysgrafie, aangezien ze door de degeneratie van hun semantisch systeem meer afhankelijk zijn geworden van de correspondentie tussen klank en spelling. Hierdoor worden woorden met een onregelmatige of atypische relatie tussen spelling en uitspraak vaak verkeerd gelezen of geschreven. Zo wordt bijvoorbeeld jus gelezen als /j s/ en piano geschreven als piejano (Engelborghs et al., 2006; Hodges et al., 1992; Gorno- Tempini et al., 2011). De problemen van patiënten met SD blijken niet alleen beperkt te zijn tot het verbale domein (Knibb & Hodges, 2008). Zo kunnen patiënten met SD perceptiestoornissen ondervinden, zoals associatieve visuele agnosie, waarbij de patiënt bepaalde objecten, kleuren, vormen of gezichten niet langer kan thuisbrengen (Knibb & Hodges, 2005). In een later stadium van het syndroom kunnen eveneens gedragsveranderingen optreden. De omgeving van de patiënt rapporteert hierbij dan wijzigingen in het gedrag die zeer gelijkaardig zijn aan de gedragsstoornissen van patiënten met FTD. Dit kan gaan om prikkelbaarheid, een zwakke 14

28 concentratie, wijzigingen in het eetgedrag en preoccupatie. Bij preoccupatie wordt bij de patiënt stereotypisch of dwangmatig gedrag vastgesteld met een voorkeur voor een vaste routine, waardoor normale, dagelijkse activiteiten worden verwaarloosd. De patiënt gaat dan bijvoorbeeld de hele dag kruiswoordpuzzels maken met als gevolg dat hij het huishoudelijk werk gaat verwaarlozen (Neary et al., 1998). De patiënt kan ook sympathie en empathie met zijn omgeving verliezen en een gebrek aan zelfcontrole hebben (Knibb & Hodges, 2008; Hodges & Patterson, 2007). Na de voorgaande toelichting van de belangrijkste klinische kenmerken van SD kan worden gesteld dat patiënten met SD ernstig te kampen krijgen met verschillende taalstoornissen. Om die reden wordt dan ook veel onderzoek gedaan naar de linguïstische manifestaties van de neurodegeneratieve aandoening. Nu zijn de meeste linguïstische studies van SD gefocust op het onderzoek van de concepten en de woorden, vermits het syndroom per definitie gekenmerkt wordt door het progressieve verlies van de algemene woordkennis en de conceptuele representatie van de betekenis van woorden. In voorgaande onderzoeken stonden dan ook steeds de benoemingstests en de begripstaken voorop. Er werd met andere woorden maar weinig aandacht geschonken aan de studie van de spontane spraak. Dit is zeer merkwaardig, aangezien afwijkingen in de spontane spraak het meest ingrijpend kunnen zijn voor patiënten met SD (Gorno-Tempini et al., 2011; Garrard & Forsyth, 2010). Wanneer een patiënt niet meer in staat is om een normale conversatie te voeren met zijn omgeving, zal dit namelijk een sterkere impact hebben op zijn leven dan dat hij bijvoorbeeld geen voorwerpen meer kan benoemen (Prins, 1987). Toch kunnen een aantal onderzoeken worden teruggevonden die zich toespitsen op de conversationele spraak van patiënten met SD. Zo was bijvoorbeeld het onderzoek van Gorno-Tempini en collega s (2011) erop gericht om de eigenaardigheden in de spontane spraak van patiënten met SD en de ziekte van Alzheimer bloot te leggen om de klinische criteria van deze syndromen te bevestigen, verscherpen en aan te passen. Ook deze masterproef wil zich toeleggen op het onderzoek van de spontane spraak van patiënten met SD. Meer bepaald wil dit onderzoek de follow-up data weergeven van een longitudinale studie van de verbale output van één patiënt die gediagnosticeerd werd met SD. Deze patiënt met SD wordt grondig uitgewerkt in een gevalstudie, aangezien hij merkwaardige talige symptomen vertoont die nog niet eerder in detail onderzocht zijn 15

29 geweest. Hij vertoont namelijk een uniek profiel van herhalingen en perseveraties dat nog niet eerder gerapporteerd is geweest als een mogelijk neurolinguïstisch verschijnsel van SD. Dit beeld van herhalingen en perseveraties dient dus nader te worden onderzocht en wetenschappelijk te worden onderbouwd. Om de spontane spraak van de patiënt met SD nauwkeurig te kunnen beschrijven en te analyseren, zullen drie onderzoekshypotheses naar voren worden geschoven. Ten eerste zal worden nagegaan hoe rijk de woordenschat van de patiënt is op 55, 56 en 59-jarige leeftijd. Is er hierbij sprake van een progressieve vermindering van de lexicale diversiteit in de spontane spraak van de patiënt? Om hierover uitspraak te kunnen doen, werden drie nauwkeurig gematchte gezonde controlegroepen onderzocht. Ten tweede zal het herhalingsgedrag, bepaald door de hoeveelheid herhalingen en perseveraties in de spraak, van de patiënt op de leeftijd van 55, 56 en 59 jaar worden geanalyseerd. Bij deze onderzoeksvraag zal worden achterhaald of er sprake is van een uniek herhalingspatroon dat significant verschilt van de controlegroepen. Bovendien kan de vraag worden gesteld of de hoeveelheid herhalingen en perseveraties constant blijft doorheen de jaren. Ten derde wordt onderzocht hoe vloeiend de spraak van de patiënt is op 55, 56 en 59- jarige leeftijd. Hierbij wordt nagegaan of de patiënt ondanks zijn taalstoornis toch in staat is om een hoog niveau van vloeiendheid te bereiken. Met deze onderzoeksvragen wil deze studie een tweeledig doel nastreven, namelijk de diagnostische criteria van het taalgedrag van patiënten met SD nagaan en verfijnen. Een goede beschrijving van de diagnostische kenmerken kan immers leiden tot een nauwkeurige, snelle diagnose van het syndroom. 16

Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag

Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag Primair progressieve afasie: meer dan taal? neuropsychologie en gedrag Inge de Koning, Klinisch Neuropsycholoog Erasmus MC Primair progressieve afasie: varianten - Progressieve niet-vloeiende afasie (PNFA)

Nadere informatie

RECHTS TEMPORALE variant FTD

RECHTS TEMPORALE variant FTD COMMON PRACTICE Patroon? EN ANDERE MIMICS VAN ALZHEIMER Patiënt Gebaseerd op waargebeurde verwijzingen/patiënten E.G.B. Vijverberg, neuroloog, AUMC/BRC Casus 1 Casus 1 Patroon? Patiënt (65Y, M) Geheugenproblemen

Nadere informatie

Primair progressieve afasie: van pathologie naar kliniek. Drs. Samantha Orasji VUmc Alzheimercentrum & ARC, Amsterdam!

Primair progressieve afasie: van pathologie naar kliniek. Drs. Samantha Orasji VUmc Alzheimercentrum & ARC, Amsterdam! Primair progressieve afasie: van pathologie naar kliniek Drs. Samantha Orasji VUmc Alzheimercentrum & ARC, Amsterdam! Casus 1 Vrouw 56 jaar Bezoekt geheugenpoli met haar man Reden van verwijzing: Progressieve

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 137 138 Het ontrafelen van de klinische fenotypen van dementie op jonge leeftijd In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, komt dementie ook op jonge leeftijd voor. De diagnose

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen

Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen Verpleegkundig consulent dementie Alzheimercentrum VUMC Herkenning preseniele dementie Vroege verschijnselen:

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer

STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1. Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer STIGMATISERING VAN PATIENTEN MET LONGKANKER 1 Stigmatisering van Patiënten met Longkanker: De Rol van Persoonlijke Relevantie voor de Waarnemer Stigmatization of Patients with Lung Cancer: The Role of

Nadere informatie

VUmc Basispresentatie

VUmc Basispresentatie Moderne Dementiezorg 24 november 2014 Workshop 4.13: Afasie Inhoud Afasie Taalstoornissen bij dementie Communicatieproblemen in het dagelijks leven Interventie mogelijkheden Casuïstiek Laura Bas, logopedist

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender, Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive 1 Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive Gender Effect on the Relationship between Personality Traits and Sex Drive

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

Primair progressieve afasie: frontotemporale lobaire degeneratie of de ziekte van Alzheimer?

Primair progressieve afasie: frontotemporale lobaire degeneratie of de ziekte van Alzheimer? Primair progressieve afasie: frontotemporale lobaire degeneratie of de ziekte van Alzheimer? Primary progressive aphasia: frontotemporal lobar degeneration or Alzheimer s disease? E.G.P. Dopper, J.C. van

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia

Ontremd Dement. Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Ontremd Dement Seksueel Ontremd Gedrag in Verpleeghuizen bij Mensen met Dementie. Een Verstoorde Impulscontrole? Inhibited in Dementia Sexual Disinhibited Behaviour on people with Dementia Living in Nursinghomes.

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar

Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen. bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Sekseverschillen in Huilfrequentie en Psychosociale Problemen bij Schoolgaande Kinderen van 6 tot 10 jaar Gender Differences in Crying Frequency and Psychosocial Problems in Schoolgoing Children aged 6

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety

Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety Neuroanatomical changes in patients with loss of visual function Prins, Doety IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit

Functioneren van een Kind met Autisme. M.I. Willems. Open Universiteit Onderzoek naar het Effect van de Aanwezigheid van een Hond op het Alledaags Functioneren van een Kind met Autisme M.I. Willems Open Universiteit Naam student: Marijke Willems Postcode en Woonplaats: 6691

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Taalstoornissen bij de Ziekte van Alzheimer. Eva Louwersheimer, arts-onderzoeker Alzheimer Centrum, VUmc

Taalstoornissen bij de Ziekte van Alzheimer. Eva Louwersheimer, arts-onderzoeker Alzheimer Centrum, VUmc Taalstoornissen bij de Ziekte van Alzheimer Eva Louwersheimer, arts-onderzoeker Alzheimer Centrum, VUmc Ziekte van Alzheimer Auguste D. Alzheimer Ziekte van Alzheimer ~ 260.000 patiënten in Nederland Belangrijkste

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead 7.1 Exploring Combinations of Ten Look at these cubes. 2. Color some of the cubes to make three parts. Then write a matching sentence. 10 What addition sentence matches the picture? How else could you

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

Meijboom, R. (2017). Imaging of Brain Connectivity in Dementia - Clinical Implications for Diagnosis of its Underlying Diseases.

Meijboom, R. (2017). Imaging of Brain Connectivity in Dementia - Clinical Implications for Diagnosis of its Underlying Diseases. Meijboom, R. (2017). Imaging of Brain Connectivity in Dementia - Clinical Implications for Diagnosis of its Underlying Diseases. Preseniele dementie (d.w.z. dementie optredend voor het 65 jarige levensjaar)

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink

Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014. Evy Visch-Brink Comprehensive Aphasia Test (CAT) CAT workshop juni 2014 Evy Visch-Brink Dutch version CAT Comprehensive Aphasia Test, 2004 Kate Swinburn, Gillian Porter, David Howard CAT-NL, 2014 Evy Visch-Brink, Dorien

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Het effect van diepe hersenstimulatie op spontane taalproductie bij de ziekte van Parkinson

Het effect van diepe hersenstimulatie op spontane taalproductie bij de ziekte van Parkinson Het effect van diepe hersenstimulatie op spontane taalproductie bij de ziekte van Parkinson Drs. Katja Batens Promotor: Prof. Dr. Patrick Santens Copromotor: Prof. Dr. Dirk Van Roost Achtergrond informatie

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Four-card problem. Input

Four-card problem. Input Four-card problem The four-card problem (also known as the Wason selection task) is a logic puzzle devised by Peter Cathcart Wason in 1966. It is one of the most famous tasks in the study of deductive

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Beeldvorming van taal en communicatie bij dementie

Beeldvorming van taal en communicatie bij dementie korte bijdrage Beeldvorming van taal en communicatie bij dementie m. vandenbulcke, r. vandenberghe achtergrond Bij patiënten met corticale neurodegeneratie verloopt de sociale interactie vaak moeilijk

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Workshops Woordkennis 1 A2 Woordkennis 1 Bestuderen Hoe leer je 2000 woorden? Als je een nieuwe taal wilt spreken en schrijven, heb je vooral veel nieuwe woorden nodig. Je

Nadere informatie

De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose

De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose De Relatie tussen het Adaptief en Cognitief Functioneren van Dak- en Thuisloze Jongeren en het Wel of Niet Hebben van een Psychiatrische Diagnose The Relationship between Adaptive and Cognitive Functioning

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

De diagnose Fronto Temporale dementie..en dan? Freek Gillissen Verpleegkundig consulent dementie

De diagnose Fronto Temporale dementie..en dan? Freek Gillissen Verpleegkundig consulent dementie De diagnose Fronto Temporale dementie..en dan? Freek Gillissen Verpleegkundig consulent dementie . Wij zijn al een jaar met mijn moeder bezig. Na diverse opnames bij ouderenpsychiatrie, crisisdienst, veel

Nadere informatie

Introductie in flowcharts

Introductie in flowcharts Introductie in flowcharts Flow Charts Een flow chart kan gebruikt worden om: Processen definieren en analyseren. Een beeld vormen van een proces voor analyse, discussie of communicatie. Het definieren,

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst

Vandaag. Programma (webshop afasienet.com) Even voorstellen Ontvangst Vandaag Programma (webshop afasienet.com) 14.15-14.30 Ontvangst Even voorstellen 14.30-15.15 Lezing over de klinische implicaties van het proefschrift 15.15-15.45 Discussie over toepassen van gebaren in

Nadere informatie

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren (3) Ons gezelschap helpt gemeenschappen te vormen en te binden (4) De producties

Nadere informatie

Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer

Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer NEDERLANDSE SAMENVATTING CINGULAIRE NETWERKEN Rol in leren en geheugen en veranderingen die optreden bij de ziekte van Alzheimer 157 Achtergrond Dementie is een aandoening die gepaard gaat met een achteruitgang

Nadere informatie

Toelichting algemene en anamnese lijst PPA

Toelichting algemene en anamnese lijst PPA Toelichting algemene en anamnese lijst PPA Bij verdenking van PPA kan de logopedist de volgende documenten (algemene vragenlijst en anamneselijst) gebruiken als leidraad voor systematisch onderzoek. Gestart

Nadere informatie

Taaldiagnostiek bij patiënten met semantische dementie en progressieve niet-vloeiende afasie

Taaldiagnostiek bij patiënten met semantische dementie en progressieve niet-vloeiende afasie Stem-, Spraak- en Taalpathologie 32.8310/04/1610 239 Vol. 16, No. 4, 2010, pp. 239 254 Nijmegen University Press Taaldiagnostiek bij patiënten met semantische dementie en progressieve niet-vloeiende afasie

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g S e v e n P h o t o s f o r O A S E K r i j n d e K o n i n g Even with the most fundamental of truths, we can have big questions. And especially truths that at first sight are concrete, tangible and proven

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN

Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Running head: EFFECT VAN IB-CGT OP SEKSUELE DISFUNCTIES BIJ VROUWEN Het Effect van Online Cognitieve Gedragstherapie op Seksuele Disfuncties bij Vrouwen The Effectiveness of Internet-based Cognitive-Behavioural

Nadere informatie

1 Geheugenstoornissen

1 Geheugenstoornissen 1 Geheugenstoornissen Prof. dr. M. Vermeulen 1.1 Zijn er geheugenstoornissen? Over het geheugen wordt veel geklaagd. Bij mensen onder de 65 jaar berusten deze klachten zelden op een hersenziekte. Veelal

Nadere informatie

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1

Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Running Head: INVLOED VAN ASE-DETERMINANTEN OP INTENTIE CONTACT 1 Relatie tussen Attitude, Sociale Invloed en Self-efficacy en Intentie tot Contact tussen Ouders en Leerkrachten bij Signalen van Pesten

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias

Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Falende Interpretatie? De Samenhang van Faalangst met Interpretatiebias Failing interpretation? The Relationship between Test Anxiety and Interpretation Bias Kornelis P.J. Schaaphok Eerste begeleider:

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

"Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen."

Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen. Seven Minute Screen (7MS) Solomon, P. R. and Pendlebury, W. W. (1998) "Recognition of Alzheimer's Disease: the 7 Minute Screen." Meetinstrument Afkorting Auteur Onderwerp Doelstelling Populatie Gebruikers

Nadere informatie

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken?

Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken? Motivationele oriëntatie bij sociale vergelijking: Wanneer, waarom en met wie vergelijken? Motivational orientation in social comparison: When, Why en with whom to compare? Dirk J. van Os eerste begeleider:

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles

Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen. Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles Verschillen in het Gebruik van Geheugenstrategieën en Leerstijlen tussen Leeftijdsgroepen Differences in the Use of Memory Strategies and Learning Styles between Age Groups Rik Hazeu Eerste begeleider:

Nadere informatie

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal

Modererende Rol van Seksuele Gedachten. Moderating Role of Sexual Thoughts. C. Iftekaralikhan-Raghubardayal Running head: momentaan affect en seksueel verlangen bij vrouwen 1 De Samenhang Tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen van Vrouwen en de Modererende Rol van Seksuele Gedachten The Association Between

Nadere informatie

Het Asterix project: methodologie van onderzoek bij zeldzame ziekten. Charlotte Gaasterland, Hanneke van der Lee PGO support meeting, 20 maart 2017

Het Asterix project: methodologie van onderzoek bij zeldzame ziekten. Charlotte Gaasterland, Hanneke van der Lee PGO support meeting, 20 maart 2017 Het Asterix project: methodologie van onderzoek bij zeldzame ziekten Charlotte Gaasterland, Hanneke van der Lee PGO support meeting, 20 maart 2017 Er is veel vraag naar nieuwe medicijnen voor zeldzame

Nadere informatie

LinkedIn Profiles and personality

LinkedIn Profiles and personality LinkedInprofielen en Persoonlijkheid LinkedIn Profiles and personality Lonneke Akkerman Open Universiteit Naam student: Lonneke Akkerman Studentnummer: 850455126 Cursusnaam en code: S57337 Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Neurocognitieve stoornissen

Neurocognitieve stoornissen Neurocognitieve stoornissen DSM IV DSM 5 Lieve Lemey Carmen Vranken Neurocognitieve stoornissen Context: vergrijzing met prevalentie leeftijdsgebonden ziekten: diabetes, osteoporose, depressie, delier,

Nadere informatie

LDA Topic Modeling. Informa5ekunde als hulpwetenschap. 9 maart 2015

LDA Topic Modeling. Informa5ekunde als hulpwetenschap. 9 maart 2015 LDA Topic Modeling Informa5ekunde als hulpwetenschap 9 maart 2015 LDA Voor de pauze: Wat is LDA? Wat kan je er mee? Hoe werkt het (Gibbs sampling)? Na de pauze Achterliggende concepten à Dirichlet distribu5e

Nadere informatie

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners?

Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Vormen Premorbide Persoonlijkheidskenmerken die Samenhangen met Neuroticisme een Kwetsbaarheid voor Depressie en Apathie bij Verpleeghuisbewoners? Are Premorbid Neuroticism-related Personality Traits a

Nadere informatie

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata

De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik. makend van GPS- en Versnellingsmeterdata De Relatie tussen de Fysieke Omgeving en het Beweeggedrag van Kinderen gebruik makend van GPS- en Versnellingsmeterdata The relationship Between the Physical Environment and Physical Activity in Children

Nadere informatie

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety

Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1. The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety Running head: BREAKFAST, CONSCIENTIOUSNESS AND MENTAL HEALTH 1 The Role of Breakfast Diversity and Conscientiousness in Depression and Anxiety De Rol van Gevarieerd Ontbijten en Consciëntieusheid in Angst

Nadere informatie

Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen

Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen prof.dr. Cees Hertogh en dr.ir. Jenny van der Steen EMGO Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20126 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dumas, Eve Marie Title: Huntington s disease : functional and structural biomarkers

Nadere informatie

Consensus ten aanzien van kenmerken, comorbiditeit en verwijzing van kinderen met luisterproblemen Hanzehogeschool Margreet Luinge

Consensus ten aanzien van kenmerken, comorbiditeit en verwijzing van kinderen met luisterproblemen Hanzehogeschool Margreet Luinge Consensus ten aanzien van kenmerken, comorbiditeit en verwijzing van kinderen met luisterproblemen De mening van Nederlandse logopedisten en audiologen Hanzehogeschool Margreet Luinge, Ellen de Wit, Karin

Nadere informatie

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource. Open Universiteit Klinische psychologie Masterthesis Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: De Leidinggevende als hulpbron. Emotional Job Demands, Vitality and Opportunities

Nadere informatie

Comics FILE 4 COMICS BK 2

Comics FILE 4 COMICS BK 2 Comics FILE 4 COMICS BK 2 The funny characters in comic books or animation films can put smiles on people s faces all over the world. Wouldn t it be great to create your own funny character that will give

Nadere informatie

Ontwikkeling versus degeneratie

Ontwikkeling versus degeneratie Wetenschappelijk nieuws over de Ziekte van Huntington. In eenvoudige taal. Geschreven door wetenschappers. Voor de hele ZvH gemeenschap. Wordt de groei van kinderen beïnvloed door de ZvH mutatie? Kleine

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate Van Non-Corporate naar Corporate In MyDHL+ is het mogelijk om meerdere gebruikers aan uw set-up toe te voegen. Wanneer er bijvoorbeeld meerdere collega s van dezelfde

Nadere informatie

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking

De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking Kenmerken van ADHD en de Theory of Mind 1 De Invloed van Kenmerken van ADHD op de Theory of Mind: een Onderzoek bij Kinderen uit de Algemene Bevolking The Influence of Characteristics of ADHD on Theory

Nadere informatie

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten.

Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Verschillen in Persoonlijkheidstrekken en Persoonlijkheidsorganisatie tussen Groepen Eetstoornispatiënten. Differences in Personality Traits and Personality Structure between Groups of Eating Disorder

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie