Uitvoeringsprogramma Vergunningen-, Toezichts- en Handhavingstaken Fysieke omgeving

Transcriptie

1 Uitvoeringsprogramma Vergunningen-, Toezichts- en Handhavingstaken 2015 Fysieke omgeving

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Leeswijzer Waarom dit programma? Wettelijke eisen (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Het programma is een uitwerking van het handhavingsbeleid Doelen en uitgangspunten van het programma Terugblik Inleiding Terugblik Vergunningen Terugblik Toezicht en Handhaving (Wabo-taken) Inleiding Bouwen/RO Bodem Brandveilig gebruik van bouwwerken Milieu Bestuurlijke beschikkingen Wabo Ontwikkelingen Inleiding Ontwikkelingen vergunningen Ontwikkelingen handhaving Programma Vergunningen, Inleiding Bouwen Milieu APV en bijzondere wetten Waar gaan we het mee doen? Programma Toezicht en Handhaving (taken Wabo), Inleiding Bouwen / Ruimtelijke ordening Bodem Brandveilig gebruik van bouwwerken Milieu Juridisch advies Waar gaan we het mee doen? Programma Handhaving Openbare Ruimte, Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten Markten en havens Projecten Multidisciplinaire zaken (complexe zaken) Waar gaan we het mee doen? Bijlagen Bijlage 1: Te verwachte aantallen aanvragen, meldingen en controles in Bijlage 2: Toezichtmatrix bouwen Bijlage 3: Toezichtprofiel brandveilig gebruik Bijlage 4: De risicoanalyse van de RUD Twente Bijlage 5: Totaal overzicht taken per stadsdeel... 41

3 1. Inleiding Voor u ligt het uitvoeringsprogramma Vergunningen-, Toezichts- en Handhavingstaken 2015 fysieke leefomgeving voor de gemeente Enschede. Net als in 2014 hebben we ervoor gekozen, om naast de gebruikelijke Wabo-taken (taken op basis van de het Omgevingsrecht, te weten bouwen, bodem, brandveilig gebruik en milieu) ook de taken op het gebied van vergunningen en openbare ruimte (APV, flora en fauna, parkeren en Drank en Horecawet) op te nemen in dit uitvoeringsprogramma. Op deze manier geven we een compleet overzicht van de taken die we uitvoeren op het gebied van de fysieke leefomgeving. Het voordeel is dat hiermee inzichtelijk is gemaakt welke toezichts- en handhavingstaken en projecten uitgevoerd gaan worden (zowel per stadsdeel als voor de gehele stad). Het programma betreft de afdelingen die de taken op basis van het Omgevingsrecht uitvoeren: afdeling Vergunningen, en afdeling Handhaving Objectgebonden. Daarnaast zijn in dit uitvoeringsprogramma ook de taken van de afdeling Handhaving Openbare Ruimte, Markten en Havens 1 opgenomen (nl. APV, Flora en Fauna en parkeren). Deze afdelingen maken deel uit van het cluster Wettelijke Taken & Projecten van het programma Leefomgeving. Elk van deze afdelingen verantwoordt de uitgevoerde taken op basis van haar eigen verantwoordelijkheid. Taken en uitvoerende afdelingen Programma Leefomgeving Cluster Wettelijke Taken en Projecten Fysieke leefomgeving Taken op het gebied van het omgevingsrecht (de Wabo): Vergunningverlening, toezicht en handhaving t.a.v. Bouwen, bodem, brandveilig gebruik, milieu en ruimtelijke ordening Uitvoering door: Afdeling Vergunningen & Afdeling Handhaving Object Gebonden (HOG) Taken op het gebied van openbare ruimte: Vergunningverlening, toezicht en handhaving t.a.v. de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), Flora & Fauna, parkeren en Drank- en Horecawet Uitvoering door: Afdeling Vergunningen & Afdeling Handhaving Openbare Ruimte, Markten & Havens (HOR) Dit uitvoeringsprogramma geeft aan welke werkzaamheden in 2015 zullen worden uitgevoerd en hoeveel capaciteit voor die werkzaamheden beschikbaar is binnen de verschillende afdelingen. Het gaat dan om de hierboven genoemde taken in het omgevingsrecht en de taken in de openbare ruimte. In dit uitvoeringsprogramma wordt een onderscheid gemaakt tussen de afdeling Handhaving Objectgebonden (HOG) en de afdeling Handhaving Openbare ruimte, Markten & Havens (HOR). Beide afdelingen werken nauw samen (in de afdeling Handhaving). 1.1 Leeswijzer In de inleiding is al beschreven voor welke afdelingen dit uitvoeringsprogramma geldt en welke taken onderdeel uitmaken van dit programma. Het programma is verder als volgt 1 Formeel is het nog niet geregeld dat Handhaving Openbare Ruimte, Markten & Havens onder het cluster Wettelijke Taken en Projecten valt, maar er wordt al wel zo gewerkt.

4 opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt aangegeven waarom we dit programma opstellen. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een terugblik gegeven op de in 2014 uitgevoerde taken in het kader van het Omgevingsrecht (=Wabo taken)(door afdeling Vergunningen en afdeling Handhaving Objectgebonden): dit vanuit de wettelijke taak en om horizontale verantwoording te borgen. Daarna worden in hoofdstuk 4 ontwikkelingen beschreven die een effect kunnen hebben op het uitvoeringsprogramma. De hoofstukken 5, 6 en 7 bevatten het programma voor respectievelijk de afdelingen Vergunningen, Handhaving Objectgebonden en Handhaving Openbare Ruimte. Deze hoofdstukken geven een prognose van de werkzaamheden die deze afdelingen in 2015 uitvoeren. In de bijlagen wordt inzichtelijk o.a. gemaakt hoeveel (vergunning)aanvragen in 2015 worden verwacht, hoeveel toezicht er wordt uitgevoerd en hoeveel handhavingszaken we verwachten. Ook wordt in tabelvorm overzichtelijk gemaakt welke projecten in 2015 per stadsdeel worden opgepakt.

5 2. Waarom dit programma? 2.1 Wettelijke eisen (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Zoals aangegeven in de uitvoeringsregel in het Besluit omgevingsrecht (Bor) van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) 2 moet er jaarlijks een uitvoeringsprogramma opgesteld worden. In de Wet en het Besluit worden kwaliteitseisen gesteld aan de administratieve organisatie: het vastleggen van de personeelsformatie, samen met het vastleggen van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden behorende bij de functies. Tevens het scheiden van functies tussen vergunningverlening en handhaving. Tenslotte moet blijken dat de administratieve organisatie, de personele en financiële middelen en de organisatorische condities voldoende zijn geborgd en afgestemd met handhavingspartners. Voordat begonnen is met het opstellen van het programma hebben er gesprekken plaatsgevonden met verschillende partners, zoals de stadsdelen, (Netwerk)RUD Twente en diverse werkgroepen. Hiermee maken we niet alleen onze eigen afweging naar aanleiding van onze bevindingen, maar nemen we ook waar mogelijk de signalen vanuit de stadsdelen, partners en regio mee (passend binnen de beschikbare capaciteit). De afstemming met de strafrechtelijke partner wordt (als het gaat om de taken vanuit het Omgevingsrecht vastgelegd in de Wabo) gecoördineerd vanuit de RUD. Vanuit een wettelijke verplichting (Wabo) beoordeelt de provinciale regisseur jaarlijks of het programma voldoet aan de gestelde eisen. Het uitvoeringsprogramma voor 2014 is (in het kader van interbestuurlijk toezicht) voorgelegd aan de provinciale regisseur. De provinciaal regisseur miste in het programma voor 2014 een terugblik op het voorgaande jaar: daarom is in dit uitvoeringsprogramma een terugblik over 2014 opgenomen voor de taken op het gebied van vergunningverlening en toezicht en handhaving op de Wabo. 2.2 Het programma is een uitwerking van het handhavingsbeleid Dit uitvoeringsprogramma is de concretisering van het handhavingsbeleid Helder Handhaven dat eind 2013 door het college is vastgesteld. In het beleid zijn de methodieken voor prioriteitsstelling, de manier van optreden ( high trust, high penalty ) en de manier van controleren op hoofdlijnen vastgelegd. De thema s veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en vertrouwen staan centraal naast de drie kernwaarden flexibiliteit, samenhang & samenwerking en verantwoordelijkheid nemen. In het beleid wordt transparant gemaakt op welke wijze er toezicht wordt gehouden en wanneer tot handhaving wordt overgegaan. Daarnaast is het centrum van Enschede aangemerkt als bestuurlijk speerpunt. De methodieken en thema s uit het beleid komen terug in de reguliere werkzaamheden en de projecten zoals ze zijn beschreven in dit uitvoeringsprogramma. Het uitvoeringsprogramma maakt onder andere inzichtelijk hoe het handhavingsbeleid in 2015 zal worden uitgevoerd, waar de prioriteiten liggen en hoeveel werk wordt verricht binnen de verschillende taakvelden. 2.3 Doelen en uitgangspunten van het programma Het hoofddoel van het programma Leefomgeving is een schone en veilige leefomgeving. De doelen van dit uitvoeringsprogramma zijn een afgeleide van dit hoofddoel en van de uitgangspunten van het vastgestelde handhavingsbeleid. Eerst worden de algemene doelstellingen genoemd en daarna de doelen per beleidsveld. Deze doelen zijn uitgewerkt in de reguliere werkzaamheden en de projecten die in 2015 worden uitgevoerd (zie hoofdstukken 5, 6 en 7). 2 De Wabo bevat regels ten behoeve van de vergunningverlening, het toezicht en de handhaving van het bouwen en slopen van objecten, het gebruik er van (milieu en brandveiligheid) en aanpalende regels, bijvoorbeeld het kappen van bomen en het aanleggen van uitritten. Deze wet is nader uitgewerkt in twee uitvoeringsregelingen, namelijk het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor).

6 Algemene doelen - Het tijdig afhandelen van vergunningaanvragen. - Het vasthouden en waar mogelijk verbeteren van het naleefgedrag. - Het hanteren van het principe High trust high penalty. We vragen en verwachten dat burgers en bedrijven zich verantwoordelijk voelen om de regels na te leven. - Het kritisch zijn naar ons eigen handelen en het bijsturen waar nodig en vanuit de leangedachte. Doelen per beleidsveld Bouwen - Het waarborgen van (constructieve- en brand-) veiligheid. - Het bevorderen van het gebruik van duurzame materialen in de bouw en het stimuleren van energiebesparende maatregelen. Bodem - Het voorkomen en verbeteren van negatieve effecten voor de bodem door toezicht te houden op grondverplaatsingen en saneringen: dit door middel van voorlichting op locatie om daarmee bewustwording tot stand te brengen. Brandveiligheid - Het waarborgen van de constructieve- en brandveiligheid in de bouwfase - Het zorgdragen voor een brandveilig gebruik van bouwwerken Milieu - Het bevorderen van het gebruik van duurzame materialen bij bedrijven en het stimuleren van bedrijven in het nemen van energiebesparende maatregelen. - Het zorgdragen voor een veilig gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen. - Het zorgdragen voor een meer proactieve houding van de maatschappij (burgers en bedrijven) ten aanzien van de zorg voor het milieu waardoor het naleefgedrag en de leefomgeving verbeteren. Algemene Plaatselijke Verordening (APV) /Bijzondere wetten - Het voorkomen van overlast en aantasting van de woon-, leef- en werkomgeving. - Het zoveel mogelijk voorkomen van illegale activiteiten (in het kader van de Drank- en Horecawet, gokken, openings- en sluitingstijden) - Het afhandelen van meldingen over het bijplaatsen van afval en het storten van afval in het buitengebied. Parkeren - Het vasthouden en verbeteren van de betalingsbereidheid. Markten en Havens - Het zorgen voor beheer en instandhouding en waar mogelijk verbetering, (inclusief een goed verloop) van de warenmarkten. - Het innen van havengelden.

7 3. Terugblik Inleiding In dit hoofdstuk is een terugblik gegeven op de werkzaamheden die in 2014 zijn uitgevoerd door de afdelingen Vergunningen en Handhaving Objectgebonden. De Wabo (het Omgevingsrecht) stelt alleen een evaluatie op de inzet van toezicht en handhaving verplicht. 3.2 Terugblik Vergunningen In 2014 is het aantal verleende vergunningen toegenomen ten opzichte van Dit was ook het eerste jaar na het intreden van de crisis dat er weer een lichte stijging in het aantal aanvragen omgevingsvergunning, activiteit bouwen, zichtbaar was. In totaal is een toename zichtbaar van 12%. Het aantal aanvragen, activiteit bouwen, boven de miljoen euro is met 58% toegenomen. Het aantal bouwaanvragen voor bouwwerken met bouwkosten tot 8000 euro is gelijk gebleven. Dit valt te verklaren uit het feit dat de vergunningvrije activiteiten verder zijn verruimd. Het aantal ingediende sloopmeldingen is ook sterk gestegen. Met ingang van 1 januari 2015 is de energieprestatienorm (EPC) verder verhoogd: hierdoor was eind 2014 een sterke toename te zien van het aantal aangevraagd woningbouwprojecten. In 2014 is het Monumentenloket gestart. Eén van haar aandachtsgebieden is het behoud van religieus erfgoed. Daarbij worden kerkgenootschappen ondersteund en gefaciliteerd in het zoeken naar nieuwe functies voor hun gebouwen om daarmee aanvullende inkomstem te verwerven of om vrijkomende gebouwen te herbestemmen. Dit heeft tot een aantal succesvolle oplossingen geleid. In 2014 is ook een sterke stijging te zien van het aantal verleende horeca-vergunningen. Ook hieruit kun je de voorzichtige conclusie trekken dat het dieptepunt van de crisis voorbij is. Alle vergunningverleners hebben het EVC traject doorlopen, waarmee wordt aangetoond dat zij voldoen een de landelijke kwaliteitscriteria 3. De werkdruk was in 2014, vanwege de toename van het aantal aanvragen en de al doorgevoerd bezuinigingen, erg hoog. Met hetzelfde aantal productieve uren, zijn er 300 vergunningen en ontheffingen meer verleend dan in Dit was tijdelijk vol te houden maar zal zijn weerslag hebben op de inzetbaarheid van medewerkers. Dit is een reden om de deregulering voortvarend op te pakken om daarmee de benodigde ruimte te creëren binnen de afdeling. In 2014 is een deel van de afdeling Techniek, Advies en gegevensbeheer (TAG) overgegaan naar de afdeling Vergunningen. Het betreft een deel van de taken van de bodemadviseur, de geluidsadviseur, de adviseur externe veiligheid, de adviseur luchtkwaliteit en de constructeurs, in totaal 5 fte s. We merken dat met deze wijziging een meer directe sturing mogelijk is en dat efficiënter kan worden gewerkt. 3.3 Terugblik Toezicht en Handhaving (Wabo-taken) Inleiding Deze evaluatie beperkt zich tot de handhavende taken die wij uitvoeren op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en gaat dus niet over de handhavingstaken in de openbare ruimte. Het gaat hier om de handhaving van de regels op het gebied van bouwen, bodem, brandveilig gebruik van bouwwerken en milieu. Op deze taken zijn de kwaliteitseisen van toepassing die staan in het Besluit omgevingsrecht en de Ministeriële regeling omgevingsrecht. Verplicht is onder andere een jaarlijkse evaluatie. Met de beperking tot de Wabo-taken komen wij tegemoet aan de wens van het college om de administratieve last tot een minimum te beperken was een lastig jaar om de planning gerealiseerd te krijgen. Alle inspecteurs en juridisch adviseurs hebben het certificeringstraject (EVC-EVP) doorlopen waarmee wordt aangetoond

8 of er voldaan wordt aan de landelijke kwaliteitscriteria 3. Daarnaast hebben wij te maken gehad met twee langdurig zieken en is één milieu-inspecteur in maart vertrokken: hierdoor zijn er in 2014 bijvoorbeeld minder milieucontroles en projecten uitgevoerd dan gepland (zie paragraaf 3.3.5). De hierdoor ontstane vacatureruimte wordt vanwege de opdracht tot krimp ook in 2015 niet ingevuld. Ook is het toezichtsproces in 2014 doorgelicht en waar mogelijk lean gemaakt onder regie van de Taskforce Werkprocessen. Verder hebben een aantal zaken veel capaciteit gevraagd (o.a. enkele langlopende klachtenprocedures, handhavingsverzoeken, paracommercie, vliegveldterrein en gokpanden) Bouwen/RO Voor het onderdeel bouwen zijn de volgende doelstellingen opgenomen in het handhavingsbeleid: 1. Het waarborgen van constructieve- en brandveiligheid. 2. Het bevorderen van het gebruik van duurzame materialen in de bouw en het stimuleren van energiebesparende maatregelen. In de controles is structureel aandacht voor deze doelstellingen. Bouwtoezicht vindt plaats op basis van de toezichtmatrix van het Landelijk Toezichtprotocol (zie bijlage 3). Veiligheid loopt hier als een rode draad doorheen. Voor het onderdeel brandveiligheid vindt ondersteuning plaats door de Brandweer Twente. In de planning van 2014 is uitgegaan van aantallen per bouwcategorie. Gaandeweg 2014 bleek het sturen op aantallen erg lastig. Op het moment van start bouw valt nl. niet te sturen. De vergunninghouder bepaalt zelf wanneer hij begint met bouwen. Zo lopen er nu nog controles van in 2011 en 2012 verleende vergunningen, waarbij de aanvragers onlangs zijn begonnen met bouwen. Onderstaand overzicht laat zien dat in de categorie publiek in 2014 meer gebouwd is/wordt dan was voorzien. In deze categorie zitten bouwwerken als het MST, het InterCityHotel Enschede, uitbreiding Saxion en hotel Van der Valk. In de bedrijfscategorie is minder gebouwd dan voorzien. Opvallend is verder Wonen categorie 1. Het beleid is om hierop geen toezicht te houden, tenzij de omstandigheden daartoe aanleiding geven. Een vergunning die wordt verleend ondanks bezwaren uit de omgeving kan een dergelijke omstandigheid zijn. In 9 gevallen was er een reden om wel toezicht te houden. 3 In de Packagedeal die de VNG, het IPO en het Rijk in juni 2009 hebben gesloten, is afgesproken dat er kwaliteitscriteria worden ontwikkeld en vastgesteld waaraan vergunningverlening, toezicht en handhaving in het Omgevingsrecht moeten voldoen.

9 Tabel : Toezicht op bouwen (begroot en gerealiseerd), 2014 Onderwerp Begroot Gerealiseerd Wonen Cat. 1 (< ) 0 9 Wonen Cat. 2 ( ) Wonen Cat. 3 (> ) 6 8 Publiek Cat. 1 (< ) Publiek Cat. 2 ( ) Publiek Cat. 3 (> ) 3 9 Bedrijf Cat. 1 (< ) 8 6 Bedrijf Cat. 2 ( ) Bedrijf Cat. 3 (> ) 9 1 Overige cat. 1,2,3 0 6 Evenementen 0 11 MIA-controles 62 Klachten bouw 73 Klachten RO Eigen waarnemingen 32 Sloop zonder asbest 80 5 Sloop met asbest Bij de 125 bouwwerken zijn in totaal 854 bouwcontroles uitgevoerd en zijn 112 klachten en eigen waarnemingen onderzocht. In 40 gevallen was het noodzakelijk een vervolgactie te starten. In het laatste kwartaal van 2014 zijn de voorbereidingen gestart voor het project Duurzaamheid (EPC) bij de nieuwbouw van woningen (zie ook hoofdstuk 6). Dit project zal in 2015 worden uitgevoerd en bijdragen aan het doel om het gebruik van duurzame materialen en het toepassen van energiebesparende maatregelen te bevorderen (doel 2). Project corrosie roestvast staal in de publieke zwembaden Enkele jaren geleden werd ons land opgeschrikt door het neerstorten van (delen van) plafonds in overdekte zwembaden. Er bleek dat corrosie van plafondhangers van roest vast staal de oorzaak was. Gelet op de risico s en de vaak grote aantallen bezoekers, adviseerde de toenmalige VROM-Inspectie (nu Inspectie Leefomgeving en Transport ) gemeenten om het toezicht op overdekte zwembaden op te nemen in het uitvoeringsplan. Totaal gaat het in Enschede om 8 openbare zwembaden. In het verleden zijn deze zwembaden door ons gewezen op de gevaren en is hen verzocht hun eigen verantwoordelijkheid daarin te nemen. In december 2014 is schriftelijk gevraagd in hoeverre zij hier invulling aan hebben gegeven. Indien noodzakelijk zal er in 2015 een controle worden uitgevoerd (zie hoofdstuk 6). Project strijdig gebruik buitengebied Voor het buitengebied zijn nieuwe bestemmingsplannen in werking getreden. Om dit nieuwe beleid te ondersteunen was prioriteit toegekend aan zaken die het buitengebied aangaan. Op deze manier is een accent aangebracht binnen reguliere werkzaamheden. Zo kon met beperkte inzet toch iets extra s worden gedaan. Project permanente bewoning op campings Bij het uitwerken van dit projectvoorstel bleek dat de context voor dit project breder moest worden getrokken dan vooraf gedacht. Door het onverwachte vertrek van de projectleider (en daardoor extra overdracht) heeft de voorbereiding langer geduurd dan verwacht. Een afgerond projectplan en besluitvorming door het college is voorzien in het eerste kwartaal van 2015 (zie hoofdstuk 6).

10 Project reclame langs invalswegen Kern van dit project was gericht op de Haaksbergerstraat/N18 en de A35. Aangetroffen reclames zijn aangepakt en verreweg het grootste deel van die reclames is nu weg. Project reclame en bebouwing bedrijventerreinen Het is niet mogelijk gebleken om dit project in 2014 uit te voeren. Wel is een eerste projectplan geschreven. Voorgesteld wordt om de uitvoering van dit project door te schuiven naar 2015 (zie hoofdstuk 6) Bodem Binnen de afdeling is 1 bodeminspecteur werkzaam. De coördinatie van het bodemtoezicht vindt plaats vanuit het kennispunt Bodem van de RUD. Binnen de RUD zijn wij actief op het gebied van bodem. Ook landelijk weet men ons te vinden voor kennis en expertise. De doelstelling voor het onderdeel bodem is als volgt. 1. Het voorkomen en verbeteren van negatieve effecten voor de bodem door toezicht te houden op grondverplaatsingen en saneringen en door middel van voorlichting op locatie om bewustwording tot stand te brengen. Gepland waren 105 zaken voor toezicht op saneringen en meldingen Besluit bodemkwaliteit (Bbk). In 2014 zijn 36 saneringslocaties gecontroleerd, waarvan 6 voor een RUD-partner buiten Enschede. Daarnaast zijn er 72 zaken met grondstromen (Bbk) behandeld. In 7 gevallen was het noodzakelijk de bevindingen te melden bij de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Samen met 10 eigen waarnemingen zijn er in totaal 118 zaken behandeld. Dat is nagenoeg conform de planning voor Brandveilig gebruik van bouwwerken Per 1 januari 2013 zijn de korpsen in Twente samengevoegd in de Brandweer Twente. Daarmee is besloten dat de Brandweer Twente de taakuitvoering op het gebied van advisering en toezicht brandveiligheid organiseert. Het toezicht op het brandveilig gebruik van bouwwerken in Enschede wordt dan ook uitgevoerd door inspecteurs van de Brandweer Twente. Wij zijn als bevoegd gezag (eind)verantwoordelijk voor deze taak en de daaruit voortvloeiende bestuursrechtelijke handhaving (juridische procedure). De doelstellingen zijn: Het waarborgen van de constructieve- en brandveiligheid in de bouwfase. Het zorgdragen voor het brandveilig gebruik van bouwwerken. In 2014 zijn objecten binnen de gemeente gecontroleerd op basis van het toezichtprofiel brandveiligheid van de Brandweer Twente (zie bijlage 4). Het toezichtprofiel richt zich primair op de objecten waar de grootste risico s liggen en waar de grootste kans is dat overtredingen plaatsvinden. Voorbeelden zijn zorgcentra, kinderopvang en kamerverhuur. De planning voor 2014 was 547 objecten te controleren op het brandveilig gebruik. In totaal zijn uiteindelijk 418 objecten gecontroleerd. Dit betekent dat de planning te ambitieus is geweest. In de planning was bijvoorbeeld geen rekening gehouden met doorlopend werk uit 2013, de controles in de bouwfase (58 stuks) en de controles ter ondersteuning van een juridisch traject (47 stuks). Ook zijn er meer oplevercontroles (48 stuks) gehouden dan de geplande 25. Er zijn 9 klachten behandeld terwijl er 10 waren gepland. Ook valt over 2014 te constateren dat er zaken zijn die veel capaciteit hebben gevraagd vanwege de omvang (bijv. nieuwbouw MST) en vanwege de problematiek (bijv. studentenbewoning van Acasa). Samen met een naleefgedrag van 54% legt dit een aanzienlijk beslag op de capaciteit. Hoewel de planning niet is gerealiseerd wil dit niet direct zeggen dat dit leidt tot extra risico s. de frequentie waarmee de meeste objecten met prioriteit hoog worden bezocht is 1x per jaar en met het niet realiseren van de planning komt deze frequentie iets lager te liggen (lees: datum controle schuift iets door), maar nog steeds

11 worden deze objecten bezocht. In 2015 zullen de objecten die in 2014 niet zijn bezocht als eerste worden gecontroleerd. In de planning voor 2015 zal rekening worden gehouden met de ervaringen die in 2014 zijn opgedaan. Dat zal in ieder geval betekenen dat de nadruk komt te liggen bij de objecten in de categorie hoog. Ook wordt onderzocht of in alle gevallen waarin afwijkingen worden geconstateerd een hercontrole noodzakelijk is Milieu In het handhavingsbeleid zijn voor dit onderdeel de volgende doelen vastgelegd: 1. Het bevorderen van het gebruik van duurzame materialen bij bedrijven en het stimuleren in het nemen van energiebesparende maatregelen. 2. Het zorgdragen voor een veilig gebruik en opslag van gevaarlijke stoffen. 3. Het zorgdragen voor een proactieve houding van de maatschappij (burgers en bedrijven) ten aanzien van de zorg voor het milieu om daarmee het naleefgedrag en de leefomgeving te verbeteren. In 2014 zijn 294 bedrijven bezocht voor een periodieke controle. Gepland was een aantal van 457. De bedrijven met de hoogste prioriteit (qua veiligheid) zijn in 2014 allemaal bezocht met uitzondering van twee grote agrariërs (dit i.v.m. de vogelgriep). Er zijn 168 bedrijven bezocht naar aanleiding van een project, vanuit signaaltoezicht (eigen waarneming) en ter ondersteuning van een juridische procedure. Verder zijn er 80 milieuklachten behandeld, waar er 100 waren begroot. Totaal waren er 762 controles gepland: er zijn er 568 controles uitgevoerd. Hoewel het aantal uitgevoerde controles achter is gebleven bij de planning, zijn wij van mening dat dit geen afbreuk heeft gedaan aan de doelstelling. De controlefrequentie bij bedrijven wordt in grote mate bepaald door het aspect externe veiligheid (gevaar voor de omgeving). Bedrijven waar het aspect externe veiligheid een rol speelt worden elk jaar of eens in de 2 jaar bezocht. De bedrijven die niet zijn bezocht vallen in de lichtste categorie: dit zijn supermarkten, restaurants, cafés e.d. Dit zijn bedrijven met een laag risicoprofiel wat betreft externe veiligheid: een verantwoorde keuze. Duurzaamheid bij bedrijven Energiebesparing is een vast thema tijdens de controles. Op dit moment is het nog niet mogelijk om hier resultaten van te presenteren. Dat is een verbeterpunt voor Om dit thema breder op te pakken en uit te bouwen hebben wij in 2014 het initiatief genomen om binnen de RUD Twente, samen met de partners Almelo en Hengelo, het toezicht op energiebesparing breder uit te zetten. Meer informatie hierover staat in het programma 2015 (zie hoofdstuk 6). Project stookinstallaties In december 2014 is een start gemaakt met dit project. In de uitvoering zullen de stookinstallaties van ongeveer 20 grote gebouwen worden gecontroleerd op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid. Het niet tijdig keuren kan namelijk onveilige situaties opleveren en ten koste gaan van de energiezuinigheid. Deze gebouwen zijn zogenaamde type A bedrijven waarvoor geen meldplicht geldt, maar die zich wel aan voorschriften moeten houden. Het is een beleidskeuze om op deze categorie geen periodiek toezicht te houden. De uitvoering zal met name in 2015 plaatsvinden. Zie hiervoor het programma 2015 (zie Hoofdstuk 6). Project milieutoezicht op gedragsvoorschriften Bij milieucontroles zien wij regelmatig overtredingen die worden veroorzaakt door handelingen of het niet uitvoeren van handelingen door werknemers. Het gaat om handelingen waarbij door werkdruk, gewoonte, motivatie, nonchalance, routine en dergelijke, grote kans bestaat op herhaling. Het betreft vaak relatief eenvoudige handelingen die grote gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Op dit moment hebben wij geen beeld of onze

12 interventie het gewenste gedrag heeft bewerkstelligd. Inrichtingen worden immers gecontroleerd volgens een bepaalde cyclus. Het kan daarom langere tijd duren voordat er weer een controle plaatsvindt. Om inzicht te krijgen in eigen verantwoordelijkheid van de bedrijven is in 2014 projectmatig ingezet op onaangekondigde hercontrole s op gedrag. In 17 gevallen is er een onaangekondigde controle gepland bij een bedrijf. Dat heeft tot nu toe geleid tot 12 hercontrole s. Daarbij is geconstateerd dat men niet in herhaling was gevallen. 5 hercontrole s moeten nog plaatsvinden. Dit project wordt in 2015 niet voortgezet, vanwege gebrek aan capaciteit. Signaaltoezicht milieu Het signaaltoezicht, waarbij inspecteurs de stadsdelen in gaan om actief het contact te zoeken met bij ons onbekende bedrijven, draagt bij aan een actueler beeld en een betere zorg voor het milieu. Ervaring leert dat veel bedrijven niet bekend zijn met wet- en regelgeving, en dat bedrijven soms niet weten of ze wel of geen vergunning aan moeten vragen of een melding moeten indienen voor bepaalde activiteiten. Ondanks dat nut en noodzaak zich heeft bewezen, zal in 2015 geen tijd worden besteed aan signaaltoezicht omdat de beschikbare capaciteit dit niet toelaat.

13 3.3.6 Bestuurlijke beschikkingen Wabo 2014 Het juridisch team is breed inzetbaar: van Wabo zaken tot en met de APV. De jurist is vanaf de vooraanschrijving verantwoordelijk voor het proces (in samenwerking met de inspecteur). Handhavingsverzoeken worden door de jurist vanaf de indiening ervan behandeld. In onderstaande tabel zijn per Wabo-onderdeel de juridische zaken van 2014 opgenomen. Tabel 3: aantal juridische zaken per beleidsveld (Wabo), 2014 Milieu Bouwen Brandveilig RO bodem gebruik Vooraankondiging Last onder dwangsom Last onder bestuursdwang Gedogen Innen dwangsom Intrekken dwangsom Handhavingsverzoek Totaal 144 Opmerking handhavingsverzoeken: Uit de gerealiseerde aantallen blijkt dat het aantal handhavingsverzoeken 130% hoger ligt dan verwacht. Dergelijke verzoeken moeten op grond van jurisprudentie altijd in behandeling worden genomen en breken in op de planning en prioritering. Naast het afhandelen van handhavingstrajecten wordt vaak een beroep gedaan op de juridisch adviseurs door andere afdelingen en instanties voor een advies. De maatschappij ontwikkelt zich sneller dan dat vergunningen kunnen worden verleend. Verder worden burgers minder tolerant: dit blijkt ook uit de stijging van het aantal handhavingsverzoeken en het toenemend aantal klachten en meldingen.

14 4. Ontwikkelingen 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen beschreven op het gebied van vergunningen, toezicht en handhaving die relevant zijn voor het uitvoeringsprogramma. Er zijn meer ontwikkelingen, zoals de privatisering van het Bouwbesluit, maar op dit moment heeft dit nog geen effect op het programma. Dit soort ontwikkelingen zullen we wel actief volgen. Maatschappelijke ontwikkelingen De maatschappij verandert voortdurend. De laatste jaren zijn de volgende ontwikkelingen zichtbaar: - Mensen worden minder tolerant; - Toenemende agressie. Deze ontwikkelingen hebben o.a. gevolgen voor het welbevinden van onze medewerkers en de benodigde capaciteit. Door middel van scholing van medewerkers proberen we ervoor te zorgen dat onze medewerkers hier op een goede manier mee om gaan. Ten aanzien van agressie handelen we op basis van ons agressiebeleid (agressief gedrag wordt niet geaccepteerd). Ontwikkelingen landelijke politie Doordat de landelijke politie te maken heeft met een reorganisatie, worden er andere prioriteiten gesteld: de landelijke politie richt zich met name op zwaardere strafrechtelijke zaken. Hierdoor wordt de vraag naar inzet van gemeentelijke medewerkers, bij problematiek die overlast veroorzaakt, groter. De huidige taken van toezicht en handhaving openbare ruimte zijn niet meer weg te denken, maar we worden nu dus ook geconfronteerd met steeds meer vraag naar taken die tot voor kort door de politie werden opgepakt. Met de huidige capaciteit is het niet mogelijk om deze taken op te pakken. Omgevingswet Naar verwachting treedt de Omgevingswet in 2018 in werking. In 2015 zet het kabinet stappen in de stelselherziening van het Omgevingsrecht om met minder en eenvoudiger regels flexibiliteit en gebiedsgericht maatwerk mogelijk te maken. De basis wordt gevormd door de nieuwe Omgevingswet waarin 24 bestaande wetten zullen opgaan. Het kabinet heeft het wetsvoorstel Omgevingswet in 2014 ingediend bij de Tweede Kamer. In 2015 ligt de nadruk op de nadere uitwerking van de uitvoeringsregelgeving. Om in 2018 klaar te zijn voor de invoering van de Omgevingswet is binnen onze afdelingen een werkgroep in het leven geroepen die proactief de ontwikkelingen volgt, aansluit bij (landelijke) overleggen en waar nodig anticipeert. Dit onderwerp zal ook in 2015 de benodigde tijd vragen van de werkgroepleden en de diverse afdelingen. Wet Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) Naar verwachting zal de wet VTH in 2015 in werking treden. Met het aangepaste wetsvoorstel is de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de verschillende overheidslagen duidelijk. Gemeenten kunnen zo hun verantwoordelijkheid nemen voor de kwaliteit van de leefomgeving en voor verbeteringen in de uitvoering van VTH taken. Daarmee zijn de bezwaren van de VNG tegen het eerdere wetsvoorstel weggenomen. Een grote verandering ten opzichte van het eerdere wetsvoorstel is dat de kwaliteitscriteria niet worden vastgelegd in landelijke regels, maar dat gemeenten en provincies deze zelf opstellen voor hun VTH-taken. De kwaliteitscriteria moeten worden vastgelegd in een verordening. Het is de bedoeling dat de gemeenten en provincie die samenwerken in de RUD hun verordeningen op elkaar afstemmen, zodat de kwaliteitscriteria binnen een RUD gelijk zijn. Provincies worden verantwoordelijk voor VTH-taken bij bedrijven met een groot risico op zware ongevallen, de zogenaamde BRZO-bedrijven. In Enschede betreft dit twee bedrijven. Daarmee zal naar alle waarschijnlijkheid ook budget vanuit de algemene uitkering in plaats van naar de gemeente, nu naar de provincie worden overgeheveld. De netwerkrud heeft in het huidige wetsvoorstel bestaansrecht tot 2018.

15 Aanpassing Bor november 2014 De wijziging van het Besluit omgevingsrecht (Bor) in november 2014 heeft de nodige invloed op de gemeentelijke processen. Zo zal er op diverse vlakken nieuw beleid opgesteld moeten worden. Verder zijn er nog diverse punten die verder uitgewerkt moeten worden. Er is een werkgroep opgericht om na te gaan welk beleid aanpassing behoeft ten gevolge van deze ontwikkeling. Drank en Horecawet In 2015 zal het toezicht en de handhaving (inclusief de daarbij horende strategie van de Drank en Horecawet in het vernieuwde handhavingsbeleid worden opgenomen (dit maakt nu nog deel uit van het Drank- en Horecabeleid). Daarmee wordt ook voor deze regelgeving het toezicht en de handhaving in één beleidsstuk geborgd. Deregulering en consequenties voor Handhaving Objectgebonden en Handhaving Openbare Ruimte De keuzes die het college en de gemeenteraad eind 2014 hebben gemaakt ten aanzien van het dereguleren van 13 vergunningstelsels zullen gevolgen hebben voor de handhaving (zie 4.2, ontwikkelingen vergunningen). 4.2 Ontwikkelingen vergunningen De economische situatie leek in 2014 weer wat te verbeteren. Het aantal aanvragen omgevingsvergunning, activiteit bouwen, is licht gestegen (ca. 11%). De verwachting is dat deze trend zich in 2015 voortzet. Daarnaast zijn er een aantal taken toegevoegd aan de afdeling. Dit betreft onder meer de verkeersbesluiten, de instemmingsbesluiten en de wegonttrekkingen. De laatste jaren zijn er diverse efficiencyslagen doorgevoerd, gericht op digitalisering en het verkorten van de doorlooptijden. Om nog een laatste efficiencyslag te maken, wordt het komend jaar vooral ingezet op de deregulering, in de vorm van het afschaffen van producten, het opstellen van algemene regels en standaardisering. Dit vanuit het uitgangspunt om als overheid de verantwoordelijkheid zoveel mogelijk daar te leggen waar deze hoort. Een belangrijke reden om te dereguleren is de nadrukkelijke wens van het bestuur om de regeldruk voor ondernemers en burgers te verminderen. De uitkomst van het dereguleringstraject kan van invloed zijn op de toezichts- en handhavingstaken. Door minder vergunningplichtige activiteiten wordt er aan de voorkant minder geregeld. Hierdoor kan het zijn dat zaken gerealiseerd worden die volgens algemene regels, vergunningvrij of anders geregeld niet toegestaan zijn. Daardoor zal de nadruk meer bij de handhaving komen te liggen. Hoe dit in de praktijk uitwerkt zal in 2015, na invoering van verdere deregulering, zichtbaar worden. De RUD zal zich in 2015 in beginsel richten op de basistaken-plus, dat zijn alle taken die wettelijk door de RUD s uitgevoerd moeten worden. Of er daarnaast nog meer taken door de RUD uitgevoerd gaan worden is op dit moment nog niet duidelijk. Wel is duidelijk dat in 2018 de RUD overgaat in een Wgr. Hoe dit verder opgepakt gaat worden, moet in 2015 verder worden uitgewerkt. 4.3 Ontwikkelingen handhaving Bezuinigingen hebben tot gevolg dat vacatures niet zijn ingevuld en dat de formatieruimte is gebruikt om de bezuiniging te realiseren. Dit alles heeft consequenties voor het uitvoeringsprogramma. Zo is de intensiteit en diepgang van verschillende controles verlaagd en is minder juridische capaciteit beschikbaar om handhavingstrajecten op te pakken. Er is dus werk dat we laten liggen, zoals controles van bouwprojecten die minder kosten dan ,--, maar ook signaaltoezicht milieu bij bedrijven en hercontrole s op gedragsvoorschriften milieu. Team binnenstad Voor het Centrum wordt geëxperimenteerd met een team Binnenstad. Op een vast moment in de week zijn spelers van verschillende afdelingen werkzaam op één locatie waardoor naar

16 verwachting sneller, integraler en efficiënter zaken afgestemd kunnen worden. Het is nog niet bekend hoe zich dit verder zal ontwikkelen, mede met het oog op verdere regionalisering en outsourcing. Privatisering bouwtoets en toezicht De commissie Dekker heeft in 2008 vanuit het algemene adagium privaat wat kan, publiek wat moet onder meer voorgesteld om bouwplannen niet langer preventief door gemeenten te laten toetsen aan het Bouwbesluit. De bouw zou zelf in staat moeten zijn om de kwaliteit zodanig te borgen dat aan de voorschriften wordt voldaan. Met de uitvoering van de adviezen van de commissie Dekker legt het kabinet de verantwoordelijkheid voor de naleving van de bouwvoorschriften uitdrukkelijk terug bij de markt. Er vindt geen toetsing van het bouwplan en toezicht op de bouwtechnische kwaliteit tijdens de bouw meer plaats door de gemeente. Beide activiteiten worden afgedekt binnen de private kwaliteitsborging. Ervan uitgaand dat zowel de praktische voorbereidingen (Toelatingsorganisatie) als de wet- en regelgeving op tijd in orde zijn kan de stelselwijziging medio 2016 ingaan. Bouwwerken zullen fasegewijs overgaan, te beginnen met de lichte bouwwerken (zogenaamde gevolgklasse 1). Onze voorbereidingen hierop zullen dit jaar starten, zodat de overgang kan worden ingevoerd. Het toezicht op de bestaande bouw blijft buiten dit private stelsel. Zodra er meer duidelijkheid ontstaat over deze ontwikkeling, gaan we op deze ontwikkeling anticiperen. Verkenning outsourcen In de programmabegroting is aangekondigd dat er voor wat betreft de afdeling Handhaving Openbare Ruimte een verkenning komt om te outsourcen. Deze verkenning zal in 2015 worden uitgevoerd. Verzelfstandiging dinsdagmarkt Per 1 januari is de warenmarkt (van Heekplein) op dinsdag verzelfstandigd. Gaandeweg het jaar zal worden bekeken hoe deze verzelfstandiging uitwerkt. De verzelfstandiging betekent dat in de toekomst geen marktmeester vanuit de gemeente nodig is. Ook andere markten zullen in de toekomst worden verzelfstandigd. Op alle bovengenoemde ontwikkelingen wordt zoveel als mogelijk geanticipeerd: dit zal ook in 2015 de nodige inzet van onze medewerkers vragen.

17 5. Programma Vergunningen, Inleiding In dit programma is een prognose gemaakt voor het aantal verwachte vergunningen en de daarvoor benodigde capaciteit in 2015 (zie paragraaf 5.5 en bijlage 2). Het aantal verwachte vergunningen werkt door in de werkvoorraad voor toezicht en handhaving. Taken vanuit het Omgevingsrecht (Wabo-taken) Het aantal te verwachten aanvragen per vakgebied en het aantal verwachte juridische zaken is te vinden in bijlage 2. Hieronder wordt per vakgebied een korte toelichting gegeven. 5.2 Bouwen Prognose bouw Voor de begroting van 2015 is de realisatie van 2014 leidend geweest. Dit jaar zal het aantal nieuwbouw projecten naar verwachting ligt stijgen. Door de onzekerheid van de economische situatie zijn voorspellingen van het al dan niet doorgaan van grote projecten lastig te maken. Op 1 januari 2015 is de energieprestatienorm voor alle bouwwerken verder aangescherpt. 5.3 Milieu Het takenpakket vergunningverlening milieu behoort tot het basistakenpakket-plus (taken op het gebied van milieu en een aantal bodemtaken) en daarmee tot de werkzaamheden van de RUD. Er wordt gewerkt volgens de producten- en dienstencatalogus (PDC) van de RUD waarin de gemiddelde uren per product zijn toegekend. Daarnaast zal in 2015 worden bekeken op welke gebieden nog meer samengewerkt gaat worden. Gedacht wordt aan de andere Wabo-taken. Deregulering In 2015 wordt een dereguleringsvoorstel verder in procedure gebracht. We hebben in Enschede tientallen autonome vergunningstelsels. Om de dereguleringsopgave behapbaar te maken, worden de voor de dereguleringsmaatregelen in aanmerking komende regelingen gefaseerd beoordeeld. De eerste fase, die in 2015 wordt ingevoerd, richt zich op 11 vergunningstelsels die ingezet worden binnen de woon- en leefomgeving. Het gaat hierbij om: - De aanlegvergunning; - De kapvergunning; - De kampeerontheffing; - De ontheffing sluitingstijden horeca; - De reclamevergunning; - De splitsingsvergunning; - De ontheffing voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg; - De stookontheffing; - De terrasvergunning; - De uitwegvergunning; - De ventvergunning. Uitgangspunt hierbij is het verbeteren van het ondernemersklimaat. Uiteraard heeft dit ook consequenties voor de werkdruk bij de afdeling Vergunningen. Daarnaast zal naar verwachting de werkdruk bij de afdeling Handhaving toenemen. 5.4 APV en bijzondere wetten Het vakgebied Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten betreft grotendeels de vergunningverlening voor evenementen en activiteiten, wegonttrekkingen, verkeersbesluiten en vergunningverlening Drank- en Horecawet. Daarnaast vallen onder de APV de volgende vergunningen: het vellen van een houtopstand- (kap), uitweg- en aanlegvergunningen die tot de omgevingsvergunning (Wabo) behoren. Het aantal verwachte APV vergunningen is gebaseerd op Verwacht wordt dat het aantal APV vergunningen pas aan het eind van 2015 zal gaan afnemen ten gevolge van de deregulering.

18 5.5 Waar gaan we het mee doen? Medewerkers Functie Fte 1 Afd. Hoofd 1,00 3 Teamleider 2,89 4 Technisch adviseur milieu 3,47 5 Juridisch 4,03 3 Bodem en Geluid 3,00 4 Proces- en bedrijfsondersteuning 4,56 8 APV en overig Wabo 7,33 9 Technisch adviseur bouw 8,67 Voor bovenstaande personele bezetting is beschikbaar (excl. overhead). Opleiding Voor de medewerkers van de afdeling Vergunningen is het noodzakelijk om de actuele wetgeving bij te houden. Hiervoor worden regelmatig seminars en andere bijeenkomsten bezocht. Daarnaast zullen de noodzakelijke opleidingen in het kader van het EVP-traject worden gevolgd. Hiervoor is een budget van ,00 beschikbaar.

19 6. Programma Toezicht en Handhaving (taken Wabo), Inleiding Binnen de afdeling Handhaving Objectgebonden wordt inhoud gegeven aan de taak toe te zien op de wettelijke regels ten aanzien van bouwen, bodem, brandveiligheid en milieu: zonodig wordt hierop gehandhaafd. Zoals al vermeld is de basis hiervoor het handhavingsbeleid. Voor al deze taakvelden zal de planning worden toegelicht. In 2015 zal minder worden ingezet op het voorkomen van overtredingen en het adviseren van afdelingen/partners. De capaciteit hiervoor ontbreekt, omdat de wettelijke taken (het houden van toezicht op bedrijven (milieu) en objecten (bouwen) geen ruimte meer bieden om daarnaast nog aan preventie te doen. In 2015 zal daarom het signaaltoezicht, het toezicht op gedragsvoorschriften en de bijdrage aan andere projecten, tot een minimum worden beperkt. In de afgelopen jaren is door innovaties (o.a. digitaal toezicht, lean -traject, antwoordkaart en doordrukformulieren) al de nodige efficiency doorgevoerd: hier is dus geen winst meer te halen en capaciteit vrij te spelen. De capaciteitsruimte die nog ontstaat, zal worden ingezet op het behandelen van klachten, handhavingsverzoeken en overige binnenwaaiers. 6.2 Bouwen / Ruimtelijke ordening In 2015 wordt er structureel aandacht besteed aan duurzaamheid bij nieuwbouw. Duurzaamheid is als vast onderdeel opgenomen in de toezichtmatrix (zie bijlage 3) en krijgt zo bij iedere controle aandacht. Per 1 november 2014 zijn de wettelijke bepalingen rond het bouwen opnieuw versoepeld (Besluit omgevingsrecht). Er zijn meer mogelijkheden om vergunningvrij te bouwen. Er moet daarbij nog wel aan de eisen uit het Bouwbesluit worden voldaan. Daarom zal in 2015 worden gestart met signaaltoezicht op bouw- en sloopactiviteiten. Voor 2015 zullen wij uitgaan van de beschikbare uren aan toezichtcapaciteit in relatie tot bouwwerkzaamheden die worden gestart. Per kwartaal zal gekeken worden waar mogelijk bijsturing plaats moet vinden. In 2014 is het zaaksysteem aangepast om inzicht te krijgen in de werkvoorraad op het niveau van bouwcategorie. Zo is eenvoudig inzichtelijk te maken welke categorie bouwwerken een inspecteur in zijn werkvoorraad heeft en in welke fase van bouw zich deze bevinden. Dat moet het sturen op werkvoorraad en capaciteit eenvoudiger maken. Er is een prognose gemaakt (zie bijlage 2). Constructie- en brandveiligheid in de bouwfase Bouwinspecteurs kunnen voor constructieve veiligheid een beroep doen op de twee constructeurs die werkzaam zijn binnen het cluster. Voor wat betreft de brandveiligheid is de afspraak dat de Brandweer Twente op verzoek de bouwinspecteur ondersteunt en in dit kader adviseert. Gebruik niet in overeenstemming met de bestemming in het buitengebied Tijdens de inventarisatie van het buitengebied is gebleken dat er een aanzienlijk aantal illegaal gebouwde bouwwerken in het buitengebied staan of dat er sprake is van (zeer) rommelige percelen (vaak gaat het om voormalig agrarische bebouwing). Het gebruik van die gebouwen is gereguleerd in het bestemmingsplan. Er zijn veel initiatieven voor nieuw gebruik maar niet al die nieuwe gebruiksvormen passen in het bestemmingsplan. In 2015 onderzoeken we hoe we hier op een slimme manier mee om kunnen gaan. Project permanente bewoning op campings Dit project komt uit 2014 (zie evaluatie 2014). Begin 2014 heeft het college er voor gekozen om met een discussienota de Raad te betrekken bij deze problematiek. De stand van zaken is dat in het eerste kwartaal van 2015 een afgerond projectplan en besluitvorming door het college wordt voorzien. Wanneer het project in de uitvoeringsfase komt is nog niet bekend. Project reclames en bebouwing bedrijventerreinen Op nieuwe bedrijventerreinen zijn afspraken gemaakt over het voeren van reclames en het bouwen van bouwwerken. In beeldkwaliteitsplannen is dit vastgelegd. De ervaring leert dat in

20 de loop van de tijd deze afspraken lijken te verwateren, waarmee de beeldkwaliteit van het bedrijventerrein afneemt. Er zijn klachten van (vooral) onze eigen wijkbeheerders maar ook vanuit parkmanagement, over reclames in openbaar gebied c.q. op gemeentegrond. Dit levert problemen op met betrekking tot het onderhoud. Het speelt o.a. op de Marssteden en in het Havengebied. Het eerste concept van het projectplan is geschreven. Uitvoering van dit project zal plaatsvinden in Of dit project als zodanig zal worden opgepakt is mede afhankelijk van de ontwikkelingen omtrent de deregulering die in 2015 gaat plaatsvinden. Project corrosie roestvast staal in de publieke zwembaden Enkele jaren geleden werd ons land opgeschrikt door het neerstorten van (delen van) plafonds in overdekte zwembaden. Er bleek dat corrosie van plafondhangers van roest vast staal de oorzaak was. De gemeente heeft de taak toe te zien op de naleving van de Woningwet. Gelet op de beschreven risico s en de vaak grote aantallen bezoekers adviseert de VROM-Inspectie (nu Inspectie Leefomgeving en Transport) dat gemeenten het toezicht op overdekte zwembaden opnemen in hun verplichte uitvoeringsplan. Totaal gaat het in Enschede om 8 openbare zwembaden. In het verleden zijn deze zwembaden door ons gewezen op de gevaren en is hen verzocht hun eigen verantwoordelijkheid daarin te nemen. In 2015 wordt, gezien het veiligheidsaspect, gecheckt in hoeverre men dit heeft opgepakt. De betreffende zwembaden hebben hierover eind 2014 een brief ontvangen. Project duurzaamheid (EPC) in de woningbouw Enschede heeft het initiatief genomen om met het Rijk, Provincie, Universiteit Twente en gemeente Hengelo een project te starten waarbij de bouwwereld wordt gestimuleerd om haar verantwoordelijkheid te nemen als het gaat om duurzaam bouwen. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat 25% van de opgeleverde gebouwen substantieel afwijkt van de EPCeis (energieprestatiecoëfficiënt). Veelal blijkt het ventilatiesysteem bij oplevering niet correct te functioneren waardoor een gezond binnenklimaat (leefklimaat) niet wordt gehaald. In 2015 zal met voornoemde partijen worden ingezet om, in samenwerking met de uitvoerende partijen (bouwwereld), een omslag te krijgen in de bouwcultuur waarbij duurzaamheid een serieuze rol gaat krijgen. Gedacht wordt aan het invoeren van een keurmerk (positieve benadering). Naming in plaats van shaming. Na het stimuleren zal worden gecontroleerd door het nemen van steekproeven bij objecten. Gezien de specifieke deskundigheid en benodigde apparatuur zal hiervoor een extern bureau nodig zijn. Om deze kosten te dekken zal het Rijk en de Provincie worden gevraagd een bijdrage te leveren. Op 1 januari 2015 is de energieprestatienorm (EPC) voor alle bouwwerken verder aangescherpt. De afdeling handhaving ziet toe op de uitvoering van deze norm, ook al om de duurzaamheidsdoelstelling te kunnen halen. Reclame langs invalswegen Het project reclame langs invalswegen is in 2013 gestart en zal ook in 2015 worden voortgezet. Asbestsanering Asbest is in het verleden zeer veel toegepast in isolatieplaten, dakbedekking, op constructies en als gas-, water- en rioleringsbuizen. Als de microscopisch kleine vezels worden ingeademd, kan dit asbest kanker veroorzaken. Jaarlijks overlijden hieraan naar schatting 1300 mensen. Het merendeel van de slachtoffers heeft gewerkt in de industrie. In de loop der jaren is het gebruik van asbest steeds meer aan banden gelegd. Sinds 1994 geldt in Nederland een verbod op de toepassing van asbest. Vanaf 1 januari 2005 geldt zelfs een absoluut Europees verbod op het gebruik van asbesthoudende producten. Sinds de oprichting van de RUD is het toezicht op het saneren van asbest ondergebracht in een kennispunt. Dit kennispunt coördineert het toezicht binnen Twente. In dit kennispunt zit ook een bouwinspecteur van Enschede. De focus vanuit toezicht ligt op die saneerders die het niet nauw nemen met de regels, zogenaamde niet-willers. Er wordt tevens samengewerkt met de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie).

21 6.3 Bodem Bij het werken in verontreinigde grond moet voldaan worden aan de Wet bodembescherming. De Wet bodembescherming is erop gericht om bestaande verontreinigingen op te ruimen en verdere (verspreiding van) verontreiniging te voorkomen. Onze bodeminspecteur ziet erop toe dat zowel saneringen als nazorg worden uitgevoerd in overeenstemming met de regels. Dit geldt voor saneringen in het kader van calamiteiten, maar ook voor saneringen in het geval van historische bodemverontreiniging. Het Besluit bodemkwaliteit regelt hoe bouwstoffen mogen worden toegepast en hoe moet worden omgegaan met grond en baggerspecie. Het doel van het Bbk is duurzaam bodembeheer. Dat wil zeggen: een balans tussen de bescherming van de bodemkwaliteit voor mens en milieu, én het gebruik van de bodem voor maatschappelijke ontwikkelingen zoals woningbouw of aanleg van wegen. Ook de kwaliteit van de uitvoering is hierin geregeld. Met een certificaat moeten bodemintermediairs (aannemers, inspectie-instellingen, milieukundige begeleiders e.d.) aantonen dat hun bedrijf aan de kwaliteitseisen voldoet. Een erkenning kan worden geweigerd, ingetrokken of geschorst als tijdens toezicht blijkt dat een wettelijk voorschrift is overtreden. De activiteiten op basis van de Wet bodembescherming worden vanuit het kennispunt Bodem van de RUD regionaal aangestuurd. Onze bodeminspecteur is actief binnen dit kennispunt. De zaken op grond van het Besluit bodemkwaliteit vallen hier niet onder en worden lokaal geregeld. De te verwachten zaken zijn opgenomen in de bijlage Brandveilig gebruik van bouwwerken Het toezicht op het brandveilig gebruik van bouwwerken wordt in onze opdracht uitgevoerd door de Brandweer Twente. In het kader van kwaliteit en de beleidscyclus is vanuit Brandweer Twente in 2014 de werkwijze Toezicht opgesteld. Doel van de werkwijze is het zo concreet en pragmatisch mogelijk de aan toezicht gerelateerde zaken centraal vast te stellen. Dit kader heeft veelal betrekking op proces-gerichte verbeteringen en sluit aan bij de doelstelling vanuit de regionalisering om op het gebied van toezicht brandveiligheid voor de Twentse gemeenten uniformiteit, kwaliteit en efficiency te realiseren. Brandweer Twente heeft in 2014 ervaringen opgedaan met de gehanteerde werkwijze en wil dit in 2015 verder bespreken en evalueren met de gemeente en kijken of, en zo ja op welke aspecten de werkwijze aangepast en geoptimaliseerd kan worden. Onderdeel van de werkwijze Toezicht is een algemeen toezichtprofiel brandveiligheid. Dit toezichtprofiel richt zich primair op de objecten waar de grootste risico's liggen en waar de grootste kans is dat overtredingen plaatsvinden. Het toezichtprofiel biedt per gemeente voldoende handvatten voor eventuele verdere beleidsmatige sturing dan wel integratie van de lokale belangen (maatwerkafspraken). Afwijkingen van dit vastgestelde toezichtprofiel moet worden gemotiveerd. Afwijkingen zijn mogelijk ten aanzien van: - Het veranderen van de jaarlijkse frequentie van de controles (bijvoorbeeld vanwege hogere/lagere prioritering van bepaalde gebruiksfuncties); - Het toevoegen van maatwerk objecten (bijvoorbeeld vanwege lokaal-bestuurlijke overwegingen); - De beschikbare capaciteit binnen de gemeente op gebied van handhaving en juridische ondersteuning. In het toezichtprofiel brandveiligheid (risicoanalyse) zijn de bouwwerken ingedeeld in de risicoklassen HOOG, MIDDEN en LAAG (zie bijlage 5). Op basis van de (verwachte) beschikbare capaciteit van Brandweer Twente en in relatie tot de andere toezichtstaken worden in 2015 de objecten met de prioriteit HOOG gecontroleerd. In dit kader is Brandweer Twente ook aan het nadenken over een dynamisch model voor toezicht, waarbij naast een risicoanalyse, ook daadwerkelijk geconstateerde overtredingen, naleefgedrag, incidentstatistieken etc. worden gebruikt voor het bepalen van het toezichtprofiel.

22 Projecten Brandweer Twente Er zijn een aantal projecten die vanuit Brandweer Twente zijn gestart in het kader van toezicht. De belangrijkste projecten in dit kader zijn: STOOM (Structureel Terugdringen van Ongewenste en Onechte Meldingen) Met betrekking tot het project STOOM is een nieuwe en uniforme werkwijze opgesteld om structureel loze meldingen vanuit brandmeldinstallaties terug te dringen. Dit project is gestart in 2014 en nog volop in ontwikkeling. Hierbij is er ook een rol voor ons, als bevoegd gezag. Met dit project is ook capaciteit vanuit toezicht gemoeid. Geen Nood Bij Brand (GNBB) Zorginstellingen Vanuit Brandweer Nederland is het project Geen nood Bij Brand (GNBB) gestart. GNBB is in Twente vorig jaar met een pilot uitgevoerd en geëvalueerd. Er wordt nu gekeken op welke wijze dit voor 2015 een vervolg gaat krijgen. Duidelijk is geworden dat het uitvoeren van GNBB bij een zorginstelling pas effect heeft als de basis qua brandveiligheid in orde is. In dit kader is het project Zorginstellingen in 2014 gestart: daarbij is gekeken op welke wijze de brandveiligheid bij zorginstellingen structureel geborgd kan worden. Dit project loopt nog door in 2015: j met de eerste zorginstellingen in Twente is al projectmatig gestart met een plan van aanpak voor het realiseren van de brandveiligheid op gebied van bouwkundige, installatietechnische en organisatorische aspecten. Project brandveilig gebruik kinderopvang In 2015 verzorgen we samen met team Kinderopvang van programma O&O, de brandweer en afdeling vergunningen, een project brandveilig gebruik kinderopvanglocaties. Alle locaties waar kinderopvang plaatsvindt (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of peuterspeelzaal) worden door een inspecteur bezocht en de stand van zaken ten aanzien van brandveilig gebruik wordt gecontroleerd. Overtredingen worden aangepakt, dit in overeenstemming met de sanctiestrategie uit ons handhavingsbeleid. Ook is er aandacht voor het informeren van exploitanten over het belang van brandveilig gebruik en het naleven van de voorschriften hiervan. Na het uitvoeren van het project kunnen we een overzicht geven over hoe het is gesteld met de naleving van regels brandveilig gebruik bij kinderopvangplaatsen. Toezicht bij evenementen In dit kader geldt ook de afspraak dat een inspecteur van de Brandweer Twente aansluit op verzoek van het bevoegd gezag en adviseert aan het bevoegd gezag. De bevindingen naar aanleiding van een inspectie worden in een rapportage verwerkt en ons toegestuurd. 6.5 Milieu Milieutoezicht bij bedrijven Wij hebben een wettelijke taak met betrekking tot het toezicht en de handhaving bij bedrijven waarop de milieuregels van toepassing zijn. Het is een doorvertaling van ons handhavingsbeleid (uit 2013) waarin de doelstellingen, de risicoanalyse en de handhavingsstrategie zijn vastgelegd. Naast toezicht op verleende (omgevings-)vergunningen wordt ook periodiek toezicht gehouden bij bedrijven en instellingen. Verder vindt toezicht plaats op basis van klachten, meldingen en projectmatig op basis van signalen uit de politiek, stadsdelen, burgers en bedrijven. De taken die worden uitgevoerd zijn afgestemd op de beschikbare capaciteit. De afdeling Handhaving Objectgebonden heeft voor deze taak 5 milieu-inspecteurs: vóór 2014 waren dit er 6. Dit betekent dat er voor 2015 verdergaande keuzes moeten worden gemaakt. Concreet zal in 2015 voor het uitvoeren van signaaltoezicht geen ruimte zijn. Ook zullen er bij die bedrijven die wij jaarlijks en één keer per twee jaar controleren geen oplevercontroles meer worden gehouden, tenzij het een geheel nieuwe vestiging betreft. In bijlage 1 is het aantal medewerkers gespecificeerd per beleidsveld. Besluit Risico s Zware Ongevallen(Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN)) Enschede heeft 2 bedrijven waarop het Besluit risico s zware ongevallen van toepassing is. Bedrijven die hier onder vallen vragen een gespecialiseerde aanpak. Voor de uitvoering van deze taken zijn gespecialiseerde regionale omgevingsdiensten opgericht (zes in Nederland). Een van deze omgevingsdiensten is de ODRN. Via mandaat vindt toezicht en handhaving

23 plaats door de ODRN. Enschede levert 1 milieu-inspecteur voor het uitvoeren van deze gespecialiseerde controles. Er zijn concrete kabinetsplannen deze bedrijven onder het bevoegd gezag van de provincie te laten vallen. Na wijziging van het Besluit omgevingsrecht zullen wij de twee dossiers overdragen aan de provincie Overijssel. Regionale Uitvoeringsdienst Twente (RUD) De coördinatie van alle overige milieubedrijven vindt plaats door de RUD, waarbij in eerste instantie toezichthouders vanuit Enschede op de bedrijven in Enschede worden ingezet (dit bij voldoende aanbod in relatie met de te leveren kwaliteit). Jaarlijks wordt de RUD via de inventarisatietool op de hoogte gebracht van de actuele werkvoorraad en beschikbare inspectiecapaciteit. Bedrijven worden cyclisch gecontroleerd op basis van de regionale risicoanalyse (zie bijlage 3). Partners hebben de mogelijkheid vanwege lokale omstandigheden af te wijken van de afgesproken controlefrequentie. Wij hebben dat bijvoorbeeld gedaan voor de vuurwerkverkooppunten, die jaarlijks door ons worden bezocht en de tankstations (ondergrondse opslag van grote hoeveelheden brandstoffen), die elke 2 jaar een controle krijgen.

24 Planning milieutoezicht 2015 Ook in 2015 zal het milieutoezicht bij bedrijven in het teken staan van de doorontwikkeling van de RUD Twente. De toewijzing van bedrijven voor het programma wordt steeds meer centraal vanuit de RUD geregeld. Omdat bij het tot stand komen van deze planning nog niet bekend is hoeveel werk er van RUD-partners komt kon hiermee geen rekening worden gehouden. Zodra dat duidelijk is zal de in dit programma opgenomen planning nog wijzigen. Meer en meer komt ook het besef dat het belangrijk is dat gegevens eenduidig worden vastgelegd. Binnen de RUD loopt hiervoor het project: De basis op orde. Het juist labelen van het bedrijvenbestand is erg belangrijk voor het inzichtelijk krijgen van de regionale werkvoorraad. Basis hiervoor is onderstaande tabel uit de kwaliteitscriteria. Ons bedrijvenbestand is in 2014 voorzien van deze indeling. De tabel hieronder geeft onze totale bedrijvenbestand weer per klasse en branche. BRZO Industrie el (IPPC) KLASSE III KLASSE II KLASSE I Producti Afval Producti M.u.v. Agrarisc e Agrarisc Type verwerkin e agrarisc Type A h (IPPC) (m.u.v. h OBM B g chemie h OBM chemie) Totale bedrijvenvoorraad per RUD-klasse ( november 2014) De bedrijven worden afhankelijk van de controlefrequentie bezocht. De planning voor de periodieke controles van 2015 (aantallen) is te vinden in de bijlage 2. Project energiebesparing bij bedrijven Enschede heeft in 2014 het initiatief genomen om binnen de RUD Twente via een coalition of the willing duurzaamheid onder de aandacht te brengen. In 2015 zal samen met Hengelo en Almelo, als trekkers voor duurzaamheid in de RUD, verder worden samengewerkt om het toezicht op energiebesparingsmaatregelen bij bedrijven onder de aandacht te brengen. Hiervoor is bij het Ministerie van Infrastructuur een aanvraag ingediend voor een éénmalige subsidie van , - voor de RUD Twente. Dit budget zal, indien toegekend, worden besteed aan het opleiden van milieu-inspecteurs en het stimuleren van bedrijven in het nemen van energiebesparende (erkende) maatregelen. Met de samenwerking verwachten de trekkers te komen tot een natuurlijke groei naar een kennispunt in de regio voor duurzaamheid. Gevoel voor nut en noodzaak, medewerking en inzet van capaciteit van partners is hiervoor echter noodzakelijk. In 2015 zal, na het opleiden van de milieu-inspecteurs, structureel meer aandacht uitgaan naar (erkende) energiebesparende maatregelen bij bedrijven. Volgens het energieakkoord zal dit naar verwachting een besparing van 5% bij bedrijven in Twente kunnen opleveren. Eind 2014 is al een begin gemaakt met een branchegewijze aanpak (doorlichting) van type-a bedrijven. Type-A bedrijven hoeven zich niet te melden en krijgen niet periodiek een milieucontrole. Het is echter zeker niet uitgesloten dat hier veel te winnen valt als het gaat om energiebesparing.

25 Deelproject stookinstallaties De stookinstallaties van ongeveer 20 grote gebouwen worden gecontroleerd op veilig functioneren, optimale verbranding en energiezuinigheid. Het niet tijdig keuren kan onveilige situaties opleveren en ten koste gaan van de energiezuinigheid. Deze gebouwen zijn zogenaamde type A bedrijven waarvoor geen meldplicht geldt, maar die zich wel aan voorschriften moeten houden. Het eerste resultaat van dit in eind 2014 gestarte project moet begin 2015 duidelijk zijn. Afhankelijk van de behaalde resultaten zal worden bekeken of verdere inzet op deze branche zinvol is. Project IBA s IBA staat voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Als de afstand die de burger vanaf zijn huis tot aan het riool moet overbruggen te groot is (meer dan 40 meter) dan vervalt de plicht om op de riolering aan te sluiten. Er mag echter niet ongezuiverd worden geloosd. Een lozing wordt toegestaan als het afvalwater door een "zuiveringtechnisch werk", zoals een IBA, wordt geleid. Daarna kan geloosd worden op het oppervlaktewater (waterschap bevoegd gezag) of in de bodem (gemeente bevoegd gezag). In totaal zijn er in Enschede 282 objecten die niet op het riool lozen. In onderling overleg met het Waterschap Vechtstromen is een werkverdeling gemaakt waarbij het overgrote deel door het waterschap zal worden uitgevoerd. Onze inzet beperkt zich vooralsnog tot ongeveer 20 objecten. Doel van het project is van alle adressen duidelijk te maken of het een bodemlozer of een lozer op het oppervlaktewater is en of er aan de regels wordt voldaan. 6.6 Juridisch advies De juridisch adviseurs van de afdeling Handhaving verzorgen bij voortdurende of ernstige overtredingen het gehele verdere juridische traject conform de Algemene wet bestuursrecht. Dit geldt voor zowel de afdeling Handhaving Openbare Ruimte als Handhaving Objectgebonden. Met de overheveling van taken van het rijk naar de gemeente, van bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet, zal ook de bestuurlijke boete als nieuw instrument gehanteerd worden. Naast het juridische traject bestaat een groot deel van het werk van de juridisch adviseurs uit het geven van handhavingsadviezen aan inspecteurs, het begeleiden van- en het trekken van projecten en het opstellen van operationele beleidsvoorstellen. Daarnaast proberen de juridisch adviseurs in het voortraject al betrokken te worden in plannen en/of afspraken waarbij deze getoetst kunnen worden op handhaafbaarheid. Dit om te voorkomen dat in een later traject (onnodige) handhavingstrajecten opgestart moeten worden. 6.7 Waar gaan we het mee doen? Medewerkers Functie Fte 1 Afd. Hoofd 1,00 1 Sr. Juridisch Adviseur 1,00 6 Juridisch Adviseurs 5,89 1 Sr. Projectleider 1,00 1 Sr. Bouwinspecteur 1,00 1 Bodeminspecteur 1,00 4 Bouwinspecteurs 4,00 1 Sr. Milieu-Inspecteur 1,00 4 Milieu-Inspecteurs 4,00 Voor bovenstaande personele bezetting is ,00 beschikbaar (excl. overhead). Opleiding Voor professionele medewerkers in dit vakgebied is opleiding en bijscholing noodzakelijk. Steeds veranderende wetgeving en inzichten (uitspraken) vragen om actualiseringen in deze materie. Hiervoor is ,00 begroot. Hierin zit verplichte bijscholing om zaken te mogen blijven oppakken zoals bijvoorbeeld het toezicht op asbest maar ook opleidingen die

26 zorgen dat medewerkers blijven voldoen aan de kwaliteitscriteria. Maar ook het deelnemen aan seminaries, landelijke en regionale overleggen om proactief van de veranderingen op de hoogte te zijn en of een bijdrage te leveren. Materieel Het materieel budget van ,00 is onder andere voor het contract voor digitaal toezicht en bijbehorende apparatuur, actualisering van wetgeving in verschillende software, onderhoud van checklists die tijdens toezicht en handhaving worden gebruikt, het ijken en onderhouden van meetapparatuur ten behoeve van het toezicht, persoonlijke beschermingsmiddelen, bijdrage gebruik eigen voertuigen t.b.v. toezicht en bijdrage(n) aan afdeling overstijgende toepassingen zoals cyclorama maar ook een prognose van kosten die kunnen voortkomen uit het voeren van juridische procedures.

27 7. Programma Handhaving Openbare Ruimte, Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) en bijzondere wetten Parkeren Fiscaal en overig Parkeertoezicht wordt uitgevoerd in de gehele stad, waarbij het zwaartepunt ligt op het gebied binnen de singels. Het fiscaal parkeertoezicht bestaat uit: 1. Het uitoefenen van controle op de juiste wijze van parkeren bij parkeerapparatuur; 2. Ingeval van constateren van het niet-, niet juist of niet genoeg voldoen van parkeerbelasting het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelastingen; 3. Het melden van storingen aan parkeerapparatuur. Het overige parkeertoezicht bestaat uit: 1. De controle op het juiste gebruik van parkeerplaatsen voor vergunninghouders en alle overige parkeerovertredingen in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften ( Wet Mulder ); 2. Parkeren blauwe zone; 3. In geval van constatering van overtredingen het uitschrijven van een fiscale naheffingsaanslag of een aankondiging van beschikking; 4. Het op verzoek ( incidenteel) controleren van de zogenaamde controlevrije parkeeraccommodaties in verband met misbruik en/of oneigenlijk gebruik van deze accommodaties. In de binnenstad is er sprake van parkeeroverlast. In 2014 is een overleg gestart om deze overlast te verminderen. Hierbij moet worden gekeken naar het toegangsbeleid, de fysieke toegangsmogelijkheden, het vernieuwde vergunningen- en ontheffingsstelsel voor parkeren en toegang: daarna kan er een goede aanpak worden bedacht om, in samenspraak met relevante partijen, de parkeeroverlast te verminderen. In 2015 zal dit verder uitgewerkt worden. Drank- en Horecawet Tijdens de MIA- acties (multidisciplinaire integrale acties) zal (tijdens controle op horeca) aandacht besteed worden aan de Drank- en Horecawet. Dit gebeurt 4 keer per jaar waarbij per keer ongeveer 15 ondernemingen gecontroleerd zullen worden. Tevens worden in overleg met betrokken partijen een tweetal thema s benoemd die specifieke aandacht zullen krijgen gedurende Convenant BOA domein I ( overlastfeiten en parkeren ) De BOA s (Domein I) houden toezicht op- en handhaven overlastfeiten en parkeren. In 2013 is een samenwerkingsovereenkomst BOA s Domein I afgesloten met de Politie Oost Nederland, het Openbaar Ministerie en de 14 Twentse gemeenten. Deze samenwerkingsovereenkomst heeft in eerste instantie tot doel uitwisseling van BOA s mogelijk te maken op de volgende momenten: - Bij publieksevenementen; - Bij piekmomenten waarbij de eigen gemeentelijke capaciteit niet toereikend is (denk bijvoorbeeld aan huldigingen, plotselinge manifestaties en projectmatige inzet (zoals Drank- en Horecawet). In de regio Twente wordt toegewerkt naar een regionaal basisniveau van toezicht en handhaving. De aan dit convenant deelnemende gemeenten zijn overeengekomen gezamenlijk de opleiding in het kader van de permanente her- en bijscholing in te kopen. Tevens biedt politiedistrict Twente, als direct toezichthouder, de mogelijkheid om na een ingrijpende gebeurtenis gebruik te maken van het Bedrijfsopvangteam (BOT). Voorwaarde hiervoor is dat zowel de BOA, als de politie bij het incident betrokken zijn.

28 Voor 2015 is het voornemen om met de 14 Twentse gemeenten een regionale actie uit te zetten. Afval De BOA s domein I houden zich op het gebied van afval vooral bezig met leefbaarheidszaken. Dat zijn de lichtere overtredingen zoals afvaldumpingen naast huisvuilcontainers, het naast een container plaatsen van huisvuilzakken en grof afval en het weggooien van consumptie (afval, blikjes). Dit laatste komt vooral voor op de zogenaamde snoeproutes bij scholen. In 2015 worden hierover nadere afspraken gemaakt met Twente Milieu en GCC. Afgesproken is dat de handhavers gebruik maken van partners in het buitengebied om gericht te kunnen handhaven op zwerfafval. Hiervoor is een netwerkkaart ontwikkeld. Er is wel een ontwikkeling gaande waarin het aantal BOA s wordt verminderd en het buitengebied minder aandacht krijgt (zie hieronder).. Een probleemlocatie in het buitengebied kan wel opgepakt worden als daar de noodzaak voor is: verder wordt er op basis van concrete meldingen opgetreden. Indien het noodzakelijk is, dan zullen we hierover nadere afspraken maken met partners. Domein II (o.a. flora en fauna) De BOA s van Team Milieuhandhaving (Domein II) houden toezicht op en handhaven de regels van de Wet Milieubeheer, de Wet Bodembescherming, de Waterwet en de Flora- en Faunawet. Team Milieuhandhaving werkt vooral in het buitengebied van Enschede. Daar worden de illegale vuilstort, het zwerfafval, het verontreinigen van de bodem en lozingen in het oppervlaktewater aangepakt. Toezicht op de flora en fauna bescherming maakt daarvan ook onderdeel uit. BOA s domein II zullen in 2015 niet meer preventief patrouilleren in het buitengebied en de stad. Ook zal de inzet op de Flora en Faunawet worden teruggebracht. Het effect van de preventieve aanwezigheid is niet te meten. Daarbij komt, dat door de terugtrekkende beweging van de Landelijke Politie (t.g.v. bezuinigingen) op de Wabo-taken in 2015 meer inzet en ondersteuning van BOA s Domein II gevraagd wordt. Ehbo/ reanimatie Alle BOA s van de afdeling hebben een AED-certificaat. Een aantal zijn in het bezit van een AHBO-diploma. In de openbare ruimte kunnen zij, waar nodig, burgers hulp verlenen. 7.2 Markten en havens Markten De marktmeesters houden toezicht op de marktverordening en zijn aanspreekpunt voor de marktondernemers. Met ingang van 1 januari 2015 is de dinsdagmarkt (op het Van Heekplein) verzelfstandigd. Met de Stichting Dinsdagmarkt zijn afspraken gemaakt over het gebruik van het Van heekplein, inclusief de kosten. Zaak is deze afspraken in 2015 te monitoren. Havens Om de havengelden te innen wordt minimaal 2 keer per dag toezicht in de haven gehouden. De uitvoering van deze taken wordt ingekocht bij de Gemeente Hengelo. In het kader van een gemeenschappelijk havenbedrijf Twentekanalen is een havenmanager aangesteld. Het beheer van de Haven wordt in 2015 belegd bij het Stadsdeelbeheer West. 7.3 Projecten In bijlage 5 staan alle taken en projecten weergegeven per stadsdeel. Hieronder wordt per project een korte toelichting gegeven. Beeldkwaliteit binnenstad Op en rondom de terrassen, die geplaatst zijn op de Oude Markt, is sprake van verrommeling in het straatbeeld: dit door de diversiteit aan geplaatste objecten op de terrassen en bouwactiviteiten die het open karakter van de terrassen aantasten. De wens is daarom om tot

29 verbeteringen in de beeldkwaliteit van de Oude Markt te komen. Om de gewenste beeldkwaliteit te realiseren maar ook om bij afwijkingen te kunnen handhaven, dienen er drie toetsingskaders te worden aangepast en op elkaar te worden afgestemd. Het betreft hier het terrassenbeleid, de welstandsnota en het bestemmingsplan. Op dit moment zijn voorbereidingen gaande om deze drie toetsingskaders op elkaar aan te laten sluiten om daarmee ongewenste ontwikkelingen in de toekomst te voorkomen, het straatbeeld te verbeteren en indien nodig eenduidig handhavend op te kunnen treden. Dit proces vindt plaats onder regie van Stadsdeelmanagement Centrum. Vanuit het programma Leefomgeving wordt in dit kader gewerkt aan het opnemen van algemene regels over de inrichting van terrassen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Project veilige schoolomgeving In samenspraak met de stadsdelen en diverse scholen zijn er afspraken gemaakt om de verkeersoverlast rondom scholen terug te dringen. Ook in 2015 gaan wij samen met de stadsdelen en de diverse scholen ervoor zorgen dat kinderen weer veiliger naar school kunnen gaan. Dit gebeurt echter niet meer in de vorm van een project maar behoort tot de reguliere werkzaamheden. Evenementen De afgelopen jaren heeft de afdeling Handhaving Openbare Ruimte ervaring opgedaan met evenementen. Voor ons is vooral een rol weggelegd om de evenementenvergunning te controleren op aspecten die binnen het reguliere takenpakket vallen, zoals Drank- en Horecawet, uitstallingen etc. Inzet wordt voornamelijk gepleegd bij grootschalige en/of risicovolle evenementen. Verder is ondersteuning op aanvraag mogelijk. Vanuit Handhaving Objectgebonden werd al toezicht gehouden en gehandhaafd op de aspecten geluid, constructie en bereikbaarheid bij hoofdzakelijk grootschalige en/of risicovolle evenementen. Illegale feesten De afdelingen handhaving gaan samen met de politie optreden tegen illegale feesten, waarbij gevaar voor verstoring van de openbare orde aanwezig is. In de lokale driehoek is besloten dat dit aangepakt dient et worden. Er wordt een projectplan opgesteld in samenwerking met concernstaf veiligheid en de politie. Verwachting is dat deze situatie zich maximaal tien keer per jaar voor zal doen in Enschede. Omdat hier nog geen ervaring mee is opgedaan, is het noodzakelijk dit project in 2015 te monitoren en na te gaan hoeveel tijdsbeslag dit project vergt. Mocht het project veel extra capaciteit vragen, dan zullen er (samen met het bestuur) keuzes worden gemaakt om andere taken of projecten te schrappen. Hotspots afval In 2015 wordt het project hotspots afval, illegale bijplaatsingen bij verzamelcontainers voortgezet. Binnen dit project wordt nauw samen gewerkt met de afdeling Strategie en Beleid, Twente Milieu en het GCC. Elke maand worden er per stadsdeel 2 hotspots aangewezen, die minimaal 3 maal per week intensief gecontroleerd worden door de BOA s van de afdeling. Het doel van deze projectmatige aanpak is om het gedrag van mensen te beïnvloeden en er zo voor te zorgen dat de stad schoner en netter wordt. Extra handhaving parkeervisie De afdeling gaat gedurende drie jaren extra handhaven op de gebieden die buiten de betaald parkeergebieden liggen of (daar waar het om overlastgebieden gaat) na de eindtijd betaald parkeren (2015 is jaar 2). Overlast bestaat vooral uit hinderlijk parkeren. In samenspraak met het parkeerbedrijf worden er per 2 maand hotspots waar veel overlast bestaat aangewezen. 7.4 Multidisciplinaire zaken (complexe zaken) Er zijn zaken die gezien hun invloed op de samenleving meer aandacht vragen dan een gemiddelde zaak (aanpak). Er zijn vaak (veel) verschillende partijen bij betrokken die vervolgens afstemming behoeven met de verschillende afdelingen binnen onze organisatie. Een goede belangenafweging is niet altijd direct te maken en vraagt de benodigde afstemming. Denk hierbij aan de para-commerciële partijen ten opzichte van de commerciële partijen,

30 of nieuwe ontwikkelingen die sneller gaan dan regelgeving en/of beleidsaanpassingen en verschillende belangen zoals economische belangen ten opzichte van precedent werking (level playing field). MIA (Multidisciplinaire Integrale Acties) worden in 2015 op twee manieren ingezet: a. Aan de hand van thema-gerichte maandelijkse actie De maandelijkse acties zijn per thema ingedeeld. Deze thema s komen voort uit het integraal veiligheidsprogramma. Hierbinnen worden controles uitgevoerd waar klachten/meldingen binnen komen en bij panden waar een (branche)risico bestaat. Controle middels een MIA vindt alleen plaats als er (vermoedelijk) sprake is van overtredingen op meerdere vlakken. Er blijft beperkt ruimte om actualiteiten op te pakken. b. Naar aanleiding van uitgebreider onderzoek Naast de maandelijkse MIA is het de bedoeling dat deze werkwijze ook toegepast wordt bij zaken die meer onderzoek nodig hebben om ze daarmee doelgericht aan te kunnen pakken. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum Oost- Nederland doet (naar aanleiding van een opdracht van de lokale driehoek) vooronderzoek naar bepaalde branches/ontwikkelingen. Hier kan uit voortkomen dat er controles plaats moeten vinden. Deze kunnen uitgevoerd worden middels een MIA. Samenstelling van de controlegroep kan per onderwerp verschillen. Voorbeelden hiervan zijn inzet op huisjesmelkers of gokpanden. 7.5 Waar gaan we het mee doen? Medewerkers Functie Fte 1 Afd. Hoofd 1,00 1 Teamleider 0,50 1 Senior 1,00 Handhaver Domein 1 16 (BOA s) 15,6 Handhaver Domein 2 2 (BOA s) 2,00 3 Markt-Havenmeester 3,00 Voor bovenstaande personele bezetting is ,00 beschikbaar (excl. overhead). In Domein 1 (Handhaving Openbare Ruimte) hebben we ongeveer 15 Fte werkzaam. Zij werken integraal en worden dus ook op betaald parkeren ingezet (ongeveer 6 Fte voor betaald parkeren). Voor de stadsdelen blijft daarmee 9 Fte aan integrale handhavers over. Zij werken in overleg met de Stadsdelen aan prioriteiten: daarnaast krijgen zij van inwoners op jaarbasis ongeveer 4500 meldingen (zie bijlage 6). De BOA s worden ingezet binnen een tijdsframe van maandag tot en met zondag van 8.00 uur tot uur (waarvan er gemiddeld 84 uur per week daadwerkelijk gewerkt wordt). Voor de eigen veiligheid van deze medewerkers is er voor gekozen hen in koppels te laten werken. Dat leidt er toe dat er 4,7 FTE nodig is om tot 1 koppel gedurende de genoemde 84 uur per week te kunnen komen. Met de huidige 15 Fte kunnen we ongeveer 3 koppels per week inzetten in de stad. Dit is een uiterst beperkte capaciteit. Gezien deze capaciteit worden keuzes gemaakt welke werkzaamheden op welk moment prioriteit krijgen.

31 Opleiding Voor de Buitengewoon opsporingsambtenaren geldt naast het behalen van de BOA-akte de permanente her- en bij scholing. Daarnaast blijven we investeren in het vergroten van kennis en ontwikkelen van competenties. Hiervoor is ,00 begroot. Materieel Het materieel budget van ,00 is onder andere voor de voertuigen (auto s, scooters, fietsen) en de digitale apparatuur (de pda s en portofoons). Daarnaast hebben de medewerkers dienstkleding.

32 Bijlagen

33 Bijlage 1: Te verwachte aantallen aanvragen, meldingen en controles in 2015 Werkveld Vergunningen Toezicht/Handhaving Periodiek* Overig** Milieu Klasse III BRZO 2 Klasse III Industrieel (IPPC) 2 7 Klasse III agrarisch 3 3 Klasse III productie m.u.v. chemie 15 1 Klasse III productie 5 Klasse III afvalverwerking 1 Klasse II m.u.v. agrarisch OBM Klasse II agrarisch OBM Klasse I type B Project stookinstallaties type A 20 Project IBA s 20 Oplevercontroles op de klassen 1 en 2*** 50 Klachten 85 Totaal Bouwen Wonen Categorie III 2014 Publiek Categorie III Wonen - Categorie I - Dakkapel Wonen - Categorie I (< ) 72 0 Wonen - Categorie II ( ) Wonen - Categorie III (> ) 8 8 Publiek - Categorie I (< ) 13 7 Publiek - Categorie II ( Publiek - Categorie III (> ) 2 2 Bedrijf - Categorie I (< ) Bedrijf - Categorie II ( ) Bedrijf - Categorie III (> ) 3 2 Sloop met asbest Sloop zonder asbest Sloopvergunning Klachten bouwen/ro en eigen waarn. 125 Totaal 442**** Brandveilig gebruik bouwwerken Vergunning brandveilig gebruik 12 Melding brandveilig gebruik 100 Toezicht brandveilig gebruik HOOG 539 Toezicht brandveilig gebruik MIDDEN Ondersteuning bouwtoezicht 50 Oplevercontroles*** 12 Klachten 10 Totaal Bodem Toezicht Wbb saneringen 40 Toezicht Bbk grond / bouwstoffen 80 APV en bijzondere wetten (meldingen) Afval 3880

34 Groen 17 Honden 197 Parkeren 467 Overlast/veiligheidsgevoel 29 Overige 285 Totaal 4875 APV en bijzondere wetten (eigen waarnemingen PVRM) Afval binnen stedelijk 1500 Afval buiten stedelijk 50 APV 226 Dieren en welzijn 2 Flora en Fauna 20 Honden en overige dierenoverlast 469 Inrichtingen 9 Lozingen 2 Openbare orde en veiligheid 544 Overig buiten gebied 20 Overig stedelijk gebied 27 Reclame 11 Verkeer excessen 55 Verkeer m.u.v. parkeren 6 Verkeer parkeren 751 Verkeer rijdend 18 Visserij 131 Totaal 4184 APV en bijzondere wetten (boetes en naheffingen city control) Fiscaal parkeren Afval storten, achterlaten en/of verbranden 28 Hondenoverlast 150 Huishoudelijk afval niet op voorgeschreven wijze aanbieden 28 Zich bevinden op verboden grond. 1 Natuurlijke behoefte doen op de openbare weg 5 Geen identiteitsbewijs 1 Opgeven valse naam 1 Vissen zonder schriftelijke toestemming 15 Rijden zonder geldig rijbewijs 1 Baldadigheid 1 Totaal APV en bijzondere wetten (uitgebreide processenverbaal) Bestuurlijke strafbeschikkingen 5 Mulder 22 Milieu 1 Niet tonen legitimatiebewijs 1 Bodem 1 Totaal 30 APV en bijzondere wetten (officiële waarschuwingen city control) Bestuurlijke strafbeschikkingen 76 Fiscaal parkeren en overig verkeer 300 Totaal 376 APV en bijzondere wetten (aanschrijvingen) Bestuurlijke aanschrijvingen 20 Totaal 20 APV en bijzondere wetten (agressie) Agressie registratie 10

35 Totaal 10 APV en bijzondere wetten Aanleg 25 X Demonstraties 20 X Evenementenvergunning Horeca 90 Kampeerontheffing 15 X Kleine verloting / bingo 51 X Leegstandswet 100 X Luchtvaartwet 5 Monumenten Omzettingsvergunning 25 X Ontheffing geluid 25 X Ontheffing route gevaarlijke stoffen 10 X Ontheffing sluitingstijden 130 X Openbare ruimte (VOR) 76 Reclame 70 Project RVV-ontheffingen 20 X Speelautomaten 50 X Splitsingsvergunning 5 X Standplaats 125 Stookontheffing 20 X Terrasvergunning 40 X Uitweg/inrit 65 X Vellen v/e houtopstand 400 Bij herplant Verklaring bestemming/gebruik 80 X Verkeersbesluiten 20 Winkeltijdenontheffing 29 X Totaal Juridische werkzaamheden Juridisch advies 47 Handhavingsverzoeken 20 Last onder dwangsom 25 Last onder bestuursdwang 2 Gedoogbeschikkingen 1 Bezwaar/beroep/voorl. voorziening 6 10 Bestuurlijke boete (DHW) 5 Totaal *Periodieke controles zijn controles op het bedrijvenbestand en objecten brandveilig gebruik op basis van een risicoanalyse. De controlefrequentie varieert van eens per jaar tot eens per 7 jaar. **In de kolom staat de prognose aan overige controles. De prognose is gebaseerd op de aantallen van 2014, keuzes die vastliggen in het handhavingsbeleid en de beschikbare capaciteit. ***Oplevercontroles vinden plaats n.a.v. een geaccepteerde melding of verleende vergunning. Deze controles worden echter zoveel mogelijk gecombineerd met de periodieke controles om de toezichtlast te verminderen. ****Het betreft hier een prognose omdat wij geen invloed hebben op het starten van de bouwwerkzaamheden. X Wordt opgepakt bij signalen/meldingen

36 Bijlage 2: Toezichtmatrix bouwen

37