INVENTARISATIE EN EVALUATIE VAN TECHNISCHE ALTERNATIEVEN VOOR VASTE RUNDERMEST IN WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRIESLAND EN GRONINGEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INVENTARISATIE EN EVALUATIE VAN TECHNISCHE ALTERNATIEVEN VOOR VASTE RUNDERMEST IN WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRIESLAND EN GRONINGEN"

Transcriptie

1 INVENTARISATIE EN EVALUATIE VAN TECHNISCHE ALTERNATIEVEN VOOR VASTE RUNDERMEST IN WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRIESLAND EN GRONINGEN Opdrachtgever: Altenburg & Wymenga Rapportnummer: Auteur: B. Jonge Poerink Zuurdijk, april 2008

2 INVENTARISATIE EN EVALUATIE VAN TECHNISCHE ALTERNATIEVEN VOOR VASTE RUNDERMEST IN WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRIESLAND EN GRONINGEN Uitgevoerd in het kader van het Investeringsplan Weidevogelreservaten Fryslân en Groningen 2007 Rapportnummer Opdrachtgever: Altenburg & Wymenga, Veenwouden Auteur: Ing. B. Jonge Poerink Zuurdijk, april 2008 Hoofdweg VC Zuurdijk tel info@jpma.nl

3 Inhoudsopgave 1. INLEIDING WERKWIJZE Algemeen Chemische samenstelling Selectiemethode CHEMISCHE SAMENSTELLING Vaste mest rundvee Overige organische meststoffen, composten en digestaten SELECTIE VAN ALTERNATIEVEN Algemeen Selectiestap 1: selectie op basis van chemische samenstelling Beoordelingscriteria Beoordeling Selectiestap 2: selectie op basis van beschikbaarheid Beoordelingscriteria Beoordeling Selectiestap 3: selectie op basis van milieuaspecten Beoordelingscriteria Beoordeling Selectiestap 4: selectie op basis van praktische uitvoerbaarheid Beoordelingscriteria Beoordeling Selectiestap 5: selectie op basis van kosten Beoordelingscriteria Beoordeling GESELECTEERDE ALTERNATIEVEN Paardenmest Groencompost (Gecomposteerde) dikke fractie runderdrijfmest CONCLUSIES GERAADPLEEGDE BRONNEN

4 7.1 Literatuur Wetgeving, Richtlijnen en Handreikingen Websites Geraadpleegde personen en stakeholders Bijlagen Bijlage 1 Toetsing samenstelling organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste mest van rundvee aan globale referentiewaarden Bijlage 2 Samenvatting specifieke wettelijke voorschriften met betrekking tot de aanleg van een opslag van vaste mest Bijlage 3 Samenvatting specifieke wettelijke voorschriften met betrekking tot de aanleg van een composteringshoop Bijlage 4 Gebruiksnormen, werkingscoëfficiënten stikstof en fosfaat Bijlage 5 Overzicht groencomposteerders in de Provincie Friesland 2

5 1. INLEIDING In opdracht van Altenburg en Wymenga te Veenwouden heeft Jonge Poerink Milieuadvies een inventarisatie uitgevoerd naar alternatieven voor vaste stalmest van rundvee in weidevogelreservaten. Deze inventarisatie is uitgevoerd als onderdeel van het Investeringsplan weidevogelreservaten Fryslân en Groningen Aanleiding is het feit dat vaste mest van rundvee vaak onvoldoende beschikbaar is, terwijl regelmatige bemesting met vaste stalmest in de reservaten noodzakelijk is. Vaste mest heeft in verhouding tot drijfmest een hoger gehalte organische stof en lagere gehalten ammoniak. Door deze eigenschappen heeft vaste stalmest een positief effect op het bodemleven. Het bodemleven speelt een vitale rol als voedselbron voor weidevogels. Het uitgangspunt bij deze inventarisatie is dan ook dat een alternatief voor vaste stalmest van rundvee in de eerste plaats een vergelijkbaar gunstig effect op het bodemleven moet hebben. De doelstelling van deze inventarisatie is het vinden van alternatieven voor vaste stalmest van rundvee, waarvan een vergelijkbaar of beter effect op het bodemleven kan worden verwacht. Een dergelijk alternatief moet globaal aan de volgende eisen voldoen: - een vergelijkbare of betere samenstelling dan vaste runderstalmest - voldoende beschikbaar in de regio Friesland en Groningen - voldoet aan de eisen op milieugebied - relatief eenvoudig toepasbaar - relatief lage investeringen en kosten - vrij van onkruidzaden en pathogenen - maatschappelijk acceptabel De inventarisatie is uitgevoerd als een Quick Scan, waarbij in verband met de omvang van de materie en de beperkt beschikbare tijd doelgericht en efficiënt is gewerkt. De benodigde informatie is verzameld aan de hand van literatuurgegevens en raadpleging van experts, producenten en ervaringsdeskundigen. Alle in deze rapportage genoemde kosten zijn globaal en indicatief bedoeld; er kunnen geen rechten aan worden ontleend. In verband met het verkennend karakter van deze inventarisatie is nader onderzoek bij de uitwerking van specifieke gevallen aan te bevelen. In Hoofdstuk 2 van dit rapport is kort de werkwijze toegelicht. Vervolgens is in hoofdstuk 3 een overzicht van de samenstelling van zowel vaste runderstalmest als de mogelijke alternatieven gegeven. In hoofdstuk 4 is stapsgewijs de beoordeling en selectie van de verschillende alternatieven besproken, waarna de geselecteerde alternatieven nader worden toegelicht in hoofdstuk 5. 3

6 4

7 2. WERKWIJZE 2.1 Algemeen De inventarisatie is globaal in de volgende stappen uitgevoerd: - Inventariseren chemische eigenschappen vaste stalmest van rundvee op basis van literatuurgegevens. - Brede inventarisatie van mogelijke alternatieven voor rundveestalmest in weidevogelreservaten door middel van interviews met experts en literatuuronderzoek. - Inventariseren chemische eigenschappen alternatieven op basis van literatuurgegevens. - Selectie van alternatieven op basis van chemische samenstelling, beschikbare hoeveelheid, milieuaspecten, praktische uitvoerbaarheid, kosten en de verspreiding van zaden en pathogenen. 2.2 Chemische samenstelling Van zo veel mogelijk organische meststoffen, composten en digestaten zijn gegevens over de chemische samenstelling verzameld. Het betreft voornamelijk de volgende chemische componenten: - Droge stof (DS) - Organische Stof (OS) - Totale Stikstof (N-tot) - Minerale Stikstof (N-min) - Organische Stikstof (N-org) - Fosfaat (P₂O₅) - Kali (K₂0) - Koolstof: Stikstof verhouding (C/N) - Dichtheid - Zuurgraad (ph) 2.3 Selectiemethode Om een gerichte selectie van alternatieven te kunnen uitvoeren is gekozen voor een stapsgewijze aanpak. Bij iedere selectiestap zijn de producten beoordeeld op een bepaald criterium. Achtereenvolgens zijn de volgende selectiestappen uitgevoerd: Stap 1: selectie op basis van chemische samenstelling Stap 2: selectie op basis van beschikbaarheid Stap 3: selectie op basis van milieuaspecten 5

8 Stap 4: selectie op basis van praktische toepasbaarheid Stap 5: selectie op basis van globaal geraamde investerings- en variabele kosten Het selectieproces is weergegeven in het diagram op de volgende pagina. De exacte beoordelingscriteria zijn voor iedere selectiestap nader uitgewerkt. Dit staat bij de betreffende selectiestap beschreven in hoofdstuk 4. 6

9 Stap 1: Chemische samenstelling van het product vergelijkbaar met vaste runderstalmest? NEE Betreffende organische meststof, compost of digestaat voldoet niet aan selectiecriteria en valt af als alternatief JA Stap 2: Voldoende beschikbaarheid van het product in de regio Friesland en Groningen? NEE Betreffende organische meststof, compost of digestaat voldoet niet aan selectiecriteria en valt af als alternatief JA Stap 3: Product en toepassingsmethode voldoet aan de gestelde milieueisen? NEE Betreffende organische meststof, compost of digestaat voldoet niet aan selectiecriteria en valt af als alternatief JA Stap 4: Toepassingsmethode praktisch goed uitvoerbaar? NEE Betreffende organische meststof, compost of digestaat voldoet niet aan selectiecriteria en valt af als alternatief JA Stap 5: Investeringskosten en variabele kosten relatief laag NEE Betreffende organische meststof, compost of digestaat voldoet niet aan selectiecriteria en valt af als alternatief JA BETREFFENDE PRODUCT EN TOEPASSINGSMETHODE VOLDOET AAN DE GESTELDE SELECTIECRITERIA. GESELECTEERDE ALTERNATIEVEN WORDEN VERDER UITGEWERKT EN GETOETST OP OVERIGE CRITERIA 7

10 8

11 3. CHEMISCHE SAMENSTELLING In dit hoofdstuk is een overzicht gegeven van de gemiddelde samenstelling van vaste mest van rundvee, overige organische meststoffen, composten en digestaten. 3.1 Vaste mest rundvee In tabel 1 is een overzicht gegeven van de chemische samenstelling van vaste mest van rundvee en de bijbehorende spreiding. Tabel 1. Samenstelling vaste mest rundvee (bron Beijer en Westhoek, 1996) Component Samenstelling vaste mest rundvee (spreiding tussen haakjes) kg/ton product Droge stof DS 235 (± 80) Organische stof 153 (±?) OS N-totaal 6,9 (± 3,2) N-mineraal 1,6 (± 0,8) N-organisch 5,3 (± 3,1) Fosfaat 3,8 (± 1,4) Kalium 7,4 (± 4,9) C/N 12,2 (±?) 3.2 Overige organische meststoffen, composten en digestaten In tabel 2 Is de gemiddelde samenstelling van organische meststoffen, composten en digestaten op basis van literatuurgegevens vermeld. Bij deze tabel dient te worden opgemerkt dat er veelal sprake is van spreiding van gehalten, bijvoorbeeld ten gevolge van het gebruik van een bepaald type krachtvoer of een groot aandeel van natuurmaaisel bij groencompostering. De genoemde waarden zijn dan ook vooral indicatief bedoeld. 9

12 Tabel 2. Gemiddelde samenstelling organische meststoffen, composten en digestaten op basis van literatuurgegevens (in kg/ton product) Organisch product DS OS N- tot N- min N- org P₂O₅ K₂O C/N (2) Dichtheid kg/m³ ph Rundvee vaste mest (7) ,9 1,6 5,3 3,8 7,4 12,2 900 Rundvee dunne mest(1) ,4 2,2 2,2 1,6 6,2 7, Kippen strooisel(1) ,1 8,6 10,5 24,2 13,3 12,4 600 Kippen dunne mest(1) ,2 5,8 4,4 7,8 6,4 5, Varkens strooisel (2) ,5 1,5 6,0 9,0 3,5 11,9 - Vleesvarkens dunne ,2 4,2 3,0 4,2 7,2 4, mest(1) Zeugen dunne mest(1) ,2 2,5 1,7 3,0 4,3 4,6 - Schapen vaste mest(2) ,6 2,0 6,6 4, ,3 - Geiten vaste mest(2) ,5 2,6 5,9 5,2 10,6 12,0 - Kalkoenen (2) ,7 6,4 18,3 19,6 18,4 10,5 535 Paarden vaste mest(2) , ,0 5,6 28,0 700 Nertsen (2) ,7 10,1 7,6 27 3,9 5,9 - Konijnen (2) ,9 2,0 8,9 9,9 11,5 14,2 - Eenden (2) ,3 1,7-7,4 11,3 16,4 - Runderdrijfmest dikke 183 4,9 3,4 7,0 fractie (scheiding, centrifuge) (3) Varkensdrijfmest dikke 270 9,6 19,6 7,2 fractie (scheiding)(3) Champost(1) ,8 0,3 5,5 3,6 8, GFT-compost(1) ,5 0,8 7,8 3,7 6,4 12,3 800 Groencompost (2) , ,1 5,0 31,0 - Heidecompost (2) , ,6 1,1 34,4 - HUMEST (4) Natuurmaaisel-drijfmest compost ,1-10, ,1-8,4 3,2-18,5 Hekkelspecie (5) , ,8 21,8 Digestaat runderdrijfmest 31 5,0 4,0 0,9 5,1 7-8 (6) Digestaat 41 8,0 6,6 2,0 7,0 7-8 vleesvarkensdrijfmest (6) Bronnen tussen haakjes in tabel: 1. Meststoffenkaart NMI, Handboek Mest & Compost, Louis Bolk Instituut, ter Berg (2001) 3. Quick scan van be- en verwerkingstechnieken van dierlijke mest, WUR, Melse et al (2004) 4. Aanvoer van organische mest op grasland, WUR, de Boer et al (2004) 5. Hekkelspecie in weidevogelreservaten, Van Hall Instituut, Jongsma en de Witte (2003) 6. Onderzoek afzet van digestaat uit co-vergistingsinstallaties, SenterNovem, Brenneisen (2005) 7. Meststoffen voor de rundveehouderij, IKCL, Beijer en Westhoek (1996) 10

13 4. SELECTIE VAN ALTERNATIEVEN 4.1 Algemeen In dit hoofdstuk is per selectiestap een korte beschrijving van de beoordelingscriteria gegeven. De selectie zelf is gepresenteerd in tabelvorm. In deze tabellen zijn de in tabel 3 genoemde symbolen gebruikt om aan te geven of een bepaald alternatief voldoet aan de gestelde beoordelingscriteria. Als een product niet voldoet aan de gestelde criteria binnen een selectiestap dan valt dit product af voor een volgende selectiestap. Indien het product voldoet aan de gestelde criteria of bij twijfel dan gaat het product door naar de volgende selectiestap. Tabel 3. Overzicht van de in de tabellen van de verschillende selectiestappen gebruikte symbolen en de bijbehorende kwalificering symbool kwalificering Product door naar volgende selectiestap? - Product voldoet niet aan de gestelde criteria NEE + Product voldoet aan de gestelde criteria JA -? Product voldoet mogelijk niet aan de gestelde criteria +? Product voldoet mogelijk aan de gestelde criteria JA JA 4.2 Selectiestap 1: selectie op basis van chemische samenstelling Beoordelingscriteria Aangezien deze inventarisatie is gericht op het vinden van alternatieven voor vaste runderstalmest ten behoeve van de verbetering van de bodemkwaliteit en het bodemleven in weidevogelreservaten is niet alleen gezocht naar producten die qua samenstelling sterk overeenkomen met vaste runderstalmest. Een afwijkende samenstelling van een product in vergelijking met vaste runderstalmest kan namelijk voordelig zijn voor de bodemkwaliteit en het bodemleven. Zo noemen Van Eekeren et al (2003) een hoog organische stof gehalte en een hoge C/N verhouding voordelig voor de ontwikkeling van het bodemleven. De gehalten van deze componenten mogen dus hoger liggen dan bij vaste runderstalmest. 11

14 In verband met de normen voor stikstof en fosfaat die per jaar maximaal via bemesting in weidevogelreservaten mag worden toegepast (2008: Stikstof max. 170 kg en Fosfaat max. 70 kg, zie bijlage 4) zijn relatief lage gehalten van deze stoffen gunstig. Zeer lage gehalten stikstof en fosfaat zijn niet gunstig aangezien er kans op tekorten aan deze nutriënten zou kunnen ontstaan. Aan de hand van de samenstelling van vaste rundermest en de voorgaande redenering zijn de in tabel 4 vermelde globale referentiewaarden vastgesteld. Het betreft globale referentiewaarden die uitsluitend zijn opgesteld als hulpmiddel om selectiestap 1 systematisch en inzichtelijk te laten verlopen. De exacte keuze van de globale referentiewaarden is overigens arbitrair. Tabel 4. Bepaling globale referentiewaarden voor beoordeling geschiktheid organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste runderstalmest op basis van chemische samenstelling Component Samenstelling vaste mest kg/ton product Evaluatie effect component op bodemleven Referentiewaarden kg/ton product Droge stof DS 235 ± 80 Een hoog droge stofgehalte is > 150 gunstig Organische stof 153 ±? Een hoog organische stof gehalte > 100 OS is gunstig N-totaal 6,9 ± 3,2 Stikstof totaal gehalte mag niet te 3 10 hoog en niet te laag zijn N-mineraal 1,6 ± 0,8 Het relatieve aandeel minerale < 3 stikstof mag niet te hoog zijn, maar ook niet zeer laag N-organisch 5,3 ± 3,1 Een relatief hoog aandeel 2-10 organisch stikstof is gunstig Fosfaat 3,8 ± 1,4 Fosfaat gehalte mag niet te hoog 2 6 en niet te laag zijn Kalium 7,4 ± 4,9 Kalium is niet maatgevend Circa 2-15 C/N 12,2 ±? Een hoge C/N verhouding is gunstig > Beoordeling In tabel 5 en bijlage 1 is de samenstelling van ieder product (zie tabel 2), getoetst aan de globale referentiewaarden die vermeld staan in tabel 4. 12

15 Tabel 5. Beoordeling geschiktheid organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste runderstalmest op basis van chemische samenstelling Alternatief Samenstelling Beoordeling Meststoffen Rundvee dunne mest DS/OS gehalte en C/N verhouding te laag - Kippen strooisel N en P gehalte te hoog - Kippen dunne mest N gehalte te hoog - Varkens strooisel P gehalte te hoog - Vleesvarkens dunne DS/OS gehalte en C/N verhouding te laag - mest Zeugen dunne mest DS/OS gehalte en C/N verhouding te laag - Schapen vaste mest Vergelijkbaar (K relatief hoog) + Geiten vaste mest Vergelijkbaar + Kalkoenmest N en P gehalte te hoog - Paardenmest Vergelijkbaar + Nertsenmest N gehalte en C/N verhouding te hoog - Konijnenmest N en P gehalte te hoog - Eendenmest P te hoog - Bewerkte mest Runderdrijfmest dikke fractie (scheiding, centrifuge) Varkensdrijfmest dikke fractie (scheiding) Strofilter runderdrijfmest en stro Mengen runderdrijfmest en stro Natuurmaaisel en mest mengsel runderdrijfmest, riet en grasmaaisel Compost vergelijkbaar? (OS en C/N onbekend) +? P gehalte te hoog - Geen gegevens; waarschijnlijk vergelijkbaar +? Vergelijkbaar (bron: 1) + Geen gegevens ;waarschijnlijk vergelijkbaar +? Champost Vergelijkbaar + GFT-compost Vergelijkbaar + Groencompost Vergelijkbaar + Heidecompost N, P en K erg laag - Strofiltermestcompost Geen gegevens ;waarschijnlijk vergelijkbaar +? HUMEST Natuurmaaisel-drijfmest compost Runderdrijfmestcompost (Dikke fractie) Hekkelspecie Vergelijkbaar + Geen gegevens ;waarschijnlijk vergelijkbaar +? Zware metalen gehalte te hoog, betreft hekkelspecie uit lokaal gebied(bron: 2) Geen verdere analyseresultaten van hekkelspecie bekend (pers. mededeling v.d. Velde, Wetterskip) -? 13

16 Vervolg tabel 5. Beoordeling geschiktheid organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste runderstalmest op basis van chemische samenstelling Alternatief Samenstelling Beoordeling Digestaat Digestaat runderdrijfmest Digestaat vleesvarkensdrijfmest Digestaat runderdrijfmest Dikke fractie na scheiding (co)digestaat runderdrijfmest en natuurmaaisel Dikke fractie na scheiding DS/OS gehalte en C/N verhouding te laag - DS/OS gehalte en C/N verhouding te laag - Geen gegevens waarschijnlijk vergelijkbaar +? Geen gegevens waarschijnlijk vergelijkbaar +? Bronnen tussen haakjes in tabel: 1. Handboek Mest & Compost, Louis Bolk Instituut, ter Berg (2001) 2. Hekkelspecie in weidevogelreservaten, Van Hall Instituut, Jongsma en de Witte (2003) 4.3 Selectiestap 2: selectie op basis van beschikbaarheid Beoordelingscriteria Als het betreffende product of de grondstoffen voor het betreffende product in de regio Friesland en Groningen in ruime hoeveelheden (> circa 5 Kton/jr) worden geproduceerd dan voldoet het product aan het criterium beschikbaarheid. Met het oog op transportkosten en duurzaamheid is de aanvoer van buiten deze provincies niet wenselijk. Overigens zijn verschillen in de beschikbaarheid binnen de provincies Friesland en Groningen niet meegewogen. In de meeste gevallen is, bij gebrek aan exacte regionale data over hoeveelheden van producten en grondstoffen, een kwalitatieve schatting gemaakt van de regionale beschikbaarheid. Hiervoor zijn de landelijke jaarlijkse productiegegevens uit tabel 6 gecombineerd met statistieken over aantal stuks vee per provincie (Landbouwtelling CBS/LEI, 2007, Daar waar mogelijk is bij de beoordeling gebruik gemaakt van regionale gegevens. Bronnen van deze gegevens staan in tabel 7 vermeld. 14

17 Tabel 6. Hoeveelheid mest en groenafval in Nederland in kton per jaar Organisch mest en Hoeveelheid in kton/jaar groenafval Rundvee vaste mest (1) 1061 Rundvee dunne mest (1) Pluimvee totaal (1) 1484 Varkens strooisel (1) Vleesvarkens dunne mest (1) Schapen en geiten, vaste 434 stalmest (1) Paardenmest Onbekend, statistieken gericht op landbouwbedrijven Konijnen en nertsenmest 91 (1) Rietmaaisel (2) 130 Heidemaaisel (2) 284 Natuurgrasmaaisel (2) 3600 Hekkelspecie (3) 1159 Digestaat (4) In 2006: 300 (37 installaties) Bronnen tussen haakjes in tabel: 1. LEI/CBS 2008, gegevens Binnenlands biomassapotentieel, Ecofys, Kuiper en de Lint (2008) volgens Beoordeling De beoordeling van de beschikbaarheid van organische meststoffen, composten en digestaten in de regio Friesland en Groningen is vermeld in tabel 7. 15

18 Tabel 7. Beoordeling beschikbaarheid organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste runderstalmest in de regio Friesland en Groningen. Alternatief Productie in regio Friesland en Groningen Beoordeling Meststoffen Schapen vaste mest Veel schapenhouderij in de regio aanwezig, de - hoeveelheid stalmest is beperkt, aangezien de schapen gedurende slechts 2 maanden op stal staan. Schapenhouders kunnen de mest goed gebruiken op eigen land (pers. mededeling schapenhouderij Wijbenga) Geiten vaste mest Weinig geitenhouderij in de regio aanwezig - Paardenmest Er is een groot aantal maneges en + paardenhouderijen in de regio. Men kan doorgaans de mest niet kwijt op eigen land en laat dit afvoeren (pers mededeling paardenhouderij Veenstra). Daarnaast aanbod particulieren groot (pers. mededeling N. Boele, SBB) Bewerkte mest Runderdrijfmest dikke fractie (scheiding, centrifuge) Strofilter runderdrijfmest en stro Mengen runderdrijfmest en stro Natuurmaaisel en mest mengsel runderdrijfmest, riet en grasmaaisel Compost Grondstof runderdrijfmest ruim aanwezig + Grondstof runderdrijfmest ruim aanwezig + Grondstof runderdrijfmest ruim aanwezig + Grondstof runderdrijfmest ruim aanwezig + Champost Weinig paddenstoelenteelt in de regio (In Friesland - geen en in Groningen 4 bedrijven) GFT-compost Grondstoffen aanwezig bij gemeentes + Groencompost Aanwezig, 5 commerciële composteerinrichtingen in + regio Friesland; daarnaast een aantal (>2) gemeentelijke composteerinrichtingen Strofiltermestcompost Grondstoffen ruim aanwezig + HUMEST Natuurmaaisel-drijfmest compost Grondstoffen ruim aanwezig + Runderdrijfmestcompost (Dikke fractie) Hekkelspecie Grondstoffen ruim aanwezig + Circa 1000 ton/jaar, afkomstig van objecten als bijvoorbeeld gemalen(pers. mededeling v.d. Velde, Wetterskip), wordt afgevoerd naar composteerders. De overige hekkelspecie uit sloten e.d. blijft achter op het land. - 16

19 Vervolg tabel 7. Beoordeling beschikbaarheid organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste runderstalmest in de regio Friesland en Groningen. Alternatief Productie in regio Friesland en Groningen Beoordeling Digestaat Digestaat runderdrijfmest Dikke fractie na scheiding (co)digestaat runderdrijfmest en natuurmaaisel Dikke fractie na scheiding Beperkt, slechts 10 installaties in Friesland aanwezig. Veehouders weinig problemen met afzet als meststof (Biewenga, 2008). Toekomst door nieuwe SDE subsidieregeling recentelijk onzeker geworden Beperkt, slechts 10 installaties in Friesland aanwezig. Veehouders weinig problemen afzet als meststof (Biewenga, 2008). Toekomst door nieuwe SDE subsidieregeling recentelijk onzeker geworden Selectiestap 3: selectie op basis van milieuaspecten Beoordelingscriteria Met betrekking tot milieuaspecten zijn de alternatieven beoordeeld op de volgende criteria: - Emissie van ammoniak - Gehalten zware metalen (BOOM Besluit) - Ongewenste vervuiling met plastic, glas en metaal - Afzet afvalproducten Beoordeling De beoordeling van de milieuaspecten bij de productie en het gebruik van organische meststoffen, composten en digestaten is vermeld in tabel 8. 17

20 Tabel 8. Beoordeling geschiktheid organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste runderstalmest op basis van milieuaspecten. Alternatief Relevante milieuaspecten Beoordeling Meststoffen Paardenmest Bewerkte mest Standaard milieuaspecten van opslag en toepassing vaste mest + Runderdrijfmest dikke fractie (scheiding, centrifuge) Strofilter runderdrijfmest en stro Mengen runderdrijfmest en stro Natuurmaaisel en mest mengsel runderdrijfmest, riet en grasmaaisel Compost Gesloten systeem, geen emissie +? (beperkte) Geluidshinder bij mechanisch systeem Afzet dunne fractie mogelijk problematisch en daardoor beperkend? Hoge ammoniakemissie (1) - Hoge ammoniakemissie (3) - Hoge ammoniakemissie (3) - GFT-compost kans op vervuiling door ongewenste stoffen, zoals plastic, glas en zware metalen (1) Vaak inhomogene kwaliteit (1) BOOM besluit beperkt gebruik tot maximaal 6 tot 10 ton DS per hectare (1) - Groencompost Indien gecertificeerd geen milieubeperkingen + Strofiltermestcompost Hoge ammoniakemissie (3) - HUMEST Natuurmaaisel-drijfmest compost Hoge ammoniak emissie (2) - Runderdrijfmestcompost Geen gegevens in de literatuur. Methode mogelijk +? (Dikke fractie) interessant Bronnen tussen haakjes in de tabel: 1. Handboek Mest & Compost, Louis Bolk Instituut, Quick scan van be- en verwerkingstechnieken van dierlijke mest, WUR, Melse et al (2004) 3. Emissies en compostkwaliteit bij compostering van runderdrijfmest, (Van Dooren, 2005) 18

21 4.5 Selectiestap 4: selectie op basis van praktische uitvoerbaarheid Beoordelingscriteria Een goede praktische uitvoerbaarheid van een methode is natuurlijk van groot belang: - producten en/of grondstoffen moeten relatief eenvoudig in te zamelen en te transporteren zijn - eventuele bewerkingsstappen moeten relatief eenvoudig uitvoerbaar zijn - relatief eenvoudige opslagfaciliteiten van producten en/of grondstoffen krijgen de voorkeur. Als een product kant-en-klaar in de markt verkrijgbaar is, dan spelen de twee laatstgenoemde criteria niet Beoordeling De beoordeling van de praktische uitvoerbaarheid van de productie en het gebruik van organische meststoffen en composten is vermeld in tabel 9. Tabel 9. Globale beoordeling geschiktheid organische meststoffen en composten als alternatief voor vaste runderstalmest op basis van praktische uitvoerbaarheid. Alternatief praktische uitvoerbaarheid Beoordeling Meststoffen Paardenmest Bewerkte mest Runderdrijfmest dikke fractie (scheiding, centrifuge) Compost Groencompost Runderdrijfmestcompost (Dikke fractie) Relatief eenvoudige handling en opslag. Door spreiding maneges lokale oplossingen mogelijk. Ook inzameling van particulieren mogelijk. Aandachtspunt is het onwenselijk gebruik van houtvezels (pers. mededeling N. Boele, SBB) Scheiding door middel van een mobiele centrifuge mogelijk. Eenvoudige handling en opslag van dikke fractie. Voor landelijke eisen opslag zie bijlage 2. Afzet van dunne fractie mogelijk problematisch In de markt is (SKAL) gecertificeerde compost ruim verkrijgbaar*. Vijf commerciële composteerinrichtingen in Friesland. Daarnaast een aantal gemeentelijke composteerinrichtingen. Terreinbeheerders aansluiting zoeken bij composteerders Product niet in de markt verkrijgbaar. Tot 50% dierlijke mest mag worden toegevoegd tijdens een composteringsproces (zie bijlage 3). Nadeel is dat het compost daarna geheel onder dierlijke mest wordt gerekend + +? Nader onderzoek + +? Nader onderzoek * Extra verspreiding van Jakobskruiskruid, Pitrus en Ridderzuring via groencompost mogelijk. Bij gecertificeerde groencompost volgens productspecificaties geen probleem. 19

22 4.6 Selectiestap 5: selectie op basis van kosten Beoordelingscriteria Zowel de investeringskosten als de variabele kosten voor de productie en het gebruik van organische meststoffen en composten dienen bij voorkeur zo laag mogelijk te zijn Beoordeling De beoordeling van de investerings- en variabele kosten voor de productie en het gebruik van organische meststoffen en composten is vermeld in tabel 10. De in tabel 10 vermelde kosten zijn zeer globaal. De werkelijke kosten zijn sterk afhankelijk van de omvang van voorzieningen en de transportafstanden. Tabel 10. Globale beoordeling geschiktheid organische meststoffen, composten en digestaten als alternatief voor vaste runderstalmest op basis van kosten. De genoemde kosten zijn indicatief. Alternatief Kosten Beoordeling Meststoffen Paardenmest Bewerkte mest Runderdrijfmest dikke fractie (scheiding, centrifuge) Compost Groencompost Runderdrijfmestcompost (Dikke fractie) Afvoerkosten voor manegehouders hoog (tot circa 20/ton). Mest direct uitrijden vanaf mestopslag bij manege naar gebied scheelt transport en opslagkosten, maar kan alleen na voldoende rijping. Investeringskosten voor inrichting van een speciale opslag voor vaste paardenmest afhankelijk van omvang. Globale eenheidsprijs 110 excl. BTW/kub mest (pers. mededeling v.d. Veer) Scheiding door centrifugeren is een relatief goedkope techniek ( 2-5/kub ingaande drijfmest (excl. voorzieningen voor opslag van de fracties)), bij continu gebruik (Melse et al, 2004). Investeringskosten voor inrichting van een speciale opslag voor dikke fractie afhankelijk van omvang. Globale eenheidsprijs 110 excl. BTW/kub mest (pers. mededeling v.d. Veer). Mogelijk extra kosten voor afzet dunne fractie. Afzetprijs circa 2,5-5 /kub. Transportkosten afhankelijk van afstand tussen composteerder en gebied. Mogelijk winst door kostenreductie in verband met lokaal composteren natuurmaaisel (huidige afvoerkosten circa 30 /ton maaisel, exclusief transport). Voorafgaande scheiding door centrifugeren is een relatief goedkope techniek ( 2-5/kub ingaande drijfmest (excl. voorzieningen voor opslag van de fracties)), bij continu gebruik (Melse et al, 2004). Investeringskosten voor inrichting van een speciale opslag/composteringsinrichting voor dikke fractie afhankelijk van omvang. Globale eenheidsprijs 110 excl. BTW/kub mest voor opslag (pers. mededeling v.d. Veer). Mogelijk extra kosten voor afzet dunne fractie. Mogelijk winst door kostenreductie in verband met meecomposteren natuurmaaisel (huidige afvoerkosten circa 30 /ton maaisel, exclusief transport) ? Nader onderzoek + +? Nader onderzoek

23 5. GESELECTEERDE ALTERNATIEVEN In dit hoofdstuk worden de geselecteerde alternatieven nader toegelicht. 5.1 Paardenmest Paarden worden in stallen meestal gehouden op stro. De stallen worden regelmatig uitgemest. Hierdoor ontstaat een meststof die zeer rijk aan stro is. Naast stro worden paarden ook gehouden op (slechter verteerbare) houtvezels. Met name als gebruik wordt gemaakt van meranti vezels dan kan de paardenmest ongeschikt worden voor de toepassing in weidevogelreservaten (pers. mededeling N. Boele, SBB). In de land- en tuinbouw is vooral de oude of gecomposteerde paardenmest geschikt als verbeteraar van de bodemstructuur en de stimulering van het bodemleven (Bokhorst en ter Berg, 2001). Ongecomposteerde paardenmest bevat teveel stro, dat vervolgens relatief langzaam op het grasland verteerd en minder direct beschikbaar is voor het bodemleven. Daarom is het beter om de paardenmest vooraf te laten rijpen of composteren. Paardenmest is uitstekend geschikt om te composteren. Er bestaat echter wel het risico dat door het hoge strogehalte een te hoge temperatuur ontstaat, waardoor de kwaliteit van de compost voor het bodemleven achteruitgaat. Momenteel wordt paardenmest bij veel maneges en hobbyboeren afgevoerd naar bedrijven die er compost voor de champigonteelt (champost) van maken. De manegehouder of hobbyboer betaald hiervoor tot circa 20 per ton. De champostbedrijven geven de voorkeur aan mest die niet ouder is dan circa 2 weken. Daarom wordt zeer regelmatig afgevoerd, wat hoge kosten met zich meebrengt. In de regio Friesland en Groningen worden door landbouwbedrijven, paardenhouderijen, maneges en hobbyboeren paarden gehouden. In totaal zijn zo n paarden geregistreerd in Friesland en Groningen. Dit aantal is exclusief de paarden die door hobbyboeren (< 3 GVE) worden gehouden. Het werkelijke aantal paarden in Groningen en Friesland zal daarom beduidend hoger liggen. Alleen al in Friesland zijn zo n 60 maneges verspreid over de provincie aanwezig. Een manege produceert, afhankelijk van het aantal paarden dat er gestald is, al snel enkele honderden tonnen paardenmest per jaar. In principe zouden deze maneges een uitstekende bron kunnen vormen voor vaste mest in weidevogelreservaten. Hierbij moeten echter de volgende kanttekeningen te worden geplaatst: - Maneges kunnen gebruik maken van houtvezels in plaats van stro; dit kan de kwaliteit van de paardenmest nadelig beïnvloeden of zelfs ongeschikt maken voor de toepassing in weidevogelreservaten - Niet of slecht gecomposteerde paardenmest kan kiemkrachtige onkruidzaden bevatten. Daarom is het van groot belang dat er een goede compostering kan plaatsvinden. Hoe hoger de temperatuur in mest, hoe sneller verlies van kiemkracht. Voor vaste stalmest gelden de volgende termijnen: - 1 week bij 60 C - 3 maanden bij 45 C Of er nog kiemkrachtige zaden in de mest zitten, hangt dus af van de wijze en mate van rijping. Er moet zodanig worden gekeerd dat de mest die bovenop lag, vervolgens onderop komt te liggen (Prins et al, 2004) - Sommige maneges hebben slechts beperkte opslagcapaciteit voor paardenmest. De mest wordt zo regelmatig afgevoerd dat een grote opslagcapaciteit niet nodig is. Dit betekent dat er eigenlijk ook geen rijping/compostering van de mest kan plaatsvinden. Hierdoor is de mest 21

24 minder geschikt voor het bodemleven en maken pathogenen en zaden een grotere kans om te overleven. - Volgens de Meststoffenwet moet afgevoerde mest worden gewogen en geanalyseerd. Dit geldt ook voor paardenmest. Voor de afvoer naar champostbedrijven is hierop echter een uitzondering gemaakt. Dit zou namelijk een onevenredige inspanning vergen. Voor het gebruik in weidevogelreservaten is een dergelijke uitzondering niet gemaakt. Dit is een aandachtspunt omdat anders niet kan worden voldaan aan de Meststoffenwet. In verband met de verspreiding van pathogenen zijn sommige veehouders zeer terughoudend bij de acceptatie van bedrijfsvreemde mest. Dit geldt uiteraard ook voor de pachters van weidevogelreservaten. Deze terughoudendheid heeft te maken met de volgende ziekteverwekkers. Paratuberculose Paratuberculose is een bacteriële infectie van het darmstelsel veroorzaakt door de bacterie Mycobacterium avium subsp. Paratuberculosis. Paratuberculose is op dit moment in opmars in Nederland. In de afgelopen maanden is door het Productschap Zuivel een programma ter voorkoming van paratuberculose opgestart ( Uiteraard richt dit programma zich op de voornaamste bron van besmetting: mest. Besmetting vindt voornamelijk plaats via mest van herkauwers (runderen, geiten en schapen). Dieren raken besmet door contact met mest. De bacterie kan zeer lang overleven buiten het dier, zodat mest lang besmettelijk blijft. Dit geldt ook voor vaste stalmest. Het effect van broei door compostering van mest is onvoldoende. Pas bij een temperatuur van meer dan 120 C is de bacterie uitgeschakeld. Een dergelijke temperatuur kan bij compostering niet worden gehaald (Bokhorst, 2001). Invoer van bedrijfsvreemde (stal)mest van rundvee en geiten (vaak drager van Paratuberculose) is niet wenselijk. Besmetting van het ene bedrijf naar het andere bedrijf is in principe ook mogelijk via apparatuur die in contact is geweest met mest (bijvoorbeeld mestinjectie apparatuur, trekkerbanden en mobiele mestscheiders). Paarden kunnen geen drager zijn van paratuberculose en verspreiding van paratuberculose via paardenmest is niet van toepassing(pers. mededeling Van Wuijckhuise, Gezondheiddienst Dieren). Salmonellose Salmonellose is een bacteriële infectie die via dierlijke mest kan worden verspreid. Salmonella is bekend als ziekteverwekker bij mensen, maar kan ook bij vee tot ziekteverschijnselen leiden. Er zijn verschillende serotypen. De serotypes Salmonella typhimurium en S. dublin zijn de voor rundvee voornaamste oorzaak van Salmonella (pers. mededeling Van Wuijckhuise, Gezondheiddienst Dieren). Bij paarden komt Salmonella minder vaak voor dan bij runderen. De serotypes S. typhimurium en S. enteritis worden bij paarden aangetroffen ( Salmonella besmetting van rundvee door paardenmest betreft het serotype S. typhimurium. Lichte verhitting werkt voldoende om Salmonella te doden. Bij een temperatuur van 62 C is 30 minuten voldoende om alle Salmonella te doden. Bij experimenten met S. typhimurium in kippenwaswater was 52 C gedurende 35 minuten voldoende om deze Salmonella te decimeren(bokhorst, 2001). Salmonella is gevoelig voor UV straling. Als vuistregel wordt gehanteerd dat 14 dagen na bemesting van een perceel de Salmonella onder invloed van UV uit zonlicht is gedecimeerd (pers. mededeling Van Wuijckhuise, Gezondheiddienst Dieren). Bij drijfmest uitgereden op het land is er binnen 10 dagen een reductie van 90 % (Bokhorst, 2001). De vraag is echter of dit ook van toepassing is op vaste stalmest die een nogal grove structuur heeft. Hier zal UV-straling minder in kunnen doordringen. 22

25 Gelet op de genoemde factoren is de kans van verspreiding van Salmonella via paardenmest klein en kan nog aanmerkelijk kleiner worden door: - De mest optimaal te composteren - Een ruime periode (> 3 maanden) tussen uitrijden van de mest en beweiden of maaien - Mest van paarden met diarree gescheiden op te slaan en niet te gebruiken - De paardenmest tussentijds op besmetting met Salmonella te analyseren Worminfecties Paarden hebben over het algemeen veel last van worminfecties. Uit vergelijking van de door Thienpont gegeven worminfecties van paarden en runderen blijkt dat er slechts twee wormsoorten zijn die zowel bij paard als rund regelmatig worden aangetroffen. Het betreft Dicrocoelium dendriticum en Fasciola hepatica (leverbotziekte). Volgens de Fauna Europaea komt D. dendriticum niet in Nederland voor. Leverbotziekte komt plaatselijk wel in Nederland voor, maar deze worm is niet bestand tegen composteren. Bij voldoende compostering van paardenmest is dus geen verspreiding van leverbotziekte te verwachten (pers. mededeling Van Wuijckhuise, Gezondheiddienst Dieren). Opslag Aan de opslag van paardenmest worden dezelfde eisen gesteld als aan de opslag van vaste stalmest. De hoofdpunten van deze eisen zijn opgenomen in bijlage 2. Het betreft specifieke wettelijke voorschriften bodembescherming in de Wet Milieubeheer en het Besluit Landbouw Milieubeheer. Naast deze voorschriften kunnen er aanvullende eisen in de Milieuvergunning van een inrichting of in lokale verordeningen (gemeentes en provincies) worden gesteld. De investeringskosten voor inrichting van een speciale opslag voor vaste mest ten behoeve van weidevogelreservaten is afhankelijk van de omvang. De globale eenheidsprijs bedraagt 110 /m³ mest exclusief BTW(pers. mededeling v.d. Veer). Mest direct uitrijden vanaf de mestopslag bij een manege naar het weidevogelreservaat scheelt transport en opslagkosten. In verband met de stimulering van het bodemleven en de verspreiding van pathogenen en zaden kan dit echter alleen na voldoende rijping. In het Zuidelijk Westerkwartier van Groningen is door SBB een kleinschalige inzameling van paardenmest opgestart. Hier brengen voornamelijk hobbyboeren hun paardenmest naar toe Hobbyboeren willen de paardenmest graag kwijt, waardoor het aanbod groot is. SBB slaat de mest hier tijdelijk op en keert deze een aantal maal om de compostering te bevorderen. Daarnaast wordt om het proces op te starten biocompost toegevoegd (pers. medeling N. Boele, SBB). 5.2 Groencompost Groencompost wordt gemaakt van plantaardig groenafval en kan van de volgende bronnen afkomstig zijn: - snoeihout - hekkelspecie (slootmaaisel) - bermmaaisel - natuurmaaisel - plantsoenafval - veilingafval - agrarische restproducten 23

26 Groencompost wordt geproduceerd door het groenafval te verkleinen en dit vervolgens in rillen op te slaan. Er wordt daarbij gestreefd naar een C/N verhouding van circa 20 tot 30. Het geheel moet een luchtige structuur hebben, zodat zuurstof makkelijk in de ril kan dringen. Snoeihoutresten, stro en riet zorgen voor een goede beluchting. Natuurmaaisel en mest verminderen de beluchting. De ril moet niet hoger dan circa 3 meter zijn. Is er onvoldoende zuurstof beschikbaar dan is emissie van ammoniak, methaan en stank het gevolg. Verder moet er voldoende vocht in de composthoop aanwezig zijn. Teveel vocht kan echter de beluchting belemmeren. Om de zuurstoftoevoer te stimuleren wordt de ril regelmatig gekeerd. Het omkeren garandeert ook dat alle zaden en pathogenen aan een voldoende hoge temperatuur worden blootgesteld. De temperatuur van de composthoop moet regelmatig worden gecontroleerd. De temperatuur moet voldoende hoog zijn (60 C), zodat onkruidzaden (bijvoorbeeld van jakobskruiskruid, pitrus en ridderzuring) en pathogenen onschadelijk worden gemaakt. Een te hoge temperatuur is echter niet wenselijk omdat bij een zeer sterke broei verbranding kan optreden. Vooral bij natuurmaaisel is dit risico groot. Al met al is het proces van groencompostering vrij arbeidsintensief en is het nodige vakmanschap vereist om het composteringsproces goed te laten verlopen. Compostering van natuurmaaisel is relatief lastig in verband met de dichte structuur en de grotere kans op broei (pers.mededeling Kuipers, Donker B.V.). In de regio Friesland zijn een vijftal commerciële groencomposteringsbedrijven actief, die jaarlijks duizenden tonnen groencompost produceren. Daarnaast zijn er een aantal gemeentelijke composteringsinrichtingen, onder andere bij de gemeenten Achtkarspelen en Tytsjerksteradiel. In tabel 11 is een overzicht gegeven van de groencomposteringsinrichtingen in Friesland. Een compleet overzicht van de gemeentelijke groencomposteringsbedrijven is er nog niet. Tabel 11. Overzicht Groencomposteerders in de Provincie Friesland (Bij gemeenten niet voor heel Friesland compleet!) Naam composteerder Adres Adres composteringsinrichting Donker B.V. Harste JX Sneek Sneek Gemeente Achtkarspelen Gemeente Tytsjerksteradiel Groen Friesland B.V. Recycling Stationsstraat 18 Buitenpost Contactpersoon: H. Westerhof Raadhuisweg GH Burgum Contactpersoon D. Langeraap Newtonweg BD Leeuwarden Van der Galien b.v. Broeklaan AV Wouterswoude Van der Wiel Infra & Milieu bv Westra Groenrecycling b.v. De Meerpaal AJ Drachten Kelvinstraat ND Harlingen Lutkepost 18a Buitenpost Solcamastraat 24b Sumar Newtonweg BD Leeuwarden Broeklaan AV Wouterswoude Nijbeets Kelvinstraat ND Harlingen 24

27 De composteringsbedrijven liggen gelijkmatig verspreid in de provincie, wat gunstig is voor de transportkosten. De prijs van groencompost is relatief laag en varieert tussen de 2-5 per ton, (exclusief transport). De duurdere groencompostsoorten (circa 10 per ton) zijn de compostsoorten die volgens de Controlled Microbial Composting (CMC) methode zijn gecomposteerd. Bij deze compost worden speciale preparaten aan de compost toegevoegd en mag de ril niet hoger zijn dan circa 1,5 m. Of dergelijke groencompost een duidelijke meerwaarde heeft voor weidevogelreservaten is de vraag. Uit een proef die op akkerbouwland werd uitgevoerd kon geen verschil in bodemleven worden vastgesteld tussen standaard groencompost en CMC-compost (pers. mededeling H. Stegink, AOC Leeuwarden). Volgens de Meststoffenwet valt compost niet onder de dierlijke meststoffen en hoeft daarom niet te worden meegerekend bij de gebruiksnorm dierlijke mest. Compost telt echter wel mee voor de stikstofgebruiksnorm en de fosfaatgebruiksnorm. De werkingscoefficient voor stikstof in compost is echter laag, namelijk 10%. De fosfaat uit dierlijke meststoffen telt volledig mee voor de fosfaatgebruiksnorm. Voor compost is hierop een uitzondering gemaakt. Fosfaat uit compost telt voor 50% mee, met een bovengrens van 3,5 kg fosfaat per ton compost. Aangezien de fosfaatgebruiksnorm in weidevogelreservaten 70 kg/ha bedraagt zal deze norm veelal maatgevend zijn voor de maximaal toegestane bemesting. Een laag fosfaatgehalte in de compost is daarom belangrijk. Een jaarlijkse gift van circa m³ groencompost heeft een duidelijk stimulerend effect op het bodemleven zo blijkt uit proeven (pers. mededeling H. Stegink, AOC Leeuwarden) Aan de inrichting van een composteringsplaats worden minder strenge eisen gesteld dan aan de opslag van vaste mest. De hoofdpunten van deze eisen zijn opgenomen in bijlage 3 en samengevat in tabel 12. Het betreft specifieke wettelijke voorschriften bodembescherming in de Wet Milieubeheer, het Besluit Landbouw Milieubeheer en de Handreiking composteringsplaatsen. Naast deze voorschriften kunnen er aanvullende en strengere eisen in de Milieuvergunning van een inrichting of in lokale verordeningen (gemeentes en provincies) worden gesteld. 25

28 Tabel 12. Samenvatting specifieke wettelijke voorschriften bodembescherming met betrekking tot de aanleg van een composteringshoop (<50% dierlijke mest) Aard composthoop Wet Milieubeheer Besluit Landbouw Milieubeheer 2006 >600 m3 Specifieke Milieuvergunning vereist < 10 m3 Composthoop onderdeel inrichting Wm dan eisen in milieuvergunning van toepassing <600 m3, <50% dierlijke mest < 2 weken <600 m3, <50% dierlijke mest > 2 weken < 9 maanden <600 m3, <50% dierlijke mest > 9 maanden Composthoop onderdeel inrichting Wm dan eisen in milieuvergunning van toepassing Composthoop onderdeel inrichting Wm dan eisen in milieuvergunning van toepassing Composthoop onderdeel inrichting Wm dan eisen in milieuvergunning van toepassing >5 m opp. Water > 7,5 m erfgrens >5 m opp. Water > 7,5 m erfgrens >5 m opp. Water > 7,5 m erfgrens >5 m opp. Water > 7,5 m erfgrens Handreiking composteringsplaats 2005 Geen maatregelen tegen uitspoeling Geen maatregelen tegen uitspoeling Maatregelen tegen uitspoeling: Afdekken met vezeldoek van 1 november tot en met 1 maart Maatregelen tegen uitspoeling: Afdekken met vezeldoek van 1 september tot en met 31 maart Aanleg adsorptielaag onder de composthoop In principe mag tot 50% dierlijke mest worden toegevoegd aan de compost zonder dat de composteringsplaats moet worden aangepast aan de normen voor de opslag van vaste mest. Nadeel hiervan is dat volgens de Meststoffenwet de compost voor het gebruik tot de dierlijke mest moet worden gerekend. Uit recentelijk door het Louis Bolk Instituut uitgevoerde proeven blijkt dat compostering van natuurmaaisel in principe door terreinbeheerders in het veld kan worden uitgevoerd. De volgende aspecten zijn bij veldcompostering van groot belang (uit Iepema et al, 2008): Het herkomstgebied is schoon. Er ligt dus geen zwerfafval en er is geen chemische verontreiniging met zware metalen. Het uitgangsmateriaal is voldoende vochtig: 55-70% vocht in uitgangsmateriaal is goed. Hiermee verloopt het composteerproces voorspoedig en is toevoeging van extra vocht minder noodzakelijk. Dit voorkomt ook kans op uitspoeling van nutriënten. Er zitten zo weinig mogelijk gronddeeltjes (as) in het materiaal, zodat de concentraties aan zware metalen zo laag mogelijk blijven. De verhouding tussen koolstof en stikstof in het uitgangsmateriaal ligt tussen de 20 en 35. Dit is belangrijk voor een goed verloop van de compostering. Er is voldoende zuurstof in de ril aanwezig, zodat rotting tegen wordt gegaan. Het is van belang dat het uitgangsmateriaal daarom voldoende structuur bevat: naast gras, ook structuurrijk materiaal, zoals overjarig, stengelig gras, rietstengels en wilgentakjes. De ril ligt zo ver mogelijk van bebouwing af (minimaal 50 tot 100 meter). Door compostering kan geurontwikkeling ontstaan, vooral als de ril te warm wordt; dat kan als hinderlijk ervaren 26

29 worden. Tevens is het in verband met de kans op geurhinder van belang om de composthoop niet te groot te maken. De temperatuur binnen in de ril is gedurende minimaal drie weken hoger dan 40 C. Wanneer de temperatuur te veel dreigt te zakken, is het goed de ril een keer extra om te zetten. Gedurende enkele dagen is de temperatuur hoger dan 60 C, maar niet hoger dan 70 C. Hierdoor worden onkruidzaden onschadelijk gemaakt. Wanneer de ril te warm dreigt te worden, kan het raadzaam zijn extra vocht toe te dienen. Schimmelontwikkeling in de ril wordt zoveel mogelijk beperkt. Schimmel duidt op te hoge temperaturen. Een overmaat aan schimmelsporen kan bij mensen die daar allergisch voor zijn tot ademhalingsklachten leiden. Tijdens het omzetten wordt zoveel mogelijk voorkomen dat er grond vanaf de ondergrond van de ril door het materiaal wordt geslagen. Het omvormen van geoogst materiaal naar bruikbare compost duurt ongeveer twee maanden. Hierbij wordt de ril circa vier keer omgezet. Veldcompostering kan 2 2,5 maal zo goedkoop zijn als afvoer van maaisel (Iepema et al, 2008). 5.3 (Gecomposteerde) dikke fractie rundveedrijfmest In de landbouw zijn diverse technieken beschikbaar om de dikke fractie van drijfmest te scheiden van de dunne fractie. De meest gangbare technieken zijn mechanische mestscheiding (zeven, filteren, en centrifugeren) en primaire scheiding (gescheiden opvang van mest en urine in de stal). Mestscheiding wordt vooral toegepast met varkensdrijfmest om transportkosten te besparen. Organische stof en fosfaat hopen zich op in de dikke fractie. Via scheiding van drijfmest kan alleen de dikke fractie worden afgevoerd waarmee de transportkosten van drijfmest in de varkenshouderij worden beperkt. Op basis van de samenstelling is de dikke fractie van varkensdrijfmest niet geschikt voor toepassing in weidevogelreservaten. In de melkveehouderij wordt deze techniek minder toegepast omdat over het algemeen melkveehouders hun mest beter op eigen land kwijt kunnen. De dikke fractie van runderdrijfmest lijkt qua samenstelling geschikt voor toepassing in weidevogelreservaten. In feite is de dikke fractie vergelijkbaar met vaste stalmest, met dat verschil dat er geen stro is toegevoegd. Overwogen zou kunnen worden om tijdens de compostering van de dikke fractie maaisel toe te voegen. Er zijn in de literatuur nog geen praktische ervaringen met de effecten op het bodemleven van gecomposteerde dikke fractie van runderdrijfmest te vinden. De dunne fractie heeft een relatief hoog stikstofgehalte en een relatief laag fosfaatgehalte. Deze dunne fractie kan uitstekend op percelen buiten de weidevogelreservaten worden toegepast. Het grote voordeel van mestscheiding is in geval van verpachte weidevogelreservaten dat deze methode met de eigen mest kan worden toegepast, waardoor er geen extra invoer van fosfaat en stikstof hoeft plaats te vinden ten koste van de gebruiksruimte voor stikstof en fosfaat van de betreffende pachter. Direct na scheiding kan, afhankelijk van de voorafgaande opslag, de dikke fractie nog kiemkrachtige onkruidzaden en ziektekiemen bevatten. Daarom is het van groot belang dat er een goede compostering kan plaatsvinden. Hoe hoger de temperatuur in mest, hoe sneller verlies van kiemkracht. Voor vaste stalmest gelden de volgende termijnen: - 1 week bij 60 C - 3 maanden bij 45 C Of er nog kiemkrachtige zaden in de mest zitten, hangt dus af van de wijze en mate van rijping. Er moet zodanig worden gekeerd dat de mest die bovenop lag, vervolgens onderop komt te liggen 27

30 (Prins et al, 2004). Voor bedrijfseigen mest is het onschadelijk maken van onkruidzaden en ziektekiemen minder essentieel. Ook als de mest als drijfmest zou worden uitgereden zouden deze zaden en ziektekiemen worden verspreid. In verband met de verspreiding van ziektekiemen en onkruidzaden zijn sommige veehouders, zelfs na compostering, zeer terughoudend bij de acceptatie van bedrijfsvreemde mest. Dit geldt uiteraard ook voor de pachters van weidevogelreservaten. Aan de opslag van de dikke fractie worden dezelfde eisen gesteld als aan de opslag van vaste stalmest. De hoofdpunten van deze eisen zijn opgenomen in bijlage 2. Het betreft specifieke wettelijke voorschriften bodembescherming in de Wet Milieubeheer en het Besluit Landbouw Milieubeheer. Naast deze voorschriften kunnen er aanvullende eisen in de Milieuvergunning van een inrichting of in lokale verordeningen (gemeentes en provincies) worden gesteld. Tijdens mechanische scheiding door middel van centrifugeren komt nauwelijks ammoniak en andere gassen vrij, omdat het een gesloten systeem is. Wel is er sprake van (tijdelijke) geluidshinder tijdens het centrifugeren (Melse, 2004). Als de dikke fractie direct na scheiden wordt uitgereden dan kunnen dezelfde nadelige effecten op het bodemleven door gassen als ammoniak en lachgas worden verwacht. De concentraties van deze gassen in de dikke fractie zijn globaal namelijk gelijk aan die in onbewerkte drijfmest (Melse,2004). Door rijping en compostering van de dikke fractie zou dit nadelig effect kunnen worden gereduceerd. Mestscheiding brengt de nodige kosten met zich mee. Bij mechanische scheiding kan er een mobiele centrifuge worden ingezet, die op meerdere bedrijven kan worden gebruikt. De exploitatiekosten van een dergelijke scheider is circa 2-5/m³ ingaande drijfmest (Melse, 2004). Per ton dikke fractie liggen deze kosten circa 3-4 keer zo hoog. Primaire scheiding vergt hoge investeringen. Het vervangen van een vloer van een bestaande ligboxenstal naar een stal met sleuvenvloer bedraagt globaal circa 100 per m² (pers. mededeling v.d. Veer). Daarnaast is voor de dikke fractie van zowel mechanisch gescheiden mest als primair gescheiden mest een opslag nodig. De investeringskosten voor inrichting van een speciale opslag voor vaste mest is afhankelijk van de omvang. De globale eenheidsprijs bedraagt circa 110 /m³ mest (pers. mededeling v.d. Veer). 28

PROEFPROJECT VASTEMESTVOORZIE- NING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN/GRONINGEN

PROEFPROJECT VASTEMESTVOORZIE- NING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN/GRONINGEN A&W-rapport 1109 PROEFPROJECT VASTEMESTVOORZIE- NING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN/GRONINGEN SAMENVATTING E.B. Oosterveld Altenburg & Wymenga ECOLOGISCH ONDERZOEK BV Veenwouden 2008 In samenwerking met

Nadere informatie

Compostwijzer Compost maken in vier stappen Goaitske Iepema,

Compostwijzer Compost maken in vier stappen Goaitske Iepema, Compostwijzer Compost maken in vier stappen Goaitske Iepema, Frans Smeding, Jan Bokhorst i.s.m. Bouwe Bakker en Tiem van Veen van Landschapsbeheer Flevoland Verantwoording Deze compostwijzer is één van

Nadere informatie

Mestscheiding Annelies Gorissen

Mestscheiding Annelies Gorissen Mestscheiding Annelies Gorissen 16/05/2017, Kinrooi Dunne fractie Rijk aan N & K Drijfmest Rijk aan N, P en K Mestscheider Dikke fractie Rijk aan P Waarom scheiden? Beperken mestafvoer: concentreren van

Nadere informatie

Kansen voor mestscheiding

Kansen voor mestscheiding Kansen voor mestscheiding Studiemiddag Inagro 29 maart 2012 Gerjan Hilhorst Livestock Research De Marke Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen

Nadere informatie

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303

Paarden 6 mnd., 250 450 kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal 204 645 303 Paardenhouderij in het nieuwe mestbeleid Oosterwolde, 13 januari 2006 Vanaf 1 januari 2006 vallen paarden en pony s onder de Meststoffenwet. Dit levert veel (nieuwe) problemen op. In dit bericht worden

Nadere informatie

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers Presentatie Ing. Jaap Uenk MAB LTO Noord afdeling De Liemers, 3 november 2010 Inhoud presentatie Ontwikkeling mestsituatie in Nederland Ontwikkeling

Nadere informatie

Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge

Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge Veldhoven, 18 Mei 2004 Ing. W.J.Buiter ZLTO-Advies Inleiding Vanwege de vraag naar organische stof uit biologische varkensmest voor de

Nadere informatie

Quickscan energie uit champost

Quickscan energie uit champost Quickscan energie uit champost Paddenstoelenpact 27 juni 2018 Stijn Schlatmann en Erik Kosse Achtergrond Wekelijks 16.000 ton champost Strengere regelgeving in Duitsland Kosten voor afvoer ca 15 per ton

Nadere informatie

Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet Commissie Deskundigen Meststoffenwet Samenvatting Het ministerie van Economische Zaken (EZ) heeft de Commissie Deskundigen Meststoffenwet

Nadere informatie

Perspectieven mestbewerking voor alternatieve teelten. 23 november 2018, Luuk Gollenbeek

Perspectieven mestbewerking voor alternatieve teelten. 23 november 2018, Luuk Gollenbeek Perspectieven mestbewerking voor alternatieve teelten 23 november 2018, Luuk Gollenbeek Inhoud Mest en digestaat als kweekvijver Huidige mestbe/verwerking Alternatieve teelten Toekomst Vragen 2 Huidige

Nadere informatie

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf Pilotveehouder Henk van Dijk Proeftuinadviseur Gerrit de Lange Countus Accountants Proeftuin Natura 2000 Overijssel wordt mede mogelijk gemaakt door: 8

Nadere informatie

Mest, mestverwerking en wetgeving

Mest, mestverwerking en wetgeving Mest, mestverwerking en wetgeving Harm Smit Beleidsmedewerker Economische Zaken, DG AGRO Inhoud Feiten en cijfers. Huidig instrumentarium. Visie op mestverwerking en hoogwaardige meststoffen Toekomstig

Nadere informatie

Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box

Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box Stro is een perfect materiaal als strooisel voor in de ligboxen van onze koeien. Het is zacht en droog voor het melkvee, het zorgt voor een toename

Nadere informatie

Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer

Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer Inhoud Gevolgen mestbeleid voor mineralen- en bodembeheer Wim van Dijk PPO, Lelystad Keuze dierlijke mestproducten Dekking PK-behoefte Kunstmestaanvoer Bodemvruchtbaarheid Organische stof Bijdrage dierlijke

Nadere informatie

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf Principe van een OS- balans Het doel van een OS-balans is handhaven van het organische stofgehalte. Aanvoerbronnen

Nadere informatie

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan?

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan? Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan? Via project Langs de Linge is er op donderdag 8 december een demonstratie rondom mestscheiding gehouden. Deze demonstratie vond plaats op het melkveebedrijf

Nadere informatie

Vrijloopstal - Compoststal

Vrijloopstal - Compoststal Vrijloopstal - Compoststal De vrijloopstal op basis van compostbodem staat volop in de belangstelling. Dit vanwege de aandacht voor diergezondheid & dierwelzijn (de koeien kunnen er vrij rondlopen), emissies,

Nadere informatie

Technische notitie betreffende de samenstelling van dierlijke mest na mestscheiding in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016

Technische notitie betreffende de samenstelling van dierlijke mest na mestscheiding in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016 Technische notitie betreffende de samenstelling van dierlijke mest na mestscheiding in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016 Betrokkenen: Nico Verdoes en Fridtjof de Buisonjé (ASG), Sjaak

Nadere informatie

Bemestingswaarde van nabehandelde digestaatproducten

Bemestingswaarde van nabehandelde digestaatproducten Bemestingswaarde van nabehandelde digestaatproducten Thijs Vanden Nest (), Elke Vandaele (VLACO) Bart Vandecasteele, Viooltje Lebuf, Wim Vanden Auweele, Emilie Snauwaert, Koen Willekens, Chris Van Waes

Nadere informatie

Overzicht van 15 jaar mestanalyse door de Bodemkundige Dienst van België

Overzicht van 15 jaar mestanalyse door de Bodemkundige Dienst van België Wat u altijd wilde weten over mest Overzicht van 15 jaar mestanalyse door de Bodemkundige Dienst van België Gino Coppens Een beetje historiek... In de Middeleeuwen kende men de waarde van dierlijke, menselijke

Nadere informatie

(CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving

(CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving (CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving Compositie van beelden en uitspraken van verschillende bronnen Tbv verduidelijking en discussie, niet om er rechten aan te ontlenen Het speelveld

Nadere informatie

Stalmestopslag op de kopakker: Hoe risico op uitspoeling beperken en een waardevol product maken?

Stalmestopslag op de kopakker: Hoe risico op uitspoeling beperken en een waardevol product maken? Stalmestopslag op de kopakker: Hoe risico op uitspoeling beperken en een waardevol product maken? Jarinda Viaene, Victoria Nelissen, Koen Willekens, Bart Vandecasteele, Bert Reubens CriNglooP Collectief

Nadere informatie

3 november 2011 Ben Rooyackers

3 november 2011 Ben Rooyackers 3 november 2011 Ben Rooyackers Mestac, mestproducenten coöp. Afzet drijfmest (300.000 ton/jaar) Vooraf gemaakte afspraken Faciliteert mestverwerking; Begeleiding, stimulering gebruik nieuwe generatie meststoffen

Nadere informatie

Mestverwerking in De Peel

Mestverwerking in De Peel Mestverwerking in De Peel Mestverwerking Jan van Hoof, Jeanne Stoks, Wim Verbruggen Maart 2012 Agenda Doel van de avond Wat is mest? Wat is het mestprobleem? Waar komt mest vandaan? Hoeveel mest is er?

Nadere informatie

Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau. Edze Westra Msc Stroe/Wekerom

Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau. Edze Westra Msc Stroe/Wekerom Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau Edze Westra Msc. 8-2-2018 Stroe/Wekerom Aanleiding Mestwet Verwachtingen Wettelijke maatregelen Mestscheiding Wat is mestscheiden? Producten Voorbeeld resultaten Mestafzet

Nadere informatie

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016 BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS Opbrengstproeven De Marke en Den Eelder 2015 en 2016 Meting NH 3 emissie De Marke

Nadere informatie

Teelthandleiding wettelijke regels

Teelthandleiding wettelijke regels Teelthandleiding 4.14 wettelijke regels 4.14 Wettelijke regels... 1 2 4.14 Wettelijke regels Versie: april 2016 De belangrijkste wettelijke regels over het gebruik van meststoffen staan in de Meststoffenwet,

Nadere informatie

SEPARATOR S 655 / S 855

SEPARATOR S 655 / S 855 SEPARATOR S 655 / S 855 SEPARATOR S 655 / S 855 Beschikbare middelen nuttig toepassen. Met de meest moderne technologie. Traditionele mestverwerking een probleem Wettelijke voorschriften, hoge afzetkosten

Nadere informatie

PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010

PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 In opdracht van: RAPPORTAGE PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 JPMA Rapportnummer: 20100501 Opdrachtgever:

Nadere informatie

Melkveebedrijf Familie Prinsen

Melkveebedrijf Familie Prinsen Project mestwaardering Open dag 4 maart 2015 Melkveebedrijf Familie Prinsen Mestvergistingsinstallatie Fermtec Systems Locatie KTC de Marke Het bedrijf Biomassa voor vergisting In de vergister wordt jaarlijks

Nadere informatie

Mestsamenstelling in Adviesbasis Bemesting Grasland en Voedergewassen

Mestsamenstelling in Adviesbasis Bemesting Grasland en Voedergewassen Rapport 1 Mestsamenstelling in Adviesbasis Bemesting Grasland en Voedergewassen Januari 2012 1 Colofon Uitgever Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen p.a. Wageningen UR Livestock Research Postbus

Nadere informatie

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Naam: Milieu Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen Slootrandenbeheer Baggeren Krabbescheer bevorderen

Nadere informatie

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Kennisdag emissies, vergroening en verduurzaming in de landbouw Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu? Mark Heijmans 2 december 2014 Het speelveld: schaken op meerdere borden Opzet

Nadere informatie

ORGANISCHE STOF BEHEER

ORGANISCHE STOF BEHEER ORGANISCHE STOF BEHEER Weet wat je bodem eet! Anna Zwijnenburg van A tot Z landbouwadvies EVEN VOORSTELLEN Zelfstandig landbouwadviseur voor de akkerbouw/groenvoeder gewassen voor de thema s bodem, vruchtwisseling

Nadere informatie

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval

4.A.1 Ketenanalyse Groenafval 4.A.1 Ketenanalyse Groenafval Prop Beplantingswerken v.o.f. Autorisatie Nummer/versie Datum Opsteller Goedgekeurd directie 01 22-01-2015 Naam: F. van Doorn Naam: A. Prop Datum: 22 januari 2015 Datum: 22

Nadere informatie

Strategieën voor graslandbemesting

Strategieën voor graslandbemesting Strategieën voor graslandbemesting Auteurs An Schellekens Joos Latré In samenwerking met Luc Van Dijck 7/04/2014 www.lcvvzw.be 2 / 8 INHOUDSOPGAVE Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 5 Effecten van soort van

Nadere informatie

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC LEI Wageningen UR: Co Daatselaar Aanleiding en doelstellingen onderzoek Veel mest elders af te zetten tegen hoge kosten, druk verlichten

Nadere informatie

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen Natuur en Landschap Pleasure green Milieu Tonnis van Dijk Nutriënten Management Instituut NMI 3 november 2011 Beperkingen in bemesting Europese regelgeving:

Nadere informatie

Koeien & Kansen Koeien & Kansen is een samenwerkingsverband van 16 melkveehouders, proefbedrijf De Marke, Wageningen UR en adviesdiensten. De resultaten vindt u op: www.koeienenkansen.nl Koeien & Kansen

Nadere informatie

> Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Agro

> Retouradres Postbus EK Den Haag Directoraat-generaal Agro > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord Land- en Tuinbouw Organisatie Noord Notitie Meedoen aan de pilot? U overweegt mee te doen aan de pilot evenwichtsbemsting fosfaat (BEP pilot). Maak zelf de afweging of het in uw situatie zinvol is. Hieronder

Nadere informatie

Composteren en inkuilen: Technieken om opslag en bewerking van kippenmest en vaste rundermest te optimaliseren?

Composteren en inkuilen: Technieken om opslag en bewerking van kippenmest en vaste rundermest te optimaliseren? Composteren en inkuilen: Technieken om opslag en bewerking van kippenmest en vaste rundermest te optimaliseren? CriNglooP Collectief 9/10/2014 Bert Reubens Jarinda Viaene Victoria Nelissen Koen Willekens

Nadere informatie

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5

Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Praktijkgerichte oplossingen voor organische stofopbouw in biologische landbouw onder MAP 5 Projectduur: 1 januari 2016 31 december 2017 Financiering: Verantwoordelijke: Partners: Praktijkgerichte oplossingen

Nadere informatie

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren Landgebruik en bodemkwaliteit 60-20 - 20 Jan de Wit Nick van Eekeren Grasland Bouwland Huidige landbouwontwikkeling naar controle just in time, precisiebemesting,. Dit vraagt ook om risico-beheersing,

Nadere informatie

Basiscursus Compostering

Basiscursus Compostering Basiscursus Compostering Uw aangeboden door : OVAT Gegeven door Vincent de Wolff Wat gaan we vanavond doen? Wat is composteren Hoe verloopt het proces Wat wel, wat niet in de compost Waarom is compost

Nadere informatie

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari 2014. Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Mestbeleid Stelsel van verplichte mestverwerking 13 januari 2014 Joke Noordsij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 1 Inhoud Wat hebben we nu aan mestbeleid Wat gaat er veranderen Stelsel verplichte

Nadere informatie

Nieuwe versie GobalGap

Nieuwe versie GobalGap Nieuwe versie GobalGap HET GEBRUIK VAN MEST EN MESTSTOFFEN VAN DIERLIJKE OORSPRONG Mest en andere natuurlijke meststoffen zijn een potentiële bron van microbiële gevaren. Producenten dienen een risico-inventarisatie

Nadere informatie

8 Compostering. 8.1 Belang van stabiele organische stof en composteren

8 Compostering. 8.1 Belang van stabiele organische stof en composteren 8 Compostering 8.1 Belang van stabiele organische stof en composteren De biologische landbouw haalt alleen een acceptabele opbrengst wanneer de bodemvruchtbaarheid op peil blijft. Dat kan alleen wanneer

Nadere informatie

COMPOSTERING VAN RUNDERMEST

COMPOSTERING VAN RUNDERMEST COMPOSTERING VAN RUNDERMEST April 2015 INLEIDING In het kader van de verstrenging van de P-bemestingsnormen en de voorziene bedrijfsgroei bij het wegvallen van de melkquota heerst een groeiende bezorgdheid

Nadere informatie

Resultaten KringloopWijzers 2016

Resultaten KringloopWijzers 2016 Resultaten KringloopWijzers 2016 7 september 2017 Gerjan Hilhorst WLR - De Marke Het belang van lage verliezen Mineralenverliezen belasten het milieu EU beleid: beperken verliezen uit landbouw Streven:

Nadere informatie

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015

GroenLinks Bronckhorst. Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 GroenLinks Bronckhorst Themabijeenkomst Groengas Hoe groen is ons gas? 2 juni 2015 Waarom co-vergisten Omdat de meststoffenwet veehouders verplicht de overtollige (mineralen in de) mest te ver(be)werken

Nadere informatie

Water, Land & Dijken. Ruige mest voor weidevogels. Productie, gebruik en kwaliteit

Water, Land & Dijken. Ruige mest voor weidevogels. Productie, gebruik en kwaliteit Water, Land & Dijken 1 Ruige mest voor weidevogels Productie, gebruik en kwaliteit 7339_ruige mest.indd 1 8/26/08 9:15:12 AM Bemesting is essentieel voor goed weidevogelbeheer. Ruige of strorijke mest

Nadere informatie

Mest zo efficiënt mogelijk gebruiken

Mest zo efficiënt mogelijk gebruiken Mest zo efficiënt mogelijk gebruiken De winterperiode geeft de kans om stil te staan bij het optimale gebruik van de beschikbare mest in het voorjaar. Het is de moeite waard de mest te laten ontleden:

Nadere informatie

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa

Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Opties voor productie van duurzame energie in de regio Helmond d.m.v. van mest en andere biomassa Jennie van der Kolk, Alterra Helmond, 22-02-13 Nico Verdoes, Livestock Research Inhoud presentatie Wetenschapswinkel

Nadere informatie

Handreiking composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt 2005

Handreiking composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt 2005 Handreiking composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt 2005 Landelijk Milieuoverleg Bloembollenteelt, 2005 Inhoudsopgave pagina 1 ACHTERGRONDINFORMATIE... 3 1.1 Algemeen 3 1.1 Waarom deze

Nadere informatie

Eisen aan een composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt

Eisen aan een composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt Eisen aan een composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt Auteur(s): Anne Marie van Dam Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen Augustus 2004 PPO nr. 330631. 2004 Wageningen,

Nadere informatie

Integraal GFT of tuin- en keukenafval apart? NVRD - 31 maart 2016 Tim Brethouwer

Integraal GFT of tuin- en keukenafval apart? NVRD - 31 maart 2016 Tim Brethouwer Integraal GFT of tuin- en keukenafval apart? NVRD - 31 maart 2016 Tim Brethouwer Inhoud Beleid Aandeel GF in GFT. Waar praten we over? Ontwikkelingen in de markt Heeft GF en T apart meerwaarde? Kwaliteit

Nadere informatie

: Skal-voorwaarden voor vergisters en digestaat : Bedrijven die vergisten en biologische bedrijven die digestaat afnemen

: Skal-voorwaarden voor vergisters en digestaat : Bedrijven die vergisten en biologische bedrijven die digestaat afnemen Onderwerp Voor Van Datum : Skal-voorwaarden voor vergisters en digestaat : Bedrijven die vergisten en biologische bedrijven die digestaat afnemen : Skal : 18 februari 2015 herziene versie 16 april 2015:

Nadere informatie

3. Analysegegevens digistaat: Vrachten worden gewogen en bemonsterd volgens meststoffenwet en volgens meststoffenwet op de landbouwgrond aangevoerd.

3. Analysegegevens digistaat: Vrachten worden gewogen en bemonsterd volgens meststoffenwet en volgens meststoffenwet op de landbouwgrond aangevoerd. Het college van gedeputeerde staten van de Provincie Drenthe Postbus 122 9400 AC ASSEN Nijkerkerveen, 22 april 2015, Betreft: Aanvraag ontheffing, artikel 10.63 Wet milieubeheer, Geachte heer/mevrouw,

Nadere informatie

Het kleinschalig houden van dieren

Het kleinschalig houden van dieren Het kleinschalig houden van dieren Een handreiking bij het beoordelen van situaties waarbij sprake is van het hobby- danwel bedrijfsmatig houden van dieren Heerde, november 2002 Inleiding Binnen de gemeente

Nadere informatie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1 Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf

Nadere informatie

VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN

VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN Eerste aanzet tot een handleiding voor terreinbeheerders, opgesteld in het kader van het weidevogelproject Fryslân - Groningen VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN

Nadere informatie

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit 14 maart 2013 Programma Activiteitenbesluit Agrarische activiteiten 10.00 Activiteitenbesluit agrarische activiteiten 11.30 Pauze 11.45 Agrarische lozingen 12.45 Lunch 13.15 Glastuinbouw 14.15 Pauze 14.30

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Ketenanalyse Bermgras

Voortgangsrapportage Ketenanalyse Bermgras 2018 Voortgangsrapportage Ketenanalyse Bermgras Den Ouden Groep B.V. Hermalen 7 5481 XX Schijndel Contact persoon: Dhr. Rob Aartssen Tel.: 073 543 1000 Email: info@denoudengroep.com Datum: 05-11-2015 Versie:

Nadere informatie

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017

Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Méér uit mest halen Stand van zaken anno 2017 Jaap Uenk DOFCO BV, Twello VAB, 5 oktober 2017 Inhoud Introductie Opties op bedrijfsniveau Mestmarkt in Nederland Export van onbehandelde mest Stand van zaken

Nadere informatie

CDM-advies criteria voor organischestofrijke meststoffen CDM-Advies Criteria voor organischestofrijke meststoffen.

CDM-advies criteria voor organischestofrijke meststoffen CDM-Advies Criteria voor organischestofrijke meststoffen. CDM-Advies Criteria voor organischestofrijke meststoffen Samenvatting Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) heeft de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) advies gevraagd

Nadere informatie

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 1. CONCLUSIES 1.1. BEDRIJFSSITUATIE Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00 Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 Melkproductie (totaal per jaar) 765.000

Nadere informatie

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas. Report 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas de samenvatting Rapport 1695.N.17 Mestbewerking en Waterkwaliteit Een case studie voor waterschap

Nadere informatie

de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank

de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank Verhoeven Verstand van het platteland! Boerenverstand werken aan praktische duurzaamheid! Zo verkopen we de melk Wat is duurzame melk? Blije koeien:

Nadere informatie

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud

Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen. Praktijkonderzoek Plant & Omgeving. Inhoud Beproeving mineralenconcentraten en spuiwater in diverse gewassen Resultaten uit onderzoek PPO en andere WUR-instituten Willem van Geel, PPO-AGV, 8-11-2012, Bergeijk Praktijkonderzoek Plant & Omgeving

Nadere informatie

Hout uit natuur en openbaar groen

Hout uit natuur en openbaar groen Hout uit natuur en openbaar groen Paul Sessink Projectgroep Biomassa en WKK 23 maart 2010 BVOR landelijke branchevereniging (1989) van composteerinrichtingen organisch afval m.n. groenafval bio-energie

Nadere informatie

Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers. Casper Slootweg

Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers. Casper Slootweg Compostering reststromen van Vaste Planten- en Zomerbloementelers Casper Slootweg Praktijkonderzoek Plant & Omgeving, onderdeel van Wageningen UR Business Unit Bloembollen, Boomkwekerij & Fruit Oktober

Nadere informatie

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011 De vruchtbaarheid en de biologische activiteit van de bodem worden behouden en verbeterd - Door de teelt van vlinderbloemigen, groenbemesters

Nadere informatie

BSNC Kennisdag Sportclub Feijenoord, Rotterdam BSNC gaat ondergronds!

BSNC Kennisdag Sportclub Feijenoord, Rotterdam BSNC gaat ondergronds! BSNC Kennisdag Sportclub Feijenoord, Rotterdam BSNC gaat ondergronds! 1 2 3 4 5 6 7 8 Waar gaan we voor!! Dit veld? Of dit veld? 11-4-2011 Nr.17 Profielopbouw Eisen vanuit de plant 40% mineraal 25-30%

Nadere informatie

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 19 NOVEMBER 1998. - Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering inzake de bescherming van het water tegen de verontreiniging door nitraten uit agrarische

Nadere informatie

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf

klaver melkveebedrijf Groene van motor De groene motor van het melkveebedrijf De groene motor van het melkveebedrijf Door Minas neemt het gebruik van kunstmeststikstof af en komt het gebruik van klaver als groene motor achter de Gras & graslandproductie steeds meer in beeld. Deze

Nadere informatie

GEZONDE BODEM, GEZOND VOEDSEL, GEZONDE MENSEN... Bokashi voor professionals

GEZONDE BODEM, GEZOND VOEDSEL, GEZONDE MENSEN... Bokashi voor professionals GEZONDE BODEM, GEZOND VOEDSEL, GEZONDE MENSEN... Bokashi voor professionals WAT IS BOKASHI? Bokashi is het Japanse woord voor gefermenteerd organisch materiaal. Met Bokashi kun je organisch restmateriaal

Nadere informatie

Basiscursus Compostering

Basiscursus Compostering Dia 1 Basiscursus Compostering Uw aangeboden door : OVAT Gegeven door Vincent de Wolff Dia 2 Wat gaan we vanavond doen? Wat is composteren Hoe verloopt het proces Wat wel, wat niet in de compost Waarom

Nadere informatie

Composteren van gewasresten

Composteren van gewasresten Composteren van gewasresten Compostering is het omzetten van plantaardige en dierlijke materialen door micro-organismen tot stabiel humusachtig materiaal. Over het proces is al veel bekend en professionele

Nadere informatie

Notitie Bemestingswaarde van digestaten

Notitie Bemestingswaarde van digestaten 1 Notitie Bemestingswaarde van digestaten J.J. Schröder (lid LTO-Commissie Bemesting Grasland en Voedergewassen) Wageningen, 25 oktober 2016 Digestaat is een algemene benaming voor meststoffen afkomstig

Nadere informatie

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking

Mestbeleid. Verplichte mestverwerking Mestbeleid Verplichte mestverwerking Eind december 2013 zijn de details van de verplichte mestverwerking bekend geworden. Dit betekent onder andere dat de verwerkingspercentages en de definitie van verwerken

Nadere informatie

Inzet van plantaardig digestaat

Inzet van plantaardig digestaat Inzet van plantaardig digestaat Pilot in spinazie Marleen Zanen [2007] Louis Bolk Instituut Inzet van plantaardig digestaat, pilot in spinazie, M. Zanen. Voorwoord Voor het op peil houden van de bodemvruchtbaarheid

Nadere informatie

Workshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs

Workshop. Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Workshop Mestverwerking: een bron van emissies of een kans voor emissie reductie? Ellen van Voorthuizen Wim van der Hulst Gerard Rijs Programma Welkom en opening Introductie mestverwerking MVI s Achtergronddocument:

Nadere informatie

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Nutriënten Management Instituut B.V. Postbus 250, 6700 AG Wageningen T: 088 8761280 E: nmi@nmi-agro.nl I: www.nmi-agro.nl De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof Marjoleine Hanegraaf

Nadere informatie

Organisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem

Organisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem Organisch bemesten in de akkerbouw 6 februari 2019 Beitem Agenda Dierlijke mest Effluent Dierlijke mest Voordelen Bevat alle nodige plantennutriënten (ook micronutriënten) Bron van organische stof, essentieel

Nadere informatie

Bodem en bodemverzorging

Bodem en bodemverzorging Bodem en bodemverzorging Compost en composteren Basisbemesting Basiscursus dl2. TT Boxtel Volkstuinvereniging Ceres 2013-2014 Vanavond Je eigen grond Soort, structuur, zorg Compost en composteren De natuurlijke

Nadere informatie

Dierlijke mest. Inleiding

Dierlijke mest. Inleiding 054 1 Dierlijke mest Inleiding Dierlijke mest is afkomstig van de veehouderij, waar met name runderen, varkens en kippen worden gehouden voor menselijke consumptie in binnen- en buitenland. Door de sterke

Nadere informatie

Karakterisatie eindproducten van biologische verwerking

Karakterisatie eindproducten van biologische verwerking Karakterisatie eindproducten van biologische verwerking 1. Welke zijn de mogelijke eindproducten van biologische verwerking van organisch biologisch afval? Figuur 1 Materialenkringloop van organisch biologisch

Nadere informatie

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar

Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar 17-1- Organisch (rest)materiaal als Bodemverbeteraar BODEM De Bodem Van Groot naar Klein tot zeer klein 2 1 17-1- Bodemprofiel Opbouw van de bodem Onaangeroerd = C Kleinste delen = 0 en A Poriënvolume

Nadere informatie

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018

Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen. VK Loonwerkers Najaar 2018 Luchtkwaliteit: ammoniak en broeikasgassen VK Loonwerkers Najaar 2018 Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door: Methaan Lachgas Kooldioxide Ammoniak Nitraat Fosfaat Milieuopgave melkveehouderij 1 Ammoniak

Nadere informatie

Bokashi uitgelegd. TIEN Bokashi-feiten

Bokashi uitgelegd. TIEN Bokashi-feiten TIEN Bokashi-feiten Bokashi is een Japans woord voor goed gefermenteerd organisch materiaal dat terug wordt gegeven aan de bodem. Een kringloopconcept met als doel de microbiële diversiteit in de bodem

Nadere informatie

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren Inhoud Waarom werken aan organische stof? Maatregelen organische stof Hoe we dat proberen vorm te geven onder de Nederlandse

Nadere informatie

Een gezonde en vruchtbare bodem met Keurcompost

Een gezonde en vruchtbare bodem met Keurcompost Een gezonde en met Keurcompost Voordelen Keurcompost Hoger waterbergendvermogen op zandgronden landbouwcompost tuincompost substraatcompost > minder gevoeligheid tijdens droge perioden Voor de land- en

Nadere informatie

Verwerken van (groene) biomassa en mest:

Verwerken van (groene) biomassa en mest: Verwerken van (groene) biomassa en mest: kan dat samen? Hans Verkerk secretaris meststoffendistributie CUMELA Nederland Sector: 3.000 ondernemers 30.000 medewerkers Jaaromzet 4 miljard Cumelabedrijven:

Nadere informatie

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland

Bemesting en Kringloopwijzer Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt. 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland Bemesting en Kringloopwijzer 2016-2018 Gerrit Bossink Dier / Bodem / Bemesting /Gewas / Teelt 1 Agenda 1. Basis kennis bodem 2. Grondmonster analyse: Grasland / Bouwland 3. Kringloopwijzer Efficiënt Bemesten:

Nadere informatie

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? 25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu? Resultaten van systeemonderzoek Bodemkwaliteit op Zand van WUR proeflocatie Vredepeel 24 januari 2019, Janjo de Haan, Marie Wesselink, Harry Verstegen

Nadere informatie

Bodem en bemesting: Regelgeving, knelpunten en kansen voor de biologische glastuinbouw. Willemijn Cuijpers (LBI) Oude Leede, 4 februari 2010

Bodem en bemesting: Regelgeving, knelpunten en kansen voor de biologische glastuinbouw. Willemijn Cuijpers (LBI) Oude Leede, 4 februari 2010 Bodem en bemesting: Regelgeving, knelpunten en kansen voor de biologische glastuinbouw Bedrijvennetwerk Bodem & Bemesting Willemijn Cuijpers (LBI) Oude Leede, 4 februari 2010 De randvoorwaarden: gebruiksnormen

Nadere informatie

5-3-2012. Mestverwerking in Nederland. Wat doet de afdeling Milieu: Kunstmestvervanging door stikstof uit mest. Waarom mestverwerken?

5-3-2012. Mestverwerking in Nederland. Wat doet de afdeling Milieu: Kunstmestvervanging door stikstof uit mest. Waarom mestverwerken? Mestverwerking in Nederland Wat doet de afdeling Milieu: Wageningen, 6 maart 2012 Fridtjof de Buisonjé, Afdeling Milieu gasvormige emissies, fijnstof, emissiearme huisvestingssystemen; bodemkwaliteit,

Nadere informatie

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010 Aan het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten Afdeling Ruimtelijk Ordening T.a.v. de heer S. Olschewsky Postbus 290 5720 AG Asten Uw kenmerk Ons kenmerk Datum 100486-002-verzoek

Nadere informatie

Met compost groeit de prei als kool

Met compost groeit de prei als kool Met compost groeit de prei als kool Joris De Nies 27 juni 2018 +/- 1 ha glastuinbouw Tomaat, paprika, sla,komkommer, courgette +/- 10 ha vollegrondsgroenten Prei, bloemkool, sla, spruiten, asperges, kolen,

Nadere informatie