WERKPLEKSPEL KAARTJES

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "WERKPLEKSPEL KAARTJES"

Transcriptie

1 WERKPLEKSPEL KAARTJES Werkplekken Kennis en Weten 1. In het kantoor wordt gewerkt met flexibele werkplekken. Onder welke omstandigheden heeft iemand recht op een eigen werkplek? A. Nooit. B. Als de werkzaamheden hierom vragen. C. Als mijn manager het goed vindt. 2. U werkt voor drie verschillende organisatieonderdelen met ieder een eigen vlek. Mag u in alle drie de vlekken werken? A. Ja, ik werk voor de drie onderdelen, dus ik mag dat. B. Ja, iedereen mag op elke plek in iedere vlek van het gebouw werken. C. Nee, dat mag niet. 3. U moet dringend telefoneren maar zit in een druk bezette open werkruimte. Wat zou u moeten doen? A. Een andere ruimte opzoeken waar u collega s niet stoort. B. Er zijn geen afspraken; ik kan dat zelf bepalen aan de hand van de aard van het betreffende telefoongesprek. C. Hoewel de afspraak is om de anderen niet te storen, blijkt dat in de praktijk onmogelijk. 4. Wie is verantwoordelijk voor het schoon houden van de werkplekken? A. De facilitaire dienst. B. Medewerkers zorgen voor het schoon achterlaten van het bureau. C. Geen idee. 5. Sommige collega s richten aan het eind van de werkdag een werkplek voor morgen in. Mag dat? A. Ja, dat mag altijd. B. Ja, dat mag omdat zij samenwerken aan een project en morgen weer samen zitten. C. Nee, dat ondermijnt het kantoorconcept. 6. U wilt vandaag bureauwerk doen en daarbij hoort veel telefoneren. Welke plek is daarvoor het meest geschikt? A. Een cockpit (stiltewerkplek). B. Een gedeelde kantoorruimte. C. Een kleine vergaderruimte.

2 7. Een collega neemt een werkplek in maar verlaat deze kort daarna voor een vergadering. Wat is de afspraak hierover in uw organisatie? A. Bij het verlaten van een werkplek moet je deze altijd geheel onbezet achterlaten. B. Als de werkplek minder dan twee uur tijdelijk onbezet blijft, mag het. C. Als er voldoende ruimte in de vlek is (bijvoorbeeld op vrijdagmiddag), mag het. 8. U wilt graag een foto van een dierbare en wat andere persoonlijke spullen op het bureau plaatsen. Mag dat? A. Ja, dat mag altijd. B. Ja, alleen als ik bij het verlaten van de werkplek mijn spullen weer meeneem. C. Nee. 9. De loungewerkplek is een open werkplek voor meerdere personen. Waarvoor is deze plek geschikt? A. Informeel overleg met twee tot vier personen. B. Een korte pauze houden, iets eten en een krantje lezen. C. Deze plek is multifunctioneel en voor tijdelijk gebruik. 10. Vanwege uw functie moet u vaak werkzaamheden met verschillende collega s doen. Wat betekent dit voor uw werkplekgebruik? A. Ik hoor verschillende vaste werkplekken te krijgen. B. Ik hoor een werkplek te kiezen in de buurt van de collega s waarmee ik op dat moment moet samenwerken. C. Het maakt niet uit met wie ik moet samenwerken. De collega s komen naar de plek waar ik zit. Normen en waarden 11. Een afgesloten gedeelde kantoorruimte is gericht op semi geconcentreerd bureauwerk en teamwerk. Een collega gaat hier alleen bellen. Wat vindt u hiervan? A. Goed, mits hij hiervoor een PC nodig heeft en de deur dicht doet. B. Goed, mits er voldoende ruimten vrij zijn op dat moment. C. Voor bellen hoort hij een ruimte te nemen die specifiek is ingericht voor telefoneren. 12. Een collega kiest steevast voor een 1 persoonsruimte die zo ver mogelijk bij alle andere mensen vandaan ligt. Wat vindt u hiervan? A. De collega heeft vast behoefte aan privacy om zijn werk goed te kunnen doen. B. De collega onttrekt zich aan het toeziend oog van collega s en leidinggevenden. C. Het is niet echt collegiaal van deze collega om zich zo af te zonderen. 13. In de nieuwe werkomgeving claimt een leidinggevende steeds een eigen kamer. Wat vindt u hiervan? A. Het is acceptabel een leidinggevende zich een eigen plek toe eigent. B. Een leidinggevende hoort een eigen kamer van de organisatie te krijgen. C. Dit kan niet, leidinggevenden dienen het goede voorbeeld te geven.

3 14. Veel van uw collega s kiezen elke dag dezelfde werkplek om te werken. Wat vindt u hiervan? A. Dat vind ik geen probleem. B. Dat vind ik onacceptabel. C. Ik vind het geen probleem wanneer de werkzaamheden van deze collega s om die werkplekken vragen. 15. Twee collega s zijn al meer dan een kwartier in de open werkomgeving de voetbalcompetitie aan het bespreken. U kunt zich daardoor niet concentreren. Vindt u dat u daar iets over mag zeggen? A. We moeten elkaar altijd kunnen aanspreken op storend gedrag. B. Het hoort erbij, we moeten ons niet te druk maken over kleinigheden. Ik wil niet als zeurkous overkomen. C. Eigenlijk kan ik er niets van zeggen, want de volgende keer praat ik volop mee. 16. De 1 persoonsruimten zijn altijd als eerste bezet. U bent zelden vroeg genoeg op kantoor om deze ruimte te kunnen kiezen, terwijl uw werk dit wel af en toe verlangt. Hoe denkt u hierover? A. Ik ben een sterke voorstander van een reserveringsysteem. B. Ik leg me erbij neer, mijn werkdag start nu eenmaal later. C. Collega s weten dat ik later kom. Ik vind dat ze rekening met me moeten houden. 17. Er is beperkt plaats voor persoonlijk archief nabij de werkplekken. Wanneer vindt u uitzonderingen gerechtvaardigd? A. Nooit. B. Als de medewerker een manager is. C. Als de medewerker deze spullen dagelijks voor zijn werkzaamheden nodig heeft. 18. Een collega luncht steeds achter het bureau waar hij die dag werkt. Morsen en etensgeuren zijn daarbij onvermijdelijk. Wat vindt u hiervan? A. Ik zie er geen probleem in, zolang hij alles netjes achterlaat. B. Eten doe je in de kantine of buiten, niet op je werkplek. C. Geen probleem, ik heb geen zin om me met de eetgewoonten van mijn collega s bezig te houden. 19. De loungewerkplek is een open werkplek met een werkbank voor meerdere personen. Wat vindt u van deze plek? A. Ideaal, het ziet er leuk uit en ik kan er goed werken. B. Als er één persoon aan het werk is, heb ik al het idee dat de plek bezet is. C. Onzin, doe mij maar een gewone bureautafel en stoel. 20. Bij ons op kantoor hebben we een clean desk policy. Zeker aan het eind van de dag dient iedereen zijn bureau leeg achter te laten. Een collega spaart kopjes op zijn bureau. Wat vindt u hiervan? A. Geen probleem, mits hij ze aan het eind van de dag weer opruimt. B. Zo n verzameling kopjes ziet er onprofessioneel en onhygiënisch uit. C. Geen probleem, de schoonmakers ruimen ze aan het eind van de dag wel op.

4 Houding en gedrag 21. Een collega die in de buurt zit is veel aan de telefoon. U kunt zich daardoor niet zo goed concentreren. Wat doet u? A. Ik spreek de collega aan en leg uit dat het telefoongedrag storend is. B. Ik ga zelf werk doen dat niet zo veel concentratie vereist. C. Ik zoek een andere werkplek op. 22. Er is een bepaalde collega die steeds bij u komt zitten en altijd weer dezelfde verhalen ophangt. U bent daar niet van gediend. Wat doet u? A. Ik vraag aan deze collega om een andere werkplek op te zoeken. B. Ik zoek een andere werkplek. C. Ik kaart het aan tijdens het werkoverleg. 23. U voert vaak kort, spontaan overleg met een collega als u deze toevallig treft. Wat doet u? A. Het gaat over werk dus dat moet altijd en overal kunnen. B. Een kleine vergaderruimte opzoeken. C. Gewoon doen, mits het niemand stoort. 24. Een collega gebruikt een cockpit (stiltewerkplek) met de deur open. Alle andere stiltewerkplekken zijn bezet. U moet geconcentreerd kunnen werken om een belangrijk stuk af te maken. Wat doet u? A. Ik zoek een andere werkplek op en tracht me daar te concentreren. B. Ik leg de situatie aan de collega uit en vraag of ik plaats kan nemen in de cokpit. C. Ik ga thuiswerken. 25. Er is geen werkplek in uw vlek te krijgen. Wat doet u? A. Ik loop direct naar mijn leidinggevende: die moet dit probleem maar zien op te lossen. B. Ik zoek in wijdere cirkels (andere afdelingen, vlekken) in het gebouw. C. Ik praat er met mijn collega s over om het probleem op te lossen. 26. Een bepaalde collega is altijd vroeg op het werk en zit altijd op dezelfde werkplek. U zou ook wel eens op die plek willen zitten. Wat doet u? A. Ik kaart het aan bij mijn leidinggevende: die moet dit probleem maar zien op te lossen. B. Wie het eerst komt, wie het eerst maalt. Ik accepteer het. C. Ik bespreek dit met de betreffende collega. 27. U heeft vaak werk waarbij u zich moet concentreren maar de cockpits (stiltewerkplekken) vindt u klein en onaangenaam. Wat doet u? A. Ik ga toch maar in een cockpit zitten, hoewel die niet gemaakt zijn voor langdurig gebruik. B. Ik neem een 2 persoonsruimte voor mij alleen. C. Ik ga bij collega s zitten en vraag of ze stil willen zijn.

5 28. U wordt nu al de hele dag gebeld over allerhande zaken. Eigenlijk moet u dringend een belangrijk document afmaken. Kunt u uw telefoon uitzetten? A. Als dat de enige manier is om ongestoord te kunnen werken, is dat uiteraard geen probleem. B. Nee, ik moet steeds bereikbaar zijn. C. Ja, ik schakel alle gesprekken door naar ons secretariaat. 29. Op de open plek waar u zit heeft u het te koud. Wat doet u? A. Ik ga ergens anders zitten om te kijken of het daar beter is. B. Ik blijf zitten en houd stug vol. C. Ik probeer zelf de temperatuur te regelen of bel de facilitaire dienst. 30. U moet vandaag werk doen dat met name vraagt om concentratie. Waar werkt u? A. Ik blijf thuis. Daar word ik niet gestoord door collega s. B. Ik neem de werkplek die ik altijd heb, ik kan me overal concentreren. C. Ik ga de hele dag in een cockpit (stiltewerkplek) zitten. Faciliteiten Kennis en weten 31. De post wordt geselecteerd en in de postvakken geplaatst. Wat weet u van deze faciliteit? A. Dit is een papierarm kantoor: de post wordt eerst gescand en komt digitaal in mijn mailbox terecht. B. Postvakken worden vaak in combinatie met lockers geplaatst bij de entree van de afdeling. C. Bij vertrouwelijke post moeten de postvakken afsluitbaar zijn. 32. In de nieuwe werkomgeving is er minder plaats voor archief. Er wordt gebruik gemaakt van dynamische werk archieven op de gang en digitale archieven. De belangrijkste reden hiervoor is: A. Er komt meer ruimte voor werkplekken vrij als archieven gedigitaliseerd zijn. B. Informatie is digitaal veel eenvoudiger op te vragen vanaf elke werkplek. C. Besparen op ruimte, waardoor ik nu elke dag een uur lang op mijn computer naar mijn stukken zoek. 33. Ons gebouw heeft een gezamenlijke printerruimte op elke verdieping. Wat is de belangrijkste reden hiervoor? A. Efficiënter beheer, lagere kosten en het voorkomen van geluid en schadelijke stoffen nabij de werkplekken. B. Medewerkers stimuleren om meer te bewegen. C. De printerruimte werkt als een natuurlijke ontmoetingsruimte. 34. De pantry is bedoeld als: A. Een plek waar je gemakkelijk en snel koffie kan halen, om vervolgens meteen weer aan het werk te gaan. B. Een plek waar je even kan zitten om met collega s over van alles en nog wat te praten. C. Een plek waar je collega s ontmoet en je werk bespreekt.

6 35. U werkt in een team aan een project. Omdat er geen ruimte is om fysieke mappen te bewaren, slaat u alles digitaal op. Waar doet u dat? A. In the cloud, zo kan iedereen er vanaf iedere locatie bij. B. Op een centrale server op kantoor, zodat men er vanaf alle computers op kantoor bij kan. C. Iedereen heeft een versie op zijn eigen computer staan. Als er iets verandert, mailen we het rond. 36. Het restaurant/café is te gebruiken om in te eten. A. En niets anders. B. En het voeren van informeel overleg met collega s. C. En het voeren van informeel en formeel overleg met collega s en externen. 37. Wanneer u moeilijkheden hebt met het gebruik van het digitale archief, waar kunt u dan terecht? A. Bij het secretariaat, zij scannen dan alles voor me in. B. Bij mijn leidinggevende, hij regelt een cursus. C. Ik zou het niet weten, ik moet er zelf maar uit zien te komen. 38. In de wachtruimte blijven vaak spullen liggen. Wie is bij ons de beheerder van dit soort gemeenschappelijke ruimten? A. De facilitaire dienst. B. Ik zou niet weten wie dat bij ons beheert. C. We moeten er samen voor zorgen dat het netjes blijft. 39. Een pauzeplek is een open ruimte met bijvoorbeeld statafels of zitjes waar collega s snel en op informele wijze van gedachten kunnen wisselen. Worden dergelijke ruimten binnen uw organisatie veel gebruikt? A. Ja, binnen onze organisatie doen we niet anders dan informeel overleggen! Leuk dat dit kan. B. Nauwelijks, informeel overleg is bij ons gelijk aan niet aan het werk zijn. C. Na 30 minuten in die stoelen heeft iedereen last van zijn rug. We gebruiken liever een reguliere overlegruimte. 40. U heeft een nieuwe collega die een ergonomische stoel nodig heeft. Waar laat hij deze stoel aan het eind van de dag? A. Gewoon bij een werkplek, morgen heeft hij hem toch weer nodig. B. Aan de andere kant van de afdeling is een speciale parkeerplaats voor ergonomische stoelen. C. Wij hebben zulke goede bureaustoelen dat niemand een ergonomische stoel nodig heeft.

7 Normen en waarden 41. De werkomgeving moet volgens de wetgeving rookvrij zijn. Om toch aan de verstokte rokers tegemoet te komen, is in de nieuwe werkomgeving een rookruimte opgenomen. Wat vindt u hiervan? A. Goed, het is prettig dat je als roker even snel in de buurt een sigaret kan roken. B. Een gezond bedrijf moet roken niet faciliteren. C. Het moet maar, rokers voor de deur vind ik nog erger. 42. In plaats van ladenblokken zijn er een kofferstalling en lockers voor persoonlijke spullen. Wat vindt u hiervan? A. Wat een onzin, mijn persoonlijke spullen passen daar nooit allemaal in. B. Erg handig, daardoor ben je niet aan één werkplek gebonden. C. Wat onhandig, daardoor moet ik elke ochtend met mijn spullen sjouwen. 43. In de rookruimte worden vaak belangrijke gesprekken over het werk gehouden. Wat vindt u daarvan? A. Dat is logisch, je zit er met collega s samen. Als niet rokers erbij betrokken willen zijn moeten ze maar aanschuiven. B. Dat hoort niet te gebeuren aangezien niet iedereen rookt. C. Het is niet erg als de belangrijke punten teruggekoppeld worden aan de niet rokers. 44. Als u moet printen, treft u vaak een lege papierlade aan. Sommige collega s voelen zich blijkbaar niet geroepen om het papier bij te vullen. Wat vindt u van dit gedrag? A. Dergelijk gedrag is asociaal, ik kaart het aan bij het werkoverleg. B. Geen probleem: ik vul zelf de printer bij als hij leeg is. C. Meestal ben ikzelf degene die de printer niet bijgevuld heeft. 45. Twee collega s hebben al een hele tijd informeel overleg op de pauzeplek. Wat vindt u ervan? A. Belachelijk, waar moeten andere mensen dan pauzeren? B. Niets, ik kom nooit op de pauzeplek. C. Heel goed, daar storen ze geen mensen op de werkplekken. 46. Het openstellen van mijn agenda aan collega s vind ik: A. Prima, zolang ik zelf kan aangeven wie er wel en niet in mag kijken. B. Belachelijk, het gaat mijn collega s niet aan wat ik doe en waar ik ben. C. Zeer belangrijk, dan weet je waar iedereen is. 47. De ontmoetingsruimten (pauzeplekken, pantry s en wachtruimten) worden eigenlijk nauwelijks gebruikt. Hoe kan dat volgens u opgelost worden? A. Gewoon een aantal ruimten opdoeken; ze zijn overbodig. B. Het management moet duidelijk maken dat je er gebruik van kan maken. Nu hebben we het gevoel dat je niet aan het werk bent als je in de ontmoetingsruimte zit. C. Door ze niet zo afgelegen te plaatsen; ik ga daar niet helemaal naar toe lopen.

8 48. Een collega gebruikt zijn persoonlijke opslag niet, hij laat zijn spullen zoals jas, tas en papieren in plaats daarvan liggen in de wachtruimte. Wat vindt u hiervan? A. Dat is niet volgens de regels en die gelden voor iedereen. Ik kaart het aan bij de leidinggevende. B. Dat is niet collegiaal, ik spreek deze persoon er op aan. C. Geen probleem zolang het niemand tot last is. 49. De kleine koelkast in de pantry staat steeds weer vol spullen die van niemand lijken te zijn. Wat doet u? a. Ik gooi alles waarvan de vervaldatum al lang voorbij is in de vuilnisbak. b. Ik kaart het aan bij de schoonmakers. c. Ik stuur een mailtje rond aan collega s met de vraag of ze hun spullen willen opruimen. d. Anders, namelijk 50. Een collega neemt af en toe een korte pauze. Wat vindt u hier van? A. Geen probleem, als hij de tijd aan het eind van de dag maar inhaalt. B. Moet kunnen, niemand kan zich uren achter elkaar concentreren. C. Nergens voor nodig, er moet gewerkt worden. Houding en gedrag 51. De moeder van een collega heeft net succesvol een operatie ondergaan. Hij hangt al de hele ochtend aan de lijn om verschillende vrienden en familieleden met veel details te beschrijven hoe de procedure verlopen is. U heeft hier last van. Wat zegt u tegen uw collega? A. Neem even een kleine overlegkamer, dan kan je rustig en in alle privacy telefoneren. B. Kan je niet beter vanavond iedereen even bellen? C. Zou je iets minder medische details willen geven, ik word er een beetje misselijk van. 52. Er staan vier mensen bij het koffieapparaat te wachten, terwijl u net koffie wilt halen. Wat doet u? A. Ik sluit aan met veel zuchten en steunen over de lange wachttijd en het vele werk dat nog ligt te wachten. B. Ik maak gebruik van de tijd om gezellig te praten met de collega s die ook in de rij staan. C. Ik draai me om: ik ga later wel koffie halen. 53. Op de verdieping is een gemeenschappelijke printerruimte. Er liggen vaak nog papieren van anderen. Hoe gaat u daarmee om? A. Ik lees de stukken zodat ik op de hoogte ben van de ontwikkelingen in de organisatie. B. Ik geef de printjes aan mijn collega, als ik weet van wie ze zijn. C. Ik laat de stukken van anderen voor wat ze zijn en neem alleen mijn eigen stukken mee.

9 54. U heeft veel papieren dossiers en andere achtergrondinformatie nodig voor uw werk. Het beschikbare persoonlijk werk archief is daar veel te klein voor. Wat doet u? A. Ik versier wel ergens extra kastruimte. B. Ik probeer mijn dossiers op te ruimen en digitaliseer zo veel mogelijk documenten. C. Ik meld het bij mijn leidinggevende. 55. U vindt het lastig om van het scherm te lezen en print daarom alles uit. Daarvoor is er geen plaats is in het archief. Hoe gaat u hiermee om? A. Elke dag gooi ik alles weg, de volgende dag print ik weer uit wat ik nodig heb. B. Met een grote rugzak en mijn kofferbak heb ik net voldoende ruimte om toch alles op te slaan en bij me te hebben. C. Ik laat het op de werkplek liggen waar ik op dat moment ben. 56. Na een korte rookpauze voor de deur van het kantoor, hangen de rokers vaak hun jassen over hun stoel. U merkt dat er hierdoor vaak een sterke, niet te negeren, sigarettengeur hangt bij de werkplekken. Wat doet u? A. Ik vraag de rokers hun jassen elders te hangen. B. We hebben flexibele werkplekken; ik ga elders zitten, weg van de geur. C. Er moet een speciale, afgesloten garderobe komen voor rokers. 57. In de comfortabele fauteuils op de pauzeplek ziet u nooit iemand zitten. Hoe gaan we deze plek beter gebruiken? A. Ik ga er zo af en toe zitten, in de hoop dat anderen dat ook doen. B. Het is geen probleem, ze fleuren onze werkomgeving mooi op. C. Ik kaart het aan in het tweewekelijkse afdelingsoverleg en stel voor om er werkplekken van te maken. 58. U neemt af en toe een korte pauze, aangezien u anders lang aaneengesloten achter de computer werkt. Wat doet u tijdens zo n korte pauze? A. Ik maak een praatje, lees even de krant of haal koffie. B. Ik jog een rondje rond het gebouw. C. Ik speel een spelletje met enkele collega s. 59. U bent een sportieve medewerker en fietst elke dag door weer en wind naar kantoor. U komt s ochtends met een nat regenpak aan op het werk. Wat doet u ermee? A. Ik hang het in de buurt over een bureaustoel, het is vandaag toch niet zo druk. B. Ik duw het toch maar in mijn locker ook al droogt het dan niet, er is nu eenmaal geen andere plek voor. C. Ik hang het aan de kapstok, en hoop dat de spullen van mijn collega s er niet nat door worden.

10 60. Sommige medewerkers hebben een speciale ergonomische stoel. Gezien iedereen wisselt van werkplek worden die stoelen her en der achtergelaten. Wat doet u volgende keer als u bijna over een stoel in het gangpad struikelt? A. Dat is nu al de derde keer vandaag! Ik schop hem opzij. B. Ik weet van wie de stoel is en vraag die persoon om er vanaf nu meer op te letten. C. Dat zal hier niet gebeuren, al onze stoelen zijn van zo n kwaliteit dat bijna niemand een speciale stoel nodig heeft. Overlegplekken Kennis en weten 61. Collega s laten steeds s avonds de ramen van de overlegruimte open staan. Wie heeft de verantwoordelijkheid deze weer dicht te doen? A. De collega s behoren na het overleg de ramen dicht te doen. B. De beveiliging controleert en corrigeert dat soort dingen. C. Secretariaat zorgt voor de overlegruimten. 62. Een open overlegruimte is ontworpen om mensen op informele wijze kort te laten overleggen. Dit soort overlegplekken liggen vooral: A. Bij plekken waar je mensen tegen komt, zoals koffiecorners en printerruimten, zodat je meteen kan gaan zitten als je een collega tegen komt. B. Niet in de buurt van open werkplekken vanwege het geluidsoverlast. C. Inpandig en niet aan het raam, omdat ze voor tijdelijk gebruik zijn. 63. Een open overlegruimte is ontworpen om mensen op informele wijze kort overleg te laten hebben. Wij hebben dit soort overlegplekken, omdat: A. Ze goed zijn voor de creativiteit, die bloeit bij toevallige ontmoetingen. B. We in deze organisatie veel kort en informeel overleggen, het is goed dat daar geschikte ruimten voor zijn. C. Ze zijn helemaal niet nuttig. 64. De brainstormruimte heeft een informele inrichting en voorzieningen als whiteboards, flip overs en gekleurde post its. Welke van onderstaande beweringen is volgens u juist? A. Deze ruimte moet vooral niet lijken op een vergaderkamer, omdat het hier gaat om het faciliteren van een creatief proces. B. Om effectief te zijn moet deze ruimte zo zijn ingericht dat deze ook als vergaderruimte gebruikt kan worden. C. Brainstormen kan je overal, de omgeving doet er niet toe. 65. De architectuur, de indeling en het interieur van kantoorgebouwen kunnen iets vertellen over de organisatiecultuur. Sluiten de cultuur en de huisvesting van uw organisatie op elkaar aan? A. De huisvesting straalt terecht uit dat we een traditionele, hiërarchische organisatie zijn. B. De huisvesting straalt terecht uit dat we een communicatieve, platte organisatie zijn. C. Ik zie geen relatie tussen onze cultuur en de huisvesting.

11 66. Flexibel werken vereist autonomie (onafhankelijk /zelfstandigheid). Hoe zit dat bij u in de organisatie? A. Wij kennen hier nauwelijks autonomie, keuze over de werkplek is dus niet van toepassing. B. Wij kennen hier nauwelijks autonomie, maar keuze over de werkplek zou vanuit andere overwegingen wel goed zijn. C. Velen van ons werken erg autonoom en maken zelf beslissingen over hun werk en werkzaamheden, zelf beslissen op welke plek je werkt hoort daar bij. D. Anders, namelijk 67. Op drukke dagen is er geen enkele overlegruimte te vinden. Reserveringen voor periodieke vergaderingen liggen al ver van tevoren vast. Hoe kom ik toch aan een dergelijke plek? A. Deze situatie zal zich nooit voordoen. Je kan niet ver van tevoren reserveren en als een overleg niet doorgaat wordt dit steeds gemeld. B. Ik kan gebruik maken van een overlegruimte bij een andere afdeling. C. Het secretariaat moet voor mij een passende overlegruimte regelen. 68. Om uw werk goed te kunnen doen, zijn er diverse ICT faciliteiten beschikbaar. Wat weet u hierover? A. Managers krijgen de nieuwste tablet en smartphone, de rest van de medewerkers hebben een vaste pc. B. Afhankelijk van je werkzaamheden wordt een pakket met faciliteiten beschikbaar gesteld. C. Iedereen kan zijn eigen hardware meenemen, de benodigde software wordt voor je geïnstalleerd. 69. U wilt een groot overleg organiseren met meer dan 50 interne en externe genodigden, de burgemeester komt ook. Waar organiseert u dit? A. Zelfs al hadden we een ruimte waarin dit overleg zou passen, ik organiseer het in de schouwburg om de hoek. Dat heeft een betere uitstraling. B. Binnen ons gebouw in de kantine, dat is prettig informeel. C. We schakelen wel wat kleine vergaderruimten aan elkaar. Niet ideaal, maar goed genoeg. 70. U heeft begin volgende maand een overlegruimte voor acht personen gereserveerd voor een overleg. Vandaag hebben vier mensen alweer afgemeld. Wat moet u doen? A. Een kleiner overlegzaaltje reserveren en de grotere ruimte afzeggen. B. De mensen die hebben afgemeld alsnog proberen te overtuigen, als dit niet lukt verzet ik de afspraak en de reservering. C. Helemaal niets, we passen nog steeds in de overlegruimte. Normen en waarden 71. Een aantal collega s komen in het flexibele werkplekconcept later aan en gaan eerder weg. Wat vindt u daarvan? A. Die collega s kunnen niet omgaan met eigen verantwoordelijkheden. De leiding moet er strak toezicht op houden en adequaat tegen optreden. B. Als ze al klaar zijn, kunnen ze waarschijnlijk meer taken aan. C. Goed, zij werken waarschijnlijk thuis verder.

12 72. Kleine open overlegplekken zijn open ruimten voor kort informeel overleg met twee tot vier personen. Deze worden echter ook gebruikt voor formeel overleg. Wat vindt u hiervan? A. Prima, we gaan hier vrij informeel om met formele zaken. B. Dat zal wel komen doordat er niet genoeg ruimte is voor formeel overleg. C. Dat kan niet. Die plek is daar niet voor bestemd. 73. Een kleine vergaderruimte is een afgesloten ruimte voor overleg met twee tot vier personen. Het nieuwe projectteam Sneller, Hoger, Sterker heeft deze ruimte in gebruik genomen als hun eigen teamruimte. Wat vindt u hiervan? A. Onacceptabel, ze ondermijnen ons flexibel werkplekgebruik. B. Het moet kunnen, het project is heel belangrijk voor onze organisatie. C. Mooi, dan neem ik vanaf nu ook weer een eigen vaste werkplek. 74. Vaak worden overlegruimten na het overleg rommelig achtergelaten. Er liggen nog kabels, de beamer is blijven staan, er staan gebruikte koffiebekers en her en der ligt er nog schrijfpapier op de tafels. Hoe denkt u er over? A. Dat kan niet, iedereen moet zijn/haar spullen opruimen. B. Helemaal niet erg, de volgende groep heeft die spullen toch ook weer nodig. C. De organisator van het overleg is er verantwoordelijk voor dat het netjes achterblijft. 75. Soms zitten een aantal mensen individueel te werken in een grote vergaderruimte. Wat vindt u hiervan? A. Geen probleem, als er toch geen overleg is. B. Alle werkplekken zijn bezet, dus het moet maar. C. Als ze allemaal individueel werken, moeten ze in 1 persoonsruimten gaan zitten. 76. U vraagt zich vaak af of zo veel overleggen wel nodig is. Als er minder overlegruimten zijn, wordt het vanzelf minder. Bent u het hiermee eens? A. Nee, overleggen is een belangrijk deel van ons werk en daar moeten goede voorzieningen voor zijn. B. Nee, hoe vaak we overleggen wordt niet bepaald door het aantal overlegruimten. C. Ja, er wordt hier te veel gepraat en niet genoeg gewerkt. 77. Overlegruimten zijn erg populair en daardoor schaars. Welke oplossingen zijn voor u bespreekbaar? A. Meer overlegruimten maken ten koste van gedeelde kantoorruimten en project /teamruimten. B. Het gebruik van de overlegruimten van een tijdslimiet van bijvoorbeeld twee uur voorzien. C. Overleg toestaan op bepaalde werkplekken en bij bepaalde faciliteiten.

13 78. In een activiteitgerelateerd kantoor kunnen medewerkers kiezen voor verschillende plekken voor specifieke activiteiten als telefoneren, lezen en kort overleg. De standaardgrap is om elkaar wijs te maken dat iemand echt het verkeerde werk doet op een plek. Wat vindt u hiervan? A. Prima, een dolletje hoort erbij. B. Te flauw voor woorden. C. We moeten eigenlijk af van die ongeschreven regels en ze eens gewoon op gaan schrijven. 79. Er staan regelmatig overlegruimten leeg, terwijl er een tekort is aan werkplekken. Hoe zou u dit oplossen? A. Niet, het is belangrijk dat we meer samenwerken en daarvoor hebben we deze ruimten nodig. B. Van een aantal overlegruimten werkruimten maken. C. Niet, je kan zonder problemen werken in de overlegruimten, als deze onbezet zijn. 80. In uw team worden er veel vertrouwelijke projecten gedaan. Om daarover te overleggen, zoekt u een grote gesloten vergaderruimte op. De laatste tijd zijn al deze ruimten steeds bezet. Hoe lost u dit op? A. Het is geen probleem, we vertrouwen onze collega s, dus we overleggen op een open overlegplek. B. We kruipen in een kleine concentratieruimte. Het is krap en we moeten staan, maar de deur kan in ieder geval dicht. C. We verzoeken onze leidinggevende of we zijn werkkamer mogen gebruiken voor ons overleg. Houding en gedrag 81. Alle overlegplekken zijn bezet. Twee collega s gebruiken de grote vergaderruimte voor acht personen voor hun overleg. U heeft een ruimte nodig voor overleg met zes personen. Wat doet u? A. Zij waren eerder, ik laat het erbij. B. Ik verzoek hen vriendelijk om ergens anders te overleggen. C. De baas is één van de twee collega s, ik laat het er maar bij. 82. De grote vergaderruimten zijn altijd lang van tevoren gereserveerd. Vaak voor overleggen waar uiteindelijk maar een paar deelnemers voor komen opdagen. U heeft op korte termijn een overlegplek nodig voor acht personen. Wat doet u? A. Ik kijk op de vergaderdag zelf of ik een halflege overlegruimte kan vinden. B. Ik vraag het secretariaat te schuiven met de reserveringen. C. Ik claim de ontmoetingsruimte voor mijn overleg. 83. Waarvoor gebruikt u een kleine vergaderruimte? A. Voor overleg met twee tot vier personen. B. Ik gebruik deze ruimte nooit. C. Als ik dingen moet lezen. Dan kan ik de deur dicht doen en me concentreren.

14 84. Wij hebben een grote vergaderruimte voor acht personen gereserveerd voor een vergadering. Er zijn echter twaalf mensen komen opdagen. Er zijn geen grotere overlegruimten meer vrij. Wat doet u? A. We zoeken (rondlopen, bellen met secretariaat of via het reserveringssysteem) wel ergens een plek waar we met twaalf kunnen overleggen. B. We halen er een paar extra stoelen bij van aangrenzende, onbezette werkplekken. C. We stellen het overleg uit naar de namiddag, al kunnen er dan een aantal mensen niet bij zijn. 85. Een collega zit in zijn eentje in een kleine vergaderruimte die u nodig heeft voor overleg. Wat doet u? A. Ik heb die ruimte niet gereserveerd, dus ik zeg er niets van. B. Die collega kan ook ergens anders in zijn eentje werken, ik vraag of hij vertrekt. C. Dat is afhankelijk van wie die collega is. 86. Een grote open overlegplek is ook geschikt voor presentaties of het vieren van verjaardagen. U zit vlak bij een dergelijke ruimte te werken maar wordt steeds afgeleid door geloop en geluid. Wat doet u? A. Ik verkas tegen mijn zin naar een andere werkplek. B. Ik weet nu dat er goede en minder goede plekken zijn om je te kunnen concentreren, daar pas ik mijn werkplekvoorkeuren op aan. C. Ik vier iedere verjaardag enthousiast mee. 87. Een grote vergaderruimte is een afgesloten ruimte voor overleg met meer dan vier personen, zoals vergaderingen en werkoverleg. Aangezien er maar een beperkt aantal van deze ruimten zijn, is het nodig dat: A. Er gedisciplineerd gebruik wordt gemaakt van het reserveringssysteem. B. Je de gereserveerde ruimte afzegt als je deze niet gebruikt. C. Wij elkaar er op aanspreken als de gereserveerde ruimte na vijftien minuten nog niet in gebruik is genomen. 88. Collega s met een laptop werken ook regelmatig in de overlegruimten. Wat doet u? A. Niets, iedereen mag zelf bepalen hoe hij de werkomgeving gebruikt. B. Als er onvoldoende overlegruimte vrij is, zal ik er iets van zeggen. We moeten natuurlijk altijd met elkaar kunnen praten over het gebruik van de werkomgeving. C. Niets, want gelukkig behoort huisvestingsdiscipline handhaven tot het werk van de leidinggevende. 89. Op basis waarvan kiest u een overlegruimte? A. Ik boek de grootste en mooiste ruimte die vrij is. B. Ik kijk welke faciliteiten ik nodig heb en reserveer een ruimte die daar bij past. C. Ik kijk op het moment van de vergadering welke ruimten er vrij zijn. D. Anders, namelijk

15 90. U zit in overleg en u krijgt een telefoontje. Wat doet u? A. Als het belangrijk is, neem ik gewoon op. B. Ik loop rood aan en zet mijn telefoon uit. C. Ik excuseer me, loop weg uit de vergadering en ga op de gang bellen. Andere locatie Kennis en weten 91. Welke faciliteiten zijn er beschikbaar om met collega s te communiceren als u op een andere locatie werkt? A. Telefoon en e mail. B. Communicatie programma s, zoals Skype, Livemeeting, Lync, Communicator, enz. C. Geen, ik wacht totdat ik collega s weer zie. 92. Wanneer kunt u werken? A. Elke werkdag, tussen zeven uur s ochtends en zeven uur s avonds. B. Elke werkdag en als het beter uitkomt werk ik s avonds verder. C. Wanneer ik maar wil, ook tijdens het weekend. 93. Wie kan er in onze organisatie thuiswerken? A. Iedereen. B. Dit is afhankelijk van de werkzaamheden. C. Dat bepaalt de directe leidinggevende. 94. Het is mooi weer, dus u besluit thuis in de tuin te gaan werken. Mag dat? A. Geen probleem. Ik zet het in mijn agenda zodat mijn collega s ook op de hoogte zijn. B. Het zou op zich kunnen, maar ik heb wel het gevoel dat ik er dan op wordt aangekeken. C. Dat moet ik een week van tevoren aangeven bij mijn leidinggevende. 95. Steeds meer mensen maken onder werktijd gebruik van sociale media, zoals Twitter en Facebook. Wat is het beleid op dit gebied? A. Het is belangrijk voor het onderhouden van je netwerk, dus dat kan gewoon. B. Alle sociale media zijn afgesloten, ik kan hier niet eens mijn privé mail lezen. C. Als je tijdens werktijd aan je sociale leven werkt, moet je aan het eind van de dag maar wat langer doorwerken. 96. Uw secretaresse heeft een tweede huis aan de Côte d Azur. Zij wil daar iets langer blijven en geeft aan gewoon haar werk te kunnen doen. Kan dit? A. Geen probleem, zij heeft haar laptop en smartphone bij zich. B. Dat kan echt niet. Wat als men ontdekt dat ze hen beantwoordt naast het zwembad? C. Ik geloof nooit dat ze zich daar 100% zal kunnen inzetten.

16 97. In onze organisatie wordt het gestimuleerd om meer thuis te werken. U ziet dat wel zitten, maar heeft geen fatsoenlijke computer thuis. Bij wie kunt u terecht? A. Bij mijn baas, hij heeft een potje om medewerkers te voorzien van de juiste thuiswerkfaciliteiten. B. We krijgen standaard, bij indiensttreding, een budget om een computer voor thuis te kopen. C. Bij ons is dat niet nodig, we krijgen een laptop van het werk die ik prima thuis kan gebruiken. 98. Op kantoor heeft u een Arbo werkplek. Thuis zit u vaak met de laptop aan de keukentafel te werken. Wat zijn de afspraken? A. Medewerkers zijn zelf verantwoordelijk voor hun werkplek thuis, als je klachten krijgt is het je eigen schuld. B. De werkgever is verplicht om ook thuis een geschikte werkplek te voorzien. C. Mensen die een Arbo werkplek nodig hebben, moeten maar op kantoor werken. 99. U bent de laatste tijd heel erg druk met het werken aan een belangrijk document met een licht vertrouwelijk karakter. Eigenlijk heeft u uw reistijd (per trein) nodig om aan het document te werken. Kan dit? A. Tot mijn spijt, beter niet. Het stuk bevat informatie die ik liever niet aan medereizigers toont. B. Hoe druk ik het ook heb, dat moment in de trein doe ik liever even iets anders. C. Ik werk er wel door in de trein, maar let er goed op dat niemand meekijkt Een collega heeft steevast last met het halen van deadlines. De kwaliteit van zijn werk is uitstekend, maar het raakt zelden op tijd af. Hoe zou u hier als leidinggevende mee omgaan? A. Wij sturen op output en dat wil zeggen: deadlines halen, ook al is de kwaliteit minder. B. Hoewel kwaliteit belangrijk is, hebben we ook deadlines. Ik zoek samen met de collega een oplossing. C. Ik heb de collega niet aan het stuk zien werken, dus hij zal zich wel niet erg hebben ingespannen. Ik spreek hem er op aan. Waarden en normen 101. Wanneer werkt u thuis? A. Als ik me moet concentreren. B. Als ik voor belangrijke zorgtaken thuis moet zijn. C. Als ik een afspraak buiten kantoor heb en hierdoor kan besparen op reistijd Wanneer kan men u bellen als u thuis werkt? A. Mijn telefoon staat dan continu aan, ook na vijf uur. B. Als ik even naar de winkel ben, of me even wil concentreren zet ik mijn telefoon uit. C. Ik zet mijn telefoon aan tussen negen en vijf. D. Anders namelijk 103. Een collega werkt twee dagen per week thuis, wat vindt u hiervan? A. Prima, hij moet zelf weten waar hij werkt. B. Onhandig, als ik een vraag heb blijft dat een dag extra liggen. C. Dit kan niet, hij is vast met andere dingen bezig tijdens werktijd.

17 104. Een collega gaat iedere vrijdagmiddag voetballen. Wat vindt u hiervan? A. Geen probleem, hij zal in het weekend zijn werktijd wel inhalen. B. Dat kan echt niet, tussen negen en vijf hoor je bereikbaar te zijn. C. Dat kan, mits hij goede afspraken met de leidinggevende heeft gemaakt U belt een collega op die aan het thuiswerken is. Op de achtergrond hoort u een hoop lawaai. Wat denkt u? A. Ja, ja, thuiswerken, volgens mij zit hij in het café. B. Als je thuiswerkt heb je ook pauze nodig. C. Als ik door de stad liep, zou ik niet opnemen U wilt een afspraak plannen met uw hele team. De meest gepaste dag daarvoor is maandag. Die dag werkt een bepaalde collega echter structureel thuis. Wat vindt u hiervan? A. Die collega moet maar flexibel zijn. B. Ik zoek een ander moment dat het iedereen past, maar dan zal er wel wat meer tijd overheen gaan. C. We overleggen bij deze collega thuis U bent net thuis na een etentje bij vrienden en kijkt nog even in uw werkmailbox. Er zit een bericht in van uw baas over een project waar u al een tijd aan werkt. Wat denkt u hiervan? A. Had ik maar niet gekeken, nu kan ik maar beter even reageren. B. Mijn baas hoeft me niet te mailen op dit uur en hij hoeft al zeker geen antwoord te verwachten. C. Ons team is wel erg competitief, ik moet tonen dat ik constant bezig ben met het project In een nieuw project werken we samen met een team in Yakutsk in Rusland. Met een tijdsverschil van negen uur is het best lastig om dagelijks te overleggen. Hoe doet u dit? A. Ons team past zich aan, we gaan een tijdje op de tijd van Yakutsk leven. B. We plannen een vast overlegmoment, vroeg op de dag voor het Russisch team en laat op de dag voor ons. C. We hebben minimaal overleg en trachten alles via de mail te regelen In onze organisatie hebben we wel flexibele werkplekken, maar doen we niet aan thuiswerken. Wat denkt u hierover? A. Dat kan niet, het een kan niet zonder het ander. B. Dat is jammer, als thuiswerken mogelijk zou zijn, dan is dit voor veel collega s interessant. C. Dat is een goede zaak, om ons werk goed te kunnen doen is het belangrijk dat we elkaar vaak zien Een collega die ik op kantoor niet elke dag zie nodigt me uit om vrienden te worden op Facebook. Hoe denkt u hierover? A. Ik accepteer het vriendschapsverzoek, dan kunnen we meteen onze vakantiefoto s delen. B. Ik accepteer het vriendschapsverzoek, dan kunnen we professioneel nog beter in contact blijven. C. Ik accepteer het vriendschapsverzoek niet, ik wil werk en privé gescheiden houden.

18 Houding en gedrag 111. Hoe blijft u in contact met collega s die op een andere locatie werken? A. Ik stuur een e mail of een chatbericht. B. Ik wacht totdat ze weer op kantoor zijn, hierdoor heb ik maar weinig contact met ze. C. Ik bel ze op (per telefoon of digitale communicatiemiddelen) U heeft een vraag aan een collega die elders werkt. Wat doet u? A. Ik stuur een e mail en verwacht binnen tien minuten antwoord, anders bel ik. B. Ik wacht tot de volgende keer dat de collega weer op het werk is. C. Ik gebruik een chatprogramma (MSN, WhatsApp) om mijn vraag te stellen Er staan s ochtends ettelijke kilometers file op de route naar uw werk. Wat doet u? A. Ik werk een paar uur thuis, als de file over is ga ik naar het werk. B. Ik blijf de hele dag thuis werken, het heeft geen zin om voor een paar uur naar het werk te gaan. C. Ik stap in de auto en sluit aan in de file, dan ben ik zo snel mogelijk op het werk Hoe laat u aan collega s weten wanneer u bereikbaar bent als u thuiswerkt? A. Ik zet altijd precies in mijn agenda wanneer ik bereikbaar ben. B. Niet, ze weten dat ze me altijd kunnen bellen. C. Ik log online in en ze zien direct of ik beschikbaar ben of niet U bent op bezoek bij een klant en hebt nog wat tijd over voor de vergadering van start gaat. Wat doet u? A. Ik ga in een hoekje achter mijn laptop zitten en tuur nog even naar mijn mailbox. B. Ik drink nog even een kopje koffie en maak een praatje met de secretaresse die me ontvangt. C. Ik kan hier toch niet werken! Dan zou iedereen in mijn vertrouwelijke documenten kunnen kijken U werkt vandaag thuis maar de internetverbinding doet gek. Wat doet u? A. Ik duik het koffiehuis op de hoek in en bestel elk uur een dubbele cappuccino met een gratis uur internet erbij. B. Mijn telefoon werkt in elk geval wel en ik heb nog een stuk waar ik prima offline mee verder kan. C. Ik ga toch maar naar kantoor U heeft een bespreking aan de andere kant van het land, maar door slecht weer staan er vanochtend heel veel files. Wat doet u? A. Ik bel op en stel voor de bespreking op een ander moment te houden. B. Ik neem de trein, maar weet dat ik minstens een uur te laat zal zijn. C. Ik stel voor om ons overleg op afstand (via Skype / Livemeeting / Communicator) te houden.

19 118. U werkt samen met drie collega s om landelijk een nieuw programma in te voeren. Daarbij zijn jullie alle vier voortdurend onderweg, maar is er zeker ook afstemming nodig. Hoe zorgt u ervoor dat er voldoende afgestemd wordt? A. We bellen en mailen elkaar elke dag. B. Naast bellen en mailen, trachten we een paar keer per week echt samen te zitten. C. We hebben de zaken voor de opstart van het project goed besproken, het zal wel goed komen In de trein komt u een collega tegen die een luide conversatie met u start over hoe ontevreden hij is met hoe het er in de organisatie aan toe gaat. Wat doet u? A. Ik ben het helemaal met hem eens, dus we hangen samen de vuile was gezellig buiten. B. Ik wijs hem erop dat de hele coupé kan meeluisteren. C. We maken een afspraak om het er later over te hebben en praten over het weer Het is negen uur s avonds. U krijgt een mail van een klant met een dringende vraag. Wat doet u? A. Ik antwoord meteen, voor goed contact met onze klanten is snelle communicatie essentieel. B. Vandaag heb ik wel genoeg gewerkt, morgen is er weer een nieuwe dag. C. Als ik er nog zin in heb vandaag en de gelegenheid heb, geef ik meteen antwoord; anders moet het maar even wachten tot morgenochtend.

Spelen voor een gedragen huisvesting

Spelen voor een gedragen huisvesting Spelen voor een gedragen huisvesting Het werkplekspel - Rapportage TU Delft, bibliotheek Sandra Brunia Marion Beijer Dit onderzoek is uitgevoerd door: Sandra Brunia MSc Marion Beijer MSc Center for People

Nadere informatie

Werken in de Fysieke Werkomgeving Rijk

Werken in de Fysieke Werkomgeving Rijk Werken in de Fysieke Werkomgeving Rijk Fysieke Werkomgeving Rijk (FWR) Vanaf 2020 werken alle rijksmedewerkers in een rijkskantoor dat volledig of gedeeltelijk volgens de FWR-kaders is ingericht. Kantoren

Nadere informatie

Onderzoek naar arbeidsbeleving in combinatie met Het Nieuwe Werken gerelateerd aan nadere krapte op de arbeidsmarkt

Onderzoek naar arbeidsbeleving in combinatie met Het Nieuwe Werken gerelateerd aan nadere krapte op de arbeidsmarkt Onderzoek naar arbeidsbeleving in combinatie met Het Nieuwe Werken gerelateerd aan nadere krapte op de arbeidsmarkt ALGEMENE INFORMATIE Ik ben een man / vrouw Mijn leeftijd is tussen 20 30 jr / 30 40 jr

Nadere informatie

Huis-, Tuin- & Keuken- Boekje

Huis-, Tuin- & Keuken- Boekje Huis-, Tuin- & Keuken- Boekje Erger u niet, verwonder u slechts. Beste collega s, Na het Inspiratieboekje dat wij jullie in September uitreikten, bieden we jullie graag dit Huis, Tuin en Keukenboekje aan.

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen Hoofdstuk 2 Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen 48 Gangbare uitdrukkingen bij contact maken en onderhandelen De meeste zinnen die in dit overzicht staan, zijn formeel. U kunt deze

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Het organiseren van ontmoetingen

Het organiseren van ontmoetingen Het organiseren van ontmoetingen Als communicatieadviseur kijk je hoe de onderlinge informatie-uitwisseling beter kan. Dit is een extra uitdaging als Het Nieuwe Werken binnen je organisatie wordt ingevoerd.

Nadere informatie

Ontmoeten Concentreren Communiceren Faciliteren

Ontmoeten Concentreren Communiceren Faciliteren Ontmoeten Concentreren Communiceren Faciliteren Waterschap Rivierenland heeft niet zomaar een nieuw kantoorgebouw. Naast de fraaie architectuur en de duurzame bouw is het interieur precies toegesneden

Nadere informatie

PRIORITEITEN. drs. Ellen Bulder 1 SITUATIE

PRIORITEITEN. drs. Ellen Bulder 1 SITUATIE PRIORITEITEN drs. Ellen Bulder 1 SITUATIE Ook zo druk, druk, druk? Hebt u het gevoel dat u geleefd wordt door de waan van de dag en dat u altijd tijd te kort hebt? Of hebt u uw zaakjes prima onder controle

Nadere informatie

Een dag. XONAR Expertisecentrum Parkstad. Heerlerbaan 142, 6218 CJ Heerlen t. 043-604 55 55 www.xonar.nl. XONAR Expertisecentrum Parkstad

Een dag. XONAR Expertisecentrum Parkstad. Heerlerbaan 142, 6218 CJ Heerlen t. 043-604 55 55 www.xonar.nl. XONAR Expertisecentrum Parkstad XONAR Expertisecentrum Parkstad Heerlerbaan 12, 6218 CJ Heerlen t. 03-60 55 55 www.xonar.nl Een dag Anders Werken XONAR Expertisecentrum Parkstad Een dag Anders Werken XONAR Expertisecentrum Parkstad als

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Kinderdagverblijf, familie, vrienden, gezelligheid, sporten, creatief bezig zijn, oppassen, kinderen, technologie.

Kinderdagverblijf, familie, vrienden, gezelligheid, sporten, creatief bezig zijn, oppassen, kinderen, technologie. Onderzoek Interview 1 Geslacht: Vrouw Leeftijd: 20 jaar Beroep: begeleider op kinderdagverblijf Smartphone: HTC XL Interview vragen algemeen Zo ja, van welk merk en wat voor abonnement heb je (zegt iets

Nadere informatie

In gesprek met medewerkers over verzuim

In gesprek met medewerkers over verzuim TIP: dit is een interactieve pdf. de inhoudsopgave en het menu onder aan de pagina s zijn clickable. In gesprek met medewerkers over verzuim Inhoud 1. verzuim bespreken met medewerkers Het is belangrijk

Nadere informatie

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011

Voorwoord. Uitkomsten enquête 19-06-2011 Voorwoord In mijn scriptie De oorlog om ICT-talent heb ik onderzoek gedaan of Het Nieuwe Werken als (gedeeltelijke) oplossing kon dienen voor de aankomende vergrijzing. Hiervoor werd de volgende onderzoeksvraag

Nadere informatie

Autonomie. De ruimte die je zelf maakt binnen een voorgeschreven kader van regels en afspraken. - Wikipedia

Autonomie. De ruimte die je zelf maakt binnen een voorgeschreven kader van regels en afspraken. - Wikipedia Alles blijft anders Autonomie De ruimte die je zelf maakt binnen een voorgeschreven kader van regels en afspraken - Wikipedia We gaan verhuizen. Ga je mee? In december nemen we voorgoed afscheid van het

Nadere informatie

Charles den Tex VERDWIJNING

Charles den Tex VERDWIJNING Charles den Tex VERDWIJNING 3 Klikketik-tik-tik Het is halftwaalf s ochtends. Marja vouwt een hemd. En kijkt om zich heen. Even staat ze op haar tenen. Zo kan ze over de kledingrekken kijken. Die rekken

Nadere informatie

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.

Tijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen. Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven

Nadere informatie

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl

Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? Veel succes! www.edusom.nl www.edusom.nl Thema Op het werk. Les 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel

Nadere informatie

CP15. functioneringsgesprek

CP15. functioneringsgesprek CP5 functioneringsgesprek In Nederland voert de leidinggevende een of meer keren per jaar een functioneringsgesprek met de werknemer over het werk. Dit gesprek gaat over wat wel en niet goed gaat in het

Nadere informatie

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"

Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent? Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Vrienden & Relaties

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Vrienden & Relaties MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Vrienden & Relaties s Avonds en in het weekend zit ik vaak alleen thuis. Ik bel dan wel eens met mijn vrienden, maar ze bellen me nooit terug. Ik heb verkering,

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

1. Stuur je kaarten via de post?

1. Stuur je kaarten via de post? Post 6 1. Stuur je kaarten via de post? (n= 575) 5 4 44% 5 3 2 1 7% Ja Soms Nee Weet niet Ja Alleen kerstkaarten en condoleancekaarten Bij een verjaardag en met kerst De meeste kaarten zijn met de kerst

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema Dit is een herhalingsles. U heeft vier gesprekken van Kofi gelezen. In deze gesprekken was Kofi op zijn werk. U heeft in les 12, 13, 14 en 15 veel geleerd

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

2 Spreken en gespreksvaardigheid

2 Spreken en gespreksvaardigheid 11 2 Spreken en gespreksvaardigheid 2-01x 1 a Hallo is te informeel en niet zakelijk genoeg. Hij zegt ꞌjijꞌ tegen je. Hij zegt niet wie of wat hij is, maar vraagt wel naar jou. b Goed zou bijvoorbeeld

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.

Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Almtopper één Op basisschool De Alm zijn wij beleefd en aardig tegen elkaar

Almtopper één Op basisschool De Alm zijn wij beleefd en aardig tegen elkaar Tilburg, februari 2014 Almtopper één Op basisschool De Alm zijn wij beleefd en aardig tegen elkaar Wanneer ik iets nodig heb, vraag ik daar vriendelijk om Ik begroet de leerkrachten en mijn klasgenootjes

Nadere informatie

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden. CP26 rapporteren Als u in Nederland in de Handel & Dienstverlening werkt, bijvoorbeeld in een winkel of op een kantoor, moet u doorgeven aan uw baas en/of uw collega wat u gedaan heeft en wat er nog moet

Nadere informatie

17 valkuilen die je moet vermijden bij telefonische acquisitie

17 valkuilen die je moet vermijden bij telefonische acquisitie Beste lezer, Fijn dat je de moeite hebt genomen om dit e-book te downloaden, met daarin 17 valkuilen die je moet vermijden bij telefonische acquisitie. Veel ondernemers worstelen met het maken van kwaliteitsafspraken

Nadere informatie

De ijnmanager. Cartoons januari 2015. Luc Timmers

De ijnmanager. Cartoons januari 2015. Luc Timmers De ijnmanager Cartoons januari 2015 Luc Timmers Gezelligheid kent geen tijd Is het alweer 2015? Wat vliegt de tijd hé? Logisch toch? Ooit spaghetti de kop boven het maaiveld uit zien steken? Nou dan!

Nadere informatie

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug, want ik moet even iets zeggen over

Nadere informatie

augustus 2015 Ik bouw ook pensioen op voor mijn kinderen pagina 6 AOW-leeftijd sneller omhoog pagina 4 Doe de quiz! pagina 8

augustus 2015 Ik bouw ook pensioen op voor mijn kinderen pagina 6 AOW-leeftijd sneller omhoog pagina 4 Doe de quiz! pagina 8 Pensioen krant augustus 2015 Ik bouw ook pensioen op voor mijn kinderen pagina 6 AOW-leeftijd sneller omhoog pagina 4 Doe de quiz! pagina 8 Pensioenheld Nieuws Ik vind het leuk om iets nieuws te leren

Nadere informatie

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie.

Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. Familie aan tafel. Een werkvorm voor individuele coaching of intervisie. De cliënt krijgt een groot vel papier en kleurkrijt. De opdracht is: Teken je gezin van herkomst rond de etenstafel. Een werkvorm

Nadere informatie

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij

Elke middag loopt Fogg van zijn huis naar de Club. Om een spelletje kaart te spelen. Er wordt altijd om geld gespeeld. En als Fogg wint, geeft hij Rijk Phileas Fogg is een vreemde man. Hij is erg rijk. Maar niemand weet hoe hij aan zijn geld komt. Een baan heeft hij namelijk niet. Toch woont hij in een groot huis, midden in Londen. In zijn eentje.

Nadere informatie

Wil jij minderen met social media?

Wil jij minderen met social media? Wil jij minderen met social media? Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2016 Hulpboekje social media 1 Hoe sociaal zijn social media eigenlijk? Je vindt dat je teveel tijd doorbrengt op social media.

Nadere informatie

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Competenties Sociaal en communicatief functioneren (P9) Initiatief (P10) Reflectie (P11) Afgelopen module heb je met een groepje gewerkt aan je project. In week 7

Nadere informatie

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps Een land waar mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps Lilian (48) vraagt haar zoontje om even een handje te komen geven. Dat doet hij en dan gaat hij weer lekker verder spelen. Wij nemen plaats aan

Nadere informatie

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl 13 Acquisitietips AngelCoaching Coaching en training voor de creatieve sector Tip 1 Wat voor product/dienst ga je aanbieden? Maak een keuze, niemand kan alles! Tip 1 Veel ondernemers zijn gezegend met

Nadere informatie

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden.

TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. TEST 1: Eerst denken of eerst doen? Kruis steeds het antwoord aan dat het best bij jou past. Probeer zo eerlijk mogelijk te antwoorden. 5. Onderweg naar een feestje doe je nog even snel een boodschap.

Nadere informatie

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang.

Die nacht draait Cees zich naar me toe. In het donker voel ik heel zachtjes zijn lippen op mijn wang. Vanavond ga ik mijn man vertellen dat ik bij hem wegga. Na het eten vertel ik het hem. Ik heb veel tijd besteed aan het maken van deze laatste maaltijd. Met vlaflip toe. Ik hoop dat de klap niet te hard

Nadere informatie

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John.

Thema 4 Communicatie. Taalhulp Telefoneren. Informele situaties - opbellen en opnemen. Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John. Thema 4 Communicatie Taalhulp Telefoneren Informele situaties - opbellen en opnemen Hoi, Diana. Hallo, Diana van Someren. Hi, met. Hé, met John. Met Diana. Met Diana van Someren. Is John ook? Is Diana

Nadere informatie

Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012

Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012 Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012 Alle feiten en cijfers Gegevens Datum : 20 juni 2012 Auteur : Redactie Inhoud Inleiding... 4 Onderzoek... 4 Verantwoording... 4 Belangrijkste conclusies...

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt

In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt In 7 stappen naar een opgeruimd huis Hoe je op een makkelijke manier je opruimachterstanden inloopt Ben jij zo iemand die actief is en veel interesses heeft en daardoor ook veel bezigheden en spullen heeft?

Nadere informatie

work%space%for%professionals% WERKEN EN VERGADEREN OP EEN TOPLOCATIE

work%space%for%professionals% WERKEN EN VERGADEREN OP EEN TOPLOCATIE WERKEN EN VERGADEREN OP EEN TOPLOCATIE Igluu Den Haag een bruisende werkomgeving voor professionals met ambitie professionele flexibele werkplekken luxe kantoorunits van 20m2 tot 200m2 zakelijk- en post-adres

Nadere informatie

Wie het pand van Cubiss in Tilburg binnenstapt,

Wie het pand van Cubiss in Tilburg binnenstapt, Klantcase: Cubiss DOOR ONZE NIEUWE MANIER VAN WERKEN IS EEN SCHOON EN FRIS PAND EXTRA BELANGRIJK Een aantal jaar geleden maakte Cubiss een enorme omslag. Het bedrijf dat met name bibliotheken en maatschappelijke

Nadere informatie

Het Nieuwe Werken? Dat gaat bij ons nooit werken!

Het Nieuwe Werken? Dat gaat bij ons nooit werken! Het Nieuwe Werken? Dat gaat bij ons nooit werken! Wat is het Nieuwe Werken? Het Nieuwe Werken: ingericht op activiteiten In het Nieuwe Werken is de werkomgeving afgestemd op de activiteiten van de medewerkers.

Nadere informatie

Kantoor Waterschap Scheldestromen

Kantoor Waterschap Scheldestromen Schets Ontwerp Inhoudsopgave 2 inhoudsopgave 2 opdrachtomschrijving 3 analyse interieur 4 concept 5 vlekkenplannen indeling 6 vlekkenplannen indeling 7 vlekkenplannen indeling 8 vlekkenplannen indeling

Nadere informatie

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Hoe gaat het in groep 1/2 b Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje

Nadere informatie

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Leren & Werken

MEE. Ondersteuning bij leven met een beperking. Leren & Werken MEE Ondersteuning bij leven met een beperking Leren & Werken Steeds opnieuw raak ik mijn baan kwijt. Waar ligt dat nou aan? Welke vervolgopleiding zou iets voor mij zijn? Is er voor mij extra ondersteuning

Nadere informatie

Afval Anne en de Sorteerbrigade

Afval Anne en de Sorteerbrigade Afval Anne en de Sorteerbrigade Verhaal ontwikkeld voor educatieproject Afval groep 3 School en Cultuur Veenendaal 2014 Geschreven door: Sanne Heymann Tekeningen door: Sjoerd Kreijns Dit is Afval Anne.

Nadere informatie

De Budget Ster: omgaan met je schulden

De Budget Ster: omgaan met je schulden De Budget Ster: omgaan met je schulden Budget Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Budget Ster MOTIVATIE EN VERANTWOORDELIJKHEID STRESS DOOR SCHULDEN BASISVAARDIGHEDEN STABILITEIT FINANCIEEL ADMINISTRATIEVE

Nadere informatie

21-4-2015. Online Werkplek document

21-4-2015. Online Werkplek document 21-4-2015 Online Werkplek document 1 Inhoudsopgave 2 Beschrijving... 3 3 Hoe werkt het?... 3 4 Wat krijg ik bij een online werkplek?... 5 5 Hoe werkt het met opslag?... 5 6 Waar staat mijn data?... 6 7

Nadere informatie

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl.

Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Chatten Dit boek heeft het keurmerk Makkelijk Lezen gekregen. Wilt u meer weten over dit keurmerk kijk dan op de website: www.stichtingmakkelijklezen.nl. Colofon Een uitgave van Eenvoudig Communiceren

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school.

O, antwoordde ik. Verder zei ik niets. Ik ging vlug de keuken weer uit en zonder eten naar school. Voorwoord Susan schrijft elke dag in haar dagboek. Dat dagboek is geen echt boek. En ook geen schrift. Susans dagboek zit in haar tablet, een tablet van school. In een map die Moeilijke Vragen heet. Susan

Nadere informatie

HNW Er wordt veel over geschreven HNW Feiten en Cijfers. Het Nieuwe Werken. Integrale Vormgeving. Probleemstelling. efficiëntie

HNW Er wordt veel over geschreven HNW Feiten en Cijfers. Het Nieuwe Werken. Integrale Vormgeving. Probleemstelling. efficiëntie Het Nieuwe Werken Effecten op bedrijfsdoelstellingen HNW Er wordt veel over geschreven HNW Feiten en Cijfers Merle Blok Het Nieuwe Werken Het Nieuwe Werken is een visie op een manier van werken die optimaal

Nadere informatie

De tablet speciaal ontwikkeld voor ouderen

De tablet speciaal ontwikkeld voor ouderen De tablet speciaal ontwikkeld voor ouderen Maak kennis met de Compaan; de tablet speciaal ontwikkeld voor ouderen. Simpel in gebruik en prachtig vormgegeven. Ervaring met computers is niet nodig, iedereen

Nadere informatie

Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin)

Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin) Samenstelling tekst Beppie Brood (teamleider ATC s Amstelduin) Monique van Kollenburg (trainer ATC Amstelduin) Lay-out Bob Snel (trainer ATC Amstelduin) Document Versie maart 2007 Meer informatie E-mail:

Nadere informatie

KLEINE STAPPEN, VEEL RESULTAAT.

KLEINE STAPPEN, VEEL RESULTAAT. KLEINE STAPPEN, VEEL RESULTAAT. IT-specialisten, managers en consultants maken al jaren gebruik van de PDCA-cyclus methode (Plan-Do-Check-Act) om processen te optimaliseren. Zij zoeken dan steeds naar

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

De loopbaanchecklist

De loopbaanchecklist De loopbaanchecklist Met deze checklist ga je voor je zelf na hoe het gesteld is met de manier waarop je jouw loopbaan stuurt. Bij het beantwoorden van de vragen gaat het niet direct om andere banen, je

Nadere informatie

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS Gezondheidscentrum Heelkom ARGO BV 2015 Rapportage wachtkamerinterview Inleiding Onder de cliënten van Gezondheidscentrum Heelkom is vorig jaar een tevredenheidsonderzoek

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 7-8. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug want ik moet even iets zeggen over

Nadere informatie

Sollicitatiebrief. De 10 Stappen. Op zoek naar werk? Wij maken jou sterk!

Sollicitatiebrief. De 10 Stappen. Op zoek naar werk? Wij maken jou sterk! Sollicitatiebrief De 10 Stappen Op zoek naar werk? Wij maken jou sterk! Sollicitatiebrief: De 10 Stappen! Dit stappenplan is bestemd voor iedereen die opzoek is naar een betaalde baan/stageplek en wil

Nadere informatie

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster

[PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster [PILOT] Aan de slag met de Hoofdzaken Ster! Hoofdzaken Ster Copyright EffectenSter BV 2014 Hoofdzaken Ster SOCIALE VAARDIGHEDEN VERSLAVING DOELEN EN MOTIVATIE 10 9 8 10 9 8 7 6 4 3 2 1 7 6 4 3 2 1 10 9

Nadere informatie

SIGNAALLIJST. Signaallijst Versie juni 2013. Toolbox Autiproof Werkt

SIGNAALLIJST. Signaallijst Versie juni 2013. Toolbox Autiproof Werkt SIGNAALLIJST 1 Inleiding Het tijdig herkennen van signalen van een werknemer met autisme is noodzakelijk voor het goed (blijven) functioneren van deze medewerker. Voor de begeleidende collega, ofwel de

Nadere informatie

Timemanagement Kerngebieden onderscheiden

Timemanagement Kerngebieden onderscheiden Timemanagement Als manager heb je veel verschillende werkzaamheden: je geeft leiding aan je medewerkers, maar je hebt ook je eigen taken. Je hebt met je medewerkers te maken, met andere collega s en afdelingen

Nadere informatie

BINNENSUIS Jehudi van Dijk

BINNENSUIS Jehudi van Dijk BINNENSUIS Jehudi van Dijk Op het toneel staat een vrouw. Ze draagt gewone kleren en ze heeft een horloge om. Ook staat er een stoel en een prullenbak en ligt er een pluisje op de grond. Ik denk altijs

Nadere informatie

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad.

Een van de agenten komt naar hem toe. Nou, het is me het dagje wel, zegt hij. Nu zijn er toch rellen in de stad. Een dode De voetbalwedstrijd is afgelopen. Het stadion is bijna leeg. Het is koud, de zon schijnt bleek. Munck staat op de tribune van vak H en staart naar de dode man op de bank. Wat vreselijk, denkt

Nadere informatie

Werken in een nieuwe werkomgeving

Werken in een nieuwe werkomgeving Werken in een nieuwe werkomgeving Werken in de 21 ste eeuw Best Practice user group 09 januari 2013 Pieter Ketting De werkstijl Unplugged: waarom doen we het? De wensen van klanten en medewerkers veranderen

Nadere informatie

Overal waar mensen wonen, gebeurt wel eens wat.

Overal waar mensen wonen, gebeurt wel eens wat. Overlast Overal waar mensen wonen, gebeurt wel eens wat. De tv staat te hard, de vuilniszakken blijven te lang liggen, de takken in de tuin hangen over Toch is er een groot verschil tussen ergens last

Nadere informatie

Zelfsturende teams hebben in de meeste organisaties 4 doelen: Tevreden cliënten Tevreden medewerkers Kwaliteit van zorg Financieel gezond zijn

Zelfsturende teams hebben in de meeste organisaties 4 doelen: Tevreden cliënten Tevreden medewerkers Kwaliteit van zorg Financieel gezond zijn 1 Kaders bij zelfsturing: financieel gezond zijn Zelfsturende teams hebben in de meeste organisaties 4 doelen: Tevreden cliënten Tevreden medewerkers Kwaliteit van zorg Financieel gezond zijn Financieel

Nadere informatie

Flexibiliteit in de job, een opstap naar flexibele loopbaan?

Flexibiliteit in de job, een opstap naar flexibele loopbaan? Flexibiliteit in de job, een opstap naar flexibele loopbaan? Zo n 1 op 4 werknemers die we bevraagd hebben vinden dat hun werkgever niet flexibel genoeg is. De anderen geven aan dat er heel wat mogelijk

Nadere informatie

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.

Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen. Bidden Teksten bewerkt uit het gezinsboek Ons Dagelijks Brood veertigdagentijd van pastoor M. Hagen door EBP voor www.kinderenbiddenvoorkinderen.nl en kinderactiviteiten www.lambertuskerk-rotterdam.nl

Nadere informatie

Persoonlijk opleiding plan

Persoonlijk opleiding plan Persoonlijk opleiding plan Een opdrachtgever adviseren Hem vertellen wat jou de beste optie lijkt. Het klopt dat ik deze competenties zo had ingevuld. Ik heb hiermee ervaring doordat ik vaak op forums

Nadere informatie

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk?

Wat doet NIM Maatschappelijk Werk? Wat doet NIM Maatschappelijk Werk? Hulp, informatie en advies voor iedereen die het nodig heeft Bij NIM Maatschappelijk Werk kan iedereen die het nodig heeft (in Nijmegen en de regio) aankloppen voor gratis

Nadere informatie

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub Leeftijd: 12-16 jaar Tijdsduur: 1 uur Doelen - De jongeren denken na over de betekenis van de muur tussen Israël en de Palestijnse gebieden in het dagelijks

Nadere informatie

Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Het lampje is aan, dat betekent dat we gaan filosoferen. Isa-Noa vertlede in de eerste les dat zij lippenstift en badeendjes

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

CP16. ziek- en betermelden

CP16. ziek- en betermelden CP16 ziek- en betermelden Bent u ziek? Kunt u daarom niet werken? Geef het dan door aan uw baas. Dat is normaal in Nederland. Als u wat langer ziek bent, maakt u een afspraak met de bedrijfsarts. Als u

Nadere informatie

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid?

Interviewfragmenten. Vraag 1: Heeft u een zeer goede, goede, redelijke of slechte gezondheid? Interviewfragmenten Onderstaande fragmenten zijn uitsuitend bedoeld voor gebruik bij het boek Onderzoek doen met vragenlijsten. Het is niet toegestaan deze fragmenten te publiceren of anderszins te verspreiden.

Nadere informatie

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik

Inhoud. Mijn leven. de liefde en ik Inhoud Inleiding...3 Hoofdstuk 1 Gevoelens... 4 Hoofdstuk 2 Ontmoeten... 6 Hoofdstuk 3 Verliefd... 8 Hoofdstuk 4 Date... 10 Hoofdstuk 5 Verkering... 12 Hoofdstuk 6 Intimiteit... 14 Hoofdstuk 7 Seks...

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

BOEKJE. Alles wat medewerkers van ondersteunende diensten in de VVT moeten weten om klachten aan rug, nek en schouders te voorkomen

BOEKJE. Alles wat medewerkers van ondersteunende diensten in de VVT moeten weten om klachten aan rug, nek en schouders te voorkomen DOE BOEKJE Alles wat medewerkers van ondersteunende diensten in de VVT moeten weten om klachten aan rug, nek en schouders te voorkomen Armheffing Het werken met de handen boven schouderhoogte noemen we

Nadere informatie

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is:

Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is: Dit boekje is van... Mijn naam is: Mijn gezinsvoogd heet: Het telefoonnummer van de gezinsvoogd is: Mijn gezinsvoogd werkt bij de William Schrikker Jeugdbescherming. Wat een toestand, zeg! Wat gebeurt

Nadere informatie

NIEUWSBRIEF Het nieuwe Koningin Wilhelmina

NIEUWSBRIEF Het nieuwe Koningin Wilhelmina NIEUWSBRIEF Het nieuwe Koningin Wilhelmina 1 In dit nummer 2. De gemeente laat weten 2. Veilig en weer goed zicht 3. Pendelbus is succes 3. Interne verhuizing loopt goed 4. Mevr. Reijneke over haar interne

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Casus. Stelling. Vragen. Vragen

Casus. Stelling. Vragen. Vragen Casus Drie kinderen ruziën over een speeltje. Ze trekken en duwen. Een van de betrokken meisjes delft zoals altijd het onderspit. Zij mag niet meespelen van de anderen. 2. Wat zijn redenen om de kinderen

Nadere informatie