Transitie Bekostigingsstructuur. specialistische zorg BR/CU-2132

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Transitie Bekostigingsstructuur. specialistische zorg BR/CU-2132"

Transcriptie

1 Transitie Bekostigingsstructuur Medisch specialistische zorg BR/CU-2132

2 Inhoud 1. Inleidende bepalingen 3 2. Invoering transitiemodel Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s Transitiemodel categorale instellingen Opbouw schaduwbudget Schaduwbudget ziekenhuizen en UMC s Schaduwbudget categorale instellingen Rente Renteprotocollering Afschrijving Afschrijving UMC s Instandhoudingsinvesteringen Instandhoudingsinvesteringen UMC s Kapitaallasten bij uitbesteding Huur en erfpacht Huur en erfpacht UMC s Dure en weesgeneesmiddelen, TNF alfaremmers Slotbepalingen Afwikkeling oude jaren Intrekking beleidsregels, Overgangsbepaling Inwerkingtreding en citeerregel Bijlagen Tabel zorgprestaties onder transitiemodel Kaders renteprotocollering Stofnamenlijst dure geneesmiddelen Stofnamenlijst weesgeneesmiddelen 96 In deze beleidsregel zijn cursief weergegeven toelichtingen opgenomen. 2

3 1. Inleidende bepalingen 1. Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om een grens vast te stellen op grond van artikel 50 tweede lid Wmg. 2. Ingevolge artikel 52 aanhef en onder f respectievelijk artikel 56a lid 2 onder b Wmg, worden tarieven en beschikbaarheidbijdragen die uit deze beleidsregel voortvloeien ambtshalve door de NZa vastgesteld. 3. Ingevolge artikel 59 aanhef en onder c Wmg heeft de Minister van VWS met brieven van 21 juli 2011, kenmerk MU-C , van 27 juni 2011, kenmerk MC-U van 21 december 2011, kenmerk MC , van 17 augustus 2012 met kenmerk MC-U , van 30 november 2012 met kenmerk MC-U en van 30 november 2012 met kenmerk MC-U ten behoeve van de voorliggende beleidsregel aanwijzingen op grond van artikel 7 Wmg aan de NZa gegeven. 4. Reikwijdte Deze beleidsregel is met ingang van 1 juni 2014 van toepassing op: - medisch specialistische zorg, audiologische zorg en zorg in het kader van erfelijkheidsadvisering als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) geleverd door tot en met het jaar 2011 gebudgetteerde 1 instellingen voor medisch specialistische zorg (algemene ziekenhuizen en universitaire medische centra), categorale instellingen voor medisch specialistische zorg (zelfstandige revalidatiecentra, zelfstandige dialysecentra, zelfstandige radiotherapeutische instellingen), centra voor erfelijkheidsadvisering en zelfstandige audiologische centra, telkens uitsluitend voor zover dat uit de onderstaande tabel toepasselijke onderdelen van deze beleidsregel volgt; - medisch specialistische zorg als omschreven bij of krachtens de Zvw geleverd door tot en met het jaar 2012 gebudgetteerde instellingen voor longrevalidatie ( sanatoria of longastmacentra ) en centra voor epilepsiezorg telkens uitsluitend voor zover dat uit de onderstaande tabel toepasselijke onderdelen van deze beleidsregel volgt. 1 In deze beleidsregel wordt onder gebudgetteerde instellingen mede begrepen: begroting gefinancierde instellingen. 3

4 toepasselijke onderdelen van deze beleidsregel Instellingscategorie Instellingen voor medisch specialistische zorg: algemene ziekenhuizen Instellingen voor medisch specialistische zorg: Universitaire medische centra (UMC s) Toepasselijke hoofdstukken, paragrafen, artikelen Hoofdstuk 1, paragraaf 2.1, paragrafen 3.1, Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., 3.5, 3.7, 3.9, 3.10 en 3.12, hoofdstuk 4 Hoofdstuk 1, paragraaf 2.1, paragrafen 3.1, Fout! Verwijzingsbron niet gevonden., 3.6, 3.8, 3.11 en 3.12, hoofdstuk 4 Zelfstandige Revalidatiecentra Hoofdstuk 1, paragraaf 2.2.1, artikelen 46 en 61, paragraaf 3.2.1, 3.3, 3.5, 3.7, 3.9, 3.10 en 3.12, hoofdstuk 4 Zelfstandige Dialysecentra Hoofdstuk 1, paragraaf 2.2.2, artikelen 46 en 61, paragrafen 3.2.2, 3.4, 3.5, 3.7 en 3.10, hoofdstuk 4 Zelfstandige Radiotherapeutische centra Hoofdstuk 1, paragraaf 2.2.3, artikelen 46 en 61, paragrafen 3.2.3, 3.4, 3.5, 3.7 en 3.10, hoofdstuk 4 Zelfstandige Audiologische centra Centra voor erfelijkheidsadvisering Longrevalidatie-instellingen Hoofdstuk 1, paragraaf 2.2.4, artikel 46, paragrafen 3.2.4, 3.4, 3.5 en 3.10 en hoofdstuk 4 Hoofdstuk 1, paragraaf 2.2.5, artikel 46, paragrafen 3.2.5, 3.4, 3.5 en 3.10 en hoofdstuk 4 Hoofdstuk 1, paragraaf 2.2.6, 2.2.7, 2.2.2, paragrafen 3.2.6,3.2.2, 3.5, 3.7 en 3.10, hoofdstuk 4 Centra voor epilepsiezorg Hoofdstuk 1, paragraaf 2.2.7, 2.2.2, paragrafen 3.2.7, 3.2.2, 3.5, 3.7 en 3.10, hoofdstuk 4 Deze beleidsregel is niet van toepassing op: - medisch specialistische zorg als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) die wordt geleverd door zelfstandige behandelcentra, en: - geneeskundige geestelijke gezondheidszorg (geneeskundige GGZ) als bedoeld in de Wet van 2 november 2006 tot wijziging van het tijdstip waarop de geneeskundige geestelijke gezondheidszorg deel uitmaakt van de aanspraken ingevolge een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet (Stb. 2006, 630, Artikel III) 5. Doel van de beleidsregel Met de in artikel 3 genoemde aanwijzing heeft de Minister van VWS de NZa opdracht gegeven om in beleidsregels vast te leggen op welke wijze de transitie plaatsvindt van functiegerichte budgettering naar een systeem van prestatiebekostiging voor instellingen voor medisch specialistische zorg en audiologische centra. Met deze beleidsregel wordt invulling aan die opdracht gegeven. 6. Prijspeil De in deze beleidsregel vermelde parameterwaarden gelden per 1 januari 2012 en zijn uitgedrukt in euro s in het prijspeil per ultimo 2011, tenzij anders vermeld. 7. Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: 7.1 CVZ Het College voor zorgverzekeringen. 7.2 DOT-A 2012 DBC-zorgproducten en overige zorgproducten die in 2012 tot het 4

5 A-segment behoren. 7.3 DOT-B nieuw DBC-zorgproducten en overige zorgproducten die in 2012 tot het B-segment behoren en in 2011 nog tot het A-segment behoorden. 7.4 DOT-B oud DBC-zorgproducten en overige zorgproducten die in 2011 tot het B-segment behoorden. 7.5 Transitieperiode De jaren 2012 en Omzet uit prestatiebekostiging De volgens artikel 11 van deze beleidsregel bepaalde omzet. 7.7 Beschikbaarheidbijdrage Bijdrage als genoemd in artikel 56a, eerste lid, Wmg. 7.8 Transitiebedrag Het transitiebedrag als genoemd in artikel Verrekenfactor De factor genoemd in artikel 15.1 waarmee het transitiebedrag wordt vermenigvuldigd om het verrekenbedrag vast te stellen. 8. Overige begrippen en definities Met betrekking tot de gehanteerde begrippen en definities in hoofdstuk 3 van deze beleidsregel geldt het bepaalde in de beleidsregel Definities curatieve tweedelijns somatische zorg, kenmerk BR/CU-2033, welke tot 1 januari 2015 heeft gegolden. 5

6 2. Invoering transitiemodel Dit hoofdstuk beschrijft de werking van het transitiemodel dat in 2012 en 2013 voor voorheen gebudgetteerde zorgaanbieders geldt, alsmede de wijze waarop dit model in de jaren daarna doorwerkt. In essentie komt het transitiemodel er op neer dat systeemrisico s samenhangend met de overgang van budgetbekostiging naar prestatiebekostiging voor iedere instelling wordt verkleind. Om de systeemrisico s van de overgang te dempen wordt de omzet uit prestatiebekostiging vergeleken met de omzet die zou zijn behaald als de instelling nog op basis van een budget (nu schaduwbudget genoemd) zou zijn bekostigd. Het verschil wordt grotendeels bijgepast (als de budgetbekostiging hoger was geweest) of moet worden afgedragen (als de budgetbekostiging lager was geweest). 2.1 Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s Deze paragraaf beschrijft op welke wijze de vergelijking tussen de in 2012 te behalen omzet in termen van prestatiebekostiging en diezelfde omzet in termen van het schaduwbudget wordt uitgevoerd. Het verschil tussen de omzet uit prestatiebekostiging en het schaduwbudget noemen we het transitiebedrag. Het transitiebedrag wordt voor ziekenhuizen en UMC s éénmalig over 2012 vastgesteld. Van het transitiebedrag wordt in % verrekend en in %. Dit te verrekenen bedrag noemen we het verrekenbedrag. Is de omzet uit zorgprestaties vallend onder het transitiemodel van een instelling onder prestatiebekostiging hoger dan het schaduwbudget, dan draagt deze instelling het verrekenbedrag (van 95% van het verschil in 2012 en 70% van het verschil in 2013) af aan het Zorgverzekeringsfonds. Is de omzet onder prestatiebekostiging lager, dan wordt het verrekenbedrag aan de instelling uitgekeerd. Het schaduwbudget grijpt aan op het A-segment zoals dat in 2011 was samengesteld. Dit betekent dat het deel van het A-segment, dat in 2012 wordt overgeheveld naar het B-segment, ook meetelt in de berekening van het transitiebedrag. De zorg die vóór 2012 tot het B- segment werd gerekend blijft daarentegen buiten beschouwing bij de berekening van de transitiebasis. Welke zorgprestatie tot welk segment wordt gerekend volgt uit door de NZa vastgestelde tabellen. Voor categorale instellingen wordt op onderdelen van de hiervoor beschreven hoofdregel afgeweken. Voor de afwijkende bepalingen wordt verwezen naar het gestelde in paragraaf 2.2. De vertaling van deze systematiek in beleidsregels dient aan te sluiten bij de in artikel 3 genoemde aanwijzing van de minister van VWS en bij de wettelijke systematiek van de Wmg zoals die na invoering van de wet Aanvulling instrumenten bekostiging Wmg (AIBWmg) zal luiden. Dat betekent dat het schaduwbudget en het verrekenbedrag moeten worden beschreven als een vaste grens voor de som van de tarieven die in rekening zijn gebracht. De navolgende artikelen beschrijven stapsgewijs de opbouw van het bedrag dat elke zorginstelling gedurende de transitieperiode in rekening mag brengen voor het totaal aan zorgprestaties dat onder het transitiemodel valt. Artikel 10 beschrijft (aansluitend bij de systematiek 6

7 van de Wmg) dat het in rekening te brengen bedrag gelijk is aan de omzet uit prestatiebekostiging plus het verrekenbedrag (dat ook negatief kan zijn) en definieert wat wel en niet onder het transitiemodel valt. Met tarieven die in rekening hadden kunnen of zullen worden gebracht (artikel 10.1) wordt het onderhanden werk aangeduid. 9. Ten behoeve van een geleidelijke overgang naar een systeem van prestatiebekostiging voor de levering van medisch specialistische en audiologische zorg voert de NZa het in dit hoofdstuk beschreven transitiemodel in. 10. Het totaal van de in rekening te brengen tarieven 10.1 De NZa bepaalt in een collectieve tariefbeschikking 2, gericht aan de instellingen die onder de werkingssfeer van het transitiemodel vallen, dat voor zowel het jaar 2012 als het jaar 2013 in een individuele tariefbeschikking ambtshalve een vaste grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder a, Wmg, voor deze instellingen is vastgesteld. Deze vaste grens, c.q. instellingsgrens, geldt voor de som van de tarieven voor zorgprestaties die tijdens het betreffende jaar van de transitieperiode door die instelling worden geleverd. Het gaat hier dus om een grensbedrag voor alle tarieven voor (delen van) zorg of diensten als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet die met betrekking tot 2012, respectievelijk 2013, in rekening worden gebracht, hadden kunnen worden gebracht of zullen kunnen worden gebracht. De vaste instellingsgrens heeft uitsluitend betrekking op zorg die in 2011 volgens de door de NZa vastgestelde segmentindeling tot het gereguleerde A-segment behoorde De vaste (instellings)grens bedoeld in het vorige lid moet worden beschouwd als een voorlopige grens, indien en voor zover deze wordt gehanteerd bij de voorlopige vaststelling van het transitiebedrag bedoeld in artikel Zij geldt als een definitieve grens, indien en voorzover zij wordt gehanteerd ten behoeve van de definitieve vaststelling van het transitiebedrag bedoeld in artikel Het vaste grensbedrag bedoeld in het eerste lid is gelijk aan de omzet uit prestatiebekostiging in 2012, respectievelijk 2013, vermeerderd met het verrekenbedrag. Het verrekenbedrag kan een positief of negatief bedrag zijn. Het transitiemodel betreft uitsluitend de zorg die in 2011 onder het A- segment viel. De invoering van DOT en de uitbreiding van het B- segment per 2012 maken het noodzakelijk om te definiëren welke zorg het A-segment van 2011 vertegenwoordigt. Bovendien worden op grond van een aanwijzing ook de zogenoemde TNF-alfaremmers en enkele andere geneesmiddelen (die voorheen tot de extramurale farmacie hoorden) tot het A segment gerekend Ten behoeve van de uitvoering van het transitiemodel stelt de NZa vast: (a) welke zorg onder het transitiemodel valt. Zorg valt onder het transitiemodel als zij - indien zij in 2011 was geleverd - tot het zogenoemde A-segment zou hebben gehoord (hieronder worden mede begrepen: de per 1 januari 2012 naar het ziekenhuiskader 2 Beschikking Transitiebedrag, kenmerk TB/CU (geldt voor 2012) en beschikking Transitiebedrag, kenmerk TB/CU (geldt voor 2013). 7

8 overgehevelde geneesmiddelen); (b) welke zorg - indien zij in 2011 was geleverd - tot het zogenoemde vrije of B-segment zou hebben gehoord en dus buiten de werking van het transitiemodel valt. De betreffende zorgprestaties zijn vermeld in de door de NZa vastgestelde tabellen, opgenomen als bijlage bij de beleidsregel Prestaties en tarieven medisch specialistische zorg. De eerste stap in het berekenen van het totaaltarief voor de zorgprestaties onder het transitiemodel is de berekening van de omzet uit prestatiebekostiging voor zorgprestaties vallend onder het transitiemodel. Deze wordt beschreven in het volgende artikel. De omzet uit prestatiebekostiging (inclusief het onderhanden werk) wordt vastgesteld aan de hand van de jaarrekening. Beschikbaarheidbijdragen worden buiten het omzetbedrag gebracht, omdat zij geen tarief in de zin van de Wmg zijn en dus geen onderdeel uit kunnen maken van het in artikel 10.1 bedoelde bedrag. 11. Omzet uit prestatiebekostiging 11.1 De omzet uit prestatiebekostiging voor het jaar 2012 is gelijk aan de som van de (het) met inachtneming van het in de regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg bepaalde (1) Tariefopbrengst DBC-A die overlopen uit 2011, minus het onderhanden werk per ultimo 2011; (2) Tariefopbrengst DOT-B nieuw voor producten geopend en gesloten in jaar 2012; (3) Onderhanden werk DOT-B nieuw voor producten geopend in 2012 en gesloten in 2013 (4) Tariefopbrengst DOT-A 2012 voor producten geopend en gesloten in 2012; (5) Onderhanden werk DOT-A 2012 voor producten geopend in 2012 en gesloten in 2013; 11.2 Onder de omzet uit prestatiebekostiging wordt mede begrepen, de honorariumomzet met betrekking tot productie ten behoeve van de segmenten A 2012 en B nieuw van medisch specialisten in loondienst waarvoor een loonkostenvergoeding als bedoeld in artikel 63 in het schaduwbudget is opgenomen Bij het bepalen van de omzet uit prestatiebekostiging worden niet meegerekend: (1) Honorariumomzet van vrijgevestigd medisch specialisten met betrekking tot het segment B oud en medisch specialisten in loondienst voor welke geen loonkostenvergoeding in het schaduwbudget is opgenomen; (2) Beschikbaarheidbijdragen op basis van de beleidsregel Beschikbaarheidbijdragen Voor de bepaling van de omzetcomponenten genoemd in dit artikel wordt aangesloten bij de jaarrekening van de instelling. Ook correcties op de omzetgegevens over 2012, die in de jaarrekening 2013 worden meegenomen, dienen betrokken te worden bij de bepaling van de definitieve omzet uit prestatiebekostiging over 8

9 2012. Door de Minister van VWS is bepaald 3, dat de aanlevering van de omzetgegevens over 2012 ter vaststelling van het transitiebedrag wordt opgeknipt in een voorlopige en een definitieve aanlevering, respectievelijk vaststelling. Voor de voorlopige vaststelling moeten de omzetgegevens uiterlijk 1 september 2013 bij de NZa zijn aangeleverd. Voor de definitieve vaststelling van het transitiebedrag geldt dat de aanlevering van de omzetgegevens uiterlijk 1 september 2014 moet hebben plaatsgevonden. In het Controleprotocol behorend bij de definitieve vaststelling van het transitiebedrag zal de NZa hier eveneens op ingaan. Op de beleidsmatige en procedurele uitwerking van de voorlopige en definitieve vaststelling van het transitiebedrag wordt in de artikelen 12 tot en met 15 nader ingegaan. De aldus berekende omzet uit prestatiebekostiging 2012 wordt vergeleken met het schaduwbudget. De uitkomst is het transitiebedrag, dat de grondslag vormt voor het verrekenbedrag. Omdat de beschikbaarheidbijdragen buiten het omzetbedrag zijn gehouden, blijven zij ook buiten de berekening van het transitiebedrag. transitiebedrag = schaduwbudget omzet uit prestatiebekostiging 12. Het transitiebedrag 12.1 Het transitiebedrag wordt (slechts) één keer vastgesteld en geldt voor de gehele transitieperiode, dus voor zowel 2012 als Wel is de vaststelling van het transitiebedrag op last van de Minister van VWS (zie voetnoot 3) opgeknipt in een voorlopige en een definitieve vaststelling De voorlopige vaststelling van het transitiebedrag geschiedt in het najaar van 2013 op basis van voorlopige omzetgegevens over 2012, welke uiterlijk 1 september 2013 door de instellingen moeten zijn aangeleverd De definitieve vaststelling van het transitiebedrag geschiedt in het najaar van 2014 op basis van de definitieve omzetgegevens over 2012, welke uiterlijk 1 september 2014 door de instellingen moeten zijn aangeleverd De vaststelling van het (voorlopige en definitieve) transitiebedrag geschiedt volgens de navolgende rekenregel: Transitiebedrag = bedrag schaduwbudget 2012 (beschreven in artikel 13) minus omzet uit prestatiebekostiging 2012 (beschreven in artikel 11). N.B. De uitkomst van deze rekenregel kan een positief of een negatief bedrag zijn Aangezien het transitiebedrag eerst voorlopig en op een later moment definitief wordt vastgesteld, vloeit uit de rekenregel van het vorige lid automatisch voort dat zowel het schaduwbudget 2012 (beschreven in artikel 13) als de omzet uit prestatiebekostiging 2012 (beschreven in artikel 11) eveneens in eerste instantie een voorlopig en pas daarna een definitief karakter hebben. In de respectievelijke artikelen 13 en 11 wordt het voorlopige en definitieve karakter van het schaduwbudget 2012, 3 Brief Minister van VWS d.d. 26 april 2013, kenmerk CZ, aan de NZa. 9

10 respectievelijk de omzet uit prestatiebekostiging 2012 overigens niet (nogmaals) expliciet benoemd Het voorlopige en definitieve transitiebedrag kan in 2013, respectievelijk 2014, ambtshalve door de NZa worden gecorrigeerd in verband met verlaging van de maximumtarieven voor (dure) geneesmiddelen als genoemd in paragraaf Het Schaduwbudget Het schaduwbudget is gelijk aan het bedrag dat voor de zorg die valt onder het transitiemodel in rekening zou kunnen worden gebracht volgens de met inachtneming van het in hoofdstuk 3 van deze beleidsregel beschreven beleid door instelling en zorgverzekeraar(s) ingediende opgave Het schaduwbudget wordt berekend op basis van het voor 2011 vastgestelde budget ( aanvaardbare kosten ), dat kan worden gewijzigd op grond van het bepaalde in deze beleidsregel Bij de vaststelling van het schaduwbudget worden niet in hoofdstuk 3 genoemde maar blijkens eerdere tariefbeschikkingen wel structureel in het budget van 2011 en voorgaande jaren opgenomen budgetcomponenten in aanmerking genomen De NZa kan op verzoek besluiten om budgetcomponenten tussen instellingen macro-budgetneutraal over te hevelen indien het schaduwbudget daardoor beter aansluit bij werkelijke kosten Het schaduwbudget wordt op budgetneutrale wijze gecorrigeerd voor de opbrengsten uit beschikbaarheidbijdragen. 14. Procedure voor vaststelling van het (voorlopige en definitieve) schaduwbudget De NZa legt de verplichtingen rondom het verstrekken van informatie die noodzakelijk is voor het vaststellen van het schaduwbudget vast in de Regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg, kenmerk NR/CU-258. Opgaven die op andere wijze dan genoemd in de Regeling worden gedaan, kunnen op grond van de artikelen 4:4 en 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet in behandeling worden genomen. Hoe de NZa omgaat met afwijkende opgaven/aanleveringen, wordt in de onderstaande leden van dit artikel beschreven Indien de hiervoor genoemde opgave niet zowel door zorgaanbieder als zorgverzekeraar(s) wordt ingediend, hanteert de NZa de volgende procedure Eenzijdige opgave door zorgaanbieder Alvorens over te gaan tot de bepaling van het schaduwbudget zal de NZa in zo n geval de (representerende) zorgverzekeraars verzoeken om alsnog binnen vier weken tot overeenstemming te komen en eventueel bereikte overeenstemming door middel van een tweezijdige aanvraag te bevestigen. Zodra de termijn van vier weken verstreken is, en nog steeds geen sprake is van een tweezijdig ingediende opgave, zal de NZa uitgaan van de 4 Zie brief minister van VWS d.d. 14 maart 2011 Zorg die loont, (CZ-IPZ ). 10

11 eenzijdige opgave van de zorgaanbieder Niet overeenstemmende opgaven van zorgaanbieder en zorgverzekeraars Indien de door verzekeraars en instelling afzonderlijk ingediende opgaven niet overeenstemmen, zal de NZa per parameter de laagst ingediende aanvraag verwerken. De NZa kan echter anders besluiten op basis van deze beleidsregel of bijzondere omstandigheden Geen opgave In die gevallen waarin geen gebruik is gemaakt van het verplicht voorgeschreven formulier, of noodzakelijke informatie voor de vaststelling om andere redenen onvolledig is of ontbreekt, zal de NZa gebruik maken van de bevoegdheid neergelegd in artikel 69 Wmg om op basis van eigen informatie over te gaan tot vaststelling van het schaduwbudget. Bij het ontbreken van gegevens, wordt het schaduwbudget vastgesteld op 80% van de bij de definitieve nacalculatie vastgestelde productie in het jaar De NZa zal echter niet tot deze maatregelen overgaan zonder vooraf de betreffende instelling schriftelijk in de gelegenheid te hebben gesteld de noodzakelijke formulieren of gegevens alsnog correct aan te leveren. In artikel 0 is aangegeven dat voor de som van de tarieven van de zorgprestaties die onder het transitiemodel vallen een vast bedrag in rekening mag worden gebracht. Het betreft hier een vaste grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, onder a, Wmg. Dit vaste bedrag is voor het jaar 2012 gelijk aan de omzet uit prestatiebekostiging 2012 plus het (positieve of negatieve) verrekenbedrag. Voor 2013 is dit vaste bedrag gelijk aan de omzet uit prestatiebekostiging 2013 plus het (positieve of negatieve) verrekenbedrag. Merk op dat: - de omzet uit prestatiebekostiging 2012/2013 niet de omzet uit het oude B-segment omvat; - het vaste bedrag, c.q. de vaste instellingsgrens, gedurende de transitieperiode twee keer (één keer voor 2012 en één keer voor 2013) wordt berekend/vastgesteld, terwijl het transitiebedrag gedurende de transitieperiode (slechts) één keer wordt berekend op basis van de omzetgegevens van het jaar 2012, waarbij als kanttekening moet worden opgemerkt dat het transitie- en verrekenbedrag uiteenvallen in een voorlopige en definitieve vaststelling (zie ook artikel 12.2 en 12.3). Vast bedrag 2012 of 2013 = omzet uit prestatiebekostiging 2012 of verrekenbedrag Verrekenbedrag = transitiebedrag * verrekenfactor 15. Van transitiebedrag naar verrekenbedrag 15.1 De NZa stelt voor elke instelling ambtshalve een verrekenbedrag vast door het transitiebedrag te vermenigvuldigen met een verrekenfactor. Voor het jaar 2012 bedraagt die verrekenfactor 0,95 en voor het jaar 2013 is de verrekenfactor vastgesteld op 0, Omdat het transitiebedrag in eerste instantie voorlopig (zie artikel 12.2) en op een later moment definitief (zie artikel 12.3) wordt 11

12 vastgesteld, geldt hetzelfde voor het verrekenbedrag. Dat betekent dat in het laatste kwartaal van 2013 (in ieder geval na 1 september 2013) een voorlopige vaststelling van het verrekenbedrag plaatsvindt. Definitieve vaststelling van het verrekenbedrag vindt vervolgens plaats gedurende de maanden september, oktober en november 2014 (dus na de uiterlijke indieningstermijn van 1 september 2014) Als het verrekenbedrag negatief is, dient het door de instelling te worden afgedragen aan het Zorgverzekeringsfonds. Als het verrekenbedrag positief is, wordt het via het Zorgverzekeringsfonds aan de instelling uitgekeerd. De procedure voor de afwikkeling van positieve en negatieve verrekenbedragen is nader uitgewerkt in artikel Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.. Een positief verrekenbedrag kan door de instelling in rekening worden gebracht bij het CVZ. Op grond van het Besluit beschikbaarheidbijdrage Wmg moet het positieve verrekenbedrag worden aangemerkt als beschikbaarheidbijdrage in de zin van artikel 56a Wmg, en worden instellingen die voor een positief verrekenbedrag in aanmerking komen door de NZa aangewezen. Een (naar verwachting) positief verrekenbedrag kon op verzoek van de instelling worden bevoorschot. Voorschotten zijn aan een maximum gebonden en konden worden aangevraagd c.q. gewijzigd tot 1 oktober De voorschotregeling gold alleen voor het verrekenbedrag voor 2012; niet voor 2013 en eventuele volgende jaren. 16. Procedure afwikkeling verrekenbedragen Consequenties positief en negatief verrekenbedrag 16.1 Een positief verrekenbedrag wordt toegekend in de vorm van een beschikbaarheidbijdrage, als bedoeld in artikel 56a Wmg, ten behoeve van de beschikbaarheid van medisch specialistische zorg bij de transitie van functiegerichte budgettering naar prestatiegerichte bekostiging, in de vorm van compensatie voor diensten van algemeen economisch belang. Uitbetaling van positieve verrekenbedragen geschiedt via het Zorgverzekeringsfonds. De uitvoering is in handen van het CVZ Een negatief verrekenbedrag moet, omdat het een overschrijding betreft van het vaste grensbedrag (vaste instellingsgrens) bedoeld in artikel 10.1, door de betreffende instelling aan het Zorgverzekeringsfonds worden teruggestort. De hiervoor genoemde overschrijding moet worden beschouwd als een door die instelling te hoge gerealiseerde omzet uit prestatiebekostiging (d.w.z. de vaste grens overschrijdend). Beschikking positieve en negatieve verrekenbedragen 16.3 De beschikbaarheidbijdrage, respectievelijk de verplichting tot terugstorten, bedoeld in het eerste, respectievelijk tweede, lid wordt vastgelegd in een door de NZa aan de betreffende instelling af te geven beschikking De beschikking genoemd in het vorige lid wordt tweemaal vastgesteld: één keer in het laatste kwartaal van 2013 in het kader van de voorlopige vaststelling van het transitiebedrag en één keer in het derde en vierde kwartaal van 2014 in het kader 12

13 van de definitieve vaststelling van het transitiebedrag. De eerste beschikking heeft dan ook een voorlopig karakter. De tweede beschikking heeft een definitief karakter. Verrekening voorschotbedragen met voorlopige verrekenbedrag 16.5 Zowel de voorlopige positieve als negatieve verrekenbedragen 2012 worden door de NZa verrekend met eventueel uitgekeerde en ontvangen voorschotbedragen op grond van de voorschotregeling van artikel 17, waar algemene ziekenhuizen, universitaire medische centra, zelfstandige revalidatiecentra, zelfstandige dialysecentra, zelfstandige radiotherapeutische instellingen, centra voor erfelijkheidsadvisering en zelfstandige audiologische centra tot 1 oktober 2012 gebruik van konden maken. Dit betekent dat instellingen reeds op basis van de voorlopige vaststelling van het transitie-, respectievelijk verrekenbedrag 2012, een uitkering uit het fonds kunnen ontvangen, dan wel verplicht zijn een afdracht aan het fonds te verrichten. Verrekenbedrag 2012 en 2013: twee afzonderlijke beschikkingen 16.6 De beschikking waarover in het derde lid wordt gesproken, heeft in feite betrekking op twee afzonderlijke beschikkingen: één ter vaststelling van het verrekenbedrag 2012 en één ter vaststelling van het verrekenbedrag Beide verrekenbedragen worden afgeleid van hetzelfde transitiebedrag, dat voor de gehele transitieperiode slechts één keer wordt vastgesteld. Alleen de verrekenfactor is verschillend: 0,95 voor 2012, en 0,70 voor 2013 (zie ook artikel 12.1 en 15.1). Bij de voorlopige vaststelling van het transitiebedag worden dus twee afzonderlijke beschikkingen afgegeven: één voor het verrekenbedrag 2012 en één voor het verrekenbedrag Bij de definitieve vaststelling van het transitiebedrag worden opnieuw twee afzonderlijke beschikkingen afgegeven: wederom één voor het verrekenbedrag 2012 en één voor het verrekenbedrag Recht op voorschot / verplichting tot afdracht 16.7 Uit de (voorlopige) beschikking genoemd in het derde en vierde lid vloeit, afhankelijk van een resulterend positief of negatief saldo naar aanleiding van de uitgevoerde verrekening bedoeld in het vijfde lid, een direct recht op een voorschot, dan wel een directe betalingsverplichting voort. De (voorlopige) beschikking 5, met daarin de relevante bedragen opgenomen, vormt de juridische titel voor een uitbetaling uit, respectievelijk een storting aan, het Zorgverzekeringsfonds Over de wijze (bijv. termijnen) waarop de voorschotten, respectievelijk stortingen, bedoeld in het vorige lid worden uitgekeerd, respectievelijk moeten worden voldaan, worden in de beschikking bedoeld in het derde lid nadere mededelingen gedaan. Hieraan kunnen voorschriften, voorwaarden of beperkingen worden verbonden. 5 Op de voorlopige beschikking worden in ieder geval de volgende bedragen vermeld: het schaduwbudget 2012, de omzet prestatiebekostiging 2012, het transitiebedrag, het verrekenbedrag 2012, eventuele aftrek verleende voorschotten 2012 en het verrekenbedrag

14 Verrekening rente 16.9 Over het verschil tussen de voorlopige en definitieve verrekenbedragen wordt geen rente verrekend. 17. Bevoorschotting van het verrekenbedrag 2013 (uitsluitend voor epilepsiecentra en longrevalidatie-instellingen) 17.1 Vooruitlopend op de definitieve ambtshalve vaststelling van het verrekenbedrag als bedoeld in artikel 15, kunnen epilepsiecentra en longrevalidatie-instellingen de NZa verzoeken om met betrekking tot het verrekenbedrag over 2013 een voorschot toe te kennen, respectievelijk een toegekend voorschot te wijzigen Het verzoek dient minimaal te omvatten: de met inachtneming van het bepaalde in deze beleidsregel begrote omvang van het schaduwbudget in het jaar 2013 en begrote omzet uit prestatiebekostiging in het jaar 2013; een verklaring dat de activiteiten waarvoor het verrekenbedrag respectievelijk de voorschotregeling wordt toegekend daadwerkelijk zijn of zullen worden verricht Een verzoek dient uiterlijk 1 januari 2014 door de NZa te zijn ontvangen Het verzoek wordt toegewezen indien naar het oordeel van de NZa redelijkerwijs kan worden aangenomen dat sprake zal zijn van een positief verrekenbedrag. Verzoeken tot wijziging van een toegekend voorschot worden afgewezen indien de betreffende zorgaanbieder al twee eerdere verzoeken tot wijziging heeft gedaan Het voorschot (op jaarbasis) bedraagt maximaal 15% van het budget 2012 (peildatum december 2012) en kan tevens niet hoger zijn dan het door de instelling op grond van artikel 17.2 opgegeven schaduwbudget minus de opgegeven omzet uit prestatiebekostiging Het voorschot wordt door het CVZ uitgekeerd in maandelijkse termijnen. De NZa maakt daarbij te hanteren procedure in een circulaire bekend. Voorschotbedragen worden betrokken in de rentenormering. Blijkt het gevraagde voorschot achteraf hoger dan het verrekenbedrag, dan wordt over het verschil een normatieve rente berekend De opbrengsten uit voorschotten worden betrokken in de post nog in tarieven te verrekenen van de rentenormering bedoeld in artikel 104f van deze beleidsregel 17.7 Over een teveel ontvangen voorschot worden bovendien genoten rentevoordelen in rekening gebracht. Onder teveel wordt verstaan: het verschil tussen het ontvangen voorschot en het (positieve) verrekenbedrag, of, indien een negatief verrekenbedrag resulteert, het totale voorschot. Dit rentevoordeel wordt normatief vastgesteld op 4% per jaar en wordt per maand berekend, vanaf de maand waarin de eerste betaling is verricht, tot het moment van de vaststelling van het definitieve 14

15 verrekenbedrag 6. Over de periode tot en met 31 december 2013 wordt het rentevoordeel over teveel ontvangen voorschot gecorrigeerd voor de normrente die al over dit deel is berekend op grond van artikel De op grond van het vorige lid berekende rentevoordelen worden in mindering gebracht op het definitieve verrekenbedrag In geval er een voorschot is genoten en er sprake is van een negatief verrekenbedrag dient het betaalde voorschot, vermeerderd met het op grond van dit artikel berekende rentevoordeel, door de instelling te worden afgedragen aan het Zorgverzekeringsfonds op nader door de NZa bekend te maken wijze De NZa verbindt aan beschikkingen met betrekking tot vaststelling, verlening en bevoorschotting van (positieve) verrekenbedragen de navolgende voorwaarden, voorschriften en beperkingen: Voorschot en beschikbaarheidbijdrage mogen uitsluitend worden besteed aan de activiteiten en daarmee verband houdende kosten van de zorg bedoeld in artikel 16 van deze beleidsregel; De zorgaanbieder draagt zorg voor een overzichtelijke en doelmatige administratie die een juist, volledig en actueel beeld geeft van de activiteiten waarvoor de beschikbaarheidbijdrage is toegekend; Van alle uitgaven die betrekking hebben op activiteiten waarvoor de beschikbaarheidbijdrage is toegekend alsmede van alle inkomsten die in aanmerking kunnen worden genomen bij de vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage bewaart de zorgaanbieder deugdelijke bewijsstukken; De zorgaanbieder stelt de NZa en CVZ onverwijld in kennis van feiten of omstandigheden die redelijkerwijs van belang kunnen zijn voor wijziging of intrekking van de verlening, de voorschotregeling, of voor vaststelling van de beschikbaarheidbijdrage. Bij niet naleving van deze voorwaarden, voorschriften of beperkingen kan de NZa besluiten tot wijziging, intrekking en terugvordering. De beleidsregels Garantieregeling kapitaallasten 2011 t/m 2016 en Garantieregeling kapitaallasten 2012 t/m 2016 categorale instellingen (hierna Garantieregeling ) bieden instellingen die onder de reikwijdte ervan vallen bij afschaffing van (functiegerichte) budgettering een in de tijd afnemende gegarandeerde vergoeding voor kapitaallasten. Omdat de verrekenfactor voor 2012 (en voor zelfstandige revalidatiecentra ook in 2013) hoger is dan deze minimaal gegarandeerde vergoeding voor kapitaallasten die voor dat jaar geldt blijft de in de Garantieregeling bedoelde aanvullende vergoeding buiten toepassing. Voor 2013 (respectievelijk 2014) is de verrekenfactor echter lager dan de minimaal 6 Voor het jaar 2013 geldt daarbij dat betalingen in de maand januari worden verondersteld gemiddeld voor 11,5 maanden rente-effect te hebben in 2013, betalingen in februari voor 10,5 maanden, ( ), betalingen in december voor 0,5 maand 15

16 gegarandeerde vergoeding en vindt er ook geen nacalculatie in de zin van de Garantieregeling meer plaats. Met ingang van dat jaar kan de beleidsregel dus toepassing vinden. Op enkele onderdelen is er dan een nadere uitleg van de Garantieregeling nodig. Deze luidt als volgt. 18. Toepassing garantieregeling kapitaallasten 18.1 In 2012 maken kapitaallasten onderdeel uit van het vastgestelde schaduwbudget en blijft de Garantieregeling buiten toepassing De beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten 2011 t/m 2016 en de beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten 2012 t/m 2016 categorale instellingen worden vanaf 2013, respectievelijk 2014, toegepast met inachtneming van het in dit artikel bepaalde Onder ontvangen vergoeding voor kapitaallasten als genoemd in de Garantieregeling wordt verstaan: een vast percentage van het vaste bedrag bedoeld in artikel 0. Het vaste percentage bedraagt 16% van de omzet uit prestatiebekostiging (inclusief verrekenbedrag) voor zover deze radiotherapeutische zorgproducten 7 betreft en 8% van de overige omzet uit prestatiebekostiging (inclusief verrekenbedrag) Onder kapitaallastenvergoeding in de aanvaardbare kosten in de Garantieregeling wordt, naast de vergoeding voor rente en afschrijvingen gebouwen en installaties, mede verstaan: de in het budget van 2012 verwerkte rentevergoeding over werkkapitaal en inventaris. 7 Zorgproductgroep

17 2.2 Transitiemodel categorale instellingen Voor categorale zorgaanbieders is het in paragraaf 2.1 beschreven model van overeenkomstige toepassing voor zover daarvan niet in dit hoofdstuk wordt afgeweken. Opgemerkt wordt dat de longrevalidatie-instellingen alsook de epilepsieinstellingen met ingang van 1 januari 2013 overgaan naar een systeem van prestatiebekostiging. Dit heeft logischerwijs tot gevolg dat ten aanzien van het gestelde in eerdergenoemde paragraaf 2.1 wat betreft de looptijd, transitiebedrag (inclusief schaduwbudget en omzet uit prestatiebekostiging) verrekenbedrag en de daarmee samenhangende procedures als ware het een jaar later gelezen dient te worden Zelfstandige Revalidatiecentra 19. Op in 2011 als zelfstandig revalidatiecentrum gebudgetteerde instellingen voor medisch specialistische zorg is het bepaalde in paragraaf 2.1. (Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s, artikelen 9 t/m 18) van overeenkomstige toepassing. Omdat de als Spoor II bekende wijziging van de productstructuur per 2013 is ingevoerd, geldt in afwijking van paragraaf 2.1 het in de artikelen 20 en 21 bepaalde. 20. Looptijd, transitiebedrag en verrekenbedrag 20.1 De transitieperiode beslaat de jaren 2012, 2013 en De NZa stelt gedurende de transitieperiode in het derde kwartaal van jaar t+1 voor elke instelling ambtshalve een verrekenbedrag vast door het transitiebedrag te vermenigvuldigen met de verrekenfactor 0,95 voor het jaar 2012, 0,95 voor het jaar 2013 en 0,70 voor het jaar Het transitiebedrag wordt op alle onderdelen, dat wil zeggen de omzet uit prestatiebekostiging als ook het schaduwbudget, tweemaal bepaald, eerst over 2012 en wederom over In afwijking van het in artikel 12 bepaalde, vindt geen voorlopige vaststelling van het transitiebedrag 2013 plaats. De definitieve vaststelling van het transitiebedrag 2013 geschiedt in de zomer van 2015 op basis van de definitieve omzetgegevens over 2013, welke uiterlijk 1 juni 2015 door de instellingen moeten zijn aangeleverd. 21. Schaduwbudget Het schaduwbudget voor 2012 en het schaduwbudget voor 2013 worden berekend op basis van de voor het jaar 2011 geldende FB systematiek zoals opgenomen in paragraaf In beide jaren maken kapitaallasten onderdeel uit van het vastgestelde schaduwbudget en blijft de beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten 2012 t/m 2016 categorale instellingen buiten toepassing. 22. Indexering De NZa zal de parameterwaarden in het jaar 2012 en 2013 ambtshalve indexeren volgens het bepaalde in artikel

18 23. De procedure voor vaststelling van het schaduwbudget 2013 is gelijk aan die voor de vaststelling van het schaduwbudget 2012, zoals beschreven in artikel Zelfstandige Dialysecentra 24. Op in 2011 als zelfstandig dialysecentrum gebudgetteerde instellingen voor medisch specialistische zorg is het bepaalde in paragraaf 2.1. (Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s, artikelen 9 t/m 18) van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het schaduwbudget voor 2012 wordt berekend op basis van de systematiek en parameterwaarden zoals opgenomen in paragraaf Zelfstandige Radiotherapeutische centra 25. Op in 2011 als zelfstandig radiotherapeutische centrum gebudgetteerde instellingen voor medisch specialistische zorg is het bepaalde in paragraaf 2.1. (Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s, artikelen 9 t/m 18) van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het schaduwbudget voor 2012 wordt berekend op basis van de systematiek en parameterwaarden zoals opgenomen in paragraaf Zelfstandige Audiologische centra 26. Voor in 2011 als zelfstandig audiologische centrum gebudgetteerde instellingen geldt het bepaalde in paragraaf 2.1 voor zover daarvan niet in de artikelen 27 tot en met 31 wordt afgeweken. 27. Schaduwbudget Het schaduwbudget voor 2012 en het schaduwbudget voor 2013 worden berekend op basis van de systematiek en parameterwaarden zoals opgenomen in paragraaf Looptijd, transitiebedrag en verrekenbedrag 28.1 De transitieperiode beslaat de jaren 2012, 2013 en Het transitiebedrag wordt op alle onderdelen, zijnde de omzet uit prestatiebekostiging als ook het schaduwbudget twee maal bepaald, eerst over 2012 en wederom over In afwijking van het in artikel 12 bepaalde, vindt geen voorlopige vaststelling van het transitiebedrag 2013 plaats. De definitieve vaststelling van het transitiebedrag 2013 geschiedt in het najaar van 2014 op basis van de definitieve omzetgegevens over 2013, welke uiterlijk 1 september 2014 door de instellingen moeten zijn aangeleverd De NZa stelt gedurende de transitieperiode in het derde kwartaal van jaar t+1 voor elke instelling ambtshalve een verrekenbedrag vast door het transitiebedrag te vermenigvuldigen met de verrekenfactor 0,95 voor het jaar 2012, 0,95 voor het jaar 2013 en 0,70 voor het jaar Indexering De NZa zal de parameterwaarden in het jaar 2012 en 2013 ambtshalve op indexeren volgens het bepaalde in artikel

19 30. De procedure voor vaststelling van het schaduwbudget 2013 is gelijk aan die voor de vaststelling van het schaduwbudget 2012, zoals beschreven in artikel Verrekenpercentage Op (audiologische) zorgproducten die na 31 december 2011 geopend worden is geen verrekenpercentage van toepassing. Bij (audiologische) zorgproducten die voor of op die datum zijn geopend en in 2012 worden gedeclareerd, dient het percentage geldend bij opening van het zorgproduct te worden gehanteerd Centra voor erfelijkheidsadvisering 32. Op in 2011 als centrum voor erfelijkheidsadvisering gebudgetteerde instellingen is het bepaalde in paragraaf 2.1 (Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s, artikelen 9 t/m 18) van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat het schaduwbudget voor 2012 wordt berekend op basis van de systematiek en parameterwaarden zoals opgenomen in paragraaf Longrevalidatie-instellingen 33. Het gestelde in paragraaf 2.1 (Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s, artikelen 9 t/m 18) is voor wat betreft looptijd, transitiebedrag (inclusief schaduwbudget en omzet uit prestatiebekostiging), verrekenbedrag en de daarmee samenhangende procedures van overeenkomstige toepassing op longrevalidatie-instellingen, maar dient, met uitzondering van artikel 17 (voorschotregeling), telkens een jaar uitgesteld/later gelezen te worden. Ten aanzien van het in artikel 11.4 bepaalde geldt een afwijkende indieningsdatum: voor de voorlopige vaststelling moeten de omzetgegevens uiterlijk 1 september 2014 bij de NZa zijn aangeleverd. Voor de definitieve vaststelling van het transitiebedrag geldt dat de aanlevering van de omzetgegevens uiterlijk 1 juni 2015 moet hebben plaatsgevonden. 34. Het totaal van de in rekening te brengen tarieven 34.1 De NZa bepaalt in een collectieve tariefbeschikking voor elke instelling voor 2013 en voor 2014 ambtshalve een vast bedrag voor alle tarieven voor (delen van) zorg of diensten als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet die met betrekking tot die respectievelijke jaren in rekening worden gebracht, hadden kunnen worden gebracht of zullen kunnen worden gebracht. Dit vaste bedrag betreft uitsluitend de zorg die in 2012 volgens de door de NZa vastgestelde segmentindeling tot het gereguleerde A-segment behoorde en is een vaste grens als bedoeld in artikel 50, tweede lid, aanhef en onder a, van de Wmg Het vaste bedrag bedoeld in het vorige lid is gelijk aan de omzet uit prestatiebekostiging in 2013, respectievelijk 2014, vermeerderd met het verrekenbedrag. Het verrekenbedrag kan een positief of negatief bedrag zijn. Bij de longrevalidatie-instellingen valt alle zorg die in 2012 via het budget werd bekostigd onder het transitiemodel. Bij instellingen met een gemengd zorgaanbod is dit is inclusief de longgeneeskunde waarvoor in 2012 vrije tarieven golden. 19

20 35. Omzet uit prestatiebekostiging 35.1 De omzet uit prestatiebekostiging voor het jaar 2013 is gelijk aan de som van de (het) met inachtneming van het in de regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg bepaalde (1) Tariefopbrengst DBC-zorgproducten en overige zorgproducten die overlopen uit 2012, minus het onderhanden werk per ultimo 2012; (2) Tariefopbrengst DBC-zorgproducten en overige zorgproducten voor producten geopend en gesloten in jaar 2013; (3) Onderhanden werk DBC-zorgproducten en overige zorgproducten voor producten geopend in 2013 en gesloten in Onder de omzet uit prestatiebekostiging wordt mede begrepen, de honorariumomzet met betrekking tot productie van medisch specialisten in loondienst waarvoor een loonkostenvergoeding als bedoeld in artikel 63 in het schaduwbudget is opgenomen Bij het bepalen van de omzet uit prestatiebekostiging worden niet meegerekend: (1) Honorariumomzet van vrijgevestigd medisch specialisten en medisch specialisten in loondienst voor welke geen loonkostenvergoeding in het schaduwbudget is opgenomen; (2) Beschikbaarheidbijdragen op basis van de beleidsregel(s) Beschikbaarheidbijdragen Het transitiebedrag 36.1 De transitieperiode beslaat de jaren 2013 en De NZa stelt voor elke instelling een transitiebedrag vast door de omzet uit prestatiebekostiging voor 2013 (beschreven in artikel 35) af te trekken van het schaduwbudget voor 2013 (beschreven in artikel 37). De uitkomst kan een positief of een negatief bedrag zijn. 37. Het schaduwbudget Het schaduwbudget wordt berekend op basis van het voor 2012 vastgestelde budget ( aanvaardbare kosten ), dat kan worden gewijzigd op grond van het bepaalde in deze beleidsregel. Het schaduwbudget voor 2012 wordt berekend op basis van de systematiek en parameterwaarden zoals opgenomen in paragraaf Bij de vaststelling van het schaduwbudget worden niet in hoofdstuk 3 genoemde maar blijkens eerdere tariefbeschikkingen wel structureel in het budget van 2012 en voorgaande jaren opgenomen budgetcomponenten in aanmerking genomen Wat betreft de toepassing garantieregeling kapitaallasten geldt dat in 2013 de kapitaallasten onderdeel uit maken van het vastgestelde schaduwbudget en dat de garantieregeling buiten toepassing blijft. De beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten Epilepsiecentra en longrevalidatie-instellingen 2013 t/m

21 wordt vanaf 2014 toegepast met inachtneming van het in artikel 18.3 en 18.4 van deze beleidsregel gestelde Epilepsiecentra 38. Het gestelde in paragraaf 2.1 (Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s, artikelen 9 t/m 18) is wat betreft looptijd, transitiebedrag (inclusief schaduwbudget en omzet uit prestatiebekostiging), verrekenbedrag en de daarmee samenhangende procedures van overeenkomstige toepassing op epilepsiecentra, maar dient, met uitzondering van artikel 17 (voorschotregeling), telkens een jaar uitgesteld/later gelezen te worden. Ten aanzien van het in artikel 11.4 bepaalde geldt een afwijkende indieningsdatum: voor de voorlopige vaststelling moeten de omzetgegevens uiterlijk 1 september 2014 bij de NZa zijn aangeleverd. Voor de definitieve vaststelling van het transitiebedrag geldt dat de aanlevering van de omzetgegevens uiterlijk 1 juni 2015 moet hebben plaatsgevonden. 39. Het totaal van de in rekening te brengen tarieven 39.1 De NZa bepaalt in een collectieve tariefbeschikking voor elke instelling voor 2013 en voor 2014 ambtshalve een vast bedrag voor alle tarieven voor (delen van) zorg of diensten als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet die met betrekking tot die respectievelijke jaren in rekening worden gebracht, hadden kunnen worden gebracht of zullen kunnen worden gebracht. Dit vaste bedrag betreft uitsluitend de zorg die in 2012 volgens de door de NZa vastgestelde segmentindeling tot het gereguleerde A-segment behoorde en is een grens als bedoeld in artikel 50 lid 2 aanhef en onder a van de Wmg Het vaste bedrag bedoeld in het vorige lid is gelijk aan de omzet uit prestatiebekostiging in 2013 respectievelijk 2014 vermeerderd met het verrekenbedrag. Het verrekenbedrag kan een positief of negatief bedrag zijn. Bij de epilepsiecentra valt alle Zvw zorg die in 2012 via het budget werd bekostigd onder het transitiemodel. 40. Omzet uit prestatiebekostiging 40.1 De omzet uit prestatiebekostiging voor het jaar 2013 is gelijk aan de som van de (het) met inachtneming van het in de regeling Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg bepaalde (1) Tariefopbrengst DBC-zorgproducten en overige zorgproducten die overlopen uit 2012, minus het onderhanden werk per ultimo 2012; (2) Tariefopbrengst DBC-zorgproducten en overige zorgproducten voor producten geopend en gesloten in jaar 2013; (3) Onderhanden werk DBC-zorgproducten en overige zorgproducten voor producten geopend in 2013 en gesloten in Onder de omzet uit prestatiebekostiging wordt mede begrepen, de honorariumomzet met betrekking tot productie van medisch specialisten in loondienst waarvoor een loonkostenvergoeding als bedoeld in artikel 63 in het schaduwbudget is opgenomen. 21

22 40.3 Bij het bepalen van de omzet uit prestatiebekostiging worden niet meegerekend: (1) Honorariumomzet van vrijgevestigd medisch specialisten en medisch specialisten in loondienst voor welke geen loonkostenvergoeding in het schaduwbudget is opgenomen; (2) Beschikbaarheidbijdragen op basis van de beleidsregel(s) Beschikbaarheidbijdragen Het transitiebedrag 41.1 De transitieperiode beslaat de jaren 2013 en De NZa stelt voor elke instelling een transitiebedrag vast door de omzet uit prestatiebekostiging voor 2013 (beschreven in artikel 35) af te trekken van het schaduwbudget voor 2013 (beschreven in artikel 37). De uitkomst kan een positief of een negatief bedrag zijn. 42. Het schaduwbudget Het schaduwbudget wordt berekend op basis van het voor 2012 vastgestelde budget ( aanvaardbare kosten ), dat kan worden gewijzigd op grond van het bepaalde in deze beleidsregel. Het schaduwbudget voor 2013 wordt berekend op basis van de systematiek en parameterwaarden zoals opgenomen in paragraaf Bij de vaststelling van het schaduwbudget worden niet in hoofdstuk 3 genoemde maar blijkens eerdere tariefbeschikkingen wel structureel in het budget van 2012 en voorgaande jaren opgenomen budgetcomponenten in aanmerking genomen Wat betreft de toepassing garantieregeling kapitaallasten geldt dat in 2013 de kapitaallasten onderdeel uit maken van het vastgestelde schaduwbudget en dat de garantieregeling buiten toepassing blijft. De beleidsregel Garantieregeling kapitaallasten Epilepsiecentra en longrevalidatie-instellingen 2013 t/m 2016 wordt vanaf 2014 toegepast met inachtneming van het in artikel 18.3 en 18.4 van deze beleidsregel gestelde. 22

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg REGELING Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg Gelet op artikel 36, derde lid en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg REGELING Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg Gelet op artikel 36, derde lid en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten BELEIDSREGEL Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Op grond van artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

BELEIDSREGEL BR/CU-5039 BELEIDSREGEL BR/CU-5039 Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-535

NADERE REGEL NR/CU-535 NADERE REGEL Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Gelet op de artikelen 62 en 68, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure -ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren. REGELING Informatieverstrekking geriatrische revalidatiezorg Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37 lid 1 onder d, 39 lid 2 en de artikelen 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

BELEIDSREGEL BR/CU-5060 BELEIDSREGEL Rentevergoeding opbrengstverrekening GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

BELEIDSREGEL BR/CU-5119 BELEIDSREGEL Eenmalige verrekening overgangsregeling kapitaallasten kind en jeugd Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-558

NADERE REGEL NR/CU-558 NADERE REGEL Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Gelet op de artikelen 62 en 68, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5105

BELEIDSREGEL BR/CU-5105 BELEIDSREGEL Beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage curatieve zorgfuncties GGZ 2014 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz Kenmerk Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve ggz 2015-2017 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 25539 20 augustus 2015 Informatieverstrekking gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde GGZ Vastgesteld op 11

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw BELEIDSREGEL Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 BELEIDSREGEL BR/CU-5098 Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Kenmerk NR/CU-243

Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Kenmerk NR/CU-243 NADERE REGEL Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Op grond van artikel 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Kenmerk Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ 2015-2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ

Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ Transitiemodel voor gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde curatieve GGZ 2015-2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013

Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 BELEIDSREGEL Nacalculatie doorloop DBC s 2012 en nacalculatie 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), maakt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI-14-7c

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI-14-7c Aan de besturen van Algemene ziekenhuizen (010) Categorale ziekenhuizen (011) Academische ziekenhuizen (020) Revalidatie-instellingen (100) Dialysecentra (060) Audiologische centra (070) Newtonlaan 1-41

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) Nr. 239 Ontvangen ter Griffie op 2 oktober 2012. Het besluit tot het doen van een aanwijzing

Nadere informatie

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz

Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz BELEIDSREGEL Invoering normatieve inventariscomponent (NIC) in de langdurende gespecialiseerde ggz Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

BELEIDSREGEL BR/CU-5059 BELEIDSREGEL Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Transitie Bekostigingsstructuur. specialistische zorg BR/CU-2087

Transitie Bekostigingsstructuur. specialistische zorg BR/CU-2087 Transitie Bekostigingsstructuur Medisch specialistische zorg BR/CU-2087 Inhoud 1. Inleidende bepalingen 3 2. Invoering transitiemodel 6 2.1 Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s 6 2.2 Transitiemodel categorale

Nadere informatie

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten REGELING Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten Gelet op de artikelen 36, derde lid, 37, 38, derde lid, 39, tweede lid en 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg 2015 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/11/55c 11D

Behandeld door Telefoonnummer  adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/11/55c 11D Aan de besturen van de algemene ziekenhuizen (010) oogziekenhuis (011-1700) academische ziekenhuizen (020) dialysecentra (060) audiologische centra (070) radiotherapeutische centra (090) revalidatie-instellingen

Nadere informatie

Voorlopige vaststelling transitiebedragen medisch specialistische zorg

Voorlopige vaststelling transitiebedragen medisch specialistische zorg Voorlopige vaststelling transitiebedragen medisch specialistische zorg April 2014 2 Inhoud 1. Inleiding en samenvatting 5 2. Transitiebedragen 7 3. Ontwikkelingen in het schaduwbudget 13 3.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra

Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra BELEIDSREGEL Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU-5047 BELEIDSREGEL DBC-TARIFERING BEHANDELING EN VERBLIJF IN DE CURATIEVE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012. BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BESLISSING OP BEZWAAR

BESLISSING OP BEZWAAR BESLISSING OP BEZWAAR 112222-167609 Bij brief van 18 december 2014, die is ingekomen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) op 19 december 2014, is door de gezamenlijke zorgverzekeraars (bezwaarden) bezwaar

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument Zintuiglijk gehandicaptenzorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel d, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5066

BELEIDSREGEL BR/CU-5066 BELEIDSREGEL Afschrijvingskosten dubieuze debiteuren curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

BELEIDSREGEL BR/CU-5052 BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling.

besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot vaststelling van de navolgende regeling. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg Gelet op de artikelen: - 35, zevende lid, - 36, eerste en derde lid, - 37, - 62, - 68, - 76, tweede lid, van de Wet marktordening

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2015 22 juli 2014 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2016 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage Cure - ambtshalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Nacalculatie doorloop DBC s 2012, afrekening correcties en nacalculatie DBC s 2013

BELEIDSREGEL BR/CU Nacalculatie doorloop DBC s 2012, afrekening correcties en nacalculatie DBC s 2013 BELEIDSREGEL Nacalculatie doorloop DBC s 2012, afrekening correcties 2008-2012 en nacalculatie DBC s 2013 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Nadere informatie

Transitie Bekostigingsstructuur. specialistische zorg BR/CU-2080

Transitie Bekostigingsstructuur. specialistische zorg BR/CU-2080 Transitie Bekostigingsstructuur Medisch specialistische zorg BR/CU-2080 Inhoud 1. Inleidende bepalingen 3 2. Invoering transitiemodel 6 2.1 Transitiemodel ziekenhuizen en UMC s 6 2.2 Transitiemodel categorale

Nadere informatie

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 NADERE REGEL Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2017 Gelet op de artikelen 36, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 28493 6 juni 2016 Informatieverstrekking voorheen gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde ggz Regeling NR/CU-571

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

BELEIDSREGEL BR/CU-5094 BELEIDSREGEL Dyslexiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking

Nadere informatie

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1

4.1 Forensische zorg Zorg als bedoeld in artikel 2 van het Interimbesluit forensische zorg. 1 REGELING Verplichte informatieverstrekking zorgaanbieders van forensische zorg Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ BELEIDSREGEL Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg

Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg BELEIDSREGEL Invoering normatieve inventariscomponent (nic) in de forensische zorg Ingevolge artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub Wmg)

Nadere informatie

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011

c. De termijn waarvoor deze beleidsregel geldt: 1 januari 2009 t/m 31 december 2011 BELEIDSREGEL Beleidsregel Overgangsregime kapitaallastenvergoeding () 1. Algemeen a. Deze beleidsregel is van toepassing op zorg of dienst als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw),

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20070 12 april 2018 Informatieverstrekking voorheen gebudgetteerde zorgaanbieders van gespecialiseerde ggz Nadere regel

Nadere informatie

Garantieregeling kapitaallasten

Garantieregeling kapitaallasten BELEIDSREGEL Garantieregeling kapitaallasten 2013-2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING DOT Nummer Datum inwerkingtreding Datum beschikking 1 januari 2016 18 november 2015 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2017 directie Zorgmarkten Cure De Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 44403 9 december 2015 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 2 december 2015, kenmerk 873674-144431-Z,

Nadere informatie

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg BELEIDSREGEL Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, sub b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure 0900 770 70 70 vragencure@nza.nl CI/13/9c

Behandeld door Telefoonnummer E-mailadres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure 0900 770 70 70 vragencure@nza.nl CI/13/9c Aan de Raad van Bestuur en collectieven van medisch specialisten van Algemene ziekenhuizen (010) Categorale ziekenhuizen (011) Academische ziekenhuizen (020) Revalidatie-instellingen (100) Dialysecentra

Nadere informatie

Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ BELEIDSREGEL Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve

BELEIDSREGEL BR/CU Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve BELEIDSREGEL Beschikbaarheidbijdrage curatieve geestelijke gezondheidzorg - ambsthalve Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001

BELEIDSREGEL BR/FZ-0001 BELEIDSREGEL OVERGANG NAAR DBBC-BEKOSTIGING IN DE FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 57 eerste lid onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) juncto artikel 6 van het Besluit uitbreiding

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2016

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2016 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2016 Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018

Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018 BELEIDSREGEL Macrobeheersinstrument multidisciplinaire zorg 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

Nadere informatie

Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ

Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ BELEIDSREGEL Voorschotten en rentevergoeding onderhanden DBC's GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

BELEIDSREGEL AL/BR-0021 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

655 ZORGINSTELLINGEN EDITIE 2013

655 ZORGINSTELLINGEN EDITIE 2013 655 ZORGINSTELLINGEN EDITIE 2013 Deze Richtlijn 655 (aangepast 2013) vervangt Richtlijn 655 (herzien 2012) en is van kracht voor verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2013. 101 1 Dit hoofdstuk

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

BELEIDSREGEL BR/CU-2018 BELEIDSREGEL BR/CU-2018 Weesgeneesmiddelen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Beleidsregel Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op artikel 57, eerste lid, aanhef en onder d van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen.

De NZa gebruikt de genoemde gegevens om tijdens de transitieperiode het transitiebedrag per zorgaanbieder vast te stellen. REGELING Regeling Verplichte aanlevering budget- en DBBC omzet Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de navolgende regeling

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 446 13 januari 2010 Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen

Nadere informatie

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna. NADERE REGEL Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2016 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) tot

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2038

BELEIDSREGEL BR/CU-2038 BELEIDSREGEL Concept Beleidsregel Beschikbaarheidbijdrage 2012 De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft het voornemen om een beleidsregel vast te stellen die inhoudelijk overeenkomt met hetgeen in dit

Nadere informatie

NADERE REGEL NR/CU-259. Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten. Copro 14188

NADERE REGEL NR/CU-259. Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten. Copro 14188 NADERE REGEL Copro 14188 Regeling Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten Op grond van artikel 62 jo. 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) heeft de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5035. Extramurale zorg GGZ Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU-5035. Extramurale zorg GGZ Zvw BELEIDSREGEL BR/CU-5035 Extramurale zorg GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Beschikbaarheidsbijdrage continuïteit van zorg

Beschikbaarheidsbijdrage continuïteit van zorg BELEIDSREGEL Beschikbaarheidsbijdrage continuïteit van zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel e, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ BELEIDSREGEL Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd. REGELING Regeling macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018 Gelet op de artikelen 36, 37, 62 en 68 en 76 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), besluit de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale GGZ Zvw

BELEIDSREGEL BR/CU Extramurale GGZ Zvw BELEIDSREGEL Extramurale GGZ Zvw Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met

Nadere informatie

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz). BELEIDSREGEL Overheveling ggz budget Wlz-Zvw Grondslag Gelet op artikel 57, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren.

Deze regeling is van toepassing op zorgaanbieders die dyslexiezorg 1 als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) leveren. REGELING Tijdelijke regeling dyslexiezorg Gelet op: de artikelen 37, 38, 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg); de beleidsregel Dyslexiezorg, kenmerk BR/CU-5076; de regeling Declaratiebepalingen

Nadere informatie

Behandeld door E-mailadres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure vragencare@nza.nl CI/12/77c Directie Zorgmarkten Care

Behandeld door E-mailadres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure vragencare@nza.nl CI/12/77c Directie Zorgmarkten Care Aan alle zorgaanbieders die GRZ leveren en de zorgkantoren/zorgverzekeraars Newtonlaan 1-41 3584 BX Utrecht Postbus 3017 3502 GA Utrecht T 0900 770 70 70 F 030 296 82 96 E info@nza.nl I www.nza.nl Behandeld

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/FZ-0007

BELEIDSREGEL BR/FZ-0007 BELEIDSREGEL BR/FZ-0007 INVOERING NORMATIEVE HUISVESTINGSCOMPONENT (NHC) FORENSISCHE ZORG Ingevolge artikel 6 van het Besluit uitbreiding en beperking werkingssfeer Wet marktordening gezondheidszorg (Bub

Nadere informatie

Invoering DBC-bekostiging voor gebudgetteerde zorgaanbieders van curatieve GGZ

Invoering DBC-bekostiging voor gebudgetteerde zorgaanbieders van curatieve GGZ BELEIDSREGEL Invoering DBC-bekostiging voor gebudgetteerde zorgaanbieders van curatieve GGZ Inleidende bepalingen In de brief van 21 februari 2012, kenmerk TK 2010-11, 25 424, nr. 160, aan de Tweede Kamer

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5069. Extramurale curatieve GGZ

BELEIDSREGEL BR/CU-5069. Extramurale curatieve GGZ BELEIDSREGEL Extramurale curatieve GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 200 20 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), PRESTATIE- EN TARIEFBESCHIKKING MEDISCH-SPECIALISTISCHE ZORG 2018 Nummer Datum inwerkingtreding Datum vaststelling 1 januari 2018 12 september 2017 Geldig tot Behandeld door 1 januari 2019 Directie Regulering

Nadere informatie

De Beleidsregel nacalculatie bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie.

De Beleidsregel nacalculatie bevat het beleid van de NZa met betrekking tot de beoordeling en afhandeling van de nacalculatie. Bijlage 1 bij circulaire Care/AWBZ/10/17c BELEIDSREGEL NACALCULATIE Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2144

BELEIDSREGEL BR/CU-2144 BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg Inhoudsopgave Artikel 1. Reikwijdte... 2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel... 2 Artikel 3. Begripsbepalingen... 2 Artikel 4. Kostprijsmodel...

Nadere informatie

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

BELEIDSREGEL AL/BR-0040 BELEIDSREGEL Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S

BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S BELEIDSREGEL BELEIDSREGEL OVERGANG CURATIEVE GGZ NAAR ZVW EN INVOERING DBC S Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit

Nadere informatie

medisch specialisten 2014

medisch specialisten 2014 Controleprotocol Verantwoordingsdocument honoraria medisch specialisten 2014 10 juli 2015 Inhoud 1. Uitgangspunten 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Procedures 3 1.3 Leeswijzer 3 2. Onderzoeksaanpak 4 2.1 Beleidskader

Nadere informatie

Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013

Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013 Regeling voorschotverlening op uitkeringen AWBZ en vaststelling kosten van verstrekkingen en vergoedingen 2013 Het College voor zorgverzekeringen, gelet op artikel 91, derde lid van de Wet financiering

Nadere informatie

Door de zorgaanbieder is bij e-mail van 31 mei 2012 een eenzijdig nacalculatieformulier 2011 ingediend.

Door de zorgaanbieder is bij e-mail van 31 mei 2012 een eenzijdig nacalculatieformulier 2011 ingediend. BESLISSING OP BEZWAAR Bij brief van 1 november 2012 die is ingekomen bij de Nederlandse Zorgautoriteit (hierna: NZa) op 5 november 2012, is door Achmea Divisie Zorg & Gezondheid (hierna: bezwaarde) bezwaar

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Nacalculatie in de curatieve GGZ

Verantwoordingsdocument Nacalculatie in de curatieve GGZ Verantwoordingsdocument Nacalculatie in de curatieve GGZ Opzet voor 2013 november 2012 2 Inhoud 1. Nacalculatie in de cggz 4 Inleiding 4 2. Nacalculatie op de geopende DBC s 2013 5 2.1 Nacalculatie op

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-5132

BELEIDSREGEL BR/CU-5132 BELEIDSREGEL Invoering normatieve huisvestingscomponent (NHC) gespecialiseerde GGZ Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse

Nadere informatie

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR-1653 132215/0187436

Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen CA-NR-1653 132215/0187436 Bijlage 25 bij circulaire Care/Wlz/15/07c REGELING Monitoring uitgaven Persoonsgebonden budget en individueel aangepaste Wlz-hulpmiddelen : Ingevolge artikel 62 en 68 van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Bijlage 15 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg

Nadere informatie

BELEIDSREGEL BR/CU-2051

BELEIDSREGEL BR/CU-2051 BELEIDSREGEL Instandhoudingsinvesteringen Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 juli 2011 Betreft Macrobeheersinstrument curatieve zorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 juli 2011 Betreft Macrobeheersinstrument curatieve zorg > Retouradres Postbus 20350 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Correspondentie

Nadere informatie

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken. Bijlage 19 bij circulaire Care/AWBZ/14/10c BELEIDSREGEL Wlz-zorgaanbieders met tandartspraktijk Ingevolge artikel 57, eerste lid, onderdeel b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt

Nadere informatie