De voorzitter constateert dat de commissieleden positief staan tegenover een presentatie.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De voorzitter constateert dat de commissieleden positief staan tegenover een presentatie."

Transcriptie

1 Verslag van de vergadering van de statencommissie II Economie & Mobiliteit op woensdag 29 oktober 2003 van 9.00 uur tot uur in de Blauwe Zaal (kamer C319) van het Provinciehuis in Groningen. Aanwezige leden: dhr. W. Haasken (voorzitter, VVD), dhr. J.L.H. Köller (PvdA), dhr. J.J. Dijkstra (PvdA), dhr. R.D. Rijploeg (PvdA), dhr. H. Nijboer (PvdA), dhr. M.J. Jager (CDA), dhr. F.J. van der Span (CDA), dhr. J. Roggema (ChristenUnie), H. Staghouwer (Christen- Unie), mw. I.S. Bulk (SP), dhr. H.C. Moll (GroenLinks), dhr. W. van der Ploeg (Groen- Links), mw. D.J. Hoekzema-Buist (PvhN), dhr. T.J. Zanen (PvhN) Afwezig: dhr T.A. Musschenga (gedeputeerde), dhr. C. Swagerman (SP), dhr. A. Engelsman (VVD), mw. M.J. Edzes-Posthumus (D66), mw. F.Q. Gräper-van Koolwijk (D66) Voorts aanwezig: dhr. J. C. Gerritsen (gedeputeerde), mw. R. Hut (secretaris), dhr. D. Bresser (ambtelijke bijstand), dhr. J. Ebels (ambtelijke bijstand); dhr. Th. Poggemeier (Verslagbureau Groningen; verslag dhr. E.J.R. ter Veldhuis) 1. Opening en mededelingen De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij merkt op dat de commissieleden de brief van de Fietsersbond hebben ontvangen met de vraag of behoefte bestaat aan een presentatie en polst of de commissieleden blijk geven van een dergelijke behoefte. De voorzitter geeft aan dat presentaties goed moeten overwogen, aangezien de agenda van de commissie Economie & Mobiliteit altijd tamelijk vol is. Dhr. Moll (GroenLinks) deelt mee voorstander te zijn van een presentatie van de Fietsersbond. De voorzitter constateert dat de commissieleden positief staan tegenover een presentatie. Voorts maakt de voorzitter gewag van een bericht van verhindering van dhr. Engelsman (VVD). Gedeputeerde Musschenga is wegens ziekte verhinderd. De voorzitter wenst de gedeputeerde beterschap toe. 2. Regeling van werkzaamheden - voorstellen vreemd aan de orde van de dag; Er zijn geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag. Dhr. Jager (CDA) merkt op dat tijdens de behandeling in de Staten van het verslag van het Presidium en het toewijzen van stukken voor deze vergadering ook een stuk stond geagendeerd over de versnelde aanleg van breedbandinternet. Dit stuk hebben de commissieleden niet van het College ontvangen. Dhr. Jager verzoekt de gedeputeerde bij de mededelingen uitleg te geven over de besluiten in SNN-verband op dit terrein. - vaststelling van de agenda. De agenda wordt als voorliggend vastgesteld. 1

2 3. Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden (m.b.t. de geagendeerde onderwerpen) Er hebben zich geen insprekers aangemeld. 4. Vaststelling verslag van de Commissie Economie & Mobiliteit van 17 september 2003 Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt met betrekking tot blz. 5 naar de follow-up van het initiatief van de FNV, dat binnen het SNN zou worden besproken als mogelijk gezamenlijk initiatief in de richting van het kabinet en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; op blz.10 staat het jaartal 1991, dit moet volgens dhr. Van der Ploeg worden veranderd in Op blz. 45 staat CEAM, waar SEAN geschreven had moeten worden. Blz. 48 is een enigszins vrije interpretatie van de woorden van dhr. Van der Ploeg. Er staat dat dhr. Van der Ploeg op een negental punten geen antwoord van het College heeft gehad, maar dhr. Van der Ploeg geeft aan dat hij deze punten niet heeft kunnen inbrengen vanwege tijdgebrek. De voorzitter merkt op dat dhr. Van der Ploeg een vraag stelt over de follow-up met betrekking tot het initiatief van de FNV naar aanleiding van het verslag van de vergadering. Hij vraagt of de gedeputeerde hier nu antwoord op kan geven, want in wezen wordt de gedeputeerde aangesproken. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) deelt mee dat, in het overleg met het kabinet, met de staatssecretaris is afgesproken om het gezamenlijke initiatief verder uit te werken. Hier wordt momenteel hard aan gewerkt op ambtelijk niveau van het SNN en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De afspraak was om de uitwerking gereed te hebben voor 1 november Er zal een soort ontwikkelclub of vliegende brigade worden ingesteld onder de vlag van het SNN, maar met gezamenlijke aansturing om ESF-gelden te besteden voor zowel scholing van werkenden als werkzoekenden. De voorzitter dankt de gedeputeerde voor zijn toelichting. 5. Toezeggingenlijst Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) roept in herinnering dat tijdens de vorige vergadering uitvoerig is gediscussieerd over BOA (Bureau Ontwikkeling Arbeidsmarktprojecten). Het is hem niet duidelijk wanneer dit onderwerp weer in de commissie zal worden behandeld, maar hij spreekt zijn voorkeur uit om de kwestie BOA te agenderen voor de volgende vergadering. De vraag is echter of het onderzoek dan al voldoende is gevorderd. De voorzitter vraagt of de opmerking van dhr. Van der Ploeg in relatie staat tot een toezegging. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) antwoordt dat zijn opmerking verband houdt met toezegging 5. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) stelt dat de toezegging duidelijk is. Het College voert deze toezegging uit. De gedeputeerde kan niet aangeven of het stuk voor de volgende vergadering beschikbaar is. De voorzitter vraagt of de gedeputeerde of hij een termijn kan aangeven. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan dat het dit najaar tot een afronding zal moeten komen. De voorzitter concludeert dat er dit jaar nog over gesproken zal worden. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) werpt tegen dat deze conclusie geheel aan de voorzitter is. De gedeputeerde geeft slechts aan dat het onderzoek dit najaar afgerond zal zijn. 2

3 De voorzitter oppert dat het onderzoek in januari dan in de commissie kan worden behandeld. 6. Mededelingen gedeputeerde(n) Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) gewaagt van het feit dat het College de commissie de toezegging heeft gedaan om zo spoedig mogelijk te berichten over de evaluatie van het NOM/KPN-voorstel (NOM: Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij; KPN: Koninklijke PTT Nederland NV). Het College heeft aanleiding gezien om het voorstel ten aanzien van ICT/breedband grondig te onderzoeken, aangezien het plan volgens een specifieke manier wordt opgesteld. Het College heeft signalen bereikt dat dit voorstel op juridische problemen zou kunnen stuiten. Het College heeft het voorstel ter toetsing voorgelegd aan het Ministerie van Economische Zaken op een tweetal punten, te weten de staatssteun en onafhankelijke openbare aanbesteding. De commissie zal hierover een brief van het College ontvangen. Het Ministerie stelt ten aanzien van de staatssteun dat de provincie zich hier een eigen oordeel over moet vormen. Op een gegeven moment zal dit ter toetsing in Brussel voorliggen. Het Ministerie geeft aan dat daar waar de markt functioneert geen subsidie mag worden verleend. Het voorstel van de NOM/KPN was voor het totale gebied centrales geschikt te maken voor ADSL (Asymmetric Digital Subscriber Line), inclusief daar waar de marktwerking al van kracht is. Aan deze voorwaarde wordt derhalve niet voldaan. Voorts acht men de procedure voor openbare aanbesteding niet zorgvuldig, omdat een aantal stappen is overgeslagen en er op het laatste moment nog een restrict call heeft plaatsgevonden. Voor het College is dit aanleiding geweest om niet verder te gaan met het voorstel van NOM/KPN. Dit is inmiddels ook aan NOM/KPN bekendgemaakt. Het College laat nu een financieel-juridisch haalbaarheidsonderzoek doen om te onderzoeken hoe het SNN tot een openbare aanbesteding kan komen met gebruikmaking van subsidie door Kompasmiddelen. Het doel is hetzelfde, te weten een breedbanddekking van honderd procent in Noord-Nederland. De subsidiemiddelen van Kompas zullen eerder in kernzones kunnen worden gebruikt. Het College hoopt aan het eind van dit najaar helderheid te hebben. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt de gedeputeerde of het SNN de handelende partij in dezen is. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) antwoordt dat het initiatief van NOM/KPN bij het SNN is ingediend. De gedeputeerde verduidelijkt dat zijn mededeling betrekking heeft op de bestuurscommissie Economische Zaken van het SNN. De mededeling werd gedaan omdat in de statencommissie over deze kwestie werd gediscussieerd. Dhr. Jager (CDA) vraagt de gedeputeerde te bevestigen dat hij sprak van een dekking van honderd procent met betrekking tot de beschikbaarheid van ADSL. In het NOM/KPN voorstel werd gerept over een lagere dekkingsgraad. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) bevestigt dat de ambitie van het SNN een dekking van honderd procent is. 7. Ingekomen stukken (ter kennisneming) a. Brief van GS van 19 september 2003, nr /38A. 13, EZ, betreffende glastuinbouw Eemsmond b. Brief van GS van 23 september 2003, nr /38/A.20, VV, betreffende mobiliteitsmanagement Noord-Nederland c. Brief van 3 oktober 2003, nr /40/A.24, WE, betreffende voortgangsrapportage infrastructurele werken per 1 september 2003 d. Brief van GS van 29 augustus 2003, nr /35/A.28/EZ, betreffende brief aan het RAP Groningen inzake besluit ID-banen 3

4 De voorzitter spreekt namens de VVD-fractie de wens uit om brief c. te agenderen voor de volgende commissievergadering. Dit zou de commissie de gelegenheid bieden invloed uit te oefenen op de voorbereiding van werkzaamheden. Dhr. Moll (GroenLinks) vraagt of het mogelijk is dat de commissieleden de brief toegestuurd zullen krijgen, aannemende dat de voorzitter geen brief wenst te bespreken die ter inzage wordt gelegd. De voorzitter zegt toe dat deze brief de commissieleden zal worden toegestuurd. Dhr. Bresser (ambtelijke bijstand) merkt op dat de huidige brief louter de voortgang weergeeft en vraagt zich derhalve af of naar aanleiding van deze brief invloed kan worden uitgeoefend op het voorbereiden van projecten. Deze brief zit niet aan het begin van een traject waarop GS een besluit nemen over het wel of niet uitvoeren van werken. De voorzitter las in de brief dat gerept wordt over werkzaamheden waarbij de voorbereiding wordt aangevangen. Er zit, naar opvatting van dhr. Haasken, een volgorde in. Hij uit de bereidheid om gezamenlijk de brief tegen het licht te houden. Indien de mogelijkheid van invloed op de voorbereiding van werkzaamheden niet aanwezig is, wenst de VVD-fractie de brief niet te agenderen. Dhr. Moll (GroenLinks) stelt, enigszins tegen het ambtelijk advies in, dat de brief inzicht geeft in de voortgang van projecten. Ook wanneer geen sprake is van het uitoefenen van invloed, is het agenderen van de brief zinvol in het kader van de controlerende rol van de commissie. Dhr. Köller (PvdA) stelt naar aanleiding van brief a. dat het hem goed lijkt om van de gedeputeerde van landbouw te vernemen hoe precies de stand van zaken is met betrekking tot de glastuinbouw. Naar aanleiding van deze brief zou hij dit onderwerp in de commissie aan de orde willen stellen. De voorzitter oppert dat de commissie alles op de agenda kan plaatsen, maar hij vraagt dhr. Köller om meer duidelijkheid te geven over het onderwerp en de aanleiding voor het onderwerp. Dhr. Köller (PvdA) verduidelijkt dat de provincie glastuinbouw op een tweetal plaatsen wenst te bevorderen. Op de ene plaats is glastuinbouw aanwezig, op de andere plaats komt glastuinbouw niet van de grond. De brief heeft eenzelfde strekking als voorgaande stukken, namelijk dat een discussiegroep en een coördinatiegroep in het leven worden geroepen. Dhr. Köller vraagt zich af of er iets concreets gebeurt. Er is een groep onder voorzitterschap van de voormalig gedeputeerde dhr. Boertjens met betrekking tot acquisitie in deze sector opgericht. De voorzitter acht het onderwerp te breed. Hij vraagt dhr. Köller of hij toelichting van de gedeputeerde van landbouw wenst ten aanzien van het vestigingsbeleid in Hoogezand of in de Eemshaven, of over het feit dat de glastuinbouw maar moeizaam van de grond komt of over acquisitie, planologie en energie. Dhr. Köller (PvdA) stelt dat zoals het bij breedband om breedband gaat en niet om 1 micron glasvezel, hij hier spreekt over de glastuinbouw. De voorzitter vraagt dhr. Köller naar aanleiding waarvan hij het onderwerp glastuinbouw wil agenderen. Verwacht hij een notitie of wenst hij zelf iets te berde brengen? Dhr. Köller (PvdA) antwoordt dat hij naar aanleiding van de brief in de commissie Economie & Mobiliteit in enigszins breder verband over de glastuinbouw wenst te discussiëren. De voorzitter preciseert zijn invalshoek door te stellen dat in principe alles op de agenda kan worden geplaatst Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) interrumpeert door te stellen dat hij op zich wel voorstander is van een discussie over de glastuinbouw. De voorzitter heeft echter volkomen gelijk wanneer hij stelt dat de commissie naar aanleiding van iets concreets dient te ver- 4

5 gaderen. Het is wat veel gevraagd om dit van leden te vragen, maar als commissie kunnen de commissieleden wel vragen stellen aan het College om de problematiek beter aan te geven in een brief aan de commissie, zodat de commissie over de glastuinbouw kan discussiëren. De voorzitter acht het voorstel van dhr. Van der Ploeg op zich goed. Wel meent hij dat dan moet worden geformuleerd wat het doel van die discussie is. Een discussie is uiteraard interessant, maar de vraag rijst of er door deze discussie ook iets verandert. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat de commissie niet kan speculeren over de inhoud van de brief die het College aan de commissie zou moeten sturen. Hij neemt aan dat het beleidsuitgangspunten betreft, waardoor een politieke discussie kan worden geentameerd. Dhr. Jager (CDA) geeft aan dat de provincie al jaren mooie doelstellingen op het terrein van de glastuinbouw hanteert. In Emmen zijn er bepaalde ontwikkelingen. Groningen kent één gebied met glastuinbouw en in een ander gebied wordt getracht glastuinbouw tot ontwikkeling te brengen. Dhr. Jager is van mening dat het tijd wordt dat de commissie de problematiek serieus in ogenschouw neemt en bespreekt of de doelstellingen van de provincie nog steeds realistisch te noemen zijn en tevens hoe de doelstellingen beter kunnen worden uitgevoerd en in hoeverre de Staten er bepaalde accenten op kunnen leggen. Een discussie op basis van een inhoudelijk stuk van het College waarin wordt aangegeven waarom de provincie de doelstellingen niet wijzigt, heeft de voorkeur van dhr. Jager. De voorzitter begrijpt dat behoefte bestaat om over de glastuinbouw te discussiëren. Hij constateert dat het College verzocht wordt om een notitie over de glastuinbouw. De voorzitter kan zich voorstellen dat het College bezwaar zal maken tegen de gevraagde breedte van een dergelijke notitie. Dhr. Köller (PvdA) ontkent om een notitie te hebben gevraagd. De voorzitter beaamt dit, maar stelt dat dhr. Van der Ploeg in een notitie van het College de aanleiding vindt om over dit onderwerp te spreken. Dhr. Köller (PvdA) geeft aan dat dhr. Van der Ploeg en dhr. Jager zijn woorden bijvielen, namelijk de wens om over de glastuinbouw in de commissie met de gedeputeerde te discussiëren. Een discussie hoeft naar inzicht van dhr. Köller niet alleen maar naar aanleiding van een notitie plaats te vinden. Dhr. Jager heeft volkomen gelijk wanneer hij stelt dat de commissie al jaren over dit onderwerp spreekt en dat het daarom goed zou zijn dat de gedeputeerde desnoods een presentatie zou houden over het beleid van het College ten aanzien van de glastuinbouw. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt de voorzitter naar de conclusie van het debat. Hij erkent het spoor bijster te zijn. De voorzitter antwoordt dat het verzoek, gedaan door meerdere partijen, op een goed moment zal worden geagendeerd. De agendering zal, zo neemt de voorzitter aan, in overleg met het College plaatsvinden op het moment dat het College over dit onderwerp meer helderheid kan bieden en een moment kan vinden waarop bijvoorbeeld de nodige gegevens op tafel kunnen worden gelegd. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) begrijpt uit de woorden van de voorzitter dat hij de taak op zich heeft genomen om met het College over dit onderwerp overleg te plegen. De voorzitter geeft te kennen dat hij dit in het Presidium aan de orde zal stellen. Dhr. Zanen (PvhN) neemt aan dat de voorzitter het voorstel positief zal inbrengen. De voorzitter gewaagt van een zeer positieve benadering. 5

6 Bespreekpunten 8. Voordracht van GS van 26 augustus 2003, nr , WB, betreffende de overdracht van een wegvakje van 150 m van de provinciale weg N987 Siddeburen-Wagenborgen binnen de kom van Wagenborgen aan de gemeente Delfzijl (nummer 27/2003) 9. Voordracht van GS van 26 augustus 2003, nr , WB, betreffende de overdracht van de N977 Hoogkerk-N355 aan de gemeente Groningen (nummer 28/2003) 10. Voordracht van GS van 26 augustus 2003, nr , WB, betreffende de overdracht van de provinciale weg N996 binnen de bebouwde kom van Winsum aan de gemeente Winsum (nummer 29/2003) 11. Voordracht van GS van 26 augustus 2003, nr , WB, betreffende de overdracht van de provinciale wegen N986 en N961 aan de gemeente Slochteren (nummer 30/2003) Dhr. Roggema (ChristenUnie) heeft in zijn algemeenheid een tweetal opmerkingen over de bespreekpunten. De berekeningen zullen ongetwijfeld gebaseerd zijn op bepaalde grafieken en regelingen. De term eeuwigdurend is voor de ChristenUnie zeer belangrijk. Dhr. Roggema vraagt hoe het College deze term benadert. Voorts vraagt dhr. Roggema hoe de gang van zaken is wanneer een gemeente nog niet heeft ingestemd met de voorgenomen plannen. Als voorbeeld noemt dhr. Roggema voordracht 28. Mw. Bulk (SP) heeft een opmerking ten aanzien van bespreekpunt 10. Bij toeval was mw. Bulk recentelijk in het gebied. Er is een brug in Pietstil die nu al niet door transport zwaarder dan vijf ton mag worden gepasseerd. In de voordracht wordt op dezelfde brug opgemerkt dat deze een restlevensduur van minimaal tien jaar heeft en dat de provincie tot 2008 garant staat voor schade aan de brug als gevolg van normaal gebruik. Mw. Bulk vraagt het College wat wordt verstaan onder normaal gebruik. Indien de provincie nu op het standpunt gaat staan dat een maximale belasting van drie ton voor de brug zal worden ingevoerd, wie zal dan voor de schade opdraaien wanneer de gemeente Winsum van mening is dat een dergelijk maximum niet hoeft te gelden? Bovendien, het verkeer dat niet over de brug mag, zal een andere route kiezen en zo elders schade veroorzaken. Staat de provincie ook garant voor deze schade? De voorzitter vermoedt dat op de vragen een technisch antwoord kan worden geformuleerd. Mw. Bulk (SP) werpt tegen dat er mogelijke financiële gevolgen zijn. Dhr. Ebels (ambtelijke bijstand) gaat allereerst in op de opvatting van de provincie met betrekking tot de term eeuwigdurend. Hij geeft aan dat er een afkoopsom wordt berekend. Op basis van de provinciale onderhoudsnormen wordt berekend wat er jaarlijks aan een kilometer weg wordt uitgegeven. Vervolgens wordt gekeken hoe de weg er uitziet. Een en ander wordt gekapitaliseerd en vermenigvuldigd met een factor 22,22. De provincie gaat er dan van uit dat de gemeente voor de rest van de tijd de weg zal gaan onderhouden. De operatie is voor de provincie in principe budgettair neutraal, want de provincie krijgt voor het onderhoud als wegbeheer voor de weg vanaf dat moment geen geld meer. Het geld wordt naar de gemeente gesluisd. Ten aanzien van het punt van de instemming van de gemeente legt dhr. Ebels uit, dat er één project is waarmee het College van B&W van een gemeente nog niet heeft ingestemd. In dit geval bestaat er wel ambtelijke overeenstemming. Er is contact geweest met het gemeentebestuur en de wethouder. De projecten die nu voor overdracht in aanmerking komen hebben allemaal de instemming van de gemeente. 6

7 Dhr. Ebels verklaart dat de brug in Winsum een andere brug is dan de brug in Pietstil. De brug Pietstil is de brug die men passeert bij het binnenrijden van Onderdendam vanuit Winsum. Het is een brug met een houten brugdek op stalen liggers. De stalen liggers zijn behoorlijk verroest en kunnen problemen opleveren als zware vrachtauto s over de brug rijden. De brug is opgenomen in de ontwikkeling van de planvorming voor de reconstructie Winsum-Onderdendam. De brug in Winsum die in de overdracht zit, is een andere brug, namelijk de brug die direct na de spoorwegovergang in Winsum ligt. Deze brug is gebouwd door de spoorwegen en het dek is ooit door de spoorwegen vervangen. Met deze brug is in constructief opzicht niets aan de hand. De gemeente Winsum was er echter niet volledig van overtuigd en heeft er onderzoek naar laten doen. Aangezien de provincie de overtuiging is toegedaan dat er de eerstkomende jaren niets met de brug zal gebeuren en al het verkeer de brug kan passeren, heeft de provincie met de gemeente afgesproken dat de provincie tot de overdracht garant staat voor de brug bij normaal gebruik. Normaal gebruik houdt in dat het maximaal toegestane gewicht voor voertuigen op de brug vijftig ton bedraagt, met een maximum aslast van 11,5 ton. De voorzitter stelt voor om de bespreekpunten 8, 9, 10 en 11 tot B-stuk voor de Staten te verklaren. 12. Brief van GS van 11 juli 2003, nr /27/A.26, MB, betreffende potentieelstudie Energie 13. Brief van GS van 29 september 2003, nr /39/A.13, MB, betreffende discussienota toekomstig energiebeleid (koppelen aan agendapunt 12) Dhr. Van der Span (CDA) oppert dat de commissie is verblijd met een aantal rapporten, waarbij het laatste rapport een vertaalslag is van de Kyoto-norm voor Nederland De voorzitter onderbreekt dhr. Van der Span en stelt voor om agendapunt 13 te combineren met agendapunt 12. Hij constateert dat iedereen zich hierin kan vinden en geeft het woord terug aan dhr. Van der Span. Dhr. Van der Span (CDA) geeft te kennen naar aanleiding van beide rapportages van de gedeputeerde te willen vernemen wat het vervolgtraject is. De rapporten dienen ergens toe te leiden. Voorts informeert de CDA-fractie in hoeverre het vervolgtraject vergezeld gaat van werkgelegenheidsaspecten in het kader van uitvoering, etc. Daarnaast vraagt dhr. Van der Span of de bestaande platformen in de provincie zullen blijven bestaan, zoals het Energiekompas, of opgenomen zullen worden in Energieplatform. Dhr. Zanen (PvhN) noemt de notities die voor de zomer zijn verschenen interessant. De huidige stukken vormen hier het vervolg op. De rol van de provincie op alle subterreinen wordt geschetst. Het valt dhr. Zanen op dat nauwelijks sprake is van een actieve rol van de provincie, het blijft bij stimuleren en begeleiden. Desalniettemin acht de fractie van de PvhN het een goed stuk werk dat goed en helder inzicht verschaft. Op basis hiervan dient stimulerend werken mogelijk te zijn. De vraag rijst of er plekken en momenten zijn waar de provincie zich wel actief zou kunnen opstellen. Op bladzijde 26 van de potentieelstudie Energie wordt aangegeven hoe een actievere rol van de provincie mogelijk is: er zouden convenanten afgesloten kunnen worden met partijen die wel activiteiten verrichten. Op een ander moment heeft dhr. Zanen dit geopperd in relatie tot de Blauwe Stad. De provincie verkeert hierbij door toevallige omstandigheden in de positie van eigenaar van de grond. Op een gegeven moment zal de overdracht van de grond aan projectontwikkelaars plaatsvinden. Dat zijn de momenten dat de provincie in het algemeen zou kunnen wensen dat de grondeigenaar maatregelen neemt om de projecten onder de voorwaarde van zuinige omgang met energie te realiseren. De PvhN-fractie vraagt het College of er 7

8 niet een plek is waar de provincie een actievere rol zou kunnen aannemen. Dhr. Zanen lijkt dit wenselijk, mede als voorbeeldgedrag. Daarnaast leeft er bij de PvhN een vraag over windenergie. Ergens is een staat aan te treffen waar de stand van zaken bij de realisering van beleidsdoelen op het gebied van duurzame energie wordt weergegeven. Dhr. Zanen vraagt hoe de stand van zaken is met betrekking tot de windenergie. Hoeveel opgaven die de provincie zichzelf heeft gesteld in de BLOW (Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling Windenergie) zullen worden gerealiseerd? Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) merkt op dat beide stukken een zeer technische verhandeling vormen. Dit maakt de interpretatie er niet gemakkelijker op. De stukken lezende krijgt men een moment het gevoel dat de provincie alleen bezig is in deze grote wereld. Soms lijkt het erop dat de twaalf provincies bezig zijn met twaalf wielen. Bij nadere bestudering blijkt dat de discussie beperkt blijft tot alleen Groningen. Met betrekking tot de selectie van projecten voor het uitvoeringsprogramma acht de ChristenUnie het volgende van belang: het inzetten op meest effectieve en efficiënte besteding van provinciaal geld ten aanzien van besparingsmogelijkheden; bij het maken van keuzes altijd werkgelegenheid en economie laten meewegen; wel als provincie het goede voorbeeld geven, maar geen projecten uitvoeren die alleen maar pr-waarde hebben. De rol van de provincie bij de uitvoering van het klimaatbeleid dient volgens de fractie van de ChristenUnie stimulerend en faciliterend te zijn. Deze rol kan in de volgende zaken vormgegeven worden: het ondersteunen van de gemeenten, het stimuleren van duurzame energie en het stimuleren van duurzame energie en energiebesparing in grote projecten. Het is een prima zaak, want dan staat men met weinig kosten aan de basis van duurzame ontwikkelingen en ook bij burgers en bedrijfsleven zal dan weinig weerstand zijn bij de invoering van energiebesparende maatregelen. Er wordt de commissie een aantal vragen gesteld, die dhr. Staghouwer in tweede termijn wenst te bespreken. Het gaat om vragen als het beschikbaar stellen van extra formatie, etc. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) geeft aan verheugd te zijn dat dit onderwerp in de vorige vergadering is doorgeschoven, want met de laatste rapportage en de discussienotitie ligt er een heel andere problematiek voor. Alleen middels de potentieelstudie kon dhr. Van der Ploeg niet de vertaalslag maken naar het beleid. Met de laatste twee rapportages heeft het apparaat en het bureau op een kundige wijze getracht een goede vertaalslag te maken, aldus dhr. Van der Ploeg. Luisterend naar de voorgaande sprekers bekruipt dhr. Van der Ploeg echter het gevoel dat de commissie zich nog niet geheel bewust is van de enorme impact die een en ander kan hebben. Wanneer de Staten stellen dat de doelstelling van de provincie is om 2,4 megaton CO² te gaan besparen, dan heeft dit tamelijk grote gevolgen ten aanzien van het beleid aangaande een aantal onderwerpen, zoals dit in de discussienota wordt aangegeven. Er wordt het evenredigheidsprincipe van zes procent in de Kyoto-bijdrage gehanteerd. Dit is het uitgangspunt dat in het POP wordt genoemd en de vertaling hiervan zou, naar aanleiding van de potentieelstudie, tot uitspraken moeten leiden. Hier is sprake van een getalsmatige vertaling, waar op zich niets mis mee is. Aan de andere kant, gekeken vanuit het landsbelang, zou men evenredigheid ook kunnen vertalen in grotere provinciale inspanning ten aanzien van windenergie van Groningen, omdat in Groningen meer wind is dan bijvoorbeeld de provincie Limburg, die zich zou kunnen toespitsen op witte energie. Zo zou op een andere wijze een principe van evenredigheid kunnen worden geformuleerd. De vertaling in het stuk is naar het inzicht van dhr. Van der Ploeg echter wel praktisch en geeft concrete aanleiding tot invulling van beleid. Ten aanzien van de kaderstelling kan worden gesteld dat het aannemen van het initiatiefvoorstel en preadvies door de Staten de ambitieniveaus op een negental terreinen in feite al min of meer zijn vastgesteld. Nu gaat het slechts om de invulling. Dhr. Van der Ploeg is het met dhr. Staghouwer eens dat de effectiviteit van het inzetten van middelen moet worden meegewogen, op basis van de doelstellingen. De vertaling van de doelstelling 2,4 miljoen ton naar de verschillende beleidsterreinen, bijvoorbeeld ton CO² in de industrie, ton CO² in de duurzame energie, geeft aan dat het een behoorlijke opgave zal zijn. De doelstelling bij duurzame energie betekent al een verdubbeling van de huidige doelstelling van het beleid. Het realiseren 8

9 van de doelstellingen op het gebied van biomassa en windenergie, de terreinen waar het meeste resultaat van is te verwachten, betekent volgens de fractie van GroenLinks in concreto dat er meer zoekgebieden voor windenergie moeten komen, omdat de doelstelling anders in 2010 niet kan worden gehaald. Dhr. Van der Ploeg ziet op meer terreinen een politieke discussie opdoemen die uitermate interessant is. Dhr. Zanen noemde de bouw. Inderdaad is er op dat terrein veel te realiseren, maar dan moet er op worden ingezet. De mogelijkheden van de provincie zijn weliswaar beperkt, maar toch liggen er wel degelijk mogelijkheden. Het College geeft in het maatregelenpakket aan voornemens te zijn in het ontwikkelingstraject van grote wijken, zoals Meerstad, energie als concreet element mee te laten wegen. Er dient daarom te worden ingezet op CO²-neutrale wijken, CO²-neutrale Zuiderzeelijnen, etc. Het is de consequentie van de doelstelling. Neutraal betekent in dit verband dat er wel energie wordt gebruikt, maar dat dit wordt gecompenseerd door opwekking van duurzame energie. In het traject zal halverwege 2004 een uitvoeringsprogramma moeten verschijnen. Dat is ook het moment van de termijn van het indienen van subsidieaanvraag bij NOVEM (Nederlandse Organisatie Voor Energie en Milieu) voor subsidie voor ambtelijke ondersteuning. Het betekent wel dat de provincie vervolgens slechts vijf jaar heeft om de doelstelling te realiseren. In de begrotingsdiscussies moeten gelden worden gereserveerd van investeringen, CESI-fondsen (CESI: Cofinanciering Sociale en Economische Infrastructuur) en andere fondsen om met resultaat tot de projecten te komen. De vraag die het College aan de Staten stelt is het kader aan te geven. Dhr. Van der Ploeg stelt dat het kader met het initiatiefvoorstel deels al door de Staten is vastgesteld. Ten aanzien van de effectiviteit van de maatregelen kan dhr. Van der Ploeg op basis van de voorliggende stukken niet goed inschatten wat mogelijk is en wat niet. Het praktische energiebesparingspotentieel van de industrie dient zich volgens de stukken terug te verdienen over de hele levensduur van de investering. Het lijkt dhr. Van der Ploeg niet dat de industrie hier warm voor zal lopen. Het gemakkelijke investeringspotentieel is in de industrie in de afgelopen decennia al gehaald. Derhalve zal het met name in de industrie moeilijk worden om de CO²-besparing te realiseren. Misschien dient de conclusie te zijn dat er toch nog meer investeringen in duurzame energie moeten worden gedaan en meer in de bouw dan in het verkeer. De Staten hebben de vraag echter voorgelegd gekregen om de richting aan te geven. Dhr. Van der Ploeg stelt voor af te wegen of er een moment mogelijk is waarbij de Staten een second opinion zouden kunnen krijgen van mensen uit de industrie en anderen uit het veld. De effectiviteit van het pakket aan maatregelen voor de komende vijf jaar zou hierdoor kunnen worden vergroot. De GroenLinks-fractie is ook bereid om op basis van de huidige stukken in de Statenvergadering op 12 november 2003 te discussiëren, maar voor de Staten zou informatie uit het veld interessant zijn om een vollediger beeld te krijgen. Mw. Bulk (SP) merkt op dat mw. Siljee dit onderwerp zou behandelen, maar zij is ziek De SP-fractie schaart zich achter het voorstel van dhr. Van der Ploeg een second opinion in te winnen, want goede uitspraken over effectiviteit vereisen aanvullende informatie. Mw. Bulk vraagt zich af wat er dient te gebeuren als de periode van vijf jaar is voltooid. Dan zal moeten worden bespaard op energieverbruik in minder effectieve gebieden, hetgeen gepaard gaat met onkosten. Een aantal provincies heeft een fonds of is hier mee bezig. De SP-fractie informeert bij de gedeputeerde of ook de provincie Groningen de aanstelling van een fonds overweegt. De aanzienlijke doelstelling conflicteert op een aantal punten met de inzet op economische groei en de vraag is welke kant moet worden gekozen. De SP kiest voor de besparende kant. De pr-waarde van de doelstelling is naar inzicht van mw. Bulk belangrijker dan op het eerste gezicht lijkt. Goed voorbeeld doet goed volgen. In het stuk wordt geopperd dat het te veel eisen stellen aan het bouwen van woningen niet goed is, omdat bouwen dan te duur dreigt te worden. In een andere commissie heeft de SP-fractie al aan de orde gebracht dat de waterproblematiek nog niet tussen de oren zit, en dit zou ook gesteld kunnen worden voor het belang van duurzame energie met betrekking tot het bouwen van woningen. In het stuk wordt niet gerept over de doelstelling van energiebesparing door de energiebedrijven. De SP-fractie verzoekt de gedeputeerde om uitleg. 9

10 Dhr. Rijploeg (PvdA) geeft te kennen een optimistische benadering te verkiezen. Energiebesparing kost geld, maar ze levert ook geld op. In Schiedam is in de jaren 1980 sociale woningbouw neergezet waar 400 m³ werd gestookt. Dit is nu ongeveer de norm, terwijl dit toen kon voor sociale woningbouw. Technieken als HR-ketels en HR-glas waren toen nog in het geheel niet beschikbaar. Dit geeft aan dat het wel kan. Er dient alleen veel moeite te worden gedaan om alles goed te plannen. De stedenbouwkundige dient niet als eerste aan de slag te gaan. Eerst dient te worden vastgesteld wat de doelstellingen zijn, de stedenbouwkundige moet zijn planologie hierop aanpassen. Vriend en vijand zijn het er over eens dat in 2020 of 2030 energie zeer aanzienlijk in prijs zal stijgen, niet omdat er dan te weinig olie is, maar omdat het winnen van de olie steeds kostbaarder wordt. Vooral in verband met de te verwachten prijsstijging dient er nu te worden bespaard, zodat later de kosten niet hoeven te worden gemaakt, met name in de woningbouw, maar ook in de dienstensector. De optimistische kant van de problematiek, aldus dhr. Rijploeg, is dat veel werk kan worden gecreëerd door toepassing van deze technieken. Groningen is een voorbeeld doordat Nederland in de jaren 1970 op waterzuiveringstechniek enorme vorderingen heeft gemaakt. Dankzij de scherpe milieueisen heeft Nederland een vooraanstaande positie in de wereld op het gebied van deze techniek. Groningen heeft hier enorme vruchten van geplukt, want de stank in Oost-Groningen was niet te harden. Dhr. Rijploeg concludeert dat het stellen van eisen dus ook veel positieve kanten heeft. De eisen dienen net hoog genoeg te zijn, niet zo hoog dat de industrie en bedrijven aan deze eisen ten ondergaan. In het Provinciehuis wordt warmte-koudeopslag toegepast. Dit is bij vrijwel niemand bekend. Misschien heeft de provincie te weinig aan pr gedaan, want allereerst dient het enthousiasme bij de mensen te worden gewekt. Industrieterrein Zuid-Groningen heeft een nationale onderscheiding gewonnen als meest duurzame industrieterrein van Nederland. Dhr. Rijploeg vraagt zich af waarom niemand dit bekend is. Waarom is het geen hot issue dat ESD vijftien procent gaat besparen op het energieverbruik? De resultaten moeten bekend worden gemaakt om anderen te prikkelen. Bij Energy Valley wordt hard gewerkt aan allerlei nieuwe technieken. De provincie tracht hiermee werk te creëren. De nieuwe generatie CV-ketels zijn aanzienlijk zuiniger dan de gangbare; sommige modellen wekken elektriciteit op voor kleine gebouwen. Indien dergelijke technieken op grote schaal worden toegepast, dan wordt er veel bespaard. Dhr. Rijploeg wenst dat de provincie Groningen toonaangevend wordt in de toepassing van dergelijke energiebesparende technieken. De PvdA-fractie is de mening toegedaan dat de provincie veel zou kunnen bereiken. Ten aanzien van de woningbouw zou de provincie zich vooral moeten richten op woningen voor mensen met lage inkomens tot modaal. Het is niet nodig subsidie uit te trekken voor de hogere inkomensgroepen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) geeft aan de opstelling van de PvdA-fractie te begrijpen als het gaat om het ondersteunen van lagere inkomens tot modaal, maar bijvoorbeeld Meerstad heeft niet louter betrekking op die doelgroepen. Hij veronderstelt dat dhr. Rijploeg ook voorstander is van een energievriendelijk Meerstad. Dhr. Rijploeg (PvdA) bevestigt dat hij graag een energievriendelijk Meerstad zou willen. Hij acht het van belang dat in de stedenbouwkundige opzet moet worden afgewogen hoe de woningen worden geplaatst. Het beschikbaar stellen van middelen moet worden gericht op de groepen die de steun het hardste nodig hebben. Dit is integraal beleid gericht op alle woningen, maar in het bijzonder op de woningen aan de onderkant. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of dhr. Rijploeg doelt op de categorie bestaande bouw. Dhr. Rijploeg (PvdA) antwoordt dat hij ook doelt op de bestaande bouw, maar ook de sociale woningbouw in de nieuwbouw. De minder bedeelden mogen zich niet te pletter stoken. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) heeft een vraag aan de PvdA. Dhr. Rijploeg heeft duurzame energie niet besproken. Met name de richting die de PvdA op wil ten aanzien van windenergie interesseert dhr. Van der Ploeg in hoge mate. 10

11 Dhr. Rijploeg (PvdA) is niet van mening dat windenergie op land de oplossing bij uitstek is. Wel heel belangrijk zou windenergie op zee kunnen zijn. Voor het land zijn de eisen in het POP geformuleerd en dhr. Rijploeg verwacht niet dat hier van zal worden afgeweken. Wellicht dat windenergie op kleine schaal een bijdrage kan leveren, maar uit de cijfers blijkt dat deze bijdrage minimaal is. De andere technieken zijn echter wel goed mogelijk. Windenergie heeft een groot nadeel: er moet altijd een reservecapaciteit aanwezig zijn, zodat dubbele systemen moeten worden aangehouden. Het kan zijn dat wanneer op enigszins langere termijn ontwikkelingen als waterstofeconomie doorzetten, windenergie geschikt gebruikt zou kunnen worden om op te slaan in de vorm van waterstof die bijvoorbeeld in auto s kan worden toegepast. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) stelt dat deze notitie aangeeft dat er extra input nodig is voor duurzame energie en windenergie wordt expliciet genoemd. Dit vraagt om een concreet antwoord op dit punt voor de besluitvorming. Dhr. Van der Ploeg heeft wel begrip voor de analyse van dhr. Rijploeg ten aanzien van windenergie in brede zin, alleen is de vraag die de commissie wordt voorgelegd, een andere. Dhr. Rijploeg (PvdA) verduidelijkt dat de PvdA-fractie zich houdt aan de plannen die op het gebied van windenergie bestaan. Dhr. Moll (GroenLinks) vraagt of de PvdA-fractie dit standpunt aanhoudt, ook wanneer dit niet effectief en efficiënt is. De voorzitter geeft aan dat dhr. Rijploeg de vraag heeft beantwoord. Mw. Bulk (SP) merkt op dat dhr. Rijploeg en passant melding maakte van windenergie op kleinere schaal. Zij vraagt dhr. Rijploeg of hij op elke boerderij een windmolen bedoelt. Dhr. Rijploeg (PvdA) legt uit dat hij doelde op de kleine windmolens die verticale assen hebben en zelfs in de stad gebruikt zouden kunnen worden. De PvdA pleit niet voor een windmolen bij elke boerderij. De voorzitter maakt namens VVD-fractie een aantal opmerkingen. De opgaven met betrekking tot het terugdrinken van de CO²-uitstoot zijn aanzienlijk. Een aantal aanbevelingen is kansrijk: biomassa, warmte-koudeopslag, windenergie. De provincie speelt hierin wel degelijk een rol, hetgeen zijn weerslag heeft gekregen in het POP. Bij meerdere gelegenheden heeft de VVD-fractie te kennen gegeven voorstander te zijn van enige verruiming, zowel met betrekking tot windenergie als met betrekking tot biomassa. Dhr. Haasken is van mening dat op dit terrein kansen voor de provincie Groningen liggen. Het POP is hier echter beperkend in geweest, hetgeen reden is voor dhr. Haasken om te vrezen voor de verdere ontwikkeling van duurzame energie. Er wordt geen rekening gehouden met het toenemende belang van waterstof als brandstof. De onderzoeken naar deze energiebron zijn vrij ver gevorderd. De toekomst voor waterstof lijkt veelbelovend. De VVD-fractie wenst van het College te vernemen of de provincie hier ook een stimulerende rol in wenst te spelen. Dhr. Rijploeg (PvdA) reageert op de opmerking omtrent waterstof van dhr. Haasken door te stellen dat waterstof moet worden geproduceerd met zonne-, wind-, of conventionele energie. Het maken van waterstof kost energie. Waterstof heeft weliswaar geweldige potenties, maar men dient ervoor te waken waterstof te beschouwen als een wondermiddel dat alle problemen oplost. De voorzitter stelt dat de VVD-fractie waterstof niet heilig wenst te verklaren. Het is echter een feit dat waterstof een potentiële bron van energie zou kunnen zijn. Dit soort onderwerpen heeft vaak allergische Pavlov-reacties tot gevolg. Om deze reden vraagt dhr. Haasken de gedeputeerde of het College waterstof als potentiële energiebron meeneemt in zijn overwegingen. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) oppert dat de discussie destijds in de Staten is gestart door GroenLinks en D66. Dit heeft uitgemond in afspraken die het College op zich heeft genomen om zich te oriënteren en met een nader programma te komen. Het College 11

12 heeft zich laten informeren door deskundigen over de bestaande mogelijkheden. De gedeputeerde is het eens met de meer optimistische benadering van dhr. Rijploeg. Er is veel in gang gezet en de ontwikkelingen gaan steeds sneller, dit geldt zeker voor de duurzame energie. Het College dicht duurzame energie een belangrijke rol toe in Energy Valley. De drie noordelijke provincies zijn akkoord met het project. De waterzuivering is een inspirerend voorbeeld om de provincie Groningen tot een koploper te maken ten aanzien van duurzame energie. Dit is reden voor het College geweest om de mogelijkheden van allerlei vormen van energie en energiebesparing grondig te laten onderzoeken. De gedeputeerde schaart zich achter de opvatting dat men zich dient te beperken tot effectieve maatregelen en dat niet allerlei zaken worden ondernomen voor de Bühne. Pas sinds twee maanden is het ook de gedeputeerde bekend dat het Provinciehuis aan koude-warmteopslag doet. Dit toont aan dat energiebesparing functioneert, mogelijk is en dichtbij is. Het College is genoodzaakt om effectieve maatregelen te nemen, want de opgave is fors. Veel zaken dienen in gang te worden gezet. Ook de gedeputeerde is tevreden over het feit dat de bespreking van de potentieelstudie en het discussiestuk tegelijkertijd plaatsvinden. In de discussienota wordt een aantal voorstellen gedaan op basis van datgene wat de potentieelstudie heeft aangereikt. In de potentieelstudie is allereerst onderzocht wat technisch allemaal mogelijk is. Een weiland vol zonnepanelen zou allerlei ruimteordenende en technische bezwaren oproepen. Iets soortgelijks geldt voor zoekgebieden voor windenergie, hoe wenselijk en effectief windenergie ook moge zijn. Hierover zijn afspraken gemaakt en het College zal zich houden aan deze afspraken. Een andere belangrijke randvoorwaarde is werkgelegenheid. Het energiebeleid mag geen afbreuk doen aan werkgelegenheid. In deze zin kiest de gedeputeerde een andere positie dan de SP. Werkgelegenheid zal onverkort een hoge doelstelling zijn. Er dient te worden gezocht naar mogelijkheden om al deze voorwaarden te integreren en wellicht ook werk te creëren. Investering in bepaalde vormen van energie kan een positief effect hebben op de werkgelegenheid, zoals het geval is bij Energy Valley. Mw. Bulk (SP) interrumpeert en geeft aan dat ook de SP grote waarde hecht aan werkgelegenheid. De SP is echter de mening toegedaan dat de huidige opgaven aanleiding zouden kunnen geven voor een conflict tussen economische groei en duurzame energie. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) erkent dat er een spanningsveld bestaat. In dit spanningsveld kiest het College voor een opstelling dat het energiebeleid niet ten koste mag gaan van de werkgelegenheid in de provincie. Een ander punt betreft de randvoorwaarde van het wonen. Er zal in de randvoorwaarden een aantal zaken moeten worden geregeld voordat alles in gang wordt gezet. Het in gang zetten van grote projecten biedt kansen voor duurzame energie. Dergelijke kansen dienen naar opvatting van de gedeputeerde te worden verzilverd. Voor een groot project als Meerstad kan het College door tijdig zijn invloed te doen gelden voor alle woningen Dhr. Moll (GroenLinks) interrumpeert, erkennende dat het van belang is dat een duurzame aanpak inderdaad tijdig bij grote projecten naar voren moet worden gebracht. Dit zou echter ook dienen te gelden bij maatregelen die het bedrijfsleven betreffen. De gedeputeerde stelt dat duurzame energie niet ten koste mag gaan van de werkgelegenheid, een argument dat ook vaak door ondernemers wordt gebruikt. Het mag niet zo zijn dat een directeur van een woningbouwvereniging of een directeur van een bedrijf duurzame energie kan tegenhouden omdat hij of zij tegen een maatregel van de provincie is die energetisch effectief is en in economisch zin geen onaanvaardbare schade aanricht en op langere termijn mogelijk zelf positief werkt. De stelling in het stuk dat duurzame energie niet ten koste mag gaan van werkgelegenheid is naar inzicht van GroenLinks te beperkend. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) hervat zijn betoog en oppert dat het vanzelfsprekend is dat zaken vroegtijdig in gang worden gezet en dat energiebeleid discussie vereist. Uitgangspunt van het College is echter dat energiebeleid niet ten koste mag gaan van werkgelegenheid. In een vroeg stadium kan de provincie een aantal problemen voorkomen en wegnemen. De bijlage van het discussiestuk geeft een aantal richtingen aan. Het College is voornemens, indien de Staten dit ook vinden, om het discussiestuk verder uit 12

13 te werken in een concreet programma, waarbij alle randvoorwaarden meegewogen zullen worden. De intentie van het College is om de forse beleidsopgave te vervullen, overigens vanuit een global competition-regime. Aan de 2,4 megaton CO²-reductie zal het College vast blijven houden, met 2,5 megaton als potentieel. Er zullen derhalve maatregelen worden genomen op terreinen waar resultaat kan worden geboekt. De provincie is niet in staat om de wereld op dit punt naar de hand van de provincie te zetten, aldus de gedeputeerde. Enig realisme ten aanzien van de rol van de provincie is gepast. De provincie kan stimulerend optreden, maar dit zal wel consequenties tot gevolg hebben. Ten aanzien van de vraag of het College ook de instelling van een fonds afweegt, stelt de gedeputeerde dat rekening wordt gehouden met de wijze waarop andere provincies invulling geven aan het beleid ten aanzien van duurzame energie. Het College heeft hier nog niet concreet richting aan gegeven, want de Staten dienen eerst te bepalen dat het ingeslagen pad dient te worden gecontinueerd. Een resultaatverplichting kan de provincie niet op zich nemen, tenzij het een eigen project betreft. De stimulerende rol zal echter serieus vormgegeven worden en dat vereist investeringen. Het College wenst actief invulling te geven aan het beleid op een wijze die de provincie past. De bijlage geeft concrete voorstellen. Er ligt een groot accent op energiebesparing, maar duurzame energie speelt ook een rol. Het College wenst te vernemen of de denkrichting van het College de goedkeuring van de Staten kan wegdragen en wijst erop dat deze denkrichting consequenties heeft in termen van menskracht en middelen. In antwoord op de vraag van de PvhN met betrekking tot het beleidsdoel 165 megawatt ten aanzien van windenergie stelt de gedeputeerde dat het College op koers ligt. Het beleidsdoel loopt tot 2010 en kan worden uitgevoerd binnen de huidige zoekgebieden. Er zou een nieuwe discussie ontstaan indien men van mening is dat er meer windenergie en betere vormen van windenergie dienen te komen. De provincie zal voorlopig de kaders van het POP echter aanhouden. Dit betekent dat wanneer de CO²-reductie niet door windenergie is op te lossen, andere mogelijkheden moeten worden onderzocht. Het College beschouwt met name energiebesparing als een goede aanvulling. Dhr. Jager (CDA) vraagt of de 58 megawatt die momenteel is gerealiseerd, aanleiding geeft om in 2010 een besparing van 165 megawatt te kunnen realiseren. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) antwoordt dat het College op koers ligt met de realisering van het beleid ten aanzien van windenergie. Voorts deelt de gedeputeerde in reactie op een opmerking van de ChristenUnie mee dat de provincie niet louter om pr-redenen projecten aangaat, maar zich dient te profileren met projecten die effectief zijn. Dhr. Van der Ploeg toont een aantal vergezichten met betrekking tot de politieke discussie. De gedeputeerde heeft aangegeven dat het College uitgaat van de bestaande kaders. In antwoord op de vraag van de SP-fractie geeft de gedeputeerde aan dat de energiebedrijven zelf al veel maatregelen hebben toegepast met betrekking tot energiebesparing. Uiteraard is het goed om besparing van energiebedrijven mee te wegen, maar deze bedrijven werken al zeer efficiënt. Er is een energieconvenant met de gemeente Groningen, Gasunie, Shell en Nuon. Waterstof is hierbij een van de ontwikkelingsprojecten. In het convenant worden allerlei projecten ontwikkeld. Er is daarnaast een overlegstructuur met de milieufederaties, te weten het Energiekompas. Dit is een forum om ideeën te ontwikkelen en samenwerkingsverbanden te realiseren om allerlei nieuwe toepassingen gestalte te geven. Een voorbeeld hiervan is het waterzijdig inregelen, een goede manier om met warmte in een gebouw om te gaan. Hoe een platform, waarvan sprake is in het POP, kan worden opgericht is nog onderwerp van studie. In tweede termijn Dhr. Van der Span (CDA) roept in herinnering dat er zo-even het idee werd gelanceerd van een hoorzitting om een second opinion te krijgen. De CDA-fractie kan zich uitstekend 13

14 vinden in dit voorstel. Voorts is het CDA zeer verheugd met de toezegging van 165 megawatt aan windenergie in Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) acht dit niet zozeer een toezegging, maar een beleidsdoelstelling en, naar het inzicht van de GroenLinks-fractie, een tamelijk minimale beleidsdoelstelling. Dhr. Van der Span (CDA) erkent dat hij in de war geraakte, mede door de negatieve reactie van dhr. Van der Ploeg toen het onderwerp ondernemers betrof. Dhr. Van der Span is ook ondernemer en hij verzekert dhr. Van der Ploeg dat ondernemers oog hebben voor duurzaamheid en energiebesparing en er bovendien terdege aan meewerken. Dhr. Moll (GroenLinks) stelt dat hij het ondernemerschap van dhr. Van der Span geheel niet ter discussie wenst te stellen. Hij ontmoet veel ondernemers en het komt voor dat ondernemers soms meer rekening houden met de korte termijn dan de lange termijn. Het is zinvol om deze discussie verder te voeren. Dhr. Van der Span (CDA) is verheugd over de nuancering van dhr. Moll. Dhr. Rijploeg (PvdA) voegt eraan toe dat in het bedrijfsleven vaak de vraag speelt of het mogelijk is om op een ander vlak een hogere rendabiliteit te verkrijgen. Een afschrijving van drie jaar is in het bedrijfsleven vaak normaal. Energiebesparing kan soms pas na tien jaar rendabel zijn. Dhr. Rijploeg vraagt dhr. Van der Span wat precies wordt bedoeld met een second opinion, aangezien de provincie al door een onafhankelijk bureau is geadviseerd. Dhr. Van der Span (CDA) stelt dat het, gezien de complexheid van de materie, goed is om een extra zitting aan het thema te wijden. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) erkent niet op dit voorstel te hebben gereageerd. Het College heeft studie laten doen en derhalve geen behoefte aan een second opinion. De commissie is uiteraard in de gelegenheid om nader advies in te winnen. De voorzitter merkt op dat dhr. Van der Ploeg niet zozeer het voorstel deed om een hoorzitting te organiseren, maar om de beleidsplannen kenbaar te maken in het bedrijfsleven en milieuorganisaties, teneinde reacties uit het veld te mogen vernemen. De voorzitter vraagt dhr. Van der Ploeg of hij zijn voorstel zo goed heeft verwoord. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) wenst zijn voorstel iets scherper te verwoorden. De studies die zijn verricht, baseerden zich grotendeels theoretisch op meerjarenscenario s, et cetera. Er is een vertaalslag voor de provincie Groningen gemaakt. Dhr. Van der Ploeg stelt geïnteresseerd te zijn in de effectiviteit op de verschillende deelterreinen en de mogelijkheden in de provincie. Dhr. Van der Ploeg zou een second opinion van het bedrijfsleven en de branches op prijs stellen. Een hoorzitting zou een goede formule zijn, maar een dergelijke second opinion zou ook kunnen worden ingewonnen door middel van gesprekken. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft te kennen dat dergelijke raadplegingen al zullen plaatsvinden op het moment dat de uitvoering van het beleid actueel is. De provincie zal dan overleggen met bedrijven om het beleid concrete invulling te geven. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) werpt tegen dat er een duaal systeem bestaat. Het College vraagt de Staten om de kaders vast te stellen. Wanneer de Staten deze kaders vaststellen, acht dhr. Van der Ploeg het noodzakelijk dat de Staten een goed beeld van de kaders dienen te hebben. Dhr. Jager (CDA) oppert dat onder andere dhr. Rijploeg sprak over het ambitieniveau van ondernemers. Hij acht het van belang dat, op het moment dat de Staten de kaders vaststellen, de provincie ook een inspanningsverplichting heeft om het draagvlak te vergroten. Derhalve is het van belang om met ondernemers en betrokken organisaties overleg te voeren, om a) een reactie van hun kant te vragen en b) vast te stellen wat de provincie van het bedrijfsleven mag verwachten. Het kan niet zo zijn dat de provincie eenzijdig beleid oplegt: er zal draagvlak moeten zijn voor de uitvoering. 14

15 Dhr. Zanen (PvhN) roept in herinnering dat vroeger de term brede maatschappelijke discussie bestond. Er is een hoorzitting geweest rondom het toeristisch promotiebeleid. Deze hoorzitting is positief bevallen, in die zin dat er veel direct betrokkenen op af zijn gekomen en hun inzicht hebben getoond ten aanzien van hun visie op de mogelijkheden. Iets dergelijks zou ook in dit geval van toepassing kunnen zijn. Zo krijgen de Staten een duidelijker beeld van de mogelijkheden, waardoor de kaders beter kunnen worden geformuleerd. In de bijlage heeft het College de drie terreinen geschetst en de rol van de provincie hierbij geformuleerd. Ten aanzien van het eerste pakket, de bebouwde omgeving, was de benadering van dhr. Zanen in eerste instantie dat gezocht zou moeten worden naar mogelijkheden om meer te doen dan alleen stimuleren. Op zichzelf is een stimulerende rol in grote projecten een goede benadering, maar wellicht zijn er momenten dat er nog iets meer kan worden gedaan. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) is van mening dat de provincie zich dient te beperken tot een stimulerende taak. Ten aanzien van de vragen die worden gesteld merkt dhr. Staghouwer op dat voor de fractie van de ChristenUnie de vereiste richting helder is. Er liggen zeer zeker opgaven. In dit kader is het maken van een voorstel prima, maar dan wel binnen de kaders die de Staten vaststellen. Het lijkt dhr. Staghouwer een goede zaak om belangengroeperingen als ondernemers te betrekken bij de uitwerking. De term hoorzitting acht hij echter een te zwaar beladen woord. Visievorming of informatieronde dekt de intentie beter. De fractie van de ChristenUnie betwijfelt de noodzaak om extra formatie binnen het Provinciehuis beschikbaar te stellen. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) refereert aan de opmerking van de gedeputeerde dat dhr. Van der Ploeg in eerste termijn sprak over politieke vergezichten. Hij verduidelijkt dat GroenLinks bereid is om aan de hand van deze stukken op 12 november 2003 in de Staten deze discussie te voeren. Wel lijkt het hem verstandig om dan eerst een ronde te organiseren om vast te stellen wat de mogelijkheden van de provincie zijn. Kennelijk bestaan er bij verschillende Statenleden vraagtekens op dit punt. In de vorige statenperiode heeft GroenLinks al een vrij gedetailleerd beeld kunnen neerleggen, waar de Staten destijds unaniem achter stonden. De politieke discussie betreft inderdaad de kaders. Is het kader het POP, en is dit in lengte van dagen vastgelegd, of gaan de Staten met het deel dat nog niet in het POP is vastgesteld, te weten, het beleid ten aanzien van duurzame energie en klimaat, de discussie over de kaders aan? GroenLinks is tot het laatste bereid. Het dilemma werkgelegenheid versus CO²-uitstoot vraagt soms om het maken van een politieke keuze. Meerdere fracties hebben aangegeven hierin te kiezen voor werkgelegenheid. Dhr. Van der Ploeg betwijfelt echter of vervuilende initiatieven hiermee werkelijk een kans zullen krijgen. Het lijkt hem interessant om de politieke discussie zelfs op korte termijn te voeren. Ervan uitgaande dat de Staten in de richting van het College de kaders aan moeten geven, rijst de vraag naar de termijn. Het College verzoekt het onderwerp op 12 november 2003 in de Staten te behandelen. Wanneer er een tussenstap wordt gezet, vermoedt dhr. Van der Ploeg dat deze datum niet haalbaar zal zijn. Hij acht het echter ook niet noodzakelijk om de kaders al per 12 november 2003 vast te stellen, omdat de voorliggende stukken duidelijk zijn in die zin dat het College, zonder dat de Staten de kaders vaststellen, door kan gaan. Het is een termijn die doorloopt tot halverwege Dan moet het uitvoeringsprogramma er zijn. Dhr. Van der Ploeg ziet daarom geen problemen op het procedurele vlak ten aanzien van de besluitvorming over het maken van voornoemde tussenstap. De voorzitter vraagt op welke tussenstap dhr. Van der Ploeg precies doelt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) antwoordt dat hij doelt op de informatieronde. Hij geeft aan dat het verstandig zou zijn om met een aantal mensen uit de commissie te overleggen hoe deze informatieronde het beste gestalte kan worden gegeven. Dhr. Rijploeg (PvdA) geeft te kennen zich niet veel bij een informatieronde te kunnen voorstellen. De provincie dient initiërend te zijn en enthousiasme op te wekken, stimulerend te zijn en ervoor te zorgen dat zaken worden gerealiseerd. Dhr. Rijploeg vraagt het College of een inventarisatie voorhanden is of gemaakt kan worden van datgene wat er allemaal gebeurt en in hoeverre dit onderwerp meeweegt bij alle participanten waar de 15

16 provincie een subsidierelatie of andere relatie mee heeft. Hoe is het in de provincie gesteld met verzorgingstehuizen die uitgerust zijn met warmtekrachtkoppeling? Hoe is het gesteld met de welzijnsinstellingen en dorpshuizen op dit vlak? Kopen dergelijke instellingen gezamenlijk nieuwe apparatuur in en is het mogelijk om hier een plan voor te maken? Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) merkt op dat dhr. Rijploeg met zijn laatste vraag aangeeft waarom een informatieronde interessant zou kunnen zijn. Op dit punt zijn er wel degelijk gegevens en projecten gestart. De voorzitter maakt een aantal opmerkingen namens fractie van de VVD. Een tussenstap lijkt dhr. Haasken niet nodig, gezien de bescheiden rol van de provincie. Een hoorzitting, zoals deze heeft plaatsgevonden met betrekking tot toerisme en recreatie, is volgens de VVD niet vereist. Dhr. Haasken kan zich een bescheidener vorm van ophoren van de meningen uit het veld voorstellen. Op basis van het voorliggende is de VVD geen voorstander van uitbreiding van de formatie. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) interrumpeert en geeft aan dat uit de stukken blijkt dat extra formatie voor een deel kan worden gefinancierd door derden, namelijk het Ministerie van VROM, via NOVEM. Dhr. Van der Ploeg vraagt de fracties die tegen extra formatie zijn of zij dit hebben meegewogen in hun oordeel. De voorzitter acht extra formatie in een tijd van bezuinigingen problematisch. Het College heeft in dit kader doelstellingen geformuleerd waarbij uiteindelijk gestreefd wordt naar minder personeel. Dat staat haaks op extra formatie. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of een externe financiering niet aanleiding geeft tot een andere afweging. De voorzitter erkent dat dit een andere afweging met zich mee kan brengen. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) oppert dat het houden van een informatieronde en de invulling daarvan de verantwoordelijkheid van de Staten is. Dit hoeft, zo heeft de gedeputeerde begrepen, geen beletsel te zijn om het voorliggende plan verder uit te werken. Er bestaat een spanningsveld met werkgelegenheid. Het College zal zorgvuldig met dit spanningsveld omgaan. Het terugdringen van de CO²-uitstoot mag niet ten koste gaan van de werkgelegenheid. De voorzitter interrumpeert en constateert dat de gedeputeerde de verantwoordelijkheid voor de informatieronde bij de commissie legt. Hij vraagt de gedeputeerde op welk moment het College naar het veld zal gaan om informatie in te winnen: in de fase van het opstellen van het uitvoeringsprogramma of naar aanleiding van datgene wat nu voorligt. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) antwoordt dat het overleg met sectoren en maatschappelijke organisaties een vereiste is om het uitvoeringsprogramma goed te kunnen opstellen. De voorzitter vraagt de gedeputeerde of het College met datgene wat nu voorligt overleg met het veld zal worden gevoerd. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) stelt dat dit afhangt van de conclusies van de commissie. Dhr. Van der Ploeg gaf aan dat de informatieronde geen beletsel voor het College vormt om verdere uitwerking van de plannen door te voeren. Indien de commissie dit uitdraagt, zal het College zijn werkzaamheden op dit terrein voortzetten. Dhr. Jager (CDA) merkt op dat de discussies die de Staten met de organisaties zullen hebben en de discussies die het College met de organisatie zal hebben op twee verschillende niveaus plaatsvinden, in die zin dat de Staten de kaders vast dienen te stellen en daarover graag informatie wensen uit te wisselen, terwijl het College aan de hand van de kaders op het uitvoeringsniveau met de organisaties overleg zal voeren. Indien de commissie zou kiezen voor de optie van dhr. Van der Ploeg en de gedeputeerde een afspraak heeft met een bepaalde organisatie over uitvoering van een punt, de Staten wellicht tot 16

17 de conclusie zouden komen dat dit punt niet uitgevoerd hoeft te worden, omdat de Staten daar binnen het kader minder belang aan hechten. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) erkent dat een en ander zou kunnen interfereren. Het College wenst echter graag uitvoering te geven. De gedeputeerde heeft de indruk dat de Staten dit ook wensen. De Staten geven aan behoefte te hebben aan een informatieronde om draagvlak te creëren en te toetsen of dit het programma is waar de provincie op in dient te zetten. Op een gegeven moment krijgen de Staten van het College een uitvoeringsprogramma. De informatie waarover de Staten dan beschikken, kan dan worden ingebracht. De kwestie van de formatie is inderdaad lastig, maar als men dit beleid wil uitvoeren is er op een gegeven moment menskracht nodig om de zaken te realiseren. Het College zal wel eerst binnen de kaders zoeken of deze menskracht voorhanden is. Dhr. Van der Ploeg wijst terecht op het feit dat een dergelijke formatie subsidiemogelijkheden kent. In antwoord op dhr. Zanen, die een actievere rol dan alleen stimulerend in de bebouwde omgeving van de provincie wenst, stelt de gedeputeerde dat het College dit op zijn minst goed zal onderzoeken, maar de provincie moet wel de eigen rol juist inschatten, anders wordt beleid geformuleerd dat niet kan worden waargemaakt. De voorzitter concludeert dat het stuk niet in de Statenvergadering aan de orde hoeft te komen en dat de commissie, wellicht in kleiner verband, dient te overleggen hoe het proces naar het uitvoeringsprogramma vormgegeven kan worden. Hij stelt voor om na afloop van de vergadering de agenda s te raadplegen om voor dit overleg een datum te bepalen. De voorzitter sluit agendapunt 12 en 13 af. 14. Brief van GS van 29 augustus 2003, nr /A.11, EZ, betreffende stand van zaken Groningen Airport Eelde Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) geeft aan dat GroenLinks voor de behandeling van dit onderwerp heeft gekozen voor de commissievergadering, aangezien er nog een eindbesluit richting de Staten moet komen over het contract. De commissievergadering plaatst dhr. Van der Ploeg vooral in het kader van de informatievoorziening. Hij hoopt dat de vragen die er bij GroenLinks leven naar aanleiding van de brief, ondanks de afwezigheid van gedeputeerde Musschenga, kunnen worden beantwoord. Al langere tijd is over Airport Eelde onderhandeld. In 2001 is een contract getekend tussen Groningen Airport Eelde en de staat. Dit contract gaf implicaties die van belang waren voor de regionale overheden met betrekking tot de verliesbijdrage die voor tien jaar werd vastgelegd. Een concreet besluit is hier nooit over genomen. Later is in de commissievergadering over het onderwerp gesproken, waarbij het College erkende dat de procedure niet de schoonheidsprijs verdiende, maar dat tijdsgebrek het College noopte deze te aanvaarden. De oppositie kon er op dat moment niet veel aan doen, omdat het feitelijk een gelopen koers betrof. Dhr. Van der Ploeg is echter van mening dat de Staten met het komende vervolgcontract zich niet opnieuw de kaas van het brood moeten laten eten, ook gelet op de inhoud van de brief. In het contract lijkt een aantal zaken aan elkaar te zijn gekoppeld: de baanverlenging en de overdracht van aandelen. Concreet is aangegeven dat de risico s van de baanverlening voor rekening komen van de regio. Het uitgangspunt was altijd dat het Rijk de kosten van de baanverlenging zou betalen. Tegelijkertijd blijkt dat nogmaals van de regio wordt geëist het lijkt wel een soort van chantagemiddel dat na 2015 een extra bijdrage wordt geleverd. Er ligt een maximale bijdrage voor. Dhr. Van der Ploeg vraagt het College of het juist is dat als onderdeel van de afspraken niet alleen de financiële bijdrage in relatie tot het verlies plaatsvindt, maar dat de maximale bijdrage sowieso moet worden gestort als onderdeel van het investeringsprogramma. Indien dit het geval is, dan zijn de afspraken rigoureus gewijzigd en gaat het om een zeer substantiële extra bijdrage van lokale overheden aan het vliegveld. Dhr. Van der Ploeg is van mening dat dan een hele andere politieke discussie gevoerd zou moeten worden, gelet op 17

18 wat er in 1998 of nog eerder in de Staten is besloten. GroenLinks heeft ten aanzien van deze kwestie een duidelijke visie: er gaat veel te veel geld naar het vliegveld. De bijdrage aan het vliegveld zou zo snel mogelijk moeten worden afgebouwd. De fractie van GroenLinks informeert bij het College in hoeverre de provincie met de regio al tot afspraken is gekomen ten aanzien van de aandelenoverdracht. Signalen die dhr. Van der Ploeg bereiken geven aan dat niet iedere aandeelhouder graag aandelen wil bezitten. Hij vraagt het College of dit betekent dat de provincie nog meer aandelen en risico s moet dragen en wel meer dan GroenLinks wenselijk acht. Met betrekking tot het vervolg van de discussie, namelijk de overdracht van de aandelen zelf - wat met de aandelen te doen? hoe positie te bepalen? -, merkt dhr. Van der Ploeg op dat in een eerder businessplan van het vliegveld een opsplitsing van het bedrijf werd geschetst: een Airport-exploitatiemaatschappij en een Airport-infrastructuur. De exploitatiemaatschappij was mede bedoeld om derden toe te laten tot het vliegveld en in de exploitatie mee te laten draaien. Er kan over worden gespeculeerd wie deze derden zouden kunnen zijn. Dhr. Van der Ploeg is benieuwd welk vervolg die discussie heeft gehad en of deze discussie ook een rol heeft gespeeld in de contractbesprekingen met het Rijk. De GroenLinks-fractie pleit ervoor dat de provincie in financiële zin zo weinig mogelijk bijdraagt aan de exploitatie van het vliegveld. Dit zou als doelstelling moeten worden gehanteerd. Daarnaast is de Groen- Links-fractie voorstander van verkoop van de aandelen van Airport Eelde, kortom, van privatisering. Dhr. Köller (PvdA) stelt dat algemeen bekend is dat dit een langdurige discussie betreft. Momenteel zijn er twee punten die belangrijk zijn: 1. de afspraak met de regering over de aandelen, een zaak die naar inzicht van dhr. Köller goed geregeld dient te zijn; 2. de baanverlenging. Er is destijds afgesproken dat de kosten van de baanverlenging voor het Rijk zouden zijn. Dhr. Köller was enigszins verbaasd te lezen dat in geval van overschrijding deze voor rekening zal komen van de luchthaven en de aandeelhouders. Het College schrijft in beginsel. Voor dhr. Köller gaat het echter niet om een beginsel, maar om een harde afspraak die toentertijd is gemaakt. Hij vraagt het College derhalve om uitleg ten aanzien van het vermelde begrip in beginsel. Voorts informeert hij hoe verder met deze zaak zal worden omgegaan, want dhr. Köller is het met dhr. Van der Ploeg eens dat er formeel weliswaar geen contracten zijn afgesloten, maar dat in de Staten een discussie is geweest, waarbij de speelruimte is aangegeven van de provincie als aandeelhouder. Aan de geldigheid van toenmalige besluiten dient niet worden getornd. Dhr. Jager (CDA) oppert dat er soms brieven zijn die ter informatie worden toegezonden, maar meer vragen oproepen dan antwoorden geven. Voor de CDA-fractie is voorliggende brief hier een goed voorbeeld van, al is het zeer interessant om te lezen dat de onderhandelingen voor een niet onaanzienlijk deel te danken zijn aan de niet aflatende inzet van de Commissaris van de Koningin, dhr. Alders. Zowel dhr. Van der Ploeg als dhr. Köller brengen een duidelijk punt naar voren. De brief en ook de begeleidende brief van de regering lezende, krijgt dhr. Jager de indruk dat het gaat om een soort onderhandelingsbrief. Er wordt in de richting van de provincie een aantal eisen gesteld. Dhr. Jager vraagt zich af in hoeverre deze eisen keihard zijn en of er zonder deze eisen geen overdracht van aandelen plaats zou vinden. Hij krijgt de indruk dat vanuit het kabinet wordt getracht om er nog wat extra s uit te halen en bepaalde risico s te mijden. Naar het inzicht van dhr. Jager is het in elk geval van belang dat de vragen die dhr. Van der Ploeg stelde, goed worden beantwoord, voordat de Staten tot de vaststelling van een contract of een besluit kunnen overgaan. Dit ondanks het feit dat de CDA-fractie ten opzichte van Airport Eelde een andere opstelling heeft dan de fractie van GroenLinks. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt zich af of de wil om een behoorlijk functionerend regionaal vliegveld te hebben wel voldoende aanwezig is. Dit geldt niet alleen voor het Rijk, maar ook voor de partners in het noorden. De PvhN vraagt het College waarom deze zaak in de onderhandelingen met de rijksoverheid niet scherper is ingezet rondom de discussie over het regionale beleid. In het stuk wordt feitelijk aangegeven dat de zaak geheel open is totdat het noorden gebogen heeft voor Den Haag en geaccepteerd wordt dat eventuele toekomstige verliezen of tegenvallers door de regio zelf zullen worden betaald. Dhr. Zanen is van mening dat hier in het noorden een echt actiepunt van moet worden ge- 18

19 maakt om te komen tot betere afspraken in de geest van de afspraken die in het verleden overeen zijn gekomen. Dhr. Staghouwer (ChristenUnie) geeft te kennen dat de fractie van de ChristenUnie blij is dat er nu een resultaat ligt, al wenst ook zij duidelijkheid over de financiële constructie en de gevolgen ervan. Mw. Bulk (SP) stelt dat de SP-fractie zich aansluit bij de roep om duidelijkheid. Als de kosten en de risico s eenmaal goed in kaart zijn gebracht, kan worden gediscussieerd over de vraag of de bereidheid aanwezig is deze kosten en risico s te dragen. De voorzitter benadrukt namens de fractie van de VVD dat zijn partij altijd een warm pleitbezorger is geweest voor de regionale luchthaven. De VVD wenst de continuïteit te handhaven. Uiteraard zal er nog een aantal antwoorden moeten worden gegeven, maar dhr. Haasken ziet de baanverlenging liefst zo snel mogelijk gerealiseerd. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) meldt voor de zorgvuldigheid dat hij namens het College ook commissaris is bij luchthaven Eelde, maar nu gelijktijdig dhr. Musschenga moet vervangen. De gedeputeerde is in staat om de vragen in hoofdlijnen te beantwoorden. De zaken zullen over twee weken in het College worden behandeld en vervolgens wordt het onderwerp zo spoedig mogelijk voorgelegd aan de Staten. Het Presidium kan besluiten de kwestie nog dit jaar te behandelen tijdens de Statenvergadering. De vraag is gesteld of er binnen de kaders wordt geopereerd die destijds zijn aangebracht. In de beleving van het College is dit wel het geval, omdat is gezegd dat de aandeelhouders gezamenlijk maximaal een verliesbijdrage van 2,25 miljoen gulden dragen. Het College beweegt zich binnen die kaders. Aan de hand is nu het volgende. Een tweetal zaken vindt gelijktijdig plaats, te weten de aandelenoverdracht en de baanverlening. Aan de aandelenoverdracht worden eisen gesteld. De bedoeling is dat de luchthaven in stand zal blijven. Door de aandelenoverdracht wijzigt zich de positie van het Rijk. Het Rijk koopt zijn verliesbijdrage af, waar een bedrag van 22 miljoen gulden voor staat. Daar tegenover vraagt het Rijk van de regio tien keer de maximale verliesbijdrage. Het College acht dit binnen de bestaande kaders, zij het dat het College nu dit resultaat ter beoordeling van de Staten voorlegt. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) vraagt of de verliesbijdrage gedurende tien jaar bestaat uit de feitelijke verliesbijdrage of de maximale bijdrage. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) antwoordt dat het gaat om de maximale bijdrage. In die zin is de situatie veranderd, namelijk dat het niet langer gaat om het feitelijke verlies, maar om tien keer het bedrag van 2,25 miljoen gulden gedurende een periode van tien jaar. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) constateert dat het College van mening is dat de hier ter discussie staande resultaten zich binnen de kaders bevinden, zoals die door de Staten en raden zijn vastgesteld. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) stelt dat de baanverlenging een lang onderhandelingstraject kent. Het College is op zichzelf blij dat hierover enige helderheid is ontstaan. Het voorliggende is een onderhandelingsresultaat. Het idee is om met dit resultaat de baanverlenging te financieren. Het is echter een gelimiteerd bedrag. Voor het Rijk is het dit bedrag of helemaal niet. In die zin heeft het College met het Rijk een principeovereenkomst en het College legt deze voor aan de Staten. Het College heeft zeer zeker de wil om het regionale vliegveld in stand te houden. Het is niet in het kader van 2 oktober 2003 aan de orde geweest in de onderhandelingen over Kompas, want het betreft een reeds zeer lang lopend traject dat uiteindelijk tot deze conceptovereenkomst heeft geleid. De gedeputeerde neemt kennis van de opmerkingen van de fractie van GroenLinks dat men zo min mogelijk exploitatie wenst. Het verkopen van aandelen aan anderen is op dit moment niet aan de orde en deze eventuele verkoop is geen overweging die op dit moment bij het College speelt. De voorzitter vraagt of behoefte bestaat aan een tweede termijn, wetende dat de definitieve stukken over niet al te lange termijn naar de Staten zullen worden gezonden. 19

20 In tweede termijn Dhr. Zanen (PvhN) vraagt de gedeputeerde wat er gebeurt als er niet meer dan de maximale verliesbijdrage is vereist. Dhr. Van der Ploeg (GroenLinks) oppert dat de gedeputeerde in algemene zin de vragen heeft beantwoord. De GroenLinks-fractie is van mening dat voor het plaatsvinden van de discussie in de Staten het volledige dossier beschikbaar dient te zijn, inclusief het businessplan, et cetera. Alleen zo kunnen de Staten beoordelen hoe de contante waarde van de geprognosticeerde verliezen feitelijk is samengesteld. In de optiek van GroenLinks ligt hier een slechte deal voor, een gevoelsmatige inschatting die dhr. Van der Ploeg later graag zal toetsen aan de feiten. Het optimisme dat er na 2015 eventueel sprake is van een goed functionerende exploitatie kan hij niet delen. Indien de gedeputeerde de toezegging doet dat alle informatie ter tafel zal komen, is GroenLinks bereid het debat voor dit moment af te sluiten. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) zegt toe de Staten zorgvuldig te zullen informeren. In elk geval zal het businessplan bij de stukken aanwezig zijn, ter vertrouwelijke kennisname. Dhr. Zanen (PvhN) vraagt of zijn vraag hier ook bij betrokken kan worden. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) knikt bevestigend. De voorzitter sluit dit agendapunt af. 16. Voordracht van GS van 9 september 2003, nr , EZ, betreffende het eindrapport van het evaluatieonderzoek Recreatiebungalowsector Groningen (nummer 31/2003) Dhr. Roggema (ChristenUnie) heeft een aantal opmerkingen over het rapport. De teneur van het stuk is min of meer dat Groningen verloren heeft. Af en toe treft men in het rapport enkele luchtfietsvoorbeelden aan hoe het in de provincie ook zou kunnen middels een zeer grootschalig opzet. Dit is zeker niet de richting die de fractie van de Christen- Unie verkiest. De sector dient echter wel nadrukkelijk in beeld te komen om met hen een masterplan op te stellen en zo duidelijkheid te scheppen naar de buitenwacht. Opnieuw komt dan de marketingstrategie in beeld die binnenkort door het College zal worden voorgelegd. Het College stelt voorts dat het moratorium voorlopig wordt gehandhaafd, gelet op het feit dat er geen negatieve gevolgen zijn aan te wijzen voor de kwaliteit van de bestaande recreatiebungalowparken. Die conclusie is voor de fractie van de Christen- Unie in dit stadium gerechtvaardigd. Na de instelling van het moratorium in 1997 werd onder andere het Schildmeergebied met name genoemd. In de opsomming van een aantal ontwikkelingsgebieden komt het Schildmeergebied niet langer voor. Dhr. Roggema vraagt de gedeputeerde of dit juist is. Voorts vraagt hij of het College kan worden afgerekend op de ontwikkelingsgebieden. De gebieden worden wel omschreven, maar hieruit blijkt geen ambitie. Er wordt gesteld dat permanente bewoning van recreatiebungalows niet wenselijk wordt geacht. De fractie van de ChristenUnie informeert bij het College of dit in de provincie wordt gecontroleerd. Dhr. Roggema wil met deze vraag niet suggereren dat in de provincie Groningen opgetreden zou moeten worden zoals in enkele andere provincies, maar wenst enige helderheid te krijgen. Over de appartementen wordt weinig gerept, ofschoon er veel subsidiegeld naar toe is gegaan. In dit kader stelt de ChristenUnie de vraag of het mogelijk is om binnenkort een overzicht te geven ten aanzien van bezettingsgraad en dergelijke. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) vraagt dhr. Roggema wat hij precies bedoelt met appartementen. 20

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR2008-11. Status verslag Concept. de heer Romijn

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR2008-11. Status verslag Concept. de heer Romijn Verslag Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening Vergaderdatum Kenmerk 15 april 2009 COR2008-11 Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer W.L. Walkate (Notuleerservice Nederland)

Nadere informatie

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014 POLITIEKE MARKT APELDOORN Voorzitter: G.L.Y. Bos Secretaris: A. Oudbier Notulist: J. Versteeg Onderwerp Voorstel Subsidieaanvraag i.h.k.v. de Beleidslijn gemeenten Datum 9 januari 2014 Tijdstip 19.00 20.00

Nadere informatie

3. Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden (m.b.t. de geagendeerde onderwerpen) Er hebben zich geen insprekers gemeld.

3. Gelegenheid tot spreken voor niet-statenleden (m.b.t. de geagendeerde onderwerpen) Er hebben zich geen insprekers gemeld. Verslag van de vergadering van de statencommissie Economie & Mobiliteit (commissie II), gehouden op woensdag 25 februari 2004 van 09.00 uur tot 13.00 uur in de Blauwe Zaal (kamer C 319) van het Provinciehuis

Nadere informatie

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: 2003-20.133/47/A.20, EZ Groningen, 20 november 2003

Aan de leden van Provinciale Staten. Nr.: 2003-20.133/47/A.20, EZ Groningen, 20 november 2003 Aan de leden van Provinciale Staten Nr.: 2003-20.133/47/A.20, EZ Groningen, 20 november 2003 Behandeld door : Schouwstra, P. Telefoonnummer : (050) 3164080 Antwoord op : Bijlage : Onderwerp : digitale

Nadere informatie

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie van 12 mei 2010

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie van 12 mei 2010 Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Mobiliteit, Kennis en Economie van 12 mei 2010 Agendapunt Voorstel Besluit / toezegging Actie 1 19:00 uur Opening De voorzitter heet iedereen welkom

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

PvdA-fractie stelt derhalve voor om agendapunt 17 aan de orde te stellen in de commissie Bestuur & Financiën. Dhr. Moll (GroenLinks) geeft te kennen

PvdA-fractie stelt derhalve voor om agendapunt 17 aan de orde te stellen in de commissie Bestuur & Financiën. Dhr. Moll (GroenLinks) geeft te kennen Verslag van de vergadering van de statencommissie II Economie & Mobiliteit op woensdag 3 december 2003 van 9.00 uur tot 14.30 uur in de Statenzaal van het Provinciehuis in Groningen. Aanwezige leden: dhr.

Nadere informatie

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2014D02444 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben verschillende fracties de behoefte om vragen en opmerkingen voor te leggen aan de

Nadere informatie

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur Aanpassingen vergaderstructuur Voorstel 1. kennis nemen van de concept jaaragenda 2. vaststellen thematische indeling commissies 3. toevoegen beeldvormend deel, voorafgaand aan de reguliere commissievergadering

Nadere informatie

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig VERSLAG VOORBESPREKING Notitie Kansen voor starters 1 april 2008 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede Gespreksleider Griffiemedewerker

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland

Provinciale Staten van Noord-Holland Provinciale Staten van Noord-Holland ` Voordracht Haarlem, Onderwerp: Kaderstelling Europabeleid door Provinciale Staten Inleiding Op 11 juni 2007 jl. is door de commissie FEPO de werkgroep Europa ingesteld.

Nadere informatie

VERSLAG VERGADERING RAADSCOMMISSIE op donderdag 30 september 2010, in het gemeentehuis.

VERSLAG VERGADERING RAADSCOMMISSIE op donderdag 30 september 2010, in het gemeentehuis. VERSLAG VERGADERING RAADSCOMMISSIE op donderdag 30 september 2010, in het gemeentehuis. AANWEZIG: mevr. T. Bosgraaf-De Jong de heer B. Bosma mevr. A. Dijkstra-Wijbenga de heer G. Dijkstra de heer C.C.

Nadere informatie

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013 Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013 Agendapunt Voorstel Besluit / toezegging Actie 1 a) Opening en mededelingen De voorzitter, de heer De Vree,

Nadere informatie

College voor geschillen medezeggenschap defensie

College voor geschillen medezeggenschap defensie ADVIES Dossiernr: Advies van het College voor geschillen medezeggenschap defensie aan de Bevelhebber der Zeestrijdkrachten naar aanleiding van een verzoek om advies inzake een tussen: de Commandant Maritieme

Nadere informatie

Gedeelte van het verslag met de bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie

Gedeelte van het verslag met de bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie Gedeelte van het verslag met de bespreking van het rapport van de rekenkamercommissie Verslag van de openbare vergadering van de commissie Presentaties, gehouden op maandag 2 november 2015 om 20.00 uur

Nadere informatie

1. Opening en mededelingen

1. Opening en mededelingen Verslag vergadering van de statencommissie II Economie & Mobiliteit op woensdag 17 september 2003 van 9.00 uur tot 13.40 uur in de Blauwe Zaal (kamer C319) van het Provinciehuis in Groningen. Commissieleden:

Nadere informatie

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht Memorie van antwoord Aan : de leden van de gemeenteraad Van : het college van burgemeester en wethouders en de griffier Datum : 26 januari 2015 Onderwerp : memorie van antwoord bij Nota geheimhouding,

Nadere informatie

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

mevrouw R. Leeuwenburgh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig VERSLAG VOORBESPREKING Dorestad Zichtbaar 10 mei 2011 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede Gespreksleider Griffier mevrouw W.J. de

Nadere informatie

Aan Provinciale Staten

Aan Provinciale Staten www.prv-overijssel.nl Aan Provinciale Staten Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum PS/2003/872 d.d.

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres

Nadere informatie

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR

AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR 20 AL IN JANUARI 2007 BEREIKTEN WE MET HET MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN (EZ) VOLLEDIGE INSTEMMING OVER DE INHOUD VAN HET NIEUWE PROGRAMMA VOOR ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING KOERS NOORD: OP WEG NAAR

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Limburg. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Limburg. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens. CDA 2030: 49% CO2- reductie Om landelijke en internationale klimaatdoelstellingen te behalen, zijn ook grootschaliger projecten nodig. De Provincie kan een belangrijke rol vervullen door ontwikkelgebieden

Nadere informatie

Raadscommissievoorstel

Raadscommissievoorstel Raadscommissievoorstel Status: Voorbereidend besluitvormend Agendapunt: 7 Onderwerp: Meerjarenprogramma Duurzaamheid 2014-2015 Datum: 12 november 2013 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer:

Nadere informatie

Notitie raadsvragen in soorten en maten

Notitie raadsvragen in soorten en maten Notitie raadsvragen in soorten en maten Aanleiding Het komt regelmatig voor dat raadsleden een vraag willen stellen aan het college. Over een voorstel dat het college aan de raad doet. Over een artikel

Nadere informatie

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen Den Haag, 3 mei 2017 Hierbij nodig ik u uit voor een vergadering van uw commissie op woensdag 10 mei 2017 van 09.30 uur tot uiterlijk 10.15 uur in de Aletta Jacobszaal met de volgende agenda Openbaar gedeelte

Nadere informatie

mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig VERSLAG VOORBESPREKING Vaststelling beleidsdoelen concept Cultuurnota en daarnaast Implementatie subsidieregeling combinatiefuncties 17 november 2009 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 15 januari 2013, locatie commissiekamer, aanvang 18.45 uur, einde 19.15 uur.

gemeente Eindhoven Betreft openbare vergadering van 15 januari 2013, locatie commissiekamer, aanvang 18.45 uur, einde 19.15 uur. gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Commissiesecretariaat Behandeld door J.Verheugt Telefoon (040) 238 2103 Verzenddatum 27 februari 2013 Verslag commissie Maatschappij en Cultuur (cie MC) Betreft

Nadere informatie

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS

SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS 14 SAMENWERKINGSVERBAND NOORD-NEDERLAND (SNN) IS EEN SAMENWERKING VAN DE DRIE NOORDELIJKE PROVINCIES FRYSLÂN, GRONINGEN EN DRENTHE. DEZE SAMENWERKING IS VASTGELEGD IN EEN GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING IN

Nadere informatie

Stichting Present Sneek 06-49 63 20 59 info@stichtingpresent-sneek.nl www.stichtingpresent.nl/sneek Rabobank 15.02.60.245.

Stichting Present Sneek 06-49 63 20 59 info@stichtingpresent-sneek.nl www.stichtingpresent.nl/sneek Rabobank 15.02.60.245. Stichting Present Sneek 06-49 63 20 59 info@stichtingpresent-sneek.nl www.stichtingpresent.nl/sneek Rabobank 15.02.60.245 Jaarplan 2014 INHOUD 1 KORTE BESCHRIJVING PRESENT 2 ALGEMENE DOELSTELLING 2 2

Nadere informatie

p e r s b e r i c h t

p e r s b e r i c h t p e r s b e r i c h t e-mail: website: statengriffie@provinciegroningen.nl www.provinciegroningen.nl PS-besluitenlijst, nr. 134 Groningen, 2 juni 2016 Besluitenlijst Provinciale Staten 1 juni 2016 Woensdag

Nadere informatie

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016 1 Nr. 5.16 Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016 Aanwezig: De heer J.B. Wassink, voorzitter raad Mevrouw J. Hofman, griffier Mevrouw C. Oosterbaan, PvdA De heer

Nadere informatie

Provinciale Staten van Overijssel

Provinciale Staten van Overijssel www.prv-overijssel.nl Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 02 Uw kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum EMT/2005/1830

Nadere informatie

De toegevoegde brief wordt behandeld als agendapunt 10. De agenda is daarmee vastgesteld.

De toegevoegde brief wordt behandeld als agendapunt 10. De agenda is daarmee vastgesteld. Verslag van de vergadering van de statencommissie Economie en Mobiliteit, gehouden op woensdag 19 oktober 2005, van 09.30 uur tot 11.50 uur in de (tijdelijke) statenzaal van het Provinciehuis te Groningen.

Nadere informatie

2013-582. Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013

2013-582. Gebiedsvisie windenergie Drenthe. Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013 2013-582 Gebiedsvisie windenergie Drenthe Voorgestelde behandeling: - Provinciale staten op 26 juni 2013 Behandeld door de heer W Huizing / de heer E. Diekema, telefoonnummer (0592) 36 58 07, e-mail w.huizing@drenthe.nl

Nadere informatie

A. Door fracties en Gedeputeerde Staten (GS) aangedragen bespreekpunten

A. Door fracties en Gedeputeerde Staten (GS) aangedragen bespreekpunten Agenda woordvoerdersoverleg thema 23 juni 2017 1. Opening en mededelingen 2. Bespreekpunten A. Door fracties en Gedeputeerde Staten (GS) aangedragen bespreekpunten Aanvrager(s) Korte motivatie / achtergrond

Nadere informatie

Besluiten Provinciale Staten 24 juni 2015 Algemene Beschouwingen bij de Voorjaarsnota 2015

Besluiten Provinciale Staten 24 juni 2015 Algemene Beschouwingen bij de Voorjaarsnota 2015 p e r s b e r i c h t e-mail: website: statengriffie@provinciegroningen.nl www.provinciegroningen.nl PS-besluitenlijst, nr. 123, 25 juni 2015 Besluiten Provinciale Staten 24 juni 2015 Algemene Beschouwingen

Nadere informatie

Afwezig: mw. I.S. Bulk (SP), dhr. H. Staghouwer (ChristenUnie), dhr. M.J. Jager (CDA), dhr. J.L.H. Köller (PvdA) en mw. D.J. Hoekzema-Buist (PvhN).

Afwezig: mw. I.S. Bulk (SP), dhr. H. Staghouwer (ChristenUnie), dhr. M.J. Jager (CDA), dhr. J.L.H. Köller (PvdA) en mw. D.J. Hoekzema-Buist (PvhN). Verslag van de vergadering van de statencommissie Economie en Mobiliteit, gehouden op woensdag 15 juni 2005, van 09.00 uur tot 12.26 uur in de statenzaal van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezige leden:

Nadere informatie

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64

Provinciale Staten van Noord-Holland. Voordracht 64 Provinciale Staten van Noord-Holland Voordracht 64 Haarlem, 17 augustus 2004 Onderwerp: Agenda Provinciaal Waterplan Bijlagen: - ontwerpbesluit - procesplanning provinciaal waterplan - op weg naar een

Nadere informatie

mevrouw W.A.J. Kosterman (waarnemend portefeuillehouder) mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig

mevrouw W.A.J. Kosterman (waarnemend portefeuillehouder) mevrouw J.M. Kiep-de Jongh notulistenbureau Leeuwenburgh Vendrig VERSLAG VOORBESPREKING Aankoop aandelen BIGA en toekomst Sociale Werkvoorziening 17 november 2015 Samenvattend verslag van de openbare voorbespreking van de gemeenteraad van de gemeente Wijk bij Duurstede

Nadere informatie

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur Openbaar lichaam Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur Het Algemeen bestuur van het openbaar lichaam ; Gelet op artikel 6 derde lid van de Gemeenschappelijke regeling openbaar lichaam ; Gelet op

Nadere informatie

3. Gelegenheid tot s preken voor niet-statenleden (m.b.t. de geagendeerde onderwerpen)

3. Gelegenheid tot s preken voor niet-statenleden (m.b.t. de geagendeerde onderwerpen) Verslag van de vergadering van de Statencommissie Economie en Mobiliteit (commissie II), gehouden op woensdag 22 september 2004 van 09.00 uur tot 13.40 uur in de Statenzaal van het Provinciehuis te Groningen.

Nadere informatie

1. Opening 14.00 uur. 2. Mededelingen/ stukken ter kennisname 14.05 uur. 3. Conceptverslag d.d. 22 november 2012 14.10 uur

1. Opening 14.00 uur. 2. Mededelingen/ stukken ter kennisname 14.05 uur. 3. Conceptverslag d.d. 22 november 2012 14.10 uur Agenda Aan Bestuurders GGA Breda Mobiliteit Betreft Bestuurlijk overleg GGA Breda Datum Woensdag 17 april 2013 Locatie Vergaderzaal gemeente Etten-Leur Markt 1, kamer 1.09 Tijdstip 14.00 t/m 15.15 uur

Nadere informatie

28 november 2015. Onderzoek: Klimaattop Parijs

28 november 2015. Onderzoek: Klimaattop Parijs 28 november 2015 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 45.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de

Nadere informatie

29 juni 2005 -aanvang 9.30 uur

29 juni 2005 -aanvang 9.30 uur 29 juni 2005 -aanvang 9.30 uur Agenda voor de vergadering van Provinciale Staten van Groningen op 29 juni 2005 Nummer Volgnummer Onderwerp: agenda voordracht 1 Notulen van de vergaderingen van 25 mei 2005

Nadere informatie

Gespreksnotitie. De leden van de statencommissie Groen, Water en Milieu

Gespreksnotitie. De leden van de statencommissie Groen, Water en Milieu Gespreksnotitie Contact José Chung, GroenLinks Datum 11 maart 2009 Bijlagen 2 concept moties Aan De leden van de statencommissie Groen, Water en Milieu Onderwerp Gespreksnotitie gebruik zonne-energie in

Nadere informatie

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050

Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 STATENBRIEF Onderwerp: Rondvraag over windenergie in Zaltbommel en Apeldoorn Portefeuillehouder: J.J. van Dijk Kerntaak/plandoel: Milieu, energie en klimaat: een energieneutraal Gelderland in 2050 Doel

Nadere informatie

Bijgevoegd zenden wij u de motie die de gemeenteraad van Stadskanaal in zijn vergadering van 26 januari 2015 heeft aangenomen.

Bijgevoegd zenden wij u de motie die de gemeenteraad van Stadskanaal in zijn vergadering van 26 januari 2015 heeft aangenomen. GEMEENTE Stadskanaal De Provinciale Staten van de provincie Drenthe Postbus 122 9400 AC ASSEN PROVINCIE DREN HE No.: Ingek.: 09 FEB. 2015 TEAM: TE BEH. DOOR: DWS: 1 GTAFD.: BSN uw kenmerk uw brief van

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies)

Samenvatting. Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) 08.005 Samenvatting Interpretatiegeschil VO artikel 12 WMS (beleid met betrekking tot invoering LC-functies) De PMR heeft ingestemd met het maken van een ínhaalslag ten aanzien van de benoemingen in LC-functies

Nadere informatie

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe

Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe 2003-55 Verordening ambtelijke bijstand provinciale staten van Drenthe Voorgestelde behandeling: - provinciale staten op 23 april 2003 - fatale beslisdatum: n.v.t. Voorgestelde status: B-stuk Behandeld

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 25 september 2012 in de raadzaal Voorzitter: M.A.P. Michels Griffier: J. van der Meer Aanwezig: PvdA: J.W. Nanninga, W.

Nadere informatie

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie.

Ik ben als bestuurder in deze provincie bijzonder geïnteresseerd in de kansen van nieuwe energie voor onze kenniseconomie. Welkomstwoord van Jan Franssen, Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland, bij het Lustrumcongres 'Geothermal Heat is Cool' van het Platform Geothermie, Den Haag, 24 oktober 2012 ---------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten Checklist Informatievoorziening Grote Projecten Najaar 2010 Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem, Montferland 1. Inleiding De uitvoering van grote projecten in Nederland heeft nogal eens

Nadere informatie

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

Besluitenlijst RAADSVERGADERING Besluitenlijst RAADSVERGADERING Besluitenlijst openbare vergadering van de raad van de gemeente Brummen op donderdag 26 maart 2015 om 20.40 uur in het gemeentehuis van Brummen AGENDA BESLUIT 1. Opening

Nadere informatie

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn

Nadere informatie

Besluiten- en actielijst hervatting openbare vergadering raadscommissie Algemene Zaken op 15 september 2008

Besluiten- en actielijst hervatting openbare vergadering raadscommissie Algemene Zaken op 15 september 2008 Aanwezig Commissieleden: Mw. Schaafsma, dhr. Van der Heijden, mw. Boom, mw. Vos, dhr. Klinkhamer, mw. Van de Pol, dhr. T. Flens, dhr. Ras Voorzitter: dhr. Ronner College: dhr. Möhlmann, dhr. Taams, dhr.

Nadere informatie

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel

Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verzoek aan provincie om bijdrage aanlegkosten Dorpensingel Programma Mobiliteit BW-nummer Portefeuillehouder H. Tiemens Samenvatting Bij de behandeling van de Zomernota

Nadere informatie

Notitie energiebesparing en duurzame energie

Notitie energiebesparing en duurzame energie Notitie energiebesparing en duurzame energie Zaltbommel, 5 juni 2012 Gemeente Zaltbommel Notitie energiebesparing en duurzame energie 1 1. Inleiding Gelet op de ambities in het milieuprogramma 2012-2015

Nadere informatie

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD

BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD BESLUITENLIJST VERGADERING VHL-BERAAD Datum vergadering: woensdag 17 januari 2018 Locatie vergadering: Tijdstip: Voorzitter: Secretaris: Raadzaal, Stadhuis Vianen 19.30 uur A.F. Bonthuis, wnd. burgemeester

Nadere informatie

Reglement voor de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân

Reglement voor de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân Reglement voor de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân Algemeen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. algemeen bestuur : het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân b. dagelijks

Nadere informatie

Reglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân (op basis van artikel 5 lid 4 RvO AB)

Reglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân (op basis van artikel 5 lid 4 RvO AB) Reglement van orde voor de vergaderingen van de vaste adviescommissies van Wetterskip Fryslân (op basis van artikel 5 lid 4 RvO AB) Algemeen Artikel 1 In dit reglement wordt verstaan onder: a. algemeen

Nadere informatie

Verordening op de bezwaarschriften SNN

Verordening op de bezwaarschriften SNN Verordening op de bezwaarschriften SNN (geconsolideerde versie, geldend vanaf 21-6-2007) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie provincie Drenthe Officiële naam regeling Verordening op de bezwaarschriften

Nadere informatie

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief

Nadere informatie

Commissie voor Bestuur en Middelen

Commissie voor Bestuur en Middelen Griffie Commissie voor Bestuur en Middelen Datum commissievergadering : nvt DIS-stuknummer : 1166475 Behandelend ambtenaar : A.J. Brul Directie/afdeling : Nummer commissiestuk : Bm-0358 Datum : 30 januari

Nadere informatie

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept

Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) 14 februari Status verslag Concept Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) Vergaderdatum 14 februari 2018 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer De heer L. Guilonard (extern) 070 4417507 Verslag

Nadere informatie

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens.

Utrecht. De partij zal sociale windmolens actief stimuleren, ook solitair staande sociale molens. CDA 2040: 100% Ja. Het CDA wil windmolens bij voorkeur plaatsen op en bij grote industrieterreinen. Ook ondersteunen wij van harte (agrarische) initiatieven voor kleine windmolens met draagvlak in de omgeving.

Nadere informatie

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen

Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Bedrijfscommissiekamer voor de Overheid voor Lagere Publiekrechtelijke Lichamen Rolnummer: LPL 97.021 VERSLAG VAN BEVINDINGEN VAN DE BEDRIJFSCOMMISSIE-KAMER VOOR DE OVERHEID VOOR LAGERE PUBLIEKRECHTELIJKE

Nadere informatie

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt.

Ja. Ja. D66 wil dat Groningen in 2040 al CO 2- neutraal is en wil dat de provincie een ambitieuze regionale energiestrategie opstelt. CDA - Wij zijn voor kleinschalige windenergie rond boerderijen. Onduidelijk. ChristenUnie 2035: 60% 2045: 100% 2050: 100% klimaatneutraal Ja. Net als zonnedaken en windmolens op zee, zijn windmolens op

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Betreft startnotitie over procesvoorstel betrokkenheid gemeenteraad in relatie tot toezicht en handhaving

gemeente Eindhoven Betreft startnotitie over procesvoorstel betrokkenheid gemeenteraad in relatie tot toezicht en handhaving gemeente Eindhoven Inboeknummer 13bst00971 Dossiernummer 13.22.252 28 mei 2013 Commissienotitie Betreft startnotitie over procesvoorstel betrokkenheid gemeenteraad in relatie tot toezicht en handhaving

Nadere informatie

In de notitie staat de rol van PS en de bijbehorende planning alsvolgt verwoord:

In de notitie staat de rol van PS en de bijbehorende planning alsvolgt verwoord: Utrecht, 4 november 2008 Pythagoraslaan 101 Tel. 030-2589111 Afdeling nummer : MOB : 2008INT231003 Onderwerp: Schriftelijke beantwoording ex art. 47 van het Reglement van Orde aan het College van Gedeputeerde

Nadere informatie

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon 070-3905578 -------- fax 070-3905171 Beschikking A. - B.

Rijswijk DE OCTROOIGEMACHTIGDEN telefoon 070-3905578 -------- fax 070-3905171 Beschikking A. - B. Postbus 3219, 2280 GE Rijswijk -------- Beschikking A. - B. 1.1 Bij brief van 6 juni 2000 heeft de heer A. (hierna A.) aan de Raad van Toezicht (hierna de Raad) verzocht om een oordeel te geven over een

Nadere informatie

Commissie Financiën en Algemene Zaken

Commissie Financiën en Algemene Zaken Commissie Financiën en Algemene Zaken Concept verslag commissievergadering Financiën en Algemene Zaken van 18 februari 2015 Aanwezig: de heren Hofstra (voorzitter), Bartelds (portefeuillehouder), Poelman,

Nadere informatie

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven. Griffie Torenhove kamer 7.19 Martinus Nijhofflaan 2 Delft Behandeld door Anja van den Berg Telefoon 015 260 2416 Fax - afmvdberg@delft.nl Aan Werkgroep enquêteverzoek Telefoon 14015 Fax 015 260 24 29 Internet

Nadere informatie

Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017

Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017 Reactienota Voorstel Resultaatbestemming Jaarrekening 2016 Metropoolregio Eindhoven, versie 25 oktober 2017 De gemeenteraden is gevraagd voor 1 oktober 2017 een reactie te geven. Alle gemeenteraden hebben

Nadere informatie

Georganiseerd overleg Sector Defensie. G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen 070-376 57 79 telefoon t.vanherpen@caop.nl e-mail

Georganiseerd overleg Sector Defensie. G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen 070-376 57 79 telefoon t.vanherpen@caop.nl e-mail Georganiseerd overleg Sector Defensie G.A. van Herpen-Bartlema inlichtingen 070-376 57 79 telefoon t.vanherpen@caop.nl e-mail 0 bijlage(n) SOD/12.00413 briefnummer G.1.01 zaaknummer 13 juni 2012 datum

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad

Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad 1 gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Raadsnummer O4.RZOP8.OOZ Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad Samenvatting Door GroenLinks is in een motie aan de deelnemers van de debattraining

Nadere informatie

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2015D08205 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 5 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën inzake

Nadere informatie

2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2018D01657 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Nadere informatie

RAAD. BESLUITENLIJST 19 februari 2015

RAAD. BESLUITENLIJST 19 februari 2015 RAAD BESLUITENLIJST 19 februari 2015 Ag.punt 1. 2. 3. Onderwerp Inspraak burgers over geagendeerde onderwerpen Er zijn geen insprekers. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen van harte

Nadere informatie

PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008

PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008 PS-besluitenlijst d.d. 25 en 26 juni 2008 Aan deze openbare besluitenlijst kunnen geen rechten worden ontleend. Alleen de tekst van het door provinciale staten vastgestelde verslag bevat de formele besluitvorming

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

agenderen zodra gevraagde informatie van GS ontvangen is Voorhangprocedure regionale kantorenvisies

agenderen zodra gevraagde informatie van GS ontvangen is Voorhangprocedure regionale kantorenvisies Planning openstaande moties toezeggingen Statencommissie Ruimte en Leefomgeving Onderwerpen aanlevering procedure- door GS vergadering Door GS aan te bieden onderwerpen aan de commissie Strategisch handelingskader

Nadere informatie

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG 2017D05509 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Economische Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken voorgelegd over de brief d.d.

Nadere informatie

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 22 september 2014

Samenwerkingsverband Regio Eindhoven. Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 22 september 2014 Samenwerkingsverband Regio Eindhoven Vergadering Dagelijks Bestuur d.d. 22 september 2014 Agendapunt : 3.1.a Portefeuille : Mobiliteit, coördinatie MIRT / gebiedsontwikkeling Midden en Oost, Gulbergen

Nadere informatie

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn

Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn Bijlage 1 Overzicht besluitvorming Zuiderzeelijn 1998 Kabinet - Verslag Algemeen Overleg 16-4-1998, kamerstuk 25017, nr. 9 Naar aanleiding van aanbeveling van Commissie Langman om de mogelijkheden van

Nadere informatie

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po?

Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po? Hoeveel bewegings ruimte gunt het kabinet het po? Tijdens de begrotingsbehandeling van het ministerie van OCW is er relatief weinig gesproken over het primair onderwijs. Wel kwamen voor het po belangrijke

Nadere informatie

G e m e e n t e Z e i s t

G e m e e n t e Z e i s t RAADSVOORSTEL G e m e e n t e Z e i s t 07RAAD0107 Raadsvergadering : 3 april 2007 Gewijzigd voorstel : Productgroep : Ruimte Telefoon : 030 69 87 413 Datum : 20/02/2007 Onderwerp : Motie gemeenteraad

Nadere informatie

Reglement van Orde van het college

Reglement van Orde van het college Reglement van Orde van het college Burgemeester en Wethouders van de gemeente Tynaarlo; gelet op artikel 52 Gemeentewet besluiten vast te stellen het: Reglement van orde voor de vergaderingen en andere

Nadere informatie

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen

Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma gemeente Harlingen Reactienota concept geactualiseerd Woningbouwprogramma 2016-2020 gemeente Harlingen In 2013 heeft de gemeenteraad de woonvisie voor de gemeente Harlingen voor de periode 2013 2020 vastgesteld. In de woonvisie

Nadere informatie

H. Vlieg-Kempe, G. Smith-Bults, J. Booij-Venekamp en L.B. Leemrijse - wethouders T. Dijkstra - secretaris Afwezig:

H. Vlieg-Kempe, G. Smith-Bults, J. Booij-Venekamp en L.B. Leemrijse - wethouders T. Dijkstra - secretaris Afwezig: BESLUITENLIJST Vergadering van burgemeester en wethouders d.d. 4 december 2018 Aanwezig: M.L.J. Out - burgemeester H. Vlieg-Kempe, G. Smith-Bults, J. Booij-Venekamp en L.B. Leemrijse - wethouders T. Dijkstra

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303 Rapport Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/303 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de ambtelijk voorzitter van het Dorpsplatform Sint Pancras en Koedijk niet heeft ingegrepen toen tijdens de

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis Datum: 23 januari 2014 Onderwerp: Wmo beleidsplan 2012-2015; tussentijdse evaluatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis Datum: 23 januari 2014 Onderwerp: Wmo beleidsplan 2012-2015; tussentijdse evaluatie BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 23 januari 2014 Onderwerp: Wmo beleidsplan 2012-2015; tussentijdse evaluatie Voorzitter: dhr. J.A. van Eck Griffie: mw. A.J. van Wees (locogriffier) Leden: Mw.

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen Artikel 4 Waterschapswet juncto afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht

Nota van Zienswijzen Artikel 4 Waterschapswet juncto afdeling 3.4 Algemene wet bestuursrecht Provincie Noord-Brabant Wijzigingsbesluiten van de Reglementen van de waterschappen Aa en Maas, Brabantse Delta en de Dommel Nota van Zienswijzen Artikel 4 Waterschapswet juncto afdeling 3.4 Algemene wet

Nadere informatie

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelDekking bijdrage in kosten sluizen Zuid-Willemsvaart.

gemeente Eindhoven RaadsvoorstelDekking bijdrage in kosten sluizen Zuid-Willemsvaart. gemeente Eindhoven Raadsnummer 11R4481 Inboeknummer 11bst01486 Beslisdatum B&W 30 augustus 2011 Dossiernummer 11.35.753 RaadsvoorstelDekking bijdrage in kosten sluizen Zuid-Willemsvaart. Inleiding Om Zuidoost-Brabant

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Voorzitter: M.A.P. Michels Griffier: J. van der Meer Aanwezig: Gemeentebelangen: G. Kersaan,

Nadere informatie

mevrouw I. van Mulligen

mevrouw I. van Mulligen Verslag Vergadering van Commissie Onderzoek van de Rekening (COR) Vergaderdatum 17 februari 2016 Kenmerk Status verslag Concept Verslaglegging door Telefoonnummer Mevrouw M. Hoogduin 070-4418161 Verslag

Nadere informatie

Reglement Dienstraden

Reglement Dienstraden Reglement Dienstraden Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Hoofdstuk 2: Samenstelling, zittingstermijn en verkiezing Hoofdstuk 3: Functie, taak en bevoegdheden van de Dienstraad Hoofdstuk 4: Werkwijze van

Nadere informatie