Welkom op de werkvloer Kennismaken met je stagebedrijf

Transcriptie

1 Welkom op de werkvloer Kennismaken met je stagebedrijf Praktijkboek voor de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo brug tussen beroepsonderwijs en bedrijfsleven

2 Welkom op de werkvloer Kennismaken met je stagebedrijf Praktijkboek voor stages in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg in het vmbo

3 COLOFON Kennismaken met je stagebedrijf Redactie: Afdeling Onderwijs & Innovatie Eindredactie: Dusica Vukolic Vormgeving: LandGraphics, Amsterdam Drukwerk: Van Marken Delft Drukkers, Delft ECABO, mei 2005 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overname of reproductie: ECABO Postbus BE AMERSFOORT

4 Inhoudsopgave Inleiding voor de stagiair 5 Inleiding voor de praktijkopleider 6 Inleiding voor de docent 7 Introductie Kennismaken met je stagebedrijf 8 Opdracht 1 - Afdelingen in het bedrijf 9 Opdracht Afdelingen in het stagebedrijf 10 Opdracht Contacten met andere afdelingen 12 Opdracht Werkoverleg en andere vergaderingen 14 Opdracht Producten en/of diensten van het bedrijf 16 Opdracht 2 - Eigen taken en verantwoordelijkheden 18 Opdracht De afdeling waar jij werkt 19 Opdracht De werkzaamheden van andere afdelingen 22 Opdracht Planning en taakverdeling op eigen afdeling 25 Opdracht Overzicht van eigen werkzaamheden maken 27 Opdracht 3 - Veiligheid, gezondheid en welzijn 30 Opdracht Arbo-wet 31 Opdracht Welke rechten en plichten gelden in jouw stagebedrijf? 33 Logboek 35 Beoordelingsformulier 37 3

5 4

6 5 Inleiding voor de stagiair Gefeliciteerd! Je bent begonnen aan een stage op een afdeling in een bedrijf. Dit is een spannende, nieuwe ervaring. Het praktijkboek helpt je om zoveel mogelijk van jouw stage op te steken. Je leert het stagebedrijf in een korte tijd goed kennen via de opdrachten in het boek. Je doet nieuwe kennis en vaardigheden op door de contacten met de mensen die werken in het stagebedrijf. Bovendien weet je aan het einde van deze korte werkperiode een stuk beter of jij een bepaald beroep wel of niet leuk vindt. Op deze manier kun je ook beter een keuze maken voor de juiste vervolgopleiding in het mbo! OPDRACHTEN Er is een inleiding voor je praktijkopleider en voor je docent. Daarnaast zijn er verschillende praktische opdrachten. In dit praktijkboek gaan de opdrachten over het werken op de afdeling waar jij stage loopt. Bij iedere opdracht wordt precies aangegeven wat je moet doen. Je begint altijd met nadenken over wat jij al kan en weet. Vervolgens ga je aan de slag met de vervolgopdrachten. Soms is er een antwoordblad bij de opdrachten, waar je schrijfruimte hebt voor je antwoorden. Tenslotte vraag je aan jouw praktijkopleider om de antwoorden te bekijken. LOGBOEK Achter in het boek vind je het logboek. Je kunt in het logboek terugkijken op de gemaakte opdrachten en het werken in het stagebedrijf. De praktijkopleider geeft aan het einde van jouw stage in het algemene beoordelingsformulier aan waar jij wel en niet goed in bent. Dit formulier vind je ook achter in het boek. VRAGEN? Wanneer je opdrachten niet begrijpt of tegen andere onduidelijkheden aanloopt tijdens de stage, is het belangrijk om vragen te stellen. Als je vindt dat iets onduidelijk is, vraag je je begeleidende docent op school of je praktijkopleider in het stagebedrijf om uitleg. We wensen je de komende tijd veel succes én plezier tijdens jouw stage!

7 Inleiding voor de praktijkopleider 6 U bent als praktijkopleider vaak de eerste verantwoordelijke voor de begeleiding en (praktische) ondersteuning van een stagiair in uw bedrijf. Het praktijkboek ondersteunt u bij de begeleiding van deze tijdelijke, nieuwe collega. STAGE IN HET VMBO Stage lopen is voor de leerling in het vmbo vaak het begin van het leren van een beroep. De stage biedt namelijk uitstekende mogelijkheden om te proeven van een bedrijf. Op deze manier krijgt de toekomstige beroepsbeoefenaar de kans om zijn algemene vaardigheden te ontwikkelen. Daarnaast doorloopt de stagiair een vakmatige ontwikkeling, terwijl hij tegelijkertijd wordt getraind in het ontwikkelen van een passende werkhouding. BEROEPSORIËNTATIE De ervaring in het stagebedrijf speelt dus een aanzienlijke rol bij de beroepsoriëntatie van de leerling en bij de keuze van een vervolgopleiding. De leerling ontdekt of bepaald werk dat hem of haar aan de buitenkant aantrekkelijk lijkt, dat in de praktijk ook is. Bovendien kan een stage goed zijn om leerlingen te motiveren hun opleiding in het vmbo eerder af te ronden om daarna gericht een vervolgopleiding in het mbo te kiezen. OPDRACHTEN Het praktijkboek is voor het gemak opgebouwd uit diverse onderdelen. Zo zijn er een aantal praktische opdrachten voor de stagiair. Omdat het om onervaren, jonge leerling-werknemers gaat, zijn de opdrachten uit kleine, eenvoudige stappen opgebouwd. Daarnaast is in dit praktijkboek opgenomen: - een beoordelingsformulier algemeen functioneren, dat u na afronding van de stage (samen met de leerling) kunt invullen, - een logboek, waarin de leerling kan terugblikken op de opdrachten en de stage. AFSPRAKEN MAKEN Een succesvolle stage begint met heldere afspraken tussen de school (de begeleidende docent), de praktijkopleider van het stagebedrijf en de stagiair. Soms is het in het begin nodig om het management (en eventueel een personeelsfunctionaris) te betrekken bij de afspraken. Wij wensen u veel succes én plezier met de nieuwe stagiair!

8 7 Inleiding voor de docent U bent de begeleidende docent van een leerling die stagiair wordt en zo de mogelijkheid krijgt om werkervaring op te doen bij een bedrijf. In het stagebedrijf krijgt de stagiair volop kansen zich een passende werkhouding aan te meten en zijn algemene vaardigheden en vakinzicht te ontwikkelen. Het praktijkboek kan worden ingezet bij korte of langdurige stages, waarbij beroepsoriëntatie en/of beroepsvorming centraal staat, afhankelijk van het katern. OPDRACHTEN In dit boek worden de inleiding voor de stagiair, de praktijkopleider en de docent gevolgd door de introductie van de opdrachten voor de stagiair. Iedere opdracht wordt ingeleid en begint met vragen die de stagiair kort aan het denken zetten over de al aanwezige kennis en vaardigheden en over de opdracht zelf. Iedere (hoofd)opdracht bestaat uit meerdere (deel)opdrachten. Achter in het praktijkboek is het logboek opgenomen. Hier heeft de stagiair ruimte om terug te blikken op de stageperiode. Het beoordelingsformulier algemeen functioneren (ook achter in het boek) is bestemd voor de eindbeoordeling en aanvullend commentaar van de praktijkopleider. VOORBEREIDING Als begeleidende docent bereidt u samen met de praktijkopleider de werkzaamheden voor van de stagiair in het stagebedrijf. Hiertoe kunnen alle onderdelen van het praktijkboek worden vergeleken met de mogelijkheden die het betreffende stagebedrijf biedt. Het kan wel eens voorkomen dat niet alle opdrachten kunnen worden uitgevoerd tijdens de stageperiode in het stagebedrijf. Wij wensen u veel succes én plezier tijdens de begeleiding van de leerling als stagiair!

9 Introductie Kennismaken met je stagebedrijf 8 Zo zit je in de schoolbanken, en zo loop je onwennig rond in een vreemd bedrijf. Jouw vrienden zijn er niet en waarschijnlijk ken je alleen de praktijkopleider een beetje. Je bent begonnen aan iets nieuws: jouw stage. Er zijn in het stagebedrijf en op de afdeling waar jij zit allerlei nieuwe afspraken en regels én jij moet je er ook aan houden. Dat kan lastig zijn en een onrustig gevoel geven, maar dat gaat snel over. Natuurlijk ben je niet écht bij het stagebedrijf in dienst. Maar de komende tijd ben je wel een beetje een nieuwe collega van alle medewerkers in de organisatie. Zij helpen jou om je thuis te voelen. Jij kunt zelf ook veel doen door op ontdekkingstocht te gaan. Sommige dingen ontdek je het beste zelf. Er zijn ook zaken waar je als stagiair niet zo eenvoudig achter komt. De opdrachten in dit praktijkboek zijn daarom erg handig. Op deze manier verzamel je veel informatie over jouw stagebedrijf én leer jij het stagebedrijf in een korte tijd goed kennen!

10 Opdracht 1 Afdelingen in het bedrijf In ieder bedrijf worden de taken verdeeld. Meestal zijn er meerdere afdelingen, bijvoorbeeld Inkoop, Verkoop en Magazijn. Ze doen allemaal hun eigen dingen. En ze werken natuurlijk met elkaar samen. Elke afdeling heeft een afdelingshoofd die leiding geeft aan een aantal medewerkers. Iedere medewerker heeft een eigen functie, zoals boekhouder of receptionist. De volgende taken doorloop je in het stagebedrijf. Wanneer je ze hebt uitgevoerd, weet je welke afdelingen er zijn en in wat voor soort bedrijf je bent terecht gekomen. Je weet dan ook welke producten of diensten het bedrijf verkoopt. Dit zijn jouw opdrachten: Opdracht 1.1 De afdelingen in het stagebedrijf Opdracht 1.2 Contacten met andere afdelingen Opdracht 1.3 Werkoverleg en andere vergaderingen Opdracht 1.4 Producten en/of diensten van het bedrijf Overleg met jouw praktijkopleider welke opdrachten jij kunt uitvoeren. Beantwoord eerst de vragen die hieronder staan. Werk elke opdracht zorgvuldig uit. 9 Wat kan ik en wat weet ik al? Heb je al vaker gewerkt. Zo ja, waar? Antwoord: Wat heb je daar gedaan? Antwoord: Hoe lang heb je dat gedaan? Antwoord: Wat vond je er leuk aan? Antwoord: Als je nog niet hebt gewerkt, wat zou je dan graag willen doen? Antwoord:

11 Opdracht 1.1 Afdelingen in het stagebedrijf Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. 10 Dit heb je nodig - Informatie over jouw leerbedrijf Dit moet je doen Stap 1. Verzamel informatie over jouw stagebedrijf. Denk hierbij aan brochures, catalogi, etc. Stap 2. Beantwoord de vraag op het antwoordblad. Stap 3. Vraag aan de praktijkopleider een overzicht van alle afdelingen. Stap 4. Praat met de praktijkopleider over het overzicht van de afdelingen. Stap 5. Beantwoord de vragen op het antwoordblad. Eindresultaat - Je kunt omschrijven welke afdelingen er binnen jouw stagebedrijf zijn.

12 Antwoordblad bij opdracht 1.1 Afdelingen in het stagebedrijf STAP 2 WAT DOET JOUW STAGEBEDRIJF? Omschrijf in eigen woorden wat jouw stagebedrijf doet 11 STAP 5 OVERZICHT VAN DE AFDELINGEN Welke afdelingen zijn er? Wie is het hoofd? Hoeveel medewerkers? 1. Administratie

13 Opdracht 1.2 Contacten met andere afdelingen 12 In deze taak ga jij een overzicht maken van alle contacten die je hebt binnen het stagebedrijf. Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. Dit heb je nodig Dit moet je doen - Informatie over de afdelingen in jouw stagebedrijf Stap 1. Bekijk welke afdelingen er zijn in het stagebedrijf. Stap 2. Ga na met welke afdelingen jij contact hebt. Stap 3. Bedenk ook waarom je met sommige afdelingen contact hebt. Stap 4. Vul het schema op het antwoordblad in. Stap 5. Praat met de praktijkopleider over het schema. Stap 6. Vul als het nodig is het schema aan. Eindresultaat - Jij weet met welke afdelingen jij contact hebt én waarom.

14 Antwoordblad bij opdracht 1.2 Contacten met andere afdelingen STAP 4 WAAROM HEB JIJ CONTACT MET AFDELINGEN? Wat zijn de afdelingen in jouw stagebedrijf? Waarom heb jij contact met deze afdelingen? Postkamer Versturen van post

15 Opdracht 1.3 Werkoverleg en andere vergaderingen Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. 14 Dit heb je nodig - Informatie van jouw praktijkopleider Dit moet je doen Stap 1. Vraag aan de praktijkopleider of er een overzicht is waarop alle soorten vergaderingen staan beschreven. Stap 2. Zo ja, lees het overzicht door. Stap 3. Zo nee, vraag aan de praktijkopleider welke vergaderingen er zijn. Stap 4. Is er op jouw afdeling ook werkoverleg? Zo ja, vraag of je hier een keer bij mag zijn. Stap 5. Beantwoord de vraag op het antwoordblad. Stap 6. Vul het schema op het antwoordblad in. Stap 7. Praat met de praktijkopleider over het schema. Stap 8. Vul als het nodig is het schema aan. Eindresultaat - Je weet welke vergaderingen er binnen jouw stagebedrijf zijn.

16 Antwoordblad bij opdracht 1.3 Werkoverleg en andere vergaderingen STAP 5 Vragen Antwoorden 15 Wat wordt er besproken op het werkoverleg van jouw afdeling? 1. Noem minimaal 2 punten. 2. STAP 6 Welke soorten vergaderingen zijn er? Wie is hierbij aanwezig?

17 Opdracht 1.4 Producten en/of diensten van het bedrijf Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. 16 Dit heb je nodig - Folders, brochures en andere informatie over de producten/diensten van jouw stagebedrijf Dit moet je doen Stap 1. Verzamel informatie over het stagebedrijf. Stap 2. Vul het schema op het antwoordblad in. Stap 3. Praat met de praktijkopleider over het schema. Stap 4. Vul als het nodig is het schema aan. Eindresultaat - Je weet welke producten en/of diensten jouw stagebedrijf levert.

18 Antwoordblad bij opdracht 1.4 Producten en/of diensten van het bedrijf STAP 2 Wat zijn de producten en/of diensten van jouw stagebedrijf?

19 Opdracht 2 Eigen taken en verantwoordelijkheden 18 Via de volgende taken kom je nog meer te weten over de diverse afdelingen in het stagebedrijf. En vooral over jouw afdeling: wie doet wat binnen jouw afdeling? En wat moet jij eigenlijk doen en hoe plan je jouw werk het beste? Wat zijn jouw taken en verantwoordelijkheden? Dit zijn jouw opdrachten: Opdracht 2.1 De afdeling waar jij werkt Opdracht 2.2 De werkzaamheden van andere afdelingen Opdracht 2.3 Planning en taakverdeling op jouw afdeling Opdracht 2.4 Overzicht van eigen werkzaamheden Overleg met de praktijkopleider welke opdrachten jij kunt uitvoeren. Beantwoord eerst de vragen hieronder. Werk elke opdracht zorgvuldig uit. Wat kan ik en wat weet ik al? Noem twee afdelingen die kunnen voorkomen binnen een bedrijf. Antwoord: Wat is administratie? Antwoord: Wat doet de afdeling administratie binnen een bedrijf? Antwoord: Noem drie grote bedrijven die zeker een afdeling administratie hebben. Antwoord:

20 Opdracht 2.1 De afdeling waar jij werkt Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. Dit heb je nodig - Informatie over de afdelingen in jouw stagebedrijf 19 Dit moet je doen Stap 1. Neem samen met de praktijkopleider de informatie over de afdeling door. Stap 2. Beantwoord de vragen op het antwoordblad. Stap 3. Vul het schema op het antwoordblad in. Stap 4. Praat met de praktijkopleider over het schema. Stap 5. Vul als het nodig is het schema aan. Eindresultaat - Je weet wat de taken en verantwoordelijkheden zijn van de afdeling waar jij werkt.

21 Antwoordblad bij opdracht 2.1 De afdeling waar jij werkt STAP 2 20 Vragen Antwoorden Wat wordt er op jouw afdeling gedaan? Wat zijn de dingen die jij moet gaan doen? Wie gaat jouw werk controleren? Wat is een werkprocedure? Moet jij werken volgens een werkprocedure? Zo ja, beschrijf hoe je dat doet. Zo nee, noem twee werkprocedures die wel binnen jouw stagebedrijf worden gebruikt.

22 Antwoordblad bij opdracht 2.1 De afdeling waar jij werkt STAP 3 Wat zijn de taken van de afdeling?

23 Opdracht 2.2 De werkzaamheden van andere afdelingen Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. 22 Dit heb je nodig - Informatie over de afdelingen in jouw stagebedrijf Dit moet je doen Stap 1. Overleg met de praktijkopleider of je een rondleiding door het bedrijf kan krijgen. Stap 2. Let goed op de verschillen tussen de afdelingen. Stap 3. Als je vragen hebt over een afdeling of de werkzaamheden van een afdeling, stel de vragen dan aan iemand van die afdeling. Stap 4. Vul het schema op het antwoordblad in. Stap 5. Praat met de praktijkopleider over het schema. Stap 6. Vul als het nodig is het schema aan. Stap 7. Vraag of er een organisatieschema (organogram) is. Stap 8. Bespreek het organisatieschema met de praktijkopleider. Eindresultaat - Je weet wat de werkzaamheden van andere afdelingen zijn.

24 Antwoordblad bij opdracht 2.2 De werkzaamheden van andere afdelingen STAP 4 Welke afdelingen zijn er? Wat zijn de werkzaamheden van de afdeling?

25 Antwoordblad bij opdracht 2.2 De werkzaamheden van andere afdelingen 24 Welke afdelingen zijn er? Wat zijn de werkzaamheden van de afdeling?

26 Opdracht 2.3 Planning en taakverdeling op eigen afdeling Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. Dit heb je nodig - Informatie over de taakverdeling op de afdeling waar jij werkt, bijvoorbeeld een werkrooster 25 Dit moet je doen Stap 1. Verzamel informatie over de taakverdeling op de afdeling waar je werkt, zoals een werkrooster. Stap 2. Beantwoord de vragen op het antwoordblad. Stap 3. Praat met de praktijkopleider over het schema. Eindresultaat - Je weet wie er verantwoordelijk is voor welke taken op de afdeling waar jij werkt.

27 Antwoordblad bij opdracht 2.3 Planning en taakverdeling op eigen afdeling STAP 2 26 Wat zijn de taken van Wie is er Wanneer moeten Welke hulpmiddelen de afdeling deze week? verantwoordelijk? de taken af zijn? worden gebruikt? 1. Werkrooster maken Don Klaassen februari Computer

28 Opdracht 2.4 Overzicht van eigen werkzaamheden maken Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. Dit heb je nodig - Informatie over de taken die je nog moet gaan doen 27 Dit moet je doen (Begin op een maandag aan deze opdracht, als dat kan.) Stap 1. Vul de eerste kolom en de tweede kolom van het schema op het antwoordblad in. Stap 2. Kijk aan het einde van de week of je alle geplande taken op tijd en volledig hebt gedaan. Stap 3. Vul op het antwoordblad de derde kolom in. Stap 4. Vul op het antwoordblad de vierde kolom in. Stap 5. Vul op het antwoordblad de vijfde kolom in. Stap 6. Praat met de praktijkopleider over het schema. Eindresultaat - Je hebt inzicht in de werkzaamheden die de afgelopen week zijn gedaan.

29 Antwoordblad bij opdracht 2.4 Overzicht van eigen werkzaamheden maken STAP 1 EN 3 28 Wat zijn jouw taken? Wanneer moeten de taken af zijn? Was de taak af? 1. Ja/nee 2. Ja/nee 3. Ja/nee 4. Ja/nee 5. Ja/nee

30 Antwoordblad bij opdracht 2.4 Overzicht van eigen werkzaamheden maken STAP 4 EN 5 Waarom waren de taken niet af? Hoe los je dat op of heb je dat opgelost?

31 Opdracht 3 Veiligheid, gezondheid en welzijn 30 Mensen moeten met plezier naar hun werk kunnen gaan. Het is niet de bedoeling dat ze té veel in de stress zitten of de hele dag eentonig werk doen. Daarom hebben we in Nederland de Arbo-wet. Die wet heeft alles te maken met veiligheid, gezondheid en welzijn op het werk. Het is belangrijk dat ieder bedrijf goed rekening houdt met de regels in de Arbo-wet. Op die manier zijn medewerkers minder snel ziek. Er bestaan Arboregels voor bijvoorbeeld het tillen van zware voorwerpen, het goed werken achter een computer en op tijd pauzes nemen. Kijk eens welke invloed de Arboregels kunnen hebben op jouw werkzaamheden. Bekijk ook welke rechten en plichten je hebt als stagiair in jouw stagebedrijf. Jij moet weten wat je wel en niet mag doen. Vraag aan de praktijkopleider waar deze informatie is te vinden. Dit zijn jouw opdrachten: Opdracht 3.1 Arbo-wet Opdracht 3.2 Rechten en plichten in het stagebedrijf Overleg met de praktijkopleider welke opdrachten moeten worden uitgevoerd. Beantwoord eerst de vragen hieronder. Werk elke opdracht zorgvuldig uit. Wat kan ik en wat weet ik al? Schrijf kort op wat er in de Arbo-wet staat. Antwoord: Wat staat in het Besluit Beeldschermwerk? Antwoord: Noem twee rechten die in een arbeidsovereenkomst staan. Antwoord: Noem twee plichten die in een arbeidsovereenkomst staan. Antwoord: Welke stappen moet je nemen als je ziek bent en niet kunt werken? Antwoord:

32 Opdracht 3.1 Arbo-wet Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. Dit heb je nodig - Informatie over de Arbo-wet 31 Dit moet je doen Stap 1. Ga na of de volgende klachten op jouw afdeling voorkomen: - Branderige ogen door beeldschermwerk - Rugklachten - Roken tijdens het werk - Stress - Eentonigheid van werkzaamheden - Herhalen van steeds dezelfde beweging Stap 2. Bedenk oplossingen voor deze klachten. Zet in de tweede kolom op het antwoordblad oplossingen voor de klachten. Stap 3. Bedenk of er nog meer klachten voorkomen. Stap 4. Vul de nieuwe klachten in het schema op het antwoordblad van deze taak. Stap 5. Zet in de tweede kolom op het antwoordblad oplossingen voor de nieuwe klachten. Stap 6. Praat met de praktijkopleider over de klachten en oplossingen. Eindresultaat - Je weet welke klachten er kunnen voorkomen en wat je er aan kan doen om de klachten te verminderen.

33 Antwoordblad bij opdracht 3.1 Arbo-wet STAP 2, 4 EN 5 32 Welke klachten zijn er op jouw afdeling? Wat zijn mogelijke oplossingen / verbeteringen? Branderige ogen door Filter voor het beeldscherm plaatsen beeldschermwerk Rugklachten Roken tijdens het werk Stress Eentonigheid van werkzaamheden Herhalen van steeds dezelfde beweging

34 Opdracht 3.2 Welke rechten en plichten gelden in jouw stagebedrijf? Als je een stap hebt afgerond, vink je de stap af in de -kolom. Schrijf de antwoorden op het antwoordblad van deze taak. Dit heb je nodig - Informatie over het personeelsbeleid in jouw stagebedrijf 33 Dit moet je doen Stap 1. Beantwoord de vragen op het antwoordblad. Stap 2. Praat met de praktijkopleider over de antwoorden. Stap 3. Vul als het nodig is de antwoorden aan. Eindresultaat - Je kent de rechten en plichten in jouw stagebedrijf.

35 Antwoordblad bij opdracht 3.2 Welke rechten en plichten gelden in jouw stagebedrijf? STAP 1 34 Vragen Antwoorden Heb je een stageovereenkomst? Welke afspraken zijn er gemaakt in de stageovereenkomst? Ja/nee Wat moet je doen als je tijdens jouw stage ziek wordt? Wat moet je doen als je problemen hebt bij het stagebedrijf?

36 Logboek Tijdens een stage leer je altijd nieuwe dingen. In het logboek kijk je terug op je werkzaamheden. Als je de vragen invult, kun je straks makkelijker met je docent en je praktijkopleider praten over wat je geleerd hebt. 1. Welke opdrachten waren nieuw voor je? Na het afronden van alle opdrachten, ga je na wat je hiervan hebt geleerd. Beantwoord de vragen hieronder. Geef één of meer voorbeelden: Welke opdrachten heb je wel eens eerder uitgevoerd (bijvoorbeeld op school of tijdens een simulatie)? 3. Was je tevreden over het resultaat van de opdracht? Leg uit waarom wel/niet. 4. Wat vonden jouw collega s van jouw manier van werken? 5. Wat vond jij moeilijk?

37 Logboek 6. Wat vond je makkelijk? Wat vond je leuk om te doen en waarom? 8. Wat vond je niet leuk om te doen en waarom niet? 9. Eventuele opmerkingen:

38 Beoordelingsformulier Algemeen functioneren nr aspect beoordeling* Punctualiteit De leerling arriveert op tijd op het werk en houdt zich aan afspraken. 2 Zorgvuldigheid De leerling levert zijn werk verzorgd af en gaat daarnaast netjes te werk. 3 Aanpassing in het bedrijf De leerling past zich goed (en met gemak) aan, aan de heersende bedrijfscultuur. 4 Toepassing van regels en procedures De leerling is zich bewust van regels en procedures en past ze toe. 5 Omgaan met kritiek De leerling krijgt (opbouwende) kritiek en doet er daadwerkelijk wat mee. 6 Problemen aangeven De leerling geeft tijdig en duidelijk aan wanneer er problemen zijn. 7 Omgaan met leiding De leerling accepteert leiding en vraagt zonodig om sturing. 8 Contacten intern De leerling onderhoudt goed (en plezierig) contact met collega's op het werk. 9 Contacten extern De leerling gaat goed (en plezierig) om met klanten en/of externe relaties tijdens het werk. 10 Inzet De leerling spant zich in voor het uitvoeren van zijn/haar taken, toont doorzettingsvermogen en is bereidwillig om werk op zich te nemen. 11 Initiatief De leerling neemt in voorkomende gevallen het initiatief, bijvoorbeeld door zelf een nieuwe taak voor te stellen of werkzaamheden op te pakken. 12 Werken binnen een organisatie De leerling houdt rekening met de bevoegdheden en taken van anderen. 13 Samenwerking De leerling kan goed samenwerken met collega s. 14 Leergierigheid en ambities De leerling wil graag nieuwe dingen leren en heeft belangstelling om het bedrijf beter te leren kennen. 15 Uiterlijk verzorging De persoonlijke verzorging en kleding van de leerling is passend voor het werk. * U kunt uw oordeel met een sterretje* toelichten; de toelichting graag op de achterzijde van dit formulier uitwerken. 37 NAAM STAGIAIR: NAAM BEDRIJF: NAAM PRAKTIJKOPLEIDER: BEOORDELINGSNORMEN: 4: Goed tot zeer goed 3: Voldoende 2: Voor verbetering vatbaar 1: Behoeft nog veel verbetering 0: Niet van toepassing op deze werkplek/ te weinig informatie om een oordeel te kunnen geven

39 Beoordelingsformulier Algemeen functioneren Toelichtingen /opmerkingen: 38 Handtekening praktijkopleider Datum

40 39

41 40

42 Kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven Disketteweg 6 Postbus BE Amersfoort Telefoon Fax info@ecabo.nl Website WOW2 2005/05