Geluidreductieplan. Auteur: Vrata Kartak. nummer:

Transcriptie

1 Geluidreductieplan Industrieterreinen Hoogewaard te Rijnwoude en Rijnhaven, Molenwetering, Gnephoek, Zaagmolenweg en Heimanswetering te Alphen aan den Rijn Auteur: Vrata Kartak nummer: Datum: 9 januari 2013

2 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 2 Inhoud Management samenvatting Inleiding Situatie Probleem Oplossing Wettelijk kader Conclusies quickscan Geluidreductieplan Maatregelen Maatwerkvoorschriften MTG woningen Woningen binnen de geluidzone Planning Resultaten Beleid Evaluatie na vijf jaar Vaststelling plan Beoordelingssystematiek Conclusie Bijlagen 1 Verklarende woordenlijst 2 Voorbeeld maatwerkvoorschrift 3 Rekenresultaten

3 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 3 Management samenvatting In 1991 zijn door middel van Koninklijk Besluit zes industrieterreinen gezamenlijk gezoneerd. Van de zes industrieterreinen liggen er vijf in Alphen aan den Rijn en één in Rijnwoude. De gezamenlijke geluidsproductie en ruimte van de bedrijven op de gezoneerde industrieterreinen wordt, op basis van de Wet geluidhinder (Wgh), bepaald door de geluidszone en door geluidsgevoelige objecten zoals woningen. Op de zonegrens geldt een maximale geluidsbelasting van 50 db(a). Hieruit volgt automatisch dat de gevelbelasting van woningen buiten de zonegrens niet meer mag bedragen dan 50 db(a). Ter plaatse van woningen binnen de geluidzone gelden meestal grenswaarden van 55 db(a). Dit zijn de wettelijke grenswaarden. Voor de bedrijven op de gezoneerde industrieterreinen geldt dat nieuwe of extra geluidsruimte alleen vergund kan worden als de wettelijke grenswaarden niet overschreden worden. Bij overschrijding(en) kunnen de vergunningspichtige bedrijven zich niet vestigen of uitbreiden, het industrieterrein zit daarmee op slot. Dit is het geval bij de gezamenlijk gezoneerde industrieterreinen zoals boven vermeld. Om het industrieterrein van slot te krijgen wordt gebruik gemaakt van één van de mogelijkheden die de Crisis- en herstelwet (Chw) biedt. Dit betreft een wijziging van de Wgh waardoor in situaties waar een overschrijding van de zonegrens optreedt een geluidreductieplan moet worden vastgesteld. In een geluidreductieplan kan worden bepaald dat niet gebruikte geluidruimte in bestaande geluidvoorschriften wordt afgeroomd. In het voorliggende reductieplan betekent dit dat door het opleggen van maatwerkvoorschriften aan bedrijven die onder het Activiteitenbesluit vallen de niet gebruikte geluidruimte wordt afgeroomd zodat voldaan wordt aan de wettelijke grenswaarden. Het daadwerkelijk treffen van fysieke maatregelen blijkt niet nodig te zijn zodat financiële gevolgen voor de bedrijven niet aan de orde zijn. De bedrijfsvoering van de onderzochte bedrijven wordt niet beperkt. De grenswaarden worden gerespecteerd zoals die ten tijde van de zonevaststelling van kracht waren. Een verruiming van de zonegrens blijkt niet nodig te zijn zodat de leefbaarheid in de omgeving van de industrieterreinen in vergelijking met de huidige situatie niet afneemt. Met het vaststellen van het geluidreductieplan is het industrieterrein van slot en worden nieuwe ontwikkelingen weer mogelijk gemaakt. Tenslotte, indien het geformuleerde beleid in een zonebeheerplan wordt voortgezet kan dit een duurzame oplossing zijn voor de zoneproblematiek.

4 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 4 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Alphen aan den Rijn en de gemeente Rijnwoude is door de Omgevingsdienst West-Holland onderzocht op welke wijze de geluidbelasting afkomstig van het industrieterrein Rijnhaven e.o. 1 kan worden beperkt zodat voldaan wordt aan de geldende grenswaarden. De Wet geluidhinder (Wgh) ziet toe op drie soorten geluidbronnen: industrie, wegverkeer en railverkeer. Kernbegrip binnen de hele wet is de geluidzone, een aandachtsgebied dat zich om of langs de geluidbron bevindt. Omdat het onderliggende onderzoek alleen betrekking heeft op industrie worden de geluidzones voor weg- en railverkeer in dit kader verder buiten beschouwing gelaten. Met een geluidzone rondom een industrieterrein wordt enerzijds beoogd om bedrijven gevestigd op het industrieterrein een passende geluidruimte te bieden om hun vergunde activiteiten te kunnen uitvoeren terwijl anderzijds de woonbebouwing in de directe nabijheid voldoende bescherming wordt geboden voor een goed woon- en leefklimaat. De zone is het gebied rondom het industrieterrein en de zogenoemde 50 db(a)- contour. Deze contour wordt de zonegrens genoemd waarbuiten de geluidbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 db(a) niet te boven mag gaan (artikel 40 Wgh). Veel industrieterreinen in Nederland zijn akoestisch overvol, zo ook het industrieterrein Rijnhaven e.o. in Alphen aan den Rijn en Rijnwoude. Een akoestisch overvol industrieterrein betekent dat de gecumuleerde geluidbelasting vanwege het industrieterrein op één of meer beoordelingspunten op de zone of bij woningen in de zone hoger is dan de geldende grenswaarde, waardoor in de praktijk geen milieuvergunning meer kan worden verleend. Deze overschrijding kan meerdere oorzaken hebben zoals een te krappe geluidzone, nalatig zonebeheer, verouderde akoestische onderzoeken of een combinatie van het voorgaande. Maar veelal ligt de oorzaak bij inrichtingen die vallen onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit of vergunninghouders die over meer geluidruimte beschikken dan zij nodig hebben. Met name de forfaitaire geluidruimte die bedrijven op grond van het Activiteitenbesluit wordt toegekend is in veel gevallen de oorzaak van overschrijdingen indien wordt uitgegaan van de vergunde situatie. Het is vaste jurisprudentie van de Raad van State dat hoe klein de overschrijding ook is, een aanvraag om een omgevingsvergunning moet worden geweigerd. Anders gezegd het industrieterrein zit op slot. Om dit probleem op te lossen is met het inwerkingtreden op 31 maart 2010 van de Crisis- en herstelwet de Wet geluidhinder gewijzigd en is het geluidreductieplan geïntroduceerd (artikel 67 Wgh). 1 Industrieterrein Rijnhaven e.o. bestaat uit de gebieden: Rijnhaven, Heimanswetering, Molenwetering, Gnephoek en Zaagmolenweg gelegen binnen de gemeente Alphen aan den Rijn en Hoogewaard gelegen binnen de gemeente Rijnwoude.

5 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 5 Bij overschrijding van de zone is de gemeente verplicht om een dergelijk plan op te stellen. Het reductieplan geeft een kwantitatieve akoestische onderbouwing hoe binnen vijf jaar aan de grenswaarden kan worden voldaan. In het geluidreductieplan kan worden bepaald dat in bestaande vergunningen de niet gebruikte geluidruimte wordt weggehaald of dat via maatwerkvoorschriften de uit het Activiteitenbesluit voortvloeiende forfaitaire geluidbelasting wordt afgeroomd. Hiermee wordt het mogelijk om op overvolle industrieterreinen een vergunning te verlenen dan wel een vergunning te wijzigen. In dit rapport worden maatregelen aangegeven waarmee de geluidbelasting van het industrieterrein Rijnhaven e.o. wordt beperkt en verminderd tot beneden de geldende grenswaarden. Daarnaast wordt het te voeren beleid beschreven waaraan getoetst zal worden bij nieuwe ontwikkelingen. Nadat dit rapport als geluidreductieplan door de gemeenten is vastgesteld is vergunningverlening en uitbreiding op het industrieterrein mogelijk waarbij het geluidreductieplan in acht moet worden genomen. Met andere woorden het industrieterrein is dan van het slot.

6 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 6 2 Situatie De basis van de zonering voor industrielawaai is gelegen in het bestemmingsplan. Wanneer in een bestemmingsplan de mogelijkheid wordt geboden om op een bepaald terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van grote lawaaimakers 2, is dat terrein een (gezoneerd) industrieterrein in de zin van de Wgh. Op grond van artikel 40 Wgh moet tegelijk met het ontstaan van een industrieterrein een zone rond het industrieterrein vastgelegd worden. Daarbij geldt op grond van hetzelfde artikel 40 Wgh (en artikel 53 voor bestaande zones) dat buiten de zone de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein de waarde van 50 db(a) niet te boven mag gaan. De geluidzone rond industrieterrein Rijnhaven e.o. is bij Koninklijk Besluit van 1 oktober 1991, nummer , ingevolge de wet vastgesteld. In onderstaande figuur 1 is het totale industrieterrein met de vastgestelde zonegrens weergegeven. De met blauw gearceerde gronden betreft percelen die overeenkomstig de tekening behorend bij het zonebesluit uit 1991 onderdeel uitmaken van het gezoneerde industrieterrein maar volgens het vigerende bestemmingsplan uit 1981 hebben deze percelen een agrarische bestemming. Het terrein gelegen in de gemeenten Alphen aan den Rijn en Rijnwoude beslaat een oppervlakte van 270 ha waarop circa 350 bedrijven zijn gevestigd. 2 In onderdeel D van bijlage I Besluit omgevingsrecht (Bor) is vastgelegd welke inrichtingen als grote lawaaimaker moeten worden beschouwd.

7 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 7 Figuur 1: Industrieterrein met zonegrens

8 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 8 3 Probleem Op het industrieterrein Rijnhaven e.o. is een scala aan bedrijven gevestigd die allemaal in meer of mindere mate geluid produceren. Deze individuele geluiduitstraling van de bedrijven is geschematiseerd als geluidbron naast andere akoestisch relevante objecten zoals bodemgebieden en gebouwen, in een rekenmodel ingevoerd. Met behulp van dit rekenmodel kan de totale geluidbelasting of de geluidbelasting per bedrijf op een willekeurig punt worden berekend. Het akoestisch rekenmodel van het gehele industrieterrein wordt ook wel het zonebewakingsmodel genoemd. Vanwege de complexheid van de problematiek, de onbekendheid van de huidige, actuele geluidsituatie is besloten om te beginnen met de uitvoering van een Quickscan 3. Om een goed beeld te verkrijgen van de situatie is voor de quickscan het akoestisch rekenmodel (technisch) geactualiseerd en gemoderniseerd 4. Uit het onderzoek ten behoeve van de quickscan blijkt dat er overschrijdingen zijn van de grenswaarden op de zonegrens en bij woningen binnen de zone in zowel gemeente Alphen aan den Rijn als in gemeente Rijnwoude. Het gevolg hiervan is dat nieuwe vergunningsplichtige bedrijven zich niet kunnen vestigen en uitbreidingen van bestaande bedrijven niet mogelijk zijn. In figuur 2 is de overschrijding van de grenswaarde op de zonegrens (middels pijlen) aangegeven. De oorzaak hiervan is veelal dat inrichtingen die vallen onder de algemene regels van het Activiteitenbesluit of vergunninghouders over meer geluidruimte beschikken dan zij nodig hebben. Met name de forfaitaire geluidruimte die bedrijven op grond van het Activiteitenbesluit 5 wordt toegekend is in veel gevallen de oorzaak van overschrijdingen. Immers de standaardgrenswaarde van 50 db(a) etmaalwaarde geldt op een afstand van 50 meter van de inrichting of bij de dichtstbijzijnde woning. Hiermee wordt vaak te veel geluidruimte aan bedrijven gegeven terwijl in de praktijk met minder geluidruimte voor de bedrijfsvoering kan worden volstaan. 3 Quickscan is een verkennend onderzoek naar de geluidproblematiek op het gezoneerde industrieterrein Rijnhaven e.o.,gemeente Alphen aan den Rijn en Milieudienst West-Holland d.d. maart Zonebewakingsmodel van het industrieterrein Rijnhaven e.o., Fine Tuning en Maatwerk, Milieudienst West- Holland maart Circa 61% van de bedrijven op het industrieterrein valt onder het regime van het Activiteitenbesluit

9 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 9 Figuur 2: Overschrijding grenswaarde op zonegrens.

10 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 10 4 Oplossing 4.1 Wettelijk kader Met het in werking treden van de Crisis- en herstelwet op 31 maart 2010 hebben een aantal wijzigingen plaatsgevonden in de wetgeving. Aan de Wet geluidhinder (Wgh) is artikel 67 toegevoegd en artikel 2.14 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is gewijzigd. Deze artikelen luiden als volgt: Artikel 67 Wgh 1. Indien de geluidbelasting buiten een bestaande zone vanwege een industrieterrein de waarde van 50 db(a) overschrijdt of op een of meer plaatsen binnen de zone of op de zonegrens de geluidbelasting hoger is dan de ten hoogste toegestane geluidbelasting, stellen burgemeester en wethouders voor het betreffende industrieterrein een geluidreductieplan vast. 2. Een geluidreductieplan bevat ten minste een beschrijving van: a. het te voeren beleid om de geluidbelasting binnen en buiten de bestaande zone te beperken b. de voorgenomen in de eerstvolgende vijf jaar te treffen maatregelen om de geluidbelasting binnen die periode voor het hele industrieterrein te verminderen tot beneden de bedoelde grenswaarden. c. De wijze waarop de vermindering van de geluidbelasting van het betreffende industrieterrein zal worden gerealiseerd indien de geluidbelasting binnen de onder b genoemde periode niet is verminderd tot beneden de grenswaarden. Artikel 2.14 Wabo, eerste lid sub c onder 3 In afwijking van onderdeel 2, neemt het bevoegd gezag, voor zover het de geldende grenswaarden betreft, die voortvloeien uit de in dat onderdeel genoemde artikelen uit de Wet geluidhinder, bij de beslissing op de aanvraag om een vergunning voor een inrichting, gelegen op een industrieterrein waarvoor een geluidreductieplan als bedoeld in artikel 67 van de Wet geluidhinder is vastgesteld het geldende geluidreductieplan in acht. De aanpassing van artikel 2.14 Wabo beoogt een oplossing te bieden bij akoestisch volle industrieterreinen. Het wordt mogelijk om een vergunning te verlenen of de bestaande vergunning te wijzigen, wanneer de gemeente voor een dergelijk akoestisch vol industrieterrein een geluidreductieplan (artikel 67 Wgh) maakt om de overschrijding van de grenswaarden binnen een bepaalde periode (vijf jaren) teniet te doen. In zo'n plan kan bijvoorbeeld worden opgenomen dat in bestaande vergunningen (niet gebruikte) geluidruimte wordt weggehaald of dat via maatwerkvoorschriften de uit het Activiteitenbesluit voortvloeiende forfaitaire geluidruimte wordt afgeroomd. Uiteraard kan het opstellen van een reductieplan alleen plaatsvinden in goed overleg met de betreffende partijen en de instemming van de betrokken bedrijven. Burgemeester en wethouders stellen het geluidreductieplan vast. Een geluidreductieplan wordt voorbereid met overeenkomstige toepassing van de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde procedure (artikel 67 lid 3 en 4 Wgh is van toepassing).

11 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 11 Het in acht nemen van een geluidreductieplan bij vergunningverlening vereist dat het plan (op bedrijfs- of kavelniveau) een kwantitatieve akoestische onderbouwing geeft hoe binnen vijf jaar aan de grenswaarden kan worden voldaan. Indien bij vergunningverlening toepassing wordt gegeven aan het eerste lid sub c onder 3 dan zal dit in de motivering moeten worden vermeldt (artikel 2.14,lid 4 Wabo). De wetswijziging heeft het dus mogelijk gemaakt dat er een nieuwe milieuvergunning kan worden verleend als het geluidreductieplan in acht wordt genomen, ook al is er op dat moment nog sprake van een overschrijding van de grenswaarden binnen of op de zonegrens. 4.2 Conclusies quickscan Ten aanzien van oplossingen voor de zoneproblematiek worden in het verkennende onderzoek (quickscan) onderstaande conclusies getrokken met betrekking tot het op te stellen geluidreductieplan. Het industrieterrein Heimanswetering kan akoestisch van de rest van de industrieterreinen worden gescheiden. Dit heeft als voordeel dat de geluidproblematiek van Heimanswetering beperkt wordt tot Heimanswetering zelf. Hiervoor is een paraplubestemmingsplanbesluit nodig om de zone op te knippen in twee nieuwe zones; Maatwerkvoorschriften zoals bedoeld in het wettelijk verplicht op te stellen geluidreductieplan kunnen tot een oplossing voor de zoneproblematiek leiden. De maatwerkvoorschriften zijn echter wel erg fors en kunnen met name op industrieterrein Heimanswetering tot kritische zonebelasting leiden. Er moet derhalve rekening mee worden gehouden dat voor Heimanswetering mogelijk een (zeer beperkte) zoneaanpassing met bijbehorende aanpassing van het bestemmingsplan moet plaatsvinden; Maatwerkvoorschriften voor de overige industrieterreinen zijn goed toepasbaar. Voorwaarde voor het van het slot halen is wel dat ook de problematiek ter hoogte van de MTG-woning op industrieterrein Hoogewaard moet worden opgelost aangezien het gecombineerde industrieterrein als geheel van het slot gehaald moet worden. Hiervoor is medewerking van de gemeente Rijnwoude noodzakelijk; Het opleggen van maatvoorschriften is een ingrijpende actie die tijd vergt. Daarnaast moeten naar mogelijkheden worden gezocht om de maatvoorschriften permanent op de locatie te leggen, dit onafhankelijk van het soort bedrijf dat er gevestigd is. Oplossingmogelijkheden moeten in gebiedsgericht geluidbeleid (zonebeheerplan) in combinatie met milieuzonering in bestemmingsplannen gezocht worden. Gezien het feit dat zowel aanpassing van voorschriften als een mogelijk zoneaanpassing noodzakelijk zijn om de industrieterreinen van het slot te halen is het omwille van de tijd verstandig beide trajecten gelijktijdig in te zetten.

12 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 12 Op grond van voortschrijdend inzicht en nadere beschouwing zijn de bovenstaande conclusies op twee punten gewijzigd. Dit betreft het afsplitsen van Heimanswetering van het resterende deel van het industrieterrein en de eventuele aanpassing van de geluidzone. Uit nadere beschouwing van de toepasbare maatwerkvoorschriften is inmiddels gebleken dat met deze voorschriften het mogelijk is om aan de grenswaarden van de wet te voldoen zodat een aanpassing van de zone op dit moment niet vereist is. In overleg tussen omgevingsdienst, provincie en gemeenten is besloten dat het efficiënter en praktischer is om voor het gehele industrieterrein één geluidreductieplan op te stellen en het hele industrieterrein hiermee van slot te krijgen in plaats van dit in twee stappen uit te voeren (namelijk eerst Heimanswetering en daarna de rest).

13 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 13 5 Geluidreductieplan Het reductieplan geeft een kwantitatieve akoestische onderbouwing hoe binnen vijf jaar aan de grenswaarden kan worden voldaan. In het geluidreductieplan kan worden bepaald dat fysieke maatregelen nodig zijn zoals bijvoorbeeld vervanging van lawaaiige apparaten door geluidarme uitvoeringen of toepassing van geluiddempers en omkastingen. Verder is het ook mogelijk dat in bestaande vergunningen de niet gebruikte geluidruimte wordt weggehaald of dat via maatwerkvoorschriften de uit het Activiteitenbesluit voortvloeiende forfaitaire geluidbelasting wordt afgeroomd. Verder dient in het plan aan de orde te komen het te voeren beleid om de geluidbelasting te beperken alsook welke stappen ondernomen worden indien de geluidbelasting binnen vijf jaar niet verminderd tot beneden de grenswaarden. Een van de conclusies uit het onderzoek van de Quickscan is dat maatwerkvoorschriften goed toepasbaar zijn en kunnen leiden tot een oplossing van de zoneproblematiek. Daarnaast is aangegeven dat ook eventuele overschrijdingen bij de (MTG) woningen 6 moeten worden opgelost om het industrieterrein van slot te krijgen. Zoals in hoofdstuk 4 aangegeven blijkt uit nader onderzoek in het kader van de maatwerkvoorschriften dat toepassing van deze voorschriften voldoende reducerend effect heeft op de geluidbelasting zodat aanpassing van de zonegrens (vooralsnog) niet aan de orde is. 5.1 Maatregelen Maatwerkvoorschriften Naar aanleiding van de conclusie uit het verkennende onderzoek (Quickscan) is voor de relevante bedrijven onderzocht welke maatwerkvoorschriften toegepast kunnen worden. Hierbij is als uitgangspunt gehanteerd dat de maatwerkvoorschriften geen belemmering vormen voor de bedrijfsvoering. Voorafgaand aan het opleggen van de maatwerkvoorschriften zijn de betreffende bedrijven middels een brief in kennis gesteld van het voornemen en zijn de bedrijven bezocht om de akoestische situatie goed in beeld te krijgen. Hierna zijn met een rekenmodel de maatwerkvoorschriften bepaald. Aan de onderstaande bedrijven opgenomen in tabel 1 zijn of zullen maatwerkvoorschriften worden opgelegd. Tabel 1: Bedrijven waar maatwerkvoorschriften worden opgelegd Adres nr. Bedrijf Handelsweg 4 Transportbedrijf Veldhoven H.Kamerlingh Onnesweg 7 Leeg kavel H.Kamerlingh Onnesweg 7A Leeg kavel H.Kamerlingh Onnesweg 9 Leeg kavel Hoogewaard hoek Weidedreef -/- Rioolgemaal Rijnland Kalkovenweg 6 Indoteak 6 Woningen gelegen binnen de geluidzone waarvoor hogere grenswaarden door bevoegd gezag zijn afgegeven

14 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 14 Adres nr. Bedrijf Kalkovenweg 10 Blue Rent A Car Autoverhuur Kalkovenweg 12 Bouw- en aannemersbedrijf Van de Voort BV Kalkovenweg 14 Enowa Kalkovenweg 14A Car Check Alphen Kalkovenweg 14B Leeg kavel Kalkovenweg 16 Beter-uit Reizen Kalkovenweg 22 IST Flight Training Kalkovenweg 23 Prov Zuid-Holland Kalkovenweg 23 Museum Boerhaave Kalkovenweg 32 Talba Nederland BV Kalkovenweg 34 H.G.O. Horeca- Grootkeuken Onderdelen BV Kalkovenweg 36 Omni Card Kalkovenweg 38 Zimmerman Kalkovenweg 46 Finkenflugel Dakbedekking Vof Kalkovenweg 50 AVH hobby dieren (wijziging) Kalkovenweg 50A Rakon Bouwprofiel (wijziging) Kalkovenweg 52 Orange Wellness Kalkovenweg 52A Autovisie Alphen Kalkovenweg 54 Flucon BV Kalkovenweg 58 Kewodak Dakdekkersbedrijf BV Kalkovenweg 60 Euromaster Kalkovenweg 62 VMBO Wellantcollege Koperweg 1 Autobedrijf Van Leijden BV Koperweg Aannemingsbedrijf Bruijnes Prinses Margrietlaan 3 Leeg kavel Prinses Margrietlaan 8 De Partijenloods Prinses Margrietlaan 8A Meubel Outlet Produktieweg 5 Leeg kavel Rijnhavenkade 2 Leen Bakker Rijnhavenkade 2A Leeg kavel Stuyvesantlaan 3 Leeg kavel Een voorbeeld van een maatwerkvoorschrift is in bijlage 2 opgenomen. In tabel 1 zijn ook een aantal lege kavels opgenomen waar weliswaar op dit moment nog geen inrichtingen gevestigd zijn maar gezien de ligging van de percelen in de directe nabijheid van de geluidzone (circa 50 meter), zijn voor bedrijven die zich hier zullen vestigen maatwerkvoorschriften noodzakelijk. In de berekeningen is hiervoor een fictieve bron opgenomen waarbij vooralsnog wordt uitgegaan van 40 db(a) op 50 meter MTG woningen Indien eerder verleende MTG waarden 7 worden overschreden dan zal worden onderzocht of het mogelijk is om de geluidbelasting te reduceren tot de vastgestelde waarde. Als blijkt dat dit niet mogelijk is dan worden de vastgestelde waarden aangepast. Reeds verleende waarden kunnen tot maximaal 60 db(a) worden verhoogd. Uit onderzoek blijkt dat met het opleggen van maatwerkvoorschriften zoals voorgesteld in bij alle MTG woningen wordt voldaan aan de door het 7 Besluit ministerie van VROM d.d. 12 augustus 1998 kenmerk MBG /1341

15 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 15 ministerie van VROM vastgestelde hoogste toelaatbare waarde van de geluidbelasting. In de door het ministerie gepubliceerde lijst van MTG woningen ontbreekt 1 woning namelijk Hoorn 418A te Alphen aan den Rijn (het bouwblok is vermoedelijk op enig moment gesplitst in nummer 418 en 418A). Deze woning was ten tijde van de zonevaststelling in 1991 reeds aanwezig en ondervond evenals woning Hoorn 418 (wel gemeld op de lijst) een geluidbelasting van meer dan 55 db(a). Voor woning Hoorn 418A zal alsnog een hogere waarde worden verleend gelijk aan de vastgestelde MTG waarde van 55 db(a) die voor Hoorn 418 geldt. Uit actuele berekeningen blijkt dat hieraan wordt voldaan Woningen binnen de geluidzone In het actualisatie onderzoek voor het zonebewakingsmodel blijkt dat er woningen (geen MTG woningen) binnen de geluidzone zijn gelegen waar de gevelbelasting 51 tot maximaal 55 db(a) bedraagt. Het grootste gedeelte betreft woningen gelegen aan de Eikenlaan, Esdoornstraat, Meidoornstraat, Elzenstraat, Dennenlaan, Gnephoek en s Molenaarspad allen te Alphen aan den Rijn. Deze woningen bestonden vóór de zonevaststelling en ondervonden ten tijde van de zonevaststelling een geluidbelasting van ten hoogste 55 db(a). Dit zijn dus geen saneringswoningen waarvoor een MTG waarde vastgesteld diende te worden. Deze woningen is van rechtswege een toelaatbare gevelbelasting van maximaal 55 db(a) toegekend. Voor woningen aan de Pegasusstraat zijn in het kader van het bestemmingsplan Heimanswetering hogere grenswaarden van 55 db(a) vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Deze waarden worden in de actuele situatie gerespecteerd zodat procedures voor aanpassing niet aan de orde zijn Planning De Omgevingsdienst West-Holland heeft begin 2012 de eerste ontwerp besluiten voor maatwerkvoorschriften ter inzage gelegd. Gezien het aantal van circa 40 maatwerkvoorschriften welke gefaseerd ter inzage worden gelegd en rekening houdend met de wettelijke termijnen voor de procedures is de verwachting dat de definitieve besluiten voor de maatwerkvoorschriften voor het einde van 2012 gereed zullen zijn. Bij de eerstvolgende bestemmingsplanprocedure (aanpassing bestemmingsplan industrieterrein) zal voor woning Hoorn 418A door Omgevingsdienst West- Holland een hogere waarde worden vastgesteld.

16 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina Resultaten De resultaten zijn in onderstaande figuur 3 weergegeven en in bijlage 3. Dit betreft de situatie waarbij de maatwerkvoorschriften aan de in paragraaf genoemde bedrijven zijn opgelegd. Zoals in figuur 3 is te zien wordt in deze situatie de zonegrens niet overschreden. Daarnaast blijkt uit de resultaten in bijlage 3 dat bij woningen wordt voldaan aan de geldende grenswaarden. Figuur 3: Berekende 50 db(a) contour na toepassing maatwerkvoorschriften

17 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina Beleid Aangezien uit berekeningen blijkt dat met het opleggen van de maatwerkvoorschriften vooralsnog de geluidbelasting voldoende wordt gereduceerd om de overschrijdingen teniet te doen zijn aanvullende maatregelen niet direct noodzakelijk. Omdat ook een duurzame oplossing voor de zoneproblematiek gewenst is, zal beleid gevoerd moeten worden waarmee dit bereikt kan worden en waar nieuwe ontwikkelingen aan getoetst zullen worden. De Omgevingsdienst West-Holland zal als bevoegd gezag voor zonebeheer de uitgifte van geluidruimte nauwlettend in de gaten houden om overschrijdingen van de grenswaarden te voorkomen en zodoende geluidruimte voor ontwikkelingen beschikbaar te houden. Hierbij zijn de onderstaande acties van belang. Actueel houden zonemodel Tijdens periodieke controles wordt nagegaan of zich op het industrieterrein relevante wijzigingen hebben voorgedaan in de bedrijfsvoering van bedrijven of wijzigingen van omgevingskenmerken. Indien een bedrijf in de avond- en/of nachtperiode niet actief is dan zal dat ook vertaald dienen te worden in (gewijzigde) voorschriften voor het bedrijf en in het zonemodel als zodanig worden opgenomen. Uiteraard alleen indien dit relevant voor de geluidbelasting op de zone of MTG woningen is. Doelmatigheid speelt hierbij een belangrijke rol. Een andere wijziging kan zijn het slopen van bedrijfsgebouwen of andere afschermende of reflecterende objecten. Ook dit dient in het model opgenomen te worden. Verwijderde bedrijven dienen in het model vermeld te worden met handhaving van de geluidbronnen. Hiermee blijft geluidruimte gereserveerd voor een nieuw (soortgelijk) bedrijf op dezelfde locatie. Hiervoor wordt een standaard geluidvermogen (db(a)/m 2 ) op het betreffende kavel gelegd gerelateerd aan de toegestane milieucategorie. Beste Beschikbare Technieken (BBT) De Beste Beschikbare Technieken is het beginsel dat er vanuit gaat dat een inrichting zoveel als economisch en technisch mogelijk is nadelige gevolgen voor het milieu beperkt. Dit is vastgelegd in artikel 2.14 lid 1 sub c onder 1 van de Wet milieubeheer. Bij vergunningverlening en maatwerkvoorschriften zal er op worden toegezien dat in de inrichting ten minste de voor de inrichting in aanmerking komende beste beschikbare technieken worden toegepast. Zonebeheer Zonebeheer is het bewaren van overzicht over de beschikbare en te beheren geluidruimte, het toedelen van de nog beschikbare geluidruimte en het bewaken van de vastgestelde zonegrenswaarden. Zonebeheer is een instrument voor de beoordeling van de huidige situatie en voor de beoordeling van de toekomstige ontwikkelingen op en rond een industrieterrein. Een zonebeheerplan zal voor het industrieterrein worden vastgesteld overeenkomstig artikel 164 Wgh. In hoofdstuk 6 wordt de wijze van verdelen van de geluidruimte zoals deze voor het geluidreductieplan zal gelden nader beschreven en toegelicht.

18 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina Evaluatie na vijf jaar Volgens artikel 67 Wgh, tweede lid onder c moet in het geluidreductieplan worden aangegeven op welke wijze de vermindering van de geluidbelasting zal worden gerealiseerd indien de geluidbelasting niet binnen vijf jaar is verminderd tot beneden de grenswaarden. In het geval dat hiervan sprake zal zijn dan zal de akoestische situatie op dat moment tegen het licht worden gehouden en zullen daar waar nodig maatregelen worden getroffen. Deze maatregelen kunnen bestaan uit: aanscherping van de vergunningsvoorschriften en maatwerkvoorschriften; treffen van fysieke maatregelen; vaststellen van hogere waarden; handhavend optreden bij overschrijding van geluidvoorschriften; aanpassen van de geluidzone; terughoudend omgaan met nieuwe ontwikkelingen. Aangezien de nu voorgestelde maatregelen en het geformuleerde beleid op realistische uitgangspunten zijn gebaseerd is de verwachting dat binnen de bedoelde periode van vijf jaar voldaan zal worden aan de grenswaarden. 5.4 Vaststelling plan De Omgevingsdienst West-Holland voert de milieutaken uit namens de gemeente Rijnwoude en Alphen aan den Rijn. De taken en bevoegdheden van de omgevingsdienst zijn vastgelegd in de Regeling Omgevingsdienst West-Holland en het daarbij behorend mandaat. Krachtens dit mandaat wordt het geluidreductieplan namens het college van Burgemeester en wethouders door de omgevingsdienst West-Holland vastgesteld. Een geluidreductieplan wordt voorbereid met overeenkomstige toepassing van de in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht geregelde uniforme openbare voorbereidingsprocedure (artikel 67, lid 3 en 4 Wgh is van toepassing). Artikel 67 Wgh 3. Een actieplan wordt voorbereid met overeenkomstige toepassing van de in afdeling 3.4 van de algemene wet bestuursrecht geregelde procedure, met dien verstande dat in afwijking van artikel 3.15 van de algemene wet bestuursrecht, eenieder zienswijzen naar voren kan brengen. 4. Burgemeester en wethouders stellen een actieplan niet vast dan nadat de gemeenteraad een ontwerp van het actieplan is toegezonden en deze in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en zienswijze ter kennis van burgemeester en wethouders te brengen. De procedure voor vaststelling van het plan ziet er als volgt uit. B&W beginnen met een kennisgeving van het voornemen tot vaststelling van het geluidreductieplan waarna het ontwerp van het plan zes weken lang ter inzage wordt gelegd. Vanaf het moment van terinzagelegging kan eenieder zienswijzen naar voren brengen.

19 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 19 Als er in genoemde procedure geen zienswijzen naar voren zijn gebracht, geldt een beslistermijn van vier weken nadat de termijn voor het naar voren brengen van zienswijzen is verstreken. Vervolgens moet het besluit tot vaststelling van het plan bekend worden gemaakt. Indien er wel zienswijzen naar voren worden gebracht geldt geen beslistermijn waarbinnen een besluit moet worden genomen. Na bestuurlijke vaststelling van het plan is het industrieterrein van het slot.

20 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 20 6 Beoordelingssystematiek In dit hoofdstuk wordt het beleid beschreven waaraan nieuwe ontwikkelingen worden getoetst om te beoordelen of deze in het geluidreductieplan passen. In het nog op stellen zonebeheerplan kan deze wijze worden voortgezet. Het te volgen beleid bestaat uit de onderstaande stappen. Opgemerkt wordt dat het bevoegd gezag de mogelijkheid heeft om gemotiveerd van het geformuleerde beleid af te wijken en indien een ontwikkeling akoestisch toelaatbaar is wil dat niet zeggen dat het bevoegd gezag niet om andere redenen de ontwikkeling onwenselijk acht. De onderstaande systematiek 8 voor beoordeling van nieuwe ontwikkelingen zal in het geluidreductieplan worden gevolgd. 1. Aanvraag omgevingsvergunning Wabo en melding activiteiten besluit Hierbij zal het gaan om uitbreidingen of nieuwe ontwikkelingen van bedrijven welke vallen onder het regime van het Activiteitenbesluit zoals type A en B inrichtingen of vergunningplichtige inrichtingen type C. Inrichtingen uit de categorie type C moeten bij een aanvraag altijd een akoestisch onderzoek indienen. Voor de overige bedrijven zal het bevoegd gezag aangeven of een akoestisch onderzoek bij een melding activiteitenbesluit in het kader van zonebeheer vereist is. In sommige situatie kan worden volstaan met opgave van activiteiten en werktijden zodat een inschatting van de geluidemissie kan worden gemaakt. 2. Inpasbaar binnen zone? De akoestische gegevens van het bedrijf worden ingevoerd in het zonemodel waarmee de geluidbelasting op de zonegrens wordt berekend. Een activiteit wordt als inpasbaar beschouwd indien de geluidbijdrage op de zone minder dan 30 db(a) bedraagt of indien de totale geluidbelasting op de zone niet meer dan 50 db(a) bedraagt. Indien ook woningen binnen de zone bij de inpasbaarheid betrokken moeten worden dan mag de bijdrage niet meer zijn dan de geldende grenswaarde minus 20 db(a) en de totale geluidbelasting mag niet meer dan de geldende grenswaarde bedragen. Antwoord stap 2: ja naar stap 3, nee terug naar stap 1 (aanpassen aanvraag) 3. Geluidbron voldoet aan huidige kavelbron? Dit is het geval als de nieuwe inrichting een lagere bijdrage ter plaatse van de zonegrens (en/of woning) kent dan de huidige inrichting. Een nieuwe inrichting op een nieuwe locatie kan hieraan niet getoetst worden en zal sowieso in de volgende stap (4) beoordeeld moeten worden. Antwoord stap 3: ja naar stap 5, nee naar stap 4 8 Systematiek overgenomen uit rapport van Peutz: Geluidreductieplan industrieterrein t Heen te Katwijk d.d. 27 oktober 2011 IB RA-001.

21 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina Toename geluid acceptabel? Een toename van de geluidimmissie kan acceptabel zijn als: a. de gemiddelde zonebelasting niet toeneemt; b. de bijdrage op de zonegrens kleiner blijft dan 30 db(a) en/of de bijdrage aan de gevelbelasting kleiner blijft dan de geldende grenswaarde minus 20 db(a); c. de ontwikkeling niet meer dan de helft van de beschikbare geluidruimte vraagt; d. na een bestuurlijke afweging. Antwoord stap 4: ja naar stap 5, nee terug naar stap 1 (aanpassen aanvraag) 5. Wordt voldaan aan BBT? Beste Beschikbare Technieken is het beginsel dat er vanuit gaat dat een inrichting zoveel als economisch en technisch mogelijk is nadelige gevolgen voor het milieu beperkt waarbij in de afweging doelmatigheid van de maatregelen een belangrijke rol speelt. Antwoord stap 5: ja naar stap 6, nee terug naar stap 1 (aanpassen aanvraag) 6. Geluidvoorschriften Tenslotte worden de toelaatbaar beoordeelde immissieniveaus vastgelegd in geluidvoorschriften in de vergunning of als maatwerkvoorschrift indien wordt afgeweken van de standaard voorschriften uit het activiteitenbesluit. Omdat punt c onder stap 4 een belangrijk uitgangspunt betreft wordt dit nader toegelicht. Indien bijvoorbeeld de geluidsbelasting op een punt op de zone 48 db(a) bedraagt dan is de beschikbare geluidruimte 2 db(a). Door de nieuwe ontwikkeling mag de geluidbelasting op dit punt dan maximaal tot 49 db(a) stijgen (= heersende geluidbelasting plus de helft van de geluidruimte). De bijdrage van de nieuwe ontwikkeling mag dus op dit punt maximaal 42 9 db(a) bedragen. Hiermee wordt beoogt om te voorkomen dat één ontwikkeling beslag legt op de hele geluidruimte zodat verdere uitbreidingen niet meer mogelijk zijn. De geluidbelasting van nieuwe ontwikkelingen wordt gecumuleerd met geluidbelasting zoals berekend met de maatregelen uit het geluidreductieplan en vervolgens beoordeeld volgens de systematiek zoals opgenomen in dit hoofdstuk. De aanvrager of diens adviseur ontvangt ten behoeve van het akoestisch onderzoek een kopie van het zonebewakingsmodel van het industrieterrein, het zogenaamde zonebewaking overdrachtsmodel (zom). De bestaande geluidbronnen van de inrichting waarvoor het model wordt uitgegeven, worden in het zom meegeleverd. De aanvrager of adviseur is alleen bevoegd om items binnen de grenzen van de inrichting te wijzigen, te verwijderen of aan te vullen db(a) logaritmisch opgeteld bij 48 db(a) is gelijk aan 49 db(a)

22 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 22 Ten overvloede zij vermeld dat het rekenmodel als Geomilieumodel (DGMR) wordt uitgegeven en ook in dat formaat ingenomen zal worden.

23 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 23 7 Conclusie Met het vaststellen van het geluidreductieplan worden nieuwe ontwikkelingen weer mogelijk gemaakt voor bedrijven op het industrieterrein Rijnhaven e.o. Een aantal bedrijven heeft weliswaar niet gebruikte geluidruimte ingeleverd maar daardoor is er wel geluidruimte ten gunste van bedrijven vrijgekomen. Het daadwerkelijk treffen van fysieke maatregelen blijkt niet nodig te zijn zodat financiële gevolgen voor de bedrijven niet aan de orde zijn. Ook wordt de bedrijfsvoering van de onderzochte bedrijven niet beperkt. De grenswaarden worden gerespecteerd zoals die ten tijde van de zonevaststelling van kracht waren. Een verruiming van de zonegrens blijkt niet nodig te zijn zodat de leefbaarheid in de omgeving van de industrieterreinen in vergelijking met de huidige situatie niet afneemt. Het gestelde in het geluidreductieplan kan gerealiseerd worden zonder verlies aan geluidskwaliteit ter hoogte van woningen mits voldaan wordt aan de beleidsuitgangspunten in het plan. Indien het geformuleerde beleid in een zonebeheerplan wordt voortgezet kan dit een duurzame oplossing zijn voor de zoneproblematiek.

24 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 24 Bijlage 1 Verklarende woordenlijst A-weging Correctie per octaafband op het ongewogen geluidsniveau, waarmee rekening wordt gehouden met de frequentieafhankelijke gevoeligheid van het menselijk gehoor. Absorptie Mate waarin het geluid door een object wordt geabsorbeerd (opgenomen). Objecten met een poreuze structuur absorberen meer dan harde en vlakke objecten. De mate van absorptie is omgekeerd evenredig met de mate van reflectie. Achtergrondgeluid Geluid afkomstig van doorgaans niet duidelijk herkenbare, vaak veraf gelegen bronnen of bronnen waarvan de afzonderlijke bijdrage niet kan worden bepaald. Avondperiode De beoordelingsperiode van tot uur Beste Beschikbare Technieken (BBT) Wat als BBT moet worden aangemerkt is formeel geregeld in de BREF's, welke voortvloeien uit de IPPC-richtlijn en voor verschillende sectoren zijn vastgesteld, en in de (Nederlandse) Regeling aanwijzing BBT-documenten. In de Regeling aanwijzing BBT-documenten zijn geen documenten ten aanzien van de geluidsaspecten aangewezen. In veel BREF's is geluid, voor zover al als onderdeel in de BREF opgenomen, meestal maar summier behandeld. In enkele BREF's is een range aangegeven waarbinnen een bronvermogen dient te liggen of is een specifieke techniek of maatregel voorgeschreven. Meestal wordt alleen aangegeven dat geluidmonitoring moet worden toegepast. In enkele gevallen wordt meer generiek aangegeven dat geluidsreductie mogelijk is door bijvoorbeeld gesloten deuren en ramen, beperkte en aangepaste bedrijfstijden/openingstijden, geluidsdempers, akoestische afscherming. Wanneer er voor de (activiteiten binnen) betreffende inrichting geen BREF van toepassing is, zal voor de toepassing van BBT bij geluid gekeken moeten worden naar wat gangbaar is voor het bronvermogen van een bepaalde bron of activiteit. Feitelijk is dat dan toepassing van de stand der techniek. Bedrijfsduurcorrectieterm Correctie voor de duur dat een bron in werking is ten opzichte van de beoordelingsperiode. Een bron die maar voor de helft van de dagperiode in werking is geldt een bedrijfsduurcorrectie van 3 db. Bedrijfstoestand Toestand van een inrichting, die relevant is voor te verrichten metingen. Beoordelingshoogte De hoogte van het beoordelingspunt boven het maaiveld.

25 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 25 Beoordelingsperiode Tijdsperiode die relevant is voor de beoordeling van het geluid. In het algemeen betreft de dag-, avond- en/of nachtperiode. Beoordelingspunt Het punt waar het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau wordt gemeten of berekend en waar getoetst wordt aan (eventuele) grenswaarden. Bodemdemping Wijze waarop het geluid wordt verzwakt of versterkt als gevolg van reflectie van het geluid tegen de bodem. Bronsterkte of bronvermogen Maat voor de hoeveelheid geluid die een bron uitstraalt (emitteert). Decibel (db) Eenheid voor de sterkte van het geluid (ongewogen). Decibel (db(a)) Eenheid voor de sterkte van het geluid (A-gewogen). Dagperiode De beoordelingsperiode van tot uur Equivalent geluidsniveau Het energetisch gemiddelde van de fluctuerende niveaus van het ter plaatse, in de loop van een bepaalde periode optredende geluid. Etmaalwaarde De hoogste van de volgende drie waarden: LAr,LT over de dagperiode; LAr,LT over de avondperiode + 5 db; LAr,LT over de nachtperiode + 10 db. Geluidsbelasting Etmaalwaarde van het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau. Geluidsbelasting vanwege een industrieterrein Etmaalwaarde van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) in db(a) op een bepaalde plaats afkomstig van een bepaalde bron of brongroep of inrichting(en) gelegen op een zoneringsplichtig industrieterrein. Geluidsimmissie Maat voor de hoeveelheid geluid die bij de ontvanger optreedt (immissie=ontvangen). Geluidsemissie Maat voor de hoeveelheid geluid die bij de bron uitstraalt (emissie=uitzenden). Gestandaardiseerd immissieniveau Het equivalente geluidsniveau dat tijdens een bepaalde bedrijfstoestand onder meteoraamomstandigheden op een bepaalde plaats en hoogte wordt vastgesteld.

26 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 26 Gevel Een bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak. Gevelreflectie Het effect van de reflectie van het geluid tegen de gevel, waardoor het geluidsniveau dat vóór de gevel wordt gemeten met 3 db verhoogd wordt (verdubbeling). Wanneer het invallende geluidsniveau moet worden beoordeeld moet de gemeten waarde met 3 db worden verlaagd alvorens getoetst kan worden aan de norm. Dove gevel Een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidsbelasting van die constructie en 33 db onderscheidenlijk 35 db(a), alsmede een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidsgevoelige ruimte. Geometrische uitbreiding De wijze waarop het geluidsniveau als functie van de afstand wordt verzwakt. Voor een puntbron zal het geluidsniveau met 6 db per afstandsverdubbeling afnemen. Voor een lijnbron is dat 3 db per afstandsverdubbeling. Grenswaarde Op een beoordelingspunt nader te definiëren maximaal toelaatbaar geacht geluidsniveau. Handleiding meten en rekenen industrielawaai De Handleiding meten en rekenen industrielawaai is in 1999 door VROM uitgegeven en heeft als doel voorschriften, wenken en randvoorwaarden te stellen voor meet- en rekenmethoden om geluid afkomstig van inrichtingen vast te stellen. De Handleiding geeft technische procedures aan voor zowel zonering in het kader van de Wet geluidhinder, als voor vergunningverlening en handhaving in het kader van de Wet milieubeheer en algemene regels. De Handleiding heeft in het kader van de Wet geluidhinder en het Activiteitenbesluit de status van een wettelijke meet- en rekenvoorschrift. Handreiking industrielawaai en vergunningverlening De Handreiking industrielawaai en vergunningverlening is in 1998 door VROM uitgegeven en beoogd een hulpmiddel te bieden aan de overheden bij het voorkomen en beperken van hinder door industrielawaai in het kader van de vergunningverlening en het stellen van nadere eisen op grond van de (oude) AMvB's ex artikel 8.40 Wet milieubeheer. De Handreiking heeft geen formele juridische status, maar kan ruim 10 jaar na het uitkomen gezien worden als een algemeen geaccepteerde en veelvuldig toegepaste richtlijn voor de beoordeling van de akoestische aspecten bij het verlenen van een milieuvergunning. Hertz (Hz) Eenheid voor de frequentie van het geluid.

27 Geluidreductieplan Rijnhave e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 27 IL-HR Richtlijnen voor karakterisering en meting van omgevingsgeluid, uitgegeven in Immissiepunt De plaats waar het geluidsniveau wordt bepaald. Immissierelevante bronsterkte Het geluidsvermogen in octaafbanden of in db(a) van een denkbeeldige monopool, gelegen in het centrum van de werkelijke geluidsbron, die in de richting van het immissiepunt dezelfde geluidsdrukniveaus veroorzaakt als de werkelijke geluidsbron. Impulsachtig geluid Geluid met een op het beoordelingspunt (binnen het aldaar aanwezige geluid) duidelijk waarneembaar impulskarakter. De waarneembaarheid van het impulskarakter vindt op subjectieve wijze plaats. Incidentele bedrijfssituatie (12 dagen-criterium) Het is vanuit de jurisprudentie inmiddels geaccepteerd dat ontheffing kan worden verleend om maximaal 12 maal per jaar activiteiten uit te voeren die meer geluid veroorzaken dan de geluidgrenzen voor de RBS uit de vergunning. Uitgangspunt hierbij is dat het per keer steeds gaat om één, aaneengesloten, periode van maximaal een etmaal. De incidentele bedrijfssituatie wordt ook wel het 12 dagen-criterium of de uitzonderlijke bedrijfsomstandigheden (UBO) genoemd. De ontheffing in het kader van het 12 dagencriterium is geen recht. Het bevoegd gezag zal steeds een afweging van belangen moeten maken, mede in relatie tot de hiervoor beschreven regelmatige afwijkingen van de representatieve bedrijfssituatie en de cumulerende effecten. Het is daarom gewenst dat reeds bij de aanvraag de toepassing van het 12 dagencriterium wordt omschreven, zodat derden zich er over kunnen uitspreken. Jurisprudentie en toepassing van BBT vereisen dat in dergelijke gevallen wordt afgewogen in hoeverre de hinder kan worden beperkt. Industrieterrein Een terrein waaraan in hoofdzaak een bestemming is gegeven voor de vestiging van inrichtingen en waarvan de bestemming voor het gehele terrein of een gedeelte daarvan de mogelijkheid insluit van vestiging van inrichtingen, behorende tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie van inrichtingen, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken. Inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken Inrichtingen die zijn aangewezen in artikel 2.1, lid 3 van het Besluit Omgevingsrecht. Deze inrichtingen worden ook wel aangeduid als voormalige 'Ainrichtingen' of 'grote lawaaimakers'. In gevolge artikel 40 van de Wet geluidhinder kunnen dergelijke inrichtingen alleen gevestigd zijn op een industrieterrein waaromheen, in het bestemmingsplan, een zone van 50 db(a) is vastgelegd. Hieronder vallen, afhankelijk van de capaciteit, vermogen of productieoppervlak, o.a. asfaltcentrales, betonmortelcentrales, betonwarenfabrieken, afvalwaterzuiveringen, transformatorstations, raffinaderijen, zuivelfabrieken en glasfabrieken.

28 Geluidreductieplan Rijnhaven e.o. Omgevingsdienst West-Holland Pagina 28 Invallend geluidsniveau Het geluidsniveau dat op een gevel invalt zonder dat hierbij de eigen gevelreflectie betrokken wordt. LAeq Eenheid voor het equivalente geluidsniveau in db(a). LAr,LT Eenheid voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in db(a). LAmax Eenheid voor het maximale geluidsniveau in db(a). Ldag Beoordelingsniveau voor de dagperiode. Lavond Beoordelingsniveau voor de avondperiode. Lnacht Beoordelingsniveau voor de nachtperiode. Letmaal Etmaalwaarde van het beoordelingsniveau. LWR Eenheid voor de immissierelevante bronsterkte in db of db(a). L95 Gemeten (statische) geluidsniveau dat gedurende 95% van de tijd wordt overschreden in db(a). Laagfrequent geluid Laagfrequent geluid is geluid met frequenties beneden de 100 Hz. Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau Beoordelingsniveau voor toetsing aan de richt- en grenswaarden voor het equivalent geluid. Het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau is gedefinieerd als de energetische som van de langtijdgemiddeld deelbeoordelingsniveaus. Langtijdgemiddeld deelbeoordelingsniveau Equivalent A-gewogen geluidsniveau op een beoordelingspunt over een specifieke beoordelingsperiode ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een beoordelingspunt, zo nodig gecorrigeerd voor de aanwezigheid van impulsachtig geluid, zuivere tooncomponent of muziekgeluid. Langtijdgemiddeld deelgeluidsniveau Equivalent A-gewogen geluidsniveau over een specifieke beoordelingsperiode ten gevolge van een specifieke bedrijfstoestand op een immissiepunt, bij een meteo gemiddelde geluidsoverdracht, zo nodig gecorrigeerd voor de gevelreflectie.