SCHOOLGIDS. Thriantaschool. THRIANTASCHOOL voor ZML SO/VSO. hoofdgebouw en postadres, Zuidlaarderbrink 4

Transcriptie

1 SCHOOLGIDS Thriantaschool naam school THRIANTASCHOOL voor ZML SO/VSO hoofdgebouw en postadres, Zuidlaarderbrink 4 locatie VSO 7812 GE Emmen telefoon fax adres administratie@zml-thriantaschool.nl Website locatie SO Balingerbrink SN Emmen Banknummer Naam directeur H. Rijnsent

2 inhoudsopgave titelblad Inhoudsopgave een woord vooraf 1 de school 2 waar de school voor staat 3 de organisatie van het onderwijs 4 de zorg voor de leerlingen 5 het onderwijspersoneel 6 de ouders 7 de ontwikkeling van het onderwijs in de school 8 de resultaten van het onderwijs 9 regeling school- en vakantietijden 10 namen en adressen 11 afkortingen

3 EEN WOORD VOORAF - Waarom een schoolgids voor ouders? De Thriantaschool is een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. Een van de vormen van onderwijs die zich onderscheidt van het reguliere onderwijs. Om duidelijk te maken op welke wijze wij ons onderscheiden; wat het kenmerk is van het ZML-onderwijs en om aan te geven wat de ouders/verzorgers van ons kunnen en mogen verwachten, is deze schoolgids van de Thriantaschool samengesteld. De schoolgids komt tot stand na instemming van de Medezeggenschapsraad en wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Naast deze schoolgids wordt jaarlijks een handzame schoolkalender uitgegeven met actuele informatie betreffende het schooljaar. - Wat staat er in deze schoolgids? In deze schoolgids zult U aantreffen op welke wijze het onderwijs gestalte krijgt op de Thriantaschool. Ook leggen we uit wat de plaats van onze school binnen het gehele onderwijs en binnen het REC, Regionaal Expertise Centrum Noordoost Nederland Cluster 3 is. U kunt lezen op welke wijze de leerlingen worden opgevangen en hoe de contacten met de ouders/verzorgers worden onderhouden. Ook treft U aan hoe de resultaten worden bijgehouden en op welke manier wij komen tot handelingsplannen en hoe deze worden geëvalueerd met de ouders/verzorgers. Wij hopen dat deze schoolgids in een behoefte zal voorzien. Met vriendelijke groet, H. Rijnsent, directeur. J. Schaafsma-Wolters, adjunct-directeur, SO. I. Prinsen-Maatje, adjunct-directeur, VSO. Indien de ouders/verzorgers wensen of suggesties hebben betreffende de inhoud of de kwaliteit van de schoolgids, dan kunnen zij contact opnemen met de schoolleiding.

4 1. DE SCHOOL 1.1 Naam, richting. De Thriantaschool is een openbare school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan Zeer Moeilijk Lerenden. Op 1 april 1972 is de school als een neutraal bijzondere samenwerkingsschool opgericht doch vanaf valt zij onder de gemeente Emmen, dus het openbaar onderwijs. Er wordt thans gesproken over Zeer Moeilijk Lerenden, daar de leerlingen tot 20 jaar op school kunnen zitten en er dan niet meer over kinderen gesproken wordt. Vanaf september 2001 maakt de Thriantaschool officieel deel uit van het Regionaal Expertise Centrum Noordoost Nederland. De school heeft een duidelijke regiofunctie. 1.2 Directie: H. Rijnsent, directeur. J. Schaafsma-Wolters, adjunct-directeur, SO. I. Prinsen-Maatje, adjunct-directeur, VSO. 1.3 Situering van de school: Bijna 25 jaar lang was de school gesitueerd in een houten onderkomen aan de Valtherzandweg in de wijk Emmermeer. De Thriantaschool is sedert januari 1997 gevestigd in een geheel verbouwde en aangepaste voormalige lagere school aan de Zuidlaarderbrink 4 te Emmen in de wijk Bargeres. Vanaf augustus 2000 was er een 1 e dependance, op loopafstand, in OBS de Brink, ingang Ruinerbrink 214 te Emmen. De jongste groepen verbleven daar samen met een groep van het KDC. In januari 2003 werd een tweede dependance in gebruik genomen in de Willem- Alexanderschool, alwaar de bovenbouw van het SO gehuisvest werd. Begin juli 2006 is het gehele SO gehuisvest in het gebouw van de Balingerbrink 178. Langs het hoofdgebouw, met de gehele VSO afdeling, loopt de Brinkenweg, een doorgaande, drukke verkeersader. Bij het VSO is een speciale busparkeerplaats gecreëerd, waardoor de leerlingen veilig kunnen in- en uitstappen en vervolgens naar het, door hekken begrensde, schoolplein lopen. De afdeling VSO heeft 2 gescheiden schoolpleinen. De dependance heeft een eigen schoolplein en uitstapplaatsen voor de bus. Winkels zijn op loopafstand. Vlakbij de schoolgebouwen zijn bushaltes van de stadsdienst, terwijl de Brinkenhalte van de NS op loopafstand is. De school beschikt over een eigen gymzaal (locatie Zuidlaarderbrink) en maakt ook gebruik van de gymzaal aan de Mantingerbrink. Voor het zwemmen maakt de school gebruik van het zwembad van de Trans in de wijk De Rietlanden en van het Aquarenabad te Emmen, voor een bepaalde groep leerlingen die oefenen voor het zwemdiploma. Leerlingen uit de gehele Zuidoosthoek van Drenthe en soms daarbuiten, bezoeken de school. Het vervoer van en naar de school geschiedt met busjes en wordt door diverse gemeenten geregeld. De Commissie van Begeleiding van de Thriantaschool adviseert in voorkomende gevallen over de meest geschikte wijze van vervoer voor een bepaalde leerling.

5 1.4 Schoolgrootte De school heeft een grootte van ongeveer 167 leerlingen verdeeld over 15 groepen, waarvan 7 groepen SO, 8 groepen VSO waaronder 1 structuurgroep. De groepen zijn deels gevormd naar leeftijd, maar toch steeds meer gericht op de hulpvraag van de leerling en tevens steeds meer naar niveau. Vanaf februari 2007 wordt in een aantal groepen extra zorg ingezet, gefinancierd vanuit de zorgverzekeraar. Op dit moment maken we gebruik van de zorg van de Leite en van de Trans. Deze zorgvoorziening komt bovenop de onderwijsindicatie. Het SO loopt van 4 jaar - ±13 jaar en het VSO van ± 13 jaar tot uiterlijk 20 jaar. Gestreefd wordt naar het verlaten van de school op 18 jarige leeftijd. Binnen het VSO is een structuurgroep. Hierin worden leerlingen die veel structuur behoeven (tijdelijk) geplaatst. De groep draait een geheel eigen programma. Voor leerlingen die gebaat zijn bij een praktische manier van leren zijn 2 Totaal Pakketgroepen (TP-groep) geformeerd, 1 in onderbouw en 1 in de bovenbouw. Sedert april 2007 zijn deze groepen gehuisvest in 2 semipermanente lokalen, geplaatst tegen het schoolgebouw Zuidlaarderbrink.

6 2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Doelgroep en uitgangspunten. De poging om de doelgroep van de ZML-school gedetailleerd te omschrijven is tot mislukken gedoemd. In ieder geval hebben de leerlingen een verstandelijke beperking en dienen de leerlingen een indicatie voor cluster 3 te hebben. De groep is zeer heterogeen. Ieder kind heeft immers specifieke mogelijkheden en beperkingen. We kunnen daarom slechts in algemene zin aangeven dat de doelgroep zich kenmerkt door de beperkingen die de leerlingen hebben bij het aanleren van vaardigheden en het verwerven van kennis. We spreken in dit kader liever over beperkingen en niet van handicaps. Omgevingsfactoren bepalen namelijk sterk of iemand als gehandicapt wordt aangemerkt of niet. Ondanks de beperkingen bij het verwerven van kennis en vaardigheden achten we de leden van deze doelgroep toch in staat om later als volwassene betrekkelijk efficiënte en sociale mensen te worden met een bescheiden niveau van zelfstandigheid en doelmatigheid, maar zeker in staat tot participatie. Visie van de Thriantaschool op het geven van onderwijs aan leerlingen met een verstandelijke beperking: Wij geven onderwijs aan leerlingen van 4 tot 20 jaar met een verstandelijke beperking. Ieder mens is een sociaal wezen, dat relaties wil hebben en onderhouden met andere mensen. Wij accepteren de verstandelijke beperking van onze leerlingen en we accepteren de consequenties die dit voor het functioneren van de leerling met zich meebrengt. Voor de organisatie binnen de Thriantaschool betekent dit dat wij de autonomie van onze leerlingen willen vergroten en hen zoveel mogelijk zelfverantwoordelijkheid willen geven. We vinden dat deze visie juist vanuit de organisatie en zijn medewerkers gestalte moet krijgen. Dit betekent dat we een lerende organisatie willen zijn, waar verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie komen te liggen en waarbij de competenties van teamleden zoveel mogelijk worden benut. Wij willen onze visie realiseren door actief samen te werken met anderen, met als doel de zelfstandigheid van de leerlingen te vergroten, zodat zij binnen de samenlevingsverbanden van gezin, dagbesteding en vrije tijd zo zelfredzaam mogelijk zijn. Missie: We geven onderwijs aan leerlingen om hen zo autonoom mogelijk hun potentiële competenties optimaal te laten ontwikkelen en hun verworven competenties te laten gebruiken in een sociale omgeving waarin ze gewaardeerd en gerespecteerd worden. Ons Uitgangspunt is anders gezegd: IEDER MENS IS SPECIAAL Doelgroepbeschrijving: Door het wegvallen van de ondergrens (instroom laag niveau leerlingen) en de onafhankelijke indicatiestelling (wat een grotere instroom vanuit andere soorten onderwijs tot gevolg heeft), wordt de diversiteit aan hulpvragen van leerlingen groter. Het vraagt een grote alertheid van het managementteam om in te spelen op deze hulpvraag van de leerling; de veranderende populatie vereist namelijk een andere aanpak en organisatie van het onderwijs op onze school. Zowel binnen het SO als VSO zijn er, naast de reguliere groepen, zogenaamde TP-groepen (Totaal-Pakket) gestart, waarin de leerlingen vooral ervaringsgericht praktisch onderwijs krijgen. Binnen het VSO is er daarnaast nog een theoretisch-structuurgerichte groep, waarin maximaal 8 leerlingen onderwijs krijgen die naast de verstandelijke beperking een

7 probleem op sociaal-emotioneel gebied hebben. Het starten van een dergelijke structuurgroep binnen het SO ligt in de lijn der verwachting.een vrij algemeen kenmerk van onze leerlingen is hun leerkrachtafhankelijkheid. Dit is geen gewenste situatie, we streven immers naar zelfstandigheid. Dit vraagt van de organisatie beleid op eenduidige afspraken in aanpak gedrag. Zo moeten klassenregels/schoolregels en leerlingkenmerken voor alle betrokkenen eenduidig en op eenvoudige wijze te achterhalen zijn. Een goede registratie in de klassenmap is hiervoor een vereiste. Anders gezegd: we proberen de leerling zo goed mogelijk te ontwikkelen en te begeleiden, zodat hij/zij zo goed mogelijk kan functioneren in de eigen leefwereld en in de maatschappij, zowel nu als in de toekomst. Met een zo goed mogelijk functioneren wordt bedoeld: een zo zelfstandig mogelijk functioneren als individu en sociaal mens, waarbij in ieder geval de geluksbeleving van het kind ( ook later als volwassene ) een centrale plaats moet innemen. De mate van beantwoording aan deze doelstelling hangt af van: - de eigen mogelijkheden - de wijze van begeleiding - de mogelijkheden die het kind heeft gehad. - Verdere uitgangspunten. Binnen ons ZML-onderwijs wordt gewerkt naar een drietal samenlevingsverbanden: 1. Gezin. De plaats in een gezin, ook in een andere vorm als b.v. het gezinsvervangend tehuis. 2. Zinvolle dagbesteding, eventueel in een bedrijf, sociale werkvoorziening, dagcentrum voor volwassenen. 3. Vrijetijdsbesteding buitenshuis: b.v. sport, hobby, dansclub etc. Om zo zelfstandig mogelijk in de maatschappij te kunnen functioneren en te kunnen communiceren dienen een aantal eisen en doelen gesteld te worden: 1. Zelfstandigheid: Het bijbrengen van vaardigheden en gewoonten, waardoor de leerling sociaal vaardig wordt, dus het aanleren van zelfredzaamheid en praktische vorming. 2. Communicatie: Alle activiteiten die betrekking hebben op het gebruik en het verstaan van de communicatiemiddelen: spreken, luisteren en voor zover mogelijk: lezen, schrijven, rekenen, tijdsbegrip. De spraak- en taalontwikkeling is van wezenlijk belang. 3. Socialisatie: Vaardigheden die nodig zijn om met en naast anderen te leven. 4. Bezigheden: Bekwaamheden waardoor iemand nuttig en geschikt is om bij te dragen in eigen levensonderhoud, b.v. door middel van arbeid, of in staat is om zichzelf bezig te houden. - Prioriteiten: - Bij het aanleren van allerlei vaardigheden dient de functionaliteit altijd voorop te staan. De vraag: Wat kan de leerling er mee in de maatschappij? dient dus talloze malen gesteld te worden. Dit heeft consequenties voor het aanbod en de rangschikking van de leerstof. - Samenwerking met ouders/verzorgers achten wij van groot belang. Samen met elkaar en gebruik makend van elkaars deskundigheid, zal het effect van het onderwijs veel groter zijn. Een voortdurende dialoog is daarom noodzakelijk.

8 Organigram SO: KDC`S / MKD BASISSCHOOL / SBO LEERGROEPEN VLINDERS 4-6jr. 8 lln. VISSEN 6-8jr. 10 lln. KIKKERS 8-9jr. 9-11jr. PRAKTIJKGROEP DOLFIJNEN 9 11 jr 12 lln. BIJEN 9-10/11jr 12 lln. IJSBEREN 11-12/13jr 12 lln. GIRAFFEN 11-12/13jr 12 lln. - VSO-ZML - SBO - Praktijkonderwijs - VSO-TP - Dagcentrum

9 Organigram VSO: SBO SO-ZML Praktijk onderwijs VSO Praktijk gericht Gedragsgericht Cognitiegericht TP-onderbouw Regulier VSO 2 TP-bovenbouw VSO 5 (Dac-GROEP) Struc. Groep VSO 4 Regulier VSO 3 Regulier VSO 6 Regulier VSO 7 Arbeidsgroep VSO Dagcentrum OPDC PRO LWOO RENN 4 EMCO Vrije bedrijf

10 2.2 Het klimaat van de school Het pedagogisch klimaat van de school bestaat onder andere uit alle afspraken en omstandigheden die van invloed zijn op de sfeer in de school, de omgang met elkaar leerlingen, ouders / verzorgers, collega s. Door dit klimaat wordt er zorg gedragen voor een zo optimaal mogelijke leeromgeving. De basishouding van de teamleden naar de leerlingen toe is er een, die niet veel afwijkt van onze houding naar de kinderen en volwassenen in de maatschappij. Men wordt serieus genomen, er wordt vertrouwen geschonken en er wordt geluisterd. En men heeft respect voor elkaars meningen en opvattingen. We willen uitgaan van de mogelijkheden van het kind, doch tevens rekening houden met en zoveel mogelijk tegemoet komen aan, de wensen van de maatschappij van nu, maar ook die van de toekomst. We vinden het belangrijk dat leerlingen zich individueel kunnen ontplooien, maar ook dat zij, al op jonge leeftijd, deel uit kunnen maken van een groep. Wij zullen daarbij rekening moeten houden met hun eigen beperkingen, maar ook met die van de groep. De school wil veiligheid bieden in meer algemene zin. Voor velen zal dat een plek zijn waar je je thuis voelt, voor anderen een plaats waar je veel structuur ervaart en altijd weet waar je aan toe bent. Binnen het team, maar ook met de leden van de Medezeggenschapsraad en individuele ouders, wordt vaak gesproken over allerlei factoren, die het klimaat van de school bepalen. Wij proberen daarbij altijd open te staan voor suggesties ter verandering of verbetering van dit klimaat Samenwerking in het REC NON cluster 3 De Thriantaschool behoort tot het Regionaal Expertise Centrum (REC) Noordoost Nederland, cluster 3. Het REC is opgericht om de expertise te bundelen van het speciaal onderwijs voor kinderen met een lichamelijke en/of verstandelijke beperking en langdurig somatisch zieke kinderen (LG, ZML en LZ). Bovendien heeft het als doelstelling de integratie van kinderen met een beperking en thuisnabij onderwijs zo veel mogelijk te bevorderen. Het REC is een federatief samenwerkingsverband van 8 schoolbesturen in de provincies Groningen en Drenthe (m.u.v. gemeentes Hoogeveen, Westerveld en de Wolden). Het REC bestaat uit 10 scholen voor speciaal onderwijs. Daarvan bieden 8 scholen onderwijs voor zeer moeilijk lerenden (ZML) namelijk: de Thriantaschool in Emmen; de W.A. van Lieflandschool in Assen; de Meidoornschool in Stadskanaal; de M.Hardenbergschool in Veendam; de Meentschool in Winschoten; de W.A. van Lieflandschool, De Wingerd en De Steiger in Groningen. Daarnaast zijn er de school voor langdurige zieke kinderen te weten de Buitenschool in Glimmen en de school voor kinderen met een lichamelijk handicap Mytylschool Prins Johan Friso in Haren. In Emmen is een dependance van de Mytylschool Prins Johan Friso gevestigd. Met ingang van 1 augustus 2003 is de Wet op de Expertise Centra (WEC) in werking getreden. Deze wet heeft het voor ouders en leerlingen mogelijk gemaakt te kiezen voor onderwijs op een speciale school óf voor onderwijs op een reguliere school. Er kan ook gekozen worden voor een speciale school voor basisonderwijs (SBO). Bij plaatsing binnen het regulier onderwijs of sbo, wordt gebruik gemaakt van de zgn. leerlinggebonden financiering ofwel het rugzakje. Om toegang tot een speciale school te krijgen óf gebruik te kunnen gaan maken van het rugzakje in het regulier onderwijs/ sbo, moet er een indicatiestelling voor cluster 3 worden afgegeven. Deze indicatiestelling wordt verzorgd door de Commissie van Indicatie (CvI) aan de hand van wettelijk vastgelegde indicatiecriteria en is ondergebracht bij een aparte organisatie door middel van een contract met het REC. Naast het verzorgen van onderwijs op de speciale scholen zorgt het REC ook voor de begeleiding van ouders en scholen bij het indicatietraject. Tevens heeft REC Noordoost Nederland twee dienstencentra van waaruit de ambulante begeleiding voor leerlingen met een handicap in het reguliere basis- en voortgezet onderwijs én het sbo wordt verzorgd.

11 Er is een Dienstencentrum in Haren (waar ook het centraal secretariaat is gevestigd) en een nevenvestiging in Emmen. Het REC vervult middels de speciale scholen en het Dienstencentrum niet alleen de wettelijke taken te weten: aanbieden van onderwijs, regelen van de indicatie en verzorgen van ambulante begeleiding, maar biedt ook een aantal andere diensten aan, zoals: - ondersteuning bij het zoeken naar een geschikte school, de route naar indicatie en de route na indicatie - verzorgen van consultaties en waar nodig geven van vervolgadviezen - onderwijsondersteuning door b.v. ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten en verpleegkundigen - ondersteuning bij het zoeken naar en het ter beschikking stellen van de juiste hulpmiddelen, zowel op het gebied van leermethoden als van aangepaste materialen en meubilair - Preventieve ambulante (kortdurende) begeleiding als er geen indicatie wordt afgegeven maar er toch speciale hulpvragen zijn - begeleiding als een kind géén indicatie meer krijgt en teruggeplaatst moet worden in het regulier onderwijs. - verzorgen van deskundigheidsbevordering voor leerkrachten van verschillende onderwijssoorten. Belangrijke adressen: Centraal secretariaat van het Dienstencentrum: Postbus 7, 9750 AA Haren tel: fax: secretariaat@recno3.nl Directeur REC : Mw G. Dijkman. Dienstencentrum, locatie Emmen Postbus BA Emmen tel: fax: dienstencentrum@recno3emmen.nl Commissie voor Indicatiestelling (CVI) Postbus 3101, 9701 DC Groningen tel: fax: i.smit@abcg.nl

12 3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 De organisatie van de school De organisatie van de school en het onderwijs op school is uitgebreid beschreven in het Schoolplan, dat ter inzage ligt op school. Dit plan is per 1 augustus 1999 verplicht en wordt om de 4 jaar herschreven. In september 2007 is de versie vastgesteld. - Schoolorganisatie Binnen het onderwijs blijkt de ZML-school tamelijk uniek te zijn in organisatie en vormgeving. Het is een schoolsoort die de leerling in het centrum van de organisatie plaatst. Rond de leerling is een zorgstructuur aangebracht die ervoor moet zorgen dat er een optimaal leerklimaat kan ontstaan. De behoefte van de individuele leerling is aanleiding voor actie op groepsniveau. De ZML-leerling hoeft nog geen genormeerde einddoelstellingen te behalen. Daardoor kan het onderwijs concentrisch georganiseerd worden, d.w.z. door middel van herhaling, met het aanbieden van steeds nieuwe elementen, zal de kennis vergroot kunnen worden, waarbij de koppeling met de praktijk steeds in het oog wordt gehouden. De Stichting Leerplan Ontwikkeling, SLO, heeft doelen voor het ZML Onderwijs opgesteld die algemeen gehanteerd worden in het land. Leerlijnen worden verder ontwikkeld o.a. door het CED in Rotterdam. - Groepering De school gaat uit van de vorming van groepen gebaseerd op hulpvraag en deels naar leeftijd. Tevens wordt er steeds meer gewerkt in niveaugroepen en stamgroepen. Binnen het VSO wordt gedurende het grootste deel van de dag gewerkt in niveaugroepen maar ook in keuze groepen. - Groepsgrootte De groepsgrootte in het SO is gemiddeld 12 leerlingen. In de eerste groep zal dit aantal meestal wat lager liggen. Sedert is de norm voor de groepsgrootte in het VSO verlaagd. Deze zal 7 moeten worden (realisatie hiervan in geld en ruimte is nog niet behaald).

13 Organisatie van de zorg voor leerlingen met specifieke behoeften. Logopedie Logopedie binnen de Thriantaschool houdt zich bezig met het signaleren, diagnosticeren en behandelen van stoornissen op het gebied van taal, spraak, stem en gehoor. Communicatie is voor onze leerlingen van essentieel belang. Binnen de school is het de taak van de logopedist om leerlingen, leerkrachten en ouders te begeleiden op het gebied van het stimuleren van de spraak/ taalontwikkeling en de communicatie. Het gaat om vaardigheden die nodig zijn om de leerling zo zelfstandig mogelijk te laten functioneren in de maatschappij. De logopedische begeleiding kan individueel en in groepsverband plaatsvinden. Vanuit een hulpvraag, gesteld door de leerkracht, ouders/ verzorgers, naar aanleiding van een pedagogische bespreking, of vanuit de Commissie van Begeleiding, wordt logopedisch onderzoek uitgevoerd. Er wordt onder meer gekeken naar: Articulatie met behulp van een plaatjes onderzoek Taalbegrip Taalproductie ( actieve woordenschat en de zinsontwikkeling) Mondmotoriek Communicatie mogelijkheden Andere zaken als b.v. stotteren, afwijkende mondgewoonten, kwijlen, etc. Na onderzoek wordt er gekeken welke vorm van begeleiding wenselijk is en wordt er een therapieplan opgesteld. Binnen de school wordt de communicatie gestimuleerd met Totale communicatie. Totale communicatie is een basishouding waarbij alle vormen van communicatie mogelijk zijn. De individuele begeleiding richt zich voornamelijk op de leerlingen in de lagere SO groepen. Op jonge leeftijd is de taalgevoelige periode het grootst en heeft stimulatie het meeste effect. De logopedische begeleiding is voornamelijk gericht op het optimaliseren van de taalontwikkeling en de verstaanbaarheid/ communicatie (afwijkend mondgedrag is van invloed op de verstaanbaarheid). In een heen en weer schrift wordt getoond wat er op school gedaan is en wat men thuis kan doen. In de bovenbouw groepen van het SO en in het VSO richt de logopedie zich meer op indirecte en ondersteunende begeleiding om de communicatie te bevorderen. Punten voor de ondersteuning zijn: Visualisatie; agenda, rooster, dagritme enz. Het gebruik van gebaren Sociale vaardigheden Mondelinge taalvaardigheid/ groepslogopedie/ werken in taalgroepjes Senso -Motoriek - Drie dagen per week beschikt de school over een vakleerkracht gymnastiek/beweging. In overleg met de schoolarts wordt een selectie van leerlingen gemaakt die extra beweging nodig hebben. Het gaat hierbij o.a. om: - 1. Het ondersteunen van het ontwikkelende bewegingsonderwijs in klassenverband. Tevens wordt aandacht besteed aan individuele motorische problemen, die in klassenverband niet of onvoldoende behandeld kunnen worden Het door middel van groepssport aanbieden en ontwikkelen van relatiemogelijkheden. Soms wordt er gebruik gemaakt van expertise van derden en laat de school zich adviseren inzake motorische remedial teaching (MRT).

14 Fysiotherapie. Er is een mogelijkheid om gebruik te maken van een fysiotherapeut onder schooltijd. School biedt echter alleen ruimte en tijd aan. De verantwoordelijkheid en de kosten voor de behandeling liggen bij ouders/verzorgers. De fysiotherapeut overlegt regelmatig met de vakleerkracht gymnastiek, leerkracht, schoolarts etc. 3.2 De samenstelling van het team: - Wie werken er in de school? Aan de school zijn verbonden: Schoolleiding: * 1 Directeur, is verantwoordelijk voor de gehele school Hij richt zich met name op beleidszaken en de externe contacten met het schoolbestuur, en allerlei instanties. Hij is voorzitter van de Commissie van Begeleiding die het Bestuur advies dient te geven betreffende plaatsing van nieuwe leerlingen. Op velerlei gebied is hij door het bestuur gemandateerd via het Managementstatuut. * 2 Adjunct-directeuren, belast met de interne dagelijkse gang van zaken binnen de afdeling SO en VSO. * 2 Interne Begeleiders SO / VSO, zij ondersteunen leerkrachten en leerlingen. Groepsleerkrachten: * 12 Leerkrachten in het S.O. in volledige of gedeeltelijke betrekking. Taken als contacten met de bibliotheek, etc. zijn in onderling overleg verdeeld. De leerkracht onderhoudt de contacten met de ouders/verzorgers. * 11 Leerkrachten in het V.S.O. in volledige of gedeeltelijke betrekking. Vakleerkrachten: * 1 Vakleerkracht gymnastiek. * 1 Vakleerkracht muziek voor SO en VSO. Onderwijs Ondersteunend Personeel: * 18 Klassenassistentes. In nauwe samenwerking met en onder verantwoordelijkheid van de leerkracht verrichten zij werkzaamheden die liggen op het terrein van ondersteuning in de breedste zin van het woord. * 1 Technisch assistent in het V.S.O., gespecialiseerd in houtbewerking en algemene techniek. * 1 Badjuffrouw, die zorgt voor de goede gang van zaken rond het zwemonderwijs en die verder in school meehelpt bij gymlessen, schoonmaak en huishoudelijke ondersteuning. * 2 Conciërges in deeltijd. * 2 Administratief medewerksters in deeltijd, die de school administratie verzorgen. * 2 Logopedisten in deeltijd. * 1 Orthopedagoog, die zorgt voor de begeleidings-, toelatings- en herhalingsonderzoeken van nieuwe en zittende leerlingen, tevens voor begeleiding van leerkrachten op het gebied van de leerlingen. Lid van de Commissie van Begeleiding. Naast deze functie verzorgt de orthopedagoog de coördinatie van de leerlingenzorg.

15 * 1 Psychodiagnostischmedewerker, zij ondersteunt de orthopedagoog in haar test werkzaamheden. Tevens maakt de school gebruik van de diensten van: * 1 Schoolarts, die eenmaal per maand op school leerlingen onderzoekt, na een pedagogische bespreking. Lid van de Commissie van Begeleiding. * 1 Maatschappelijk werker, lid van de Commissie van Begeleiding. 3.3 De activiteiten voor de leerlingen - Activiteiten in het SO * Veel activiteiten vallen onder de noemer sociale redzaamheid en zelfredzaamheid. Door het vergroten hiervan ben je namelijk minder afhankelijk van de ander. Te denken valt hierbij aan o.a.: - eigen naam schrijven - eten / tafelmanieren - eenvoudig koken - met geld omgaan - signaalwoorden/globaal lezen - je veilig in het verkeer gedragen - omgevingsleer - klokkijken * Lichaamsverzorging, rekening houden met je omgeving. * Werken met allerlei ontwikkelingsmaterialen als voorbereiding op lezen, taal etc. * Allerlei expressie activiteiten op: - taalgebied. - tekengebied, met verf, potlood etc., - muziekgebied. - spelgebied - handvaardigheidgebied - het gebied van spel en beweging * Godsdienstonderwijs en levensbeschouwelijke vorming. Godsdienstige en levensbeschouwelijke thema s komen eventueel in de eigen groep aan de orde. Rekeninghoudend met de bewuste keuze van de ouders. - Basisvaardigheden als b.v. lezen, schrijven, taal en rekenen * Lezen. Getracht wordt om de leerlingen te leren lezen. Nadat er vele taalspelletjes o.a. uit Lezen wat je kunt, Lezen wat je ziet en Lezen moet je doen, Schatkist en er vele voorbereidende oefeningen gedaan zijn, kan bij sommige leerlingen de overstap naar het echte lezen gemaakt worden. Hiervoor gebruiken we de nieuwe versie van de methode Veilig in Stapjes. Een bewerking van Veilig leren lezen, voor speciaal onderwijs. Verder kunnen we gebruik maken van allerlei leesvormen, als oefeningen voor begrijpend lezen, het maken van vragen over de krant etc. Voor sommige leerlingen is deze stap te groot en wordt er gewerkt met globaallezen. Bij alles staat het praktische nut voorop.

16 * Schrijven. In ieder geval wordt getracht iedere leerling duidelijk zijn naam te leren schrijven. Belangrijk voor later i.v.m. een bankrekening of iets dergelijks. Boodschappenlijstjes, briefjes, het schrijven in een agenda zijn verder belangrijke uitgangspunten. Tot het schrijfonderwijs behoort ook tekstverwerking op de computer. * Taal. Veel aandacht wordt besteed aan het mondelinge taalgebruik. Het goed formuleren van zinnen en het onder woorden kunnen brengen van je gedachten. Logopedie kan hierbij ook een grote rol spelen. Indien mogelijk worden ook eenvoudige taallesjes gegeven. * Rekenen. Ook hier weer het uitgangspunt van de praktische waarde. Belangrijk zijn daarom het geldrekenen met het aanleren van het besef van waarde, het omgaan met de tijd, het werken met een kalender, allerlei rekenbegrippen etc. - Extra V.S.O.- activiteiten In het V.S.O. worden de hiervoor beschreven vakken veelal in praktijk gebracht en wordt de koppeling met het dagelijks leven gemaakt. De toekomst van de leerlingen en het stukje arbeid dat hij/zij aan zal kunnen, staan hierbij centraal. We noemen dit arbeidstoeleiding. Verder zijn er nog specifieke V.S.O. vakken zoals: * Algemene technieken. -Allerlei vormen van hout- en metaalbewerking worden aangeboden. -Het omgaan met machines en gereedschap. -Aanleren van praktische vaardigheden. -Onderhoud van de fiets. -Onderhoud in en rond het schoolgebouw, incl. de tuin, etc. * Huishoudkunde. Aanleren van allerlei huishoudelijke vaardigheden, als strijken, de was doen, koken, persoonlijke verzorging, bakken, schoonmaken, tafeldekken, hygiëne in de keuken zowel op school, als ook in de praktijk in bv het logeerhuis. * Groenvoorziening. * Magazijnbeheer. * Er wordt praktijkles gegeven in het Arbeids Trainingscentrum. * Stages, t.b.v. stage is 1 leerkracht aangesteld die in deeltijd de stage coördineert. In het kader van arbeidstoeleiding, vinden er in het VSO stages plaats. Een andere optie voor de stage is meer een maatschappelijke oriëntatie. Gedurende een bepaalde periode lopen leerlingen stage bij een particulier, een bedrijf of een instelling. Als uitgangspunt voor de oriënterende stages wordt genomen: Stage mag, maar moet niet. Hetgeen betekent dat niet iedereen deze vorm van stages loopt. Voor de stages wordt met de stagegever een overeenkomst gesloten.

17 - Lichamelijke opvoeding en zwemmen. Naast de lessen van de vakleerkracht gymnastiek, krijgen de leerlingen 1x per week gymnastiek door een leerkracht. Allerlei vormen van bewegen en spelletjes worden aangeboden. De SO groepen gaan zwemmen in de Trans. Daarnaast gaat een aantal leerlingen, dat voorbereid wordt om diploma te zwemmen, 1x per week naar het Aquarenabad. - Het bevorderen van het actief burgerschap. Binnen het gehele lesprogramma van SO en VSO zitten onderdelen die vallen onder het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. De samenleving kent een aantal aspecten, belangrijk voor het actief burgerschap, die we binnen de school uiteraard ook herkennen: Economisch aspect (scholing, functies). Binnen de school vallen daaronder o.a.: uitzendingen School TV; bezoek aan bedrijven; kringgesprekken; stages etc. Sociale aspect (familie, gezin, samenleving). Binnen de school vallen daaronder o.a.: uitzendingen School TV; aandacht voor diverse feestdagen; dramatische vorming, etc. Culturele aspect (geloof, traditie, cultuur). Binnen de school vallen daaronder o.a.: lessen levensbeschouwelijke vorming, o.a. methode Trefwoord; bezoek tentoonstellingen, voorstellingen, etc. Politieke aspect (kiesrecht, besturen etc.). Voor onze leerlingen maar gedeeltelijk te realiseren. Binnen de school vallen daaronder o.a.: ruime aandacht rond verkiezingstijd; leren zelf keuzes te maken met de daaraan verbonden consequenties; vergroten van verantwoordelijkheden van de leerlingen; bezoek stembureau, etc 3.4 Speciale voorzieningen in het schoolgebouw * Het SO heeft 7 groepslokalen. Ieder lokaal beschikt over meerdere computers waarvan 1 zeer up to date uitgeruste, en administratieruimte, keuken, logopedieruimte, speellokaal, muzieklokaal etc. * Groep 1 t/m 7 bevinden zich in de dependance Balingerbrink. * Het V.S.O. heeft 6 theorielokalen, 1 lokaal voor huishoudkunde en 1 technieklokaal. En 2 semipermanente lokalen voor de TP-groepen. * Er is verder op de hoofdlocatie. - 1 gymlokaal, - 1 administratieruimte, - 1 ruimte voor de logopediste, - 1 personeelskamer / vergaderruimte - 1 ruimte voor de conciërge, - 1 directiekamer, - 1 kleine keuken/ multifunctionele ruimte. - 3 kantoorruimtes (orthopedagoog, adjunct, extra ruimte). - computernetwerk.

18 4 DE ZORG VOOR LEERLINGEN 4.1 De opvang van leerlingen in de school - Toelatingsprocedure. Ouders melden hun kind aan bij het dienstencentrum van het REC Noordoost Nederland cluster 3.1. Het dienstencentrum zorgt voor een registratie van de aanmelding. Ouders krijgen van dienstencentrum een pakket, dat zij ingevuld moeten opsturen: vragenformulier voor ouders formulier onderwijskundig rapport (verantwoordelijkheid voor de school waarop het kind op dat moment onderwijs krijgt) formulier psychologische rapportage formulier medische rapportage Ouders kunnen bij invulling een beroep doen op/ ondersteuning krijgen van het dienstencentrum REC Noordoost Nederland. Het totale pakket wordt opgestuurd door ouders naar het Dienstencentrum in Haren. Het Dienstencentrum zorgt voor doorzenden naar Commissie van Indicatiestelling De Commissie van Indicatiestelling zorgt binnen vastgestelde termijn (8 weken) voor een indicatie. De beschikking van de commissie van indicatiestelling wordt naar de ouders gezonden; ouders krijgen ook het totale aanmeldingspakket terug. 4.2 Plaatsing op de Thriantaschool. Aanmelding bij de school De Adjunct Directeur vraagt ouders om het totale aanmeldingspakket naar school te sturen De school maakt een afspraak voor een intakegesprek, waarbij - een aanmeldingsformulier voor de school wordt meegegeven en door de ouders ondertekend ingeleverd bij de administratie eventueel vergezeld van een ondertekend epilepsieprotocol en/of medicijnprotocol. - Ouders dienen ervoor te zorgen dat de school het Burger Service Nummer van de leerling krijgt. - een intakeformulier wordt meegeven. - een verklaringpersoonsgegevens wordt meegeven. - ouders de school kunnen bekijken - de verdere procedure wordt toegelicht (datum vergadering CVB en datum van plaatsing) - bespreken van eventueel aanvullende vragen van de ouders - bespreken van eventueel aanvullende vragen van de school - de adjunct maakt een verslag van het intakegesprek - het verslag wordt door ouders ondertekend en gebruikt bij het schrijven van het eerste handelingsplan waarbij school gegevens over leerlingen krijgt die voor leerkracht en orthopedagoog kunnen dienen als start voor een handelingsplan. Alle gegevens van het kind worden doorgestuurd naar de leden van de Commissie van Begeleiding. De commissie van begeleiding bespreekt het kind op de eerstvolgende vergadering (de CVB vergadert elke maand) en bespreekt de hulpvraag (pedagogische didactische behoeften, attributies, positieve en negatieve factoren van het kind) en analyseert of er nog nader onderzoeksvragen zijn. Op grond van de hulpvraag geeft de Commissie van Begeleiding een advies voor plaatsing in de groep, die het beste aansluit bij de hulpvraag van het kind. De CvB kan slechts tot een uitspraak komen als alle relevante informatie voor de diverse leden van de CvB voor handen is. De adjunct directeur informeert de ouders over het besluit en vervolg. De orthopedagoog en leerkracht zorgen voor het eerste handelingsplan van de leerling binnen vier weken,daarna wordt het handelingsplan met de ouders besproken en ondertekend. In het handelingsplan worden de onderwijsdoelen voor het komende schooljaar omschreven en is een beeld geschetst van het functioneren van de leerling.

19 Indien leerlingen niet in staat zijn om het volledige onderwijs programma te volgen kan er vrijstelling worden verleend voor het volgen van bepaalde onderwijsactiviteiten, dit na overleg met het bevoegd gezag en de inspectie. Bij het verlaten van de school wordt er een onderwijskundig rapport opgesteld volgens art. 43 van de Wet op de Expertisecentra. PB en In ieder geval eenmaal per twee jaar vindt er een uitgebreide pedagogische bespreking plaats. Daarna zal herindicatie door de C.v.I. plaatsvinden. Voor deze bespreking vinden er diverse onderzoeken op school plaats o.a. door orthopedagoog, schoolarts etc. De ouders/verzorgers krijgen van alle gemaakte verslagen een afschrift. De verslagen worden op school opgeslagen in een afsluitbare dossierkast. Naast deze overlegvormen is er nog de mogelijkheid van het huisbezoek en de 15- minuten gesprekken die 2 keer per jaar gehouden worden, gekoppeld aan de evaluatiemomenten. De SO-leerlingen krijgen daarnaast met Kerst en voor de zomervakantie een rapport mee. De VSO-leerlingen krijgen voor de zomervakantie een rapport mee. 4.3 De speciale zorg voor leerlingen met specifieke behoeften - De procedure die gevolgd wordt indien er extra problemen met een leerling zijn. Veelal wordt, zoals gezegd, de Commissie van Begeleiding ingeschakeld, die in een van haar vergaderingen zich over de problemen buigt en tracht een juiste oplossing te vinden. Dit gebeurt in ieder geval in nauw overleg met de leerkracht. - De voorzieningen Op school is naast de gebruikelijke expertise, kennis aanwezig betreffende o.a. logopedie en speciaal bewegingsonderwijs. Soms zijn binnen de school de problemen van dien aard dat er hulp van buiten moet worden ingeroepen. Als voorbeelden zijn te noemen: - Ondersteuning door het Autisme Steunpunt REC NON Ondersteuning door VISIO, i.v.m. slechtziendheid - Hulp bij het opstellen van een individueel bewegingsplan - Observatie in het H. v. Boeijen c.q. t Ruige Veld/Eekwal Dit alles na overleg met de ouders en de Commissie van Begeleiding. De Ambulant Begeleiding in het kader van de Leerling Gebonden Financiering (LGF) wordt verzorgd door het REC.

20 4.4 De begeleiding van de overgang van leerlingen naar een vervolgvoorziening. - De voorlichting aan ouders. Een van de onderwerpen die altijd op de agenda vermeld staat bij een pedagogische bespreking van een leerling, is rond het twaalfde jaar, de overgang SO VSO. Rond het zestiende jaar wordt er gesproken over stages en de toekomst van de leerlingen. Hierbij moet u denken aan arbeidsmatig werken, dagbesteding, wonen en vrijetijdsbesteding. Samen wordt getracht een beeld voor de toekomst neer te zetten. Ouders wordt ook aangeraden om zich te gaan oriënteren op de mogelijkheden. Dit zal vaak in overleg met de school en met MEE (maatschappelijk werk) gebeuren. In het VSO zitten voor de meeste leerlingen oriënterende stages ingebouwd. Ten behoeve van de vervolgvoorziening wordt een onderwijskundig eindrapport (= schoolverslag) geschreven. Tevens worden er met enige regelmaat thema-avonden georganiseerd rond thema s als: stage; wonen; vrije tijd etc. Tussentijdse overgang naar andere vorm van onderwijs. 4.5 WAJONGG Meestal krijgen leerlingen van onze school met ingang van hun 18 e jaar een WAJONGG.- uitkering. Deze uitkering moet bij het UWV worden aangevraagd. 3 maanden voor het bereiken van de leeftijd van 18 jaar. Met vragen over de WAJONGG kunt U terecht bij de administratie. 4.6 Dossiervorming Gedurende de gehele schoolperiode vindt dossiervorming plaats. De ouders / verzorgers krijgen afschriften van verslagen die in het dossier opgeborgen zijn. Deze worden bewaard in een afsluitbare kast. De dossiers zijn toegankelijk voor: - Directie. - Leden CvB. - Intern Begeleider. - Orthopedagoog/testassistent. - Groeps/vakleerkracht. - Administratie. Ouders / wettelijke vertegenwoordigers kunnen het dossier inzien op afspraak. Gegevens voor andere voorzieningen worden pas verstrekt na schriftelijke toestemming van ouders / verzorgers. De wettelijke bewaartermijn, van maximaal 5 jaar, wordt in acht genomen, daarna worden alle gegevens vernietigd.

21 5 HET ONDERWIJSPERSONEEL - Wijze van vervanging bij ziekte, CU, studieverlof, scholing Het is niet meer zo als vroeger dat een leraar 5 dagen werkt en daarmee de enige leerkracht van de groep is. Vele leerkrachten hebben niet meer een volledige baan en ook heeft men recht op compensatie uren oftewel CU. Om versnippering en onduidelijkheid tegen te gaan hebben we geprobeerd om altijd dezelfde leerkrachten de CU te laten vervangen. Bij ziekte of studieverlof is dat niet altijd mogelijk, we proberen met vaste invalkrachten, die de school en de leerlingen goed kennen, het verlof in te vullen, dit gebeurt in overleg met de afdeling Onderwijs van de Gemeente Emmen. In gevallen waarin geen enkele vervanging georganiseerd kan worden, zal de groep verdeeld worden of in het uiterste geval zal de klas een dag thuisblijven. - De inzet van klassenassistenten en de technisch assistent. Er is per groep vaste klassenassistentie beschikbaar, soms wordt deze in meerdere groepen ingezet. Bij ziekte doen wij een beroep op invallers van de gemeente. De technisch assistent wordt ingezet in het VSO. Binnen het VSO wordt ook een assistent textiele werkvormen ingezet. - De begeleiding en inzet van stagiaires van PABO's/SPW en andere opleidingen. De begeleiding van de stagiaires valt onder verantwoordelijkheid van de coördinatoren. Na een korte introductieperiode, waarin ze kennis kunnen maken met de verschillende groepen, worden ze ingedeeld in bepaalde groepen. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de groepsleiding, en van de stagiaire. Men draait zoveel mogelijk mee in het schoolprogramma, daarnaast krijgt men ook alle ruimte om opdrachten uit te voeren. In het begeleiden is de rol van de leerkracht erg belangrijk. - Scholing van het onderwijspersoneel. In het kader van deskundigheidsbevordering vindt er individuele en collectieve scholing plaats. Via een jaarlijks op te stellen nascholingsplan wordt dit geregeld. De scholing kan op allerlei gebieden plaatsvinden, zoals b.v. muzikale vorming, autisme, onderwijs aan jonge kinderen, ambulante begeleiding, ICT etc. - Intervisie In het kader van Integraal Personeelsbeleid (I.P.B.) heeft het personeel regelmatig intervisie,- coachings- en functioneringsgesprekken; ook wordt er gewerkt met een persoonlijk ontwikkelingsplan, en zgn. POP.

22 6 DE OUDERS - Het belang van de betrokkenheid van ouders/verzorgers. De school heeft er alle belang bij dat er een goed contact met de ouders is. Zij beschikken immers over een groot stuk deskundigheid betreffende hun kind. Het samen uitvoeren van afspraken en het afstemmen van de thuis- en schoolsituatie op elkaar kan alleen maar leiden tot een groter rendement van het onderwijs aan de leerling - Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school. - In de jongste groepen zal er veelal nog een contactschriftje zijn, doch als het enigszins mogelijk is zal de leerling zelf over school moeten praten. - Wekelijks wordt er een weekkrant meegegeven met informatie over de afgelopen, maar ook over de komende week. In het VSO gebeurt dit 2 wekelijks. - De leerkracht komt op huisbezoek bij nieuwe leerlingen. - Tweemaal per jaar is er een ouderavond. Een zakelijke/informatieve en een feestelijke. Deze ouderavond wordt wisselend verzorgd door het SO en het VSO. Incidenteel vinden er nog ouderavonden op groepsniveau plaats. - Naast de pedagogische besprekingen zijn er altijd tussentijdse besprekingen mogelijk. - Telefonische contacten. - 2 keer per jaar in november en mei, vinden zgn. 15 minuten gesprekken plaats. Het (bijgestelde) handelingsplan wordt doorgesproken. 1x per jaar wordt dit handelingsplan, voor het volgend schooljaar, ondertekend. - Rapport. - Inspraak - Rechtstreekse contacten zijn altijd het meest effectief. - Via de medezeggenschapsraad, die bestaat uit 3 personeelsleden en 3 ouders, is inspraak altijd mogelijk. De vergaderingen zijn openbaar. Ook hier geldt dat een rechtstreekse benadering het beste werkt. U kunt de MR mailen op het volgende adres: mr@zml-thriantaschool.nl Namens de ouders: Voorzitter: Dhr. E. Strating tel (0591) (tevens GMR lid) Voorzitter (plv): Dhr. G. Pastoor tel (0591) Secretaris (plv): Dhr. B. Schoneveld Namens personeel: Penningmeester: Mw. G. Brunsting Lid: Mw. J. Routers Secretaris: Dhr. J.M. Bosman (tevens GMR-lid) - Ouderactiviteiten Via de weekkrant worden ouders af en toe opgeroepen om zich op te geven als hulp bij diverse activiteiten. Soms wordt men ook persoonlijk benaderd om een handje te helpen. Te denken valt hierbij aan: - Vervoer bij excursies - Schoonmaak van materiaal - Maaltijdbereiding bij feesten - Verlenen van diverse hand- en spandiensten etc. * Structurele hulp blijft moeilijk te organiseren o.a. vanwege de grote afstand. - Overblijfmogelijkheden: Doordat de school een streekfunctie vervult, blijven vrijwel alle leerlingen en personeelsleden over. De opvang tussen de middag wordt dan ook door het eigen personeel verzorgd, veelal in het eigen lokaal. Melk en karnemelk kan tegen betaling door school worden verstrekt.

23 In principe wordt brood door de leerlingen zelf meegenomen. Per groep kan hier echter soms van afgeweken worden. De groepsleerkracht informeert U hierover. In het VSO wordt met bonnenboekjes gewerkt. Tweemaal daags is er de mogelijkheid koffie/thee/melk/karnemelk te kopen. - Contact en overleg leraar en ouders over een leerling. De contacten over een leerling vinden veelal direct plaats tussen ouders en leerkracht. Afspraken hierover kunnen het beste schriftelijk of telefonisch voor of na schooltijd of gedurende de pauzes gemaakt worden. Ouders zijn steeds welkom op school. Maakt U tevoren s.v.p. een afspraak. U weet dan dat er tijd voor U is en U onderbreekt niet onnodig het lesprogramma. Het is een goede gewoonte geworden dat de klassenleiding bij nieuwe leerlingen een huisbezoek aflegt. Naast het bespreken van de leerling lijkt het ons zinvol een beeld te krijgen van de thuissituatie van het kind. In onderling overleg is huisbezoek altijd mogelijk. - Klachtenprocedure Het schoolbestuur heeft een klachtenregeling vastgesteld en is aangesloten bij een landelijke klachtencommissie. Het klachtrecht is een laagdrempelige voorziening voor klachten over gedragingen/beslissingen en nalatigheden van allen die in de school werkzaam zijn. Leerlingen, ouders en personeel kunnen klagers zijn. De school heeft één contactpersoon aangesteld, die de klager verwijst naar één van de vertrouwenspersonen. Het bevoegd gezag beschikt over twee externe vertrouwenspersonen, die functioneren als aanspreekpunt bij klachten. Meer over de klachtenregeling staat in de schoolgids deel 2, met daarin o.a. namen en telefoonnummers. Verder ligt er op school een uitgewerkte klachtenprocedure ter inzage. Meldingen kunnen verder gedaan worden bij het meldpunt seksuele intimidatie & fysiek geweld. Zie adreslijst. Contactpersoon klachtenprocedure: Mw. R. Berndt-Gesthuizen tel: Ouderbijdragen * Het Schoolfonds is een vrijwillige bijdrage, die aan de ouders gevraagd wordt ter dekking van extra kosten, die niet uit de reguliere vergoeding komen. Te denken valt hierbij aan uitgaven rond Sint Maarten, Sint Nicolaas, Kerst e.d., maar ook een ijsje bij warm weer. Tevens wordt er een collectieve ongevallen- en aanvullende W.A.- verzekering mee bekostigd. De hoogte wordt in overleg met de M.R. vastgesteld en jaarlijks wordt verantwoording afgelegd. Het rekeningnummer van het Schoolfonds is: Vermeld s.v.p. altijd de naam van de leerling. * Eenmaal per jaar, in de maand september/oktober gaan we met de leerlingen op schoolkamp. We vragen hiervoor een bijdrage aan de ouders. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks vastgesteld in overleg met de Medezeggenschapsraad. Gevraagd wordt hiervoor te sparen, of deze bijdrage zo spoedig mogelijk geheel of in gedeelten te voldoen, daar de school vaak ver van tevoren een aanbetaling moet doen. Bij niet betalen gaan we ervan uit dat Uw kind niet meegaat en tijdens het schoolkamp gewoon de school bezoekt. Het rekeningnummer van het schoolkamp is ook: o.v.v. schoolkamp + naam van de leerling.

24 * Voor alle bijdragen aan de school geldt dat er, indien de hoogte van het bedrag of het tijdstip van betalen op bezwaren stuit, altijd een regeling mogelijk is. Neemt U daarvoor s.v.p. tijdig contact op met de school. * Ouders/verzorgers dienen zelf te zorgen voor goed passende gymkleding, liefst met gymschoenen en zwemkleding. Toelating, schorsing en verwijdering primair onderwijs in de gemeente Emmen Onderstaande notities zijn een uittreksel uit het volledige reglement dat op school ter inzage ligt Op grond van artikel 23 van de Grondwet is het openbaar onderwijs algemeen toegankelijk. Daarom bepaalt artikel 49 van de Wet op de Expertise Centra (WEC) in lid twee, dat openbare scholen toegankelijk zijn voor alle kinderen zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing. Verder dient het openbaar onderwijs te worden gegeven met eerbiediging van ieders godsdienst of levensbeschouwing. De ouders, die hun kind naar een openbare school willen sturen genieten de rechtsbescherming, die in de AWB is neergelegd. Artikel 40 WEC vermeldt, dat het bevoegd gezag beslist over toelating en verwijdering. Bij een openbare school kan dit het college van burgemeester en wethouders, de gemeenteraad, een aparte stichting of openbare rechtspersoon zijn. In het kader van de AWB is het belangrijk, dat de ouders een aanvraag om toelating schriftelijk indienen. Dit gebeurt meestal op een apart aanvraagformulier. Indien de gemeente toelating weigert op grond van redenen, die verband houden met de godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond van de ouders kunnen de ouders dit aanvechten met een beroep op artikel 49 WEC. Daarnaast formuleert de AWB een aantal beginselen, waaraan de beslissing van de gemeente moet voldoen. In principe is het openbaar onderwijs algemeen toegankelijk. In welke situaties kan van dit principe worden afgeweken?in de eerste plaats kan worden gedacht aan een ernstige verstoring van de rust en veiligheid op de school. Overigens mag de verwijdering bij de ene school niet automatisch leiden tot het weigeren van de toelating bij de andere school. Een algemene uitsluiting ontbeert een wettelijke grondslag en kan bij wangedrag van de ouder te verstrekkende gevolgen hebben voor het betreffende kind. In de tweede plaats kan het principe opgeld doen dat de school vol is. In dit verband wordt gedacht aan een toelatingsbeleid, dat gerelateerd is aan de maximale opnamecapaciteit van de school. Ernstig wangedrag van de leerling en/of ouder kan aanleiding zijn om de leerling van de school te verwijderen. De Raad van State heeft in één van zijn uitspraken vastgesteld, dat een besluit op basis van artikel 24 WBO (nu artikel 40 WEC) tot het weigeren van een leerling mogelijk is in een geval van ernstige verstoring van de rust en veiligheid op school. Één en ander hangt steeds sterk af van de omstandigheden. Voor de Thriantaschool geldt verder dat volgens artikel 40 WEC lid 3, dat een leerling slechts tot de school kan worden toegelaten nadat de Commissie van Indicatiestelling heeft verklaard dat de leerling toelaatbaar is tot een van de onderwijssoorten die door de school worden verzorgd.