STUDIE GIDS BIOLOGIE LIFE SCIENCES & TECHNOLOGY

Transcriptie

1 STUDIE GIDS BACHELOROPLEIDINGEN BIOLOGIE LIFE SCIENCES & TECHNOLOGY FACULTEIT VAN WISKUNDE EN NATUURWETENSCHAPPEN RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

2 COLOFON Publicatie: Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen Education Support Centre Nijenborgh AG Groningen Telefoon: Zernike: (0031) (0) ADL: (0031) (0) or esc.fwn@rug.nl Datum: Groningen, juli 2015 Design cover: Foto cover: Redactie: D. Visser Bestuur GLV Idun G. Vasse J.J. Venema A.A.J. de Wit Oplage: 600 Uitgever: Grafimedia Blauwborgje AC Groningen 2

3 3

4 STUDIEGIDS DEEL A (ALGEMENE DEEL) 1. GENERAL INFORMATION 1.1 INTRODUCTION 1.2 FACULTY ORGANIZATION 1.3 DEGREE PROGRAMMES IS BRIEF Research and academic skills in undergraduate education Erasmus programmes Science, Business and Policy profile How to become a high school teacher 1.4 UNIVERSITY OF GRONINGEN HONOURS COLLEGE Honours College during the Bachelor s phase Honours College during the Master s phase HTSM Honours programme 2. STUDENT MATTERS 2.1 ADMISSION TO THE PROGRAMME Admission to bachelor s programmes Admission to master s programmes 2.2 ACADEMIC YEAR 2.3 FINANCIAL MATTERS Tuition fees Student finance DUO grants Study cost 2.4 REGISTRATION FOR COURSE UNITS AND EXAMS 2.5 CREDIT POINTS AND MARKING SYSTEM Marking system Fraud 2.6 BINDING STUDY ADVICE: THE BSA SYSTEM 2.7 STUDY DELAY AND GRADUATION FUND (PROFILERINGSFONDS) 2.8 GRADUATION AND APPROVAL OF STUDY PROGRAMME 2.9 OBJECTION AND APPEAL PROCEDURES Board of Appeal for Examinations (CBE) Complaints, concerning sexual harassment, aggression, violence and discrimination (SIAGD) Central Portal for the Legal Protection of Student Rights (CLRS) 2.9 COMMITTEES Board of Examiners Programme Committee Special Admission Committee (Bachelor s programme) Admission Board for the Master s programme Faculty Board 4

5 FMNS Faculty Council 3. STUDENT SUPPORT 3.1 EDUCATION SUPPORT CENTRE Education Support Desk Academic Advisor Degree Programme Coordinator 3.2 STUDYING WITH A PERFORMANCE DISABILITY 3.3 STUDYING ABROAD Organizing study period abroad Exchange Office 3.4 NON-DEGREE-PROGRAMME-RELATED SUPPORT University Student Desk Student Service Centre (SSC) International Service Desk (ISD) International Students association ESN-Groningen Careers advice before, during & after your degree 3.5 HEALTH AND SAFETY Fire and emergencies Computers and RSI 4. FACILITIES 4.1 BUILDINGS House rules, regulations 4.2 LIBRARIES University Library Library at Zernike campus Library of the University Medical Center Groningen 4.3 INFORMATION AND COMMUNICATION CHANNELS Personal account Myuniversity Ocasys Schedules Nestor ProgRESS WWW Student PCs Usage rules 4.4 PRINTING, COPYING AND SCANNING 5

6 STUDIEGIDS DEEL C (RULES, REGULATIONS AND ADDRESSES) 1. RULES AND REGULATIONS 1.1 THE STUDENT CHARTER 1.2 TEACHING AND EXAMINATION REGULATIONS (OER) 1.3 RULES AND GUIDELINES OF THE BOARD OF EXAMINERS 2. ADDRESSES CENTRAL BODIES UNIVERSITY OF GRONINGEN 2.1 GENERAL ADDRESSES CENTRAL BODIES UNIVERSITY OF GRONINGEN 2.2 ADDRESSES FOR STUDENTS 3. FACULTY ADDRESSES 3.3 BUILDINGS 3.2 LIBRARY 3.3 EXCHANGE OFFICE 3.4 EDUCATION SUPPORT DESK 4. LOCATIONS 4.1 ZERNIKE 4.2 ADL 6

7 INLEIDING De studiegids bestaat uit drie delen, een algemeen facultair deel A, een opleidingsspecifiek deel B en een facultair deel C. van zowel deel A als deel C is in deze studiegids een beknopte inhoudsopgave opgenomen. Deel A geeft algemene informatie die relevant is voor studenten uit alle opleidingen van de Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen (FWN). Denk aan zaken als het Bindend Studieadvies (BSA), een uitleg van computersystemen en informatie over het Education Support Centre (ESC). Deel C beschrijft reglementen en relevante adressen binnen de Rijksuniversiteit Groningen (RUG). Zowel deel A als deel C is te downloaden via Nestor, de elektronische leeromgeving van de RUG. Deel B (deze gedrukte gids) heeft als doel studenten en docenten van de opleidingen Biologie en Life Science & Technology informatie te verschaffen over de inhoud van de opleidingen, en andere zaken die specifiek de twee opleidingen betreffen. In dit deel van de gids staat o.a. de opbouw en globale inhoud van de bachelor opleidingen beschreven. Gedetailleerde vakomschrijvingen zijn te vinden in de onderwijscatalogus op: De roosters worden gepubliceerd op: Naast de informatie in deze gids staat actuele en aanvullende informatie op, de elektronische leeromgeving van de RUG: LET OP: Gedurende het academisch jaar vinden er altijd kleine of grote wijzigingen plaats op de informatie die in deze studiegids staat vermeld. Belangrijke wijzigingen worden altijd gecommuniceerd via Nestor. Studenten, opleidingen en Hoger Onderwijsinstellingen hebben te maken met de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Deze wet wordt door de opleidingen vertaald in een Onderwijs- en Examenreglement (OER). De opleidingen van FWN hebben daarnaast specifieke Regels en Richtlijnen (R&R) waarin de rechten en plichten van studenten staan vermeld. Om op de hoogte te zijn van deze rechten en plichten, is het voor elke student verstandig om goed kennis te nemen van de inhoud van de OER en de R&R, Het OER en de R&R worden jaarlijks vastgesteld door verschillende rechtsorganen binnen de faculteit en samen met het universitaire studentenstatuut opgenomen in deel C van de studiegids. Ook via Nestor ( Rules & Regulations ) zijn deze en andere juridische artikelen te raadplegen. De informatie in dit deel van de studiegids geldt in principe voor het gehele studiejaar 2015/2016, uitgezonderd belangrijke wijzigingen die gedurende 2015/2016 via Nestor worden gecommuniceerd. Ieder studiejaar wordt rond de zomerperiode een update van de inhoud (met name de roosters) via Nestor verspreid aan de zittende studenten. Vakken die een verandering hebben ondergaan staan schuin weergegeven in de gidstekst. Vakken waarin wijzigingen hebben plaatsgevonden t.o.v. het afgelopen studiejaar staan vermeld in Hoofdstuk 10. 7

8 STUDIEGIDS DEEL B PROGRAMMASPECIFICIEKE DEEL 1. OVERZICHT ONDERWIJSPROGRAMMA S DOEL VAN DE OPLEIDINGEN STRUCTUUR VAN DE OPLEIDINGEN Bacheloropleidingen (3 jaren) Masteropleidingen (2 jaren) EC-masteropleiding Topprogramma s PLANNING VAN DE STUDIE, BEGELEIDING EN EVALUATIE EDUCATION SUPPORT CENTRE INFORMATIEKANALEN PLAGIAAT (ELEKTRONISCH) VASTLEGGEN VAN TENTAMENS EN COLLEGES GEMEENSCHAPPELIJKE EERSTE SEMESTER BACHELOROPLEIDINGEN OPBOUW VAN HET SEMESTER LEVEN OP AARDE KEUZEBEGELEIDING OVERZICHT VAN ONDERZOEKS- EN ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN IN DE BACHELOROPLEIDINGEN ROOSTERS VOOR HET JAAR PERIODES EN HERTENTAMENS ROOSTERING VAN VAKKEN FLEXIBEL PROGRAMMA LEESWIJZER ROOSTERS BESCHRIJVING VAN MAJORS EN MINORS BINNEN DE BACHELOROPLEIDINGEN BIOLOGIE EN LS&T ALGEMENE EISEN EXAMENEISEN VAN DE MAJORS Major Biologie Major en minor Biomedische technologie (BMT) Major Biomedische wetenschappen (BW) Major Ecologie & Evolutie (EE) Major Gedrag & Neurowetenschappen (GN) Major Medisch farmaceutische wetenschappen (MFW) Major Moleculaire Levenswetenschappen (ML) MINOREN Inhoud Minoren aanbod Aanmelding en toestemming Inschrijven Resultaat overleggen

9 5. TOEGANG TOT MASTEROPLEIDINGEN ONVOORWAARDELIJKE TOELATING ANDERE DOORSTROOMMOGELIJKHEDEN MASTERPROGRAMMA S MET SELECTIE TOELATING TOT CURSUSSEN, TENTAMENS EN EXAMENS AANMELDING/AFMELDING VOOR CURSUSSEN & TENTAMENS INHOUD EN TOELATINGSEISEN VOOR CURSUSSEN Vereiste voorkennis Gewenste voorkennis VAKKEN MET INHOUDELIJKE OVERLAP UITSLAG VAN TENTAMENS EN RAADPLEGING VAN STUDIERESULTATEN EXAMENS ALGEMENE EXAMENEISEN HERHALING VAN ONDERWIJSELEMENTEN DE EXAMENREGELING VAN PROPEDEUSE NAAR POSTPROPEDEUSE AANMELDING VOOR EEN EXAMEN Propedeuse-examen Bachelor examen Judicium STUDIEBEGELEIDING STUDIEADVISEURS Voor welke zaken kun je zoal terecht bij de studieadviseur? Afspraak maken MENTOREN TUTORAAT STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING STUDIEVERTRAGING STUDIEBEGELEIDING BUITEN DE OPLEIDING BERICHT VAN DE STUDIEVERENIGING GLV IDUN ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN BIOLOGIE EN LS&T BESTUUR EN COMMISSIES Opleidingscommissie Examencommissie KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP Klachten Bezwaar en beroep Gewetensbezwaren dierproeven PLATTEGRONDEN VAKKENLIJST

10 Hoofdstuk 1. Overzicht onderwijsprogramma s 1. OVERZICHT ONDERWIJSPROGRAMMA S 1.1 DOEL VAN DE OPLEIDINGEN De opleidingen Biologie en Life Science & Technology sluiten goed aan bij de onderwijsmissie van de Rijksuniversiteit Groningen: de RUG kiest voor onderwijsprogramma s die algemeen wetenschappelijke vorming stimuleren als toegang tot verantwoordelijke posities in de samenleving en die een klimaat scheppen dat aanzet tot levenslang leren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een activerende leeromgeving met ruimte voor zelfselectie en persoonlijke ontplooiing. De bacheloropleiding Biologie beoogt een overzicht te geven van het hele vakgebied van de levenswetenschappen waarbij in de latere jaren het accent gelegd kan worden op het wetenschappelijk benaderen van biologische vraagstellingen in een eventueel gekozen specialisatie. De bacheloropleiding Life Science & Technology (LS&T) beoogt een overzicht te geven van het hele vakgebied van de levenswetenschappen en begeeft zich in de latere jaren meer specifiek op het grensvlak van de levenswetenschappen en de biomedische wetenschappen/technologie. De opleidingen Biologie en Life Science & Technology, hebben de volgende doelstellingen: 1. Algemene biologische basisprincipes uitleggen en hun onderlinge samenhang benoemen; 2. A. (Biologie): De relevantie van in vak literatuur gepubliceerde onderzoeksresultaten in één of meerdere deelgebieden in de biologie op waarde schatten en bediscussiëren met vakgenoten; B. (LST): De relevantie van in vak literatuur gepubliceerde onderzoeksresultaten in bètawetenschappelijk- en medisch vakgebied op waarde schatten en bediscussiëren met vakgenoten; 3. A. (Biologie): Fundamenteel en/of toegepast wetenschappelijk onderzoek beschrijven en daarin aandachtspunten herkennen; B. (LST): Fundamenteel en/of toegepast wetenschappelijk onderzoek en/of een biomedisch technologische ontwerpmethode beschrijven en daarin aandachtspunten herkennen; 4. Samenhang tussen verschillende vakgebieden benoemen en begrippen en concepten uit de verschillende vakgebieden integreren; 5. Wetenschappelijke problemen herkennen, analyseren en een plan opstellen om het probleem op systematische wijze aan te pakken; 6. Onder begeleiding een onderzoeksvraag formuleren of een ontwerp voorstellen binnen het eigen vakgebied met voldoende praktische vaardigheden om zelf onderzoek uit te kunnen voeren; 7. De maatschappelijke betekenis van het vakgebied uitleggen, de daarmee samenhangende verantwoordelijkheden evalueren en de eigen rol daarin beargumenteren; 8. Zelfstandig en proactief een werkwijze opstellen, verantwoorden en uitvoeren om een concreet doel te bereiken; 9. In teamverband vanuit een specifieke rol een bijdrage leveren en verantwoorden bij het oplossen van een bepaald probleem of taakstelling; 10. Zowel mondeling als schriftelijk gestructureerd rapporteren over onderzoek; Daarnaast biedt de opleiding aan de student: 11. Een oriëntatie op het vervolg van de studie en de beroepsmogelijkheden na deze studie. 10

11 Hoofdstuk 1. Overzicht onderwijsprogramma s 1.2 STRUCTUUR VAN DE OPLEIDINGEN Dit onderdeel biedt een kort overzicht van de organisatie van de opleidingen Biologie en Life Science & Technology. Bovendien wordt een aantal begrippen en termen toegelicht, welke veelvuldig in deze gids aan bod komen. Het academisch onderwijs in Nederland is volgends de zogenaamde In de Bachelor Masterstructuur (BaMa): Universitaire studenten volgen eerst een (brede) bacheloropleiding van drie jaar, en hebben daarna de mogelijkheid om door te stromen naar een (meer gespecialiseerde) masteropleiding Bacheloropleidingen (3 jaren) De bacheloropleidingen (180 ECTS) bestaan uit een hoofdrichting (major) van 150 studiepunten (2½ jaar) en een samenhangend vakkenpakket (minor) van 30 studiepunten (½ jaar), zie figuur B1. Er kan gekozen worden uit de volgende majors: Biomedische wetenschappen, Biomedische technologie, Biologie, Ecologie & Evolutie, Moleculaire levenswetenschappen, Medisch farmaceutische wetenschappen en Gedrag & Neurowetenschappen. Alle majors hebben in het eerste half jaar een gemeenschappelijk programma (30 ECTS), opgebouwd rond de thema's "de levende cel" en "complex organisme". Talentvolle en ambitieuze bachelorstudenten kunnen (na selectie) deelnemen aan het University of Groningen Honours College. Het Honours College biedt deze studenten een omgeving waar ze kennis kritisch tegen het licht houden en worden uitgedaagd tot nieuwe inzichten en innovatieve manieren van denken. Het Honours-programma omvat 45 (extracurriculaire) ECTS. Meer informatie: Masteropleidingen (2 jaren) Binnen de masteropleidingen wordt uitgebreid geleerd op welke wijze onderzoek in de levenswetenschapsgebieden wordt verricht. Een student die een bachelordiploma Biologie of LST afrondt kan binnen de RUG voor één van de aansluitende masteropleidingen kiezen, afhankelijk van de major- en/of minorkeus in de bachelor: Biology, Ecology & Evolution, Marine Biology, Biomedical Sciences, Medical Pharmaceutical Sciences, Molecular Biology & Biotechnology, Chemistry, Energy & Environmental Sciences, Biomedical Engineering of de EC-master (Educatie & Communicatie; lerarenopleiding). Daarnaast zijn na selectie de masters Behavioural & Cognitive Neurosciences en Medical & Pharmaceutical Drug Innovation toegankelijk (zie hoofdstuk 5). De meeste masteropleidingen hebben twee afstudeervarianten. Het Research (R) profiel focust op wetenschappelijke kennisverdieping en onderzoeksvaardigheden, en is primair gericht op een wetenschappelijke loopbaan. Het Science, Business & Policy (SBP) profiel daarentegen is gericht op toepassing van wetenschappelijke kennis en vaardigheden in het functioneren van bedrijven en instellingen. Binnen dit profiel wordt vakwetenschappelijke kennis gecombineerd met bedrijfskundige en beleidsmatige kennis en vaardigheden. Cursussen in de bedrijfskunde en communicatie maken er deel van uit, evenals een stage in een bedrijf, overheidsinstelling of adviesbureau. 11

12 Hoofdstuk 1. Overzicht onderwijsprogramma s EC-masteropleiding Studenten die een eerstegraads onderwijsbevoegdheid willen behalen of in de wetenschapscommunicatie willen afstuderen, kunnen voor de Educatie & Communicatie (EC) master kiezen. Een tweedegraads bevoegdheid biologie of scheikunde kan door een Educatie minor al in de bacheloropleiding behaald worden Topprogramma s Binnen de masteropleiding Ecology & Evolution wordt het selectieve topprogramma Evolutionary Biology en het selectieve Erasmus Mundus programma MEME aangeboden. Binnen Molecular Biology & Biotechnology wordt het selectieve topprogramma Biomolecular Sciences aangeboden. Figuur B1: Schematisch overzicht van het onderwijsprogramma. 1.3 PLANNING VAN DE STUDIE, BEGELEIDING EN EVALUATIE Voor alle vragen over de studie kun je gedurende je hele studie terecht bij de studieadviseurs die, naast algemene voorlichtingsbijeenkomsten, een speciaal inloopspreekuur houden (zie hoofdstuk 7 en deel A van de gids). Bij de planning van de studie word je bijgestaan door een tutor. Deze docent helpt je bij het maken van inhoudelijke keuzes in je (studie)loopbaan. De tutor adviseert je bijvoorbeeld over het samenstellen van het vakkenpakket van de major en de keuze voor de minor of de masteropleiding. De onderdelen van het onderwijsprogramma van de Bachelor worden continu geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten van standaardenquêtes, die door de studenten worden ingevuld, vindt zo nodig op initiatief van de Opleidingscommissie (OC) een gesprek plaats, waarna gesignaleerde problemen samen met de onderwijsgevers zo goed mogelijk worden opgelost. 1.4 EDUCATION SUPPORT CENTRE Het Education Support Centre verzorgt de coördinatie van het onderwijs, de voorlichting en advisering over de studie en de verwerking van studieresultaten. Het ESC is ondergebracht op twee locaties (zie deel A van de studiegids en de contactgegevens/openingstijden op Nestor). 12

13 Hoofdstuk 1. Overzicht onderwijsprogramma s 1.5 INFORMATIEKANALEN Bij Biologie en LS&T gaan we er vanuit dat studenten zeer frequent de volgende informatiebronnen bekijken: - (xxx@student.rug.nl). Deze kan overigens automatisch worden doorgestuurd naar een privé adres. - Nestor voor onderwijszaken: studiematerialen, roosters, mededelingen, aankondigingen, wijzigingen - ProgRESS WWW: inschrijving voor vakken, (her)tentamens en andere studieonderdelen, inzien studieresultaten - Roosters: Problemen die ontstaan omdat studenten niet correct staan ingeschreven of hun mail, post of Nestormededelingen niet hebben gelezen zijn volledig voor rekening van de student! 1.6 PLAGIAAT Tijdens de studie maken studenten teksten die onderdeel zijn van rapporten, verslagen, scripties enz. Deze teksten moeten door de student zelf zijn geformuleerd. Als je passages uit het werk van anderen overneemt en als eigen werk presenteert, pleeg je plagiaat. (Zie voor details de Regels en Richtlijnen, deel C van de gids op Nestor). Plagiaat is: - Het woordelijk overnemen van (passages uit) het werk van een ander zonder aan te geven dat het andermans woorden zijn en/of zonder vermelding van de precieze vindplaats van de passage. - Het parafraseren van (passages uit) het werk van anderen, zonder daarbij aan te geven dat de gedachtegang door iemand anders is bedacht en zonder de vindplaats van de gedachtegang aan te geven. - Het overnemen van ideeën uit andermans werk zonder daarbij aan te geven dat het de ideeën van iemand anders zijn. 1.7 (ELEKTRONISCH) VASTLEGGEN VAN TENTAMENS EN COLLEGES Al het onderwijsmateriaal is auteursrechtelijk beschermd. Het is niet toegestaan dat studenten, anders dan voor eigen studie, kopieën maken van onderwijsmateriaal, tentamens en de colleges. Ook is het niet toegestaan om het onderwijsmateriaal -in welke format dan ook- verder te verspreiden. Opzettelijk inbreuk maken op het auteursrecht is een strafbaar feit. Bij geconstateerde inbreuken zal het faculteitsbestuur passende maatregelen nemen. 13

14 Hoofdstuk 2. Gemeenschappelijk semester 2. GEMEENSCHAPPELIJKE EERSTE SEMESTER BACHELOROPLEIDINGEN Het wetenschapsgebied Levenswetenschappen omvat disciplines die nauw met elkaar verweven zijn. Gespecialiseerde professionals moeten in staat zijn samen te werken met mensen uit aanverwante disciplines. Het programma in het eerste semester voorziet in een gemeenschappelijke basis voor de opleidingen Biologie, LS&T en Farmacie en het programma biedt een oriëntatie op de verschillende disciplines. 2.1 OPBOUW VAN HET SEMESTER LEVEN OP AARDE Het thema van het eerste semester is: Leven op Aarde. Dit algemene semester omvat basiskennis en vaardigheden die van belang zijn voor alle majors. Het eerste semester is daarnaast ook belangrijk om de keuze voor de major te bepalen. Centraal binnen het eerste semester staat de evolutionaire ontwikkeling van het leven op aarde. Dit wordt belicht van anorganisch materiaal via eenvoudige eencelligen en meercellige organismen tot complexe interactieve organismen. Het eerste semester is ingedeeld in twee perioden (elk 15 ECTS) met een eigen deelthema. Periode 1 heeft als thema de Levende cel. Hierin komen de volgende onderwerpen aan de orde: replicatie en synthese, de inhoud van een minimale cel, celstructuren, beweging, processen in de cel en ontregeling van de cel. Periode 2 heeft als thema Complex organisme. Hierin komt aan de orde: eencellige en meercellige organismen, sturende factoren achter meercelligheid en cel diversificatie, diversiteit van het leven, ecologie en gedrag, organisme in (on)balans, homeostase, fysiologische ontregeling, ziekte en herstel. Semester LEVEN Thema Levende Cel (1) Complex organisme (2) Anorg. stof cel meercellig diversiteit complex org. gedrag interactie Probleemveld Replicatieprocessen, biotechnol. Minim. Cel + ontregeling Gl. Div. Gl. change Interacties Ecologie Stofw. ziekte (Diabetes) Leerstof Replicatie Synthese (genetica + celbiologie) Celprocessen (celbiologie + biochemie) Diversiteit complexiteit Gedrag, communicatie, interactie (ecologie + gedragsbiol.) Figuur B2: Schematisch overzicht van het eerste semester van het eerste jaar. Homeostase en herstel (fysiologie + farmacol. Pathogene interacties Celproc. (fysiol.+ pathologie) 14

15 Hoofdstuk 2. Gemeenschappelijk semester De vakken van het eerste semester (30 ECTS) zijn verplicht voor alle majors binnen Biologie en LS&T: Vaknaam Niveau ECTS Celbiologie 1 4 Biochemie 1 4 Genetica 1 4 Practicum minimale cel 1 3 Diversiteit, ecologie & gedrag 1 5 Practicum anatomie & fysiologie 1 3 Fysiologie & Therapie 1 5 Eerstejaars symposium 1 2 De thema s van de twee perioden binnen het eerste semester beslaan ieder 10 weken (15 ECTS) die zijn uitgewerkt in perioderoosters. Vakken worden zowel parallel (de zogenoemde lintvakken) als opeenvolgend gegeven waardoor er een goede spreiding van leer- en toetsmomenten is en integrerende onderwerpen goed aan de orde komen. 2.2 KEUZEBEGELEIDING Na het eerste semester vindt er differentiatie plaats en kiest de student een major (figuur B3). Voor de Biologie studenten zijn dat de majors Biologie (B), Ecologie & Evolutie (EE), Moleculaire levenswetenschappen (ML), Biomedische wetenschappen (BW) en Gedrag & Neurowetenschappen (GN). Voor de LS&T studenten zijn dat de majors Biomedische wetenschappen, Gedrag & Neurowetenschappen, Moleculaire levenswetenschappen, Medisch farmaceutische wetenschappen (MF) en Biomedische technologie (BMT, zie schema hieronder). Het is ook mogelijk om na het eerste semester te kiezen voor Farmacie, hoewel deze keuze beter al na de eerste periode kan worden gemaakt. Tot en met de propedeuse (afsluiting eerste jaar) kan nog zonder al te veel studievertraging worden overgestapt van de ene major binnen Levenswetenschappen naar de andere. Eén van de doelen van het eerste semester Levenswetenschappen is door het uitstellen van een definitieve keuze van de vervolgstudielijn een zo goed mogelijke keuze voor een major te kunnen maken; breed instappen, snel specialiseren. Uiteindelijk studeert elke student met een individueel programma af. Dat betekent dat iedere student in de loop van zijn/haar studie keuzes moet maken. Activiteiten die deze keuzes ondersteunen (studieloopbaanbegeleiding en beroepsoriëntatie) worden in communicatie voorzien van het vignet Next: Zowel het keuzetraject als het ingroeien in de universitaire opleidingsomgeving verdient begeleiding. Om de overgang van de middelbare school naar universiteit en het keuzeproces zo goed mogelijk te laten verlopen, worden studenten in het eerste jaar begeleid door mentoren, ouderejaarsstudenten in dienst van de opleiding (zie hoofdstuk 8). Om een goed beeld te geven van de verschillende majors wordt aan het begin van de tweede periode een majormarkt georganiseerd. 15

16 Hoofdstuk 2. Gemeenschappelijk semester Vanaf het tweede semester moeten studenten geleidelijk specialiseren door hun vakkenpakket te kiezen, wat uiteindelijk resulteert in een definitieve majorkeuze. In deze fase wordt de student bijgestaan door een tutor, een docent die helpt het individuele optimale studieprogramma in te vullen. Voor advies over de studie of zaken die het studeren aangaan maar die van meer persoonlijke aard zijn kunnen studenten altijd terecht bij één van de studieadviseurs (zie hoofdstuk 7). Figuur B3: De verschillende majors in de opleidingen van het cluster Levenswetenschappen. 16

17 Hoofdstuk 2. Gemeenschappelijk semester 2.3 OVERZICHT VAN ONDERZOEKS- EN ACADEMISCHE VAARDIGHEDEN IN DE BACHELOROPLEIDINGEN De onderstaande tabel biedt een overzicht in hoe onderzoeks- en academische vaardigheden geïntegreerd zijn in de verschillende cursussen in de bacheloropleidingen. De tabel biedt geen volledig overzicht; alleen de vakken die voor alle bachelorstudenten verplicht zijn en bijdragen aan de onderzoeks- of academische vaardigheden zijn opgenomen. In de tabel wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende vaardigheden: 1. Formuleren van adequate onderzoeksdoelen, -vragen en/of hypotheses; 2. Zoeken naar, beoordelen van en reflecteren op wetenschappelijke literatuur; 3. Opzetten van simpele experimenten, analyse van en reflectie op de uitkomsten, en het trekken van conclusies; 4. Kritisch denken, reflecteren, kritische houding en vaardigheden; 5. Reflecteren op onderzoeksmethoden en methodologie; 6. Communiceren over de voortgang van onderzoek en de uitkomst (zowel mondeling als schriftelijk); 7. Samenwerken in een (multidisciplinair) team. Studiejaar Eerstejaarssymposium 1 x x x x Wetenschap, Ethiek, Techniek & 2 x x x x Maatschappij Bacheloronderzoek 3 x x x x x x x Bachelorscriptie 3 x x x x x Tabel: Overzicht van de onderzoeks- en academische vaardigheden in de bacheloropleidingen. 17

18 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar ROOSTERS VOOR HET JAAR De bachelorstudie is globaal als volgt opgebouwd (figuur B4): - 1½ jaar verplichte majorvakken, inclusief het gezamenlijke 1e semester; - ½ jaar major keuzevakken; - ½ jaar minor (voor BMT is dit een verplichte verdiepende minor); - ¼ jaar vrij te kiezen vakken binnen Levenswetenschappen; - ¼ jaar Bachelor-onderzoek en scriptie. Figuur B4: Globale indeling van het bachelorprogramma. 3.1 PERIODES EN HERTENTAMENS Een studiejaar bestaat uit 60 ECTS, opgedeeld in twee semesters. Beide semesters beslaan twee periodes, waardoor we een academisch jaar roostertechnisch opdelen in periode Ia, Ib, IIa en IIb. Enkele hertentamens zijn in oktober/november geroosterd. De tweede set herkansingen vindt aan het einde van periode Ibplaats, de derde na periode 2a en de vierde na periode 2b (zie figuur B5 op pagina 25). 3.2 ROOSTERING VAN VAKKEN In elke periode is 15 ECTS aan onderwijs geroosterd. Op het eerste semester van het eerste jaar en enkele onderwijsperiodes in de major Biomedische technologie na, bestaat een periode uit drie opeenvolgende vakken die fulltime worden gedoceerd (=blokvak systeem). Dit blokvak systeem heeft als consequentie dat 1) er geen twee vakken op hetzelfde moment gevolgd kunnen worden, 2) de student zich telkens maar op 1 vak tegelijkertijd hoeft te focussen en 3) blokvakken van verschillende majors en onderwijsjaren roostertechnisch makkelijk uitwisselbaar zijn, mits ze in dezelfde tijdsperiode geroosterd zijn. Uitzonderingen zijn de vakken die samen in een periode staan aangegeven zonder doorgetrokken lijnen, zoals de vakken van BMT in jaar twee, of vakken die in het rooster als gekoppeld zijn aangegeven. Dat komt omdat er een deel van de vakken ergens anders plaats vindt. Deze vakken kunnen onafhankelijk van elkaar gevolgd worden maar er kan dan niet een ander vak uit een andere major naast gevolgd worden. 18

19 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar FLEXIBEL PROGRAMMA Voor de verschillende majors zijn programmalijnen afgebeeld in de vakkenschema s (zie de volgende bladzijden). Dit zijn de geadviseerde programmalijnen en ook de vakken die vaak door studenten gekozen worden. Naast deze programmalijnen is er veel meer mogelijk. Bestudeer de lijstjes verplichte vakken en keuzevakken van de gekozen major goed (hoofdstuk 4), voor het volledige overzicht van alle keuzemogelijkheden. Er is in alle majors (uitgezonderd BMT) 15 ECTS aan vakken vrij te kiezen binnen de Levenswetenschappen studies Biologie, LS&T en Farmacie. Deze zgn. vrije ruimte is te gebruiken om vakken binnen of buiten de eigen major te kiezen, en kan nuttig zijn bij het relatief laat overstappen naar een andere major. Ook de mogelijkheid om in de minor een vakkenpakket van een andere major te kiezen zorgt voor mogelijkheden om studievertraging t.g.v. een late major-overstap sterk te beperken. De minoren komen voor een groot deel overeen met de verplichte vakken van de major met dezelfde naam. Een voorbeeld: je volgt in eerste instantie de major EE en je wilt overstappen naar de major BW. De vakken uit jaar 2, semester Ia en Ib, worden nu de minor EE. In jaar 3, semester Ia en Ib, volg je nu de major vakken BW uit jaar 2, semester Ia en Ib. 3.4 LEESWIJZER ROOSTERS Voor de meeste periodes en vakken geldt het volgende: - Elk vak heeft een studielast van 5 ECTS tenzij anders aangegeven. - Een periode bestaat uit drie opeenvolgende fulltime vakken. - Fulltime vakken (5 ECTS) worden geroosterd in drie opeenvolgende weken. - Fulltime vakken (10 ECTS) worden geroosterd in zes opeenvolgende weken. - Achter elk vak staat in superscript het niveau van het vak aangegeven. - Vakken die vet gedrukt staan hebben ingangseisen (zie Ocasys). - Vakken die schuin gedrukt staan zijn keuzevakken. Uitzonderingen: - Vakken uit jaar 1, semester Ia en Ib hebben een afwijkende studielast per vak en worden niet altijd voltijds geroosterd. - Vakken die samen in een hokje vermeldt staan lopen roostertechnisch door elkaar. Ze zijn afzonderlijk te volgen maar er kunnen roosterproblemen optreden wanneer er een ander regulier geroosterd vak naast gevolgd wordt. N.B.: Het rooster op de volgende pagina s is bedoeld als een handig overzicht om snel duidelijkheid te verschaffen over het gehele studieprogramma. Het geeft echter niet alle mogelijkheden weer. Voor een totaaloverzicht van alle mogelijkheden per major dien je de lijstjes met verplichte vakken en keuzevakken verderop in deze studiegids te raadplegen (hoofdstuk 4). De roosters voor de huidige bachelorstudenten zijn weergegeven voor het jaar Het rooster voor volgende jaren wordt steeds rond de zomerperiode tijdig op Nestor geplaatst en zal enigszins afwijken van het jaar daarvoor! Gebruik daarom altijd de meest actuele vakkenroosters op Nestor, voor het maken van een definitieve studieplanning in je 2 e en 3 e studiejaar. 19

20 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar

21 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar

22 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar

23 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar

24 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar

25 Hoofdstuk 3. Roosters voor het jaar Figuur B5: Globaal jaarrooster. 25

26 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors 4. BESCHRIJVING VAN MAJORS EN MINORS BINNEN DE BACHELOROPLEIDINGEN BIOLOGIE EN LS&T De volgende majors vallen onder zowel de opleiding Biologie als de opleiding LS&T: Biomedische wetenschappen (BW), Gedrag & Neurowetenschappen (GN) en Moleculaire levenswetenschappen (ML). De majors Biologie (B) en Ecologie & Evolutie (EE) zijn uniek voor de Biologie-opleiding en de majors Biomedische technologie (BMT) en Medisch farmaceutische wetenschappen (MFW) vallen onder de opleiding LS&T (zie figuur B3). Om te voldoen aan de bacheloreisen moet ieder individueel programma een major en een minor omvatten. Alle wijzigingen t.o.v. de gids van vorig jaar zijn in schuinschrift weergegeven. Achterin de studiegids staat in de vakkenlijst wat er veranderd is t.a.v. dat vak. Keuzes die voorheen gemaakt zijn op grond van informatie in de vorige gids blijven geldig, maar kijk uit voor vakken met een andere naam. Het kan zijn dat je die al gedaan hebt onder de oude naam! 4.1 ALGEMENE EISEN De major (omvang 150 ECTS) wordt apart op het bachelordiploma vermeld en biedt, al dan niet met aanvullende eisen, toegang tot specialistische masteropleidingen (zie hoofdstuk 5). Je kunt desgewenst met je keuze voldoen aan de eisen voor twee majors, welke in dat geval beiden op het diplomasupplement worden vermeld. Formeel beginnen de majors al op de eerste dag van de studie met een gemeenschappelijk eerste semester van 30 ECTS, daarna volgt differentiatie naar de majors. Voor alle majors van Biologie en LS&T geldt dat de vakken van het eerste gemeenschappelijke semester verplicht zijn. Daarnaast zijn de vakken Moleculen & Reactiviteit en Inleiding biomathematica & biostatistiek verplichte onderdelen van de propedeuse, die 60 ECTS aan eerstejaarsvakken omvat. Let op, in het tweede semester worden vakken gedoceerd, die in een enkel geval als verplicht vak kunnen gelden voor jouw major. Kijk daarom goed naar de specifieke eisen van de hieronder beschreven majors. Een postpropedeutische eis in alle majors is het tweedejaars vak Wetenschap, Technologie, Ethiek & Maatschappij (WETeM), voor BMT is dat Medische technologie & maatschappij. Daarnaast bevat iedere major in het derde jaar het verplichte bacheloronderzoek (10 ECTS) en de bachelorscriptie (5 ECTS), welke samen het bachelorproject vormen. Niveau-indicatoren De vakken in de bacheloropleidingen zijn op één van de drie niveaus ingeschaald. Deze niveau-indicatoren zijn niet per definitie een indicatie van de zwaarte of de moeilijkheidsgraad van het vak, maar worden globaal als volgt gedefinieerd: 1. Informatie en basiskennis verwerven. Instructie in kleinschalige oefening van academische vaardigheden, zoals spreek- en schrijfvaardigheden. 2. Inzicht krijgen in aangeleerde concepten en verworven kennis. Zelfstandig mondeling en schriftelijk presenteren. De student leert kennis abstraheren, interpreteren en uitleggen. 3. Toepassen van opgedane kennis. Integreren van kennisgebieden, voorspellen op basis van theorie. Opzetten van onderzoeksvraagstelling met plan van aanpak. 26

27 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Voor de diplomatoekenning van de bachelor wordt verlangd dat van de 150 ECTS die de major omvat de student: - Maximaal 50 ECTS vakken op niveau 1 en - Minimaal 50 ECTS op niveau 3 heeft afgerond. Het staat de student vrij om extra vakken op niveau 1 te volgen. Deze kunnen echter alleen extracurriculair voor het bachelorexamen meetellen (d.w.z. buiten de gedefinieerde 180 ECTS). 4.2 EXAMENEISEN VAN DE MAJORS In deze paragraaf worden de inhoud en de exameneisen van de majors in alfabetische volgorde beschreven. Wanneer hieronder gesproken wordt over de mogelijkheid om te kiezen voor vakken binnen Levenswetenschappen (in de majors B, BW, EE, GN, MFW en ML), dan worden alle vakken binnen de opleidingen Biologie, LS&T en Farmacie bedoeld, aangevuld met de volgende vakken van buiten de Levenswetenschappen: Vak Niveau ECTS Archeozoölogie 3 10 Archeobotanie 3 10 Bewoners van de Poolgebieden 2 5 Exploitatie van de Poolgebieden 2 5 Global Development Studies* 2 5 Filosofie van de Levenswetenschappen 3 5 * Dit vak heb je nodig wanneer je een stage in een ontwikkelingsland gaat doen in de master Major Biologie De inhoud van deze major is voor een groot deel vrij in te vullen. Ideaal wanneer je je eigen interesse wilt volgen en niet een specialistische masteropleiding wilt doen. Het kan ook zijn dat je interesse hebt in milieuwetenschappen, journalistiek of onderwijs en je juist behoefte hebt aan een brede opleiding om je in deze beroepsrichtingen te kunnen ontwikkelen. Verplichte onderdelen: - Alle eerste semestervakken van de propedeuse (30 ECTS) - De onderstaande vakken uit het tweede semester van de propedeuse (30 ECTS): Vak Niveau ECTS Diversiteit & Evolutie 2 5 Ecologie & Gedrag 2 5 Fysiologie mens & dier 2 5 Fysiologie van planten & micro-organismen 2 5 Moleculen & Reactiviteit 1 5 Inleiding biomathematica & biostatistiek ECTS aan postpropedeutische vakken uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Wetenschap, Technologie, Ethiek & Maatschappij 2 5 Bachelorproject bestaande uit: Bachelorscriptie 3 5 Plus één van de bacheloronderzoeken/researchcursussen binnen Biologie

28 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Keuze onderdelen: 70 ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen binnen Levenswetenschappen en uit de lijst keuzevakken buiten Levenswetenschappen aan het begin van dit hoofdstuk. Mocht je in de toekomst via de EC-master je eerstegraads onderwijsbevoegdheid in de Biologie willen behalen, dan zul je daarvoor de volgende vakken verplicht moeten halen: Ecologie & Gedrag, Fysiologie van mens & dier, Diversiteit & Evolutie, Moleculaire biologie & Medische biologie en Fysiologie van planten & micro-organismen (of [in plaats van dit laatstgenoemde vak] Flora & Fauna plus één van de drie microbiologievakken) Major en minor Biomedische technologie (BMT) Studenten die geïnteresseerd zijn in zowel techniek als gezondheidszorg kunnen kiezen voor Biomedische technologie. Uniek aan deze major is de intensieve samenwerking met het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Al tijdens je studie maak je daar uitgebreid kennis met de klinische praktijk. Deze opzet geeft je de mogelijkheid om je interdisciplinair en breed te ontwikkelen. Je leert communiceren en samenwerken met artsen, biologen, (bio)chemici en met ingenieurs met een andere achtergrond. Het gaat daarbij om het ontwerpen en ontwikkelen van nieuwe diagnose- en behandeltechnieken voor de gezondheidszorg: dat is kort gezegd het werk van een biomedisch ingenieur. Je beweegt je op het grensvlak van medische wetenschappen, natuurwetenschappen en techniek. Je houdt je bezig met beeldvormende instrumenten, operatie- en bewakingsapparatuur, protheses, weefseltechnologie (tissue engineering) of met programmatuur voor het modelleren en simuleren van processen in het lichaam. Het kan ook zijn dat je medische faciliteiten inricht en onderhoudt naar de modernste stand van de technologie. De major BMT geeft toegang tot de masteropleiding Biomedical Engineering. Deze ingenieursopleiding stelt strenge eisen aan het bachelorprogramma, vandaar dat er vrijwel geen keuzevrijheid is in dit programma. Verplichte onderdelen: - Alle eerste semestervakken van de propedeuse (30 ECTS) - De onderstaande vakken uit het tweede semester van de propedeuse (30 ECTS): Vak Niveau ECTS Inleiding biomathematica & biostatistiek 1 5 Ontwerpen I 1 5 Fysiologie mens & dier 2 5 Moleculen & Reactiviteit 1 5 Wiskunde voor levenswetenschappen 2 5 Biologische fysica ECTS aan postpropedeutische vakken uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Anatomie & Histologie 2 5 Biomaterialen I 2 5 Biomechanica 2 5 Materiaalkunde 2 5 Medische technologie & maatschappij 2 5 Regenerative medicine 2 5 Biologische evaluatie 3 5 Imaging technieken in radiologie 3 5 Medische Implantaten

29 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Numerieke methoden 3 5 Ontwerpen II 3 5 Ontwerpen III 3 5 Thermodynamica 2 5 Transport in biologische systemen 3 5 Keuze uit: Programmeren voor levenswetenschappen 2 5 Practicum chemie voor BMT 3 5 Bachelorproject bestaande uit: Bachelorscriptie 3 5 Bacheloronderzoek BMT 3 10 Minor Implantatie & Functieherstel verplicht (30 ECTS): Vak Niveau ECTS Medische microbiologie 2 5 Biomedische instrumentatie 3 5 Elektronica 3 5 Researchcursus BMT 3 10 Signalen & systemen Major Biomedische wetenschappen (BW) De mens als biologisch wezen staat in deze major centraal. Doel van de medische biologie is te leren begrijpen wat de biologische basis is van het ontstaan van ziekte bij de mens en hoe het ziekteproces zich vervolgens kan ontwikkelen tot waarneembare klachten. Vanuit dit begrip kan, in samenwerking met anderen (uit o.a. de medische professie en farmaceutische industrie), gewerkt worden aan betere diagnostische en therapeutische mogelijkheden. Voor de moderne gezondheidszorg in brede zin is de inbreng van de medisch-bioloog essentieel. Dit betreft zowel het uitvoeren van als het communiceren over onderzoek dat voortkomt uit ziekte gerelateerde vraagstellingen. Onderzoeksvraagstellingen worden enerzijds afgeleid van ziekte ( from bed to bench ), anderzijds zijn zij er op gericht nieuwe diagnostische en therapeutische methoden te ontwikkelen ( from bench to bed ). Bench moet hierbij breed geïnterpreteerd worden en omvat ook het werken met proefdiermodellen voor menselijke ziektebeelden. Het programma is er op gericht om een basis te leggen voor o.a. een vervolgstudie in de masteropleiding Biomedical Sciences en zo op te leiden tot een onderzoeksbetrekking binnen de universiteiten, academische ziekenhuizen, farmaceutische industrie ook via de Master Medical pharmaceutical sciences), onderzoekscentra zoals het Nederlands Kankerinstituut en het Nederlands Instituut voor Hersenonderzoek of TNO instellingen. Bovendien biedt dit pakket mogelijkheden voor een voorlichtings- of managementbetrekking in het (gezondheids)onderwijs, het gezondheidsbeleid en het farmaceutische bedrijfsleven. Deze major biedt o.a. toegang tot de masteropleiding Biomedical Sciences (zie hoofdstuk 5). Verplichte onderdelen: - Alle eerste semestervakken van de propedeuse (30 ECTS) - De onderstaande vakken uit het tweede semester van de propedeuse (30 ECTS) 29

30 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Vak Niveau ECTS Moleculen & Reactiviteit 1 5 Hersenen & Gedrag 2 5 Fysiologie mens & dier 2 5 Inleiding biomathematica & biostatistiek 1 5 Biomedisch onderzoek ECTS aan postpropedeutische vakken uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Bio-organische chemie 2 5 Immunologie I 2 5 Medische genetica òf Integratieve neurobiologie 2 5 Medische microbiologie 2 5 Moleculaire biologie & Medische biologie 2 5 Wetenschap, Technologie, Ethiek & Maatschappij 2 5 Bachelorproject bestaande uit: Bachelorscriptie 3 5 Plus één van de volgende bacheloronderzoeken: - Age research ERIBA - Drug disposition & toxicology research - Gedragsbiologie research - Immunologie & infectieziekten research - Medische celbiologie research - Metabole regulatie research Moleculaire farmacologie research - Neurowetenschappen research - Ontwikkelingsbiologie & Regenerative medicine research - Oncologie research - Pathofysiologie research Keuzeonderdelen: 30 ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Biologische fysica 1 5 Bioinformatica 2 5 Biostatistiek N2 2 5 Genes & Behaviour 2 5 Integratieve neurobiologie 2 5 Geneesmiddel van target tot gebruik 2 5 Medische genetica 2 5 Programmeren voor levenswetenschappen 2 5 Receptorfarmacologie 2 5 Regenerative medicine 2 5 Wiskunde voor levenswetenschappen 2 5 Beeldvormende technieken 3 5 Big Data in Systems Medicine 3 5 Biologie van kanker 3 5 Endocrinologie 3 5 Hemotologie

31 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Het cardiovasculair systeem 3 5 Humane gedragsbiologie 3 5 Humane genetica & Genomics 3 5 Immunologie II 3 5 Medical proteomics and genomics 3 5 Medische celbiologie 3 5 Medische implantaten 3 5 Medische fysiologie 3 5 Metabolisme & toxicologie 3 5 Metabolisme & voeding 3 5 Moleculaire celfysiologie 3 5 Moleculaire onderzoekstechnieken in humane ziektes 3 5 Neurobiologie van veroudering 3 5 Psychobiologie 3 5 Age research ERIBA 3 10 Biotechnologie 3 10 Drug disposition & toxicology research 3 10 Gedragsbiologie research 3 10 Immunologie & Infectieziekten research 3 10 Medische celbiologie research 3 10 Metabole regulatie research 3 10 Moleculaire farmacologie research 3 10 Neurowetenschappen research 3 10 Ontwikkelingsbiologie & Regenerative medicine research 3 10 Oncologie research 3 10 Pathofysiologie research ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen binnen Levenswetenschappen en uit de lijst keuzevakken buiten Levenswetenschappen aan het begin van dit hoofdstuk Major Ecologie & Evolutie (EE) Het programma voor de major Ecologie & Evolutie is in de eerste plaats gericht op de opleiding tot ecologisch onderzoeker, hetzij in het terrestrisch milieu of in het aquatisch milieu. De major biedt ook een goede startpositie voor een werkkring bij overheden of adviesbureaus en particuliere instellingen in de sector van natuur- en milieubeheer. Studenten kunnen binnen de major Ecologie & Evolutie een breed, algemeen ecologisch pakket van cursussen samenstellen. Vanzelfsprekend behoren ook onderwijselementen aan andere universiteiten, in binnen- en buitenland, tot de mogelijkheden. Verplichte onderdelen: - Alle eerste semestervakken van de propedeuse (30 ECTS) - De onderstaande vakken uit het tweede semester van de propedeuse (30 ECTS) Vak Niveau ECTS Moleculen & Reactiviteit 1 5 Ecologie & Gedrag 2 5 Fysiologie mens & dier 2 5 Inleiding biomathematica & biostatistiek 1 5 Fysiologie van planten & micro-organismen 2 5 Diversiteit & Evolutie

32 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors 45 ECTS aan postpropedeutische vakken uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Biostatistiek N2 2 5 Ecologische interacties 2 5 Genen & Evolutie 2 5 Systeemecologie 2 5 Wetenschap, Technologie, Ethiek & Maatschappij 2 5 Evolutionaire ecologie 3 5 Bachelorproject bestaande uit: Bachelorscriptie 3 5 Plus één van de volgende bacheloronderzoeken: - Chronobiologie research - Community ecology research - Dierecologie research - Fysiologische Ecologie Research Ecological & Evolutionary Genomics Research - Gedragsbiologie research - Mariene biologie research - Neurowetenschappen research Keuzeonderdelen: 30 ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen uit de volgende lijst: Vak Niveau ECTS Biologische fysica 1 5 Biochemie & Biofysische chemie 2 5 Bioinformatica 2 5 Biomedisch onderzoek 2 10 Biomoleculair onderzoek Biomoleculair onderzoek Bio-organische chemie 2 5 Celfysiologie: Energie & Structuur 2 5 Flora & Fauna 2 5 Gedragsbiologie 2 5 Genes & Behaviour 2 5 Hersenen & Gedrag 2 5 Integratieve neurobiologie 2 5 Immunologie I 2 5 Medische genetica 2 5 Medische microbiologie 2 5 Microbiologie 2 5 Moleculaire biologie & Medische biologie 2 5 Moleculaire genetica & Genomics 2 5 Programmeren voor levenswetenschappen 2 5 Wiskunde voor levenswetenschappen 2 5 Chronobiologie 3 5 Conservation biology 3 5 Endocrinologie 3 5 Humane gedragsbiologie 3 5 Humane genetica & Genomics 3 5 Metabolisme & voeding

33 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Moleculaire celfysiologie 3 5 Neurobiologie van veroudering 3 5 Psychobiologie 3 5 Zelforganisatie van ecologische & sociale systemen 3 5 Chronobiologie research 3 10 Community ecology research 3 10 Dierecologie research 3 10 Fysiologische Ecologie Research 3 10 Ecological & Evolutionary Genomics Research 3 10 Gedragsbiologie research 3 10 Mariene biologie research 3 10 Microbiologie & Genetica research 3 10 Neurowetenschappen research ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen binnen Levenswetenschappen en uit de lijst keuzevakken buiten Levenswetenschappen aan het begin van dit hoofdstuk Major Gedrag & Neurowetenschappen (GN) De major Gedrag & Neurowetenschappen is bedoeld voor studenten met belangstelling voor de werking van de hersenen en/of het gedrag van mens en dier. Het studieprogramma geeft inzicht in de invloed van allerlei factoren - zoals de opgroeicondities, de sociale en abiotische omgeving of de endogene neurale, neuroëndocriene of fysiologische processen - op de ontwikkeling en regulatie van gedrag. De major in de bacheloropleiding legt een basis voor verdere studie in één van de aansluitende masteropleidingen tot onderzoeks-, managementsof educatieve functies. De cursussen binnen de major richten zich zowel op de analyse en de interpretatie van het gedrag als op de neuronale, moleculaire, fysiologische en evolutionaire mechanismen die aan het gedrag ten grondslag liggen. Binnen de major en door de keuze van de minors, kan je een keuze maken voor een accent op één van deze aandachtsgebieden. Deze major heeft raakpunten met de majors Biomedische wetenschappen, Moleculaire levenswetenschappen en Ecologie & Evolutie. Deze major geeft toegang tot de specialisatierichting Behavioural & Neurosciences binnen de masteropleiding Biology. Zie hoofdstuk 5 voor meer doorstroommogelijkheden. Verplichte onderdelen: - Alle eerste semestervakken van de propedeuse (30 ECTS) - De onderstaande vakken uit het tweede semester van de propedeuse (30 ECTS) Vak Niveau ECTS Moleculen & Reactiviteit 1 5 Hersenen & Gedrag 2 5 Fysiologie mens & dier 2 5 Inleiding biomathematica & biostatistiek 1 5 Biomedisch onderzoek

34 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors 30 ECTS aan postpropedeutische vakken uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Gedragsbiologie 2 5 Integratieve neurobiologie 2 5 Wetenschap, Technologie, Ethiek & Maatschappij 2 5 Bachelorproject bestaande uit: Bachelorscriptie 3 5 Plus één van de volgende bacheloronderzoeken: - Chronobiologie research - Dierecologie research - Drug disposition & toxicology research - Gedragsbiologie research Medische celbiologie research - Moleculaire farmacologie research - Neurowetenschappen research - Pathofysiologie research Twee (10 ECTS) van de onderstaande vakken: Vak Niveau ECTS Genes & Behaviour 2 5 Humane gedragsbiologie 3 5 Moleculaire biologie & Medische biologie 2 5 Receptorfarmacologie 2 5 Keuzeonderdelen: 35 ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen uit de volgende lijst: Vak Niveau ECTS Biologische fysica 1 5 Bioinformatica 2 5 Bio-organische chemie 2 5 Biostatistiek N2 2 5 Ecologie & Gedrag 2 5 Genen & Evolutie 2 5 Genes & Behaviour 2 5 Immunologie I 2 5 Moleculaire biologie & Medische biologie 2 5 Programmeren voor levenswetenschappen 2 5 Receptorfarmacologie 2 5 Wiskunde voor levenswetenschappen 2 5 Beeldvormende technieken 3 5 Biologie van kanker 3 5 Centraal zenuwstelsel (geneesmiddelen van het) 3 5 Chronobiologie 3 5 Endocrinologie 3 5 Humane gedragsbiologie 3 5 Humane genetica & Genomics 3 5 Medische celbiologie 3 5 Medische fysiologie 3 5 Metabolisme & voeding

35 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Moleculaire celfysiologie 3 5 Neurobiologie van veroudering 3 5 Psychobiologie 3 5 Chronobiologie research 3 10 Dierecologie research 3 10 Drug disposition & toxicology research 3 10 Gedragsbiologie research 3 10 Medische celbiologie research 3 10 Moleculaire farmacologie research 3 10 Neurowetenschappen research 3 10 Pathofysiologie research ECTS aan vakken vrij te kiezen binnen Levenswetenschappen en uit de lijst keuzevakken buiten Levenswetenschappen aan het begin van dit hoofdstuk Major Medisch farmaceutische wetenschappen (MFW) De major Medisch farmaceutische wetenschappen heeft als doel om studenten op te leiden die in staat zijn op het grensvlak van de preklinische, klinische en farmaceutische wetenschap een bijdrage te leveren aan de medische vooruitgang. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het identificeren van aangrijpingspunten voor het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen tegen ziektes als COPD of kanker, of aan het ontwikkelen van nieuwe diagnostische en therapeutische methoden voor Alzheimer. Binnen de major Medisch farmaceutische wetenschappen staat het begrip voor het ontstaan van een ziekte en het geneesmiddel waarmee de ziekte (al dan niet effectief) behandeld kan worden centraal. De opleiding bestaat uit een bijzondere combinatie van vakken, zowel vanuit verschillende bacheloropleidingen zoals Biologie, LS&T, Farmacie en Scheikunde. De major Medisch farmaceutische wetenschappen biedt toegang tot o.a. de masteropleidingen Medical Pharmaceutical Sciences en (na selectie) Medical Pharmaceutical Drug Innovation. Verplichte onderdelen: - Alle eerste semestervakken van de propedeuse (30 ECTS) - De onderstaande vakken uit het tweede semester van de propedeuse (30 ECTS) Vak Niveau ECTS Moleculen & Reactiviteit 1 5 Geneesmiddel van target tot gebruik 2 5 Fysiologie mens & dier 2 5 Inleiding biomathematica & biostatistiek 1 5 Medisch farmaceutisch onderzoek 2 5 Pathologie ECTS aan postpropedeutische vakken uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Bio-organische chemie 2 5 Receptorfarmacologie 2 5 Immunologie I 2 5 Farmacologie practicum 2 5 Moleculaire biologie & medische biologie 2 5 Wetenschap, Technologie, Ethiek & Maatschappij 2 5 Bachelorproject bestaande uit: Bachelorscriptie

36 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Plus één van de volgende bacheloronderzoeken: - Drug disposition & Toxicology research - Bacheloronderzoek farmacie - Immunologie & infectieziekten research - Medische celbiologie research - Moleculaire farmacologie research - Pathofysiologie research 3 10 Keuzeonderdelen: 30 ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen uit de volgende lijst: Vak Niveau ECTS Biologische fysica 1 5 Bioinformatica 2 5 Biostatistiek N2 2 5 Farmaceutische analyse A 2 5 Farmaceutische microbiologie 2 5 Farmaceutische technologie & Biofarmacie I 2 5 Medische genetica 2 5 Programmeren voor Levenswetenschappen 2 5 Wiskunde voor levenswetenschappen 2 5 Centraal zenuwstel (geneesmiddelen van het) 3 5 Beeldvormende technieken 3 5 Endocrinologie 3 5 Farmaceutische analyse B 3 5 Farmacokinetiek 3 5 Farmaco-epidemologie 3 5 Geneesmiddelen van endo, TD/TR, TC 3 10 Infecties & Tumoren (Geneesmiddelen bij) 3 5 Medical proteomics and genomics 3 5 Medische celbiologie 3 5 Medische fysiologie 3 5 Metabolisme & toxicologie 3 5 Moleculaire celfysiologie 3 5 Drug disposition & Toxicology research 3 10 Immunologie & Infectieziekten research 3 10 Medische celbiologie research 3 10 Moleculaire farmacologie research 3 10 Pathofysiologie research ECTS aan vakken vrij te kiezen binnen Levenswetenschappen en uit de lijst keuzevakken buiten Levenswetenschappen aan het begin van dit hoofdstuk. 36

37 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Major Moleculaire Levenswetenschappen (ML) Deze major is bedoeld voor studenten met belangstelling voor onderzoek naar: het functioneren van prokaryote en eukaryote cellen in hun milieu, analyse hiervan op de terreinen van functional genomics, proteomics, metabolomics, alsmede onderzoek naar de cellulaire functies en moleculaire werkingsmechanismen van celcompartimenten (organellen), cellulaire (macro)moleculen (DNA, RNA, eiwitten, metabolieten), en opslag, verwerking, analyse van complexe datasets (bioinformatica). Studenten kunnen zich richten op het ontwikkelen van moleculaire technieken in het medisch werkveld, zoals het ontwikkelen van diagnostiek en therapieën. Daarnaast kunnen studenten zich richten op het werkveld van de biotechnologie, een toepassingsgericht wetenschapsgebied waarbinnen sprake is van samenwerking tussen microbiologen, chemisch-technologen, en moleculair biologen, met name genetici, biochemici en ook plantenfysiologen. Het programma van deze major legt een basis voor verdere studie in de masteropleiding Molecular Biology & Biotechnology. Er kan gesolliciteerd worden naar onderzoeksfuncties bij universiteiten, ziekenhuizen, bedrijven, onderzoeksinstituten (KNAW, TNO, RIVM, DLO) en naar managements- en voorlichtingsfuncties bij bedrijven, ziekenhuizen en overheidsinstituten, alsmede naar werkkringen in verschillende onderwijsrichtingen (technologie, gezondheid). Verplichte onderdelen: - Alle eerste semestervakken van de propedeuse (30 ECTS) - De onderstaande vakken uit het tweede semester van de propedeuse (30 ECTS): Vak Niveau ECTS Moleculen & Reactiviteit 1 5 Moleculaire genetica & Genomics 2 5 Celfysiologie: Energie & Structuur 2 5 Inleiding biomathematica & biostatistiek 1 5 Biomoleculair Onderzoek Biomoleculair Onderzoek ECTS aan postpropedeutische vakken uit onderstaande lijst: Vak Niveau ECTS Biochemie & Biofysische chemie 2 5 Bio-organische chemie 2 5 Microbiologie 2 5 Moleculaire biologie & Medische biologie 2 5 Thermo, kinetiek & enzymologie 2 5 Wetenschap, Technologie, Ethiek & Maatschappij 2 5 Bachelorproject bestaande uit: Bachelorscriptie 3 5 Plus één bacheloronderzoek MLw

38 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Keuzeonderdelen: 30 ECTS aan keuzevakken vrij te kiezen uit de volgende lijst: Vak Niveau ECTS Biologische fysica 1 5 Biostatistiek N2 2 5 Practicum chemie voor levenswetenschappen 3 5 Programmeren voor levenswetenschappen 2 5 Wiskunde voor levenswetenschappen 2 5 Genomics & Proteomics 3 5 Moleculaire & cellulaire microscopie 3 5 Structural biology 3 5 Biokatalyse & Membraanenzymologie research 3 10 Biomoleculaire chemie research 3 10 Biotechnologie 3 10 Computational molecular biology research 3 10 Microbiologie & Genetica research 3 10 Moleculaire celbiologie research 3 10 Structural biology research ECTS aan vakken vrij te kiezen binnen Levenswetenschappen en uit de lijst keuzevakken buiten Levenswetenschappen aan het begin van dit hoofdstuk. 38

39 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors 4.3 MINOREN Inhoud Naast de major van 150 ECTS bevat de bachelor ook een minor van 30 ECTS. Alleen voor de major BMT staat de inhoud van de minor vast (verdiepende BMT-vakken). De verbredende minoren bieden de mogelijkheid om 30 ECTS aan vakken te volgen in een ander vakgebied dan die van de gevolgde major. Dit kan binnen de Levenswetenschappen, maar ook daarbuiten of zelfs in het buitenland. Door de grondige kennismaking met een andere discipline, verbreed je je horizon en train je analytische vaardigheden, omdat je je in korte tijd moet inwerken in een ander wetenschapsgebied. In het tweede studiejaar wordt in het voorjaar voorlichting gegeven over de minorkeuze. De procedure voor het kiezen en volgen van een minor is als volgt: 1. Oriënteren op het aanbod (voorlichtingsbijeenkomsten, minormarkt); 2. Indien nodig overleg met de tutor; 3. Toestemming vragen aan de examencommissie; 4. Inschrijven voor de minor; 5. Resultaat overleggen Minoren aanbod - RUG minoren. Dit zijn vakkenpakketten bij andere faculteiten, zie voor informatie Het aanbod wordt jaarlijks gepresenteerd op de website en de minorenmarkt. - Via de lerarenopleiding is het mogelijk met een educatie minor een tweedegraads bevoegdheid Biologie of Scheikunde te behalen: - Voor studenten die graag hun minor binnen Levenswetenschappen willen volgen zijn er de volgende minoren; BW/GN (minor aangeboden door Biomedische Wetenschappen en Gedrag & Neurowetenschappen) EE (minor aangeboden door Ecologie & Evolutie) ML (minor aangeboden door Moleculaire Levenswetenschappen) BMT (minor aangeboden door Biomedische technologie) FW (minor aangeboden door Farmacie) Deze minoren bestaan voornamelijk uit de tweedejaarsvakken van de gelijknamige majors. Ook is het mogelijk een minor bij sommige andere opleidingen binnen FWN te volgen. In dat geval is het altijd raadzaam om je plannen/ideeën te overleggen met de studieadviseur van de betreffende opleiding. Minor in binnen- of buitenland aan een andere universiteit. Wil je je minor in het buitenland volgen, zorg dan dat je aanwezig bent bij de betreffende voorlichtingsbijeenkomst rond november, en kijk voor aanvullende informatie op Nestor. Contactpersoon voor een buitenlandminor is studieadviseur Trudeke Sanders: g.a.sanders@rug.nl Als je een minor bij een andere Nederlandse of buitenlandse universiteit volgt, let er dan op dat de gekozen minorvakken niet overlappen met je vakkenpakket in je major! Dit is uiteindelijk ter beoordeling van de examencommissie. 39

40 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Aanmelding en toestemming Voordat je met je minor kunt starten heb je toestemming van de examencommissie nodig om het pakket te laten meetellen voor je bachelordiploma. Mocht je minorkeuze anders zijn dan een standaardminor uit het aanbod van de RUG of de faculteit, dan zijn er twee mogelijkheden: - Je wilt een minor doen binnen het domein van de Levenswetenschappen (bijvoorbeeld ecologie in Zweden). Je verzamelt documentatie over de vakken en vraagt of je tutor dit kan aanbevelen bij de examencommissie. Je levert deze aanbevelingsbrief in als bijlage bij je registratieformulier voor de minor. - Je wilt iets helemaal anders doen buiten de Levenswetenschappen. In dat geval verlangt de examencommissie documentatie en een aanbevelingsbrief van de opleiding waar je die minor wilt gaan doen. Deze lever je in met je registratieformulier. De examencommissie beoordeelt de aanvragen volgens deze criteria: - Is het een samenhangend vakkenpakket? Met andere woorden, hebben de vakken met elkaar te maken? Is het mogelijk om het vakkenpakket een naam te geven? (voor pakketten in het buitenland is dit niet altijd mogelijk) - Is het pakket van voldoende niveau? Omdat je als student je helemaal in een nieuw wetenschapsveld moet inwerken, is het logisch dat er inleidende vakken in een vakkenpakket zitten. Er mag daarom tot een maximum van 10 ECTS aan propedeusevakken in voorkomen. Indien relevant mogen dat ook taalvaardigheid cursussen zijn. Vanzelfsprekend moet er dan ook een vak van voldoende niveau tegenover staan. - Maximaal 10 ECTS aan onderzoek kan worden opgenomen in het minorprogramma (= equivalent aan een researchcursus). - Is er geen inhoudelijke overlap met vakken van je major? (Neem als je twijfelt contact op met je tutor en laat deze verklaren akkoord te gaan/helpen bij het bedenken van een alternatief) Inschrijven Als je een keuze hebt gemaakt, moet je je voor een minor inschrijven op de manier die de opleiding, waar je je minor gaat doen, je instrueert (zie daarvoor ook als je een universitaire minor wilt doen). Het is je eigen verantwoordelijkheid om bij de gastfaculteit of gastinstelling goed ingeschreven te staan volgens de daar geldende regels, die je zelf moet opzoeken. Voor RUG minoren gaat inschrijven via ProgRESS WWW. De intekening start ieder jaar eind april/begin mei. Je vindt een aparte Minorenknop in de intekenmodule, die toont het totale aanbod minoren. Op Ocasys zijn de vakbeschrijvingen te vinden. De inschrijfperiode sluit ruim voor de zomervakantie. Als je een verkeerde keuze hebt gemaakt en je komt daar binnen twee weken na aanvang achter, dan kun je als je snel handelt nog in hetzelfde semester met een andere minor beginnen. Neem contact op met tenminste de minorcoördinator van de nieuwgekozen minor en studieadviseur Karin Weel, om je overstap te bespreken: c.e.m.weel@rug.nl Voor de minoren binnen Levenswetenschappen kun je je rond de zomer intekenen voor de individuele vakken, gelijktijdig met intekening voor de andere vakken van het derde jaar. 40

41 Hoofdstuk 4. Beschrijving van Majors en Minors Resultaat overleggen Cijfers van minorvakken binnen de RUG worden automatisch in ProgRESS WWW geregistreerd. Volg je onderwijs buiten de RUG, neem dan een gewaarmerkte cijferlijst mee van de universiteit waar je te gast was, of in geval van een buitenlandminor een transcript of records. Deze lever je in bij het ESC, waar de lijst verwerkt wordt in ProgRESS WWW. Een buitenlandse cijferlijst wordt geconverteerd naar Nederlandse cijfers, volgens een omrekentabel die de Examencommissie (na raadpleging van diverse bronnen) vaststelt. 41

42 Hoofdstuk 5. Toegang tot masteropleidingen 5. TOEGANG TOT MASTEROPLEIDINGEN Het diploma van de bacheloropleiding Biologie of Life Science & Technology geeft afhankelijk van de gevolgde major (en eventueel verplichte minor) onvoorwaardelijk toegang tot de onderstaande masteropleidingen. Naast onvoorwaardelijke toegang is het ook mogelijk om met een combinatie van major en minor toegang te krijgen tot een specialistische masteropleiding. Soms is een combinatie van vakken vereist, zoals voor de onderwijsbevoegdheid in de master Educatie & Communicatie. Voor sommige opleidingen geldt een selectieprocedure voor toelating, waarbij aangemelde studenten bijvoorbeeld op cijfers en motivatie worden beoordeeld. De toelatingscommissie van een masteropleiding beslist over toelating op grond van het gevolgde vakkenpakket en/of aanvullende competenties (door een andere opleiding of werkervaring). Het is denkbaar dat er meer mogelijkheden zijn dan die aangegeven in de tabel voor doorstroommogelijkheden. In dat geval kan een verzoek tot toelating worden ingediend bij de toelatingscommissie van de desbetreffende masteropleiding. 5.1 ONVOORWAARDELIJKE TOELATING Master Biology - Major Biologie - Major Biomedische Wetenschappen - Major Ecologie & Evolutie - Major Gedrag & Neurowetenschappen (deze major biedt toegang tot de track Behaviour & Neurosciences binnen de master Biology) - Major Moleculaire Levenswetenschappen Master Biomedical Engineering - Major Biomedische Technologie met de verplichte minor Implantaten & Functieherstel Master Ecology & Evolution - Major Ecologie & Evolutie Master Educatie & Communicatie - Alle majors van Biologie en LS&T (aanvullende eisen voor de specialisatie Educatie = onderwijsbevoegdheid, zijn: Ecologie & Gedrag, Fysiologie van mens & dier, Diversiteit & Evolutie, Moleculaire biologie & Medische biologie en Fysiologie van planten & micro-organismen (of in plaats van het laatste vak één van de Microbiologie vakken plus Flora & Fauna). Master Energy & Environmental Sciences - Alle majors van Biologie en LS&T Master Marine biology - Major Ecologie & Evolutie - Andere majors binnen van Biologie (B, BW, GN en ML) Master Biomedical Sciences - Major Biomedische Wetenschappen 42

43 Hoofdstuk 5. Toegang tot masteropleidingen Master Medical Pharmaceutical Sciences - Major Medisch farmaceutische wetenschappen - Major Biomedische wetenschappen met de minor Farmaceutische wetenschappen - Major Moleculaire levenswetenschappen met de minor Farmaceutische wetenschappen Master Molecular Biology & Biotechnology - Major Moleculaire Levenswetenschappen - Major Biomedische Wetenschappen met de minor Moleculaire Levenswetenschappen - Major Gedrag & Neurowetenschappen met de minor Moleculaire Levenswetenschappen - Major Medisch farmaceutische wetenschappen met de minor Moleculaire Levenswetenschappen Master Chemistry met track "Chemical Biology" - Major Moleculaire Levenswetenschappen (inclusief het vak Practicum chemie voor levenswetenschappen) 5.2 ANDERE DOORSTROOMMOGELIJKHEDEN De tabel op de volgende pagina geeft een zo compleet mogelijk overzicht van majors en aansluitende masteropleidingen. In de tabel op de volgende pagina is met X x toegang zonder aanvullende voorwaarden aangegeven. De overige mogelijkheden ( ) bieden een goede aansluiting (zonder pre-masterprogramma) maar in sommige gevallen wel met specifieke minor- of vakeisen. Indien je hier niet aan voldoet, moet je een brief schrijven naar de toelatingscommissie met motivatie en gevolgd vakkenpakket. De commissie beoordeelt de aanvraag en kan besluiten dat enkele vakken van de bachelor gevolgd moeten worden in de vrije ruimte van het masterprogramma of als extra vak. Figuur B6 biedt daarom geen garantie voor onvoorwaardelijke toelating. 5.3 MASTERPROGRAMMA S MET SELECTIE Na selectie door desbetreffende toelatingscommissies kunnen de volgende Topprogramma s of Erasmus Mundus programma s gevolgd worden: - Evolutionary Biology: topprogramma binnen de masteropleiding Ecology & Evolution - Biomolecular Sciences: topprogramma binnen de masteropleiding Molecular Biology & Biotechnology - Masteropleiding Behavioural & Cognitive Neurosiences - Masteropleiding Medical and Pharmaceutical Drug Innovation - MEME (the Erasmus Mundus Master Programme in Evolutionary Biology): Erasmus Mundus programma binnen de master Ecology & Evolution Let op: de deadlines voor aanmelding van dit soort selectieve programma s liggen doorgaans veel vroeger dan die voor reguliere masteropleidingen! 43

44 Hoofdstuk 5. Toegang tot masteropleidingen Major Biologie Master Behaviour and Neurosciences * Biology Biomedical Engineering Biomedische Technologie X X 1 X Biomedische Wetenschappen 8 X X X 1 X 4 X 6/12 X 2 Ecologie & Evolutie 3+8 X X X 1 X X Gedrag & Neurowetenschappen X X X 9 4 X 1 X 4 X 2 Moleculaire Levenswetenschappen X X 3+10 X X 1 X 4 X 6/3+10 X Medisch Farmaceutische Wetenschappen X 11 X 1 X X X 2 Figuur B6: Combinaties van major/minor/vakken die toegang geven tot masteropleidingen. X staat in de OER en geeft toelating, heeft goede aansluiting wat inhoudt dat er geen premasterprogramma nodig is. Je moet wel contact opnemen met de toelatingscommissie die aanvullende eisen aan het programma kan stellen. * Specialisatierichting binnen de masteropleiding Biology 1. Aanvullende eisen voor de specialisatie Educatie (onderwijsbevoegdheid Biologie) zijn: Ecologie & Gedrag, Fysiologie van mens & dier, Diversiteit & Evolutie, Moleculaire biologie & Medische biologie en Fysiologie van planten & micro-organismen (of in plaats van de laatste een combinatie van (Medische) Microbiologie en Flora & Fauna). 2. Met de minor ML 3. Met de minor BW/GN 4. Met de minor EE 5. Met de minor BW 6. Met minor FW 7. Met minor GN 8. Met de vakken Integratieve neurobiologie of neurobiologie, en het vak gedragsbiologie 9. Met de vakken bio-organische chemie, immunologie I en Moleculaire biologie & medische biologie. 10. Met de vakken receptorfarmacologie, immunologie I en moleculaire biologie & medische biologie. 11. Met de vakken (farmaceutische/medische) microbiologie en (integratieve) neurobiologie. 12. Met de vakken receptorfarmacologie en geneesmiddel van target tot gebruik. Biomedical Sciences Chemistry (Chemical Biology) Ecology & Evolution Educatie & Communicatie Energy & Environmental Sciences Marine Biology X X 1 X 4 Medical Pharmaceutical Sciences Molecular Biology & Biotechnology 44

45 Hoofdstuk 6. Cursussen, tentamens en examens 6. TOELATING TOT CURSUSSEN, TENTAMENS EN EXAMENS Bij de Education Support Desk (onderdeel van het Education Support Centre) kun je hulp/informatie krijgen bij tentameninschrijving, registratie van tentamenuitslagen en studiepunten, roosters en studentgegevens. Maar kijk eerst in deel A van deze gids en de andere informatie op Nestor voordat je hulp vraagt, de kans is groot dat je het antwoord op je vraag zelf al kunt vinden. 6.1 AANMELDING/AFMELDING VOOR CURSUSSEN & TENTAMENS Studenten tekenen zichzelf voor cursussen en tentamens in, via ProgRESS WWW: Ouderejaars studenten kunnen zich rond de zomer al intekenen voor cursussen van het volgende academisch jaar. Een aankondiging over de opening van deze intekeningen, en daaraan gekoppeld het nieuwe vakkenrooster, wordt vooraf gecommuniceerd via Nestor. Inen uittekenen voor vakken kan tot 1 maand voor aanvang van een cursus. Van de student wordt verwacht dat hij/zij 1) zijn intekeningen gedurende het studiejaar goed in de gaten houdt, 2) actief reageert op eventuele verzoeken/mededelingen vanuit het ESC, en 3) aanwezig is bij de vakken waarvoor is ingetekend. Niet komen opdagen is kostbaar voor de opleiding en oncollegiaal naar medestudenten die wellicht op de wachtlijst van het vak staan. Voor het eerste uur van een cursus geldt absolute aanwezigheidsplicht, om deelname aan het vak te bevestigen. Onaangekondigd wegblijven van een cursus waarvoor door het ESC een plaats was toegewezen, leidt tot administratieve maatregelen die ernstige gevolgen kunnen hebben voor het individuele programma. Alle (negatieve) consequenties voortvloeiend uit te laat in- of uittekenen zijn voor de student zelf. Het is in principe niet toegestaan om ingetekend te staan voor twee cursussen die op dezelfde tijd zijn geroosterd. Wanneer de aanmelddatum voor cursussen is verstreken wordt hierop gecontroleerd. Dubbele intekeningen worden beiden verwijderd tenzij men voor één van beiden op een wachtlijst staat (dit is toegestaan). Studenten zijn ook zelf verantwoordelijk voor hun in- en uittekening voor (her)tentamens. Studenten die niet staan ingetekend voor een tentamen, mogen niet deelnemen aan dat tentamen. Let op: de intekening voor een (her)tentamen sluit een week voor de datum waarop het (her)tentamen wordt afgenomen. Een student mag maar twee keer in één jaar tentamen van dezelfde cursus doen. Er is een tentamenmogelijkheid binnen de cursus en een hertentamen in de hertentamenweek die daar op volgt. In totaal mag een vaktentamen maar vier keer gedaan worden, zie 6.5. Wanneer je je niet tijdig uittekent voor een tentamen wordt deze meegeteld voor de examenregeling; zie 6.5 en 6.6. N.B.: Voor cursussen verzorgd door andere opleidingen gelden de regels van die andere opleiding ook voor Biologie en LS&T-studenten. Informeer jezelf over de intekenregels bij de betreffende opleiding. 45

46 Hoofdstuk 6. Cursussen, tentamens en examens 6.2 INHOUD EN TOELATINGSEISEN VOOR CURSUSSEN Voor deelname aan specialistische cursussen gelden specifieke toelatingseisen, die in het algemeen betrekking hebben op vakken uit een eerdere fase van de studie. Deze zijn vermeld bij de beschrijvingen van de cursussen onder Entreevoorwaarden : Het is van groot belang om bij de planning van de studie zelf op deze toelatingseisen te letten en te zorgen dat er op tijd aan is voldaan. De toelatingseisen worden strikt toegepast! Omdat het voor je planning handig is te weten welke vakken als voorkenniseis gelden of welke vakken gewenst zijn als voorkennis, is hieronder een overzicht gegeven van de vakken waarvoor dit geldt Vereiste voorkennis Vakken jaar Periode Vakspecifieke ingangseis(en) Periode 3.IIa of - Minimaal 120 EC behaald Bacheloronderzoek 3.IIb (waaronder propedeuse) 3.IIa of Bachelorscriptie - In combinatie met Bacheloronderzoek 3.IIb Biostatistiek N2 Biokatalyse & membraanenzymologie research Biologische evaluatie van Implantaten Biomoleculaire chemie research 2.IIb Inleiding in de biomathematica & biostatistiek of - Fysiologie mens & dier Gedragsbiologie research 3.IIa Een van de vakken: 46 1.IIb 2.IIa - Thermo,kinetiek & enzymologie 2.Ia 2.IIa - Biomaterialen I 2.Ib - Celbiologie 1.Ia 3.IIa - Moleculen & reactiviteit 1.IIa - Bio-organische chemie 2.Ia Chronobiologie research 3.IIa - Chronobiologie 2.Ib - Bioinformatica 1.IIb Computational - Celbiologie 1.Ia Molecular Biology 3.IIa - Biochemie 1.Ia research - Moleculaire genetica & Genomics 1.IIa - Programmeerervaring gewenst Dierecologie research Farmacologie practicum Farmaceutische microbiologie Farmaceutische analyse B Farmacokinetiek 2.IIb 2.Ib 2.IIa Een van de vakken: - Systeemecologie - Ecologische interacties - Gedragsbiologie - Ecologie & Gedrag - Practicum minimale cel - Practicum anatomie & fysiologie - Fysiologie mens & dier - Receptorfarmacologie - Practicum minimale cel - Biochemie - Celbiologie 2.Ia 2.Ia 2.Ia 1.IIa 1.Ia 1.Ib 1.IIa 1.Ia 1.Ia 1.Ia 1.Ia 2.IIb - Farmaceutische analyse A 2.IIa 2.IIa - Practicum minimale cel - Fysiologie & therapie - Practicum anatomie & fysiologie 1.Ia 1.Ib 1.Ib 1.IIa

47 Hoofdstuk 6. Cursussen, tentamens en examens Vakken jaar Periode Vakspecifieke ingangseis(en) Periode - Systeemecologie - Ecologische interacties - Gedragsbiologie - Ecologie & Gedrag 2.Ia 2.Ia 2.Ia 1.IIa Genomics & proteomics 2.IIa - Moleculaire genetica & genomics 1.IIa Immunologie 2 2.IIa - Immunologie 1 2.Ia - Immunologie 1 2.Ia Immunologie & 3.IIa - Medische microbiologie 2.Ia infectieziekten research - VMT certificaat verplicht Medical proteomics & genomics 2.IIb - Moleculaire biologie & Medische biologie - Moleculaire Celfysiologie gevolgd Medische celbiologie - Moleculaire biologie & Medische 3.IIa research biologie 2.Ib Medische fysiologie 2.IIb - Fysiologie mens & dier 1.IIa Medische implantaten 2.IIa - Fysiologie mens & dier 1.IIa - Practicum minimale cel 1.Ia Metabolisme & - Fysiologie & therapie 1.Ib 2.IIa toxicologie - Practicum anatomie & fysiologie 1.Ib - Fysiologie mens & dier 1.IIa Microbiologie & genetica research Minorcongres Moleculaire celbiologie research Moleculaire farmacol. research Neurobiologie van veroudering 2.IIb 3.Ib 2.IIb - (Medische) Microbiologie of Fysiologie van planten & microorganismen of Moleculaire genetica & Genomics of Moleculaire biologie & medische biologie Alleen voor studenten ingeschreven voor minor Levenwetenschappen - Moleculaire biologie & medische biologie 2.Ib 2.Ia 2.Ia 1.IIb 1.IIa 2.Ib 2.Ib 3.IIb - Fysiologie & therapie 1.Ib 2.IIa - Hersenen & Gedrag of een bachelor Bewegingswetenschappen of Psychologie 1.IIa Neurowetenschappen research 3.IIa - Integratieve neurobiologie 2.Ib Oncologie research 3.IIb - Biologie van kanker 2.IIa Ontwerpen 2 2.Ib - Ontwerpen 1 1.IIa Ontwerpen 3 3.IIa ECTS waaronder propedeuse behaald Ontwikkelingsbiologie & Regenerative Medicine Research 3.IIa - Regenerative Medicine 2.IIa Pathofysiologie research 3.IIb - Immunologie 1 - VMT 2.Ia Practicum chemie voor Levenwetenschappen 2.IIa - Moleculen & Reactiviteit 1.IIa Practicum chemie voor BMT 2.IIb - Moleculen & Reactiviteit 1.IIa Psychobiologie 2.IIb - Integratieve neurobiologie 2.Ib 47

48 Hoofdstuk 6. Cursussen, tentamens en examens Vakken jaar Periode Vakspecifieke ingangseis(en) Periode Structurele biologie research 3.IIa - Structural Biology 2.IIb Gewenste voorkennis Vakken jaar 2 +3 Periode Vakspecifieke gewenste voorkennis Periode Biomaterialen 1 2.Ib - Moleculen & Reactiviteit 1.IIa Biomedisch onderzoek 1.IIb - Fysiologie & Therapie 1.Ib - Fysiologie van mens & dier 1.IIa Biomoleculaire chemie - Celfysiologie: Energie & Structuur 1.IIa 3.IIa research - Thermo, kinetiek & enzymologie 2.Ia Bio-organische chemie 2.Ia - Moleculen & Reactiviteit 1.IIa Community ecology - Ecologische interacties 2.Ia 3.IIa research - Biostatiek N2 2.IIa Endocrinologie 2.IIa - Fysiologie mens & dier 1.IIa Ecological & - Genen & evolutie 2.Ia Evolutionary Genomics 3.IIa - Diversiteit & Evolutie 1.IIb Research Fysiologische ecologie - Fysiologie van planten &microorganismen 3.IIa research 1.IIb Gedragsbiologie 2.Ia - Hersenen & gedrag 1.IIa Humane gedragsbiologie 2.IIa - Hersenen & gedrag 1.IIa of Gedragsbiologie 2.Ia Humane genetica & 2.IIb - Bio-informatica 1.IIb Genomics Integratieve neurobiologie Microbiologie Moleculaire & cellulaire microscopie Moleculaire farmacol. research Ontwikkelingsbiologie & Regenerative medicine research Pathologie Transport in biologische systemen Wiskunde voor Levenswetenschappen 2.Ib 2.Ia 2.IIa - Medische genetica - Fysiologie mens & dier - Hersenen & gedrag - Biochemie - Celbiologie - Moleculaire biologie & medische biologie 2.Ib 1.IIa 1.IIa 1.Ia 1.Ia 2.Ib 3.IIb - Receptorfarmacologie 2.Ia 3.IIb 1.IIb 2.IIb 2.IIb - Moleculaire biologie & medische biologie - Celbiologie - Fysiolgie & Therapie - Fysiologie mens & dier - Wiskunde voor Levenswetenschappen - Inleiding biomathematica & biostatistiek 2.Ib 1.Ia 1.Ib 1.IIa 1.IIb 1.IIb 48

49 Hoofdstuk 6. Cursussen, tentamens en examens 6.3 VAKKEN MET INHOUDELIJKE OVERLAP Wegens teveel overlap van de stof is het binnen een individueel bachelorprogramma niet toegestaan om onderstaande vakken samen op te nemen (je moet dus kiezen tussen deze vakken): - Celbiologie 1 + Celbiologie 2 (Farmacie) en Celbiologie + Biochemie (Biologie, LST) - Genetica Farmacie (Farmacie) en Genetica (Biologie, LST) - Humane fysiologie (Farmacie) en Fysiologie mens & dier (Biologie, LST) - Celfysiologie: Energie & structuur (ML) en Moleculaire celfysiologie (BW, GN) - Wiskunde & Statistiek (Farmacie) en Inleiding in de biomathematica & biostatistiek (Biologie, LST). - Microbiologie (ML), Medische microbiologie (BW, BMT) Farmaceutische microbiologie (Farmacie), Fysiologie van planten & micro-organismen (voor studenten die de EC master eerstegraads bevoegdheid willen halen is o.a. Fysiologie van planten & micro-organismen vereist of de combinatie van Flora & Fauna met één van de drie bovengenoemde microbiologievakken). - Organische & biosynthese (Farmacie) en Bio-organische chemie (Biologie, LST) - Thermo, kinetiek & enzymologie (ML) en Thermodynamica (BMT, Farmacie) - Farmaceutische genetica & immunologie (Farmacie) heeft teveel overlap met zowel Medische genetica als Immunologie I (Biologie, LST) - Fysiologie & Therapie en het oude vak Fysiologie & Farmacologie - Ecological & Evolutionary Genomics Research en het oude vak Ecological & Evolutionary en Genomics - Ecological & Evolutionary Genomics Research en het oude vak Evolutionaire genetica research - Fysiologische Ecologie Research en het oude vak Ecofysiologie van Planten Research - Practicum chemie voor levenswetenschappen en Practicum Chemie voor BMT of Farmacologie practicum 6.4 UITSLAG VAN TENTAMENS EN RAADPLEGING VAN STUDIERESULTATEN Bij een mondeling afgelegd tentamen wordt de uitslag direct vastgesteld en aan de geëxamineerde meegedeeld. De uitslag van een schriftelijk of praktisch afgelegd onderdeel wordt doorgaans binnen 10 werkdagen vastgesteld en vervolgens verwerkt door het ESC. Voor enkele vakken geldt een langere nakijktermijn (wordt aangegeven in Ocasys). Studenten dienen hun studieresultaten in ProgRESS WWW regelmatig te controleren. Denk je dat er fouten zijn gemaakt, neem dan direct contact op met het ESC. 6.5 EXAMENS Er zijn twee examens binnen de bacheloropleiding. Het propedeuse-examen omvat de vakken die onderdeel uitmaken van het programma van het eerste jaar. Het bachelorexamen omvat de major en de minor. Het Opleidings- en Examenreglement (OER), evenals de Regels en Richtlijnen, geven aan welke eisen er worden gesteld voor de examens en welke regels gelden bij examinering (zie deel C van de studiegids). De tekst in deel B van de studiegids daarvan een praktische uitwerking. De examens bestaan uit het aanbieden van de resultaten van de met succes afgelegde onderdelen van het programma. In het diplomasupplement wordt het individuele programma benoemd. 49

50 Hoofdstuk 6. Cursussen, tentamens en examens 6.6 ALGEMENE EXAMENEISEN Voor de examens geldt dat alle vakcijfers voor de verplichte en keuzevakken voldoende moeten zijn, d.w.z. minimaal een 6 of een V (voor Voldoende). Een vakcijfer is doorgaans opgebouwd uit waarderingen voor (een) tentamen(s) en eventuele practische opdrachten die behoren tot hetzelfde vak. De vakcijfers worden op een half cijfer afgerond, waarbij het cijfer 5.5 niet wordt gegeven. 6.7 HERHALING VAN ONDERWIJSELEMENTEN Indien een vakcijfer onvoldoende is, zullen één of meer onderdelen van het betrokken vak herhaald moeten worden om een voldoende vakcijfer te krijgen. Twee keer per jaar wordt op vastgestelde datade gelegenheid gegeven tot het maken van een tentamen. Alleen in het geval van persoonlijke overmacht, kan een extra tentamengelegenheid worden aangevraagd bij de examencommissie. De bij een vak behorende practica kunnen slechts één keer per jaar, volgens rooster, worden gevolgd. Tentamens mogen in totaal vier keer worden afgelegd. Indien voor een tentamen drie keer een onvoldoende is behaald, verdient het aanbeveling om de docent en/of studieadviseur te raadplegen alvorens een volgende poging (na toestemming) te wagen (zie ook hieronder de examenregeling). 6.8 DE EXAMENREGELING Indien na vier tentamengelegenheden nog steeds geen voldoende eindcijfer voor een cursus is behaald, moet de student een gemotiveerd verzoek voor een vijfde gelegenheid indienen bij de examencommissie De examencommissie bepaalt vervolgens wanneer, op welke manier en onder welke voorwaarden de student het tentamen mag afleggen. Uitgangspunt daarbij is dat de student alleen een vijfde tentamengelegenheid krijgt toegewezen als de volledige aandacht op het te behalen vak wordt gericht, door alle colleges van het vak (opnieuw) te volgen (in de eerstvolgende periode dat het vak weer wordt aangeboden) en door aan geen enkel ander vak deel te nemen in die periode. 6.9 VAN PROPEDEUSE NAAR POSTPROPEDEUSE Algemeen geldt dat het propedeusediploma toegang geeft tot de rest van de opleiding. Vanaf 2010 geldt het bindend studieadvies, zie hiervoor ook: myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/bindend-studie-advies/ Studenten die niet voldoen aan de minimale eisen om door te stromen naar de postpropedeuse, moeten de opleiding verlaten. Studenten die nog niet het eerste jaar volledig hebben afgerond (maar minimaal 45 ECTS behaald) stromen doornaar het tweede studiejaar waarbij hij/zij verplichtvoorrang geeft aan het (opnieuw) volgen/herkansen van niet afgeronde eerstejaarsvakken. Voor de start van het tweede jaar is de student verplicht een studieplanning ter goedkeuring te overleggen (majoropdracht). De algemene richtlijn hierbijis dat er per onderwijsperiode maximaal 15 ECTS aan studielast mag worden ingepland, inclusief het (de) in te halen eerstejaarsvak(ken). 50

51 Hoofdstuk 6. Cursussen, tentamens en examens 6.10 AANMELDING VOOR EEN EXAMEN Propedeuse-examen Voor het propedeusediploma is geen aanmelding nodig, het wordt automatisch door het ESC opgemaakt. Het propedeusediploma wordt meestal uitgereikt in oktober/november Bachelor examen Ruim voor de gewenste afstudeerdatum moet het individuele vakkenpakket ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie. Deze procedure gaat via ProgRESS WWW. Een handleiding hiervoor is via Nestor te downloaden. Let op dat je je in het eerste semester van het derde studiejaar al inleest over hoe je tijdig je diploma aanvraagt. De informatie hierover staat op Nestor, en ook wordt er rond de start van het tweede semester een voorlichtingsmoment georganiseerd door de studieadviseur. Indien de student niet binnen twee weken na het behalen van het laatste cijfer het diploma heeft aangevraagd, heeft de examencommissie het recht om het diploma voor de student aan te vragen en de student als geslaagd te verklaren. Let daarom op als je extra vakken op je bachelordiploma wilt zetten. Dit moet je ruim van tevoren aangeven bij het aanbieden van je vakkenpakket, om te voorkomen dat je diploma automatisch aangevraagd wordt bij het voldoen aan de exameneisen. Je krijgt bericht als je diploma klaarligt. Vanaf dat moment kun je je diploma ophalen bij het ESC of wachten tot de buluitreiking die in het najaar plaatsvindt Judicium Aan de uitslag voor een examen kan het judicium Cum Laude (met Lof) of Summa Cum Laude (met zeer veel Lof) verbonden worden. De eisen voor deze judicia zijn in het OER beschreven. 51

52 Hoofdstuk 7. Studiebegeleiding 7. STUDIEBEGELEIDING Tijdens je studie kom je voor allerlei nieuwe situaties te staan die vragen oproepen en soms problemen geven. Vooral in het begin van het eerste jaar zullen deze te maken hebben met het verkennen van - en aanpassen aan - de nieuwe situatie waarin je je bevindt. Later zullen de vragen meer verschuiven naar het terrein van de studie zelf. Om deze vragen zo goed mogelijk te kunnen beantwoorden is binnen Biologie en LS&T in iedere fase specifieke studiebegeleiding ontwikkeld. Op centraal niveau zijn bij de universiteit ook tal van mogelijkheden om je tijdens je studie te begeleiden (zie deel A van de studiegids op Nestor). Alle activiteiten die gericht zijn op het ondersteunen van jouw (studie)loopbaan worden voorzien van het logo Next. Hieronder vallen o.a. de plenaire voorlichtingsbijeenkomsten over het studieprogramma, lezingen van alumni, workshops en activiteiten die in samenwerking met de studievereniging(en) worden georganiseerd. 7.1 STUDIEADVISEURS Bij de studieadviseurs van Biologie en LS&T kun je gedurende je hele studie terecht voor persoonlijk advies bij vragen en problemen. De studieadviseurs zijn geen docenten; ze nemen geen tentamens af en beoordelen geen practica. Ze kunnen je daarom onafhankelijk advies geven. Indien nodig verwijst een studieadviseur je door naar een andere instantie binnen of buiten de RUG (zie deel A van de studiegids op Nestor: onderdeel studiebegeleiding extern). Studieadviseurs zijn verplicht tot geheimhouding van datgene wat hen uit hoofde van hun functie over de student ter kennis komt. Zonder toestemming van de student mogen ze deze gegevens niet aan derden doorgeven (dus ook niet aan ouders, docenten en mede-studenten). Oftewel: een gesprek met een studieadviseur is altijd 100% vertrouwelijk. In principe ligt het initiatief voor een gesprek bij de student (zie afspraak maken ). Het kan echter ook voorkomen dat je een uitnodiging krijgt voor een gesprek over je studievoortgang omdat je (te) weinig studiepunten hebt behaald. Blijf nooit zomaar weg als je een gespreksoproep krijgt: de bedoeling van een gesprek is om jou te helpen, niet om je terecht te wijzen o.i.d.! Tijdens de studie organiseren de studieadviseurs een aantal algemene voorlichtingsbijeenkomsten in het kader van je Studieloopbaanbegeleiding. Denk bijvoorbeeld aan voorlichting over major-, minor- en masterkeuze, studeren in het buitenland of de afronding van je bachelor en voorbereiding op de masteropleiding. Deze bijeenkomsten worden gedurende het academisch jaar aangekondigd via Nestor. Het is uitermate raadzaam om bij deze bijeenkomsten aanwezig te zijn; je zult de eerste en de laatste student niet zijn die in de problemen komt, of keuzeproblemen ondervindt, wegens het missen van belangrijke informatie die op een voorlichtingsbijeenkomst is gegeven. De studieadviseurs worden in hun werkzaamheden ondersteund door de mentoren en tutoren (zie 8.3 en 8.4) Voor welke zaken kun je zoal terecht bij de studieadviseur? - Studieplanning; - Vragen over regelingen en richtlijnen binnen en buiten de studie; - Studievoortgangsproblematiek; - Keuzevragen; - Een tweede studie of het honours college naast de studie volgen; - Motivatieproblemen; - Bijzondere omstandigheden / persoonlijke problematiek; 52

53 Hoofdstuk 7. Studiebegeleiding - Schrijfproblemen; - Klachten over of problemen met een docent of begeleider; - Verwijzing naar personen of instanties; - Advies over het doen van een verzoek bij de examencommissie; - Studeren in het buitenland (zie ook hoofdstuk 7.6); - Etc Afspraak maken De studieadviseurs voor de opleidingen Biologie en Life Science & Technology zijn Karin Weel,Trudeke Sanders. Ben je eerstejaars student, neem dan contact op met Trudeke Sanders. Ben je derdejaars student met vragen over masteropleidingen van de RUG, dan kun je ook contact opnemen met Wouter van Egmond (studieadviseur van verschillende masteropleidingen in de Levenswetenschappen). Je kunt bij hen terecht op het inloopspreekuur dat vooral bedoeld is voor korte vragen en problemen. Als je denkt meer tijd nodig te hebben dan 10 minuten kun je een afspraak maken buiten deze tijden. Er is dan maximaal een half uur beschikbaar. Het maken van een afspraak kan online via: gasanders.youcanbook.me cemweel.youcanbook.me Alle actuele contactgegevens van de studieadviseurs (ook spreekuurtijden) zijn op Nestor te vinden. 7.2 MENTOREN Gedurende het begin van het eerste jaar begeleiden mentoren (ouderejaars studenten) de eerstejaars studenten. Zij begeleiden ieder twee groepen van ongeveer twaalf eerstejaars en zijn aanspreekbaar voor allerlei vragen en problemen. Bij onduidelijkheden of grote problemen verwijzen de mentoren door naar één van de studieadviseurs, met wie zij nauw samenwerken. Tijdens de ingeroosterde mentorbijeenkomsten ontvang je informatie over informatiesystemen, over de vakken en er worden voorgaande vakken en tentamens besproken. Ook besteedt de mentor aandacht aan verschillende studievaardigheden, geeft hij/zij allerlei informatie over studentenzaken zoals de opbouw van de studie, het ESC, hertentamens, proefdiergebruik en majorkeuze. Let op: De EI-cie is de eerstejaars introductiecommissie van de studievereniging GLV-Idun, die de eerstejaars opvangt en een introductiekamp organiseert. Op dit kamp zijn ook ouderejaars aanwezig ( baarmoeder/vader ) die de eerstejaars na het kamp vooral op het sociale vlak ondersteunen. Dit is dus iets anders dan de mentor. 7.3 TUTORAAT Aan het eind van het eerste jaar krijgt elke student een tutor (vakdocent) toegewezen. Deze tutor kan de studenten helpen met de major- en minorkeuze, en de invulling daarvan. Het tutoraat wordt gecoördineerd door de studieadviseurs. Een tutor heeft geen oordelende maar een adviserende functie. Je gaat naar je tutor voor inhoudelijke vragen. Je kunt met hem of haar bespreken welke richting je gaat kiezen en wat de toekomstmogelijkheden in een bepaald vakgebied zijn. De tutor kan je informatie geven over de inhoud en de manier van werken in de verschillende cursussen óf je met collega's in contact brengen voor aanvullende informatie. Heb je roostertechnische vragen of moet je nog iets inhalen dan ga je naar de studieadviseur om samen een individueel studeerbaar programma samen te stellen dat voldoet aan de exameneisen. 53

54 Hoofdstuk 7. Studiebegeleiding 7.4 STUDEREN MET EEN FUNCTIEBEPERKING Sommige studenten studeren met een functiebeperking. Dit kan een zware beperking zijn zoals een lichamelijke handicap of chronische ziekte; soms is de beperking minder zichtbaar zoals dyslexie of vermoeidheidsverschijnselen en soms tijdelijk of variabel zoals psychische problemen. De RUG wil deze studenten zoveel mogelijk dezelfde kansen op studiesucces bieden als studenten zonder functiebeperking. Te denken valt bijvoorbeeld aan speciale voorzieningen rond het onderwijs en tentamens. Neem daarom altijd contact op met de studieadviseur indien je met een functiebeperking gaat studeren, doe dit al vooraf of direct bij aanvang van de studie. De studieadviseur kijkt samen met jou welke voorzieningen er getroffen kunnen worden, en je zonodig doorverwijzen naar een studentendecaan van het Studenten Service Centrum van de RUG. 7.5 STUDIEVERTRAGING Loop je door overmacht - bijvoorbeeld bij ziekte, functiebeperking, overlijden van een familielid e.d. - studievertraging op, meld dat dan onmiddellijk bij één van studieadviseurs. Samen met jou maakt de studieadviseur een officiële melding van je (verwachte) studievertraging. Als je binnen een maand na het ontstaan van de studievertraging een melding hebt gedaan, en voldoet aan een aantal andere voorwaarden, kun je in aanmerking komen voor financiële compensatie uit het Profileringsfonds van de universiteit. Daarnaast is het vooral ook in verband met het bindend studieadvies van belang dat je bijzondere omstandigheden zo snel mogelijk meldt bij de studieadviseur. Je bent als student zelf verantwoordelijk voor het op tijd melden van je vertraging bij de juiste instantie! Zorg er dus voor dat je goed op de hoogte bent van de regeling van het Profileringsfonds en van het Bindend Studieadvies. Meer informatie vind je op: myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/bindend-studie-advies/ 7.6 STUDIEBEGELEIDING BUITEN DE OPLEIDING Vind je in deel A van de studiegids die op Nestor staat. 54

55 Hoofdstuk 7. Studiebegeleiding 7.7 BERICHT VAN DE STUDIEVERENIGING GLV IDUN Beste student, Je studententijd is de mooiste tijd van je leven. Dat is de meest gehoorde opmerking van ouders, familie en kennissen. Hierop volgen vele verhalen van deze mensen over hun studietijd. De verhalen gaan dan niet zozeer over de vakken en de onderzoeken die ze tijdens hun studie deden, maar vooral over de vele dingen die naast de studie zijn te beleven en dan met name de vele feestjes en de opmerkelijke vrienden. GLV Idun, de Groninger Levenswetenschappenvereniging Idun, probeert dit alles te combineren in haar vereniging. Elke maand is er een feest in het Pakhuis, iedere woensdag is de tostimiddag en elke donderdagmiddag is de borrel. Naast de feesten worden ook diverse andere activiteiten georganiseerd zoals een toneelstuk, weekendjes weg, jaarlijks gala en ga zo maar door. Tijdens deze activiteiten kun je de zorgen over de studie opzij zetten en heerlijk ontspannen samen met studiegenoten. Naast alle ontspannende activiteiten is GLV Idun natuurlijk een studievereniging. Zo krijg je fikse korting op studieboeken die bij ons te bestellen zijn. Daarnaast kun je bij ons een goedkope labjas kopen. Ook worden er excursies, lezingen en een congres georganiseerd, is er elk jaar een studiereis en heeft Idun een carrièrecommissie om te helpen bij keuzes tijdens en na je studie. Alle bovenstaande activiteiten worden georganiseerd door de 19 commissies die GLV Idun telt. Om het overzicht te houden en hulp te bieden aan deze commissies is er een bestuur. Deze mensen zijn het centrale aanspreekpunt voor alle leden. Met een probleem, een vraag of natuurlijk gewoon een praatje, kun je altijd bij ons terecht in één van onze bestuurskamers. Daarnaast zijn we natuurlijk ook bereikbaar via de mail: Wil je helpen met het organiseren van een van onze vele activiteiten, meld je dan aan bij het bestuur of de desbetreffende commissie. Tijdens de introductiedag op 27 augustus, kun je kennismaken met ons en onze commissies. Voor een overzicht van onze activiteiten en foto s ervan kun je kijken op onze website: Hier vind je ook meer informatie over de vereniging, de commissies en het bestuur. We hopen je te zien op onze activiteiten! Groetjes namens het bestuur van GLV Idun, Romy Krikke 55

56 Hoofdstuk 8. Organisatie van de opleidingen Biologie en LS&T 8. ORGANISATIE VAN DE OPLEIDINGEN BIOLOGIE EN LS&T 8.1 BESTUUR EN COMMISSIES Opleidingscommissie De opleidingscommissie is een wettelijk geregeld, raadgevend orgaan van waaruit adviezen over het studieprogramma en de uitvoering ervan uitgaan naar het faculteitsbestuur. In de praktijk is het dan ook een belangrijk overlegorgaan waarin studentenvertegenwoordiging en staf overleggen over het lopende curriculum en onderwijsevaluaties bespreken. De zittingstermijn van de student-leden is één jaar. De Opleidingscommissie spreekt zich uit over roosterzaken, exameneisen, studieprogramma's enz. De commissie is samengesteld uit leden van de wetenschappelijke staf en studenten. De leden van de opleidingscommissie, van zowel de docentenfractie als de studentenfractie, staan in de Nestorcommunity FMNS Education Support Centre & Program Information: Secretaris OC: G. Vasse MA MSc Telefoon (050) Examencommissie Ten behoeve van de organisatie en coördinatie van de examens Biologie en Life Science & Technology functioneert een examencommissie. De examencommissie is belast met kwaliteitszorg, de organisatie en coördinatie van de examens van Biologie en LS&T en neemt beslissingen over vrijstelling van tentamens. Leden van de examencommissie zijn de onderstaande 5 leden: De leden van de opleidingscommissie, van zowel de docentenfractie als de studentenfractie, staan in de Nestorcommunity FMNS Education Support Centre & Program Information. Hier staat ook informatie over hoe je een verzoek kunt indienen bij de examencommissie. Secretaris Examencommissie: G. Vasse MA MSc Telefoon (050) g.vasse@rug.nl 8.2 KLACHTEN, BEZWAAR EN BEROEP Klachten Heb je klachten over het onderwijs of ben je het niet eens met de gang van zaken in een studieonderdeel, dan zul je in de eerste plaats contact moeten opnemen met de betreffende docent. Hopelijk is het mogelijk in goed overleg een oplossing te vinden. Natuurlijk kun je ook de studieadviseur raadplegen voor onafhankelijk en vertrouwelijk advies, om uit te vinden wat de beste weg is om tot een oplossing te komen. Er ontstaan soms situaties waarin geen expliciete regel is overtreden, maar die wel erg onbevredigend zijn. Je kunt dan een klacht indienen bij onderstaande instanties: Commissies van de opleiding Met opmerkingen over de opleiding ga je naar de opleidingscommissie. De opleidingscommissie heeft een belangrijke rol bij de vormgeving en evaluatie van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deze commissie bestaat voor de ene helft uit studenten en voor de andere helft uit staf; zie 8.1. Bij problemen over tentamens en examens ga je naar de examencommissie; zie

57 Hoofdstuk 8. Organisatie van de opleidingen Biologie en LS&T Studentendecanen Als je met je klacht niet terecht kunt (of wilt) bij de faculteit of opleiding, bespreek deze dan met een van de studentendecanen van het Studenten Service Centrum (zie en deel A van de studiegids op Nestor). Als vertrouwenspersoon voor studenten hebben zij ook een ombudsfunctie. Vertrouwenspersoon van de RUG Klachten over seksuele intimidatie, agressie, geweld en discriminatie kun je indienen bij de speciaal daarvoor ingestelde Commissie. Maar je kunt in eerste instantie ook een gesprek hebben met de Vertrouwenspersoon (zie deel één studiegids op Nestor). Kom je er niet uit dan is het ook mogelijk om online een klacht in te dienen bij het Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten: Een klacht moet je binnen een redelijke termijn indienen, uiterlijk binnen een jaar nadien. Het is niet mogelijk om een klacht anoniem in te dienen, want om een klacht correct af te handelen is hoor- en wederhoor noodzakelijk Bezwaar en beroep Gewetensbezwaren dierproeven In de propedeuse komen enkele basisvakken voor waarbij experimenten met dieren of met organen van dieren worden gedaan. Een student die gewetensbezwaren heeft tegen het uitvoeren van dierproeven in het onderwijs, wordt aangeraden contact op te nemen met de studieadviseur. In overleg met studieadviseur en docent kan de student zich op de hoogte stellen van de exacte inhoud van de betreffende cursus(sen). In sommige situaties kan de docent alternatieve proeven voorstellen. Indien tegen het uitvoeren van bepaalde proeven toch nog bezwaren blijven bestaan, wordt dit met redenen omkleed tenminste twee maanden voor aanvang van de cursus schriftelijk gemeld aan de examencommissie met het verzoek tot alternatief/dispensatie. Dispensatie kan niet worden gevraagd voor keuzevakken. Beroep tegen besluit van de examencommissie Mocht je het niet eens zijn met een besluit van de examencommissie, maak dat dan in eerste instantie kenbaar bij de studieadviseur, om je probleem te bespreken. Mocht dat niet tot een bevredigende oplossing leiden, dan bestaat de mogelijkheid beroep aan te tekenen bij het College van Beroep voor de Examens. Het beroep kan slechts worden ingesteld door de student, die door de beschikking of behandeling rechtstreeks in zijn/haar belang is getroffen. Beroepen moeten binnen 6 weken na de dag waarop de desbetreffende beschikking is medegedeeld (of wordt geacht te zijn geweigerd) worden ingediend bij: College van Beroep voor de Examens: Postbus 72, 9700 AB Groningen Telefoon: (050) Informatie: Voordat het College van Beroep tot een uitspraak komt, draagt zij eerst de examencommissie op na te gaan of een schikking mogelijk is. Het is dus verstandig om de examencommissie vooraf te informeren. De studieadviseur kan je adviseren over de te volgen procedure. Zie het Studentenstatuut op Nestor voor meer gedetailleerde informatie over de gang van zaken. Een overzicht (brochure) van de bezwaar- en beroep procedures is verkrijgbaar bij de Universitaire Studenten Desk. 57

58 Hoofdstuk 8. Organisatie van de opleidingen Biologie en LS&T Mocht je uiteindelijk toch van mening zijn dat onrecht is geschied, dan zijn er nog andere mogelijkheden. Het Studentenstatuut voorziet in bepalingen om de rechtsbescherming van de student zeker te stellen. Bij de toepassing van wetten en regels worden beslissingen genomen waartegen bezwaar en beroep gemaakt kunnen worden. Hiervoor zijn twee instanties: - College van Bestuur (CvB): voor zaken uit het centrale deel van het Studentenstatuut. - College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO): voor zaken die eerder in een bezwaarschriftprocedure van het CvB (zie vorige punt) zijn behandeld, en waartegen nu in beroep wordt gegaan. 58

59 Zernikelaan Hoofdstuk 9. Plattegronden 9. PLATTEGRONDEN Zernikeplein N Bernoulliborg Nijenborgh AG Groningen tel Linnaeusborg Nijenborgh AG Groningen tel V 5161 ingang U ingang 5173 Nijenborgh Tentamenhal Blauwborgje 5112 ingang Nijenborgh 5111 X 5121 Chemie Fysica Milieukunde Nijenborgh AG Groningen tel

60 Hoofdstuk 9. Plattegronden Ingang 5173 Linnaeusborg Nijenborgh AG Groningen tel