Gemeente Dinkelland. Nota GRONDBELEID 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Gemeente Dinkelland. Nota GRONDBELEID 2011"

Transcriptie

1 Gemeente Dinkelland Nota GRONDBELEID 2011

2 HOOFDSTUK 0 LEESWIJZER De wereld om ons heen is de laatste jaren sterk veranderd. Op het gebied van Ruimtelijke Ordening, Volkshuisvesting en Economisch beleid zijn zodanige wijzigingen opgetreden dat het Dinkellandse grondbeleid niet ongewijzigd in stand zal kunnen blijven. Op basis van de Provinciale Omgevingsvisie mag Dinkelland alleen nog maar bouwen voor lokale (eigen) behoefte. Bovendien zal er op basis van de zogenaamde SER-ladder (Sociaal Economische Raad) een verschuiving moeten plaatsvinden van uitleggebieden naar binnenstedelijke ontwikkelingen (inbreiding gaat voor uitbreiding). Dit heeft gevolgen voor het bouwprogramma van Dinkelland. Hierover zijn inmiddels prestatieafspraken tot 2015 gemaakt met de Provincie Overijssel. Daarnaast wordt Dinkelland geconfronteerd met ingrijpende demografische veranderingen. Zo zal Dinkelland naar verwachting tussen 2010 en 2040 te maken krijgen met een bevolkingsdaling van inwoners in 2010 tot inwoners in Dit is ruim 12%. Daar waar het aantal woningen in de periode nog met circa 570 steeg, zal dit in de komende jaren gaan veranderen (bron CBS Staline, 6 oktober 2009) Demografische krimp lijkt zich vooral te gaan voordoen in de Achterhoek en Twente. In de absolute top tien van sterkste dalers staan niet minder dan zes Achterhoekse gemeenten die tegen 2040 bijna 10% - ruim inwoners krimpen. Dinkelland, Hof van Twente en Twenterand vormen het Twentse smaldeel in deze krimptop en raken volgens de voorspellingen met ruim minder inwoners ruim 8% van hun populatie kwijt (bron: Deze krimp heeft gevolgen voor het grondbeleid. Tevens zal de leeftijdsopbouw van de gemeente aanzienlijk veranderen, waarbij Dinkelland zal ontgroenen en vergrijzen (bron: Trendbureau Overijssel: Trends en Ontwikkelingen, Toekomstverkenning burger-overheid, 2010) Ook de inwerkingtreding van de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening, de Grondexploitatiewet en wijzigingen in het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten (BBV) maken een herziening van het grondbeleid noodzakelijk. Zo zijn er fundamentele wijzigingen opgetreden in de wijze van kostenverhaal en zijn de financiële eisen met betrekking tot grondexploitaties aangescherpt. Het grondbeleid van Dinkelland, zoals dat in 2005 is vastgesteld, is destijds opgesteld op basis van de economische groeiverwachtingen en groeitempo s die begin deze eeuw heel gebruikelijk waren. Op basis daarvan is destijds hoofdzakelijk een actief grondbeleid beschreven voor de geplande uitbreidingen ten behoeve van woningbouw en bedrijventerreinen overeenkomstig het toen geldende volkshuisvestingsbeleid en bedrijventerreinenvisie. Een dergelijk beleid is met de huidige inzichten niet langer houdbaar. Mede daarom zal in het voorliggende beleid worden gekozen voor het afronden van reeds voorgenomen of reeds bestaande exploitatiegebieden en zal meer worden ingezet op inbreiding. Slechts binnen deze voorgenomen of bestaande exploitatiegebieden zal een actief grondbeleid worden 2

3 gevoerd. Omdat vanwege de onderlinge verscheidenheid bij binnenstedelijke ontwikkelingen maatwerk moet worden geleverd, zal per situatie een afweging worden gemaakt van de te kiezen aanpak: actief, faciliterend of een samenwerkingsvorm met de markt. De nota grondbeleid is en blijft een kadernota op hoofdlijnen. Het grondbeleid geeft geen richting aan ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, maar beschrijft slechts de consequenties daarvan voor het grondbeleid. De nota grondbeleid geeft ook geen regels voor grondverkoop en beschrijft ook niet de hoogte van de grondprijzen. Ook geeft de nota grondbeleid geen beheerregels grondbedrijf. De nota grondbeleid geeft wel de kaders voor de uitwerking daarvan door het college in afzonderlijke beleidsregels, zoals grondverkoopbeleid, de jaarlijkse grondprijsbrief en de beheerregels voor het grondbedrijf. Woningbouw Westwal Ootmarsum 3

4 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding voor deze nota Doel van de nota Doel van het Grondbeleid 8 Hoofdstuk 2 HET BELEID TOT OP HEDEN 2.1 Op grond van Dinkellands beleid Grondposities 9 Hoofdstuk 3 NOODZAAK TOT VERANDERING 3.1 Algemeen Juridische wijzigingen 13 Hoofdstuk 4 NIEUW BELEID 4.1 Vormen van grondbeleid Actief grondbeleid Instrumenten van actief grondbeleid Minnelijke verwerving Onteigening Voorkeursrecht Werkwijze bij actief grondbeleid Beheer van gronden Passief (faciliterend) grondbeleid Samenwerkingsvormen Kostenverhaal 20 Hoofdstuk 5 GRONDUITGIFTE 5.1 Inleiding Vormen gronduitgifte Gronduitgiftebeleid 23 Hoofdstuk 6 GRONDPRIJZEN 6.1 Inleiding 25 Hoofdstuk 7 ROLVERDELING EN DUALISME 7.1 Algemeen 28 4

5 Hoofdstuk 8 FINANCIëN 8.1 Inleiding BBV 29 Hoofdstuk 9 SAMENVATTING BELEIDSKEUZES GRONDBELEID 9.1 Beleidskeuzes 32 5

6 HOOFDSTUK 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding voor deze nota De gemeenteraad heeft op 3 februari 2005 de beleidsnota Grondexploitatie Op grond van Dinkellands beleid (hierna de nota grondbeleid) vastgesteld. Formeel moet de nota grondbeleid iedere 4 jaar worden herzien. Dit is vastgelegd in de Financiële Verordening. Vanuit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) is in de Financiële Verordening een regeling opgenomen ten aanzien van de paragraaf grondbeleid van de gemeente en ook de nota grondbeleid. Concreet is daarin het volgende opgenomen: Het college biedt ten minste eens in de 4 jaar een (bijgestelde) nota grondbeleid aan ter behandeling en vaststelling door de raad. In deze nota wordt aandacht besteed aan: a. de relatie met de programma s van de begroting; b. de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente; c. te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten; d. de voorraadverwerving en uitgifte van gronden; e. de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen. Volledigheidshalve wordt hier vermeld dat technische uitgangspunten die al in andere regelgeving of beleidsstukken is vastgelegd, zoals het BBV en de berichtgeving van de commissie BBV, niet nogmaals in deze nota grondbeleid zijn opgenomen. Eveneens hebben zich sinds 2005 diverse ontwikkelingen voorgedaan waardoor de nota grondbeleid grondige aanpassing behoeft. Voor het grondbeleid relevante wet- en regelgeving is gewijzigd. Met name van belang zijn de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro) met daarin de grondexploitatiewet en de recente jurisprudentie rondom het aanbestedingsrecht. De provincie Overijssel heeft op 1 juli 2009 een omgevingsvisie en omgevingsverordening vastgesteld voor de periode Belangrijkste uitgangspunten zijn dat Dinkelland alleen nog mag bouwen voor lokale (eigen) behoefte en dat er een verschuiving dient plaats te vinden naar binnenstedelijke ontwikkelingen. In het kader van de prestatieafspraken met de Provincie Overijssel zijn afspraken gemaakt over het aantal woningen dat Dinkelland tot 2015 mag realiseren. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over het aantal hectares waarop Dinkelland bedrijventerrein mag realiseren tot Sociaal maatschappelijke ontwikkelingen, zoals vergrijzing en krimp. Daarnaast heeft het college in zijn collegeprogramma het volgende opgenomen: 6

7 De bevolkingsdaling op de langere termijn is een gegeven. Op termijn zal er minder uitgebreid worden en zullen bestaande locaties eerder een andere invulling krijgen (inbreiding). Dit betekent dat de huidige systematiek van het grondbedrijf (dat uitgaat van een groeiscenario) rigoureus heroverwogen moet worden. Op de korte termijn zou het grondbedrijf ook al onder druk kunnen komen te staan door dalende grondverkopen en door de bijdrage van het grondbedrijf aan de lopende begroting. Dit alles is voor het college aanleiding om een uitgebreid onderzoek te doen naar korte en lange termijn ontwikkeling van het grondbedrijf. Daarin zal zeker aandacht worden besteed aan het begrip marktconformiteit van grondprijzen in relatie tot de vraag. Het onderzoek moet leiden tot realistische zo mogelijk lagere- grondprijzen. Bovendien wordt in het onderzoek aandacht besteed aan de mogelijkheden tot het versoberen van de projecten die uit het grondbedrijf gefinancierd worden. Het onderzoek moet in 2010 afgerond worden, de resultaten worden in 2011 gepresenteerd. Vanwege genoemde ontwikkelingen ligt thans de herziene nota grondbeleid voor. In de nota wordt voor de diverse taakvelden in het grondbeleid de taak- en rolverdeling beschreven van de gemeenteraad, het college van Burgemeester en Wethouders (hierna: het college) en het ambtelijk apparaat. 1.2 Doel van de nota Met het vaststellen van deze herziene nota grondbeleid wordt een aantal doelen bereikt: de gemeente maakt haar grondbeleid kenbaar aan de buitenwereld ; het gemeentelijk grondbeleid wordt aangepast aan nieuwe wetgeving en jurisprudentie; het regelt de verhoudingen tussen college en gemeenteraad voor bevoegdheden ten aanzien van het grondbeleid; het biedt een kader voor specifieke ruimtelijke ontwikkelingen die door middel van het voeren van grondbeleid worden gerealiseerd; de nota biedt een naslagwerk: het bundelt het reeds vastgestelde en het nieuwe grondbeleid waardoor een totaaloverzicht ontstaat. Deze nota geeft dus de hoofdlijnen van het beleid weer. In deze nota worden geen gedetailleerde regelingen opgenomen, zoals grondprijzen voor specifieke functies op concrete locaties. Voor het opstellen en actualiseren daarvan dient deze nota als leidraad. 1.3 Doel van het Grondbeleid De gemeente Dinkelland heeft diverse doelstellingen op het gebied van sociaal beleid, voorzieningenbeleid, woonbeleid, economie, et cetera. Deze doelstellingen worden jaarlijks geformuleerd in raadsprogramma s, alsmede in beleidsnota s. De doelstellingen kennen vervolgens elk hun eigen vertaling in een bepaald ruimtegebruik, c.q. ruimtelijk beleid. 7

8 Het voeren van grondbeleid is geen doel op zich, maar vormt een instrument van ruimtelijke ordening. Hiermee kan de gemeente gewenste ontwikkelingen bevorderen en ongewenste ontwikkelingen tegengaan. Denk daarbij aan ontwikkelingen op het gebied van volkshuisvesting (wonen, bouwlocaties, stedelijke vernieuwing) en economie (ontwikkeling bedrijventerreinen). Het grondbeleid omvat instrumenten, die afzonderlijk of in onderlinge samenhang inzetbaar zijn om ruimtelijke doelstellingen te verwezenlijken. Zoals de gemeentelijke grondverwerving en gronduitgifte, de Wet ruimtelijke ordening (inclusief afdeling Grondexploitatie), gebruik van het gemeentelijke voorkeursrecht, onteigening, planschade en samenwerkingsovereenkomsten. Grondbeleid kan hiermee worden gedefinieerd als het beleid dat zich richt op een efficiënt en rechtvaardig verloop van activiteiten op de grondmarkt, met het oog op het realiseren van publieke doelstellingen zoals bevordering van het maatschappelijk ruimtegebruik, het bevorderen van een rechtvaardige verdeling van kosten en opbrengsten bij locatieontwikkeling en verhogen van de kwaliteit van het ruimtegebruik, de zeggenschap voor de burger en marktwerking op de grondmarkt. Ruimtelijke Ordening Economisch Beleid GRONDBELEID Gronduitgifte regels woningbouw Gronduitgifte regels bedrijven terreinen Grondprijs brief Volkshuisvesting Beheersregels Grondbedrijf Nota Ruilgronden 8

9 HOOFDSTUK 2 HET BELEID TOT OP HEDEN 2.1 Op grond van Dinkellands beleid De gemeenteraad heeft op 3 februari 2005 de beleidsnota Grondbeleid Op grond van Dinkellands beleid vastgesteld. Deze nota was destijds gebaseerd op het door de gemeenteraad geformuleerde doel: een actieve en adequate gemeentelijke grondexploitatie die ten dienste staat van een verantwoord en evenwichtig gebruik van bouwgrond. Een grondprijzenregime dat rekening houdt met de mogelijkheden van de woningbouwzoekende en dat gebaseerd is op het uitgangspunt: minimaal integrale kostendekkendheid. De mogelijkheid van prijsdifferentiatie wordt onderzocht. Deze nota grondbeleid is destijds opgesteld op basis van de economische groeiverwachtingen en groeitempo s die begin deze eeuw heel gebruikelijk waren. Op basis daarvan is hoofdzakelijk een actief grondbeleid beschreven voor de vele geplande uitbreidingen ten behoeve van woningbouw en bedrijventerreinen overeenkomstig het toen geldende volkshuisvestingsbeleid en bedrijventerreinenvisie. Binnenstedelijke ontwikkelingen waren destijds financieel nauwelijks interessant; het geld werd immers aan de uitbreidingslocaties voor woningbouw verdiend. Mede veroorzaakt door fors stijgende grondprijzen, lage rentestanden, economische voorspoed en eenvoudige financiële regels voor gemeenten. Sindsdien zijn diverse bouwlocaties in ontwikkeling gebracht: o.a. Brookhuis, Pierik, Reestman. Maar ook zijn er diverse grotere grondposities ingenomen: o.a. Echelpoel en Rossum met als doel deze voor bedrijventerreinen en woningbouw te gaan ontwikkelen. Dit actieve grondbeleid heeft uiteindelijk geresulteerd in een substantiële gemeentelijke grondvoorraad, die tot op heden nog niet is benut. 2.2 Grondposities In Exploitatie Bedrijventerreinen beschikbare bouwgrond Nog Niet In Exploitatie Genomen Grondvoorraad Sombeek II m2 Ruilgronden m2 De Mors IV m2 Deurninger Esch m2 Echelpoel III m2 DSVD Deurningen m2 Veldzijde West m2 Sombeek IV m m2 Euro-eiland m2 Woningbouwterreinen Rossum m2 Kraakenhof Lattrop m2 t Pierik m2 't Spikkert m2 Brookhuis m2 Noord Deurningen fase m2 Reestman m2 Tilligte West m2 De Schil Rossum m m2 Tilligte m2 Bornsestraat m2 Commanderie m m2 9

10 Ootmarsum De Mors IV Lattrop Noord Deurningen Commanderie Tilligte Kraakenhof Brookhuis Noord Deurningen fase 3 Tilligte West Weerselo Rossum Pierik Sombeek IV Reestman De Schil t Spikkert Rossum 2004 Denekamp Echelpoel III Deurningen Veldzijde West Deurninger Esch Wonen Overzicht exploitaties Dinkelland 2010 Bedrijven 10

11 Zoals uit het overzicht blijkt, beschikt Dinkelland over een substantiële hoeveel ruilgronden. Dit zijn gronden waarbij geen reëel en stellig voornemen bestaat voor bebouwing in de nabije toekomst. In feite moet in de grondpositie van Dinkelland een driedeling worden gemaakt: 1. gronden die reeds in exploitatie zijn gebracht; 2. gronden die nog niet in exploitatie zijn gebracht, maar waarbij een reëel en stellig voornemen bestaat voor bebouwing in de nabije toekomst; 3. ruilgronden waarbij geen reëel en stellig voornemen bestaat voor bebouwing in de nabije toekomst. Deze driedeling hangt voor een belangrijk deel samen met de eisen die het BBV stelt. Daarop wordt dieper ingegaan in hoofdstuk 7 (Financiën). Kort samengevat bepaalt het BBV dat aan ruilgronden geen rentekosten mogen worden toegerekend en dat ze moeten worden gewaardeerd tegen de waarde op basis van de geldende bestemming. Omdat er geen reëel en stellig voornemen bestaat voor bebouwing in de nabije toekomst, is het wenselijk dat de omvang van de ruilgronden wordt beperkt. Om die reden zal Dinkelland zich moeten heroriënteren op het complex ruilgronden, waarbij de insteek zal moeten zijn om deze gronden, waar mogelijk af te stoten. Beleidskeuze 1: Het college stelt een afzonderlijke beleidsnota Ruilgronden op, waarbij in ieder geval wordt ingegaan op de noodzakelijke toekomstige omvang van het complex Ruilgronden en de wijze waarop de omvang van dit complex kan worden afgebouwd. Woningbouwplan Reestman Weerselo 11

12 HOOFSTUK 3 NOODZAAK TOT VERANDERING 3.1 Algemeen Sinds 2005 is de wereld echter op diverse punten sterk veranderd. Zoals hiervoor reeds aangegeven heeft de provincie Overijssel op 1 juli 2009 een omgevingsvisie en omgevingsverordening vastgesteld voor de periode Belangrijkste uitgangspunten zijn dat Dinkelland alleen nog mag bouwen voor lokale (eigen) behoefte en dat er een verschuiving dient plaats te vinden naar binnenstedelijke ontwikkelingen. De omgevingsvisie heeft inmiddels geleid tot prestatieafspraken tussen de provincie en Dinkelland over het aantal woningen dat Dinkelland tot 2015 mag realiseren. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over het aantal hectares waarop Dinkelland bedrijventerrein mag realiseren tot Deze aantallen liggen aanzienlijk lager dan de uitgangspositie waarop het grondbeleid in 2005 was gebaseerd. De vorige woonvisie ging uit van 600 te realiseren woningen. Dit is inmiddels bijgesteld naar 370 woningen tot Daarnaast is zuinig ruimtegebruik één van de pijlers van de omgevingsvisie. Dit heeft geleid tot het uitgangspunt inbreiding gaat voor uitbreiding. Naast de vigerende ruimtelijke visie die Dinkelland dwingt tot het maken van fundamenteel andere keuzes, spelen ook sociaal economische ontwikkelingen een belangrijke rol. Deze aspecten maken dat het bestaande grondbeleid niet in ongewijzigde vorm in stand kan blijven. Geleidelijk aan raakt Nederland er van doordrongen dat krimp in ons land een structureel fenomeen wordt. Het blijft niet beperkt tot Zuid Limburg, Oost Groningen en Zeeuws Vlaanderen die nu al krimpen. Recente prognoses van het CBS voorspellen dat in 2025 in zes van de tien Nederlandse gemeenten het inwonertal lager zal zijn dan nu. In veel gemeenten is de groei er nu al uit. Krimp gaat gepaard met vergrijzing en ontgroening. Op langere termijn heeft de bevolkingsdaling ook afname van het aantal huishoudens tot gevolg. De bevolkingskrimp in de vorm van afnemende inwoneraantallen gaat vooraf aan de huishoudenskrimp Volgens Primos daalt de bevolking in Dinkelland in de periode tot 2025 met een percentage tussen de 5 en 10% en tussen 2025 en 2040 tussen de 10 en 15%. Het aantal huishoudens stijgt nog tot Krimp en een huishoudingsdaling op termijn leiden tot een afnemende woningvraag. Dit heeft niet alleen gevolgen voor het volkshuisvestingsbeleid maar, in het verlengde daarvan, ook voor het grondbedrijf. Door de teruglopende afname van bouwgrond en de toepassing van de zogeheten SERladder (inbreiding gaat in beginsel voor uitbreiding) zal een halt worden toegeroepen aan de actieve grondpolitiek. 12

13 De SER-ladder, genoemd naar de Sociaal Economische Raad Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen. Gebruik de ruimte die reeds beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden. Het huidige actieve grondbeleid zal niet in zijn huidige vorm en omvang kunnen worden doorgezet. Als de vraag naar en behoefte aan bouwgrond zal gaan teruglopen hoeft de gemeente ook minder gronden te gaan verwerven, bouw en woonrijp maken en verkopen. Dit afgezet tegen een nieuw grondbeleidinstrument voor de gemeente van het kostenverhaal (het exploitatieplan) waarmee de gemeente de kosten van openbare voorzieningen op projectontwikkelaars en andere grondeigenaren kan gaan verhalen, en de huidige grondposities (Echelpoel, Brookhuis, Pierik, Rossum, Deurninger Esch, Tilligte, Noord Deurningen, Saasveld etc.) noopt dat de gemeente zich moet gaan beperken tot het ontwikkelen van de huidige grondposities. 3.2 JURIDISCHE WIJZIGINGEN Nieuwe Wro Op 1 juli 2008 is de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) in werking getreden. De Wro regelt hoe ruimtelijke plannen in Nederland tot stand komen en gewijzigd worden. Deze wet biedt meer mogelijkheden om tegemoet te komen aan de dynamiek rond ruimtelijke ontwikkelingen en het schaalniveau waarop ze zich afspelen. Onderdeel van deze Wro wordt de Grondexploitatiewet die de regiefunctie en de mogelijkheden voor kostenverhaal voor gemeenten versterkt als zij de grond niet in handen hebben. Grondexploitatiewet Tot 1 juli 2008 was er een gemengd stelsel voor kostenverhaal bij particuliere grondexploitatie. In dit stelsel stonden vrijwillige overeenkomsten tussen gemeenten en ontwikkelaars en ander particuliere eigenaren voorop. Al geruime tijd was duidelijk dat de instrumenten op basis van de oude wetgeving tekort schoten. 13

14 Doelstelling van de nieuwe Grondexploitatiewet is een goede regeling voor kostenverhaal en het kunnen stellen van enkele locatie eisen bij particuliere projectontwikkeling. De Grondexploitatiewet maakt het mogeljk voor de gemeente om bij vaststelling van een bestemmingsplan een grondeigenaar te verplichten om de kosten van openbare voorzieningen, plankosten en planschade aan de gemeente te betalen. Bij nalating kan de gemeente weigeren een bouwvergunning af te geven. Tot medio 2008 gingen gemeenten vaak tot het verwerven van gronden in toekomstige plangebieden over om het kostenverhaal veilig te kunnen stellen. Vanaf 1 juli 2008 is het niet meer noodzakelijk om tot actieve grondverwerving over te gaan en om daarmee het kostenverhaal veilig te stellen. BBV In het BBV is iedere gemeente verplicht in haar begroting aandacht te besteden aan: 1. een visie op grondbeleid in relatie tot realisatie van de doelstellingen uit het begrotingsprogramma; 2. een aanduiding van de wijze waarop de gemeente haar grondbeleid voert 3. een actuele prognose van de te verwachte resultaten van grondexploitatie 4. een onderbouwing van de geraamde winstneming 5. beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken i.r.t. risico s De invoering van het BBV heeft directe gevolgen voor te voeren grondbeleid. Gemeenten worden gedwongen de financiële risico s van de grondexploitaties beter inzichtelijk te maken, zodat tijdig een eventueel financieel verlies kan worden genomen. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de gemeentelijke reserves. In 2008 heeft de Commissie BBV overigens een notitie grondexploitatie uitgebracht. Deze zal nader worden besproken in het onderdeel Financiën. Woningbouw Diezelkamp Saasveld 14

15 HOOFDSTUK 4 NIEUW BELEID Inleiding In de vorige hoofdstukken is ingegaan op de aanleiding tot het actualiseren van de nota grondbeleid uit Deze actualisatie dient uit te monden in de inzet van diverse instrumenten op het gebied van grondbeleid. Navolgens zal per deelgebied worden ingegaan op de toepasbaarheid van de diverse instrumenten, mede gezien de specifieke Dinkellandse omstandigheden. Achtereenvolgens zullen aan de orde komen: vormen van grondbeleid met de daarbij behorende instrumenten kostenverhaal gronduitgifte grondprijsvorming financiële paragraaf 4.1 Vormen van grondbeleid Een gemeente heeft de keuze uit verschillende vormen van grondbeleid. Deze hebben verschillende kenmerken en een verschillend instrumentarium met daarbij behorende voor- en nadelen. Daarnaast kennen deze vormen van grondbeleid verschillende risicoprofielen en beïnvloedingsmogelijkheden. Over het algemeen maken we onderscheid tussen actief en faciliterend grondbeleid. Deze laatste vorm wordt ook wel passief grondbeleid genoemd. 15

16 4.2 Actief grondbeleid Van een actief grondbeleid is sprake als de gemeente bij de uitvoering van een bestemmingsplan ervoor kiest om de locatie zelf bedrijfsmatig te exploiteren door de ruwe gronden en opstallen, voor zover nog niet in bezit, te verwerven, de grond bouwrijp te maken, de openbare ruimte in te richten en de infrastructuur aan te leggen. In sommige gevallen kan met actief grondbeleid de gemeentelijke regiefunctie beter worden vervuld. Organisatorisch, juridisch en financieel is er meer te sturen dan alleen met het opstellen van ruimtelijke plannen, het bestemmingsplan in het bijzonder. De gemeente heeft immers meer zeggenschap over kwaliteit, programma en bouwtempo. Een ander belangrijk motief is (vanouds) dat de gemeenschap kan profiteren van waardestijging van te ontwikkelen bouwgrond als gevolg van publieke investeringen in wegen en andere stedelijke infrastructuur (groen, water, gebouwde voorzieningen); dus het realiseren van exploitatiewinst. Actief grondbeleid leent zich in de situatie van Dinkelland met name voor locaties waarvan met een hoge mate van zekerheid kan worden aangenomen dat deze ook daadwerkelijk in exploitatie worden genomen. Omdat de gemeente op de langere termijn te maken krijgt met een krimpscenario en omdat er momenteel wordt beschikt over substantiële grondvoorraden op de uitbreidingslocaties, zal de gemeente eerst de huidige grondposities in ontwikkeling dienen te brengen. Dit betekent dat het actieve grondbeleid hoofdzakelijk wordt ingezet om de huidige grondposities in ontwikkeling te brengen conform de besluitvorming in het kader van de Woonvisie en Bedrijventerreinenvisie. Beleidskeuze 2: Ten aanzien van uitbreidingslocaties hanteert Dinkelland een actief grondbeleid voor de huidige exploitatiegebieden en de nog niet in exploitatie genomen gronden. 4.3 Instrumenten van actief grondbeleid Binnen actief grondbeleid beschikt de gemeente in hoofdzaak over de volgende verwervingsinstrumenten: minnelijke verwerving, onteigening en het voorkeursrecht Minnelijke verwerving Bij minnelijke verwerving koopt de gemeente onroerend goed door middel van onderhandeling met de verkopende partij. Naast deze vorm van aankoop kan de gemeente ook een aantal wettelijke instrumenten inzetten om het in eigendom verkrijgen van onroerend goed te bevorderen Onteigening Als minnelijke verwerving niet mogelijk is, maar de gemeente toch over bepaalde gronden wil beschikken, kan de gemeente onteigenen. Verwerving vindt dan onder dwang plaats. Het onteigeningstraject is gebonden aan regels die zijn omschreven in de Onteigeningswet. Onteigening is een ingrijpende maatregel en zal dan ook pas kunnen worden toegepast als minnelijke verwerving niet mogelijk blijkt te zijn. Het is een uiterste middel om vorm te geven aan het ruimtelijk beleid en is 16

17 door de wet met veel waarborgen omkleed. Argument voor onteigening is het gemeenschapsbelang dat boven het individuele belang van de eigenaar gaat. Tot op heden heeft Dinkelland dit instrument nog niet toegepast en gezien de impact ervan, verdient dit instrument óók voor de toekomst, niet de voorkeur Voorkeursrecht De Wet voorkeursrecht gemeenten geeft gemeenten de mogelijkheid in een gebied waar een ontwikkeling is gepland en waarbij sprake is van een wijziging van de functie, het voorkeursrecht te vestigen. Dit geeft eigenaren van onroerend goed binnen dit gebied de verplichting om bij voorgenomen verkoop de gronden eerst aan de gemeente aan te bieden. Voorwaarde om het voorkeursrecht te vestigen is dat de grond nodig is om een bestemmingswijziging te realiseren, bijvoorbeeld van agrarisch naar wonen. Wanneer een voorkeursrecht wordt gevestigd wordt de mogelijkheid tot verwerving door de gemeente vergroot. Het beperkt de verhandelbaarheid, gaat speculatie tegen en biedt de gemeente inzicht in de bewegingen van de grondmarkt. Hiermee kan de gemeente haar regiefunctie met betrekking tot de ontwikkeling van een gebied beter in handen houden. Bij toepassing hiervan moet de gemeente in principe binnen een bij wet bepaalde termijn een structuurplan of bestemmingsplan hebben vastgesteld. Daarnaast kan de gemeente gedwongen worden om gronden tegen een bepaalde prijs af te nemen. Het voorkeursrecht is in 2008 voor het eerst toegepast in het toekomstige plangebied van de A1 Zone. Met de toepassing van dit verwervingsinstrument zal terughoudend moeten worden omgegaan. Met de hiervoor beschreven beleidslijn wordt de reeds bestaande gedragslijn in feite bestendigd. Beleidskeuze 3: Noodzakelijke gronden worden in beginsel op minnelijke wijze verworven. Slechts bij uitzondering kunnen de instrumenten vanuit de Wet voorkeursrecht gemeenten en de Onteigeningswet worden ingezet om de plannen te kunnen realiseren. Hierbij zal het maatschappelijke belang aantoonbaar dienen te prevaleren boven het individuele belang. 4.4 Werkwijze bij actief grondbeleid Op basis van gemeentelijke structuurvisies is het bekend waar de toekomstige uitbreidingsmogelijkheden bestaan of zullen gaan ontstaan en waar de gemeente een actief verwervingsbeleid zal gaan toepassen. Daarbij is de werkwijze als volgt. De noodzakelijk te verwerven percelen worden vooraf getaxeerd en op basis van een financiële haalbaarheidsanalyse (financiële verkenning of grondexploitatie) wordt berekend of de ontwikkeling van het exploitatiegebied financieel haalbaar is wanneer de gemeente de gronden actief gaat verwerven. Indien dit het geval is zal de raad de grondexploitatie vaststellen. Daarna is het college van B&W gemandateerd om binnen de kaders van de vastgestelde grondexploitatie de gronden te gaan verwerven. 17

18 Onder voorbehoud van goedkeuring van college en raad, zullen de onderhandelingen worden opgestart en uiteindelijk zal een voorlopige koopovereenkomst worden opgesteld welke door het college zal worden vastgesteld. Daarna zal de raad, door tussenkomst van de fractievoorzitters, worden gevraagd om in kader van artikel 169 gemeentewet hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Dit geldt alleen voor aankopen boven het drempelbedrag zoals in de Financiële Verordening van Dinkelland staat beschreven. Na instemming van de fractievoorzitters wordt de koopovereenkomst notarieel afgewikkeld. Met de hiervoor beschreven beleidslijn wordt de reeds bestaande gedragslijn in feite bestendigd. Beleidskeuze 4: Ter invulling van artikel 169 van de Gemeentewet wordt de raad, door tussenkomst van de fractievoorzitters, in de gelegenheid gesteld om wensen en bedenkingen kenbaar te maken in het kader van een voorgenomen grondaankoop. 4.5 Beheer van gronden Na aankoop van de gronden worden deze in het betreffende complex ingebracht. Echter voordat de gronden daadwerkelijk kunnen worden ontwikkeld heeft de gemeente de plicht om de gronden als een goed eigenaar te beheren en te onderhouden. Meestal worden gronden na aankoop nog enkele jaren bij de vorige eigenaar in gebruik gegeven. Op deze wijze komen de kosten van beheer niet bij de gemeente te liggen. Mocht dit niet het geval zijn, dan zal de gemeente de gronden moeten beheren (afrasteren, maaien, schoon houden etc.) Een andere mogelijkheid is om deze gronden tijdelijk in gebruik te geven. Dit kan door (eenmalige) verpachting of verhuur, waarbij in eerste instantie de mogelijkheden voor eenmalige verpachting zullen worden bekeken. Omdat deze vorm van ingebruikgeving van rechtswege na een bepaalde periode eindigt en deze vorm een professionele registratie vereist. Per situatie zal worden beoordeeld welke vorm van ingebruikgeving wenselijk is. Met de hiervoor beschreven beleidslijn wordt de reeds bestaande gedragslijn in feite bestendigd. Beleidskeuze 5: Verworven gronden worden in gebruik gegeven totdat de daadwerkelijke ontwikkeling van de gronden aan de orde is, echter slechts voorzover met de ingebruikgeving de beoogde ontwikkeling niet wordt belemmerd. Per situatie zal worden beoordeeld welke vorm van ingebruikgeving passend is. 4.6 Passief (faciliterend) grondbeleid De gemeente kan met betrekking tot grondbeleid in plaats van een ondernemende en risicodragende (actieve) rol, kiezen voor een faciliterende (passieve) rol. Indien sprake is van faciliterend grondbeleid laat de gemeente de grondexploitatie over aan een particuliere grondexploitant (ontwikkelaar of corporatie). De gemeente beperkt zich daarbij tot haar publiekrechtelijke rol, dat wil zeggen: het vaststellen van de kaders en randvoorwaarden van de ontwikkeling en de controle hierop. Dit vindt vooral zijn weerslag in het vaststellen en handhaven van het bestemmingsplan. Daarnaast kan de gemeente een beperkte actieve rol spelen bij de aanleg en/of afname van openbare voorzieningen en 18

19 infrastructuur of bij bepaalde bijzondere bestemmingen, zoals grond voor scholen en wijkcentra. Ook met een nota welstand of een beeldkwaliteitsplan kan de gemeente invloed uitoefenen op de ruimtelijke invulling. Vaak liggen financiële overwegingen aan deze keuzevorm ten grondslag. Passief (faciliterend) grondbeleid is onder andere toegepast bij bouwprojecten in de Hopmanstraat in Denekamp en Kapelstraat in Ootmarsum. Aangezien er een verschuiving zal gaan optreden van uitbreiding naar inbreiding, zal er ook voor inbreidingslocaties een beleidslijn moeten gelden. Het huidige grondbeleid gaat daar nog niet expliciet op in. Bij inbreidingslocaties is nagenoeg iedere situatie weer anders. Iedere locatie brengt zijn eigen specifieke omstandigheden mee, met betrekking tot aard en omvang van de locatie, het gemeentelijke belang en de gemeentelijke (grond)positie. Dat leidt er toe dat bij inbreidingslocaties sprake zal zijn van maatwerk. De keuze voor een vorm van grondpolitiek is bij inbreidingslocaties dan ook erg situationeel. Er kunnen zich situaties voordoen waarbij de gemeente een actief grondbeleid voert, maar het kan ook zo zijn dat de gemeente een faciliterend beleid voert en slechts de planologische procedures doorloopt. Daarnaast is het denkbaar dat de gemeente in specifieke situaties samenwerking zoekt met marktpartijen. Op de wijze waarop samenwerking kan worden vormgegeven zal in de volgende paragraaf nader worden ingegaan. Beleidskeuze 6: Ten aanzien van inbreidingslocaties zal Dinkelland per situatie een afweging maken of er sprake moet zijn van een actieve rol of van een faciliterende rol. 4.7 Samenwerkingsvormen Het onderscheid tussen actief en passief (faciliterend) grondbeleid is erg zwart-wit. Het kan namelijk voor komen dat er een combinatie van grondposities optreedt, waarbij zowel de gemeente als een marktpartij een substantiële grondpositie heeft. Ook kan het zo zijn dat de gemeente meer invloed wil uitoefenen op een specifieke ontwikkeling dan zij mogelijk kan maken met enkel de toepassing van passieve grondbeleidsinstrumenten. In dat geval ligt samenwerking tussen gemeente en de marktpartij voor de hand. In die gevallen waarbij sprake is van samenwerking met marktpartijen wordt gesproken van een PPS (Publiek Private Samenwerking). PPS is in diverse mengvormen mogelijk. Elke mengvorm of strategie heeft voor- en nadelen en de betreffende situatie kan de mogelijkheden beperken. Op basis van het grondeigendom, de risico s en de gewenste invloed kan de gemeente per project hierin een keuze maken. Het doel van samenwerking is altijd om gezamenlijk tot een beter resultaat te komen dan afzonderlijk mogelijk zou zijn. Het voordeel kan bestaan uit een betere kwaliteit en/of beter financieel resultaat en/of een efficiëntere procedure. PPS is te omschrijven als een juridisch gestructureerde samenwerking tussen een of meer publieke partijen en een of meer private partijen op het terrein van de grondexploitatie. Hierbij werken alle partijen vanuit hun eigen doelstellingen aan een gezamenlijk project. Risico s, kosten en opbrengsten zijn volgens de gekozen PPS-mengvorm verdeeld over de partijen. PPS is in de kern een instrument 19

20 van actief grondbeleid, maar het markeert de overgang naar faciliterend grondbeleid. De gemeente is initiërend (dus actief) in het proces, maar tevens faciliterend in relatie tot de private partner. Indien de gemeente over grondposities beschikt, kan PPS worden ingezet met het oog op de verlegging van de risico s. Indien de gemeente niet over grondposities beschikt, kan PPS worden ingezet om alsnog invloed op de ontwikkeling te verkrijgen. In dit laatste geval zal met name de aanleg van openbare voorzieningen als breekijzer fungeren. Per situatie zal moeten worden beoordeeld of en zo ja, welke samenwerkingsvorm kan worden toegepast. Hoe tot een nadere afweging kan worden gekomen, zal door het college nog nader uitgewerkt dienen te worden. Beleidskeuze 7: Per exploitatiegebied wordt onderzocht of het noodzakelijk is om te gaan samenwerken. Een uiteindelijke samenwerkingsvorm is afhankelijk van het soort project en de gemeentelijke belangen. Een daartoe strekkend afwegingskader zal door het college nader worden uitgewerkt. 4.8 Kostenverhaal Tot de invoering van de Grondexploitatiewet in 2008 (als onderdeel van de nieuwe Wro) was het voor gemeenten erg moeilijk om de kosten van openbare voorzieningen te kunnen verhalen op particuliere grondeigenaren. Mede om die reden gingen gemeenten in het verleden vaak al in een vroegtijdig stadium over tot actieve grondverwerving, om het kostenverhaal veilig te kunnen stellen. Ook in situaties, waarbij een passief grondbeleid wellicht meer voor de hand had gelegen, maar waarbij tot medio 2008 nagenoeg geen mogelijkheid voor kostenverhaal bestond. Centrale doelstelling van de Grondexploitatiewet is om in de situatie van particuliere grondexploitatie te komen tot een verbetering van het gemeentelijk kostenverhaal en de versterking van de gemeentelijke regie bij locatieontwikkeling. Uitgangspunt van de Grondexploitatiewet vormt een verplichting tot kostenverhaal. Dit betekent, dat een gemeente de gemaakte kosten op de particuliere grondeigenaar moet verhalen in het geval deze eigenaar tot een ontwikkeling van de gronden overgaat. De gemeente mag hier bovendien niet meer van afzien. Indien er sprake is van een bouwplan moeten de kosten worden verhaald op de particuliere ontwikkelaar. Daarmee is de Grondexploitatiewet in feit het belangrijkste instrument bij passief grondbeleid en vermindert het de noodzaak tot een actief grondbeleid. De grondexploitatiewet legt in de eerste plaats een nieuwe basis voor privaatrechtelijke overeenkomsten over grondexploitatie tussen gemeenten en particuliere eigenaren die tot de ontwikkeling van hun grondeigendom willen overgaan. Deze privaatrechtelijke overeenkomst biedt de gemeente de mogelijkheid om met een particuliere eigenaar afspraken te maken over het kostenverhaal van de betreffende bouwlocatie, alsmede ook afspraken over planschade en bijdragen aan ruimtelijke ontwikkelingen buiten de locatie. Indien de overeenkomst wordt gesloten voordat het bestemmingsplan wordt vastgesteld is sprake van een anterieure overeenkomst. 20

21 Verder omvat de wet een publiekrechtelijk vangnet voor situaties, waarin de partijen binnen het privaatrechtelijke spoor geen onderlinge overeenkomst hebben bereikt. Een centrale positie binnen dit publiekrechtelijke spoor heeft het exploitatieplan, waarin de gemeente de uitgangspunten voor de grondexploitatie kan vastleggen. Dit exploitatieplan moet tegelijkertijd worden vastgesteld en bekendgemaakt met het bestemmingsplan, het wijzigingsplan en het project(afwijkings)besluit. Bij de aanvraag van een bouwvergunning zal vervolgens via de toetsing aan het ruimtelijke plan en het exploitatieplan de bijdrage van de particuliere ontwikkelaar aan het kostenverhaal worden vastgesteld. In de situatie waarin de gemeente geen eigenaar is van de grond en er wel kosten van grondexploitatie moeten worden verhaald zullen de nieuwe mogelijkheden die de Grondexploitatiewet biedt op het gebied van kostenverhaal, locatie-eisen en fasering optimaal worden benut. Inzet van de gemeente is om anterieure overeenkomsten af te sluiten waarin het kostenverhaal is verzekerd. Indien de gemeente er niet in slaagt om een anterieure overeenkomst te sluiten, zal de gemeente het publiekrechtelijk instrumentarium die de nieuwe wetgeving biedt (vaststellen exploitatieplan en kostenverhaal via bouwvergunning of anterieure overeenkomst) moeten gaan gebruiken. Met de hiervoor beschreven beleidslijn wordt de reeds bestaande gedragslijn in feite bestendigd. Beleidskeuze 8: Bij kostenverhaal kiest Dinkelland voor anterieure overeenkomsten, als stok achter de deur wordt de grondexploitatiewet gehanteerd. Woningbouw Rossum 21

22 Hoofdstuk 5 GRONDUITGIFTE 5.1 Inleiding Indien de gemeente de grond voor een ruimtelijke ontwikkeling in eigendom heeft dan dient onder andere vastgesteld te worden in welke vorm en op welke wijze de grond wordt uitgegeven. In dit hoofdstuk worden de vormen en methoden van gronduitgifte beschreven en wordt aangegeven welk beleid de gemeente ten aanzien van deze onderwerpen voorstaat. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de uitgifte van grond die de gemeente niet meer in gebruik heeft. 5.2 Vormen gronduitgifte Grofweg kunnen twee vormen van gronduitgifte worden onderscheiden: verkoop en erfpacht. Bij uitgifte van bouwgrond komt verkoop verreweg het meeste voor. Dit wordt met name veroorzaakt door de vraag uit de markt. Bouwers willen het eigendom van de bouwkavel hebben, welke noodzakelijk is voor de financiering. Bij verkoop stelt de gemeente de verkoopprijs vast en verkoopt de grond (uiteindelijk via een notariële akte) aan de nieuwe eigenaar (koper). De koper wordt de nieuwe juridische eigenaar. Op de wijze waarop de grondprijs wordt bepaald zal in een afzonderlijk hoofdstuk worden ingegaan. De bestendige gedragslijn binnen Dinkelland is dat gronden in principe slechts in verkoop worden uitgegeven. Deze gedragslijn wordt thans voortgezet. Bij gronden die de gemeente in principe niet wenst te verkopen kan voor de uitgiftevorm van erfpacht of verhuur worden gekozen. De gemeente blijft eigenaar van de grond, de pachter of huurder dient de grond te gebruiken conform de bestemmingsplanmogelijkheden. Bij bouwwerken wordt pachter eigenaar van het bouwwerk en blijft de gemeente eigenaar van de grond. Vanuit de markt voor bouwgrond is hier geen belangstelling voor. Echter deze uitgiftevormen zijn voor de niet bouwgrond zijnde gronden wel interessant om het beheer en onderhoud van de gemeentegrond bij de pachter of huurder neer te leggen. Nadeel hiervan is dat deze uitgiftevorm extra administratieve taken en lasten met zich mee brengen in verband met het noodzakelijke en vereiste contractbeheer. Ongeveer 25 jaar geleden beleefde het gemeentelijk erfpachtstelsel zijn hoogtepunt. Dertien gemeenten, waaronder de vier grote steden, gaven begin jaren tachtig grond voor bouwontwikkeling nog uitsluitend in erfpacht uit. Daarnaast gebruikten veel gemeenten de erfpacht als rechtsvorm van gronduitgifte voor bepaalde bestemmingen. Historisch gezien werd erfpacht door gemeenten primair gehanteerd vanuit motief om na de gronduitgifte invloed te behouden op het gebruik van de grond en om op eenvoudige wijze weer te kunnen beschikken over de grond bij herontwikkeling. Intussen is het politiek en maatschappelijk draagvlak voor een stelsel van erfpachtuitgifte in de meeste van deze gemeenten niet meer aanwezig. Erfpacht is dan ook op z n retour. De gemeenten die nog aan erfpacht doen, bouwen het af. Alleen Amsterdam hanteert het erfpachtstelsel nog actief. 22

23 De wens om gebruik van grond te willen sturen via erfpacht, is niet meer actueel. Toen een adequaat bestuursrechtelijk instrumentarium nog ontbrak, kon de mogelijkheid om doeleinden van algemeen belang op het gebied van de volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu slechts privaatrechtelijk worden geregeld door algemene en bijzondere erfpachtvoorwaarden van toepassing te verklaren. Inmiddels bieden de Wro, de Huisvestingswet, de Woningwet, de Wet voorkeursrecht gemeenten en de Onteigeningswet voldoende bestuursrechtelijke middelen om te sturen. De economische crisis heeft er onder andere toe geleid dat de verkoop van woningen is afgenomen. Door de overheid, private organisaties en particulieren worden allerlei mogelijkheden onderzocht om de woningverkoop te stimuleren. Eén van deze mogelijkheden is de uitgifte van bouwgrond in erfpacht. Inmiddels is er een aantal gemeenten dat experimenteert met gronduitgifte in erfpacht als specifiek instrument om de woningmarkt te stimuleren. Er is echter nog geen onderzoek gedaan naar de daadwerkelijke effectiviteit van dit instrument. Bovendien is nog onduidelijk in hoeverre banken bereid blijven om een hypotheek te verstrekken op gronden die in erfpacht worden uitgegeven. Daarnaast bestaat nog onvoldoende zicht wat het effect op de courantheid van woningen is, wanneer de ondergrond in erfpacht is uitgegeven in plaats van in eigendom. Gezien de praktische nadelen die kleven aan de gronduitgifte in erfpacht boven gronduitgifte in eigendom en vanwege het ontbreken van aantoonbaar effect van deze stimuleringsmaatregel, wordt vooralsnog afgezien van de inzet van dit instrument. Beleidskeuze 9: Dinkelland geeft in beginsel bouwgronden uit op basis van verkoopovereenkomsten. 5.3 Gronduitgiftebeleid Om de gronduitgifte van bouwkavels behoorlijk te laten verlopen zijn met de vaststelling in 2005 van de nota Op grond van Dinkellands beleid aanvullende regels door het college opgesteld in de vorm van gronduitgifteregels voor woningbouw (algemene verkoopvoorwaarden en grondverkoopbeleid) en gronduitgifteregels voor bedrijventerreinen (algemene verkoopvoorwaarden en grondverkoopbeleid). Bij de uitgifte van woningbouwkavels wordt altijd de datum van inschrijving als uitgiftecriterium gehanteerd. Het ligt voor de hand dit criterium te bestendigen. Overigens is het grondverkoopbeleid voor woningbouwkavels recent geactualiseerd door het college. Deze actualisatie zal ter kennisname aan de raad worden aangeboden. Beleidskeuze 10: De uitgifte van woningbouwkavels vindt plaats op basis van datum van inschrijving. Voor de uitgifte van gronden op bedrijventerreinen ligt dit wezenlijk anders, aangezien daar veelal sprake is van maatwerk. De datum van inschrijving is daar niet bepalend. Bij de uitgifte van gronden worden ondermeer de volgende criteria gehanteerd: werkgelegenheid, bedrijven- en milieuzonering, 23

24 oplossing milieuproblematiek en planologie. Een en ander dient door het college worden uitgewerkt in een gronduitgifteprotocol. Dit protocol zal ter kennisname worden aangeboden aan de raad. Met de hiervoor beschreven beleidslijn wordt de reeds bestaande gedragslijn in feite bestendigd. Beleidskeuze 11: De uitgifte van bouwgrond op bedrijventerreinen is maatwerk en wordt beoordeeld op basis van ondermeer werkgelegenheid, bedrijven- en milieuzonering, oplossing milieuproblematiek en planologie. Woningbouwplan Ossenvoort Rossum 24

25 Hoofdstuk 6 GRONDPRIJZEN 6.1 Inleiding Grondprijsbeleid gaat over de wijze waarop de gemeente de waarde van haar gronden bepaalt en waarop zij de kaders, uitgangspunten en randvoorwaarden vaststelt die daaraan ten grondslag liggen. Daarbij moet de gemeente uiteraard letten op het bovenstaande met betrekking tot staatssteun. Grondprijsbeleid is een instrument dat een belangrijke bijdrage levert aan het voeren van een actief grondbeleid. Een jaarlijkse herziening van de grondprijzen is een voorwaarde voor een actueel beleid. Voor de bepaling van de grondwaarde zijn twee benaderingen te onderscheiden: kostprijsbenadering; marktwaardebenadering. De kostprijsbenadering is een rekenmethodiek die de uitgifteprijs bepaalt op basis van de gemaakte (directe en indirecte) kosten voor verwerving en bouwrijp maken van de grond. Met deze methodiek wordt geen positief saldo op de grondexploitatie nagestreefd; een sluitend saldo is voldoende. Deze benadering is ook relevant voor de in rekening te brengen kosten bij faciliterend grondbeleid. De grondprijs op basis van de kostprijsbenadering is het minimale bedrag waarvoor een gemeente grond moet uitgeven om de grondexploitatie sluitend te krijgen, gegeven de rechtmatigheid van de kostentoerekening. Veel gemeenten, waaronder de gemeente Dinkelland streven naar een positief saldo op de grondexploitatie. De marktwaardebenadering komt hieraan tegemoet. De marktwaardebenadering kent verschillende varianten, echter marktconformiteit is hierbij essentieel. De kostprijsbenadering heeft als nadeel dat een eventuele meerwaarde van de grond bij doorverkoop rechtstreeks ten goede komt aan de individuele eigenaar. Bij de marktwaardebenadering komt een eventueel overschot op de grondexploitatie ten goede aan een verlieslatende grondexploitatie. Daardoor worden de kosten van bouwgrondexploitatie evenredig verdeeld. Door het verkopen van bouwgrond, is privaatrechtelijk handelen, neemt de gemeente deel aan het vrije markteconomische rechtsverkeer. Omdat de gemeente het instrument van ruimtelijke ordening (o.a. bestemmingsplan, wet voorkeursrecht gemeenten, onteigeningswet) heeft kan de gemeente theoretisch gezien de vrije grondmarkt sterk beïnvloeden. Hierdoor kan de gemeente als een monopolist worden beschouwd. Om het vorenstaande op een eerlijke en bestuurlijk behoorlijke manier te laten verlopen wordt van de gemeente verwacht dat zij door de machtspositie de vrije grondmarkt niet al te veel bepaald en zeker niet gaat verstoren. Hierbij spelen aspecten als behoorlijk bestuur, staatssteun en monopolie een belangrijke rol. Daarom wordt van de gemeente verwacht dat zij als marktpartij (en niet als overheid) aan de vrije markteconomie deelneemt. Concreet betekent dit dat de gemeente marktconforme grondprijzen hanteert. 25

26 Evenals bij het bestaande grondbeleid, wordt ook nu geadviseerd om ten aanzien van de bepaling van grondprijzen de marktwaardebenadering te kiezen in plaats van de kostprijsbenadering. Dit advies houdt verband met het volgende principe. Een prijs voor bouwgrond die lager ligt dan de marktwaarde, is in feite een subsidie voor de grondkoper. Het wordt maatschappelijk onwenselijk geacht op publiekkapitaal en -vermogen in te zetten ten gunste van een individuele grondkoper. De overheid moet haar publieke vermogen immers efficiënt en effectief beheren. Beleidskeuze 12: Dinkelland hanteert voor de bepaling van de grondwaarde een marktwaardebenadering. Zoals in deze nota is aangegeven, staat de gemeente binnen de huidige complexen een actief grondbeleid voor. Dit betekent dat de gemeente in principe de bouwgrond zelf uitgeeft. Marktconformiteit kan globaal worden vormgegeven door een combinatie van de aspecten product, prijs en locatie. Dat kan overigens prijsonderscheid met zich meebrengen bij verschillende kaveltypen en verschillende bouwlocaties. Beleidskeuze 13: Marktconformiteit wordt bepaald door een combinatie van de aspecten product, prijs en plaats. Om de grondprijzen onafhankelijk en marktconform te kunnen bepalen worden de bouwterreinen elk jaar door 3 onafhankelijke makelaars/taxateurs marktconform getaxeerd. Hiertoe zal in opdracht van het college 3 makelaars/taxateurs worden gevraagd om de bouwkavels voor woningbouw en bedrijventerreinen marktconform te taxeren. Dit resultaat zal uiteindelijk ter besluitvorming middels een grondprijsbrief aan het college worden voorgelegd. Het genomen collegebesluit zal ter kennisgeving aan de raad worden medegedeeld. Beleidskeuze 14: Dinkelland gaat uit van marktconforme grondprijzen die tot stand komen op basis van een onafhankelijke taxatie door 3 makelaars/taxateurs. Beleidskeuze 15: Op basis van de onafhankelijke taxatie van 3 makelaars/taxateurs stelt het college van Dinkelland jaarlijks de geactualiseerde grondprijzen vast in de vorm van een grondprijsbrief die ter kennisgeving wordt aangeboden aan de raad. In principe wordt er geen onderscheid gemaakt in de grondprijzen tussen woningen in de vrije sector en sociale woningbouw. Indien aangetoond is dat het realiseren van sociale woningbouw op basis van een marktconforme grondprijs niet haalbaar is, kan een lagere grondprijs worden gehanteerd. Er dient te worden voorkomen dat woningen die voor een speciale doelgroep worden bestemd binnen korte tijd voor deze groep onbereikbaar worden door prijsstijgingen. De duurzaam sociale investering dient 26

Gemeente Dinkelland. Nota GRONDBELEID 2016

Gemeente Dinkelland. Nota GRONDBELEID 2016 Gemeente Dinkelland Nota GRONDBELEID 2016 HOOFDSTUK 0 VOORWOORD De nota grondbeleid komt voort uit een wettelijk kader; Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten. Het verplicht ons een

Nadere informatie

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt

Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt 6 Datum vergadering gemeenteraad Voorstelnummer Agendapunt 31 januari 2017 RV/16/00717 Z12-18101 Voorstel ingebracht door H. Achterberg Portefeuillehouder Begrotingsprogramma H.N. de Ronde 02 Beheerproduct

Nadere informatie

AGENDAPUNT NO.12. Voorstel tot vaststelling Nota Grondbeleid AAN DE RAAD

AGENDAPUNT NO.12. Voorstel tot vaststelling Nota Grondbeleid AAN DE RAAD Voorstel tot vaststelling Nota Grondbeleid AGENDAPUNT NO.12 AAN DE RAAD Samenvatting/Advies Het gemeentelijk grondbeleid is een beleidsterrein waar omvangrijke uitgaven worden gedaan en waarbij de risico

Nadere informatie

Grondbedrijf. Introductie voor nieuwe raadsleden

Grondbedrijf. Introductie voor nieuwe raadsleden Grondbedrijf Introductie voor nieuwe raadsleden Grondbedrijf Yvonne Verkleij Paul van Die Rik Tuitert Planning & control Juridica (privaatrecht) Planeconomie Agenda Taken Beleid Financiële instrumenten

Nadere informatie

Bijlagen: 1. Nota Grondbeleid

Bijlagen: 1. Nota Grondbeleid NOTA VOOR DE RAAD Datum: 20 maart 2008 Nummer raadsnota: Onderwerp: Nota Grondbeleid 2008-2012 Portefeuillehouder: De Boer Bijlagen: 1. Nota Grondbeleid 2008 2012 Ter inzage: 1. stukken opiniërende raadsvergadering

Nadere informatie

1. Inleiding. De Nota Kostenverhaal bevat ten aanzien van het kostenverhaal het kader voor de wijze waarop de

1. Inleiding. De Nota Kostenverhaal bevat ten aanzien van het kostenverhaal het kader voor de wijze waarop de Nota Kostenverhaal 1. Inleiding Voor u ligt de Nota Kostenverhaal. Deze nota sluit aan op de Structuurvisie Bergen op Zoom 2030. Deze structuurvisie geeft op hoofdlijnen een toekomstbeeld van de gewenste

Nadere informatie

Nota Grondbeleid. Presentatie forum Ruimte 13 januari 2015

Nota Grondbeleid. Presentatie forum Ruimte 13 januari 2015 Nota Grondbeleid. Presentatie forum Ruimte 13 januari 2015 Nota Grondbeleid Opbouw presentatie 1 Inleiding 2 Waar gaat het om bij grondbeleid 3 Visie 4 Beheersen instrumenten en risico s 1 Inleiding Wat

Nadere informatie

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar

Adviesnota voor het college. Burg. Weth L. Weth Z. Weth B. Weth P. Secr. Vertrouwelijkheid: Niet openbaar Adviesnota voor het college Primaat team: Vastgoed Steller: Franca Diels Portefeuillehouder: G. van Leeuwen Mede-adviseur: Ingekomen d.d. Nr. poststuk Nr. BBV 402632 Conf. Bespr. Aantekeningen Burg Weth

Nadere informatie

Nota Kostenverhaal Gemeente Drimmelen. Conceptt

Nota Kostenverhaal Gemeente Drimmelen. Conceptt Nota Kostenverhaal 2016-2020 Gemeente Drimmelen 1. Inleiding Aanleiding Met de komst van de Wro (1 juli 2008) hebben gemeenten meer mogelijkheden gekregen om te sturen op de ontwikkeling van ruimtelijke

Nadere informatie

Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden

Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 1 2 Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden Deze Handreiking Grondbeleid voor Raadsleden is bedoeld als

Nadere informatie

De gemeente hanteert marktconforme prijzen. De gemeente mag winst maken ten bate van de gemeenschap en de ontwikkeling van kostbare voorzieningen.

De gemeente hanteert marktconforme prijzen. De gemeente mag winst maken ten bate van de gemeenschap en de ontwikkeling van kostbare voorzieningen. De gemeente maakt gebruik van de instrumenten verwerven, Wet voorkeursrecht gemeenten en onteigening. Vanuit de positie van actief grondbeleid richt de gemeente zich, indien nodig, op samenwerking met

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan

Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan maart 2011 Deel B Uitvoeringsprogramma Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan deel B 1 2 deel B Ontwerp-structuurvisie Prinses Beatrixlaan Inleiding 1. Ambitie

Nadere informatie

11.7. Grondbeleid. De complexen in 2015 en verder Jaarlijks worden alle complexen geactualiseerd.

11.7. Grondbeleid. De complexen in 2015 en verder Jaarlijks worden alle complexen geactualiseerd. 11.7. Grondbeleid Algemeen In het eerste half jaar van 2015 zijn er al 15 woningbouwkavels getransporteerd. Verder zijn er al 37 koopovereenkomsten gesloten. Hierbij gaat het om 15 reguliere koopovereenkomsten

Nadere informatie

BIJLAGEN: Nota Grondbeleid

BIJLAGEN: Nota Grondbeleid Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. 16 juli 2018 Agendapunt 14 Opiniërend besproken d.d. 28 mei 2018 Portefeuillehouder wethouder M. Blind Zaaknummer 3763-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID

NOTA GRONDBELEID NOTA GRONDBELEID 2014-2018 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Doel 3 1.2 Aanleiding actualisatie Nota Grondbeleid 3 1.3 Leeswijzer 3 2 Relevante beleidskaders en wetgeving 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Aanbesteding

Nadere informatie

Paragraaf 7: Grondbeleid

Paragraaf 7: Grondbeleid Paragraaf 7: Grondbeleid Beleid Uitgangspunt vormt de in 2015 vastgestelde Nota Grondbeleid. Het uitgangspunt is hierbij dat de gemeente, uitgezonderd de ontwikkeling van eigen gronden, een faciliterende

Nadere informatie

Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen

Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen Actualisatie globaal exploitatieplan Driessen 2017 1 Inhoudsopgave Inleiding 1. Aanleiding voor de actualisatie van het globaal exploitatieplan 2. Plangebied en ruimtegebruik 3. Kosten exploitatiegebied

Nadere informatie

Joost Loeffen raad januari 2010

Joost Loeffen raad januari 2010 7 Joost Loeffen 040-2083405 jlo@valkenswaard.nl Wet voorkeursrecht gemeenten Venbergseweg e.o. 09raad00862 28 januari 2010 Gronden, in de omgeving van de Venbergseweg welke in de toekomst benodigd zijn

Nadere informatie

Actualisering Nota Grondbeleid Gemeente Hof van Twente 2011-2015

Actualisering Nota Grondbeleid Gemeente Hof van Twente 2011-2015 Actualisering 2011-2015 1 INHOUD Conclusies en samenvatting... 4 1... 8 1.1 Aanleiding... 8 1.2 Doel... 9 1.3 Leeswijzer... 10 2 Vormen van grondbeleid... 11 2.1 Inleiding... 11 2.2 Actief grondbeleid...

Nadere informatie

Nieuw grondbeleid en nieuwe woningnood (in diverse smaken)

Nieuw grondbeleid en nieuwe woningnood (in diverse smaken) Nieuw grondbeleid en nieuwe woningnood (in diverse smaken) Wooncongres 11 oktober 2016 Herman de Wolff (TU Delft) en Rogier Titulaer (gemeente Amersfoort) Delft University of Technology Challenge the future

Nadere informatie

Nota Grondbeleid Gemeente Brummen Februari 2016

Nota Grondbeleid Gemeente Brummen Februari 2016 Nota Grondbeleid 2016-2020 Gemeente Brummen Februari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave...2 Samenvatting...3 Inleiding...4 1 Grondbeleid...5 1.1 Vormen van grondbeleid...5 1.1.1 Passief grondbeleid...5 1.1.2

Nadere informatie

Opinieronde / peiling

Opinieronde / peiling Aan de Raad OPINIE Made, 30 oktober 2015 Regnr.: 15int04492 Aan de commissie: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Datum vergadering: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Agendapunt :

Nadere informatie

Wijziging op de Nota Grondbeleid Lisse Aanleiding/Inleiding

Wijziging op de Nota Grondbeleid Lisse Aanleiding/Inleiding Lisse Aanv ulling nota gro ndbeleid Lisse 2016-2020 26 novembe r 2018 Wijziging op de Nota Grondbeleid Lisse 2016-2020 Aanleiding/Inleiding Gemeente Lisse Heereweg 254 Postbus 200 2160 AE Lisse T 14 0252

Nadere informatie

Grond voor betaalbaar wonen

Grond voor betaalbaar wonen Grond voor betaalbaar wonen De positie van de gemeente Naam, Afdeling Willem Korthals Altes 07/01/2009 Gemeentelijke positie De basics: positie, vormen grondbeleid De crisis: enkele cijfers Nota s grondbeleid

Nadere informatie

OUD vs NIEUW beleid. Toelichting op de Kadernota Grond: deel I Grondbeleid

OUD vs NIEUW beleid. Toelichting op de Kadernota Grond: deel I Grondbeleid OUD vs NIEUW beleid Toelichting op de Kadernota Grond: deel I Grondbeleid Beleidsregel was wordt Grondpolitiek Besluit start project Besluit openen Waar toereikend passief grondbeleid, daar waar nodig

Nadere informatie

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel.

Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel. Notitie bezwaren vestiging voorkeursrecht Centrum Boekel. Inleiding Op 13 juli 2017 hebben burgemeester en wethouders het voorkeursrecht gevestigd op basis van de Wvg op het plangebied Centrum Boekel.

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Gemeente jfl Bergen op Zoom

Gemeente jfl Bergen op Zoom Gemeente jfl Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam : Nota

Nadere informatie

Nota Kostenverhaal. Gemeente Hardinxveld-Giessendam

Nota Kostenverhaal. Gemeente Hardinxveld-Giessendam gemeente Hardinxveld-Giessendam Nota Kostenverhaal Gemeente Hardinxveld-Giessendam November 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Doel van de nota 1.3 Leeswijzer 2 Theoretisch

Nadere informatie

Verwervingsbeleid spoedaankopen

Verwervingsbeleid spoedaankopen Verwervingsbeleid spoedaankopen Gebleken is dat er behoefte is aan duidelijkheid over de taakverdeling inzake de aankoop van grond en gebouwen (onroerende zaken) door de gemeente. Dit probleem speelt met

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Nota Grondprijzen 2016/2017 BBV nr: 2016/234131

Raadsstuk. Onderwerp: Nota Grondprijzen 2016/2017 BBV nr: 2016/234131 Raadsstuk Onderwerp: Nota Grondprijzen 2016/2017 BBV nr: 2016/234131 1. Inleiding De vigerende Nota Grondbeleid (2013/74991) is in 2013 vastgesteld in de gemeenteraad van Haarlem. In de Nota Grondbeleid

Nadere informatie

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 16 08/486

categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 16 08/486 o~~çëîççêëíéä= låçéêïéêéw= beleidsnotitie: mogelijkheden Grondexploitatiewet Portefeuillehouder: G. Evenhuis Dienst Beleid Sociaal Economische Ontwikkeling Margreet Harmsma, telefoon ((0591)68 54 57) =

Nadere informatie

Paragraaf 7 Grondbeleid

Paragraaf 7 Grondbeleid Paragraaf 7 Grondbeleid Grondbeleid algemeen Binnen de grondexploitatie wordt een onderscheid gemaakt tussen actief- en passief grondbeleid. Bij actief grondbeleid verwerft de gemeente de grond, maakt

Nadere informatie

: Vestiging voorkeursrecht percelen Vorden

: Vestiging voorkeursrecht percelen Vorden Raadsvoorstel Datum : 24-5-2018 Kenmerk Portefeuillehouder Nee Onderwerp : Z101697/Raad-00343 : A.A.L.M. Spekschoor : Vestiging voorkeursrecht percelen Vorden Geachte leden van de gemeenteraad, Voorstel

Nadere informatie

Grondexploitatiewet. Hendrik van Sandick. projectcoördinator Grondexploitatiewet Ministerie van VROM

Grondexploitatiewet. Hendrik van Sandick. projectcoördinator Grondexploitatiewet Ministerie van VROM Grondexploitatiewet Hendrik van Sandick projectcoördinator Grondexploitatiewet Ministerie van VROM Waarover gaat het bij grondexploitatie? Onderwerpen die de gemeente wil regelen bij grondexploitatie van

Nadere informatie

Grondprijzenbrief 2015

Grondprijzenbrief 2015 Grondprijzenbrief 2015 Inleiding De grondprijzenbrief 2015 geeft de door de gemeente Ede te hanteren prijzen weer voor gronden die in Ede door de gemeente worden uitgegeven met verschillende bestemmingen.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum collegevergadering: 12 mei 2015 Onderwerp: Nota grondbeleid 2015-2018

Raadsvoorstel. Datum collegevergadering: 12 mei 2015 Onderwerp: Nota grondbeleid 2015-2018 Raadsvoorstel Agendanr: CR2 Kenmerk: 15-0114128 Datum collegevergadering: 12 mei 2015 Onderwerp: Nota grondbeleid 2015-2018 0.Samenvatting: Conform vastgesteld beleid dient het grondbeleid elke raadsperiode

Nadere informatie

Onderwerp Ontwikkeling Peize Zuid: vestiging voorkeursrecht in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten

Onderwerp Ontwikkeling Peize Zuid: vestiging voorkeursrecht in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten Aan de gemeenteraad Agendapunt: Documentnr.: RV17.0043 Roden, 14 maart 2017 Onderwerp Ontwikkeling Peize Zuid: vestiging voorkeursrecht in de zin van de Wet voorkeursrecht gemeenten Onderdeel programmabegroting:

Nadere informatie

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Algemene gronduitgiftevoorwaarden gemeente Terneuzen 2010

COLLEGEVOORSTEL. ONDERWERP: Algemene gronduitgiftevoorwaarden gemeente Terneuzen 2010 Lijst Agendapunten nummer: Kenmerk: 9221 Afdeling: Omgeving & Economie Portefeuillehouder: J.M. van Schaik COLLEGEVOORSTEL 13a DATUM: 1 juni 2010 ONDERWERP: Algemene gronduitgiftevoorwaarden gemeente Terneuzen

Nadere informatie

CVDR. Nr. CVDR423471_1

CVDR. Nr. CVDR423471_1 CVDR Officiële uitgave van Brummen. Nr. CVDR423471_1 17 oktober 2017 Nota Grondbeleid 2016-2020 De raad van de gemeente Brummen; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van

Nadere informatie

Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie

Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie Actualiteiten Grondexploitatiewet 2011 VNG Privaatrechtelijk spoor; overeenkomsten over grondexploitatie mr. Jan Frans de Groot & mr. Arjen de Snoo 1 Indeling Aanleiding Verordening m.b.t. de grondexploitatie

Nadere informatie

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 : Vestiging voorkeursrecht ex artikel 8 Wvg 'Vroonlandseweg en Goessestraatweg'

AAN DE GEMEENTERAAD. Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 : Vestiging voorkeursrecht ex artikel 8 Wvg 'Vroonlandseweg en Goessestraatweg' Voorbereidende raadsvergadering: 16 oktober 2007 Besluitvormende raadsvergadering: 13 november 2007 Portefeuillehouder: J.H. Herselman AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2007/78 Datum : 20 september 2007 Onderwerp

Nadere informatie

Nota Kostenverhaal gemeente Dalfsen Deel 1

Nota Kostenverhaal gemeente Dalfsen Deel 1 Nota Kostenverhaal gemeente Dalfsen Deel 1 Maart 2013 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel van de nota 3 1.3 Grondbeleid gemeente Dalfsen 3 1.4 Opbouw van de nota 4 1.5

Nadere informatie

Kadernota integraal grondbeleid Gemeente Sint Anthonis 2014

Kadernota integraal grondbeleid Gemeente Sint Anthonis 2014 Kadernota integraal grondbeleid Gemeente Sint Anthonis 2014 1 Inhoudsopgave kadernota integraal grondbeleid Aanleiding kadernota pag. 3 Visie op grondbeleid pag. 4 Doelen pag. 5 Principes/kader pag. 6

Nadere informatie

Bouwgrondexploitatie Rapportage 3e kwartaal 2010

Bouwgrondexploitatie Rapportage 3e kwartaal 2010 Bouwgrondexploitatie Rapportage 3e kwartaal 2010 1 Inleiding Naar aanleiding van de bespreking van het rapport van bevindingen van de accountant over de controle van de jaarrekening 2009 heeft het audit

Nadere informatie

Beleidsnotitie grondbeleid en vastgoedbeleid

Beleidsnotitie grondbeleid en vastgoedbeleid Behoort bij raadsbesluit d.d. 22 februari 2018 tot vaststelling van aanvullend grondbeleid en vastgoedbeleid. Beleidsnotitie grondbeleid en vastgoedbeleid GEMEENTE DE BILT, BILTHOVEN, JANUARI 2018 Inhoud

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Geadviseerd besluit. Toelichting op beslispunten. Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu. 134610 25 maart 2015. 2 J.

Voorstel aan de raad. Geadviseerd besluit. Toelichting op beslispunten. Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu. 134610 25 maart 2015. 2 J. Verantwoordelijk team Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu Nummer Kenmerk Raad d.d. 134610 25 maart 2015 Paragraaf begroting Portefeuillehouder 2 J. Verstand Steller M.J.G. Nagel Datum 30 januari 2015 Vlottrekken

Nadere informatie

Raadsvoorstel: Nummer: Onderwerp: Nota Grondbeleid Gorinchem

Raadsvoorstel: Nummer: Onderwerp: Nota Grondbeleid Gorinchem Raadsvoorstel: Nummer: 2011-655 Onderwerp: Nota Grondbeleid Gorinchem 2011-2014 Datum: 2 mei 2011 Portefeuillehouder: B.J.P. van der Torren Raadsbijeenkomst: 31 mei 2011 Raadsvergadering: 16 juni 2011

Nadere informatie

VERORDENING GRONDBANK GEMEENTE GRONINGEN 2018

VERORDENING GRONDBANK GEMEENTE GRONINGEN 2018 VERORDENING GRONDBANK GEMEENTE GRONINGEN 2018 Begripsomschrijving Artikel 1 1. Onder Grondbank I en II wordt verstaan een financieringsbron, waarmee aankopen in onroerende zaken en roerende opstallen worden

Nadere informatie

Beoogd effect: Het voldoende bouwrijpe grond beschikbaar hebben voor het vestigen van bedrijven en daarmee genereren van arbeidsplaatsen.

Beoogd effect: Het voldoende bouwrijpe grond beschikbaar hebben voor het vestigen van bedrijven en daarmee genereren van arbeidsplaatsen. Voorstel aan de raad Nummer: B11-15396 Portefeuille: Economie, Wonen, Cultuur & Dienstverlening Programma: 2.4 Sterke stad Programmaonderdeel: 2.4.1 Werken aan de basis Steller: M.R. Roeffel Afdeling:

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELS GROND

UITVOERINGSREGELS GROND UITVOERINGSREGELS GROND Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Bevoegdheden 4 2.1 Inleiding 4 2.2 Rechtmatigheid 4 2.3 Uitvoering 4 3 Uitvoeringsregels 5 3.1 Grondstrategie 5 3.2 Marktconform 5 3.3 Onteigening

Nadere informatie

V/2013/2619 Startnotitie. Nota grondbeleid M.A.W.J.M. Wijdeven

V/2013/2619 Startnotitie. Nota grondbeleid M.A.W.J.M. Wijdeven Registratiekenmerk V/2013/2619 Startnotitie Datum registratie: 15 januari 2013 raadsconllnissie Ruimtelijke Zaken Datum. 25 februari 2013 Agendapunt 9 Onderwerp: Porteleuillehouder: : Nota grondbeleid

Nadere informatie

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven.

De herziene residuele grondwaarden zijn hieronder vetgedrukte aangegeven. Nummer : 12-10.2010 Onderwerp : Herziening exploitatieopzetten Korte inhoud : Herziening exploitatieopzetten Uithuizen, 27 mei 2010 AAN DE RAAD. Inleiding Jaarlijks dienen de exploitatieopzetten van de

Nadere informatie

Onderwerp : Herziening exploitatieopzetten per

Onderwerp : Herziening exploitatieopzetten per Nummer : 10-11.2012 Onderwerp : Herziening exploitatieopzetten per 1-1-2012 Korte inhoud : Voorstel tot herziening exploitatieopzetten per 1-1-12. Jaarlijks dienen de exploitatieopzetten van de grondexploitaties

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID 2015-2018 GEMEENTE HATTEM

NOTA GRONDBELEID 2015-2018 GEMEENTE HATTEM NOTA GRONDBELEID 2015-2018 GEMEENTE HATTEM NOVEMBER 2014 Nota Grondbeleid 2015-2018 Gemeente Hattem 1 Inhoudsopgave Pagina 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Leeswijzer... 3 2 Grondbeleid... 4 2.1

Nadere informatie

Collegebesluit. Onderwerp Verkoop Deliterrein en afsluiten anterieure overeenkomst

Collegebesluit. Onderwerp Verkoop Deliterrein en afsluiten anterieure overeenkomst Collegebesluit Onderwerp Verkoop Deliterrein en afsluiten anterieure overeenkomst Nummer 2018/65574 Portefeuillehouder Spijk, J.K.N. van Programma/beleidsveld 4.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling Afdeling

Nadere informatie

Grondprijzennota 2013

Grondprijzennota 2013 Grondprijzennota 2013 1 Grondprijzennota 2013 2 Hoofdstuk Blz. 1. Inleiding 4 1.1 Aanleiding 4 1.2 Methode van grondprijsbepaling 4 1.3 Uitzonderingen 4 1.4 Uitgangspunten 4 1.5 Aansprakelijkheid 4 2.

Nadere informatie

Nota Grondbeleid Woudenberg 2014

Nota Grondbeleid Woudenberg 2014 Nota Grondbeleid Woudenberg 2014 Auteur: Kernteam grondbeleid Gemeenteraad Woudenberg 0 25-09-2014 Beleidsnota Grondbeleid Woudenberg 2014. Woudenberg, juli 2014 Bestuurlijk opdrachtgever: Wethouder G.A.

Nadere informatie

gemeente roerdalen - lager dan geraamd. Op basis van de nieuwe doorrekening zijn de kosten voor het afronden afgerond hoger dan geraamd.

gemeente roerdalen - lager dan geraamd. Op basis van de nieuwe doorrekening zijn de kosten voor het afronden afgerond hoger dan geraamd. Raadsvoorstel '_------- - - - --------------------------------------------1 Onderwerp: Wijziging grondexploitatieplan "Wienkeskoelll, fase 2" - - ----I----' -- - ----- - - - - - ----- - 1 L_!_n_die_!!~a.gendapunt:

Nadere informatie

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening

De nieuwe Wro. Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening De nieuwe Wro Wet ruimtelijke ordening: een fundamentele herziening Inhoud van deze presentatie WRO Wro: de uitgangspunten De grootste veranderingen eruit gelicht WRO vs. Wro: een overzicht Wat betekent

Nadere informatie

Exploitatieplan De Afhang

Exploitatieplan De Afhang Exploitatieplan De Afhang Herziening 2016-2 Op structurele onderdelen Toelichting en Regels 1 Datum: 20 juni 2016 Eerste vaststelling exploitatieplan: 14 december 2010 Datum onherroepelijk: 19 oktober

Nadere informatie

De mogelijkheid van incourante bedrijfspercelen op te nemen in de Nota Grondbeleid met de prijsstellingen zoals genoemd in het voorstel.

De mogelijkheid van incourante bedrijfspercelen op te nemen in de Nota Grondbeleid met de prijsstellingen zoals genoemd in het voorstel. Raadsvoorstel Agenda nr.8 Onderwerp: Aanpassen Nota grondbeleid ten aanzien van incourante bedrijfspercelen Soort: Besluitvormend Opsteller: P. Engelvaart Portefeuillehouder: W. Hanssen Zaaknummer: SOM/2014/013597

Nadere informatie

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr. Raadsvoorstel Agendapunt: 16 Onderwerp: Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.: 060-2018 Opsteller: Toon Capel Portefeuillehouder:

Nadere informatie

1.2.2 Materiële wet- en regelgeving 1.2.3 Historie kaders grondbeleid gemeente Coevorden. 9 9 9 10 2.2 Grondbeleid in de gemeente Coevorden

1.2.2 Materiële wet- en regelgeving 1.2.3 Historie kaders grondbeleid gemeente Coevorden. 9 9 9 10 2.2 Grondbeleid in de gemeente Coevorden Nota Grondbeleid 1 2 Inhoud 1 Visie en kaders 5 1.1 1.2 Visie en doelstellingen Kaders en criteria 6 6 1.2.1 Formele wetgeving 6 1.2.2 Materiële wet- en regelgeving 6 1.2.3 Historie kaders grondbeleid

Nadere informatie

Bijlage 3: toelichting overige projecten op hoofdlijnen

Bijlage 3: toelichting overige projecten op hoofdlijnen Bijlage 3: toelichting overige projecten op hoofdlijnen Algemeen De grote grondexploitaties zijn toegelicht in de Toelichting bouwgrondexploitatie 2015. Voor de overige projecten schetsen we in deze bijlage

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID Gemeente Leusden

NOTA GRONDBELEID Gemeente Leusden NOTA GRONDBELEID 2013-2017, Grondbedrijf Oktober 2012, reg.nr. 193874 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Leeswijzer... 4 2. GRONDBELEID... 5 2.1 Actief en faciliterend grondbeleid...

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 21 juni 2011

Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15. Aan: De Gemeenteraad. Vries, 21 juni 2011 Raadsvergadering d.d. 13 september 2011 agendapunt 15 Aan: De Gemeenteraad Vries, 21 juni 2011 Onderwerp: Verplaatsing agrarisch bedrijf familie Siegers en toepassing ruimte voor ruimte regeling Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Ontwikkelingen rond het grondbeleid

Ontwikkelingen rond het grondbeleid Ontwikkelingen rond het grondbeleid Inleiding voor wooncongres 3 november 2015 Herman de Wolff (H.W.deWolff@tudelft.nl) Delft University of Technology Challenge the future Opzet Grondbeleid: waarom ook

Nadere informatie

Datum 8 juli 2009 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Van den Burg en Neppérus over erfpacht in Amsterdam (2009Z09003)

Datum 8 juli 2009 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Van den Burg en Neppérus over erfpacht in Amsterdam (2009Z09003) > Retouradres Postbus 30941 2500 GX Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Betreft Beantwoording

Nadere informatie

B en W Adviesnota. Overeenkomsten Exploitatie De Blakt

B en W Adviesnota. Overeenkomsten Exploitatie De Blakt Onderwerp Overeenkomsten Exploitatie De Blakt Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 18 september 2017 Team Ruimtelijke Ontwikkeling Naam steller Lieke van Lieshout Portefeuillehouder Jan

Nadere informatie

Bijlage 5 Uitwerking samenwerkingsvormen Overzicht samenwerkingsvormen Samenwerkingsvormen Afspraken maken over Redenen samenwerking

Bijlage 5 Uitwerking samenwerkingsvormen Overzicht samenwerkingsvormen Samenwerkingsvormen Afspraken maken over Redenen samenwerking Bijlage 5 Uitwerking samenwerkingsvormen In de praktijk bestaan er diverse vormen van samenwerking. In onderstaande tabel worden de verschillende vormen van samenwerken weergegeven. Vervolgens worden deze

Nadere informatie

Nota vereveningsfonds sociale woningbouw

Nota vereveningsfonds sociale woningbouw Nota vereveningsfonds sociale woningbouw 1. Samenvatting Op basis van de Structuurvisie Ruimte voor wensen Leidschendam-Voorburg 2040 (herijking 2012) kan de gemeente een vereveningsfonds voor sociale

Nadere informatie

Gemeente Someren Nota Grondbeleid 2012-2016 NOTA GRONDBELEID 2012 2016

Gemeente Someren Nota Grondbeleid 2012-2016 NOTA GRONDBELEID 2012 2016 NOTA GRONDBELEID 2012 2016 Vastgesteld door de raad op 27 februari 2013. 2/35 Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding 8 2. Aanleiding voor een nieuwe nota Grondbeleid 9 3. Evaluatie nota Grondbeleid 2003

Nadere informatie

Raad : 6 april 2004 Agendanr. : Doc.nr : B RAADSVOORSTEL

Raad : 6 april 2004 Agendanr. : Doc.nr : B RAADSVOORSTEL Raad : 6 april 2004 Agendanr. : Doc.nr : B2004 01150 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : Beschikbaar stellen van een krediet van 3.139.940,00 voor de aankoop van een aantal panden en

Nadere informatie

Nota Grondbeleid 2012 Gemeente Voorst

Nota Grondbeleid 2012 Gemeente Voorst Nota Grondbeleid 2012 Gemeente Voorst Nota Grondbeleid 2012 Opgesteld door: Arjan Klein, vakgroep Economie en grondzaken Vastgesteld: Raadsvergadering dd. 17 september 2012 Corsa nummer: 2012-16182; versie

Nadere informatie

Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen

Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen Notitie: zienswijzenbehandeling ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen Het ontwerp-exploitatieplan Lage Heide, wonen heeft in overeenstemming met de voorgeschreven wettelijke procedure volgens de Wet

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren Raadsnota Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren Aan de gemeenteraad, 1. Doel, Samenvatting en Advies van het raadsvoorstel

Nadere informatie

Aan de Raad. Raadsvergadering d.d. 3 oktober 2002. Made, 27 september 2002. Agendapunt: 7. Ontwikkeling bedrijventerrein t Spijck fase II.

Aan de Raad. Raadsvergadering d.d. 3 oktober 2002. Made, 27 september 2002. Agendapunt: 7. Ontwikkeling bedrijventerrein t Spijck fase II. Aan de Raad. Raadsvergadering d.d. 3 oktober 2002 Made, 27 september 2002 Agendapunt: 7 Onderwerp: Ontwikkeling bedrijventerrein t Spijck fase II. Voorstel: 1. Instemmen met de algemene uitgifte voorwaarden

Nadere informatie

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Notitie Beleid ten behoeve van Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening Gemeente Bussum Afdeling Ruimtelijke Inrichting September 2009 1 1. AANLEIDING De gemeente Bussum heeft in het jaar

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 1083692 Datum: Behandeld door: 19 juni 2013 Brian Scott, Harm Jan Stalman Paul Heye Mare Jansen Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling / Beleid

Nadere informatie

G e m e e n t e S l u i s

G e m e e n t e S l u i s Raadsvoorstel Pag. 1 Datum vergadering 16 juli 2009 Nr. Omschrijving agendapunt Portefeuillehouder Voorstel tot het opstarten van de inspraakprocedure voor de Structuurvisie Wonen conform de gemeentelijke

Nadere informatie

concept PRIJSNOTA GRONDEN IN BEZIT BIJ GEMEENTE NOORD-BEVELAND 2011-2012

concept PRIJSNOTA GRONDEN IN BEZIT BIJ GEMEENTE NOORD-BEVELAND 2011-2012 concept PRIJSNOTA GRONDEN IN BEZIT BIJ GEMEENTE NOORD-BEVELAND 2011-2012 1. Inleiding Burgemeester en wethouders van Noord-Beveland zijn krachtens artikel 160 van de Gemeentewet bevoegd tot privaatrechtelijke

Nadere informatie

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht H.. ' '.. I .',, ...I ..'

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht H.. ' '.. I .',, ...I ..' ..' H.. ' '.. %.',,...... Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Utrecht d Erfpacht is het recht op het 'vol genot. iet onroerend goed van iemand anders. Voor dat recht moet de erfpachter een vergoeding betalen

Nadere informatie

NOTA GRONDBELEID 2013 (Gewijzigd)

NOTA GRONDBELEID 2013 (Gewijzigd) NOTA GRONDBELEID 2013 (Gewijzigd) Vastgesteld door de gemeenteraad van Stichtse Vecht op: 29 januari 2013 1 Inleiding De nota Grondbeleid geeft de beleidsuitgangspunten weer die het grondbeleid van de

Nadere informatie

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens Rucphen, 7 november 2012 INHOUD; 1. Procedure 2. Ingediende zienswijzen 3. Inhoud zienswijzen en inhoudelijke

Nadere informatie

Handleiding exploitatieplan. Regiobijeenkomsten maart 2011 T.J.E.A. van der Heijden, directeur VD2 Advies b.v.

Handleiding exploitatieplan. Regiobijeenkomsten maart 2011 T.J.E.A. van der Heijden, directeur VD2 Advies b.v. Handleiding exploitatieplan Regiobijeenkomsten maart 2011 T.J.E.A. van der Heijden, directeur b.v. Inhoud Exploitatieplan diverse thema s Ervaringen Jurisprudentie th/2008702/110096 2 Exploitatieplan (1):

Nadere informatie

Grondexploitatie Bedrijventerrein De Munt A

Grondexploitatie Bedrijventerrein De Munt A Grondexploitatie Bedrijventerrein De Munt A ... 1 Grondexploitatie Bedrijventerrein De Munt A... 1 1. Samenvatting...3 2. Analyse Ruimtegebruik...4 3. Bouwprogramma...5 4. Investeringen...6 5. Opbrengsten...8

Nadere informatie

Grondbank RZG Zuidplas. Bijstelling AANKOOP STRATEGIEKADER

Grondbank RZG Zuidplas. Bijstelling AANKOOP STRATEGIEKADER Grondbank RZG Zuidplas Bijstelling AANKOOP STRATEGIEKADER 2008-2011 0 Inleiding Bij de vaststelling van het ASK op 18 juni 2007 door het Algemeen Bestuur van de Grondbank RZG Zuidplas is besloten tot een

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 Raadsstuk Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2015/98823 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders vast o.a. in de vorm van gemeentelijke verordeningen. De financiële beheersverordening

Nadere informatie

Herijken Nota Grondbeleid en grondvoorraad Kollumerland c.a.

Herijken Nota Grondbeleid en grondvoorraad Kollumerland c.a. Aan de Raad Agendapunt: 9 Onderwerp: Herijken Nota Grondbeleid en grondvoorraad Kollumerland c.a. Kenmerk: Status: VROM - Ruimtelijke Ordening / GvdW Besluitvormend Kollum, 4 oktober 2011 Samenvatting

Nadere informatie

In dit advies wordt uw raad gevraagd om een aantal kaders vast te stellen ten aanzien van het grondbeleid.

In dit advies wordt uw raad gevraagd om een aantal kaders vast te stellen ten aanzien van het grondbeleid. Agendapunt : 6 Voorstelnummer : 01-02 Raadsvergadering : 26 januari 2010 Naam opsteller : V. Pirovano Informatie op te vragen bij : V. Pirovano Portefeuillehouders : J. Stam Onderwerp: Uitwerking nota

Nadere informatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie Manifeste lokale woningbehoefte Vraag zoekt locatie 10-3-2015 Inleiding In de gemeentelijke Visie op Wonen en Leefbaarheid (2012) is uitgesproken dat de gemeente in principe in alle kernen ruimte wil zoeken

Nadere informatie

Rapport Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Brookhuis West. 9 september 2014

Rapport Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Brookhuis West. 9 september 2014 Rapport Zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Brookhuis West 9 september 2014 Inhoud 1. Inleiding 2 Procedure ontwerpbestemmingsplan 3. Samenvatting en beantwoording 4. Aanpassingen 4.1 Aanpassingen als gevolg

Nadere informatie

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 10.2

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 10.2 RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 321954 Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 10.2 Onderwerp: Nota grondbeleid 2013-2016 Verantwoordelijk portefeuillehouder: L.M. Koevoets SAMENVATTING In een

Nadere informatie

Grondprijzennota 2016

Grondprijzennota 2016 Grondprijzennota 2016 Gemeente Stein Afdeling Maatschappelijk en Ruimtelijk Beleid december 2015 1. INLEIDING De grondprijzennota wordt opgesteld binnen de door de Raad in mei 2015 vastgestelde kaders

Nadere informatie

onderwerp: Vaststellen ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Enterstraat 124

onderwerp: Vaststellen ontwerpbestemmingsplan Wonen Rijssen, Enterstraat 124 g e m e e n t e Rijssen-Holtei\i Rijssen, 17 november 2016 Voorstel van het college aan de raad raadsvergadering: 22 december 2016 agendanummer: 14 opgemaakt door: Wonen en Ondernemen - Economie en Veiligheid

Nadere informatie

Grondexploitatie Bedrijventerrein Ens

Grondexploitatie Bedrijventerrein Ens Grondexploitatie Bedrijventerrein Ens 1 ... 1 Grondexploitatie Bedrijventerrein Ens... 1 1. Samenvatting... 3 2. Analyse Ruimtegebruik... 4 3. Bouwprogramma... 5 4. Investeringen... 6 5. Opbrengsten...

Nadere informatie

exploitatieplan LOCATIE CASTOR

exploitatieplan LOCATIE CASTOR LOCATIE CASTOR Locatie Castor (vastgesteld) Locatie Castor Inhoudsopgave Toelichting Hoofdstuk 1 3 Inleiding 3 Hoofdstuk 2 Deel A Omschrijving Exploitatiegebied 2.1 Planbeschrijving 2.2 Ligging van het

Nadere informatie

Exploitatieplan De Afhang

Exploitatieplan De Afhang Exploitatieplan De Afhang Herziening 2015 Op structurele onderdelen Toelichting en Regels 17 Datum: 2 april 2015 Eerste vaststelling exploitatieplan: 14 december 2010 Datum onherroepelijk: 19 oktober 2011

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84 Voor raadsvergadering d.d.: 08-12-2015 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie