Ontwerp Projectplan Keersluis De Whaa

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ontwerp Projectplan Keersluis De Whaa"

Transcriptie

1 Ontwerp Projectplan Keersluis De Whaa

2 Versie 3.0 DB Ontwerp Projectplan Keersluis De Whaa Organisatie Auteur Functie Waterschap Reest en Wieden ing. G.J. de Wit Projectleider Contact Versie 3.0 DB Datum April

3 Versie 3.0 DB Colofon Opdrachtgever Waterschap Reest en Wieden Status Concept / Definitief Gecontroleerd door: C.V.de Vries Juridisch beleidsmedewerker J.A. Klappe Medewerker advies Waterwet natte infrastructuur Afschriftlijst. Een afschrift van dit projectplan is verzonden aan: 1. Waterschap intern: de sector Watersystemen, Afdeling Waterbeheer; de sector Watersystemen, Afdeling Waterbeheer, Team Toezicht en Handhaving; de sector Watersystemen, Afdeling Realiseren en Meten, Cluster Meten; 2. Gemeente Zwartewaterland, Postbus 23, 8060 AA Hasselt. 3. Provincie Overijssel, Postbus 10078, 8000 GB Zwolle. 4. Rijkswaterstaat Oost-Nederland, Postbus 9070, 6800 ED Arnhem. 5. Belanghebbenden: Stichting Fortresse, Slingerbeek 25, 8064 JE Zwartsluis Meppel, april Waterschap Reest en Wieden Blankenstein 540 Meppel Tel info@reestenwieden.nl waterschap Reest en Wieden. Alle recht voorbehouden

4

5 Versie 3.0 DB Samenvatting Keersluis De Whaa is een keersluis (= ondersteunend kunstwerk) die gelegen is in de primaire waterkering van dijkring 9 tussen Zwartsluis en Slijkenburg. De keersluis ligt in Zwartsluis en is in 2003 opgeleverd. Deze sluis sluit onder hoogwateromstandigheden de kolk De Whaa af. Om de keersluis geschikt te maken voor zijn toekomstige functie in de komende decennia zijn inrichtingsmaatregelen nodig, onder andere het verhogen van de kerende zijde aan de kant van het Zwarte Water, inclusief deuren, van NAP +1,75 meter naar NAP + 2,50 meter. Het kunstwerk is geheel in eigendom en beheer bij het waterschap Reest en Wieden. De provincie Overijssel is eigenaar van de ondergrond. Het waterschap Reest en Wieden is verantwoordelijk voor de uitvoering van de inrichtingsplannen om deze nieuwe kerende functie mogelijk te maken en ook voor de (tijdige) inzet van de kerende functie. Inhoudsopgave - 5 -

6

7 Versie 3.0 DB Inhoudsopgave Colofon... 3 Samenvatting... 5 Inhoudsopgave... 7 Leeswijzer Deel 1 Aanpak van keersluis De Whaa AANLEIDING EN DOEL Aanleiding Doel LIGGING EN BEGRENZING PLANGEBIED BESCHRIJVING VAN DE GEWENSTE SITUATIE Inrichtingsplan Beschrijving van de functionele eisen van de inrichtingsmaatregelen EFFECTEN VAN HET PLAN TIJDSTIP WAAROP HET WERK ZAL WORDEN UITGEVOERD EN UITVOERINGSASPECTEN LEGGER, BEHEER EN ONDERHOUD Legger van waterstaatswerken Beheer en onderhoud...16 Deel 2 Verantwoording VERANTWOORDING OP BASIS VAN WET- EN REGELGEVING Toetsing Waterwet Waterbeheer 21e eeuw (WB21) Natuurbeschermingswet/Natura Flora en Faunawet M.E.R. beoordeling VERANTWOORDING OP BASIS VAN BELEID Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Nationaal Waterplan Waterbeheer 21e eeuw Nationaal Bestuursakkoord Water Ambitie met het waterbeleid Waterbeheerplan Reest en Wieden VERANTWOORDING VAN DE KEUZEN IN HET PROJECT BENODIGDE VERGUNNINGEN EN MELDINGEN Omgevingsvergunning Vergunning Rijkswaterstaat Vergunning Provincie Overijssel Vergunning waterschap...21 Deel 3 Rechtsbescherming...23 Deel 4 Bijlagen...25 Inhoudsopgave - 7 -

8

9 Versie 3.0 DB Leeswijzer. Het projectplan Keersluis De Whaa bestaat uit vier delen. In deel 1 wordt beschreven wat het waterschap gaat doen en hoe het werk wordt uitgevoerd. Deel 2 geeft een toelichting op waarom dit werk wordt uitgevoerd. Dit deel is, met andere woorden, de onderbouwing van het plan. Deel 3 geeft informatie over de rechtsbescherming en de procedures, en deel 4 bevat rapporten en onderzoeken die voor het plan van belang zijn. Inhoudsopgave - 9 -

10

11 Versie 3.0 DB Deel 1 Aanpak van keersluis De Whaa 1.1 Aanleiding en doel Aanleiding De Waterwet schrijft voor dat de primaire waterkeringen regelmatig moeten worden getoetst om te onderzoeken of deze voldoen aan de wettelijke normen voor de waterveiligheid. Indien de waterkering niet meer aan de norm voldoet, moeten er verbeteringsmaatregelen worden gerealiseerd. In de derde toetsing, die in de periode 2006 tot en met 2011 is uitgevoerd, is keersluis De Whaa (onderdeel van dijkring 9) afgekeurd. In de derde toetsronde is het kunstwerk als onvoldoende beoordeeld op de toets sporen hoogte en betrouwbaarheid sluiting, zie hiervoor bijlage 1 (Veiligheidstoetsing Primaire Waterkeringen). Ook kent het kunstwerk een beperkt schadebeeld in een van de wanden (damwand met deksloof). Het huidige tweede keermiddel bestaat uit een aantal stalen noodschotten. Deze noodschotten moeten met een mobiele kraan in de sponningen gehesen worden. De huidige schotten zijn in slechte staat en daarnaast is het plaatsen van de schotten onder (lichte) stormcondities problematisch. Boven windkracht 6 mag er, ook al is de sluiting in een vroeg stadium, niet meer gehesen worden en kunnen de schotten niet meer geplaatst worden. De sluiting van het kunstwerk is direct gekoppeld aan een storm gerelateerd hoogwater. De kans is daarom zeer groot dat in de huidige situatie een noodsluiting ook daadwerkelijk onder stormcondities uitgevoerd moet worden. De huidige sluiting is daarom geen betrouwbare situatie. Met diverse partijen en belanghebbenden in het gebied is overlegd over mogelijke meekoppelkansen met dit project. Deze blijken er, vooralsnog, niet te zijn. Dit projectplan heeft alleen betrekking op het verbeteren van het kunstwerk, de keersluis De Whaa en niet op de directe omgeving. Dit document is het Projectplan, zoals bedoeld in art van de Waterwet en beschrijft de maatregelen voor de aanpassing van de keersluis, geeft aan waarom dit werk nodig is en geeft informatie over de bijbehorende procedures en rechtsbescherming Doel Het waterschap heeft haar beleid conform haar wettelijke taak gericht op het voorkomen en waar nodig het beperken van overstromingen. Dit verbeteringswerk heeft ten doel om de veiligheid tegen overstroming van het betreffende dijktraject te verhogen tot de veiligheidsnorm van 1/1250 per jaar, zoals vastgelegd in de Waterwet. Hiermee wordt de kans op maatschappelijk en economische schade als gevolg van overstroming gebracht op het hiervoor geldende wettelijk niveau. Uitgangspunten Het uitgangspunt is een ontwerp op basis van huidige bekende normen waarbij rekening wordt gehouden met mogelijke toekomstige aanpassing (no-regret). Rekening zal worden gehouden met de investeringskosten ten opzichte van de levensduur. Functionele eisen De belangrijkste functionele eis betreft uiteraard de waterkerende functie. De hieraan gerelateerde eisen dienen te zijn gebaseerd op vigerende ontwerpleidraden en voorschriften. Belangrijk hierbij zijn de hydraulische randvoorwaarden (waterstanden, golven, stroom, neerslag) en de geotechnische randvoorwaarden (grondeigenschappen). Tijd eisen De verhoging van het kunstwerk in het voorjaar van 2016 uitvoeren. De verbeteropgave betreft het verhogen van het bestaande kunstwerk en realisatie van een adequaat tweede keermiddel. Aanpak van keersluis De Whaa

12 Versie 3.0 DB 1.2 Ligging en begrenzing plangebied Afbeelding 1: Ligging en begrenzing Keersluis De Whaa, kunstwerk PK-04, is een keersluis die gelegen is in de primaire waterkering van dijkring 9 tussen Zwartsluis en Slijkenburg, bij dwarsprofiel DP12. De keersluis ligt in Zwartsluis en is in 2003 opgeleverd. De keersluis sluit onder hoogwateromstandigheden de kolk De Whaa af. Direct voor de keersluis ligt de provinciale weg N331 die de Arembergergracht (= vaarweg) door middel van een vaste brug kruist. Achter de keersluis ligt op het Westeinde te Zwartsluis de oorspronkelijke primaire waterkering (Zuiderzeekering, zwart-wit gestippeld in afbeelding 1) met daarin de Arembergersluis, een schutsluit van de provincie Overijssel. Het Westeinde is nu ingedeeld in de categorie waterkeringen, onder nummer O39. De coördinaten van (het hart van) de keersluis zijn: X , Y Aanpak van keersluis De Whaa

13 Versie 3.0 DB Het gehele project De Whaa betreft het kunstwerk PK-04, inclusief het grondlichaam dat aansluit op het weglichaam (= primaire waterkering) van de N331. Via de keersluis en de achterliggende Arembergersluis is er scheepvaartverkeer van Het Zwarte Water naar het merengebied van noordwest Overijssel. Het betreft voornamelijk recreatievaart. De beroepsvaart vaart via Het Meppelerdiep naar noordwest Overijssel. De begrenzing van het werk is het kunstwerk op zich. Buiten het kunstwerk zullen geen aanpassingen worden gedaan. 1.3 Beschrijving van de gewenste situatie Inrichtingsplan Om keersluis De Whaa geschikt te maken voor zijn functie in de komende decennia zijn de volgende inrichtingsmaatregelen nodig: Het verhogen van de kerende zijde (kant Zwarte Water), inclusief deuren, van NAP +1,75 meter naar NAP + 2,50 meter; De realisatie van een vaste portaalkraan voor het aanbrengen van (nog te leveren) schotbalken voor het tweede keermiddel; Het maken van een aansluiting van de ophoging van de kerende zijde in het binnendijks talud van de bestaande primaire waterkering. Het betreffende kunstwerk is geheel in eigendom bij het waterschap Reest en Wieden. De ondergrond, het perceel Zwartsluis, sectie D, nummer 4304, is van de provincie Overijssel. Het waterschap is verantwoordelijk voor de uitvoering van de inrichtingsplannen om deze kerende functie mogelijk te maken en ook voor de (tijdige) inzet van de kerende functie. Afbeelding 2: Principe detail ophoging met RVS-plaat Afbeelding 3: Principe detail ophoging met betonwand (hoogte i.p.v 2.900) Aanpak van keersluis De Whaa

14 Versie 3.0 DB De volgende werkzaamheden moeten uitgevoerd worden indien de sluiswanden en deuren opgehoogd worden tot NAP + 2,50 meter. Ophogen deuren tot NAP + 2,50 meter (ophoging 1,05 meter) met RVS HEA profielen en houtbeschot; Ophogen buitenzijde van de sluishoofden tot NAP + 2,50 meter (ophoging 0,75 meter) met bijvoorbeeld RVS plaat, beton wand of glasplaat (zie afbeelding 2 en 3 voor een principe). Ophogen wand rondom kelder bewegingswerk met beton, inclusief opnemen en vervangen luiken; Verhogen bedieningskast met 0,75 meter; Aanleggen bordes voor bedieningskast ten behoeve van de bereikbaarheid Algemene werkzaamheden zoals: Het vervangen van leuningen, waar noodzakelijk; Het verplaatsen van lichtmasten en/of, scheepvaartseinen; Het verlengen van de peilschaal. De nieuwe ophoging wordt op de bestaande constructie aangebracht. Door middel van een gedetailleerde sterkteberekening is geconcludeerd dat deze verhoging geen negatief effect op de sterkte en stabiliteit van de bestaande (funderings)constructie heeft. In de uitvoeringsfase zal mogelijk voor het werken vanaf het water een stabiel werkplatform worden gecreëerd, bijvoorbeeld door aan de buitenzijde een werkponton aan te leggen in het Zwarte Water. Tevens is tijdens de verbouwwerkzaamheden de doorvaart naar de Arembergersluis mogelijk (deels) gestremd. De werkplanning zal afgestemd worden met de vaarwegbeheerder, de provincie Overijssel. Voor het tweede keermiddel (schotbalken in daarvoor bestemde sponningen) zal een vaste kraan worden gerealiseerd. Door een kleine vaste kraanopstelling naast de keersluis te maken (zie afbeelding 4 voor een principe) is een eenvoudige en snelle sluiting met noodschotten te realiseren. De kraan wordt mogelijk gefundeerd op een met beton volgestorte buispaal. Bij gebruik van een dergelijke kraan is het niet meer mogelijk de huidige te zware schotten te gebruiken. De huidige schotten, die nu naast de keersluis liggen opgeslagen, zullen worden afgevoerd. Voor de sluiting zullen nieuwe lichtere aluminium schotten worden aangekocht. De nieuw aan te schaffen schotten worden mogelijk opgeslagen bij een werkplaats van het waterschap. Met een autokraan worden de schotten onder de kraan geplaatst, waarna de vaste kraan de schotten in de sponningen hijst. Afbeelding 4: principe van een vaste kraan Aanpak van keersluis De Whaa

15 Versie 3.0 DB Beschrijving van de functionele eisen van de inrichtingsmaatregelen Verhoging kunstwerk Verhogen van de kerende zijde (kant Zwarte Water), inclusief deuren, van NAP +1,75 meter naar NAP + 2,50 meter. Materialen nader te bepalen in het vervolg van het project, waarbij de waterkerende functie dient te worden gewaarborgd. Tweede keermiddel Realisatie van een tweede keermiddel (vaste kraan en plaatsen schotbalken) waarbij op een doelmatige wijze, en rekening houdend met de arbeidsomstandigheden, een snelle sluiting kan worden gerealiseerd. De constructies voor het tweede keermiddel worden zodanig geconstrueerd dat huidige en toekomstige infrastructuur niet gehinderd wordt. Tevens zal door het waterschap een sluitprotocol voor het tweede keermiddel worden opgesteld. Aansluiting op bestaande primaire waterkering De aansluiting op de bestaande primaire waterkering (dijk- en weglichaam) wordt zodanig geconstrueerd dat huidige en toekomstige infrastructuur niet gehinderd wordt. 1.4 Effecten van het plan Waterkering Realisatie van de ophoging van keersluis De Whaa, in combinatie met realisatie van het tweede keermiddel, zorgt ervoor dat het betreffende kunstwerk de komende decennia zal voldoen aan de wettelijke en vigerende ontwerp- en toetsnormen. Omgevingsmanagement / ruimtelijke kwaliteit De eerste verkenningen in het omgevingsmanagement leren dat er ter plaatse een wens ligt voor een fietsverbinding. Hierover zijn gesprekken gevoerd met de gemeente Zwartewaterland (onder andere op 13 januari 2015) en stichting Fortresse (onder andere op 2 februari 2015). Uitkomst van de gesprekken over de fietsverbinding is vooralsnog dat er geen combinatie met het kunstwerk De keersluis mogelijk is en dat we een en ander zo moeten maken dat we een fietsverbinding nabij het kunstwerk niet onmogelijk maken (no-regret maatregel). Rijkswaterstaat, de waterbeheerder van Het Zwarte Water, heeft tijdens het overleg op 28 januari 2015 aangegeven dat er geen watervergunning en/of melding nodig is. Afgesproken is dat en afschrift van het projectplan gestuurd zal worden naar Rijkswaterstaat. Provincie Overijssel, de eigenaar van de ondergrond, heeft tijdens het overleg op 19 februari 2015, ter plaatse geen belangen te hebben en geen belemmeringen te zien. Tevens is afgesproken dat de provincie voortdurend zal worden meegenomen in de projectplanprocedure zodat een mogelijk korte behandelingstijd kan worden gerealiseerd. Meekoppelkansen worden niet gezien. De gemeente Zwartewaterland heeft tijdens het overleg op13 januari 2015 aangegeven: Voor het ophogen van de keersluis zal een omgevingsvergunning moeten worden aangevraagd. De procedure van de omgevingsvergunning hangt af van hoe de hoogte van de kraan zich verhoud tot de regels in het bestemmingsplan. Er wordt intern naar de Welstand gekeken. Dit gaat waarschijnlijk geen problemen geven. Meekoppelkansen worden niet gezien. Bewoners / belanghebbenden rondom de Whaa en Het Westeinde zullen op de hoogte worden gebracht en worden mogelijk meegenomen in een eventuele informatieavond. Aanpak van keersluis De Whaa

16 Versie 3.0 DB 1.5 Tijdstip waarop het werk zal worden uitgevoerd en uitvoeringsaspecten Naar verwachting starten de werkzaamheden in het voorjaar / zomer van Ze nemen maximaal een half jaar in beslag, met als uiterste datum van gereedkomen 15 oktober Voor werken aan primaire waterkeringen geldt namelijk een gesloten tijd van 15 oktober tot 1 april. Voor zover nodig worden kabels en leidingen in overleg met de betreffende energiebedrijven/eigenaren omgelegd. 1.6 Legger, beheer en onderhoud Legger van waterstaatswerken De wijzigingen in de vorm en afmetingen van watergangen, kunstwerken en waterkeringen als gevolg van dit project worden vastgelegd in de legger van waterstaatswerken van het waterschap. De legger is in het kader van de Waterwet en de Waterschapswet opgesteld. In de legger vindt de juridische vastlegging plaats van zaken als de ligging, vorm, afmeting en constructie van waterstaatswerken, zoals bergingsgebieden, oppervlaktewaterlichamen en waterkeringen. De legger is bepalend voor de onderhoudsverplichtingen over en weer tussen het waterschap en burgers / instanties op het gebied van de instandhouding van de waterstaatswerken. In de praktijk blijkt dat er tijdens de uitvoering vrijwel altijd kleine wijzigingen zijn ten opzichte van het oorspronkelijke plan. Het gaat om kleine afwijkingen in het werk, niet om fundamentele wijzigingen in het plan. De uiteindelijke maatvoering, na de revisiemeting, is bepalend voor wijziging van de legger. Na uitvoering wordt, op basis van de revisiegegevens, de legger van waterstaatswerken, onderdeel waterkeringen, aangepast Beheer en onderhoud Onder laagwater omstandigheden staat de sluis altijd open. Een sluiting wordt alleen dan uitgevoerd als de waterstand stijgt tot boven een niveau van NAP +0,20 meter (sluitpeil). Dit peil wordt gemiddeld circa 10 x per jaar overschreden. Het peil waarbij beheersmatige problemen optreden ligt op NAP +0,50 meter. Dit peil wordt circa 1 x per jaar overschreden. Het waterschap richt haar hele watersysteem zo in dat een extreme situatie nog beheersbaar is. Het sluiten van de keersluis is de verantwoordelijkheid van Waterschap Reest en Wieden. Het Waterschap is verantwoordelijk voor inspectie en onderhoud. Het kunstwerk is en blijft in beheer, eigendom, bediening en onderhoud bij het waterschap. In een beheerdocument worden de beheer- en onderhoudsmaatregelen vastgelegd. Ook zal een bij de situatie passend sluitprotocol binnen afzienbare tijd gemaakt worden. Daarmee is een eventuele mobilisatie en ingrijpen bij technisch falen goed geregeld. Aanpak van keersluis De Whaa

17 Versie 3.0 DB Deel 2 Verantwoording 2.1 Verantwoording op basis van wet- en regelgeving Toetsing Waterwet Het werk dient bij te dragen aan de doelstellingen van de Waterwet, met name(artikel 2.1): a. Voorkoming / beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste b. Bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen c. Vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen Hoofddoelstelling van het project keersluis Whaa is het voorkomen / beperken van overstromingen en wateroverlast. Analyses en berekeningen hebben aangetoond dat de kans op overstroming en wateroverlast afneemt door de nodige aanpassingen te doen aan het betreffende kunstwerk. Dit is van groot maatschappelijk belang. Conclusie toetsing Waterwet De uitvoering van dit plan is in overeenstemming met de doelstellingen van de Waterwet Waterbeheer 21e eeuw (WB21) Bij dit project niet van toepassing. Conclusie toetsing WB21 Bij dit project niet van toepassing Natuurbeschermingswet/Natura 2000 De Natuurbeschermingswet richt zich op het beschermen van gebieden met natuur van Europees gehalte. Internationale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn, maar ook verdragen als bijvoorbeeld het Verdrag van Ramsar (Wetlands) zijn hiermee in nationale regelgeving verankerd. De Natura 2000 gebieden worden aangewezen en beschermd op grond van de natuurbeschermingswet. Het gebied van keersluis Whaa is geen Natura 2000 gebied. In de directe omgeving zijn wel een aantal Natura 2000 gebieden gelegen (De Wieden, Olde Maten & Veenslootlanden, Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht en Zwarte Meer) maar gezien de aard van de activiteiten kunnen effecten worden uitgesloten. Conclusie toetsing Natuurbeschermingswet / Natura 2000 Bij dit project niet van toepassing Flora en Faunawet De bescherming van soorten is in Nederland geïmplementeerd in de Flora- en faunawet (FF-wet). Op grond van de FF-wet is een groot aantal dier- en plantensoorten aangewezen als beschermde inheemse soort. Voor het in standhouden van de inheemse flora en fauna zijn in de Flora- en Faunawet verbodsbepalingen opgenomen. Zo is het onder meer verboden vaste verblijfplaatsen van beschermde diersoorten te beschadigen, individuen van beschermde diersoorten te doden of verwonden of beschermde plantensoorten te plukken. Daarbij geldt hoe zeldzamer en kwetsbaarder de populaties van bepaalde soorten zijn, des te strenger het beschermingsregime is. Omdat we hier alleen het kunstwerk op zich in ogenschouw nemen is een Flora- en faunatoets niet van toepassing. Conclusies toetsing Flora en Faunawet Bij dit project niet van toepassing. Verantwoording

18 Versie 3.0 DB M.E.R. beoordeling In het Besluit m.e.r., dat op 1 april 2011 is gewijzigd, zijn in de bijlage onderdeel C en D activiteiten opgenomen, waarbij op grond van artikel 7.8b van de Wet milieubeheer besloten moet worden of bij de voorbereiding van het plan of besluit voor die activiteiten een milieueffectrapport (MER) moet worden opgesteld. Conform het gewijzigde Besluit m.e.r. dient voor activiteiten die wel in de D-lijst zijn opgenomen, maar niet aan de drempelwaarden voldoen een toets aan 'Bijlage III van de Europese richtlijn milieubeoordeling projecten' te worden uitgevoerd, een zogenaamde vormvrije m.e.r.-beoordeling. Voor activiteiten die in de in de D-lijst zijn opgenomen zonder drempelwaarden geldt een m.e.rbeoordelingsplicht. In het kader van de voorgenomen activiteiten is een vormvrije m.e.r.-beoordeling opgesteld (zie bijlage 3 Vormvrije m.e.r.-beoordeling keersluis De Whaa). Omdat er geen drempel voor de activiteit is opgenomen, is in feite een volledige m.e.r.-beoordeling noodzakelijk om aan te tonen of er mogelijk sprake is van negatieve milieueffecten als gevolg van de voorgenomen maatregelen. Omdat in dit geval sprake is van een zeer beperkte activiteit in een bestaande situatie, wordt volstaan met een vormvrije m.e.r.-beoordeling. Conclusie M.E.R. beoordeling Geconcludeerd kan worden dat er geen belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu te verwachten zijn. Het is daarom niet noodzakelijk een verdere m.e.r.-beoordeling uit te voeren en een MER op te stellen. 2.2 Verantwoording op basis van beleid. Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op rijksniveau. Het Rijk benoemt ruimte voor waterveiligheid als nationaal belang. Het Rijk is verantwoordelijk voor het integrale beheer van het hoofdwatersysteem en, samen met de waterschappen, verantwoordelijk voor de bescherming van Nederland tegen overstromingen. Het regionale en hoofdwatersysteem zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en beïnvloeden elkaar wederzijds. Het relevante ruimtelijke beleidskader voor het plangebied wordt gevormd door provincie Overijssel, het Waterschap Reest en Wieden en de gemeente Zwartewaterland. Conclusie structuurvisie Infrastructuur en Ruimte Omdat we hier alleen het kunstwerk op zich in ogenschouw nemen wijken we hier niet af van vigerend beleid Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan (NWP) is het Rijksplan voor het waterbeleid voor de periode en beschrijft de maatregelen die genomen moeten worden om Nederland ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houden en de kansen die water biedt te benutten. Het borduurt voort op de afspraken die werden gemaakt in het hierna te bespreken Nationaal Bestuursakkoord Water. Door klimaatsveranderingen zal er de komende jaren meer neerslag vallen dan voorheen. Het nemen van maatregelen is nodig om Nederland veilig en leefbaar te houden. In de periode tot en met 2015 geven de waterschappen de regionale watersystemen meer ruimte om meer neerslag op te vangen. Conclusie Nationaal Waterplan Omdat we hier alleen het kunstwerk op zich in ogenschouw nemen wijken we hier niet af van vigerend beleid. Verantwoording

19 Versie 3.0 DB Waterbeheer 21e eeuw Langdurige en overvloedige regenval in 1998 gaf aanleiding tot het instellen van de Commissie Waterbeheer 21e eeuw (WB21). In 2000 heeft deze Commissie advies uitgebracht en uitgangspunten vastgesteld zoals anticiperen in plaats van reageren, meer ruimte voor water naast technische maatregelen, niet afwentelen, meervoudig ruimtegebruik en de drietrapsstrategie vasthouden-bergenafvoeren. Deze uitgangspunten zijn overgenomen in de kabinetsnota Anders Omgaan met Water (2000). Conclusie Waterbeheer 21 e eeuw Bij dit project niet van toepassing Nationaal Bestuursakkoord Water Het Nationaal Bestuursakkoord Water is een bestuurlijke afspraak tussen het Rijk, de provincies, het Samenwerkingsverband Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen. Het bestuursakkoord heeft tot doel om in 2015 het Nederlandse watersysteem op orde te hebben en daarna op orde te houden, anticiperend op veranderende omstandigheden, zoals onder andere de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak. Conclusie Nationaal Bestuursakkoord Water Met onderhavig project wordt invulling gegeven aan het Nationaal Bestuursakkoord Water. Provinciaal beleid Ambitie met het waterbeleid De provincie omschrijft haar ambitie met het waterbeleid voor de komende jaren in één zin als volgt: We willen onze watersystemen zo inrichten dat ze voldoende en goed water bevatten en dat ze voor lange tijd veilig zijn en bestand tegen klimaatverandering. Om daar te komen heeft de Omgevingsvisie vijf centrale thema s, het eerste centrale thema is hier van toepassing: Veiligheid. Samen met het Rijk, de waterschappen en de gemeenten zorgt de provincie voor een veilige omgeving om te wonen en te werken door voldoende bescherming tegen het water te bieden. Conclusie waterbeleid provincie Overijssel Met onderhavig project wordt invulling gegeven aan de ambitie met het waterbeleid. Lokaal beleid Waterbeheerplan Reest en Wieden De nieuwe Waterwet (2009) verplicht waterschappen om waterbeheerplannen op te stellen met een looptijd van zes jaar. Het Waterbeheerplan Reest en Wieden is een uitwerking van het Provinciaal Omgevingsplan van Drenthe en Overijssel. Het waterbeheerplan bevat het integrale beleid van het waterschap met als hoofdthema s: veiligheid, watersysteembeheer en de afvalwaterketen. De doelstelling voor waterkering is: het realiseren en handhaven van het wettelijk vereiste veiligheidsniveau. Conclusie toetsing Waterbeheerplan Met onderhavig project wordt invulling gegeven aan het Waterbeheerplan. Verantwoording

20 Versie 3.0 DB 2.3 Verantwoording van de keuzen in het project Aanpassing van de hoogte van de kering De verantwoording voor de keuze van de hoogte is weergegeven in tabel 1 en 2 Tabel 1. Variantenoverzicht Varianten Omschrijving 1) Variant 1 niet ophogen 2) Variant 2 ophoging tot NAP + 2,10 meter 3) variant 3 ophoging tot NAP + 2,50 meter 4) Variant 4 ophoging tot NAP + 2,90 meter 2 e keermiddel alle varianten Tabel 2. Multicriteria-analyse Criterium Variant 1 Variant 2 Variant 3 Variant 4 Positief toets resultaat volgende toetsronde Investering passend bij concept veiligheidsnormen Zekerheid (concept) veiligheidsnorm Uitvoerbaarheid Duurzaamheid Risico s tijd Risico s geld Risico s kwaliteit Risico s informatie Risico s organisatie Totaal Tweede keermiddel Vereist is dat er een voldoende betrouwbare sluiting uitgevoerd moet kunnen worden. Daarnaast wil het waterschap dat de sluiting niet te bewerkelijk, maar veilig uit te voeren is. Er wordt daarom gekozen om een vaste kraanopstelling te maken. Deze oplossing verzorgt onder alle omstandigheden de meeste betrouwbare sluiting. In dit geval worden de bestaande zware schotten niet hergebruikt, maar worden lichtere aluminium schotten aangeschaft. Indien de schotten onder stormcondities in de sponningen gehesen kunnen worden en daarnaast ook voor de noodsluiting een sluitprotocol aanwezig is, is de noodsluiting voldoende veilig om voor het totale systeem te voldoen aan de gestelde eis. Verantwoording

21 Versie 3.0 DB 2.4 Benodigde vergunningen en meldingen Naast dit projectplan Waterwet, zijn voor de realisatie andere toestemmingen nodig: Omgevingsvergunning Voor het realiseren van dit project moet een omgevingsvergunning aangevraagd worden. De hoogte van de te realiseren kraan is momenteel beperkt vanuit het geldende bestemmingsplan Vergunning Rijkswaterstaat Niet van toepassing Vergunning Provincie Overijssel Niet van toepassing. Goedkeuringsbesluit wijziging waterstaatswerk wordt geregeld met onderhavig projectplan Vergunning waterschap Niet van toepassing. Wijziging waterstaatswerk wordt geregeld met onderhavig projectplan. Bovengenoemde vergunningen en meldingen doorlopen een aparte procedure. Verantwoording

22

23 Versie 3.0 DB Deel 3 Rechtsbescherming Op dit projectplan is de projectprocedure ingevolge paragraaf 5.2 Waterwet van toepassing. De Waterwet geeft in dat geval procedurele bepalingen ten aanzien van het te nemen besluit tot vaststelling van het projectplan, namelijk dat het besluit wordt voorbereid conform afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Deze procedure kent de volgende stappen: Zienswijze Als een ontwerp-projectplan is vastgesteld, wordt dit bekend gemaakt. Het plan ligt gedurende zes weken ter inzage. Voordat het waterschap een definitieve beslissing neemt, kunnen belanghebbenden gedurende deze periode zienswijzen over dit ontwerp-projectplan kenbaar maken. Dat kan schriftelijk of mondeling. Een reactie moet vóór afloop van de termijn bij het waterschap zijn ingediend. In beginsel kunnen uitsluitend degenen die tijdig een zienswijze hebben ingediend, tegen het definitief vastgestelde plan beroep instellen. De ingekomen zienswijzen worden verwerkt in een reactienota. Deze reactienota wordt ter vaststelling voorgelegd aan het Algemeen Bestuur. Goedkeuring door GS Als het projectplan is vastgesteld wordt het voor goedkeuring naar Gedeputeerde Staten gezonden. Beroep Als het projectplan is goedgekeurd, wordt dit bekend gemaakt. Het goedkeuringsbesluit en het projectplan liggen gedurende zes weken ter inzage. Gedurende zes weken vanaf de dag na die waarop de stukken ter inzage zijn gelegd kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Degenen die tijdig een zienswijze hebben ingediend en belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen zienswijzen te hebben ingediend, kunnen beroep indienen. Voor het indienen van een beroepschrift is griffierecht verschuldigd. Crisis- en herstelwet Op de vaststelling van een projectplan is afdeling 2 van hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbenden in het beroepschrift moeten aangeven welke beroepsgronden zij aanvoeren tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Belanghebbenden wordt verzocht in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. NB: Geef in de publicatie aan dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. Verzoek om voorlopige voorziening Het projectplan treedt na vaststelling in werking, ook al wordt er een bezwaar of beroepschrift ingediend. Dit betekent dat de maatregelen opgenomen in het projectplan kunnen worden uitgevoerd. Om dit te voorkomen kunnen belanghebbenden gelijktijdig of na het indienen van een beroepschrift een zogenaamd verzoek voor het treffen van een voorlopige voorziening vragen bij de Voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Ook in dat geval is griffierecht verschuldigd. Rechtsbescherming

24

25 Versie 3.0 DB Deel 4 Bijlagen Bij het projectplan horen onderstaande bijlagen: 1. Veiligheidstoetsing Primaire Waterkeringen 2. Wetsartikelen 5.1 en Vormvrije m.e.r.-beoordeling keersluis De Whaa Bijlagen

26

27 Versie 3.0 DB Bijlage 1 Veiligheidstoetsing Primaire Waterkeringen Bijlagen

28 Veiligheidstoetsing Primaire Waterkeringen Toetsing waterkerende kunstwerken 3 e ronde toetsing, Keersluis de Whaa Waterschap Reest en Wieden Dijkring : 9 Kunstwerk : Keersluis de Whaa Status : DEFINITIEF Datum : September 2010

29 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Colofon Project : Veiligheidstoetsing primaire waterkeringen, 3 e Ronde Opgesteld : Waterschap Groot Salland, Waterschap Reest en Wieden In samenwerking met : DHV (kunstwerken), Witteveen+Bos Versie overzicht Versie Datum oplevering Acties Periode uitvoering acties Concept intern Periode Juni 2009 Februari Reactie intern WGS, Provincie Periode Juni 2009 Februari 2010 Overijssel en ingenieursbureaus 2010 opgesteld en verwerkt waar nodig Concept extern 15 maart 2010 Reactie door de Provincie opgesteld. De reacties zijn in overleg met ingenieursbureaus verwerkt waar nodig. Definitief extern 15 september 2010 Datum van de definitieve oplevering Periode April 2010 Augustus van 34

30 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Inhoudsopgave Colofon Inhoudsopgave 1 Inleiding Samenvatting Beschrijving dijkringgebied Verkort overzicht theorie toetssporen Beoordelingssporen Beoordelingsschema hoogte (HT) Beoordelingsschema sterkte en stabiliteit (ST) Stabiliteit voorland Beoordelingsschema betrouwbaarheid sluiting (BS) Beschikbare informatie en basis uitgangspunten Hydraulische randvoorwaarden Uitgangspunten Beschikbare informatie: Toetsing Algemene beschrijving kunstwerk Randvoorwaarden / uitgangspunten Hoogte (HT) Stabiliteit Grond en Grondconstructie (STCG) Sterkte Constructie Onderdelen (STCO) Piping en Heave (STPH) Stabiliteit voorland (STVL) Betrouwbaarheid sluiting (BS) Beheerdersoordeel / algemeen gedrag Resultaten van de toetsing Voorstel voor verbeteringen Verbetermaatregelen Aanbevelingen Literatuur van 34

31 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 1 Inleiding De Wet op de Waterkeringen schrijft voor dat de primaire waterkeringen iedere vijf jaar getoetst moeten worden of zij voldoen aan de in de wet omschreven veiligheidsnorm. In het kader van deze toetsing is een beoordelingsmethode opgesteld, Voorschrift Toetsen op Veiligheid (verder aangehaald als VTV2006). In het VTV worden onder andere schema's en richtlijnen gegeven die bij de toetsing van onder andere kunstwerken gebruikt dienen te worden. Tevens wordt regelmatig verwezen naar meer gedetailleerde rapportages, zoals Leidraad Kunstwerken. De toetsing van de primaire waterkering wordt uitgevoerd voor zowel de dijken als de daarin liggende kunstwerken en constructies. In voorliggende rapportage wordt de toetsing uitgewerkt van de keersluis de Whaa te Zwartsluis. De toetsing van een dergelijk kunstwerk wordt uitgevoerd aan de hand van Katern 7 van het VTV2006. In hoofdstuk 2 is een samenvatting opgenomen van de toetsresultaten. Een beschrijving dan de dijkring waarin het kunstwerk zich bevindt is opgenomen in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 beschrijft in hoofdlijnen de theorie zoals deze is voorgeschreven in het VTV2006. De beschikbare informatie en de daarbij gehanteerde basis uitgangspunten op basis waarvan de toetsing uitgevoerd is, wordt in hoofdstuk 5 weergegeven. De daadwerkelijke toetsing van het kunstwerk is opgenomen in hoofdstuk 6. Eventuele verbetermaatregelen zijn opgenomen in hoofdstuk 7 en in hoofdstuk 8 is een literatuurlijst opgenomen. 4 van 34

32 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 2 Samenvatting De beoordeling van een waterkerend kunstwerk of een bijzondere waterkerende constructie verloopt volgens de volgende beoordelingssporen: De toetsing van een waterkerend kunstwerk wordt aan de hand van verschillende beoordelingssporen gedaan, zoals voorgeschreven in het VTV. 1. Hoogte [HT] 2. Sterkte en Stabiliteit [ST] a. Stabiliteit van de constructie en het grondlichaam [STCG] b. Stabiliteit van (waterkerende) constructieonderdelen [STCO] c. Piping en heave [STPH] 3. Betrouwbaarheid sluiting [BS] Voor elk toetsspoor wordt een score verkregen: 'GOED', 'VOLDOENDE', 'ONVOLDOENDE' en in bijzondere gevallen 'GEEN OORDEEL'. Naast de oordelen per toetsspoor worden deze oordelen gesommeerd tot een eindoordeel, waarbij de laagstgescoorde waarde maatgevend is. De keersluis de Whaa is gelegen in dijking 9, Vollenhove in de secte Zwartsluis Kadoelen en keert water uit het Zwarte Meer. Het resultaat van de toetsing voor het kunstwerk is opgenomen in onderstaande tabel. Toetsspoor Technisch oordeel Beheerders oordeel Eindoordeel Toelichting Hoogte [HT] ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Er is hoogtetekort en een vrij groot overslagdebiet wat niet geborgen kan worden in de achterliggende haven zonder gevolgen. Stabiliteit van de constructie en het grondlichaam [STCG] Stabiliteit van waterkerende constructieonderdelen [STCO] ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Het toetspeil is hoger dan het ontwerppeil, de constructie dient nader bekeken te worden en de marges van het ontwerp moeten opgezocht worden. ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Het toetspeil is hoger dan het ontwerppeil, de constructie dient nader bekeken te worden en de marges van het ontwerp moeten opgezocht worden. Piping en heave [STPH] GOED GOED GOED Stabiliteit Voorland [STVL] GOED GOED GOED Betrouwbaarheid sluiting [BS] ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Sluitprocedure ontbreekt. Eindoordeel ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Er is hoogtetekort en een vrij groot overslagdebiet wat niet geborgen kan worden in de achterliggende haven zonder gevolgen. Het toetspeil is hoger dan het ontwerppeil, de constructie dient nader bekeken te worden en de marges van het ontwerp moeten opgezocht worden. Sluitprocedure ontbreekt. 5 van 34

33 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 3 Beschrijving dijkringgebied Dijkring 9, Vollenhove, is onderverdeeld in vier secties, waarvan drie met de status primaire waterkering van categorie a en één van categorie c. Twee van deze secties (beiden van categorie a) zijn in beheer van waterschap Groot Salland: Dalfsen Vechterweerd Genne, langs de noordelijke oever van de Overijsselse Vecht; Genne Hasselt Zwartsluis, langs de oostelijke oever van het Zwarte Water. De overige secties liggen in het beheersgebied van het Waterschap Reest en Wieden. Zwartsluis Kadoelen, langs het Zwarte Water Kadoelen Blokzijl, langs het Vollenhovermeer In het beheergebied van het waterschap Reest en Wieden liggen in de dijkringen 7 en 9 de volgende kunstwerken. Volgnr. Dijkring Naam rapportage (kunstwerk) 1 9 Keersluis de Whaa 2 9 Gemaal Barsbeker 3 9 Gemaal Kadoelen 4 9 Gemaal Bentpolder 5 9 riooldoorgangen / putten nabij Vollenhove riooldoorgangen / putten nabij Vollenhove Gemaal Stroink 8 9 Suatiesluis blokzijl 9 7 Sluis Kuinre 6 van 34

34 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 4 Verkort overzicht theorie toetssporen 4.1 Beoordelingssporen De toetsing van een waterkerend kunstwerk wordt aan de hand van verschillende beoordelingssporen gedaan, zoals voorgeschreven in het VTV Hoogte [HT] 2. Sterkte en Stabiliteit [ST] a. Stabiliteit van de constructie en het grondlichaam [STCG] b. Stabiliteit van (waterkerende) constructieonderdelen [STCO] c. Piping en heave [STPH] 3. Betrouwbaarheid sluiting [BS] Voor elk toetsspoor wordt een score verkregen: 'GOED', 'VOLDOENDE', 'ONVOLDOENDE' en in bijzondere gevallen 'GEEN OORDEEL'. Naast de oordelen per toetsspoor worden deze oordelen gesommeerd tot een eindoordeel, waarbij de laagstgescoorde waarde maatgevend is. 7 van 34

35 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 4.2 Beoordelingsschema hoogte (HT) De hoogte (HT) van het gesloten kunstwerk moet voldoende zijn om een te groot waterbezwaar in het dijkringgebied te voorkomen; daarnaast kunnen bereikbaarheid, begaanbaarheid en het niet vol mogen lopen van bedieningskelders een rol spelen. Tevens mag de standzekerheid van de constructie ten gevolge van overstromend of overslaand water niet in gevaar komen. Bij kunstwerken kan in voorkomende gevallen onder voorwaarden worden toegestaan dat de kruin lager is dan het niveau bij Toetspeil + toeslagen. Voor het doorlopen van de toetsing op hoogte is een toetsschema opgesteld, zie het figuur hieronder. (Figuur uit VTV2006) 8 van 34

36 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 1: Gehanteerde ontwerpregels Een toetsresultaat op basis van de gehanteerde ontwerpregels mag alleen worden gegeven als is aangetoond dat de gebruikte ontwerpwaarden voor de geometrie en de randvoorwaarden niet ongunstiger zijn dan de huidige toetswaarden. Voor de toetsing op Hoogte HT betekent dat voldaan moet worden aan alle volgende criteria: Toetspeil + toeslagen en golfhoogte mogen niet hoger zijn en de golfperiode mag niet langer zijn dan de bij het ontwerp gehanteerde waarden voor Ontwerppeil + toeslagen en bijbehorende golfhoogte en golfperiode; de kruinhoogte inclusief zettingen mag niet lager zijn dan de ontwerpwaarde; de taludhelling mag niet steiler zijn dan de ontwerpwaarde; het toelaatbare debiet uit het oogpunt van de bekleding van de kruin en het binnentalud en beheersaspecten mag niet kleiner zijn dan de ontwerpwaarde Stap 2: Belastingsituatie De beoordelingsmethode voor de hoogte bij kunstwerken is afhankelijk van de belastingsituatie van kruin en binnentalud. Hierbij wordt ten eerste een onderscheid gemaakt in golfoverslag en overloop. Voor golfoverslag wordt de methode vervolgens bepaald door de het overslagdebiet en de kruinhoogtemarge. Stap 3: Standzekerheid en beheersmatige gevolgen Het water dat over de kruin stroomt door overloop of golfoverslag kan de standzekerheid van het kunstwerk aantasten of het beheer tijdens hoogwater bemoeilijken. In deze stap wordt de standzekerheid getoetst en, afhankelijk van de belastingsituatie, ook de invloed op het te voeren beheer. Stap 4: Marge tussen kruinhoogte en Toetspeil + toeslagen bij overslag Berekend moet worden hoe groot de marge tussen Toetspeil + toeslagen en de kruinhoogte is. Bij de bepaling van kruinhoogte hkr moet rekening worden gehouden met zetting en klink. De maatgevende waterstand voor dit criterium is het actuele Toetpeil + toeslagen. 9 van 34

37 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 4.3 Beoordelingsschema sterkte en stabiliteit (ST) De toetsing op Stabiliteit en sterkte omvat de volgende beoordelingssporen: - Stabiliteit van de constructie en grondlichaam (STCG); - Sterkte van (waterkerende) constructieonderdelen (STCO); - Piping en heave (STPH); - Stabiliteit voorland (STVL) (wordt in een aparte paragraaf uitgewerkt). Voor de deelsporen STCG, STCO en STPH is één algemeen toetsschema opgesteld, zie het figuur hiernaast. (Figuur uit VTV2006) De beoordelingssporen hoogte en stabiliteit zijn opgedeeld in een aantal stappen. Indien het kunstwerk volgens een bepaalde stap theoretisch voldoet, wordt tot slot, getoetst of het theoretische oordeel van het kunstwerk strookt met de ervaringen in de praktijk. Stap 1: Eenvoudige toetsing Toetsing aan de hand van ontwerpberekeningen en ontwerpuitgangspunten. Daarnaast is het principe 'bewezen sterkte' (een belasting uit het verleden is groter dan de belasting bij het toetspeil) toepasbaar. Het niveau van deze toets in grofmazig en kan leiden tot het oordeel voldoende of onvoldoende. Stap 2: Gehanteerde ontwerpmethode Nagaan of het kunstwerk is ontworpen en uitgevoerd op basis van vigerende leidraden en normen. Controle op ontwerprandvoorwaarden, conditie van het kunstwerk (inschatting sterkteverandering) en op gebruik volgens gebruiksspecificaties. Oudere constructies voldoen niet vanzelfsprekend aan de huidige inzichten t.a.v. de vereiste waterkerende veiligheid. Naast bovengenoemde controles zijn daarbij extra aandachtpunten opgesteld Stap 3: Gedetailleerde toetsing Herberekening uitvoeren conform de rekenregels van de vigerende leidraden en normen (zoals de NEN-normen (TGB), de Leidraad Kunstwerken). Uitgegaan wordt dat de onderhoudstoestand goed is en de actuele conditie in het beheersregister is beschreven. 10 van 34

38 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa In het bijzonder voor kunstwerken dienen de volgende zaken in acht te worden genomen: - mogelijke kwelwegen dienen ruimtelijk te worden beschouwd. - indien er palen onder de constructie aanwezig zijn dan moet worden uitgegaan van het ontstaan van een open ruimte (spleet) tussen onderkant constructie en ondergrond. Als gevolg hiervan dient de horizontale kwelweglengte onder de constructie te worden verwaarloosd; indien er alleen bovenstrooms een onderloopsheidscherm aanwezig is, mag de horizontale lengte onder de constructie van het scherm tot aan het uittreepunt niet worden meegenomen. Stap 4: Geavanceerde toetsing Deze stap wordt gekenmerkt door specifieke specialistische inbreng. Indien noodzakelijk voor de toetsing wordt de methode in het toetsrapport uitgelegd. 4.4 Stabiliteit voorland Bij de beveiliging tegen hoogwater wordt meestal de stabiliteit van de waterkering zelf bekeken. Ook buiten de invloedszone van de waterkering is een aantal mechanismen van belang, die de waterkering kunnen bedreigen. Hieronder valt een aantal mechanismen op het voorland, die tot een inscharing tot in of vlakbij de waterkering kunnen leiden, waardoor de standzekerheid in gevaar kan komen. De laatstgenoemde wordt verdisconteerd bij het in rekening brengen van de randvoorwaarden, door een fictief afslagprofiel te beschouwen Ook wordt hiermee rekening gehouden bij de toetsing van teenconstructies. Sommige dammen en kunstwerken hebben aan twee zijden een voorland waar deze gebeurtenissen een rol kunnen spelen. Het hoofdschema van de toetsing van de stabiliteit van het voorland staat weergegeven in bovenstaand figuur. De toetsingen op Afschuiving en Zettingsvloeiing worden apart doorlopen (met behulp van afzonderlijke stroomschema's) en de slechtste score is de eindscore op het spoor Stabiliteit Voorland STVL. 11 van 34

39 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Toetsing op afschuiving De toetsing op afschuiving wordt uitgevoerd conform onderstaand schema. Stap 1 Vuistregel Het is onder voorwaarden mogelijk om op basis van ervaring te stellen dat een afschuiving van het voorland de veiligheid niet bedreigt, dus dat de score goed of voldoende is. Ten opzichte van andere toetssporen gelden hiervoor bij het voorland afwijkende regels. Vanwege het onvoorspelbare karakter van de mechanismen wordt niet gekeken naar de ervaring met het toetsprofiel zelf; in plaats daarvan wordt het profiel getoetst aan een zeker veilige vuistregel die is opgesteld op basis van langjarige ervaring in het getijdengebied. Stap 2: Geometrische toetsing: schadelijkheidscriterium afschuiving Het is mogelijk om op basis van de geometrie van het voorland situaties uit te filteren waarbij de veiligheid zeker niet wordt bedreigd door afschuiving. In deze stap wordt bekeken of afschuiving al dan niet schade aan het dijk- of damlichaam zou opleveren indien het op zou treden. Het schadelijkheidscriterium bestaat uit regels voor de geuldiepte en de afstand van de geul tot aan de buitenteen van de dijk of dam; hiermee wordt berekend of eventueel optreden van het mechanisme de dijk of dam in gevaar brengt, gesteld dat het mechanisme zich voordoet. Als de geul zo ver weg ligt of zo ondiep is dat de waterkering niet in gevaar komt, zelfs al treedt het mechanisme op, kan een score goed of voldoende worden gegeven. Voor de bepaling van de geuldiepte voor deze stap wordt naar de geul zelf gekeken en niet naar de fictieve geuldiepte. Stap 3: Bestortingscriterium Het bestortingscriterium betreft het veiligheidsniveau van de constructie op een relatief lokaal en kleinschalig niveau. Als niet aan dit criterium wordt voldaan, is niet direct de veiligheid in gevaar, maar is het ook niet terecht om een score goed te geven. Direct voor de teen van de dijk dan wel aan de buitenzijde van de teenbestorting dan wel aan de 12 van 34

40 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa buitenwaartse beëindiging van een bestorting mag de helling 1:2½ niet door het profiel doorsneden worden. Voor de beëindiging van een bestorte vooroever geldt hetzelfde bestortingscriterium, zowel in dwars- als langsrichting (flanken). De helling is onafhankelijk van de grondslag en wordt voornamelijk bepaald door ervaring met bestortingswerken. Steilere hellingen zijn moeilijk te bestorten en in veel situaties blijft de stortsteen slechts ten dele liggen. Indien niet aan het bestortingscriterium voldaan dan kan een eindscore voldoende worden toegekend, in het andere geval een eindscore goed. Samenvattend is de toetsingsregel in deze stap als volgt: direct voor de teen van de dijk dan wel aan de buitenzijde van de teenbestorting dan wel aan de buitenwaartse beëindiging van een bestorting mag de helling 1:2½ niet door het profiel doorsneden worden (zie Figuur). Voor de beëindiging van een bestorte vooroever geldt hetzelfde bestortingscriterium, zowel in dwars- als langsrichting (flanken). Stappen 4, 5, 6 worden nader toegelicht als deze van belang zijn in de toetsing 4.5 Beoordelingsschema betrouwbaarheid sluiting (BS) Waterkerende kunstwerken of bijzondere constructies met afsluitmiddelen dienen in geval van een dreigend hoogwater te worden gesloten, dit om te voorkomen dat een te grote hoeveelheid water het achterliggend gebied binnenstroomt en daarmee een waterbezwaar veroorzaakt. Net als bij de toetsing van de hoogte (HT) en sterke- stabiliteit (ST) wordt bij de toetsing van de betrouwbaarheid van de sluiting (BS) een aantal stappen gevolgd. De beoordelingsmethode voor betrouwbaarheid sluiting volgt het schema in onderstaand figuur. In de beschrijving van de stappen wordt veelal verwezen naar de Leidraad Kunstwerken waar, in bijlage B3, de betrouwbaarheid van sluiting van waterkerende kunstwerken of bijzondere constructies met afsluitmiddelen wordt behandeld. Stap 1: Toetsing zonder rekenwerk Allereerst wordt gekeken of: stap 1.1: er specificaties conform de Leidraad Kunstwerken zijn voor gebruik en beheer en of deze worden toegepast. stap 1.2: er een risico-analyse conform de geavanceerde methode uit de Leidraad Kunstwerken is uitgevoerd met positief resultaat en de uitgangspunten niet veranderd zijn ten opzichte van de uitgangssituatie. Stap 2.1 t/m 2.3: Bepaling toetsingsmethode In de stappen 2.1 t/m 2.3 wordt gekeken hoe vaak het kunstwerk bediend wordt, hoe vaak het open keerpeil wordt overschreden en wat de normale gebruikstoestand (open/gesloten) van het kunstwerk is. Op basis van die informatie wordt bepaald volgens welke methode het kunstwerk getoetst moet worden: Stap 3: Eenvoudige toetsing Stap 3.1 Volledige eenvoudige methode Op basis van een aantal eisen wordt ervan uitgegaan dat de kans op 'niet sluiten' voldoende klein is, samen met de maximale overschrijdingsfrequentie van het open keerpeil. Afzonderlijk worden er eisen gesteld aan 4 aspecten. 13 van 34

41 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa De eisen ten aanzien van de volgende aspecten zijn: A) Hoogwater waarschuwingssysteem: 1. Er zijn 2 afzonderlijk van elkaar functionerende systemen aanwezig. 2. indien in geval van hoogwater via menselijke handelingen andere personen worden gewaarschuwd, dient de procedure daarvoor schriftelijk te zijn vastgelegd. B) Procedure voor mobilisatie (alleen indien de kering niet permanent bemand is) Er moet voldaan zijn aan een aantal voorwaarden met betrekking tot de mobilisatie. C) Procedure voor sluiting Er moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden met betrekking de procedure voor de sluiting (zowel bij een automatische sluiting als bij sluiting door bedienend personeel) D) Bedrijfszekerheid van de afsluitmiddelen: 1. Storing in de normale sluiting moet kunnen worden opgevangen door een alternatief besturingssysteem (bijv. handbediening) 2. Er is een tweede onafhankelijke set afsluitmiddelen 3. Het primaire keermiddel wordt minstens tweemaal per jaar gecontroleerd en minstens eenmaal per jaar volledig getest. 4. Het aanvarings- of aanrijdingsrisico is niet bijzonder hoog Stap 3.2: Gereduceerde eenvoudige methode Indien het kunstwerk normaal gesproken gesloten is, kan volstaan worden met toetsing van de bedrijfszekerheid van de afsluitmiddelen (aspect D van de volledige eenvoudige methode). Stap 4: Gedetailleerde toetsing Als uit stap 2 volgt dat er niet eenvoudig getoetst kan worden of als toetsing volgens stap 3 niet tot een voldoende oordeel komt volgt stap 4. Deze toetsing wordt i.h.a. uitgevoerd voor zelden bediende (minder dan 1x per jaar) en vaak belaste afsluitmiddelen (open keerpeil wordt vaker dan 1x per 10 jaar overschreden). Op basis van de kans op niet sluiten (P ns ) wordt bepaald of het kunstwerk voldoet. P ns volgt uit een analyse van vier hoofdfaaloorzaken (de aspecten A t/m D van de volledige eenvoudige methode). In de Leidraad Kunstwerken wordt voor elk van de vier aspecten een standaardfoutenboom opgesteld. Aan elk van de vier foutenbomen is vervolgens een vragenlijst gekoppeld. Via beantwoording van de vragen (door de beheerder) en het bijhouden van een daarmee samenhangende score, wordt een maat voor de betrouwbaarheid van dat onderdeel van de sluitprocedure voor de kering verkregen. Op basis van de vier eindscores wordt de kans geschat dat het afsluitmiddel niet gesloten is als dat nodig is. Stap 5: Geavanceerde toetsing Een waterkering dient een bepaald veiligheidsniveau te bieden tegen overstromen van het erachter gelegen gebied. Die veiligheid kan bestaan uit het veilig keren van waterstanden tot aan Toetspeil + toeslagen of kan bestaan uit het verwerken van het instromend volume bij geopende afsluitmiddelen. In beide gevallen moet het kunstwerk zelf en de aansluiting op het aansluitend grondlichaam sterk genoeg zijn om ongecontroleerde bresgroei te voorkomen. Op grond van deze overwegingen kan een geavanceerde toetsing uitgevoerd worden van het gehele systeem van kunstwerk en omgeving of van een deel van het systeem. De geavanceerde beoordeling is maatwerk en hiervoor is specialistische ondersteuning nodig. 14 van 34

42 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 5 Beschikbare informatie en basis uitgangspunten 5.1 Hydraulische randvoorwaarden Uitgangspunt voor de toetsing zijn de hydraulische randvoorwaarden volgens de hydraulische randvoorwaarden uit Hydraulische Randvoorwaarden De binnenwaterstanden zijn in overleg met de districten opgesteld. 5.2 Uitgangspunten In het algemeen gaat de toetsing uit van de volgende uitgangspunten: Niet-zichtbare delen van de constructie zijn in goede staat tenzij hierover twijfels bestaan bij de beheerder of na de visuele inspectie. De beschikbare tekeningen zijn correct en up-to-date. 5.3 Beschikbare informatie: Er zijn 6 bestekstekeningen beschikbaar van het project Keersluis in de Whaa met projectnummer uit Bovenaanzicht, Doorsneden en situatie Details (oa. Taats, halsbeugel e.d.) Details blad Deuren Situatie, Profielen en details Droogzetschotten 15 van 34

43 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 6 Toetsing 6.1 Algemene beschrijving kunstwerk In Zwartsluis is de Keersluis de Whaa gelegen. Deze keersluis heeft een kering van stalen puntdeuren en is in 2000 ontworpen. Er is een dubbele schotbalkkering aanwezig, de schotbalken liggen op het sluisterrein opgeslagen. Onder de constructie zijn stalen schermen aanwezig. Deze stalen schermen zijn na de bouwwerkzaamheden op sluisvloer niveau afgebrand. De kwelweglengte van deze schermen is van - 2,75 m N.A.P. tot 10,75 m N.A.P. aan de buitenzijde en tot -4,90 m N.A.P. aan de binnenzijde. Onder de betonvloer is een laag onderwaterbeton en een laag zand aanwezig. De heipalen van de constructie reiken tot in de betonnen bak. Figuur Dwarsdoorsnede van de sluis (Bron tekening van Grontmij) 16 van 34

44 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 6.2 Randvoorwaarden / uitgangspunten Uitgangspunt voor de toetsing zijn de hydraulische randvoorwaarden volgens de hydraulische randvoorwaarden uit Hydraulische Randvoorwaarden Beschrijving Grootte Eenheid normfrequentie 1/1250 Maatgevend hoogwater (MHW) + 1,80 m NAP Golfhoogte 0,30 m Binnenwaterstanden: - Zomerpeil - Winterpeil - Maximale binnenwaterstand Kombergend oppervlak achterliggende water 6.3 Hoogte (HT) Niet nader bepaald Niet nader bepaald, niet wenselijk m NAP m NAP m NAP m2 De hoogte (HT) van het gesloten kunstwerk moet voldoende zijn om een te groot waterbezwaar in het dijkringgebied te voorkomen; daarnaast kunnen bereikbaarheid, begaanbaarheid en het niet vol mogen lopen van bedieningskelders een rol spelen. Tevens mag de standzekerheid van de constructie ten gevolge van overstromend of overslaand water niet in gevaar komen. Bij kunstwerken kan in voorkomende gevallen onder voorwaarden worden toegestaan dat de kruin lager is dan het niveau bij Toetspeil + toeslagen. Voor de veiligheid van kunstwerken tegen de faalmechanismen overloop en golfoverslag zijn met name twee parameters van belang: de kruinhoogtemarge en het debiet over de kruin. De kruinhoogtemarge is gedefinieerd als het verschil tussen de Toetspeil + toeslagen en de kruinhoogte hkr. De kruinhoogte is de absolute hoogte op de peildatum van de toetsing. De beoordeling van de hoogte volgt het schema in Figuur Figuur Beoordelingsschema voor de hoogte van waterkerende kunstwerken (HT) 17 van 34

45 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 1: Gehanteerde ontwerpregels Een toetsresultaat op basis van de gehanteerde ontwerpregels mag alleen worden gegeven als is aangetoond dat de gebruikte ontwerpwaarden voor de geometrie en de randvoorwaarden niet ongunstiger zijn dan de huidige toetswaarden. Voor de toetsing op Hoogte HT betekent dat voldaan moet worden aan alle volgende criteria: Regel Toetspeil + toeslagen en golfhoogte mogen niet hoger zijn en de golfperiode mag niet langer zijn dan de bij het ontwerp gehanteerde waarden voor Ontwerppeil + toeslagen en bijbehorende golfhoogte en golfperiode; de kruinhoogte inclusief zettingen mag niet lager zijn dan de ontwerpwaarde; de taludhelling mag niet steiler zijn dan de ontwerpwaarde; het toelaatbare debiet uit het oogpunt van de bekleding van de kruin en het binnentalud en beheersaspecten mag niet kleiner zijn dan de ontwerpwaarde. Wordt aan voldaan? Nee, ontwerpgegevens zijn onbekend. Nee, ontwerpgegevens zijn onbekend. Nee, ontwerpgegevens zijn onbekend. Nee, ontwerpgegevens zijn onbekend. Omdat niet aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan moet de toetsing worden voortgezet met stap 2.1 Stap 2: Belastingsituatie De beoordelingsmethode voor de hoogte bij kunstwerken is afhankelijk van de belastingsituatie van kruin en binnentalud. Hierbij wordt ten eerste een onderscheid gemaakt in golfoverslag en overloop. Voor golfoverslag wordt de methode vervolgens bepaald door de het overslagdebiet en de kruinhoogtemarge. Stap 2.1: Overloop of overslag Indien Toetspeil + toeslagen lager is dan de kruinhoogte op de peildatum is de belastingsituatie golfoverslag en wordt de toetsing voortgezet met stap 2.2. Anders is sprake van overloop en wordt de toetsing voortgezet met stap 3.3. h kr Toetspeil h opw + h sbb h kr = actuele hoogte h opw = lokale opwaaiing, niet van toepassing h sbb = lokale waterstandsverhoging door seiches: niet van toepassing +1,75 > +1, ,75 > +1,80 Antwoord op stap 2.1 is 'nee, de aanwezige kruinhoogte is hoger dan de belasting' dus mag de toetsing voortgezet worden met stap 3.3 Standzekerheid en beheersmatige gevolgen bij overlopen. Om een beeld te krijgen van het optredende overslagdebiet wordt toch eerst stap 2.2. uitgevoerd. Stap 2.2: Overslagdebiet Het overslagdebiet q dat behoort bij de kruinhoogte h kr en taludhelling wordt berekend met behulp van de formule: q 0.13 gh 3 s h exp 3.0 H kr s 1 n 18 van 34

46 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Symbool Omschrijving Grootte Eenheid q gemiddeld overslagdebiet m3/s per strekkende m breedte g versnelling van de zwaartekracht 10 m/s2 H s significante inkomende golfhoogte vlak voor de 0,30 m constructie h kr hoogte van de kruin boven de stilwaterstand 1,75 1,80 m γβ invloedsfactor voor scheve golfaanval 1 γn invloedsfactor voor een neus bovenaan de constructie 1 q *0,3 3 (1,75 1,80) exp 3.0 0,3 1 1*1 q = 111,37 l/s/m Omdat de sluishoofden ook op deze hoogte aangelegd zijn is dit een ontoelaatbaar overslagdebiet. Ter indicatie: Overslagdebiet: 111 l/s/m en sluisbreedte = 9,50 m leidt tot een overslag van ca 1000 liter (per seconde). Uitgaande van een piek van de stormduur van 2 uur geeft: 2*60*60 * 1000 = liter, dit is 7200 m3. Achter de sluis is een klein water gelegen met een globaal oppervlak van 150 x 50 m = 7500 m2 Bij overloop over de deuren (zonder hoogtereductie van de deuren) stijgt het water in de achterliggende kolk met 1 m. Ook de sluiswanden lopen over, het overslagdebiet is in werkelijkheid dus vele malen groter. Bij het ontwerp van de sluis is er geen rekening gehouden met dergelijke overloop en overslagdebieten. Nadere beschouwing van standzekerheid en beheersmatige gevolgen is derhalve niet nodig. De technische score voor de toetsing op hoogte is ONVOLDOENDE. 19 van 34

47 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 6.4 Stabiliteit Grond en Grondconstructie (STCG) Een constructie is in de regel een onderbreking in een uit grond opgebouwd profiel. Tussen het ongestoorde grondprofiel en het kunstwerk bevindt zich een grondlichaam dat door de aanwezigheid van het kunstwerk wordt beïnvloed. Bij de beoordeling staat de stabiliteit van de constructie als geheel en die van het grondlichaam rond en onder de constructie centraal. Interactie tussen grondlichaam en constructie kan een essentieel onderdeel zijn van de stabiliteitbeschouwing. Te toetsen aspecten en daaruit volgende faalmechanismen kunnen zijn: - draagvermogen van een fundering op palen (op druk belast, op trek belast, horizontaal belast); - draagvermogen van een fundering op staal; - stabiliteit van grondkerende constructies zoals damwanden en keermuren; - macrostabiliteit van het grondlichaam aansluitend op de constructie of het grondlichaam inclusief de constructie. Hiervoor kan de beoordeling op de sporen Macrostabiliteit binnenwaarts en Macrostabiliteit buitenwaarts volgens Katern 5 worden gevolgd, met dien verstande dat ook belastingen in rekening moeten worden gebracht die via of vanuit de constructie op het grondlichaam worden afgedragen; - instabiliteit van het voorland (afschuiving of zettingsvloeiing). Voor de beoordeling van dit onderdeel wordt verwezen naar toetsspoor Voorland in Katern 9; - erosie van bekleding. Voor de beoordeling van dit onderdeel wordt verwezen naar Katern 8, waarin de toetsing per bekledingstype wordt behandeld. Het toetsschema dat doorlopen moet worden voor het toetsspoor Stabiliteit van de constructie en het grondlichaam. Figuur Beoordelingsschema voor stabiliteit van waterkerende kunstwerken (ST) 20 van 34

48 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 1: Eenvoudige toetsing Stabiliteit en sterkte In deze stap wordt nagegaan of de constructie op basis van opgetreden belastingsituaties uit het verleden door middel van bewezen sterkte goedgekeurd kan worden. Er kan niet op basis van bewezen sterkt getoetst worden. De toetsing wordt voortgezet met stap 2. Stap 2: Gehanteerde ontwerpmethode In deze stap wordt nagegaan of de constructie op basis van vigerende leidraden en technische rapporten is ontworpen en uitgevoerd. De exacte ontwerprapporten zijn onbekend. Wel is bekend dat de constructie niet bewust overloopbestendig uitgevoerd is. Omdat de hoogte lager is dan het huidige toetspeil is het niet aannemelijk dat de constructie conform huidige leidraden is ontworpen. Daarnaast is het toetspeil fors gestegen ten opzichte van de vorige toetsronde. De toetsing wordt voortgezet met stap 3. Stap 3: Gedetailleerde toetsing Stabiliteit en sterkte In deze stap wordt een herberekening uitgevoerd conform de rekenregels en methodes in de vigerende leidraden en normen. Zie hiervoor met name de NEN-normen (TGB), de Leidraad Kunstwerken, het Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies en het Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen. Uitgaande van de constructie in de huidige situatie: In de huidige situatie is de hoogte van de keersluis te laag en loopt de constructie over. De waterstand achter de sluis zal stijgen waardoor het verval afneemt. Het is dan niet aannemelijk dat de constructie zal bezwijken. Oordeel: Voldoende Uitgaande van de constructie zoals deze er zou moeten staan: Omdat de constructie te laag is, is het aannemelijk dat de uitgevoerde stabiliteitsberekeningen niet voldoende zijn geweest voor de huidige toetssituatie. Oordeel: Onvoldoende Het eindoordeel wordt op basis van bovenstaande ONVOLDOENDE. De constructie dient uitgebreid bekeken te worden waarbij er mogelijk naar de marges van het ontwerp gezocht kan worden. 21 van 34

49 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 6.5 Sterkte Constructie Onderdelen (STCO) Het beoordelingsschema komt overeen met het schema van Stabiliteit van de constructie en grondlichaam (STCG). Figuur Beoordelingsschema voor stabiliteit van waterkerende kunstwerken (ST) De beoordeling van de sterkte van constructieonderdelen begint met het selecteren van de kritieke onderdelen en de maatgevende belastingen en belastingcombinaties daarop. Onderdeel Deur Schotbalken Belasting Toetspeil en golven Toetspeil en golven Stap 1: Eenvoudige toetsing Stabiliteit en sterkte In deze stap wordt nagegaan of de constructie op basis van opgetreden belastingsituaties uit het verleden door middel van bewezen sterkte goedgekeurd kan worden. Er kan niet op basis van bewezen sterkt getoetst worden. De toetsing wordt voortgezet met stap 2. Stap 2: Gehanteerde ontwerpmethode In deze stap wordt nagegaan of de constructie op basis van vigerende leidraden en technische rapporten is ontworpen en uitgevoerd. De ontwerpgegevens zijn onbekend. Omdat de hoogte lager is dan het huidige toetspeil is het niet aannemelijk dat de constructie conform huidige leidraden is ontworpen. De toetsing wordt voortgezet met stap van 34

50 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 3: Gedetailleerde toetsing Stabiliteit en sterkte In deze stap wordt een herberekening uitgevoerd conform de rekenregels en methodes in de vigerende leidraden en normen. Zie hiervoor met name de NEN-normen (TGB), de Leidraad Kunstwerken, het Technisch Rapport Waterkerende Grondconstructies en het Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen. Uitgaande van de constructie in de huidige situatie: In de huidige situatie is de hoogte van de keersluis te laag en loopt de constructie over. De waterstand achter de sluis zal stijgen waardoor het verval afneemt. Het is dan niet aannemelijk dat de constructie zal bezwijken. Oordeel: Voldoende Uitgaande van de constructie zoals deze er zou moeten staan: Omdat de constructie te laag is, is het aannemelijk dat de uitgevoerde stabiliteitsberekeningen niet voldoende zijn geweest voor de huidige toetssituatie. Oordeel: Onvoldoende De constructie dient uitgebreid bekeken te worden waarbij er mogelijk naar de marges van het ontwerp gezocht kan worden. Het tussenoordeel voor de deuren is 'ONVOLDOENDE' en het tussenoordeel voor de schotbalken is 'ONVOLDOENDE'. Het technisch oordeel voor het toetsspoor sterkte van waterkerende constructieonderdelen is daarmee 'ONVOLDOENDE'. 6.6 Piping en Heave (STPH) Voor de toetsing op piping en heave worden meerdere situaties beschouwd: - onderloopsheid - achterloopsheid Onderloopsheid Stap 1: Eenvoudige toetsing Piping en heave De score voor Piping en heave is voldoende indien wordt voldaan aan alle van de hieronder genoemde criteria: Voorwaarde de constructie is niet op palen gefundeerd de constructie en eventuele kwelschermen worden rondom door een slecht doorlatend klei-/veenpakket omsloten na zetting aan het eind van de toetsperiode is de constructie rondom nog steeds minimaal 1 m ingebed in een klei-/veenpakket waarbij er geen in- of uittredepunten voor piping via de aansluiting tussen grond en constructie kunnen ontstaan het klei-/veenpakket aan de buitendijkse en binnendijkse zijde van de waterkering is stabiel (zie 4.2.1); onder het kunstwerk aanwezige zandlagen zijn beoordeeld als goed of voldoende volgens toetsspoor Piping en heave uit Katern 5 van VTV2006 Wordt voldaan? Nee want de constructie is op palen gefundeerd Niet nader bekeken. Niet nader bekeken. Niet nader bekeken. Niet nader bekeken. Omdat niet aan alle bovenstaande criteria wordt voldaan kan er geen score worden toegekend voor de eenvoudige toetsing Piping en Heave en moet verder gegaan worden met stap van 34

51 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 2: Gehanteerde ontwerpmethode De ontwerpgegevens zijn onbekend. Omdat de hoogte lager is dan het huidige toetspeil is het niet aannemelijk dat de constructie conform huidige leidraden is ontworpen. De toetsing wordt voortgezet met stap 3. Stap 3: Gedetailleerde toetsing Piping en heave De basis van de gedetailleerde toetsing is een analyse van alle mogelijke kwelwegen onder en langs het kunstwerk. In het Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen zijn verschillende methodes beschreven waarmee de minimaal vereiste kwelweglengte kan worden bepaald. Onderloopsheid Het kunstwerk is op palen gefundeerd en heeft 2 kwelschermen. Onder de constructie zijn stalen schermen aanwezig. Deze stalen schermen zijn na de bouwwerkzaamheden op sluisvloer niveau afgebrand. De kwelweglengte van deze schermen is van -2,75 m N.A.P. tot 10,75 m N.A.P. aan de buitenzijde en tot -4,90 m N.A.P. aan de binnenzijde. Voor piping kan gebruik gemaakt worden van de methode Lane. H H cr = L i / C w;creep waarbij L i = L v + 1/3 L h Symbool Omschrijving Waarde Eenheid Toelichting H Maximale verval over de constructie 1,75 [m] Toetspeil 2011 = +1,75 m N.A.P. Binnenwaterpeil = -0,00 m N.A.P. (conservatief aangehouden) H cr Het kritische verval over de [m] Zie berekening constructie waarbij piping kan ontstaat C w;creep gewogen creep-factor 8,5 [-] Conservatief L i De aanwezige kwelweglengte 27,7 [m] L v + 1/3 L h = 27,7 + 1/3*0 = 27,7 m De aanwezige verticale 27,7 [m] Er zijn 2 kwelschermen aanwezig: L v L h kwelweglengte De aanwezige horizontale kwelweglengte L v;totaal = 2*8 + 2*5,85 = 27,7 m 0 [m] Omdat de constructie op palen is gefundeerd mag de horizontale kwelweglengte niet meegenomen worden. H H cr = L v + 1/3 L h / C w;creep 1,75 H cr = 27,7/8,5 = 3,25 VOLDOET Op basis van de conservatieve aannames wordt de constructie voor onderloopsheid Goed getoetst. Achterloopsheid Stap 1: Eenvoudige toetsing Piping en heave De score voor Piping en heave is voldoende indien wordt voldaan aan alle van de hieronder genoemde criteria: Voorwaarde de constructie is niet op palen gefundeerd de constructie en eventuele kwelschermen worden rondom door een slecht doorlatend klei-/veenpakket omsloten na zetting aan het eind van de toetsperiode is de constructie rondom nog steeds minimaal 1 m ingebed in een klei-/veenpakket waarbij er geen in- of uittredepunten voor piping via de aansluiting tussen grond en constructie kunnen ontstaan het klei-/veenpakket aan de buitendijkse en binnendijkse zijde van de waterkering is stabiel (zie 4.2.1); onder het kunstwerk aanwezige zandlagen zijn beoordeeld als goed of voldoende volgens toetsspoor Piping en heave uit Katern 5 van VTV2006 Wordt voldaan? Ja, voor achterloopsheid geldt dit item niet Ja, want op het buitentalud is een kleidek aanwezig en daarbij ligt het kunstwerk ingebed in de wegconstructie van de provinciale weg Ja, Ja, Niet nader bekeken, niet van toepassing voor achterloopsheid. 24 van 34

52 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Omdat aan deze voorwaarden voldaan wordt, kan een score voldoende gegeven worden. Voor de volledigheid wordt de toetsing voortgezet met stap 2. Stap 2: Gehanteerde ontwerpmethode De ontwerpgegevens zijn onbekend. Omdat de hoogte lager is dan het huidige toetspeil is het niet aannemelijk dat de constructie conform huidige leidraden is ontworpen. De toetsing wordt voortgezet met stap 3. Stap 3: Gedetailleerde toetsing Piping en heave De basis van de gedetailleerde toetsing is een analyse van alle mogelijke kwelwegen onder en langs het kunstwerk. In het Technisch Rapport Zandmeevoerende Wellen zijn verschillende methodes beschreven waarmee de minimaal vereiste kwelweglengte kan worden bepaald. De achterloopsheid kan berekend worden met de methode van Bligh. Omdat er een kleidek aan de buitenzijde van het dijklichaam aanwezig is en de constructie tevens ingebed is in de grondlichamen van de provinciale weg kan er geen intreepunt voor achterloopsheid ontstaan. De berekening met de methode van Bligh is niet nodig. De score voor de gedetailleerde toetsing voor achterloopsheid is goed Het tussenoordeel voor de onderloopsheid is 'GOED' en het tussenoordeel voor achterloopsheid is 'GOED'. Heave is niet van toepassing. Het technisch oordeel voor het toetsspoor piping en heave is daarmee 'GOED'. 6.7 Stabiliteit voorland (STVL) Bij de beveiliging tegen hoogwater wordt meestal de stabiliteit van de waterkering zelf bekeken. Ook buiten de invloedszone van de waterkering is een aantal mechanismen van belang, die de waterkering kunnen bedreigen. Hieronder valt een aantal mechanismen op het voorland, die tot een inscharing tot in of vlakbij de waterkering kunnen leiden, waardoor de standzekerheid in gevaar kan komen. De toetsing van de stabiliteit van het voorland bij een kunstwerk wordt aan de hand van twee deeltoetsingen uitgevoerd: 1. Afschuiving 2. Zettingsvloeiing De slechtste deelscore is de eindscore voor de toetsregel 'Stabiliteit voorland'. 25 van 34

53 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Deeltoetsing op Afschuiving Stap 1 Vuistregel Het toepassen van de vuistregel is niet mogelijk omdat er sprake is van een door mensenhanden aangelegde geul met bodembescherming. Omdat op stap 1 niet uitgevoerd kan worden moet de toetsing worden voortgezet met stap 2. Stap 2: Geometrische toetsing: schadelijkheidscriterium afschuiving Omdat er rondom dit kunstwerk geen geulen aanwezig zijn of zo ver weg liggen dat de waterkering niet in het gevaar komt, kan op basis van het schadelijkheidscriterium een score 'VOLDOENDE' gegeven worden. Voor de zekerheid wordt de toetsing ook met stap 3 voortgezet. Stap 3: Bestortingscriterium De bestorting die aan de instroom en uitstroomzijde is toegepast is zodanig gedimensioneerd dat het bij sluiten van de deuren de bodem bestand is tegen hoge stroomsnelheden. In een hoogwatersituatie is deze belasting niet anders of ongunstiger. Daarnaast ligt de bestorting flauwer dan 1:2,5 dus 'GOED'. De technische score van de deeltoetsing op afschuiving is 'GOED'. Deeltoetsing op zettingsvloeiing 26 van 34

54 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 1 Vuistregel Het toepassen van de vuistregel is niet mogelijk omdat er sprake is van een door mensenhanden aangelegde geul met bodembescherming. Omdat op stap 1 niet uitgevoerd kan worden moet de toetsing worden voortgezet met stap 2. Stap 2: Geometrische toetsing: schadelijkheidscriterium zettingsvloeiing Omdat er rondom dit kunstwerk geen geulen aanwezig zijn of zo ver weg liggen dat de waterkering niet in het gevaar komt, kan op basis van het schadelijkheidscriterium een score 'VOLDOENDE' gegeven worden. Voor de zekerheid wordt de toetsing ook met stap 3 voortgezet. Stap 3: Bestortingscriterium De bestorting die aan de instroom en uitstroomzijde is toegepast is zodanig gedimensioneerd dat het bij sluiten van de deuren de bodem bestand is tegen hoge stroomsnelheden. In een hoogwatersituatie is deze belasting niet anders of ongunstiger. Daarnaast ligt de bestorting flauwer dan 1:2,5 dus 'GOED'. De technische score van de deeltoetsing op zettingsvloeiing is 'GOED'. De technische score van de deeltoetsing op afschuiving is 'GOED' en de deelscore van zettingsvloeiing is 'GOED' hierdoor is de eindscore van het toetsspoor stabiliteit voorland 'GOED'. 6.8 Betrouwbaarheid sluiting (BS) Naast de aspecten hoogte, sterkte en stabiliteit van een waterkerend kunstwerk moet ook de betrouwbaarheid van de sluiting getoetst worden. Immers in het geval van hoog water moet een waterkerend kunstwerk tijdig en correct gesloten worden. 27 van 34

55 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Eenvoudige toetsing Gedetaillee rde toetsing Geavancee rde toetsing 28 van 34

56 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 1: Toetsing zonder rekenwerk Een score goed zonder rekenwerk is mogelijk in twee gevallen. Stap 1.1: Specificaties conform Leidraad Kunstwerken voor gebruik en beheer In deze stap wordt nagegaan of er reeds specificaties voor gebruik en beheer op een voldoende veiligheidsniveau (conform de leidraad kunstwerken) zijn vastgesteld. Deze specificaties moeten betrekking hebben op alle aspecten die de betrouwbaarheid van de sluiting bepalen, en omvatten dus zowel hardware (de fysieke onderdelen) als software (procedures, ofwel de manier waarop er mee moet worden omgegaan). De vaststelling van de specificaties moet te traceren zijn, met andere woorden: er moet worden nagegaan of de vaststelling van de specificaties onderbouwd is met de juiste analyses. Omdat voor niet wordt voldaan aan stap 1.1 moet de toetsing moet worden voortgezet met stap 1.2. Stap 1.2: Risicoanalyse reeds uitgevoerd Wordt voldaan aan de volgende stellingen: Voorwaarde Er is reeds een risicoanalyse is uitgevoerd conform de Leidraad Kunstwerken bijlage B3.5 waaruit blijkt, dat de sluitingsprocedure en - maatregelen aansluiten bij het criterium dat is gesteld voor de betrouwbaarheid van sluiting (dit is 0,1 x norm). Kloppen de uitgangspunten op basis waarvan de risicoanalyse is uitgevoerd in de huidige situatie nog Is het gebruik en beheer conform de uitgangspunten. Wordt aan voldaan? Nee, er is geen risicoanalyse aanwezig Niet van toepassing Niet van toepassing Omdat voor niet wordt voldaan aan stap 1.2 moet de toetsing moet worden voortgezet met stap 2. Stap 2: Te volgen toetsmethode De te volgen toetsmethode (stap 3 en 4) wordt bepaald door drie kenmerken van de bediening van het kunstwerk. Stap 2.1: Regelmaat bediening van het kunstwerk Wordt voldaan aan de volgende stelling Voorwaarde Het kunstwerk wordt regelmatig bediend en minstens één keer per jaar in het kader van een veiligheidsinspectie bekeken. Wordt aan voldaan? Ja, is opgenomen in de jaarlijkse schouw van het waterschap. Daarnaast wordt er jaarlijks een proefsluiting uitgevoerd. Omdat wordt voldaan aan stap 2.1 moet de toetsing moet worden voortgezet met stap 2.2. Stap 2.2: Sluiting van het kunstwerk tijdens stormseizoen buiten de bedieningstijden Als de gewone afsluitmiddelen van het kunstwerk tijdens het stormseizoen buiten de bedieningstijden normaliter zijn gesloten, valt de bediening van de sluiting van het kunstwerk in principe onder het normale beheer. Omdat het kunstwerk tijdens het stormseizoen niet gesloten is moet deze getoetst worden met stap van 34

57 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa Stap 2.3: Overschrijdingsfrequentie open keerpeil Als de afsluitmiddelen zelden worden bediend ( nee in stap 2.1) of als de kering buiten bedieningstijden normaliter open is ( nee in stap 2.2), is van belang hoe vaak de kering bij hoge waterstanden wordt gesloten, met andere woorden: hoe vaak het zogenaamde open keerpeil wordt overschreden. Is dit meer dan eens per 10 jaar het geval, dan moet de sluiting van de keermiddelen (zoals stormvloeddeuren, schotbalken in coupures) worden getoetst met de Gedetailleerde methode (stap 4). Wordt het open keerpeil minder dan eens per 10 jaar overschreden, dan kan worden getoetst met de Eenvoudige methode (stap 3.1). Omdat de waterbase bij Rijkswaterstaat momenteel niet bereikbaar is kan de 1 op 10 waterstand niet bepaald worden. Via de hydra VIJ database is een 1 op 10 waterstand te achterhalen van 1,65 + m NAP. Omdat achter de keersluis de oude waterkering gelegen is (weliswaar met bebouwing) is het open keerpeil hoger of gelijk aan de kerende hoogte. Het open keerpeil wordt minder dan eens per 10 jaar overschreden. Stap 3.1: Eenvoudige methode Betrouwbaarheid sluiting In deze stap wordt de toetsing uitgevoerd volgens de volledige Eenvoudige methode. Beide methodes resulteren in een eindscore goed of, indien een eindscore volgens de eenvoudige methode niet mogelijk, de toetsing wordt voortgezet met de Gedetailleerde methode in stap 4. De Eenvoudige methode wordt beschreven in bijlage B3.3 van de Leidraad Kunstwerken [26]. Opgemerkt wordt, dat bij de meeste beoordelingssporen de eenvoudige toetsingsmethode in dit Voorschrift zelf wordt beschreven. Het spoor Betrouwbaarheid sluiting vormt hierop een uitzondering omdat alleen voor dit geval ook de eenvoudige methode in een ontwerpleidraad wordt beschreven. In de eenvoudige beoordelingsmethode worden afzonderlijke eisen gesteld aan vier aspecten: A Hoogwater waarschuwingssysteem. B Procedure voor mobilisatie. C Procedure voor sluiting. D Bedrijfszekerheid van de sluitingsmiddelen. De eisen A, B en C mogen vervallen als het kunstwerk normaal gesproken gesloten is. De eisen ten aanzien van A, B, C en D zijn achtereenvolgens: A Hoogwater waarschuwingssysteem. Eis Er zijn twee onafhankelijk van elkaar functionerende systemen aanwezig. Indien in geval van hoogwater via menselijke handelingen andere personen worden gewaarschuwd, dient de procedure daarvoor schriftelijk te zijn vastgelegd; de procedure wordt minstens eenmaal per jaar uitgevoerd of geoefend. Er dient een terugmelding te worden gegeven na uitvoering van de verdere taken. Wordt aan voldaan? Nee, geen gegevens bekend Nee er is geen procedure bekend B Procedure voor mobilisatie Indien de kering niet permanent bemand is moet voldaan worden aan de volgende voorwaarden: Eis Er is een procedure waarin staat wie, wanneer en op welke wijze de mobilisatie verzorgt van het bedienend personeel en het ondersteunende technische personeel. Er is een voorwaarschuwingssysteem en een terugmeldingssysteem. Er is een stand-by- en vervangingsrooster waarin ieders taak en verantwoordelijkheid zijn vastgelegd. Er zijn altijd voldoende mensen bereikbaar en inzetbaar. Alle betrokkenen kennen de procedure en hebben deze voldoende (minstens eenmaal per jaar) geoefend. Het kunstwerk is ook bij extreme omstandigheden goed bereikbaar. Wordt aan voldaan? Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Ja 30 van 34

58 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa C Procedure voor sluiting. De hoogwaterwaarschuwing kan leiden tot automatische sluiting, in andere gevallen gebeurt de sluiting door bedienend personeel. In beide gevallen moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan: Eis Er is een procedure aanwezig voor een niet-automatische sluiting. In de procedure staat in chronologische volgorde wie welke handelingen verricht, en hoe te handelen bij storingen. Eventuele verkeerde handelingen kunnen worden opgemerkt en gecorrigeerd. De procedure bevat een terugmeldingsplicht Alle betrokkenen kennen de procedure en hebben deze voldoende (minstens eenmaal per jaar ) geoefend. Relevante delen van de kering zijn verlicht. Het sleutelbeheer is zo geregeld, dat niemand onbedoeld voor een gesloten deur staat. De communicatie tussen personeel onderling op de kering, binnen en buiten, is goed mogelijk. Aspect D Bedrijfszekerheid van de sluitingsmiddelen. Wordt aan voldaan? Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Nee er is geen procedure bekend Ja Nee er is geen procedure bekend Eis Wordt aan voldaan? 1.Storingen in de normale sluiting moeten kunnen worden opgevangen via een handbediening of via een alternatief sturingssysteem met een noodaggregaat. Ja, want handbediening van de deuren is mogelijk. Het aanbrengen van de schotbalken is reeds handmatig. 2. Er is een tweede onafhankelijke set afsluitmiddelen. Ja, want er is een kering van puntdeuren en een schotbalkkering 3.Het primaire keermiddel wordt minstens tweemaal per jaar gecontroleerd en minstens eenmaal per jaar volledig getest. Ja, want het is opgenomen in de schouw en vanaf 2010 wordt er een jaarlijkse proefsluiting uitgevoerd. 4. Het aanvarings- of aanrijdingsrisico is niet bijzonder hoog. Ja Het eindoordeel voor betrouwbaarheid sluiting is 'ONVOLDOENDE'. 6.9 Beheerdersoordeel / algemeen gedrag Vanuit de schouw, de proefsluitingen en het dagelijkse beheer zijn geen bijzonderheden te melden. Wel zijn er in de afgelopen jaren meerdere inspecties uitgevoerd waarbij schades en mogelijk constructiefouten aan het licht gekomen zijn. Deze schaderapporten en de interpretatie ervan is nog niet geheel afgerond. Er zijn geen redenen om af te wijken van de technische scores. Ja 31 van 34

59 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 6.10 Resultaten van de toetsing Het resultaat van de toetsing voor het kunstwerk is opgenomen in onderstaande tabel. Toetsspoor Technisch oordeel Beheerders oordeel Eindoordeel Toelichting Hoogte [HT] ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Er is hoogtetekort en een vrij groot overslagdebiet wat niet geborgen kan worden in de achterliggende haven zonder gevolgen. Stabiliteit van de constructie en het grondlichaam [STCG] Stabiliteit van waterkerende constructieonderdelen [STCO] ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Het toetspeil is hoger dan het ontwerppeil, de constructie dient nader bekeken te worden en de marges van het ontwerp moeten opgezocht worden. ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Het toetspeil is hoger dan het ontwerppeil, de constructie dient nader bekeken te worden en de marges van het ontwerp moeten opgezocht worden. Piping en heave [STPH] GOED GOED GOED Stabiliteit Voorland [STVL] GOED GOED GOED Betrouwbaarheid sluiting [BS] ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Sluitprocedure ontbreekt. Eindoordeel ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE ONVOLDOENDE Er is hoogtetekort en een vrij groot overslagdebiet wat niet geborgen kan worden in de achterliggende haven zonder gevolgen. Het toetspeil is hoger dan het ontwerppeil, de constructie dient nader bekeken te worden en de marges van het ontwerp moeten opgezocht worden. Sluitprocedure ontbreekt. 32 van 34

60 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 7 Voorstel voor verbeteringen 7.1 Verbetermaatregelen Er zijn een aantal scores 'onvoldoende' uit deze toetsronde naar voren gekomen voor deze kunstwerken. Na afronding van de toetsing wordt het hele traject van dijk en kunstwerken bekeken op mogelijke verbetermaatregelen. Omdat hiervoor een integrale aanpak nodig is is niet op voorhand te melden welke oplossing gewenst is. Vanwege de beschutte ligging van dit kunstwerk is het aan te raden de te verwachte golfhoogte nader te beschouwen om zo mogelijk de golfhoogte te nuanceren. 7.2 Aanbevelingen Tijdens de toetsing van dit kunstwerk zijn we een aantal knelpunten tegengekomen. Deze punten behoeven aandacht voor het opstellen van de komende WTI's en bijbehorende leidraden. De aandachtspunten voor het WTI worden voor het hele beheergebied van Waterschap Groot Salland in een separate rapportage samengevat. 33 van 34

61 Toetsing Primaire Waterkeringen Derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden Dijkring 9, Keersluis de Whaa 8 Literatuur Technische rapporten, Leidraden en hydraulische randvoorwaarden: Titel Uitgever / Auteur Datum 1 De veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland, Ministerie van Verkeer en Waterstaat September 2007 Voorschrift Toetsen op Veiligheid voor de tweede toetsronde (VTV2006) 2 Leidraad Kunstwerken TAW mei Technisch Rapport: Zandmeevoerende Wellen TAW maart Hydraulische randvoorwaarden voor Primaire Ministerie van Verkeer en Waterstaat Juni 2008 Waterkeringen 2006 (HR2006) 5 Hydraulische Randvoorwaarden voor Primaire Ministerie van Verkeer en Waterstaat december 2001 waterkeringen 2001 (HR2001) 6 VTV-C Voorschrift toetsen op Veiligheid categorie c Ministerie van Verkeer en Waterstaat 2008 keringen 7 HRC Hydraulische randvoorwaarden toetsing categorie c Ministerie van Verkeer en Waterstaat 2008 keringen 8 Hulpmiddel voor toetsing 'Historische Kunstwerken' STOWA van 34

62 Versie 3.0 DB Bijlage 2 Wetsartikelen 5.1 en 5.4 Artikel 5.1 (legger) 1. De beheerder draagt zorg voor de vaststelling van een legger, waarin is omschreven waaraan waterstaatswerken naar ligging, vorm, afmeting en constructie moeten voldoen. Van de legger maakt deel uit een overzichtskaart, waarop de ligging van waterstaatswerken en daaraan grenzende beschermingszones staat aangegeven. 2. De legger gaat vergezeld van een technisch beheersregister met betrekking tot primaire waterkeringen dan wel waterkeringen ten aanzien waarvan toepassing is gegeven aan artikel 2.4, waarin de voor het behoud van het waterkerend vermogen kenmerkende gegevens van de constructie en de feitelijke toestand nader zijn omschreven. 3. Bij of krachtens provinciale verordening of, ten aanzien van waterstaatswerken in beheer bij het Rijk, algemene maatregel van bestuur kunnen nadere voorschriften worden gegeven ten aanzien van de inhoud, vorm en periodieke herziening van de legger voor daarbij te onderscheiden categorieën van waterstaatswerken. Voorts kan daarbij vrijstelling worden verleend van de in het eerste lid bedoelde verplichtingen met betrekking tot bepaalde waterstaatswerken die zich naar hun aard of functie niet lenen voor het omschrijven van die elementen dan wel van geringe afmetingen zijn Artikel 5.4 (verplichting projectplan) 1. De aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder geschiedt overeenkomstig een daartoe door hem vast te stellen projectplan. Met de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk wordt gelijkgesteld de uitvoering van een werk tot beïnvloeding van een grondwaterlichaam. 2. Het plan bevat ten minste een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. 3. Voor in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen bevat het plan een inventarisatie van maatschappelijke functies en ambities en mogelijke innovaties waarmee de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk gecombineerd zou kunnen worden, inclusief de mogelijkheden om het desbetreffende werk middels een concessie voor werken of andere vorm van publiek-private samenwerking te realiseren. 4. Bij of krachtens de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het tweede lid, kunnen regels worden gesteld over de wijze waarop de inventarisatie wordt uitgevoerd en private partijen daarbij betrokken worden. 5. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. 6. Indien het plan de verlegging van een primaire waterkering betreft, kan het voorts voorzieningen bevatten met betrekking tot de inpassing in de omgeving van het gebied tussen de plaats waar de oorspronkelijke primaire waterkering is gelegen, en de plaats waar de nieuwe primaire waterkering komt te liggen. Het eerste lid is niet van toepassing, indien ten aanzien van een in dat lid bedoeld werk de Tracéwet of de Spoedwet wegverbreding van toepassing is, of indien ten aanzien van dat werk toepassing wordt gegeven aan afdeling 3.5 van de Wet ruimtelijke ordening. Bijlagen

63

64 Versie 3.0 DB Bijlage 3 Vormvrije m.e.r.-beoordeling keersluis De Whaa Bijlagen

65

66 Vormvrije m.e.r.- beoordeling keersluis De Whaa Waterschap Reest en Wieden april 2015

67

68 C olofon Titel Vormvrije m.e.r.-beoordeling keersluis De Whaa Opdrachtgever Waterschap Reest en Wieden Auteurs(s) Elja Beld Projectleider Dinant Hommes Projectnummer Tweede Lezer Jaap de Zeeuw Paraaf Zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de opdrachtgever of bureau Ruimtewerk is het niet toegestaan deze uitgave of delen ervan te vermenigvuldigen of op enige wijze openbaar te maken.

69 A P R I L V O R M V R I J E M. E. R. - B E O O R D E L I N G K E E R S L U I S D E W H A A Inhoud 1 Inleiding Aanleiding Waarom een (vormvrije) m.e.r-beoordeling 6 2 Beschrijving activiteiten en toetsingskader Gebiedsbeschrijving Activiteiten Inrichtingsplan Beschrijving van de functionele eisen van de inrichtingsmaatregelen Toetsingskader 12 3 Beoordeling m.e.r.-plicht 14 4 Conclusie beoordeling 17 4

70

71 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De Waterwet schrijft voor dat de primaire waterkeringen regelmatig moeten worden getoetst om te onderzoeken of deze voldoen aan de wettelijke normen voor de waterveiligheid. Indien de waterkering niet meer aan de norm voldoet, moeten er verbeteringsmaatregelen worden gerealiseerd. In de derde toetsing, die in de periode 2006 tot en met 2011 is uitgevoerd, is keersluis De Whaa (onderdeel van dijkring 9) afgekeurd. In de derde toetsronde is het kunstwerk als onvoldoende beoordeeld op de toetssporen hoogte en betrouwbaarheid sluiting. Ook kent het kunstwerk een beperkt schadebeeld in een van de wanden (damwand met deksloof). Het huidige tweede keermiddel bestaat uit een aantal stalen noodschotten. Deze noodschotten moeten met een mobiele kraan in de sponningen gehesen worden. De huidige schotten zijn in slechte staat en daarnaast is het plaatsen van de schotten onder (lichte) stormcondities problematisch. Boven windkracht 6 mag er, ook al is de sluiting in een vroeg stadium, niet meer gehesen worden en kunnen de schotten niet meer geplaatst worden. De sluiting van het kunstwerk is direct gekoppeld aan een storm gerelateerd hoogwater. De kans is daarom zeer groot dat in de huidige situatie een noodsluiting ook daadwerkelijk onder stormcondities uitgevoerd moet worden. De huidige sluiting is daarom geen betrouwbare situatie. Om de keersluis geschikt te maken voor zijn toekomstige functie in de komende decennia zijn inrichtingsmaatregelen nodig, onder andere het verhogen van de kerende zijde aan de kant van het Zwarte Water, inclusief deuren, van NAP +1,75 meter naar NAP + 2,50 meter. 1.2 Waarom een (vormvrije) m.e.r-beoordeling Milieueffectrapportage (m.e.r.) is bedoeld om het milieubelang vroegtijdig en volwaardig in de plan- en besluitvorming in te brengen. M.e.r. is altijd gekoppeld aan een besluit, bijvoorbeeld aan de vaststelling van een structuurvisie of een bestemmingsplan of een projectplan in het kader van de Waterwet. M.e.r. is een uitgebreide procedure, waarbij onderzoek naar de milieueffecten (verkeer, geluid, natuur, water, etc.) wordt uitgevoerd en in een milieueffectrapport (MER) wordt beschreven. Een m.e.r.-beoordeling is een toets om te beoordelen of bij een project belangrijke nadelige milieugevolgen (kunnen) optreden en eventueel een volwaardig MER nodig is. In het Besluit m.e.r. zijn in de bijlage onderdeel C en D activiteiten opgenomen, waarbij op grond van artikel 7.8b van de Wet milieubeheer besloten moet worden of bij de voorbereiding van het plan of besluit voor die activiteiten een milieueffectbeoordeling (D-lijst) milieueffectrapport (MER) (C-lijst. soms D-lijst) moet worden opgesteld.

72 Conform het gewijzigde Besluit m.e.r. dient, voor activiteiten die wel in de D-lijst zijn opgenomen, maar niet aan de drempelwaarden voldoen, ook een toets aan 'Bijlage III van de Europese richtlijn milieubeoordeling projecten' te worden uitgevoerd. Dit wordt een zogenaamde vormvrije m.e.r.-beoordeling genoemd. Het bevoegd gezag moet zich er ook in dat geval van vergewissen dat er daadwerkelijk geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu zijn. Er zal een toets moeten worden uitgevoerd of belangrijke nadelige milieugevolgen kunnen worden uitgesloten. Voor deze toets wordt de term vormvrije m.e.r.-beoordeling gehanteerd. Deze vormvrije m.e.r.-beoordeling kan tot drie conclusies leiden: 1. de activiteiten vallen niet onder één van de categorieën in de C- of D-lijst van het Besluit m.e.r.; 2. belangrijke nadelige milieugevolgen zijn uitgesloten: er is geen verdere m.e.r.- (beoordeling) noodzakelijk; 3. belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu zijn niet uitgesloten: er moet een volledige m.e.r.-beoordeling plaatsvinden of er kan/moet direct worden gekozen voor een m.e.r.-procedure. In het geval dat de (vormvrije) m.e.r.-beoordeling als resultaat heeft dat de voorgenomen activiteiten niet onder één van de categorieën uit het Besluit m.e.r. vallen, behoeft geen verdere toetsing te worden verricht. In het geval dat de beoordeling als resultaat heeft dat belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen worden uitgesloten moet die conclusie gemotiveerd door het bevoegd gezag worden opgenomen in de tekst van het uiteindelijke besluit in de moederprocedure. In dit geval kan dat in de toelichting van het besluitvormingsdocument. Indien er wel nadelige gevolgen worden verwacht zal een volledige m.e.r.- beoordeling moeten worden opgesteld of direct een m.e.r.-procedure kunnen/moeten worden doorlopen.

73 2 Beschrijving activiteiten en toetsingskader 2.1 Gebiedsbeschrijving Keersluis De Whaa, kunstwerk PK-04, is een keersluis die gelegen is in de primaire waterkering van dijkring 9 tussen Zwartsluis en Slijkenburg, bij dwarsprofiel DP12. De keersluis ligt in Zwartsluis en is in 2003 opgeleverd. De keersluis sluit onder hoogwateromstandigheden de kolk De Whaa af. Direct voor de keersluis ligt de provinciale weg N331 die de Arembergergracht (= vaarweg) door middel van een vaste brug kruist. Achter de keersluis ligt op het Westeinde te Zwartsluis de oorspronkelijke primaire waterkering (Zuiderzeekering, zwart-wit gestippeld in afbeelding 1) met daarin de Arembergersluis, een schutsluit van de provincie Overijssel. Het Westeinde is nu ingedeeld in de categorie waterkeringen, onder nummer O39. Afbeelding 1: ligging en begrenzing plangebied

74 2.2 Activiteiten Inrichtingsplan Om keersluis De Whaa geschikt te maken voor zijn functie in de komende decennia,, zijn de volgende inrichtingsmaatregelen nodig: Het verhogen van de kerende zijde (kant Zwarte Water), inclusief deuren, van NAP +1,75 meter naar NAP + 2,50 meter; De realisatie van een vaste portaalkraan voor het aanbrengen van (nog te leveren) schotbalken voor het tweede keermiddel; Het betreffende kunstwerk is geheel in eigendom bij het waterschap Reest en Wieden. De ondergrond, het perceel Zwartsluis, sectie D, nummer 4304, is van de provincie Overijssel. Het waterschap is verantwoordelijk voor de uitvoering van de inrichtingsplannen om deze kerende functie mogelijk te maken en ook voor de (tijdige) inzet van de kerende functie. Afbeelding 2: Principe detail ophoging met RVS-plaat

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen

Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Ontwerp-projectplan Plaatsen van twee Beaver deceiver bij een duiker ter hoogte van de Beugense Maasstraat te Beugen Auteur: N. van Rooij District: Raam Inhoudsopgave Pagina 1 van 7 Leeswijzer... 3 DEEL

Nadere informatie

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet

PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet PROJECTPLAN voor de wijziging van een waterstaatswerk Artikel 5.4 Waterwet Verwijderen 2 bruggen vervangen door 2 duikers in Zandhoekse Loop en Landmeersche Loop Pagina 1 van 6 26-3-2019 projectplan verwijderen

Nadere informatie

Projectplan Waterwet Aanpassen duikers District Raam 2019

Projectplan Waterwet Aanpassen duikers District Raam 2019 Projectplan Waterwet Aanpassen duikers District Raam 2019 Pagina 1 van 7 november 2018 Inhoudsopgave Projectplan Waterwet Deel I Deel II Deel III Deel IV Aanleg of wijziging van duiker Verantwoording Rechtsbescherming

Nadere informatie

Projectplan Holsdiek Orvelte

Projectplan Holsdiek Orvelte Projectplan Holsdiek Orvelte Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer: 088 2331200 Datum:

Nadere informatie

Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther. Waterschap Aa en Maas

Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther. Waterschap Aa en Maas Ontwerp Projectplan voor oplossen van knelpunt wateroverlast Veldstraat in Heeswijk Dinther Waterschap Aa en Maas 's-hertogenbosch, 12 maart 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 DEEL I: VERRUIMING PROFIELEN

Nadere informatie

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle

Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle Projectplan Aflaat Nieuwe Vecht Zwolle Definitieve versie, april 2013 Waterschap Groot Salland Daartoe gemandateerd door het dagelijks bestuur van het waterschap, besluit de secretaris-directeur van het

Nadere informatie

Projectplan Waterwet

Projectplan Waterwet Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te Someren-Eind Document titel Projectplan Waterwet Verplaatsen stuw 280 DHS Nieuwe Ervenloop nabij de Ploegstraat te

Nadere informatie

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht

Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 2 15 Projectplan Regionale keringen Overijsselse Vecht 3 15 Inhoudsopgave Leeswijzer... 5 Hoofdstuk 1

Nadere informatie

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik

ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik ontwerp-projectplan Waterwet Renovatie en vispassage stuw Schenkel Lopik Voornemen Het College van Dijkgraaf en Hoogheemraden van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden is voornemens, gelet op artikel

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan Waterwet Voorboezem Duifhuisvliet oost

Ontwerp-projectplan Waterwet Voorboezem Duifhuisvliet oost Ontwerp-projectplan Waterwet Voorboezem Duifhuisvliet oost Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Ter inzage van 3 november tot en met 14 december 2015 Verantwoording Titel: Ontwerp-projectplan Waterwet

Nadere informatie

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DATUM 30 april 2017 BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DEEL I VERVANGEN DAMWANDEN REGIONALE WATERKERING PLUUTHAVEN ZEEWOLDE 1. Aanleiding en doel Het waterschap is naar aanleiding van het AV besluit

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017.

Watervergunning. Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht. Datum 16 juni 2017. Watervergunning Voor het uitbreiden van een steiger op de locatie Frederik Hendrikstraat 106 in Utrecht Datum 16 juni 2017 Zaaknummer 13429 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634 57 00 post@hdsr.nl

Nadere informatie

Projectplan vervanging klepkering Kampen-Midden

Projectplan vervanging klepkering Kampen-Midden Projectplan vervanging klepkering Kampen-Midden Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter Van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2

Projectplan Waterwet No-Regret maatregelen regionale keringen Groningen; deelgebied A2 Groningen; deelgebied A2 projectnr. 343811 revisie 0 9 oktober 2018 auteur(s) Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest Postbus 18 9700 AA Groningen Inhoud 1 No-Regret... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 12 juli 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van gemeente Rotterdam.

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 8 december 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Van Omme &

Nadere informatie

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit op grond van artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet:

Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit op grond van artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet: Besluit legger regionale waterkeringen Het dagelijks bestuur van Waterschap De Dommel besluit op grond van artikel 5.1 van de Waterwet en artikel 78 lid 2 van de Waterschapswet: De legger regionale waterkeringen

Nadere informatie

vergunninghouder Wijziging Watervergunning Stammerdijk 41 in Diemen realiseren van een uitbouw 31 augustus 2015 W

vergunninghouder Wijziging Watervergunning Stammerdijk 41 in Diemen realiseren van een uitbouw 31 augustus 2015 W vergunninghouder Stammerdijk 41 in Diemen Datum 31 augustus 2015 Casecode W-15.02322 Kenmerk 15.102675 Wijziging Watervergunning realiseren van een uitbouw Korte Ouderkerkerdijk 7 Amsterdam Postbus 94370

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

Ontwerp-Projectplan Waterwet Herprofileren Rijnwijckse Wetering

Ontwerp-Projectplan Waterwet Herprofileren Rijnwijckse Wetering Documentnummer: DM 1489616 Ontwerp-Projectplan Waterwet Herprofileren Rijnwijckse Wetering Leeswijzer Dit ontwerp-projectplan bestaat uit vier delen. In deel I wordt beschreven wat het waterschap gaat

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Projectplan: Realisatie natuurvriendelijke oever Linthorst Homankanaal te Beilen

Projectplan: Realisatie natuurvriendelijke oever Linthorst Homankanaal te Beilen Projectplan: Realisatie natuurvriendelijke oever Linthorst Homankanaal te Beilen Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl

Nadere informatie

Projectplan. verplaatsen stuw BZ 135-AA

Projectplan. verplaatsen stuw BZ 135-AA Projectplan Aanleg of wijziging van waterstaatswerken voor Beheer en Onderhoud Naam: 249250 Vessem, Kuilenhurk, plaatsen stuw BZ 127 en Mr.van Hasseltweg 1. Doel Optimaliseren waterbeheer (doelrealisatie)

Nadere informatie

Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom

Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom Projectplan Waterwet Vijver Anton van Duinkerkenpark Bergen op Zoom Documentnummer: Zaaknummer: 12IT027757 12.ZK09281 DEEL 1: Aanleg van natuurvriendelijke oevers in de vijver van het Van Duinkerkenpark

Nadere informatie

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) :

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) : *16-0435795* *16-0435795* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2015-0609 Aanvraagnummer (OLO) : 2068731 Aanvrager : ARCADIS Nederland Onderwerp : het vellen/rooien van houtgewas en het kappen van bomen Locatie

Nadere informatie

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Datum 8 mei 2017 Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Versie 1.0 Projectnummer 01.0371/001 R. Kuipers Inhoud Inhoud 3 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie 5 4 Reacties 8 5 Rechtsbescherming

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584 Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus

Nadere informatie

Projectplan waterberging zuidzijde Veldhoekerweg te Heino, stroomgebied Kolkwetering

Projectplan waterberging zuidzijde Veldhoekerweg te Heino, stroomgebied Kolkwetering Projectplan waterberging zuidzijde Veldhoekerweg te Heino, stroomgebied Kolkwetering Opsteller: Datum: Status: Waterschap Groot Salland Dokter van Thienenweg 1 8025 AL Zwolle 21 november 2014 concept Het

Nadere informatie

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal

: Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal Onderwerp Status : Projectplan Waterwet voor het aanpassen van de verdeelwerken Baakse Beek en Groene Kanaal : Ontwerpbesluit Datum vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden : 3 december

Nadere informatie

Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland

Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland Opsteller: Rienke Dekker Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Definitief ontwerp 701581 Datum: 25 april 2012 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 24 juni 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Stichting ALS

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 8 april 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Civil Support

Nadere informatie

Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Ringdijk Watergraafsmeer

Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Ringdijk Watergraafsmeer Datum 8 juni 2018 Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Ringdijk Watergraafsmeer Ons kenmerk 18.030662 Projectnummer 01.1015 S.L.S. Versluis Inhoud Inhoud 3 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie

Nadere informatie

: Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel

: Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel Onderwerp Status : Projectplan Waterwet Realiseren open water verbinding vijver Coehoornsingel in Zutphen met de Berkel : Besluit Datum vastgesteld door het college van dijkgraaf en heemraden : 21 november

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave

Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep. Inhoudsopgave 74OF86 RWD rapporten.indd 1 23-10-2007 14:23:15 74OF86 RWD rapporten.indd 2 23-10-2007 14:23:21 Naar een Duurzaam en Veilig Meppelerdiep Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 3 Inleiding... 4 Het watersysteem...

Nadere informatie

Projectplan Vervanging inlaat Brunstingerveld

Projectplan Vervanging inlaat Brunstingerveld Projectplan Vervanging inlaat Brunstingerveld Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter Van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle e-mail: info@wdodelta.nl website: www.wdodelta.nl Telefoonnummer:

Nadere informatie

Statenvoorstel nr. PS/2007/125

Statenvoorstel nr. PS/2007/125 Statenvoorstel nr. PS/2007/125 Vaststelling onderdeel primaire waterkeringen Verordening voor de Fysieke Leefomgeving Flevoland Jaargang Datum Ons kenmerk Inlichtingen bij 2007-14 13 februari 2007 2007/0053858

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280 Watervergunning Voor het aanleggen van een steiger bij een primaire watergang en een regionale waterkering op de locatie Jacob Barneveldstraat 99 in Linschoten. Datum 14 september 2017 Zaaknummer 16280

Nadere informatie

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger

BPP: Nee FAZ: Nee VVSW: Ja Opdrachtgever: Jelmer Kooistra. Aanvullende eisen aan de inhoud van de legger Onderwerp: Legger boezemwaterkeringen Nummer: Bestuursstukken\1431 Agendapunt: 4 DB: Ja 26-8-2013 Workflow Opsteller: Schelte Kooistra, 0598-693280 Beleid, Projecten en Geoinformatie BPP: Nee FAZ: Nee

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 30 september 2016 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Bode Project-

Nadere informatie

Datum 18 april Ons kenmerk Verslag van inspraak. Projectnummer dijkverbeteringsplan Amsteldijk. S.

Datum 18 april Ons kenmerk Verslag van inspraak. Projectnummer dijkverbeteringsplan Amsteldijk. S. Datum 18 april 2018 Verslag van inspraak dijkverbeteringsplan Amsteldijk Ons kenmerk 18.020093 Projectnummer 01.0374-002 S. Nij Bijvank Inhoud 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie 6 4 Reacties 7

Nadere informatie

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

WATERVERGUNNING D /

WATERVERGUNNING D / WATERVERGUNNING 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 18 mei 2017 een aanvraag voor een watervergunning ontvangen van Centaur Projecten

Nadere informatie

De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op bijgevoegd document met kenmerk: i-4

De werken dienen te worden uitgevoerd zoals aangegeven op bijgevoegd document met kenmerk: i-4 Watervergunning Keur waterschap Vechtstromen Datum:4 februari 2019 Kenmerk: Z-1921353/u19066259 Het dagelijks bestuur heeft op 1 februari 2019 een aanvraag van de gemeente Almelo ontvangen voor een vergunning

Nadere informatie

Leggerdocument sluis Sint Andries

Leggerdocument sluis Sint Andries 3 Leggerdocument sluis Sint Andries DLB 2009/8943 Datum 7 december 2009 Status Definitief Leggerdocument sluis Sint Andries DLB 2009/8943 Datum 7 december 2009 Status Definitief Colofon Uitgegeven door

Nadere informatie

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland

Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Projectplan Aanleggen stuwconstructie Foppenpolder Korte Buurt 15 Maasland Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT pagina 1 Van 7 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Beschrijving

Nadere informatie

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen

Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Concept, 20 juli 2011 Verantwoording Titel Leidraad Kunstwerken in regionale waterkeringen Opdrachtgever STOWA Projectleider ir. B. (Bob) van Bree Auteur(s)

Nadere informatie

Leggerdocument sluiscomplex Heumen

Leggerdocument sluiscomplex Heumen 3 Leggerdocument sluiscomplex Heumen DLB 2009/8941 Datum 7 december 2009 Status Definitief Leggerdocument sluiscomplex Heumen DLB 2009/8941 Datum 7 december 2009 Status Definitief Colofon Uitgegeven door

Nadere informatie

Ontwerp-projectplan verleggen watergang westelijke Bosscherwaarden

Ontwerp-projectplan verleggen watergang westelijke Bosscherwaarden Ontwerp-projectplan verleggen watergang westelijke Bosscherwaarden Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Status : definitief Hoogheemraadschap De Stichtse Datum : maart 2017 Poldermolen 2 Projectnummer

Nadere informatie

ONTWERP LEGGERBESLUIT

ONTWERP LEGGERBESLUIT Ontwerp Leggerbesl uit de Leistert 20 mei 2016 Nee Ontwerp Leggerbesluit de Leistert ARCHIEF *2016-004-054476* i.a.a. PaVH/GABO/2016-004-054476 megu, huva Zaaknummer: Z2016-1204 ONTWERP LEGGERBESLUIT behorende

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570 Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen

Nadere informatie

Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013

Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013 BESLUIT INGEVOLGE DE WATERWET Nummer 2013.0052 Sittard, 30 augustus 2013 1 Onderwerp Toepassen van artikel 4.7, lid 1 van de Keur van het Waterschap Roer en Overmaas met betrekking tot het vrijstellen

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL Concept Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De direct secundaire waterkering langs de Vecht rond Slot

Nadere informatie

Nota van Beantwoording. zienswijzen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Nota van Beantwoording. zienswijzen. Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis. W. Bogaard. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Nota van Beantwoording zienswijzen Projectplan Ipensloter- en Diemerdammersluis W. Bogaard Datum 10 augustus 2015 Ons kenmerk 15.094836 Projectnummer 00.9816 Korte

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866 Watervergunning Voor het slopen van een woning en het afdekken van de fundering met grond bij een waterkering op de locatie bij Provincialeweg Oost 29 in Haastrecht Datum 17 oktober 2017 Zaaknummer 16866

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel

Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel Projectplan Verlegging Secundaire Waterkering Hoger Einde- Noord Ouderkerk aan de Amstel Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De ligging van de direct secundaire waterkering

Nadere informatie

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018 LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Waterschap Aa en Maas Behoort bij DB-besluit nr. 140518/4.5.2 Inhoud 1. Inleiding 2. Leggerbepalingen 3. Kaarten 4. Toelichting Pagina 1 van 10 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017

Watervergunning. Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt. Datum 19 juni 2017 Watervergunning Voor het leggen van een laagspanningskabel bij de Soestdijkseweg Zuid en De Holle Bilt in De Bilt Datum 19 juni 2017 Zaaknummer 13121 Poldermolen 2 Postbus 550 3990 GJ Houten T (030) 634

Nadere informatie

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Opsteller: N. Verhoof-Schuil Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Voorontwerpfase 701700 Datum: 17-01-2013 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering 5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.1 eerste lid onder b: Zonder vergunning van het bestuur is het verboden gebruik

Nadere informatie

BESLUIT LEGGERWIJZIGING

BESLUIT LEGGERWIJZIGING Definitief legger besl uit Z2016-0273 22 j uni 2016 J a BESLUIT LEGGERWIJZIGING De leggerwijziging heeft betrekking op: 1. het gedeeltelijk dempen (verleggen) van het primaire oppervlaktewater Trade Port

Nadere informatie

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg Toelichting Betreft Toelichting op vergunningaanvraag Sluitstukkaden Maasdal Cluster B: Grevenbicht Roosteren Onderdeel Maaseikerweg Ons kenmerk WRO115-OV2.0 Datum 16 december 2015 Behandeld door Kragten

Nadere informatie

Wegenbouwbedrijf J. Rutte B.V.

Wegenbouwbedrijf J. Rutte B.V. Wegenbouwbedrijf J. Rutte B.V. Datum 5 juni 2018 Kenmerk DMS2018-0023700 Zaaknummer WN2018-003783 Watervergunning voor het plaatsen van een hulpconstructie in het oppervlaktewater om de werkzaamheden die

Nadere informatie

Katern 5 Dijken en dammen

Katern 5 Dijken en dammen Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006 108 1 Inleiding.................................................................................. 1.1 Definitie en afbakening In dit katern wordt de toetsing behandeld

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142 WATERVERGUNNING Voor het vervangen van een verkeersregelinstallatiekast (VRI kast) bij een watergang en een waterkering op de locatie Boerendijk ter hoogte van de brug in de Chrysantstraat in Woerden Datum

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam

Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam Ontwikkelingsbedrijf Gemeente Amsterdam Datum 17 april 2018 Kenmerk DMS2018-0011879 Zaaknummer WN2018-000943 Watervergunning voor het aanbrengen van 2.550 m 2 verhard oppervlak op het voormalige voetbalveld

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 17 februari 2017 O M G E V I N G S V E R G U N N I N G 9928-2016, 17 februari 2017 Op 28 juli 2016 hebben wij van u een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het plaatsen van een permanente damwand tpv gemaal

Nadere informatie

Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden

Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden Projectplan Verlegging Waterkering Weesperweg Muiden 1 AANLEIDING EN DOEL De waterkering in de vigerende legger van AGV uit 2007 ligt tussen de Weesperweg en de Vecht door tuinen van woonbooteigenaren

Nadere informatie

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid Met de inwerkingtreding van de gewijzigde Waterwet zijn onduidelijkheden ontstaan met betrekking tot de hoge gronden. Met het loslaten van de dijkringgedachte

Nadere informatie

Niet Digit beschikbaar. Integrale rapportage verlengde. weergave activiteiten verlengde derde toetsronde

Niet Digit beschikbaar. Integrale rapportage verlengde. weergave activiteiten verlengde derde toetsronde Niet Digit beschikbaar Integrale rapportage verlengde derde toetsronde LRT3+ weergave activiteiten verlengde derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden 5 augustus 2013 r. r r r r r r 1 fl r L fl 1 Inleiding

Nadere informatie

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Haarlem, 26 maart 2013 2013 18 Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Bijlagen: Ontwerpbesluit 1 Inleiding Op grond van artikel 2.4 van de Waterwet moeten bij

Nadere informatie

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Toelichting bij het Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Registratienummer 15.18021 Datum April 2015 1. AANLEIDING PEILBESLUIT Het dient herzien te worden vanwege

Nadere informatie

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie Samenvatting Toetsing veiligheid Diefdijklinie 22 mei 2007 Inleiding De Diefdijklinie is een scheidingsdijk tussen de dijkringgebieden van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en de Betuwe en Tieler-

Nadere informatie

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag

Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Projectplan Capaciteitsverhoging gemaal Ypenburg, gemeente Den Haag Opsteller: E. Jansens Molenaar Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Besteksfase 701897 Datum: 29 augustus 2016 Datum: 29 augustus

Nadere informatie

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem

het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem CTF Amsterdam bv Prinsengracht 436 in Amsterdam Datum 21 april 2017 Casecode W-17.00767 Kenmerk 17.070654 Watervergunning het lozen van grondwater bij de realisatie van een WKO systeem Uw kenmerk / projectcode:

Nadere informatie

Q waternet. Waternet, Sector KMR. Dammerweg 1 in Weesp. Watervergunning. voor het plaatsen van een boothuis in de Vecht in Weesp

Q waternet. Waternet, Sector KMR. Dammerweg 1 in Weesp. Watervergunning. voor het plaatsen van een boothuis in de Vecht in Weesp Waternet, Sector KMR Dammerweg 1 in Weesp Datum 1 november 2016 Casecode W-16.02577 Kenmerk 16.095154 Watervergunning voor het plaatsen van een boothuis in de Vecht in Weesp Q waternet waterschap amstel

Nadere informatie

Op de voorstellen van gedeputeerde staten van Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland;

Op de voorstellen van gedeputeerde staten van Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland; Besluit van provinciale staten van Utrecht van 6 februari 2006, Noord-Holland van (datum), van Zuid- Holland van (datum) en van Gelderland van (datum) tot vaststelling van de Verordening waterkering West-Nederland

Nadere informatie

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het

Nadere informatie

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Gemeente Horst aan de Maas Van drs. F.M. van Schie Telefoon 0302653276 RM193104 Toelichting bij aanvraag vergunningen dijkversterking Grubbenvorst Datum 13 mei 2016 Projectnummer Onderwerp Inleiding

Nadere informatie

Verslag van inspraak. Bij dijkverbeteringsplan Nieuweweg en Waterleidingkade. A. Schopman I. Mulders. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht

Verslag van inspraak. Bij dijkverbeteringsplan Nieuweweg en Waterleidingkade. A. Schopman I. Mulders. Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht Verslag van inspraak Bij dijkverbeteringsplan Nieuweweg en Waterleidingkade A. Schopman I. Mulders Datum 15 december 2015 Ons kenmerk 15.139115 Projectnummer 00.9007

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Ontwerp Omgevingsvergunning (artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht)

Ontwerp Omgevingsvergunning (artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Ontwerp Omgevingsvergunning (artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum besluit Datum verzending Vergunningnummer HZ WABO-2013-0587 Burgemeester en Wethouders van Meerssen:

Nadere informatie

Leggerdocument sluis Limmel

Leggerdocument sluis Limmel 3 Leggerdocument sluis Limmel DLB 2009/8944 Datum 7 december 2009 Status Definitief Leggerdocument sluis Limmel DLB 2009/8944 Datum 7 december 2009 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte. Het verlengen van een snelfietspad ter hoogte van de Oostzanerdijk 180 in Amsterdam

Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte. Het verlengen van een snelfietspad ter hoogte van de Oostzanerdijk 180 in Amsterdam Gemeente Amsterdam Verkeer en Openbare Ruimte Datum 18 januari 2017 Kenmerk 16.170742/W-16.03034 Wijzigingsbesluit Het verlengen van een snelfietspad ter hoogte van de Oostzanerdijk 180 in Amsterdam Uw

Nadere informatie

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Projectplan Waterwet (definitief besluit) Datum 08-09-2014 Projectnummer P2200C Onderwerp Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit

Nadere informatie

WATERVERGUNNING (RAAM)

WATERVERGUNNING (RAAM) WATERVERGUNNING (RAAM) Voor het aanleggen van glasvezel bij watergangen op de locatie nabij Burgemeester Middelweerdbaan 1 in De Meern Datum 30 augustus 2018 Zaaknummer 31735 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1

Nadere informatie

WIJZIGINGSBESLUIT (watervergunning) D /

WIJZIGINGSBESLUIT (watervergunning) D / WIJZIGINGSBESLUIT (watervergunning) 1 Inleiding Dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap van Delfland (hierna: Delfland) hebben op 15 november 2017 een aanvraag voor een wijziging van een watervergunning

Nadere informatie

ONTWERP BESCHIKKING. Inhoudsopgave

ONTWERP BESCHIKKING. Inhoudsopgave ONTWERP BESCHIKKING Onderwerp (Ontwerp) Watervergunning Wijziging kabeltraject Windpark Fryslân deel ten oosten van Kornwerderzand tot het Friese vaste land Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Zaaknummer: 2017-Z4754 Datum: 29 mei zaaknr Z4754 doc.nr D / D34848

WATERVERGUNNING. Zaaknummer: 2017-Z4754 Datum: 29 mei zaaknr Z4754 doc.nr D / D34848 WATERVERGUNNING Voor het tijdelijk bouwen en tijdelijk behouden van een houten oversteek constructie in de Geul en het houden van de Cavemanrun op 25 juni 2017 te Valkenburg aan de Geul Zaaknummer: 2017-Z4754

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten. Omgevingsvergunning Poststuknummer: DA00110064 Burgemeester en wethouders hebben op 6 september 2018 een aanvraag omgevingsvergunning ontvangen en in behandeling genomen voor het bouwen van 207 woningen

Nadere informatie

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Versie 16 juni 2016 701948 Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Opsteller: C.M. Woltering Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Datum: 16-06-2016 Datum: 16-06-2016

Nadere informatie

Errata Vuistregels voor beheerdersoordeel bij de toetsing van Niet-Waterkerende Objecten (NWO s)

Errata Vuistregels voor beheerdersoordeel bij de toetsing van Niet-Waterkerende Objecten (NWO s) Errata Vuistregels voor beheerdersoordeel bij de toetsing van Niet-Waterkerende Objecten (NWO s) Nr. Waar Pagina Onderdeel Opmerking 1 Algemeen Titel Toepassingsgebied is Dijken en dammen, waarmee titel

Nadere informatie