Dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost. Ontwerp projectplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost. Ontwerp projectplan"

Transcriptie

1 Dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost Ontwerp projectplan 27 maart 2012

2

3 ONTWERP PROJECTPLAN DIJKVERSTERKING EILAND VAN DORDRECHT OOST WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 27 maart :F - Definitief C

4 Inhoud Inleiding bij de terinzagelegging van het projectplan dijkversterking 3 1 Waarom een projectplan dijkversterking? Dijken voldoen niet aan veiligheidsnorm en moeten versterkt worden Hoe komt dit projectplan tot stand? Inhoud van dit projectplan 9 2 Eisen, randvoorwaarden en uitgangspunten Veiligheid Ruimtelijke kwaliteit Inpassing in de (woon)omgeving Landschap en cultuurhistorie Landbouw Natuur Archeologie Strategisch Groenproject Nieuwe Dordtse Biesbosch Ontwikkeling Driehoek Bildersteeg Beheer en onderhoud Kosten 15 3 Ontwerp Algemene beschrijving van de dijkversterking Versterkingsmaatregelen Principe grondwerk en Opbouw van de bermen Hydraulische effecten van de dijkversterking Aanleghoogte en ontwerphoogte Bomen en andere niet waterkerende objecten Kabels en leidingen Kunstwerken Natuurmaatregelen Overige inpassingsmaatregelen Aanvullende beschrijving per traject Wantijdijk: km Wantijdijk: km Zeedijk: km Zeedijk: km Zeedijk: Kop van t Land km Zeedijk: km Buitendijk: km Buitendijk: Prinsenheuvel km Buitendijk: km Hoe verder? Planning op hoofdlijnen :F - Definitief ARCADIS 1

5 4.2 Procedure Projectplan en projectnota/mer Coördinatie binnen de Waterwet Vereiste vergunningen Inspraak Uitvoeringsaspecten Werktijden Natuurmaatregelen tijdens uitvoering Uitvoeringsmethode en monitoring Transportroutes en werkstroken Kabels en leidingen Veiligheidsaspecten Grondverwerving, nadeelcompensatie en uitvoeringsschade Verwerving, zakelijk recht, onteigening en gedoogplicht Nadeelcompensatie Uitvoeringsschade Monitoring, Beheer en onderhoud Beheer en onderhoud De legger waterkeringen 44 Bijlage 1 Nota van Uitgangspunten 45 Bijlage 2 Geotechnisch achtergrondrapport 47 Bijlage 3 Verkenning hydraulische effecten van de dijkversterking 49 Bijlage 4 Landschappelijk inpassingsplan 58 Bijlage 5 Grondverwervingstekening 60 Bijlage 6 Ontwerptekeningen Wantijdijk/ Zeedijk 62 Bijlage 7 Ontwerptekeningen Buitendijk 64 Colofon :F - Definitief ARCADIS 2

6 Inleiding bij de terinzagelegging van het projectplan dijkversterking Het Waterschap Hollandse Delta is voornemens twee dijken aan de oostzijde van het Eiland van Dordrecht te versterken. In de Waterwet staat vastgelegd dat het waterschap voor een dergelijke versterking een projectplan moet opstellen: ARTIKEL De aanleg of wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder geschiedt in overeenstemming met een daartoe door hem vast te stellen projectplan. [ ]. 2. Het plan bevat ten minste een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd, evenals een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. [ ] Projectplan en ontwerptekeningen Dit projectplan Dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost omvat dus een beschrijving van de door het waterschap voorgenomen maatregelen. De maatregelen worden weergegeven in de bijgevoegde ontwerptekeningen en worden toegelicht in de tekst. Daarnaast is beschreven hoe nadelige gevolgen van de versterking voor de omgeving van de dijk zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden, denk hierbij aan overlast voor de bewoners op en rond de dijk of aan aantasting van de natuur in de aangrenzende Biesbosch. Milieueffectrapport Projectnota/MER Afbeelding 1 Samen met de direct betrokkenen zijn de alternatieven voor de dijkversterking besproken en beoordeeld. Voorafgaand aan het opstellen van het ontwerp van de versterking is zorgvuldig afwogen welke van de verschillende mogelijk manieren om de dijken te versterken volgens het waterschap het meest geschikt is in dit specifieke geval. Bij deze zogenaamde alternatievenafweging is, naast veiligheid, rekening gehouden met bewoners belangen, effecten van de versterking op natuur, op landbouw, op archeologische waarden in het gebied etc. Deze afweging is gedaan in overleg met de direct betrokkenen uit de omgeving en staat beschreven in het milieueffectrapport (MER). In dit milieueffectrapport kunt u een gedetailleerde beschrijving vinden van de effecten van de verschillende alternatieven op de omgeving. De conclusie van het rapport is het zogenaamde memo voorkeursalternatief (memo VKA) waarin het waterschap uitlegt waarom het gekozen heeft voor het alternatief op basis waarvan :F - Definitief ARCADIS 3

7 het huidige ontwerp is opgesteld. Het memo VKA en het MER samen worden de Projectnota/MER genoemd. Deze nota ligt samen met dit projectplan ter inzage. Geotechnisch achtergrondrapport Voor uitwerken van het nog schetsmatige voorkeursalternatief tot het huidige ontwerp zijn vele technische beschouwingen gedaan. Deze hebben betrekking op de grondopbouw ter plaatse van de dijk, de sterkte van de aangetroffen grondlagen, de waterstanden waarmee gerekend moet worden, klimaat scenario s etc. Al deze technische beschouwingen zijn opgenomen in het geotechnisch achtergrondrapport van deze dijkversterking, dat ook ter inzage ligt samen met dit projectplan. Het resultaat van alle berekeningen is uiteindelijk een veilige dijk met de juiste afmetingen. In dit achtergrondrapport is ook een aantal specifieke beschouwingen opgenomen waarin is bekeken hoe bepaalde nadelige effecten van het ontwerp verder beperkt konden worden. Zo is bijvoorbeeld gekeken hoe de zwarte populieren bij de veerstoep van de Kop van t Land mogelijkerwijs gespaard konden worden en hoe het ruimtebeslag op het landbouwareaal zoveel mogelijk beperkt kon worden. Passende beoordeling De dijken in dit versterkingsproject grenzen aan de Biesbosch. Dit natuurgebied heeft een zwaar beschermde status in het kader van Nederlandse en Europese regelgeving. De Biesbosch is een zogenaamd Natura 2000 gebied en daarom moet bij de Provincie Zuid- Holland een vergunning aangevraagd worden in het kader van de natuurbeschermingswet. Een dergelijke vergunningsaanvraag moet onderbouwd worden met een apart rapport waarin nog eens heel gedetailleerd beschreven is wat de effecten van het uitgewerkte ontwerp op de natuur binnen de Biesbosch zijn, en hoe nadelige effecten voorkomen kunnen worden. Dit rapport wordt de passende beoordeling genoemd en ligt ook ter inzage met dit projectplan. De speciale maatregelen om nadelige effecten op de natuur te voorkomen en om waar mogelijk een kwaliteitsimpuls te geven worden ook kort benoemd in dit projectplan. Tot slot ligt nog een aantal andere vergunningsaanvragen ter inzage samen met dit projectplan. Dit betreft vergunningen die aangevraagd moeten worden om de dijkversterking mogelijk te maken. Deze worden elders in dit document beschreven :F - Definitief ARCADIS 4

8 1 HOOFDSTUK Waarom een projectplan dijkversterking? In dit hoofdstuk leest u de aanleiding van dit projectplan: een aantal dijkvakken die horen bij het Eiland van Dordrecht Oost (de Wantijdijk, de Zeedijk en de Buitendijk) voldoen niet aan de veiligheidsnorm en moeten daarom versterkt worden. Dit hoofdstuk gaat daarnaast in op het proces voorafgaand aan dit projectplan en geeft een overzicht van de opbouw van dit document. 1.1 DIJKEN VOLDOEN NIET AAN VEILIGHEIDSNORM EN MOETEN VERSTERKT WORDEN Een belangrijke taak van waterschap Hollandse Delta (verder: WSHD) is het voorkomen van overstromingen en wateroverlast. WSHD zorgt ervoor dat de dijken, dammen, duinen en kades in goede staat zijn, zodat bewoners van het beheersgebied van WSHD veilig kunnen wonen, werken en recreëren. Elke zes jaar toetst WSHD de veiligheid van de dijken en duinen. In 2006 is een dergelijke toetsingsronde afgerond. Hieruit is gebleken dat de Wantijdijk van km 5.0 tot km 6.05, de Zeedijk van km 6.05 tot km 8.6 en de Buitendijk van km 16.3 tot km op termijn niet meer voldoen aan de wettelijke veiligheidseisen (zie Afbeelding 1) WSHD heeft met het rijk en de provincie Zuid-Holland afgesproken dat de betreffende dijkvakken van de Wantijdijk, Zeedijk en Buitendijk in 2017 weer aan de wettelijk vastgestelde normen voldoen. In dit projectplan dijkversterking is aangegeven op welke manier de versterking van de dijk vorm zal krijgen. VEILIGHEIDSNORM Aan primaire waterkeringen, zoals dijken en duinen, worden strenge veiligheidseisen gesteld in de Waterwet. Deze eisen hangen af van de mogelijke schade in een bepaald gebied. Per dijkring wordt een vastgestelde norm gehanteerd. De dijk moet water kunnen keren dat maar eens in de zoveel tijd voorkomt. Voor dijkring 22, Eiland van Dordrecht, is die kans gemiddeld 1/2000 per jaar. Als iemand 100 jaar zou worden, is de kans 5% dat zo iemand die waterstand meemaakt. 1 In het MER is rekening gehouden met een versterking van de Buitendijk van km 16.3 tot De versterkingsmaatregelen aan dit dijkdeel zijn bij nadere bestudering beperkt en kunnen binnen de reguliere beheerscyclus worden meegenomen, daarom vallen ze als zodanig niet meer onder dit project :F - Definitief ARCADIS 5

9 Afbeelding 2 De dijken behorende bij het dijkversterkingsproject Eiland van Dordrecht Oost: A: Wantijdijk B: Zeedijk C: Buitendijk Toelichting faalmechanismen dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost Bij de toetsing wordt de dijk op een aantal faalmechanismen getest. Bij een toetsing wordt rekening gehouden met waterstanden en omstandigheden die zich de komende vijf jaar kunnen voordoen. Als een dijkvak op één van deze mechanismen onvoldoende scoort moet de dijk versterkt worden. De dijk wordt op een dergelijke manier versterkt dat deze voor de komende vijftig jaar weer aan de veiligheidsnormen voldoet. De waterkerende kunstwerken zoals gemalen en damwanden worden zelfs ontworpen met een horizon van honderd jaar. De faalmechanismen waarop de dijkvakken zijn afgekeurd zijn hieronder toegelicht. Een toelichting op de diverse faalmechanismen is gegeven in Afbeelding 3. Wantijdijk Langs de Wantijdijk is bij hoog water de binnenwaartse stabiliteit onvoldoende. Er is een grote, en relatief diepe waterpartij aanwezig achter de dijk, wat instabiliteit van de dijk hier veroorzaakt. Op de vooroever van de dijk zijn opgaande beplanting en bomen aanwezig, wanneer die omwaaien kunnen die een gat in de teen van de dijk veroorzaken. Zeedijk Van de Zeedijk is van km 6.6 tot km 7.7 de binnenwaartse stabiliteit onvoldoende. Het dijktraject van km 7.5 tot km 8.6 is scoort onvoldoende voor het faalmechanisme piping. In het traject van km 6.0 tot circa km 7.3 zijn bomen aanwezig aan de binnenzijde van de dijk langs de dijksloot, als die omwaaien kunnen die een gat in de teen van de dijk veroorzaken. Buitendijk De Buitendijk is van km 16.3 tot km 18.7 afgekeurd ten aanzien van het faalmechanisme piping. Langs het dijktraject is plaatselijk hoog opgaande beplanting in of langs de dijk aanwezig, die het waterkerende vermogen in negatieve zin beïnvloeden :F - Definitief ARCADIS 6

10 Afbeelding 3 Toelichting faalmechanismen Toelichting faalmechanismen Overslag Als de dijk te laag is kan de dijk overstromen door te hoge (extreem hoge) waterstanden en/of golven. Schematische weergave overslag als faalmechanisme (l) (l) [bron: helpdeskwater.nl] en een voorbeeld van een overstromende zomerkade (r). Macrostabiliteit binnentalud (afschuiving) Te lage stabiliteit aan de binnenzijde van de dijk of buitentalud betekent dat bij een hoge waterstand, de grond van de binnenzijde van de dijk kan gaan schuiven door de combinatie van waterdruk en overslaande golven, die de binnenzijde verzwakken. De grond van het binnentalud schuift dan langs een glijcirkel af (zie hieronder ter illustratie). Op de plek van de afschuiving wordt de dijk zwakker en zal deze bezwijken. Schematische weergave binnenwaartse macrostabiliteit als faalmechanisme (l) [bron: helpdeskwater.nl] en een voorbeeld uit de praktijk (r). Piping (onderloopsheid) Piping betekent dat er in de zandlaag water onder de dijk gaat stromen naar de polder toe. Dit water kan gangen vormen, waardoor de dijk ondermijnd wordt. Het zand wordt meegevoerd uit de ondergrondse laag, zodat er zwakke plekken onder de dijk ontstaan. Dit mechanisme kan herkend worden door het ontstaan van zandmeevoerende wellen 2 aan de binnenzijde van de dijk (zie onderstaand figuur met bijbehorende foto). Schematische weergave piping als faalmechanisme (l) [bron: helpdeskwater.nl] en een voorbeeld van een zandvoerende wel (r). 2 Verschijnsel waarbij uittredend kwelwater zand uitspoelt uit de ondergrond :F - Definitief ARCADIS 7

11 Windworp en uitspoeling door bomen Windworp ontstaat wanneer bomen op of langs de dijk omvallen. Daarbij kunnen stukken dijk meegenomen worden, waardoor er schade ontstaat aan de dijk. Bomen en beplanting die door de wind omwaaien en ontwortelen veroorzaken dan ontgronding, waardoor de dijk blootgesteld wordt aan uitschuring. Op verschillende stukken dijk bevinden zich bomen die windworp en ontgronding kunnen veroorzaken. Schematische weergave windworp als faalmechanisme Dijkbekleding Door golfslag of golfoverslag kan de dijkbekleding beschadigd raken. Daardoor kan een deel van de dijk wegspoelen. Het is dus van belang dat de dijkbekleding sterk genoeg is om de golfslag te kunnen weerstaan. 1.2 HOE KOMT DIT PROJECTPLAN TOT STAND? De dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost wordt verbeterd op grond van: de Waterwet; voorbereiding en uitwerking van de verbeteringsmaatregelen in een projectplan conform artikel 5.4 (Waterwet), en de Crisis- en herstelwet (C&H); de C&H schrijft een verkortte doorloop voor de (vaststellings-) procedure voor. Na afronding van het project voldoet de primaire waterkering aan de veiligheidsnorm en gemiddelde kans op overschrijding zoals vastgesteld in de Waterwet. STAPPEN IN HET ONTWERPPROCES: Het voorliggende projectplan van dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost voor de Wantijdijk, Zeedijk en Buitendijk is het resultaat van een heel ontwerpproces. Dit ontwerpproces is gestart met het analyseren van de faalmechanismen. Op basis van deze faalmechanismen zijn globale oplossingen geformuleerd die gaandeweg het ontwerpproces steeds verder uitgewerkt zijn, met dit projectplan als uiteindelijke resultaat. Aan de hand van een viertal stappen is de rode lijn van dit ontwerpproces toegelicht. Stap 1: Startnotitie MER (2009) De eerste stap was de startnotitie (Startnotitie Dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost, december 2008, kenmerk C03011/WA8/054/000007). Hierin is de problematiek beschreven, is informatie verzameld over de huidige situatie, én zijn mogelijke oplossingen geschetst. In de startnotitie is op hoofdlijnen aangegeven welke milieueffecten in het vervolg van het planproces onderzocht moesten worden. Stap 2: Uitwerken alternatieven en varianten ten behoeve van het MER In de tweede stap zijn vervolgens de oplossingen uitgewerkt tot alternatieven en varianten. Voor de Wantijdijk/Zeedijk zijn twee alternatieven beschouwd: Een vierkante versterking, waarbij de dijk zowel aan de binnendijkse als de buitendijkse zijde wordt verzwaard, en een buitenwaartse asverschuiving, waarbij het hele dijklichaam een stuk richting de rivier wordt :F - Definitief ARCADIS 8

12 verplaatst. Een variant op de vierkante versterking is het plaatsen van verticale constructies (ondergronds) op de delen waar woningen staan. Voor de Buitendijk zijn drie alternatieven beschouwd: een vierkante versterking, waarbij de dijk zowel aan de binnendijkse als de buitendijkse zijde wordt verzwaard, een buitenwaartse asverschuiving, waarbij het hele dijklichaam een stuk richting de rivier wordt verplaatst, en een binnenwaartse asverschuiving, waarbij het hele dijklichaam een stuk naar het binnenland toe wordt verschoven. Voor alle alternatieven is ook een variant meegenomen, namelijk een verticale constructie (ondergronds) om de kwelweg te verlengen, waardoor minder brede bermen nodig zijn om de dijk veilig te maken. Stap 3: MER (2009) Bovenstaande alternatieven en varianten zijn uitgewerkt en beoordeeld in de Projectnota/MER Dijkversterking Eiland van Dordrecht oost (ARCADIS, 4 november 2011). De alternatieven zijn beoordeeld en vergeleken op basis van hun effecten op het milieu en omgeving. Op basis van deze studie heeft WSHD het meest milieuvriendelijke alternatief (MMA) en vervolgens het voorkeursalternatief (VKA) gekozen. In het MER is de keuze voor het MMA en VKA onderbouwd. Het VKA is uitgewerkt in het voorliggende projectplan. Stap 4: Uitwerken VKA Voor de Wantijdijk/Zeedijk is gekozen voor de vierkante versterking in grond en ter plaatse van de woningen een damwandconstructie. Voor de Buitendijk is ook gekozen voor een vierkante versterking in grond. Met een optimalisatie van de afmetingen van de bermen en aanpassingen van het watersysteem is het ruimtebeslag zover geminimaliseerd dat de afmetingen van de bermen kleiner zijn dan de afmetingen die gebruikt zijn voor de varianten afweging in de projectnota/ MER. 1.3 INHOUD VAN DIT PROJECTPLAN Projectplan conform de Waterwet Het voorliggende projectplan is de complete beschrijving van de dijkversterking, zoals de Waterwet in artikel 5.4 vereist. Het plan bevat "ten minste een beschrijving van het betrokken werk en de wijze waarop dat zal worden uitgevoerd, alsmede een beschrijving van de te treffen voorzieningen, gericht op het ongedaan maken of beperken van de nadelige gevolgen van de uitvoering van het werk. HOOFDSTUK 2 Vertaling van vereisten uit de Waterwet naar dit projectplan De basis voor de versterking wordt gevormd door de eisen waaraan de te versterken dijken moeten voldoen. De belangrijkste eis aan de dijken is uiteraard dat deze veilig zijn (paragraaf 2.1). Daarnaast worden eisen gesteld aan het materiaalgebruik (paragraaf 2.2). De versterkingsmaatregelen moeten zo goed mogelijk ingepast worden in de omgeving, zodat de ruimtelijke kwaliteit van het gebied niet verminderd wordt. In paragraaf 2.3 is concreet aangegeven aan welke eisen de dijkversterking moet voldoen om de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen. Naast de ruimtelijke kwaliteit dient ook rekening gehouden te worden met het beheer en onderhoud van de dijk. In paragraaf 2.4 zijn de eisen hieraan toegelicht. Tot slot moet de dijkversterking, inclusief alle bijkomende werkzaamheden ook gefinancierd worden. Paragraaf 2.5 gaat hier nader op in :F - Definitief ARCADIS 9

13 HOOFDSTUK 3 Het dijkontwerp is beschreven in hoofdstuk 3. Hierin worden de noodzakelijke versterkingsmaatregelen, aanpassingen aan de bekleding en de opbouw van de bermen toegelicht. Vervolgens wordt ingegaan op de invloed op bomen en andere nietwaterkerende objecten en de aanwezige waterkerende kunstwerken beschreven. Ook de compenserende en mitigerende maatregelen zijn opgenomen in dit hoofdstuk, evenals maatregelen voor natuurontwikkeling en landschappelijke inpassing. HOOFDSTUK 4 Hoofdstuk 4 richt zich op de planning (paragraaf 4.1), de procedures en vergunningen (paragraaf 4.2), uitvoeringsaspecten (paragraaf 4.3) en de grondverwerving en schadevergoeding (paragraaf 4.4). BIJLAGEN Wat hoort nog meer bij dit plan? Aspecten die ten grondslag liggen aan het projectplan zijn opgenomen in de bijlagen. Bijlage 1: Nota van Uitgangspunten Bijlage 2: Geotechnisch achtergrondrapport Bijlage 3: Landschappelijk inpassingsplan Bijlage 4: Grondverwervingstekening Bijlage 5: Ontwerptekeningen Wantijdijk/Zeedijk Bijlage 6: Ontwerptekeningen Buitendijk :F - Definitief ARCADIS 10

14 2 HOOFDSTUK Eisen, randvoorwaarden en uitgangspunten In dit hoofdstuk is een samenvatting gegeven van de eisen, randvoorwaarden en uitgangspunten voor het dijkversterkingsontwerp. In de nota van uitgangspunten (zie bijlage 1) zijn de aspecten uitgebreider beschreven en onderbouwd. 2.1 VEILIGHEID Veiligheidsnorm Het dijkontwerp moet voldoen aan de eisen tegen overstroming uit de Waterwet. De dijk moet een waterstand kunnen keren met een overschrijdingskans van gemiddeld 1/2000 per jaar. WSHD houdt rekening met toekomstige ontwikkelingen in klimaat en veiligheidsdenken en wil toekomstbestendig, robuust ontwerpen door dijkringbenadering èn de robuustheidtoeslag toe te passen (zie hieronder). Voor het aanpassen van een dijk in grond, gelegen in landelijk gebied geldt binnen dit project een planhorizon van 50 jaar (2060). Voor aanpassing of aanleg van waterkerende kunstwerken geldt een planhorizon van 100 jaar (2110). Het ontwerp is gebaseerd op vigerende leidraden en technische rapporten van het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) en haar voorganger de Technisch Adviescommissie Waterkeren (TAW) en de eigen beleidsregels van WSHD op dit gebied. Dit staat nader uitgewerkt in bijlage 1 en ook bijlage 2, het geotechnisch achtergrondrapport Hydraulische randvoorwaarden De hydraulische randvoorwaarden beschrijven de te keren waterhoogte, golfhoogte, de ontwerpbelasting. De uitgangspunten voor de bepaling van de hydraulische ontwerpbelastingen zijn gegeven in het rapport Bepaling hydraulische ontwerpbelasting en ontwerphoogte dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost (Alkyon, oktober 2009) :F - Definitief ARCADIS 11

15 Robuustheidstoeslag Dijkringbenadering WSHD rekent met een verhoging van de maatgevende waterstand met 0,3 m in verband met onzekerheden (dit is de zogenaamde robuustheidstoeslag) én de gevolgen van de klimaatontwikkeling gedurende de planperiode voor verhoogde rivierafvoer en zeespiegel volgens het WB21-middenscenario 3. De overschrijdingskans wordt verondersteld betrekking te hebben op de toelaatbare faalkans van de rond het dijkringgebied gelegen waterkering. Omdat de dijkring uit een groot aantal dijkvakken bestaat dient per dijkvak daarom een relatief lage overschrijdingskans te worden aangehouden. Dit is de zogenaamde dijkringbenadering. WSHD rekent verder met een toelaatbaar golfoverslagdebiet van 1,0 l/s/m en een waakhoogte van 0,5 m. Daarnaast wordt rekening gehouden met de maatregelen uit de planologische kernbeslissing Ruimte voor de Rivier. De autonome bodemdaling bedraagt de komende 50 jaar 0,1 m. De maatgevende waterstanden zijn opgenomen in het achterliggende rapport Bepaling hydraulische ontwerpbelasting en ontwerphoogte dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost (Alkyon, oktober 2009). 2.2 RUIMTELIJKE KWALITEIT Het doel van de dijkversterking is het voldoen aan de wettelijk vereiste veiligheid, met behoud en waar mogelijk versterken van de ruimtelijke kwaliteit. Eisen vanuit de ruimtelijke kwaliteit zijn opgedeeld in eisen aan gebruiksfuncties (gebruikskwaliteit) en eisen vanuit de inpassing in de omgeving (belevingskwaliteit) INPASSING IN DE (WOON)OMGEVING Uitgangspunt voor de dijkversterking is om de maatregelen zo goed mogelijk in te passen in de (woon)omgeving. Dat houdt in dat zo veel mogelijk rekening wordt gehouden met bebouwing op en langs de dijk en dat de infrastructuur na de dijkversterking hersteld wordt zodat de bereikbaarheid van de dijken en haar omgeving blijft gewaarborgd. Hetzelfde geldt voor het watersysteem (watergangen) LANDSCHAP EN CULTUURHISTORIE Bij de uitwerking van het ontwerp van de dijkversterking is zo veel mogelijk gestreefd naar behoud en mogelijk versterken van de continuïteit, herkenbaarheid en het historische profiel van de dijk. Deze uitgangspunten zijn opgenomen in het landschappelijk inpassingsplan (bijlage 4). 1. Gestreefd is naar een zo compact mogelijke dijk, waarbij continuïteit van de dijk in de lengterichting zo veel mogelijk intact is gehouden, zodat maatregelen niet als incident plaatsvinden tenzij daar (historisch) aanleiding voor is. 3 Het KNMI heeft op basis van klimaatonderzoek in het jaar 2000 drie algemene klimaatscenario's voor Nederland samengesteld voor de Commissie Waterbeheer 21 e eeuw (WB21). Naar deze scenario's wordt vaak verwezen als de WB21-scenario's. Een beschrijving is te vinden in het Rapport "Climate Scenarios for Impact Studies in The Netherlands" (G.P. Können, 2001) :F - Definitief ARCADIS 12

16 1. De huidige vorm van (het tracé van) de dijk en de open zichtlijnen over het water en langs de dijk zijn zoveel mogelijk behouden. De afwisseling in beleving van het water van de Nieuwe Merwede en de Biesbosch is een belangrijk kenmerk van de dijk. Terughoudendheid in de toepassing van nieuwe voorlanden om de dijk te versterken is gewenst, dit geldt vooral voor de Dordtse Biesbosch. 2. Zoveel mogelijk voorkomen aantasting van beplantingen. Indien mogelijk herplant van deze boomstructuren met duurzame streekeigen soorten. 3. Aantasting van structuren en elementen (kazematten) van de Stelling Hollandsch Diep voorkomen. De bestaande kazematten zoveel mogelijk en op enige afstand van de dijk behouden. 4. Aandacht voor de landschappelijke vormgeving van bijzondere plekken op het dijktracé. Het gaat hier om bijzondere (historische) elementen, zoals de knik in de dijk bij Louisapolder West, Prinsenheuvel, het wiel achter de Zeedijk, Kop van t Land en de aardhaalzones (stroken land achter de Zeedijk) LANDBOUW Het ruimtebeslag op het landbouwareaal door de dijkverbetering wordt zo veel mogelijk beperkt. Daarnaast dienen de percelen bereikbaar te blijven, zowel tijdens de aanlegfase als de gebruiksfase NATUUR Behoud en zo mogelijk versterken van de huidige natuurwaarden in het Natura 2000-gebied de Biesbosch is een belangrijk uitgangspunt voor de dijkversterking. De bomen langs de dijken functioneren mogelijk als vliegroute en/of verblijfplaats voor vleermuizen. Het is van belang om passende maatregelen te nemen waarmee de verbindings- en verblijfsfunctie van de landschapsstructuren in stand wordt gehouden ARCHEOLOGIE WSHD streeft naar een versterking met zo min mogelijk grondverstorende werkzaamheden, vanwege de aanwezige stroomgordels en de sporen van het afgedekte Middeleeuwse landschap. Waar deze archeologische waarden niet in situ behouden kunnen worden wordt archeologisch onderzoek uitgevoerd STRATEGISCH GROENPROJECT NIEUWE DORDTSE BIESBOSCH Op het Eiland van Dordrecht wordt de komende jaren de Nieuwe Dordtse Biesbosch gerealiseerd, een Strategisch Groen Project met ongeveer 400 hectare nieuw recreatiegebied en 400 hectare nieuwe natuur. Er is reeds een voorontwerp bestemmingsplan aanwezig. De Wantijdijk en Zeedijk grenzen aan de Nieuwe Dordtse Biesbosch (NDB). De twee projecten worden op elkaar afgestemd om tot een integraal gebiedsontwerp te komen en wederzijdse doelstellingen zo mogelijk te versterken. De projecten hebben raakvlakken in de ontwerpen uitvoeringsfase in meerdere disciplines. De belangrijkste raakvlakken zijn de waterhuishouding, ruimtelijke inpassing, verkeer, uitvoeringsplanning en grondbalans. Het :F - Definitief ARCADIS 13

17 waterhuishoudingsplan is in samenwerking met WSHD en het projectteam NDB opgesteld. Voor de ruimtelijke inpassing zijn gezamenlijke ontwerpsessies gehouden, waarbij de varianten van de dijkversterking en het schetsontwerp beeldkwaliteitsplan van de Nieuwe Dordtse Biesbosch als leidraad dienden ONTWIKKELING DRIEHOEK BILDERSTEEG In het Uitvoeringsprogramma Stedelijke Ecologische Structuur Dordrecht heeft de gemeente aangegeven dat zij meer natuur wil in de driehoek Bildersteeg ten westen van de Wantijdijk. WSHD moet in deze driehoek waterberging compenseren. Een gedeelte van de waterpartij bij km. 5.2 van de waterkering zal worden gedempt voor de stabiliteitsberm. De compensatie wordt afgestemd op het gemeentelijk beleid. 2.3 BEHEER EN ONDERHOUD Algemeen Voor beheer en onderhoud zijn duurzaamheid, bereikbaarheid en flexibiliteit van belang. Bij het ontwerp wordt uitgegaan van de Ontwerprandvoorwaarden Dijkversterkingsprojecten (Waterschap Hollandse Delta, 2009), vigerende leidraden en technische rapporten van de TAW/ENW, het algemeen programma van eisen primaire waterkeringen rivieren van WSHD, en beheersuitgangspunten die in het beleidsplan waterkeringen Kijk op dijk en duin, en de keur en beleidsregels van WSHD zijn vastgelegd. WSHD heeft voorkeur voor grondconstructies boven waterkerende kunstwerken; De kruinhoogte en taluds over het tracé moeten zoveel mogelijk uniform zijn. Taluds en bermen De dijk moet bereikbaar en begaanbaar zijn voor het in te zetten onderhoudsmaterieel, voor inspectie en bij calamiteiten. Indien de dijk beweidt blijft, is een taludhelling van 1:3 voldoende. Voor mechanisch onderhoud van de grasmat is tot een maximale taludlengte van 7 meter (gemeten langs het talud) vanaf een onderhouds/inspectiepad een talud 1:3 toepasbaar. Indien van twee zijden kan worden gewerkt is een taludlengte van 14 meter met een talud van 1:3 mogelijk. Bij langere lengten moet het talud zelf berijdbaar zijn en moet een minimaal talud van 1:4 worden toegepast. De beplanting mag geen schade aanbrengen aan de waterkering en mag onderhoudsmogelijkheden niet beperken. De minimale kruinbreedte is 3 meter. Indien de kruin berijdbaar moet zijn, geldt een minimale kruinbreedte van 5 meter met daarop een gesloten verharding. Afwatering op de kruin moet gewaarborgd zijn door een helling van circa 1:20. De bermen moeten berijdbaar zijn en afwatering waarborgen. De bermen hebben een afschot van 1:20. De minimale bermbreedte is 5 meter vanwege berijdbaarheid. Kabels en leidingen Kabels en leidingen worden aangelegd conform de NEN-3650/3651 serie. Kabels en leidingen worden bij voorkeur in één strook buiten de veiligheidszone aangelegd. Daarnaast stelt het WSHD extra eisen in de Beleidsregels kabels in of nabij de waterkeringen en leidingen in waterkeringen (Waterschap Hollandse Delta, 2008) :F - Definitief ARCADIS 14

18 2.4 KOSTEN De dijkversterking wordt gefinancierd vanuit het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en moet worden uitgevoerd tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. HWBP heeft als doel de afgekeurde primaire waterkeringen in Nederland op sobere, doelmatige en robuuste wijze te versterken. Doelmatig ontwerpen betekent dat de te leveren inspanningen en uitgaven om het ontwerp te realiseren daadwerkelijk bijdragen aan het behalen van het beoogde doel (voldoen aan de norm) en dat de kosten in verhouding staan tot de opbrengsten. Robuust ontwerpen betekent dat er naast de veiligheidsnorm ook rekening gehouden wordt met toekomstige uitbreidingsmogelijkheden als gevolg van verwachte veranderingen in de planperiode (zoals ten gevolge van klimaatverandering). Onder sober wordt verstaan dat dat op een efficiënte manier dat wordt gedaan :F - Definitief ARCADIS 15

19 HOOFDSTUK 3 Ontwerp In dit hoofdstuk worden eerst algemene benodigde maatregelen beschreven (paragraaf 3.1), waarna per traject een locatie specifieke toelichting wordt gegeven op de genomen maatregelen (paragraaf 3.2). Hierbij zijn ook de maatregelen voor de ruimtelijke inpassing van de versterkingsmaatregelen en natuur opgenomen. Het ontwerp is weergegeven op de tekeningen in bijlage 6 en 7. De laatste paragraaf gaat in op de uitvoeringsaspecten (paragraaf 3.3). De benodigde versterkingsmaatregelen zijn onderbouwd in het geotechnisch achtergrondrapport (bijlage 2). Naast de aanwezige bebouwing (de niet-waterkerende objecten) wordt bij de inpassing van de dijk ook rekening gehouden met ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische waarden en recreatievoorzieningen (zoals het stadspark Stadspolders en de fietspaden). De verschillende inpassingsmaatregelen zijn uitgebreid beschreven in het landschappelijk inpassingsplan (bijlage 4) en de Passende beoordeling (bijlage bij Projectnota/MER Dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost, ARCADIS, 4 november 2011). 3.1 ALGEMENE BESCHRIJVING VAN DE DIJKVERSTERKING De verbetermaatregel voor de Wantijdijk, Zeedijk en Buitendijk omvat een combinatie van maatregelen voor de specifieke faalmechanismen (par. 1.1). Kruinhoogte Binnendijkse stabiliteit en of piping Buitendijkse stabiliteit Kleibekleding Niet waterkerende objecten Kunstwerken De navolgende paragraaf wordt middels een algemene beschrijving op het versterkingsprincipe beschreven VERSTERKINGSMAATREGELEN Steunbermen verzwaren Door de aanleg of het aanpassen van een binnendijkse steunberm kunnen piping en instabiliteit worden voorkomen. Met de nieuwe berm of door de huidige berm te verbreden of verhogen wordt de dijk sterker doordat meer gewicht (in de vorm van grond) in de dijkteen tegen de dijk drukt. Langs de Wantijdijk / Zeedijk worden enkele lage plekken verbeterd door een kruinverhoging. Met de verhoging in grond wordt de dijkweg aangepast. Kruin verhogen Op enkele plaatsen is de kruinhoogte van de dijk iets te laag. Deze wordt ter plaatse dan uiteraard verhoogd :F - Definitief ARCADIS 16

20 Buitentalud verflauwen De stabiliteit van het buitentalud is algemeen voldoende. Alleen waar het buitentalud te steil is wordt een taludverflauwing uitgevoerd naar 1: 3. Dijksloot verplaatsen Waar de binnen- of buitendijkse dijksloot te dicht bij de dijkteen ligt, bijvoorbeeld langs de Buitendijk, of waar met de dijkversterking de dijk te breed wordt moet de sloot worden gedempt. Om wateroverlast te voorkomen wordt de sloot op een grotere afstand van de dijk opnieuw gegraven. Kleibekleding verbeteren Waar de kleibekleding op de dijk onvoldoende is, wordt deze met de dijkversterking verbeterd of vervangen. De bekleding is onvoldoende wanneer: de laagdikte te klein is of de erosiebestendigheid te licht is. Met de versterking wordt voldoende zware klei aangevuld tot een kleilaag van voldoende dikte. Te lichte klei wordt volledig afgegraven en vervangen door een goede en grote laag zware klei. Voor de Wantijdijk / Zeedijk wordt de bekleding het buitentalud aan de rivierzijde verbeterd. Op Buitendijk worden zowel de bekleding op het buitentalud als de kruin en het binnentalud verbeterd. Voor de ontwikkeling van een goede grasmat worden alle grondwerken afgedekt met een toplaag van 30 cm. Figuur 1 Het principe versterkingsprofiel In onderstaande Figuur 1 is het principe versterkingsprofiel weergegeven. Een specifieke uitwerking per dijktraject staat in paragraaf 3.2 en de ontwerptekeningen in de bijlagen 6 en 7. De afmetingen voor de aan te leggen bermen en taluds en andere afmetingen van het nieuwe dijlichaam zijn gebaseerd op de resultaten van de veiligheidsberekeningen zoals die zijn weergegeven in het geotechnisch achtergrondrapport. De afmetingen in de ontwerptekeningen kunnen iets afwijken als de locatie van een berekeningsprofiel bijvoorbeeld niet geheel overeenkomt van de locatie van het ontwerpprofiel of vanwege andere kleine aanpassingen vanwege de inpassing van het ontwerp. De afwijkingen zijn altijd zo gekozen dat ze de veiligheid van de dijk ten goede komen PRINCIPE GRONDWERK EN OPBOUW VAN DE BERMEN Grondwerk en bekleding Voor het dempen van de sloten wordt het slib van de bodem verwijderd. De sloten worden opgevuld met zand :F - Definitief ARCADIS 17

21 Overal waar grondwerk plaatsvindt wordt de huidige toplaag van 0,3 m dik verwijderd. De kleibekleding wordt na aanleg afgedekt met een nieuwe toplaag van 0,3 m dik. De te verwerken zware klei voor bekleding voldoet aan de eisen voor erosiebestendigheidscategorie 2 en heeft een lutumgehalte 4 van tenministe 20%. De laagdikte van de kleibekleding bedraagt: in de buiten dijkteen 2,00 meter, voor de dijkkruin tenminste 1,00 meter, in het binnentalud tenminste 0,80 meter. De bekleding wordt aangebracht zoals is toegelicht in paragraaf en De opbouw van de bermen in dit project De plas achter de Wantijdijk moet deels gedicht worden. Deze aanvulling wordt in hetzelfde type grond uitgevoerd als de bermen. Bij de Wantijdijk/ Zeedijk worden de bermen op twee verschillende manieren opgebouwd: Km en km : De steunbermen worden gemaakt uit grond; dat kan zoveel mogelijk hergebruik van ontgraven grond zijn. Km , km , km : Op deze trajecten wordt van de huidige berm wordt eerst 0,5 m ontgraven; waarna de nieuwe berm wordt uitgevoerd in zand. Hiermee wordt een goede aansluiting gemaakt op de zandkern van de dijk. Langs de Buitendijk wordt van de huidige berm eerst 0,5 m ontgraven; de nieuwe berm wordt uitgevoerd in zand. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de zandkern van de berm aansluit op de zandkern van het bestaande dijklichaam. Daarnaast zal de bovenste 0,80 m van de berm worden uitgevoerd in dijkenklei van erosiebestendigheidscategorie 2. Bij het aanwezige Natura2000 (Buitendijk) gebied langs de dijk wordt de bekleding geheel vervangen, waardoor geen buitenwaartse verbreding noodzakelijk is HYDRAULISCHE EFFECTEN VAN DE DIJKVERSTERKING Doordat er op sommige plaatsen klei wordt aangebracht op het buitentalud van de dijk wordt het winterbed van de rivier enigszins verkleind. Het verlies aan bergend vermogen tussen gemiddeld hoogwater (GHW) en maatgevend hoogwater (MHW) bedraagt ten hoogste 9000 m 3 verdeeld over het hele dijktraject. Dit is bepaald door het totale verlies aan winterberging voor een aantal kenmerkende profielen te vermenigvuldigen met de werkende lengte van de dijkversterking. Omdat voor een groot aantal profielen helemaal geen verlies aan winterberging zal optreden moet dit getal gezien worden als een worst case. De hydraulische effecten van dit verlies aan winterbed zijn nihil. Het aanbrengen van het eventuele tekort aan klei op het buitentalud op de bestaande kleilaag is aanzienlijk goedkoper dan het afgraven van de bestaande kleilaag om vervolgens een nieuwe aan te leggen conform het bestaande talud. Dit past ook niet in de ontwerpfilosofie van het waterschap om bij dijkversterkingen de bestaande dijk zoveel 4 Met lutum worden gronddeeltjes bedoeld die kleiner zijn dan 2 µm :F - Definitief ARCADIS 18

22 mogelijk te handhaven. De zeer beperkte effecten van het verlies aan winterbed van de rivier wegen in geen scenario op tegen de maatschappelijke kosten van het volledig in plaats van gedeeltelijk vergraven van de bestaande dijk. Het gebrek aan effecten van de dijkversterking is onderbouwd aan de hand van een hydraulische studie opgenomen in bijlage 3. In deze studie is uitgegaan van het dijkversterkingsalternatief waarvan de grootst mogelijke hydraulische effecten te verwachten zijn (een worst case studie). Het onderzochte alternatief is een ontwerp waarbij de dijk in zijn geheeld een stuk rivierwaarts verlegd wordt. Omdat voor dit alternatief geen significante hydraulische effecten optreden, is dat voor andere alternatieven, met een kleiner beslag op het winterbed van de rivier, ook uit te sluiten. De resultaten van de berekeningen zijn als volgt: Er is geen significante opstuwing in de Nieuwe Merwede als gevolg van de dijkverlegging. Er is geen noemenswaardige verandering van de afvoerverdeling. De waterstanddalingen en stroomsnelheidtoenamen die optreden rond de ingreep en bovenstrooms zijn zeer beperkt en kunnen vanwege hun beperkte schaal niet goed verklaard worden uit gemaakte analyse. Er zijn in de huidige resultaten geen verbanden te vinden die een samenhangend verhaal mogelijk maken. Hiervoor is een verfijndere aanpak nodig AANLEGHOOGTE EN ONTWERPHOOGTE In de dwarsprofielen in de ontwerptekeningen staan steeds twee dijkhoogten aangegeven: de ontwerphoogte 2060 en de aanleghoogte bij oplevering. Dit wordt geïllustreerd door het onderstaande profiel. Figuur 2 Detail van een ontwerp dwarsprofiel met aanleghoogte (ah) en ontwerphoogte (oh) aangegeven. Aanleghoogte Voor de kruin van de dijk is steeds de aanleghoogte bij oplevering (ah) gegeven als een doorgetrokken lijn. Dit is de hoogte waarvan de aannemer die de versterking gaat uitvoeren moet aantonen dat die er bij oplevering van het werk ligt. Deze hoogte is zo gekozen dat de kruinhoogte ook in 2060 en na het optreden van bodemdaling zetting en klink in de jaren na oplevering nog steeds voldoet aan de veiligheidsnormen. Ontwerphoogte Op de bermen en de taluds worden grotere hoeveelheden grond aangebracht en zal dus meer zetting optreden. Hier zijn steeds de ontwerphoogten 2060 (oh) gegeven als een onderbroken lijn. Dit is de hoogte waarvan de aannemer bij oplevering van het werk moet :F - Definitief ARCADIS 19

23 aantonen dat deze er in 2060 na het optreden van bodemdaling, zetting en klink in de tussenliggende jaren, nog steeds ligt. De aannemer zal dus tijdens het werk de optredende zettingen op bermen en taluds moeten meten en extrapoleren naar de toekomst. Voor de volledigheid is ook ter hoogte van de kruin de ontwerphoogte 2060 steeds gegeven BOMEN EN ANDERE NIET WATERKERENDE OBJECTEN Niet-waterkerende objecten zijn alle objecten die niet bijdragen aan de waterkerende functie. Wanneer deze binnen de invloedssfeer van een waterkering staan, kunnen deze een negatief effect hebben op het waterkerend vermogen van de dijk. Voorbeelden van deze objecten zijn onder andere bomen en andere begroeiing, bebouwing, kazematten, kabels en leidingen. Indien het object invloed heeft op bestaande objecten moeten deze worden aangepast of verwijderd (verplaatst) maatregelen genomen. Bomen die dicht bij de dijk staan kunnen een negatief effect hebben op het waterkerend vermogen van de dijk. Dit betreft instabiliteit van de dijk veroorzaakt door windbelasting en na het omwaaien van bomen, waardoor lokaal ontgrondingskuilen ontstaan. Daarom kunnen bomen (en andere objecten) alleen op een minimale afstand uit de dijk gehandhaafd worden, de zogenaamde obstakel- of boomvrije zone. Dit betekent dat een aantal van de nu aanwezige bomen verwijderd moeten worden. In paragraaf 3.2. is dit nader toegelicht KABELS EN LEIDINGEN In de te versterken dijkvakken zijn kabels en leidingen aanwezig, zowel kruisend met als parallel liggend aan de waterkering. Dit zijn de reguliere nutsvoorzieningen en enkele industriële leidingen. Deze vormen een speciale categorie niet waterkerende objecten. Om het risico van kabels en leidingen in de waterkering te beperken heeft het waterschap hiervoor beleid vastgelegd in het Beheerplan waterkeringen. Hierin is aangegeven dat kruisende leidingen meestal niet kunnen worden voorkomen en dat parallel liggende kabels en leidingen in principe buiten de beschermingszone van de waterkering dienen te worden gesitueerd. Klic-melding Door middel van een Klic-melding zijn de betreffende netbeheerders bekend geworden. Deze zijn in de planvormingsfase van de dijkversterking benaderd. In overleg met de netbeheerders is als eerste de verkregen Klic-informatie gecontroleerd en aangevuld. Vervolgens is nagegaan hoe de ligging van de kabels en leidingen zich verhoudt tot het beleid van het waterschap, het voorkeursalternatief en het beleid van de betreffende netbeheerder. Dit is in plenaire overleggen met alle netbeheerders besproken. Tevens zijn in die plenaire overleggen voor de aan te passen kabels en leidingen alternatieve tracés ontwikkeld. Deze zijn in het projectplan opgenomen. Door lokale omstandigheden (zoals het aansluiten van de aanwezige panden) kan het beleid van het waterschap hierbij niet volledig worden uitgevoerd en zijn enkele tracédelen binnen de beschermingszone van de waterkering blijven liggen, in een enkel geval zelfs binnen de veiligheidszone :F - Definitief ARCADIS 20

24 Drinkwatertransportleiding Industriële leiding Bijzondere aandacht hebben de leidingkruisingen van een drinkwatertransportleiding en een industriële leiding ter plaatse van het Wantij gekregen. De dijkkruising van de drinkwatertransportleiding dient vanwege de verwachte optredende zettingen ten gevolge van de dijkverzwaring te worden aangepast. Aansluiten op de bestaande zinker door het Wantij is hierbij niet mogelijk vanwege berekende overschrijdingen van de toegestane materiaalspanning. Mede vanwege de beperkte ruimte tussen dijk en Wantij is een gestuurde boring onder het Wantij de enige oplossing. Het intrede en uittredepunt van de boring zijn daarbij zodanig gesitueerd dat de waterkering niet onder een haakse hoek kan worden gekruist. De industriële leiding ligt meer naar spoordijk, waar de verwachte zettingen aanzienlijk minder zijn. Hierdoor kan de aan te passen dijkkruising op de bestaande zinker worden aangesloten. Binnendijks is een paralleltracé voorzien dat de leiding buiten de veiligheidszone brengt. Deze werken kunnen in open ontgraving worden uitgevoerd. Schadeloosstelling Bij de schadeloosstelling van de netbeheerders voor het aanpassen van hun kabels en leidingen hanteert het waterschap een nadeelcompensatieregeling (NKL-WSHD) en het bijbehorende uitvoeringsprotocol, welke zijn gebaseerd op de landelijke NKL 1999 en bijbehorend uitvoeringsprotocol zoals Rijkswaterstaat die hanteert. Binnen dit kader wordt met elke netbeheerder een projectovereenstemming afgesloten, waarin onder andere de kostenraming, de kostenverdeling en de uitvoeringsplanning van de aanpassing zijn opgenomen. Een gezamenlijke uitvoering van de kabels en leidingen, vooruitlopend op de uitvoering van het dijkversterkingwerk, wordt nagestreefd. Riolering De panden op en nabij de waterkering zijn op dit moment niet aangesloten op het gemeentelijk rioolstelsel. Tijdens de planvorming is met de gemeente nagegaan of, gelet op de noodzakelijke aanpassing van de nutsvoorzieningen een rioolpersleidingnet in het proces kan worden mee gelegd. De plannen hiervoor worden door de gemeente ontwikkeld. Aangezien het hierbij ook gaat om een verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit subsidieert het waterschap een deel van deze aanleg in het kader van de Riobuit subsidieregeling KUNSTWERKEN Een aparte categorie vormen de waterstaatkundige kunstwerken in de dijk. In dit tracé zijn dit de hevel bij de Wantijdijk, het gemaal Staring en het gemaal Prinsenheuvel. Deze moeten ook voldoen aan de gestelde veiligheidseisen. Dit wordt nader toegelicht in paragraaf NATUURMAATREGELEN Op een aantal plaatsen worden maatregelen getroffen om de natuur te ontzien of een kwaliteitsimpuls te geven. Deze maatregelen zijn ofwel per locatie uitgewerkt in het ontwerp (in paragraaf 3.2), ofwel van invloed op de uitvoeringsmethode (paragraaf 4.3) en zijn verwerkt in de tekeningen in bijlage 6 en 7. De natuurmaatregelen zijn voor dit project in zijn algemeenheid als volgt op te sommen: Het verplanten van de spindotter voorafgaand van de werkzaamheden; :F - Definitief ARCADIS 21

25 Het wegvangen van de bittervoorn en de kleine modderkruiper voorafgaand aan de werkzaamheden; Het plaatsen van alternatieve nestgelegenheid voor mussen voorafgaand aan de werkzaamheden; Het verwijderen van potentiële broedlocaties voorafgaand aan de werkzaamheden; Het potentieel leefgebied voor muizen ongeschikt maken voorafgaand aan de werkzaamheden; Het verhogen van de kwaliteit van het leefgebied voor de noordse woelmuis en de waterspitsmuis na de werkzaamheden; Het omvormen van bossen naar zachthoutooibos na de werkzaamheden; Het herplanten van gerooide essen en andere bomen; De fasering van de uitvoering gedurende het jaar om verstoring van bijvoorbeeld broedvogels te voorkomen; In sectie 3.2 staat benoemt waar welke maatregelen toegepast worden, hoe de maatregelen zich verhouden tot de uitvoering van de werkzaamheden komt aan bod in sectie OVERIGE INPASSINGSMAATREGELEN Om de dijkversterking goed in de omgeving in te passen worden nog een aantal aanvullende maatregelen getroffen. Deze zijn bijvoorbeeld ter behoud van landschappelijke en cultuurhistorische elementen. De volgende maatregelen zullen in sectie 3.2 aan bod komen: Herinrichting en kwaliteitsimpuls Park Stadspolder; Herinrichting en verbetering kruising Provincialeweg en Zeedijk; Behoud van twee populieren bij de Kop van t Land; Het accentueren van de aardhaalzone en het wiel bij de Zeedijk; Het terugbrengen van het uitkijkpunt bij de Buitendijk; En het nemen van maatregelen ten behoud de kazematten langs de dijken. Waterberging Door het dempen van sloten en waterpartijen achter de dijk gaat, ondanks het zoveel mogelijk terugbrengen van deze watergangen, ongeveer 900 m 2 waterberging verloren. Deze zal door het waterschap elders op het Eiland van Dordrecht worden gecompenseerd in het kader van het project Nieuwe Dordtse Biesbosch (recreatieplas/kop van 't Land). Het WSHD heeft een wateropgave (NBW) om 1,3 ha waterberging te realiseren. De 900 m2 kan in aansluiting hierop worden gerealiseerd. 3.2 AANVULLENDE BESCHRIJVING PER TRAJECT Onderstaande beschrijvingen vormen een toelichting op de tekeningen die bijgevoegd zijn in bijlage 6 en WANTIJDIJK: KM Tekening: Wantijdijk/ Zeedijk blad :F - Definitief ARCADIS 22

26 Versterkingsmaatregelen De kruinhoogte van de dijk is voldoende; Binnendijkse bermen worden verbreed om piping en instabiliteit te voorkomen; Binnendijkse sloten worden gedempt en hergraven, en de bomen tussen de dijk en de sloot worden verwijderd; De aanwezige buitendijkse berm is voldoende zwaar om de buitenwaartse stabiliteit te waarborgen, maar een zone langs de dijk moet vrij blijven van bomen. De plas in de knik van de dijk zal deels opgevuld moeten worden, omdat deze een negatieve invloed heeft op de stabiliteit van de dijk. Bekleding en terugplanten bomen De bekleding op het buitentalud heeft niet voldoende laagdikte. Daarom wordt de toplaag afgegraven en aangevuld met klei. Het buitendijks ruimtebeslag wordt hierdoor iets vergroot, en enkele bomen moeten worden gekapt. De bomen die worden gerooid worden gecompenseerd door de aanplant van nieuwe bomen langs de buitenzijde van de Wantijdijk. Hierbij worden een aantal zichtlijnen vanaf de dijk over het water van het Wantij vrijgehouden. Fietsbrug In de Wantijdijk (km 5.2) staat de pijler van een fietsbrug. Deze heeft echter geen invloed op stabiliteit omdat de pijler diep is gefundeerd. De pijler doorsnijdt de taludbekleding. Onder de brug is al een harde bekleding aanwezig, naast het landhoofd nog niet. Om een goede bekleding te realiseren, wordt de harde bekleding onder de brug uitgebreid en goed aan gesloten aan de pijler. Daarbij moet ook een kleilaag worden aangebracht om te voorkomen dat naast de pijler een intreepunt voor de grondwaterstroming ontstaat. De aansluiting op het fietspad wordt teruggebracht. Inlaat Wantij De aanwezige hevel (km 5.1) moet vervangen worden vanwege het grondwerk aan de buitendijkse bekleding en vanwege de verbreding van de binnendijkse berm. Op de plaats van de huidige hevel wordt een nieuwe hevel aangebracht en de uitstroomconstructie wordt vervangen. De nieuwe uitstroomconstructie wordt geplaatst in de oever van een nieuw te graven sloot. Kabels en leidingen De kruisende leidingen ter hoogte van km 5.0 km 5.1 worden vervangen. Door WSHD is een strook aangewezen waar de langs liggende kabels en leidingen deze leidingen dienen te worden teruggebracht. Park Stadspolders Voor de inrichting van het binnendijkse park Stadspolders is een schetsontwerp gemaakt (zie Afbeelding 4). Voor een nadere beschrijving wordt verwezen naar het Landschappelijk inpassingsplan (bijlage 4). In overleg met de Gemeente Dordrecht is nader invulling gegeven aan het park. Dit is weergeven op de ontwerptekening :F - Definitief ARCADIS 23

27 In het park is ruimte gehouden voor een Cruijff-court, worden een aantal oevers natuurvriendelijk aangelegd (talud 1:5). Ook wordt zoveel mogelijk van de waterberging teruggebracht. De twee eilanden fungeren als rust- en broedplek voor diverse vogelsoorten. Afbeelding 4 Ontwerp park bij wijk Stadspolders te Dordrecht en huidige situatie. Luchtfoto inzet: 2012 Aerodata International Surveys, Digital Globe, Geo Eye, kaartgegevens 2012 Google. Natuurmaatregelen Voorafgaand aan de werkzaamheden zal aan de buitenzijde van dit deel van de Wantijdijk de Spindotter worden verplant. Aan de binnenzijde zal voorafgaand aan het dempen van de waterpartijen de bittervoorn en de kleine modderkuiper worden weggevangen. Waar mogelijk zullen binnendijks natuurvriendelijke overs worden aangelegd :F - Definitief ARCADIS 24

28 3.2.2 WANTIJDIJK: KM Tekening: Wantijdijk/ Zeedijk blad 1 en 2. Versterkingsmaatregelen De kruin van de dijk wordt lokaal verhoogd; het aanbrengen van een asfalt overlaag op de weg is hiervoor voldoende; Binnendijkse bermen worden verbreed om piping en instabiliteit te voorkomen; Binnendijkse sloten worden gedempt en hergraven, en de bomen tussen de dijk en de sloot worden verwijderd; Het flauwe buitentalud is voldoende om de buitenwaartse stabiliteit te waarborgen, maar een zone langs de dijk moet vrij blijven van bomen. De plas in de knik van de dijk zal deels opgevuld moeten worden, omdat deze een negatieve invloed heeft op de stabiliteit van de dijk. Natuurmaatregelen Voorafgaand aan het dempen van de waterpartijen de bittervoorn en de kleine modderkuiper worden weggevangen Bekleding De bekleding op het buitentalud heeft onvoldoende laagdikte en wordt vervangen. Hiervoor wordt een deel van de huidige dijk afgegraven om geen buitenwaarts ruimtebeslag te veroorzaken. Het ontgraven materiaal wordt waar mogelijk hergebruikt voor de binnendijkse bermen ZEEDIJK: KM Tekening: Wantijdijk/ Zeedijk blad 2 en 3. Versterkingsmaatregelen De kruin van de dijk wordt vanaf km 7.0 iets worden verhoogd; deze verhoging wordt uitgevoerd in grond. Binnendijkse bermen worden verbreed om piping en instabiliteit te voorkomen; Binnendijkse sloten worden gedempt en hergraven, en de bomen tussen de dijk en de sloot worden verwijderd; De aanwezige buitendijkse berm is voldoende zwaar om de buitenwaartse stabiliteit te waarborgen, maar een zone langs de dijk moet vrij blijven van bomen. De fietspaden op en langs de dijk blijven behouden en worden terug gebracht. De buitendijkse landbouwweg blijft behouden. Bekleding De kleibekleding tussen km 6.05 en km 7.45 voldoet aan de eisen; hier zijn geen maatregelen nodig. Compensatie essen De binnendijkse rij essen langs de Zeedijk moet worden verwijderd om plaats te maken voor de aan te leggen stabiliteitsberm. Het verplaatsen van de essen is niet mogelijk :F - Definitief ARCADIS 25

29 gebleken. Er worden om de 10m (h.o.h. 10 m) nieuwe essen geplant tussen de nieuwe binnendijkse berm en de verlegde sloot (op 7 m tot 12 m afstand van de nieuwe binnendijkse berm) vanaf het begin van de Zeedijk (km 6.05) tot en met gemaal Staring ZEEDIJK: KM Tekening: Wantijdijk/ Zeedijk blad 3. Versterkingsmaatregelen De kruin van de dijk moet worden verhoogd; dit wordt uitgevoerd in grond. Binnendijkse bermen worden verbreed om piping en instabiliteit te voorkomen; Binnendijkse sloten worden gedempt en hergraven, en de bomen tussen de dijk en de sloot worden verwijderd; De aanwezige buitendijkse berm is voldoende zwaar om de buitenwaartse stabiliteit te waarborgen, maar een zone langs de dijk moet vrij blijven van bomen. De buitendijkse landbouwweg en het fietspad blijven behouden en/of worden terug gebracht. Bekleding De kleibekleding aan het buitentalud moet vervangen worden omdat deze niet dik genoeg is. Door de aanwezige plas dicht bij de buitenzijde van de dijk is het niet mogelijk de kleikleding `boven op het bestaande talud aan te brengen, want dan zou de kleiaanvulling in nat gebied moeten plaatsvinden. Daarom wordt eerst een deel van de dijk afgraven, waardoor geen extra buitendijks ruimtebeslag plaatsvindt. Gemaal Staring Bij gemaal Staring wordt een damwandscherm aangebracht. Het nieuw te plaatsen damwandscherm heeft als doel de stabiliteit van het dijklichaam te waarborgen en de kans op onder- en achterloopsheid weg te nemen. Ter plaatse van de kruising van de bestaande leiding met het nieuwe damwandscherm dient de bestaande leiding tijdelijk losgekoppeld te worden, zodat het nieuwe damwandscherm geplaatst kan worden. Hierdoor zal de leiding tijdelijk niet gebruikt kunnen worden. De bestaande persleiding kan gehandhaafd blijven. Momenteel is er ook een scherm aanwezig om onder- en achterloopsheid tegen te gaan. Dit damwandscherm blijft zitten. Woningen Ter plaatse van de woning naast gemaal Staring (Zeedijk 38) wordt de damwand doorgetrokken, omdat hier geen ruimte is voor een stabiliteitsberm. Hierdoor wordt de woning ter plaatse gespaard De woning aan Zeedijk 21 ligt hoog gelegen, waardoor geen maatregelen bij de woning nodig zijn :F - Definitief ARCADIS 26

30 3.2.5 ZEEDIJK: KOP VAN T LAND KM Tekening Wantijdijk/Zeedijk blad 4. Versterkingsmaatregelen en bebouwing Kop van t Land De kruin van de dijk wordt verhoogd, hiervoor wordt de Provincialeweg eerst gefaseerd verwijderd en opnieuw aangebracht. Het ontwerp voor Zeedijk houdt rekening met de cultuurhistorische waardevolle bebouwing bij Kop van t Land. De woningen blijven allemaal gespaard door een damwandconstructie in de dijk aan te brengen. Uitzondering is de woning Zeedijk 34/36, welke is aangekocht door WSHD. Deze woning wordt geamoveerd om ruimte te maken voor een binnenwaartse asverschuiving. Deze verschuiving is nodig om de rijhelling van de veerstoep aan de buitenzijde van de dijk te kunnen handhaven. De buitendijkse bebouwing is hoog gelegen, waardoor geen negatieve invloed bestaat op de macrostabiliteit. Het huidige buitentalud voldoet aan de stabiliteitseisen; wel moet rekening gehouden met een boomvrije zone. Speciale aandacht is nodig voor de aansluiting van de Zeedijk en de veerstoep op de Provincialeweg. Dit wordt in het detailontwerp ten behoeve van het bestek verder uitgewerkt. Populieren bij Veerstoep Kop van t Land Langs de Provincialeweg staat een rijtje van zeven populieren. Deze staan in de dijk en dienen te worden verwijderd. Op de veerstoep bij Kop van t Land staan verspreid zeven populieren. Drie populieren die het dichtst bij de dijk staan beïnvloeden de stabiliteit van de dijk negatief bij omwaaien en worden daarom gerooid. De overige bomen staan op een grotere afstand en hebben geen invloed op de stabiliteit van de dijk. Er worden twee nieuwe Zwarte Populieren gepland langs de veerstoep. Terras horecagelegenheid Zeedijk Het terras van de horecagelegenheid wordt aangepast om aan te sluiten bij de verhoogde dijk. In overleg met de eigenaren is hier een schetsontwerp opgesteld. Dit schetsontwerp wordt in een latere fase verder uitgewerkt. Duiker onder de Provincialeweg De duiker onder de provinciale weg, die de bestaande teensloten aan weerszijden van de weg met elkaar verbindt, wordt verwijderd. Verder landinwaarts wordt een nieuwe duiker ter vervanging aangebracht. Deze zal op de nieuwe teensloten aansluiten. Kazemat Bij 'Kop van t Land is in het binnentalud/binnendijkse maaiveld een kazemat aanwezig. Deze kazemat wordt opgevuld met grond of ander materiaal met een gelijk gewicht, zoals cement om voldoende steungewicht realiseren :F - Definitief ARCADIS 27

31 Natuurmaatregelen De drie nestlocaties van de huismussen die verloren gaan als gevolg van de sloop van de panden nummers 34 en 36 bij de Zeedijk, worden gemitigeerd door het plaatsen van alternatieve nestgelegenheid (kasten/huismussenvide/aangepaste dakpannen) op de omliggende bebouwing binnen een straal van 500 m (Weergegeven met nummer 1 op de tekeningen) ZEEDIJK: KM Tekening Wantijdijk/Zeedijk blad 4. Versterkingsmaatregelen De kruin van de dijk moet worden verhoogd; dit wordt uitgevoerd in grond. Binnendijkse bermen worden verbreed om piping en instabiliteit te voorkomen; Ter plaatse van de binnendijkse bebouwing worden damwanden in de kruin van de dijk geplaatst, omdat hier geen ruimte is voor een stabiliteitsberm. Binnendijkse sloten worden gedempt en hergraven, en de bomen tussen de dijk en de sloot worden verwijderd; Daardoor moeten enkele bomen gekapt worden. De aanwezige buitendijkse berm is voldoende zwaar om de buitenwaartse stabiliteit te waarborgen, maar een zone langs de dijk moet vrij blijven van bomen. De weg en op en afritten blijven gehandhaafd of worden teruggebracht. Bovenop de kruin van de dijk wordt een nieuwe wegverharding aangebracht. Tussen dp 8.3 en dp 8.6 langs de Zeedijk verdwijnt 300 m sloot met een breedte op de waterlijn van circa 3 m, totale oppervlakte circa 900 m2. Het verdwijnen van deze sloot zal worden gecompenseerd met het graven van een nieuwe sloot in het kader van het project Nieuwe Dordtse Biesbosch (recreatieplas/kop van 't Land). Bekleding en fietspad De kleibekleding aan het buitentalud heeft niet voldoende laagdikte en wordt daarom aangevuld. Om ook het fietspad dat tussen km 7.9 en 8.3 aan de buitenteen van de dijk aanwezig is op een goede manier terug te brengen, wordt een buitenberm aangebracht waar het fietspad op gelegen is. Hierdoor komt het fietspad hoger te liggen dan in de huidige situatie en blijft het ruimtebeslag op het Natura2000-gebied beperkt. Deze buitendijkse berm wordt ook aangebracht tussen km 8.3 en 8.6, waardoor een uniform profiel ontstaat. Kazematten Er is een rij kazematten aan de binnenzijde van de dijk gelegen, deze hebben geen negatieve invloed op de stabiliteit van de dijk, indien ze op deze manier blijven staan. Ze worden gevuld met grond of ander materiaal met een gelijk gewicht, zoals cement. Compensatie bomen bij de aardhaalzone In het zuidelijk gedeelte van de Zeedijk ligt binnendijks een vergraven laaggelegen zone begrenst door knotwilgen. In deze zone is in het verleden klei gewonnen om de dijk te versterken. De aardhaalzone is daarmee historische en functioneel verbonden met de waterkering. Om dit waardevolle gebied zichtbaar en herkenbaar te houden wordt deze aan de buitenrand geaccentueerd met een nieuwe bomenrij van knotwilgen (Salix alba), om de 12 meter geplant aan de buitenrand van de aardhaalzone :F - Definitief ARCADIS 28

32 Natuurmaatregelen Het buitendijks gebied tussen km 7.9 en km 8.3 bestaat uit rietland, wat mogelijk leefgebied is voor een aantal beschermde soorten, waaronder de Noordse woelmuis en waterspitsmuis. Voorafgaand aan de dijkversterking wordt het potentieel leefgebied voor muizen ongeschikt gemaakt. Na de werkzaamheden is deze plek geschikt voor het verhogen van de kwaliteit van het leefgebied van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. Het beheer van dit gebied wordt dan aangepast. Zo dient het maaien en schonen van watergangen gefaseerd plaats te vinden, zodat er altijd leefgebied overblijft voor de beide muizensoorten. Dit kan door de oevers van de buitendijkse greppel om en om te maaien, of door een oever te verdelen in blokken van 100 meter die om en om worden gemaaid. Ook kunnen bestaande rietruigtes verjongd worden door overjarig riet en opslag van wilgen te verwijderen, waardoor het geschikter wordt als leefgebied. Het waterschap stelt hiervoor een convenant op met de natuurbeheerder Staatsbosbeheer BUITENDIJK: KM Tekening Buitendijk blad 1. Versterkingsmaatregelen De kruinhoogte van de dijk is voldoende. Binnendijkse bermen worden verbreed om piping en instabiliteit te voorkomen; Binnendijkse sloten worden gedempt en hergraven; Enkele bomen worden verwijderd om ter plaatse van de knik en het fietspad een greppel te kunnen graven; De aanwezige buitendijkse berm is voldoende zwaar om de buitenwaartse stabiliteit te waarborgen, maar een zone langs de dijk moet vrij blijven van bomen. Daardoor moeten een aantal bomen worden gekapt. Een rij struiken en opgaande beplanting ter hoogte van km 17,0 op het buitentalud zal gerooid worden in verband met de veiligheid. De sloot is een belangrijk onderdeel in de veiligheid van de dijk. WSHD moet de sloot zodanig onderhouden dat de drainerende werking van de sloot gewaarborgd blijft. Zie hiervoor ook sectie 4.5 over beheer en onderhoud. Bekleding De kleibekleding van de Buitendijk is niet voldoende dik en heeft ook niet de vereiste erosiebestendigheid. Deze bekleding op de kruin en het binnentalud wordt vervangen zoals beschreven is in paragraaf De kleibekleding op het buitentalud wordt deels ontgraven en deels bovenop het bestaande talud aangebracht om zo min mogelijk grond te ontgraven en de dijk ook smal mogelijk te houden. Door het aanbrengen van klei op de bestaande bekleding krijgt de dijk een andere geometrie dan nu aanwezig is; de buitenwaarts aanwezige berm wordt hoger aangebracht en de dijk wordt naar buiten toe iets breder. (Zie paragraaf ) :F - Definitief ARCADIS 29

33 Ter plaatse van km grenzen kwalificerend habitattypen voor het Natura2000- gebied De Biesbosch dicht aan de buitenteen. Dit bestaat deels uit ruigten en zomen (harig wilgenroosje) en deels uit vochtig alluviaal bos (zachthoutooibos). Omdat dit kwalificerende habitattypen zijn, moet ruimtebeslag op dit gebied voorkomen worden en wordt de kleibekleding hier afgegraven en vervangen en wordt niet extra klei op de bestaande bekleding aangebracht. Fietspad Doordat de binnendijkse bermen verbreedt worden, vallen die over het huidige fietspad wat aan de binnenzijde langs de dijk loopt. Het huidige fietspad wordt daarom geamoveerd en binnendijks van de nieuwe berm (tussen de berm en de sloot) teruggebracht. De slinger in het fietspad rondom het wiel wordt zoveel mogelijk gehandhaafd.. Het uitkijkpunt ter hoogte van km 16,65 wordt teruggebracht. Natuurmaatregelen Het buitendijks gebied tussen km 16.4 en 16.7 bestaat uit rietland, wat mogelijk leefgebied is voor een aantal beschermde soorten, waaronder de Noordse woelmuis en waterspitsmuis. Voorafgaand aan de dijkversterking wordt het potentieel leefgebied voor muizen ongeschikt gemaakt. Ook zal in dit gebied voorafgaand aan de werkzaamheden de spindotter verplant worden, net als tussen km 17,1 en km 17,5. Na de werkzaamheden is deze plek geschikt voor het verhogen van de kwaliteit van het leefgebied van de noordse woelmuis en de waterspitsmuis. Het beheer van dit gebied wordt dan aangepast. Zo dient het maaien en schonen van watergangen gefaseerd plaats te vinden, zodat er altijd leefgebied overblijft voor de beide muizensoorten. Dit kan door de oevers van de buitendijkse greppel om en om te maaien, of door een oever te verdelen in blokken van 100 meter die om en om worden gemaaid. Ook kunnen bestaande rietruigtes verjongd worden door overjarig riet en opslag van wilgen te verwijderen, waardoor het geschikter wordt als leefgebied. Het waterschap stelt hiervoor een convenant op met de natuurbeheerder Staatsbosbeheer. Binnendijks zal voorafgaand aan het dempen van de waterpartijen de bittervoorn en de kleine modderkuiper worden weggevangen BUITENDIJK: PRINSENHEUVEL KM Tekening Buitendijk blad 2. Versterkingsmaatregelen Op en rondom Prinsenheuvel zijn de versterkingsmaatregelen zeer beperkt; het huidige profiel voldoet aan de stabiliteitseisen. Enkel struiken wat opgaande beplanting in de buitendijkse grienden moeten worden gerooid, omdat deze binnen de bomenvrije zone komen te liggen. Inpassingsmaatregelen zijn hier dus nauwelijks nodig. Bekleding De bekleding wordt vervangen vanwege de beperkte ruimte door de aanwezigheid van de bebouwing en het gemaal :F - Definitief ARCADIS 30

34 Woning Prinsenheuvel De binnendijks gelegen woning bij Prinsenheuvel (Zanddijk 11) ligt op een lokale verhoging. Het aanwezige profiel onder het pand is voldoende stabiel, ook als rekening gehouden wordt met de kleine kelder die onder het pand aanwezig is. Er zijn dus geen versterkingsmaatregelen nodig ter plaatse van de woning. Tijdens de uitvoeringsfase zal rondom de woning wel sprake zijn van overlast door de uitvoeringswerkzaamheden. Recreatiewoning Prinsenheuvel De recreatiewoning bij Prinsenheuvel die buitendijks aanwezig is, is hoog gelegen. Deze heeft geen negatieve invloed op de stabiliteit van de dijk. Tijdens de uitvoeringsfase zal rondom de woning wel sprake zijn van overlast door de uitvoeringswerkzaamheden. De kleibekleding van de dijk moet wel vervangen worden. Gemaal Prinsenheuvel Ter plaatse van gemaal Prinsenheuvel zijn geen maatregelen nodig behalve dat de bestaande persleiding en de L-muur van het gemaal vervangen moeten worden. Haventje Prinsenheuvel Ter plaatse van het Prinsengemaal worden de taluds van de waterkering verbreed en wordt een binnenwaartse stabiliteitsberm aangelegd. De oost- en west haven blijven buiten het bereik van de versterkingswerkzaamheden BUITENDIJK: KM Tekening Buitendijk blad 2. Versterkingsmaatregelen De kruinhoogte van de dijk is voldoende. Binnendijkse bermen worden verbreed om piping en instabiliteit te voorkomen; Binnendijkse sloten worden gedempt en hergraven, en de bomen tussen de dijk en de sloot worden verwijderd; De aanwezige buitendijkse berm is voldoende zwaar om de buitenwaartse stabiliteit te waarborgen, maar een zone langs de dijk moet vrij blijven van bomen. Daardoor moeten een aantal bomen worden gekapt. Bekleding De kleibekleding van de Buitendijk is niet voldoende dik en heeft ook niet de vereiste erosiebestendigheid. Deze bekleding op de kruin en het binnentalud wordt vervangen zoals beschreven is in paragraaf De kleibekleding op het buitentalud wordt deels ontgraven en deels aangebracht bovenop de bestaande kleilaag om zo min mogelijk grond te ontgraven en de dijk ook smal mogelijk te houden. Door het extra aanbrengen van de bekleding bovenop de bestaande bekleding krijgt de dijk een andere geometrie dan nu aanwezig is; de buitenwaarts aanwezige berm wordt hoger aangebracht en de dijk wordt naar buiten toe iets breder. (Zie paragraaf 3.1.2) :F - Definitief ARCADIS 31

35 Binnendijkse bosrand Ter hoogte van km 17,7 zal rand van het bos langs de dijk gerooid moeten worden om ruimte te maken voor de boomvrijezone. De zoom en mantel van deze bosrand zal door aanplant van (inheemse) struiken hersteld worden. De gerooide bomen zullen aan de noordzijde van het bos herplant worden. Natuurontwikkeling: Vochtig alluviaal bos (zachthoutooibos) Het verlies van de 0,18 ha vochtig alluviaal bos wordt gemitigeerd door het omvormen van buitendijkse bossen ten zuiden van Prinsenheuvel (tussen km 17.7 en 18.3; die zich momenteel niet kwalificeren als habitattype) naar zachthoutooibos. Knelpunten bij deze bossen zijn het gebrek aan overstromingsdynamiek, de afwezigheid van jonge opslag en een goed ontwikkelde kruidlaag en de massale aanwezigheid van de exoot springbalsemien. Ingrediënten van een herstelplan om dit te bereiken zijn: Graven van prielen en bodemverlaging, waardoor de invloed van getijdedynamiek toeneemt; Bestrijding van de aanwezigheid van springbalsemien Stimuleren van verjonging van het bos en een gevarieerde kruidlaag door groepsgewijze kap. Het waterschap stelt hiervoor een convenant op met de natuurbeheerder Staatsbosbeheer :F - Definitief ARCADIS 32

36 HOOFDSTUK 4 Hoe verder? In dit hoofdstuk wordt de vervolgfase nader toegelicht aan de hand van een globale planning (zie paragraaf 4.1). Paragraaf 4.2 geeft een overzicht van de belangrijkste vergunningen die worden aangevraagd. Paragraaf 4.3 gaat in op diverse uitvoeringsaspecten en paragraaf 4.4 geeft aspecten rondom de grondverwerving, nadeelcompensatie en eventuele uitvoeringsschade. 4.1 PLANNING OP HOOFDLIJNEN In tabel 1 is de planning van de dijkversterking op hoofdlijn weergegeven. De eerste vier punten zijn in dit hoofdstuk nader toegelicht. Tabel 1 Planning dijkversterking op hoofdlijnen Ontwerp projectplan, Projectnota/MER en bijbehorende besluiten ter inzage Definitief projectplan, Projectnota/MER en bijbehorende besluiten ter inzage Start Eind 3e kwartaal e kwartaal e kwartaal e kwartaal 2013 Voorbereiding en aanbesteding 1e kwartaal e kwartaal 2014 Verleggen van kabels en leidingen 4e kwartaal e kwartaal e kwartaal e kwartaal 2014 Uitvoering dijkversterking 1e kwartaal e kwartaal PROCEDURE PROJECTPLAN EN PROJECTNOTA/MER Waterwet De dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost valt onder artikel 5.4 van de Waterwet. Volgens dit artikel moet het waterschap een projectplan opstellen dat tot stand komt via de in die wet voorgeschreven projectprocedure. Het versterken van een waterkering behoort tot de projecten waar de procedurele versnellingsmaatregelen van Afdeling 2, Hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet op van toepassing zijn. Als beheerder van de primaire waterkering, is het Waterschap Hollandse Delta het bevoegd gezag dat het projectplan vaststelt. Omdat sprake is van een aanleg of wijziging van de primaire waterkering, dient het projectplan te worden voorbereid met de zogenaamde projectprocedure (hoofdstuk 5, paragraaf 2 van de Waterwet). Als gevolg daarvan behoeft het projectplan tevens de goedkeuring van Gedeputeerde Staten (art. 5.7 Waterwet). Projectnota/MER Voor de dijkversterking moet tevens een milieueffect beoordeling plaatsvinden. In 2011 is hiertoe het milieueffectrapport inclusief het memo voorkeuralternatief opgesteld, samen wordt dit de projectnota/mer genoemd :F - Definitief ARCADIS 33

37 Het Besluit m.e.r. is per 1 april 2011 gewijzigd. De m.e.r.-plicht heeft nu betrekking op het vaststellingsbesluit van Waterschap Hollandse Delta met betrekking tot de dijkversterking. Het waterschap is nu bevoegd gezag voor zowel dat besluit als voor de projectnota/mer COÖRDINATIE BINNEN DE WATERWET De dijkversterking Eiland van Dordrecht, geschiedt conform een door de beheerder vastgesteld en door Gedeputeerde Staten goedgekeurd projectplan. Voor uitvoering van het plan moet een aantal vergunningen worden verleend door de vergunningverlenende overheden. De vergunningaanvragen worden ingediend bij de betreffende bevoegde gezagen. Toepassing van artikel 5.8 van de Waterwet maakt een gecoördineerde behandeling mogelijk voor de verwezenlijking van de uitvoeringsbesluiten ten behoeve van het projectplan. De aanvragen voor de uitvoeringsbesluiten voor die overheden worden daarom tegelijk met dit projectplan in procedure gebracht. Dit projectplan en de (ontwerp) beschikkingen worden vervolgens tegelijkertijd ter inzage gelegd. De Provincie Zuid- Holland coördineert deze terinzagelegging en de verdere procedures. De regeling voorziet in een gezamenlijke kennisgeving, terinzagelegging van de ontwerp beschikkingen en gelijktijdige bekendmaking van de besluiten. Tevens worden de beroepsmomenten gebundeld. De partij die de coördinatie regelt (in dit geval de provincie Zuid-Holland), dient een besluit tot coördinatie te nemen op grond van Waterwet. Daarnaast dient deze aan het bevoegd gezag termijnen af te geven wanneer de (ontwerp)beschikkingen gereed dienen te zijn en zienswijzen en beroep mogelijk te maken. De bevoegdheid om de besluiten te nemen blijft bij het wettelijke bevoegde gezag, ook het toetsingskader verandert niet. De provincie treedt op als coördinerend bevoegd gezag. De overige bestuursorganen, de bevoegde gezagen, zijn wel verplicht medewerking te verlenen aan de coördinatie VEREISTE VERGUNNINGEN Om te bepalen welke vergunningen nodig zijn voor de dijkversterking is een inventarisatie uitgevoerd. Voor de dijkversterking van het Eiland van Dordrecht Oost gaan de volgende vergunningen tegelijk met het projectplan in procedure: Waterwet In het kader van de Waterwet is dit projectplan opgesteld voor wijziging van een waterstaatswerk door of vanwege de beheerder. Het projectplan wordt officieel door het Waterschap vastgesteld en geldt voor beide waterbeheerders (ook Rijkswaterstaat). Met het opstellen van het projectplan vervalt de verplichting voor het aanvragen van andere watervergunningen voor wijziging van het waterstaatswerk. Wet ruimtelijke ordening In het kader van bestemminsplannen wordt gekeken naar de ruimtelijke reservering die voor de dijk gemaakt moet worden. Hierbij wordt rekening gehouden met verdere :F - Definitief ARCADIS 34

38 dijkversterkingen voor de komende 100 jaar. De Wet ruimtelijke ordening is van toepassing op de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan In een gedeelte van het projectgebied is het bestemmingsplan "Stadspolder, Vissershoek en Oudelandshoek" vigerend. Deze behelst het gebied tussen de Rondweg N3, het Wantij, Wantijdijk, de Zeedijk en de Noordendijk. Voor bestemmingsplan Stadspolder, Vissershoek en Oudelandshoek geldt dat de beschermingszone die nu als (dubbel)bestemming Waterkering is opgenomen gewijzigd moet worden. Hiervoor dient de gemeente Dordrecht een bestemmingsplan procedure te doorlopen waarvoor de PN/MER van de dijkversterking als onderbouwing gebruikt kan worden. In het andere deel van het projectgebied zal het nieuwe bestemmingsplan de Nieuwe Dordtsche Biesbosch van kracht worden. De dijkverbetering past binnen de dubbelbestemming Waterstaat, waterkering. Flora en Faunawet; De Flora- en faunawet beschermt een groot aantal soorten (waaronder vrijwel alle gewervelde dieren en een aantal planten). Deze mogen onder meer niet gedood, verjaagd, gevangen of verontrust worden. De uitvoering van werkzaamheden kan leiden tot handelingen die in strijd zijn met deze verbodsbepalingen. Indien hier sprake van is dan dient er ontheffing aangevraagd te worden bij het bevoegd gezag. De ontheffingsaanvraag moet onderbouwd zijn door een goed onderzoek naar het voorkomen van en de effecten op beschermde soorten. Natuurbeschermingswet; Het project wordt uitgevoerd in of nabij Natura 2000-gebied de Biesbosch. Voor activiteiten in of nabij een Natura 2000-gebied dient een vergunning aangevraagd te worden bij de provincie. Daarnaast geldt dat voor het werken in of nabij beschermde natuurmonumenten eenzelfde vergunningsplicht. Natura 2000-gebied de Biesbosch is al wel als Natura 2000-gebied aangewezen maar nog niet als zodanig formeel vastgesteld. De Biesbosch is al wel formeel vastgesteld als zowel een Vogelrichtlijn- als een Habitatrichtlijn gebied. De vergunningsaanvraag is onderbouwd met een zogenaamde passende beoordeling die met dit projectplan ter inzage ligt. Deze passende beoordeling beschrijft in detail de effecten van de dijkversterking op het Natura 2000 gebied. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. Dit is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte en natuur. Het voordeel van de Wabo voor het project is dat er één loket is voor indiening van de aanvraag, één procedure, één bevoegd gezag, één beroepsgang en een gecoördineerde handhaving. Voor uitvoering van de dijkversterking zijn de volgende onderdelen onder de Wabo benodigd: Omgevingsvergunnning voor bouwen Omgevingsvergunning voor slopen :F - Definitief ARCADIS 35

39 Omgevingsvergunning voor kappen Provinciale milieuverordening Zuid-Holland Door de toepassing van de Provinciale Milieuverordening Zuid-Holland (PMV) worden zogenaamde milieubeschermigsgebieden aangewezen voor stilte en beperking geluidshinder en voor grondwaterbescherming. De werkzaamheden vinden plaats in beide typen beschermingsgebied. Voor de uitvoering van de dijkversterking zal ontheffing worden aangevraagd van de PMV. Opzegging vergunningen kabels en leidingen Er is geen sprake van het opzeggen van vergunningen die een belemmering vormen voor de uitvoering van het werk. Uitgangspunt is namelijk dat kabels en leidingen na eventuele uitname weer teruggelegd worden. Leidingen en kabels zijn onderdeel van dit projectplan. De vergunningen benodigd voor de uitvoering van de werkzaamheden vallen onder de verantwoordelijkheid van de beheerder van het betreffende netwerk. De beheerder vraagt zelf de passende vergunningen aan voor aanpassing, (leggen en verleggen) en bijkomende werken zoals tijdelijke wegen INSPRAAK Het projectplan en de vergunningen wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 Algemene wet Bestuursrecht, met de daarbij behorende inspraak-, bezwaar- en beroepsmogelijkheden. De provincie Zuid-Holland coördineert de vergunningverlening en de ter inzagelegging. Het ontwerp projectplan en de projectnota/mer worden door het waterschap ingediend bij de provincie Zuid-Holland. De andere overheden dienen de ontwerp uitvoeringsbesluiten in bij de provincie. De provincie coördineert vervolgens de bekendmaking en legt in haar hoedanigheid van bevoegd coördinerend gezag de vergunningen in ontwerp ter inzage voor zes weken. Het dagelijks bestuur van het waterschap legt tegelijkertijd voor zes weken de projectnota/mer met de bijbehorende notities en het ontwerp projectplan voor een ieder ter inzage. Na de terinzagelegging stelt het waterschap het projectplan vast op basis van het advies van de betrokken partijen en neemt hierbij de ontvangen zienswijzen mee in zijn afweging. Bij het ter inzage leggen heeft het waterschap het MER al aanvaard. Tegelijkertijd neemt het betreffende bevoegd gezag, mede op basis van de zienswijzen, een definitief besluit ten aanzien van de vergunningaanvragen. Door Gedeputeerde Staten van de provincie wordt dan het definitieve projectplan vervolgens goedgekeurd. Gedeputeerde Staten motiveert haar besluit en legt het definitieve projectplan ter inzage. Tegen het goedkeuringsbesluit van Gedeputeerde Staten en tegen alle overige besluiten kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Alleen belanghebbenden komt het recht van beroep toe :F - Definitief ARCADIS 36

40 4.3 UITVOERINGSASPECTEN Tijdens de uitvoering gelden de volgende randvoorwaarden: De woningen en bedrijven moeten tijdens de uitvoering bereikbaar zijn; De stabiliteit van de dijk zal tijdens de uitvoering gewaarborgd moeten worden (met mogelijke gewichtsbeperkingen voor verkeer en transport); Om een efficiënte uitvoering te realiseren, is een doorlopende bouwstroom van belang. Logistiek is dit een lastige opgave; de fasering moet daarom zodanig zijn dat in elke fase een goede ontsluiting voor bouwverkeer mogelijk is en zo min mogelijk conflict tussen bouw- en ander verkeer ontstaat. Ten behoeve van de uitvoering moet onder meer rekening gehouden worden met: Werktijden Gesloten seizoen Mitigatie negatieve effecten op natuur Uitvoeringsmethode damwanden Transportroutes (aslasten) Kabels en leidingen Veiligheidsaspecten WERKTIJDEN Werktijden moeten binnen de wettelijke bepalingen met betrekking tot de wet geluidshinder vallen. Voor de beoordeling van de geluidsemissie bij geluidsgevoelige objecten in de omgeving, maakt de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening (1998) onderscheid in een dag-, avond- en nachtperiode (respectievelijk uur, uur en uur). Voor de avond- en nachtperiode is er een strengere beoordeling dan voor de dagperiode. De werkzaamheden zullen worden uitgevoerd in de dagperiode ( uur). De werkzaamheden in het gesloten seizoen zullen plaatsvinden volgens de beleidsregel "Werken in het gesloten seizoen", zoals geformuleerd in de vastgestelde Beleidsnota Waterkeringen (WSHD 1 jan 2010). Hiervoor moet een specifiek calamiteitenplan worden uitgewerkt. Er dient eveneens rekening gehouden te worden met het recreatieseizoen, het broedseizoen in het kader van de Flora- en Fauna wet (zie volgende paragraaf) en de belangen van de betrokken bewoners en ondernemers, op de locaties waar dit van belang is NATUURMAATREGELEN TIJDENS UITVOERING Om de negatieve effecten op natuur te mitigeren worden tijdens de uitvoering maatregelen genomen. De belangrijkste maatregelen zijn hieronder opgenomen: Bittervoorn en kleine modderkruiper Wantijdijk en Buitendijk rond km 16.8 binnendijks (Weergegeven met nummer 3 op de tekeningen). Negatieve effecten op de bittervoorn en de kleine modderkruiper als gevolg van het dempen van watergangen worden voorkomen door het wegvangen van deze vissen direct :F - Definitief ARCADIS 37

41 voorafgaand aan de werkzaamheden. Daarnaast worden nieuw aan te leggen watergangen waar mogelijk geschikt gemaakt voor deze soorten (natuurvriendelijke oevers, zones met waterplanten). Spindotter Wantijdijk en Buitendijk direct aan de huidige buitenteen km (Weergegeven met nummer 4 op de tekeningen). Het verlies van groeiplaatsen van de spindotter wordt voorkomen door het verplanten van exemplaren direct voorafgaand aan de werkzaamheden. De exemplaren worden onder begeleiding van een expert verplaatst naar nieuwe geschikte groeiplaatsen (zoetwater intergetijdengebied). Broedvogels Zeedijk km Verstoring van (algemene) broedvogels en hun nesten wordt voorkomen door potentiële broedlocaties, waaronder groenelementen (bomen, struiken, braamstruweel, ruigte, riet) en bebouwing, te verwijderen buiten de broedperiode (15 maart 15 augustus). Verstoring van broedvogels wordt dan voorkomen. Waterspitsmuis & noordse woelmuis Zeedijk km en Buitendijk (Weergegeven met nummer 2A op de tekeningen). Negatieve effecten op de waterspitsmuis en noordse woelmuis bij de Buitendijk en de Zeedijk worden voorkomen door voorafgaand aan de werkzaamheden potentieel leefgebied (riet, ruigte, moeras, nat grasland) ter plaatse van de werkzaamheden ongeschikt gemaakt. Hiervoor wordt de vegetatie zeer kort weggemaaid, waarna het maaisel wordt afgevoerd. Pas minimaal 5 dagen na het maaien worden de werkzaamheden ter plaatse uitgevoerd (plaatsen rijplaten, storten grond etc.) Het ongeschikt maken vindt plaats buiten de voortplantingsperiode van beide soorten (maart t/m september). De overwinteringsperiode (december, januari) is een minder geschikte periode, maar het is dan wel mogelijk. Vogels met een instandhoudingsdoelstelling (grutto, bruine kiekendief, rietzanger) Rondom de Wantij- en Zeedijk is het (tijdelijk) verstoren van de buitendijkse pleisterfunctie van grutto s bepalend voor het optreden van significant negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Biesbosch. Door met de uitvoering van de werkzaamheden aan de Zeedijk rekening te houden met de aanwezigheid van de pleisterende grutto s kunnen effecten voorkomen worden, waardoor significant negatieve effecten niet langer optreden. Navolgende tabel geeft in rood weer welke periodes de grutto s in groepen aanwezig zijn (voorafgaand aan het broedseizoen en voorafgaand aan de trek) in de Biesbosch. Door in deze periode langs de gehele Zeedijk geen hei- en sloopwerkzaamheden uit te voeren, en langs het zuidelijke deel van de Zeedijk in het geheel geen werkzaamheden uit te voeren, worden effecten voorkomen :F - Definitief ARCADIS 38

42 Tabel 2 Gevoelige periode grutto bij de Zeedijk (zie dijktraject rood in Afbeelding 5) ISHD J F M A M J J A S O N D Niet-broedvogels Grutto * * Bijlsma et al Afbeelding 5 Zeedijk (dijktraject rood) waar tijdens het de aanwezigheid van pleisterende grutto s in het geheel geen werkzaamheden moeten worden uitgevoerd om verstoring te voorkomen. Luchtfoto s: 2012 Aerodata International Surveys, Digital Globe, Geo Eye, Cnes/Spot Image; kaartgegevens 2012 Google. Rondom de Buitendijk is het (tijdelijk) verstoren van de broedfunctie van de buitendijkse gebieden voor de bruine kiekendief bepalend voor het optreden van significant negatieve effecten op het Natura 2000-gebied Biesbosch. Het Waterschap Hollandse Delta zal in overleg met de terreinbeheerder een convenant opstellen. Hierin worden maatregelen uitgewerkt om het buitendijks broedgebied voor de Bruine kiekendief geschikter te maken door het treffen van gerichte beheermaatregelen. Ditzelfde geldt ook voor de rietzanger bij de Buitendijk. Het Waterschap Hollandse Delta zal in overleg met de terreinbeheerder een convenant opstellen. Hierin worden maatregelen uitgewerkt om het buitendijks broedgebied voor de rietzanger geschikter te maken door het treffen van gerichte beheermaatregelen. Met betrekking tot de Buitendijk bestaan de resterende maatregelen voor de diersoorten uit: :F - Definitief ARCADIS 39

43 het in stand houden van de buitendijkse opgaande beplanting tijdens de buitendijkse grondwerkzaamheden. Kap van buitendijkse bomen vindt pas plaats na uitvoering van alle buitendijkse grondwerkzaamheden. Hiermee worden de werkzaamheden uit het zicht van verstoringsgevoelige vogels onttrokken, waardoor de werkzaamheden minder zichtbaar zijn, en dus ook zorgen voor minder verstorende reacties bij broedvogels en niet-broedvogels; de kap buitendijkse opgaande beplanting vindt plaats buiten het broedseizoen; half maart tot half augustus. Afbeelding 6 ligging van de broedlocatie van de bruine kiekendief en het dijktraject (aangegeven in rood). Luchtfoto s: 2012 Aerodata International Surveys, Digital Globe, Geo Eye, Cnes/Spot Image; kaartgegevens 2012 Google UITVOERINGSMETHODE EN MONITORING Uitvoeringsmethode damwanden De damwanden worden waar mogelijk gedrukt vanwege de aanwezigheid van de huidige bebouwing dicht bij de damwanden en de aanwezige natuurwaarden in het gebied. Bij het trillen van de damwanden zal het risico op schade aan deze bebouwing hoog zijn en wordt het gebied te veel verstoord. De werkzaamheden aan damwanden worden uitgevoerd in minst kritische periode voor de diersoorten (broedseizoen, overwintering). Monitoring Tijdens de uitvoering wordt het bouwproces en optredende zettingen gemonitord :F - Definitief ARCADIS 40

44 4.3.4 TRANSPORTROUTES EN WERKSTROKEN Gedurende het werk vindt zwaar transport van het benodigde materiaal en materieel plaats (bijvoorbeeld grond, steenbekleding, stalen damplanken). Hiervoor wordt in overleg met de wegbeheerders tijdig een geschikte aanvoer- of omleidingsroute gezocht. Vanwege de afmetingen van de dijk dient men rekening te houden met uitvoering met klein materieel om de kruin van de dijk op te hogen. Diverse locaties zijn bovendien slecht met materieel te bereiken. Om de dijk worden werkstroken aangewezen en tijdelijke werkterreinen worden ingericht voor het opslaan van hoeveelheden grond. Dit wordt in de besteksfase verder uitgewerkt. Gedurende de uitvoering mag zo min mogelijk (verkeers)overlast zijn voor de omwonenden en moet de bereikbaarheid (bewoners, bevoorrading, hulpdiensten) gegarandeerd worden KABELS EN LEIDINGEN De nutsbedrijven zijn op de hoogte gesteld van de voorgenomen verbeteringswerken. Hierdoor wordt er voldoende gelegenheid gegeven om eventueel noodzakelijke tijdelijke voorzieningen te treffen, dan wel de uitvoeringsplanning van de nutsvoorzieningen in de nieuwe situatie voor wat betreft kabels en leidingen te bepalen VEILIGHEIDSASPECTEN Er wordt rekening gehouden met het opstellen van een veiligheids- en gezondheidsrapport. Daarbij wordt onder meer de volgende aspecten opgenomen: de veiligheid voortkomend uit de omgeving, het ontwerp en mogelijke ARBO-richtlijnen. Voor de benoemde aspecten kunnen aanwijzingen worden gesteld voor de veiligheid van de omgeving en werknemers. Voorbeelden van veiligheidsaspecten zijn het toepassen van afzettingen rondom ontgravingen en maatregelen inzake uitvoeringsstabiliteit, evenals het opnemen van richtlijnen voor het veilig ontgraven van zandondergrond voor werknemers door toepassen veilige taludhellingen of bekistingvoorzieningen (voortkomend uit ontwerp). 4.4 GRONDVERWERVING, NADEELCOMPENSATIE EN UITVOERINGSSCHADE Hierna wordt eerst ingegaan op minnelijke verwerving van onroerende zaken en de vestiging van zakelijke rechten, waarna onteigening van onroerende zaken wordt besproken. Vervolgens wordt de gedoogplicht op grond van de Waterwet behandeld. Ook wordt ingegaan op nadeelcompensatie en nadeelcompensatie voor kabels en leidingen en tot slot mogelijke uitvoeringsschade VERWERVING, ZAKELIJK RECHT, ONTEIGENING EN GEDOOGPLICHT Minnelijke verwerving van onroerende zaken en vestiging van een zakelijk recht In voorkomende gevallen kan WSHD besluiten over te gaan tot aankoop van gronden waarop de primaire waterkering is geprojecteerd (kortheidshalve wordt verwezen naar het Vastgoedbeleid van waterschap Hollandse Delta 2012) :F - Definitief ARCADIS 41

45 Waterschap Hollandse Delta wil hierbij in eerste instantie tot overeenstemming met de grondeigenaar komen (minnelijke verwerving). De juiste ligging en begrenzing van de eventueel aan te kopen gronden is aangegeven op kadastrale tekeningen. Voor wat betreft het dijkprofiel zijn de aankoopgrenzen door middel van markeringen aangegeven op een situatietekening van het projectplan. De huidig bekende kadastrale gegevens van de eventueel aan te kopen gronden zijn in lijsten verwerkt. Het kan voorkomen dat in het kader van de dijkversterking voorzieningen worden aangebracht, waardoor de eigenaar van het perceel nauwelijks in het gebruik van zijn perceel wordt beperkt. In een dergelijk situatie wenst WSHD in onderling overleg met de eigenaar tot overeenstemming te komen over bijvoorbeeld het vestigen van een zakelijk recht tot hebben van die voorzieningen in zijn perceel. Onteigening van onroerende zaken (gronden) Zoals vermeld streeft het waterschap bij een aankoop van gronden naar minnelijke verwerving hiervan. Wordt na goed overleg geen overeenstemming met de grondeigenaar bereikt, dan kan uiteindelijk de onteigeningsprocedure worden gestart op grond van de onteigeningswet en de Waterwet. Gedoogplichten Op grond van artikel 5.24 Waterwet kan WSHD rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken de verplichting opleggen om de aanleg en wijziging van een waterstaatswerk (= ook een waterkering) en de daarmee verband houdende werkzaamheden te gedogen, indien naar het oordeel van WSHD de belangen van de rechthebbenden geen onteigening vorderen. De gedoogplicht wordt in individuele gevallen bij beschikking van WSHD opgelegd. Het evenredigheidsbeginsel brengt vanzelfsprekend met zich me dat een gedoogplicht op grond van de Waterwet alleen kan worden opgelegd, indien de rechthebbenden geen toestemming verlenen (minnelijk) voor de aanleg of wijziging van het waterstaatswerk. Ook zijn rechthebbenden ten aanzien van onroerende zaken gehouden onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan waterstaatswerken te gedogen, voor zover die werkzaamheden geschieden door of onder toezicht van WSHD (artikel 5.23 Waterwet) NADEELCOMPENSATIE Aan degene die als gevolg van de rechtmatige uitoefening van een taak of bevoegdheid in het kader van het waterbeheer schade lijdt of zal lijden, wordt op zijn verzoek door het betrokken bestuursorgaan (bijvoorbeeld het waterschap) een vergoeding toegekend, voor zover de schade redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven en voor zover de vergoeding niet of niet voldoende anderszins is verzekerd (artikel 7.14 Waterwet). Deze schadevergoeding wordt aangeduid met de term "nadeelcompensatie". Schade ten gevolge van onteigening en uitvoeringsschade worden niet gerekend tot nadeelcompensatie :F - Definitief ARCADIS 42

46 De Verenigde Vergadering van Waterschap Hollandse Delta heeft in 2008 de "Verordening nadeelcompensatie waterschap Hollandse Delta" vastgesteld. Deze verordening voorziet in een met waarborgen omklede procedure voor de behandeling van een verzoek om nadeelcompensatie. Verzoeken om nadeelcompensatie in het kader van de dijkversterking kunnen op grond van artikel 7.14 Waterwet worden ingediend, volgens de procedure regels gesteld in de Verordening nadeelcompensatie waterschap Hollandse Delta. In geval de aanvraag samenhangt met het projectplan geldt voor de termijn van indiening dat de aanvraag niet eerder kan worden ingediend dan nadat Gedeputeerde Staten op grond van de Waterwet het plan hebben goedgekeurd en het plan onherroepelijk is geworden. Nadeelcompensatie kabels en leidingen Waterschap Hollandse Delta heeft een speciale nadeelcompensatieregeling ten aanzien van het verleggen van kabels en leidingen: de "Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen in en buiten waterstaatswerken waterschap Hollandse Delta 2007" van september 2007, deze nadeelcompensatieregeling is geënt op de nadeelcompensatieregeling van Rijkswaterstaat NKL Naast de nadeelcompensatieregeling heeft het waterschap ook een uitvoeringsprotocol kabels en leidingen. Dit uitvoeringsprotocol welke ook wordt toegepast door Rijkswaterstaat is op de nadeelcompensatieregeling van het waterschap van toepassing verklaard. Wanneer kabels en leidingen verlegd moeten worden als gevolg van een besluit van het waterschap wordt op basis van de "Nadeelcompensatieregeling verleggen kabels en leidingen" de hoogte van een eventuele schadevergoeding bepaald. Het protocol is bij kabel en leidingbeheerders bekend UITVOERINGSSCHADE WSHD houdt er rekening mee dat de uitvoering van de dijkversterkingswerken kan leiden tot schade, zoals zettingschade of scheurvorming aan panden. WSHD rekent het tot zijn verantwoordelijkheid om waar mogelijk schadevoorkomend of als het niet anders kan schade beperkend het project uit te voeren. Om te kunnen vaststellen of de schade het gevolg is van de uitvoering van de dijkversterking worden er vóór de uitvoering van het werk, met toestemming van de rechthebbenden, door een schadedeskundige bouwkundige vooropnames gemaakt van risicovolle panden (binnen de invloedssfeer van de dijkversterking). Zo nodig worden meetbouten geplaatst. Na afloop van het werk wordt de eventueel geclaimde schade door een vooraf benoemde externe onafhankelijke deskundige beoordeeld. Indien de rechthebbenden op een pand geen toestemming geven voor een bouwkundige opname en het plaatsen van meetbouten, dan ligt het ook op diens weg om buiten twijfel aan te tonen dat WSHD aansprakelijk is voor eventueel door die betrokkene naar voren gebrachte schade. De kosten die zijn verbonden aan het vergaren van het bewijs worden overigens niet vergoed :F - Definitief ARCADIS 43

47 4.5 MONITORING, BEHEER EN ONDERHOUD BEHEER EN ONDERHOUD Voor dit project zal een beheer- en onderhoudsplan opgesteld worden. Hierin komen onder andere de volgende zaken aan de orde, die voortvloeien uit dit ontwerp: Beheer en onderhoud van de damwanden; Beheer en onderhoud van de watergangen (in het bijzonder die zich binnendijks van de Buitendijk bevinden). Het regelmatig inspecteren en controleren van de intredelijn en/of oeverlijn i.v.m. het gevaar voor erosie. Het toepassen van zowel traditionele en moderne meettechnieken om de gesteldheid van de waterkering te bewaken. Het waterschap is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de waterkering en de bijbehorende veiligheidszones. Hoe dit geboden wordt staat beschreven in het beleidsplan van het Waterschap Hollandse Delta voor waterkeringen getiteld Kijk op dijk en duin. Het uitgangspunt van het beheer is hierbij een waterstaatkundig of natuurtechnisch beheer van de dijktaluds. Damwanden Periodiek dient de kruinhoogte te worden ingemeten om het zettingsproces te monitoren en het gedrag van de totale constructie te kunnen beoordelen. Het ondergrondse deel van de constructies is lastig te inspecteren. Met het oog daarop wordt aanbevolen om te onderzoeken of de inspectie met behulp van innovatieve technieken, zoals glasvezelkabels of digitale scanapparatuur kan worden uitgevoerd. Dit om het opgraven van de dijk tot een minimum te beperken. Beheer van de dijksloten De dijksloten dien onderhouden te worden conform het beleidsplan waterkeringen van het waterschap. Het slib moet regelmatig uit de deze sloten gebaggerd worden. Er mag maximaal een sliblaag van 20 cm losgepakt slib ontstaan. Maar, dit baggeren mag niet dieper dan de slootafmetingen die in de berekeningen zijn aangehouden. Ook de taluds van de sloten mogen niet steiler worden. Er mag dus geen grond afgevoerd worden. Dit geldt voor de Buitendijk, Wantijdijk en Zeedijk DE LEGGER WATERKERINGEN Zodra de dijkversterking gerealiseerd is, zal de Legger waterkeringen aangepast worden met de definitieve keurzones. Op de grondverwervingstekening in de bijlage 5 staan de indicatieve keurzones gebaseerd op het ontwerp en de huidige regelgeving. De waterkering is opgedeeld in drie keurzones: de kernzone, de beschermingszone, en de buitenbeschermingszone, vastgelegd in de legger. Om te mogen bouwen binnen deze zones, is een vergunning op basis van de keur nodig :F - Definitief ARCADIS 44

48 BIJLAGE 1 Nota van Uitgangspunten :F - Definitief ARCADIS 45

49 :F - Definitief ARCADIS 46

50 BIJLAGE 2 Geotechnisch achtergrondrapport :F - Definitief ARCADIS 47

51 :F - Definitief ARCADIS 48

52 BIJLAGE 3 Verkenning hydraulische effecten van de dijkversterking Inleiding en doel In het kader van de studie Planstudies Dijkversterking Eiland van Dordrecht Oost is door Waterschap de Hollandse Delta aan Meander Advies en Onderzoek (onderdeel van Arcadis Nederland BV) gevraagd om de hydraulische effecten van een dijkverlegging te verkennen. Dit is gedaan tijdens het opstellen van het milieueffectrapport en in de aanloop van het bepalen van het voorkeursalternatief. De resultaten zijn gerapporteerd aan het waterschap in de memo Verkenning hydraulische effecten dijkverlegging Dordrecht in februari Deze memo is overgenomen in deze bijlage. Het doel van de verkenning is om met het relatief grove NDB_2003 model te onderzoeken hoe waterstanden, stroomsnelheden en afvoer veranderen als gevolg van de dijkverlegging en, voor zover zinnig, wat de verwachting is hoe deze effecten de Wbr-toets zouden doorstaan indien een gedetailleerdere studie volgt. In deze studie is uitgegaan van het dijkversterkingsalternatief waarvan de grootst mogelijke hydraulische effecten te verwachten zijn ( een worst case studie). Dit is het alternatief waarbij de dijk een stuk rivierwaarts verlegd wordt. Als voor dit alternatief geen significante hydraulische effecten optreden, dan is dat voor andere alternatieven, met een kleiner beslag op het winterbed van de rivier, ook uit te sluiten. In het uiteindelijke gekozen ontwerp is uiteraard niet gekozen voor een dijkverlegging. Uitgangspunten en randvoorwaarden De hydraulische effecten zijn bepaald met behulp van het 2D-simulatieinstrument WAQUA in Simona (versie ). Na overleg met opdrachtgever en Rijkswaterstaat (in de persoon van mw. Catharina van Oorschot) is besloten gebruik te maken van het volledige model van het Noordelijk Deltabekken (NDB_2003) van Rijkswaterstaat Zuid-Holland, met als rooster het bestand ndb22.rgf. Dit rooster heeft ter plaatse van de dijkverlegging cellen ter grootte ca. 100x100 m 2. De effecten van de dijkverlegging worden met twee randvoorwaardensets in kaart gebracht: riviergedomineerd : een bovenstroomse afvoer die overeenkomt met m 3 /s bij Lobith gecombineerd met een waterstand van 2 m + NAP bij Hoek van Holland en zeegedomineerd : een bovenstroomse afvoer die overeenkomt met m 3 /s bij Lobith gecombineerd met een waterstand van 3 m + NAP bij Hoek van Holland. Benedenstrooms aan de Maasmond en op het Haringvliet wordt gebruik gemaakt van het slotgemiddelde getij (definitie 'slotgemiddelde' uit "Getijtafels voor Nederland") :F - Definitief ARCADIS 49

53 Afbeelding 7 De dijkverlegging in het model. De oranje contour is de ligging van de dijk in de referentie, de blauwe contour de nieuwe ligging. De roze hoekige contour is het zogenaamde WAQUAschotje: de projectie van de oranje contour op het rekenrooster. De vier dik gedrukte oranje hoeken stellen de locaties voor waar de projectie van de verlegde dijk op het rekenrooster anders is dan in de referentie. Deze vier afwijkende schotjes vormen samen de modelrepresentatie van de dijkverlegging. De twee noordelijke schotjes De twee verlegde schotjes Schematisatie van de dijkverlegging Voor het schematiseren van de dijkverlegging is eerst op basis van de specificatie in Afbeelding 8, de dijkverlegging in het ruimtelijke vlak getekend en vervolgens is de dijkverlegging handmatig op het rooster geprojecteerd (Afbeelding 7). Dit levert ten opzichte van de referentie een verandering in vier roostercellen waar de rekenroosterbegrenzing wordt aangepast. In de schematisatie van de ingreep is geen rekening gehouden met verandering van de maaiveldhoogte zoals te zien in Afbeelding 8 omdat naar verwachting het hydraulisch effect hiervan nihil zal zijn :F - Definitief ARCADIS 50

54 Afbeelding 8 Het versterkingsalternatief dat gebruikt is als worst case voor de berekeningen. Hydraulische effecten In totaal zijn er vier berekeningen uitgevoerd: Q12000-ref: referentie met afvoer Lobith = 12000m 3 /s en waterstand Hoek van Holland 3m +NAP; Q16000-ref: referentie met afvoer Lobith = 16000m 3 /s en waterstand HvH 2m +NAP; Q12000-ingr: dijkverlegging met afvoer Lobith = 12000m 3 /s en waterstand HvH 3m +NAP; Q16000-ingr: dijkverlegging met afvoer Lobith = 16000m 3 /s en waterstand HvH 2m +NAP :F - Definitief ARCADIS 51

55 Twee van de vier verplaatste schotjes in de luwte Allereerst is in Afbeelding 9 een overzicht van de absolute stroomsnelheden in het gebied bij Q16000-ingr gegeven. De snelheden worden getoond op het moment dat ze ter plaatse van de dijkverlegging maximaal zijn. Uit deze figuur blijkt dat de twee noordelijke schotjes die verplaatst zijn als gevolg van de dijkverlegging gelegen zijn in een luw gebied. Hydraulisch hebben deze schotjes daarom weinig effect. Desalniettemin worden de effecten van de vier schotjes in de paragrafen hieronder benoemd. Afbeelding 9 Stroomsnelheden bij Q16000-ingr. De pijlen bij A wijzen naar de noordelijke schotjes, de pijlen bij B naar de verlegde schotjes (zie Afbeelding 7 en tekst). A B Effecten op de waterstand Afbeelding 10 en Afbeelding 11 tonen verschillen van de waterstand bij Q=12000 m 3 /s en Q=16000 m 3 /s respectievelijk. Te zien is dat in beide gevallen bovenstrooms van de ingreep de waterstand daalt met 1 tot 3 millimeter. Het ruimtebeslag van de daling is in het geval Q=16000 m 3 /s veel groter. Direct zuidelijk van de ingreep, langs de verlegde dijk ter hoogte van rivierkilometer 972, is te zien dat er een beperkte waterstandstijging optreedt van 1 tot 2 millimeter. In de as van de rivier komt de waterstandstijging niet boven de millimeter uit (Afbeelding 12 en Afbeelding 13). Dit zijn de patronen van een waterstandeffect dat bij een verruiming hoort, niet bij een vernauwing. Hiervoor is vooralsnog geen verklaring gevonden. Verder is in de roostercellen direct aangrenzend aan de verlegde schotjes bij beide afvoerniveaus sprake van een lokale daling van de waterstand (Afbeelding 10 en Afbeelding 11). Dit duidt op het snelheidshoogte-effect (of Bernoulli-effect) ter plaatse van de vernauwing. Potentiële energie (=waterstand) van water gaat over in kinetische energie (=snelheid) :F - Definitief ARCADIS 52

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum

Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Auteur Registratienummer Datum Peilbesluit Waddenzeedijk Texel Toelichting bij het Auteur Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Registratienummer 15.18021 Datum April 2015 1. AANLEIDING PEILBESLUIT Het dient herzien te worden vanwege

Nadere informatie

Noord. Ontwerp projectplan

Noord. Ontwerp projectplan Dijkversterking Hoeksche Waard Noord Ontwerp projectplan 15 april 2013 ONTWERP PROJECTPLAN DIJKVERSTERKING HOEKSCHE WAARD NOORD WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 15 april 2013 076567479:I - Definitief C03011.000007.123

Nadere informatie

Dijkversterking Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken Dijkversterking Omringkade Marken Het ontwerp Projectgroep/klankbordgroep 19 juni 2012 Welkom! Doel van deze bijeenkomst: Toelichting geven op ontwerp dijkversterking Gedachten wisselen over dilemma s

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden

Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Beschrijving deelgebied Bastion in Terheijden Terheijden Dijkvak omschrijving Lengte in m Opgave B117a_b Bastion 803 Hoogte Overzichtskaart met aanduiding dijkvak B117a_b, impressie van de natte EVZ en

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

PROJECTNOTA/MER DIJKVERSTERKING EILAND VAN DORDRECHT OOST

PROJECTNOTA/MER DIJKVERSTERKING EILAND VAN DORDRECHT OOST PROJECTNOTA/MER DIJKVERSTERKING EILAND VAN DORDRECHT OOST WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 26 maart 2012 075625659:E C03011.000007 Inhoud Samenvatting 5 DEEL A 11 1 Inleiding 13 1.1 Aanleiding dijkversterking

Nadere informatie

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra

Memo. Divisie Ruimte, Mobiliteit en Infra Aan Gemeente Horst aan de Maas Van drs. F.M. van Schie Telefoon 0302653276 RM193104 Toelichting bij aanvraag vergunningen dijkversterking Grubbenvorst Datum 13 mei 2016 Projectnummer Onderwerp Inleiding

Nadere informatie

Dijkversterking Hellevoetsluis VP-WAK-0016 Projectnota/Milieueffectrapportage

Dijkversterking Hellevoetsluis VP-WAK-0016 Projectnota/Milieueffectrapportage VP-WAK-0016 Projectnota/Milieueffectrapportage Projectmanager C.G. Bekker Datum : 5 maart 2013 PROJECTNOTA/MILIEUEFFECTRAPPORT DIJKVERSTERKING HELLEVOETSLUIS WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 5 maart 2013 076635743:C

Nadere informatie

BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK

BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK BOUWSTENEN VOOR HET VERSTERKEN VAN EEN DIJK Concept november 2016 Inhoud 1. INLEIDING...3 2. OVERZICHT BOUWSTENEN OM HOOGTEPROBLEEM OP TE LOSSEN...5 3. OVERZICHT BOUWSTENEN OM BINNENWAARTSE INSTABILITEIT/

Nadere informatie

Vaststelling definitief projectplan dijkversterking spui west en vrijmaken krediet tbv realisatie

Vaststelling definitief projectplan dijkversterking spui west en vrijmaken krediet tbv realisatie Vaststelling definitief projectplan dijkversterking spui west en vrijmaken krediet tbv realisatie 1. Aanleiding Uit de tweede veiligheidstoetsing in 2006 is gebleken dat een deel van de dijken in Nederland

Nadere informatie

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek

Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Projectplan Waterwet (definitief besluit) Datum 08-09-2014 Projectnummer P2200C Onderwerp Verdrogingsbestrijding Vossenbroek Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos

Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Beschrijving deelgebied Buitengebied Breda Haagse Beemdenbos Zevenbergen Terheijden Overzichtskaart met uitsnede van het deelgebied (dijkvak B100b) en vogelvlucht foto (Google Earth) Sectie Dijkvakken

Nadere informatie

Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer

Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer Onlangs hebt u een nieuwsbrief ontvangen met informatie over de projecten op de Kampereilanden om de waterveiligheid te verbeteren.

Nadere informatie

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering

5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering 5.19 Bouwwerken in de kern- en beschermingszone van een waterkering Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.1 eerste lid onder b: Zonder vergunning van het bestuur is het verboden gebruik

Nadere informatie

Toelichting actualisatie legger Delflandse Dijk deel zeedijk, traject Hoek van Holland - Maeslantkering

Toelichting actualisatie legger Delflandse Dijk deel zeedijk, traject Hoek van Holland - Maeslantkering Toelichting actualisatie legger Delflandse Dijk deel zeedijk, traject Hoek van Holland - Maeslantkering 1. Aanleiding De vigerende legger Delflandsedijk stamt uit 1997. In 2006 heeft D&H besloten deze

Nadere informatie

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL

VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL VOOROVERLEGNOTITIE 150 KV-VERBINDING DINTELOORD-ROOSENDAAL PROVINCIE NOORD-BRABANT 4 juni 2012 076445727:0.8 - Definitief B01055.000582.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Overzicht reacties... 3 2 s in

Nadere informatie

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018

LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Partiële herziening 2018 LEGGER WATERKERINGEN WATERSCHAP AA EN MAAS Waterschap Aa en Maas Behoort bij DB-besluit nr. 140518/4.5.2 Inhoud 1. Inleiding 2. Leggerbepalingen 3. Kaarten 4. Toelichting Pagina 1 van 10 1. Inleiding Op

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer 19-03-2013 2 Aanvullende tekst par 3.3.3

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer 19-03-2013 2 Aanvullende tekst par 3.3.3 COLOFON Opdrachtgever Project : Waterschap Rivierenland : Rivierverruiming Munnikenland Contractnummer : 110264 Status : Definitief Datum : 05-07-2013 Opsteller : D J Timmer Versie Omschrijving Auteur(s)

Nadere informatie

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie Samenvatting Toetsing veiligheid Diefdijklinie 22 mei 2007 Inleiding De Diefdijklinie is een scheidingsdijk tussen de dijkringgebieden van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden en de Betuwe en Tieler-

Nadere informatie

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen.

Projectplan. Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje. A.I.L. Rennings september Watersystemen. Projectplan Aanvullende werken verbetering watersysteem polder 't Hoekje Auteur A.I.L. Rennings Registratienummer 14.46624 Afdeling Watersystemen 2 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 Huidige situatie 5 3

Nadere informatie

Bijlage A. Begrippenlijst

Bijlage A. Begrippenlijst Bijlage A. Begrippenlijst Begrippenlijst dijkverbeteringsplan Aanleghoogte Kruinhoogte van de dijk onmiddellijk na het gereedkomen ervan. Beheer Berm Beroep Beschoeiing Binnendijks Binnentalud Boezem Boezempeil

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570 Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen

Nadere informatie

Reactienota Ontwerp projectplan Waterwet versterking Regionale kering buitenpolders Kampereiland. 28 augustus

Reactienota Ontwerp projectplan Waterwet versterking Regionale kering buitenpolders Kampereiland. 28 augustus Bijlage 2 bij agendapunt 4B: Projectplan Waterwet versterking regionale waterkering langs buitenpolders Kampereiland. Algemeen bestuursvergadering Waterschap Drents Overijsselse Delta d.d. 18 september

Nadere informatie

Beleidsregels waterkeringen Waterschap Rijn en IJssel

Beleidsregels waterkeringen Waterschap Rijn en IJssel Beleidsregels waterkeringen Waterschap Rijn en IJssel Algemene inleiding Waterkeringen hebben de functie het achterland te beschermen tegen overstroming en vervullen daarmee vaak een regionale of zelfs

Nadere informatie

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering

Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Nieuws brief JUNI 2010 Dijkverbetering Schoonhovenseveer - Zijpkade 3 Beste lezer, Waterschap Rivierenland is verantwoordelijk voor veilige dijken, zodat u goed beschermd bent tegen het rivierwater. Het

Nadere informatie

38 Afrasteringen bij een waterkering

38 Afrasteringen bij een waterkering 38 Afrasteringen bij een waterkering 38.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het plaatsen en verwijderen van afrasteringen (paaltjes met schapengaas of paaltjes met draden ertussen) centraal. Het plaatsen

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem Omgevingswerkgroep Dijkversterking Thorn-Wessem 5 maart 2018 Met de omgeving, voor de omgeving Programma Welkom Stand van zaken project Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) De procedure Alternatieven

Nadere informatie

VEILIGHEID ZUIDELIJKE RANDMEREN SAMENVATTING MER FASE 2

VEILIGHEID ZUIDELIJKE RANDMEREN SAMENVATTING MER FASE 2 VEILIGHEID ZUIDELIJKE RANDMEREN SAMENVATTING MER FASE 2 dijkverbetering zuidelijke Randmeren en Eem Delen van de dijk langs de zuidelijke Randmeren en de Eem (dijkring 45) voldoen niet aan de wettelijke

Nadere informatie

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING SAMENVATTING PLANBESCHRIJVING BRUINISSEPOLDER, VLUCHTHAVEN ZIJPE, STOOFPOLDER TOT BRUINISSE PZDT-R-11258 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 10 oktober 2011 075686597:A - Definitief

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg

Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Versie 16 juni 2016 701948 Projectplan Sluiskant Klein Plaspoelpolder Gemeente Leidschendam-Voorburg Opsteller: C.M. Woltering Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Datum: 16-06-2016 Datum: 16-06-2016

Nadere informatie

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg

Toelichting. 1 Toelichting op aanvraag omgevingsvergunning. 1.1 Inleiding. Onderdeel Maaseikerweg Toelichting Betreft Toelichting op vergunningaanvraag Sluitstukkaden Maasdal Cluster B: Grevenbicht Roosteren Onderdeel Maaseikerweg Ons kenmerk WRO115-OV2.0 Datum 16 december 2015 Behandeld door Kragten

Nadere informatie

: Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering

: Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek invloed inrichting uiterwaard op veiligheid primaire waterkering Royal HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Lars Hoogduin : Ilse Hergarden : Esther van den Akker : BA8401-103-105 : Zomerbedverlaging Beneden IJssel : Onderzoek

Nadere informatie

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing

Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente Korendijk Waterschap Hollandse Delta 1 oktober 2013 definitief Aanvulling ruimtelijke onderbouwing Dijkversterking Spui Oost Gemeente

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866

Watervergunning. Datum 17 oktober Zaaknummer 16866 Watervergunning Voor het slopen van een woning en het afdekken van de fundering met grond bij een waterkering op de locatie bij Provincialeweg Oost 29 in Haastrecht Datum 17 oktober 2017 Zaaknummer 16866

Nadere informatie

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F

Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard Dijkvaksessie F Dijkvak F 3 juli 2018 Ouderkerk aan den IJssel D2017-12-000411 Programma voor vanavond o 19.00 Inloop o 19.15 Presentatie voorgenomen dijkversterking

Nadere informatie

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel

Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel Bijlage: Detailopmerkingen op waterhuishoudingsplan Pagina Opmerking Voorstel blz. 10, 4 e alinea blz. 10, 5 e alinea, laatste zin blz. 19, 5 e alinea blz. 21, 2 e alinea blz. 21, 3 e alinea blz. 22, onder

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan

Watervergunning. Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Watervergunning Voor het leggen van een coaxkabel middels een boogzinker onder een primaire watergang op de locatie Voordorpsedijk 35 in Groenekan Datum 4 juli 2017 Zaaknummer 13832 Poldermolen 2 Postbus

Nadere informatie

Werken aan veilige dijken

Werken aan veilige dijken Werken aan veilige dijken Dijkversterkingen locatie Céramique Waterschap Roer en Overmaas werkt in najaar 2013 en voorjaar 2014 aan het versterken van een deel van de dijken langs de Maas in, in de wijken

Nadere informatie

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis

Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Projectplan Gemaal Foppenpolder Zuid in de gemeente Maassluis Opsteller: N. Verhoof-Schuil Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Voorontwerpfase 701700 Datum: 17-01-2013 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

zaaknummer

zaaknummer Bezoekadres Gebouw Marktstate Eusebiusplein 1a 6811 HE Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van dijkgraaf en heemraden van het Waterschap Rijn en IJssel Postbus 148 7000 AC DOETINCHEM

Nadere informatie

Dijkversterking Tiel-Waardenburg. Voorkeursvariant Oktober 2018

Dijkversterking Tiel-Waardenburg. Voorkeursvariant Oktober 2018 Dijkversterking Tiel-Waardenburg Voorkeursvariant Oktober 2018 Waar staan we in het proces? MIRT-Verkenning 2016-2018: MIRT verkenning 15 juni 2018: Voorkeursbeslissing minister Dijkversterking met natuur-

Nadere informatie

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok)

Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Projectplan Verplaatsen stuw Arendsduinbrug (Waalblok) Opsteller: P. Verhulst Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: DO NVT Datum: 27 04-2011 Kopie: Archief Opdrachtgever Teamleider Projectleider

Nadere informatie

Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden

Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden Verslag informatiebijeenkomst Verbetering Regionale Keringen Bredaseweg Terheijden Datum: 12 januari 2016 Aanvang: 20.00 uur Locatie: Café Ons Thuis, Bredaseweg 20 Terheijden Welkom door Leon van Rijthoven

Nadere informatie

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1.

Titel: Aanvraag omgevingsvergunnin g tijdelijk afwijken laad- en loslocatie t Zwaantje Nummer: P VER- OMG Versie: 1. Inhoudsopgave 1 Algemeen... 2 1.1 Gegevens aanvrager... 2 1.2 Gewenste toestemming... 2 1.3 Aard van de werkzaamheden... 2 1.4 Ligging van de loslocaties met zandaanvulling... 2 1.5 Relatie met andere

Nadere informatie

1. Aanhef. 2. Beoordeling aanvraag. 3. Besluit WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR

1. Aanhef. 2. Beoordeling aanvraag. 3. Besluit WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR WATERVERGUNNING OP BASIS VAN DE KEUR 1. Aanhef Het dagelijks bestuur van het waterschap Hunze en Aa s heeft op 14 september 2018 een aanvraag watervergunning ontvangen van Waterbedrijf Groningen NV, Postbus

Nadere informatie

Q&A s dijkverbetering Gorinchem Waardenburg

Q&A s dijkverbetering Gorinchem Waardenburg Maart 2016 Q&A s dijkverbetering Gorinchem Waardenburg Wat is de planning van deze dijkverbetering? De dijk moet eind 2022 veilig zijn en gereed om zijn taak uit te voeren. De afwerking zal doorlopen tot

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel

3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel 3. Beleidsregel insteekhavens langs waterkeringen langs de Gekanaliseerde Hollandse IJssel Kader Keur Op grond van artikel 3.1, eerste lid, aanhef en sub a en b is het verboden zonder vergunning van het

Nadere informatie

PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 8 maart 2016 Kenmerk: HWD-WAK-0040 Onderwerp: projectplan voor de overkluizing Wieldrechtse Zeedijk Dordrecht Directieraad van waterschap Hollandse Delta

Nadere informatie

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan)

Doorsnede parkeergarage en beschermingszone primaire kering (bron: bestemmingsplan) HaskoningDHV Nederland B.V. NoLogo MEMO Aan Van Interne toetsing Dossier Project Betreft : Arjan de Wit : Andries van Houwelingen : Jos Tromp : BD8043 : PG Kampen : Invloed parkeergarage op primaire kering

Nadere informatie

Dijkversterking Hellevoetsluis Notitie Reikwijdte en Detailniveau m.e.r.

Dijkversterking Hellevoetsluis Notitie Reikwijdte en Detailniveau m.e.r. 7 september 2011 DIJKVERSTERKING HELLEVOETSLUIS NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU M.E.R. WATERSCHAP HOLLANDSE DELTA 7 september 2011 075608822:C - Definitief C03011.000033.001 Inhoud 1 Inleiding, achtergrond

Nadere informatie

Marker alternatief Dijkversterking. Doel: Vaststellen draagvlak onder de bevolking

Marker alternatief Dijkversterking. Doel: Vaststellen draagvlak onder de bevolking E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl Marker alternatief Dijkversterking Doel: Vaststellen draagvlak onder de bevolking Deze presentatie komt ook op de site van de Eilandraad 1. Technische

Nadere informatie

Memo. aan. Leden van de gemeenteraad Gouda Voorkeursalternatief IJsseldijk. van. Wendy Ruwhof. memo

Memo. aan. Leden van de gemeenteraad Gouda Voorkeursalternatief IJsseldijk. van. Wendy Ruwhof. memo Memo aan onderwerp van Leden van de gemeenteraad Gouda Voorkeursalternatief IJsseldijk Wendy Ruwhof datum 2 maart 2011 memo Het project verbetering IJsseldijk Gouda doorloopt momenteel de MER-fase. De

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280

Watervergunning. Datum 14 september Zaaknummer 16280 Watervergunning Voor het aanleggen van een steiger bij een primaire watergang en een regionale waterkering op de locatie Jacob Barneveldstraat 99 in Linschoten. Datum 14 september 2017 Zaaknummer 16280

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijk. Edam-Amsterdam. Marja van Hezewijk Omgevingsmanager Markermeerdijken

Versterking Markermeerdijk. Edam-Amsterdam. Marja van Hezewijk Omgevingsmanager Markermeerdijken Versterking Markermeerdijk Edam-Amsterdam Marja van Hezewijk Omgevingsmanager Markermeerdijken Dijkversterking Edam - Amsterdam 5-jaarlijkse toetsing 2006: 16 van de 29 km tussen Edam en Amsterdam voldoet

Nadere informatie

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak

Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Dijkversterking Geertruidenberg en Amertak Van Projectmanager Klaas Sloots Aan Directieteam en Dagelijks Bestuur van waterschap Brabantse Delta Document Memo met bestuurlijke samenvatting van de "Nota

Nadere informatie

Dijkversterking Marken

Dijkversterking Marken Dijkversterking Marken Tussentijds advies 8 september 2016 / projectnummer: 2170 1. Hoofdpunten van het advies Rijkswaterstaat West-Nederland Noord heeft het voornemen een versterking uit te voeren aan

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl

E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl E-mail : info@eilandraad.nl Website www.eilandraad.nl Agenda voor vanavond: 1. Opening en mededelingen van de voorzitter 2. Presentatie marker alternatief

Nadere informatie

Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland

Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland Projectplan duiker Noordlandseweg Polder Nieuwland en Noordland Opsteller: Rienke Dekker Status: Definitief Projectfase: Projectnummer: Definitief ontwerp 701581 Datum: 25 april 2012 Kopie: Archief Opdrachtgever

Nadere informatie

Bijeenkomst Durgerdam. 13 september 2018

Bijeenkomst Durgerdam. 13 september 2018 Bijeenkomst Durgerdam 13 september 2018 PROGRAMMA Opening Korte terugblik (8) uitgangspunten waterveiligheid Najaar 2018 en verder Korte terugblik 2017 Bestuurders: DD on hold Participatieplan: extra jaar

Nadere informatie

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade

Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Datum 8 mei 2017 Verslag van inspraak Dijkverbeteringsplan Linnaeuskade Versie 1.0 Projectnummer 01.0371/001 R. Kuipers Inhoud Inhoud 3 1 Inleiding 5 2 Procedure 5 3 Advertentie 5 4 Reacties 8 5 Rechtsbescherming

Nadere informatie

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp

: Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan Van Kopie Dossier Project Betreft : Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier : Andries van Houwelingen : Ilse Hergarden, Carola Hesp : BD2867 : Natuurontwikkeling

Nadere informatie

Projectnummer: C Opgesteld door: ir. P.E.D.M. Kouwenberg. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan:

Projectnummer: C Opgesteld door: ir. P.E.D.M. Kouwenberg. Ons kenmerk: :0.2. Kopieën aan: MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Zendastweg 9 Postbus 63 9400 AB Assen Tel 0592 392 0592 353 2 www.arcadis.nl Onderwerp: Addendu op Geotechnisch achtergrondrapport Aersfoort, oktober 203 Van: ing. H.J. Hazelhorst

Nadere informatie

REGISTRATIENUMMER

REGISTRATIENUMMER Nota van antwoord op ingebrachte zienswijzen op de partiële wijziging Keur, ontwerplegger watergangen landelijk gebied en de ontwerplegger primaire waterkeringen REGISTRATIENUMMER 135369 Inleiding In totaal

Nadere informatie

Kadeverbetering Oostring Zoeterwoude-Dorp Veilige kades voor droge voeten. Ophogen. Dijkverbreding

Kadeverbetering Oostring Zoeterwoude-Dorp Veilige kades voor droge voeten. Ophogen. Dijkverbreding Kadeverbetering Oostring Zoeterwoude-Dorp Veilige kades voor droge voeten De kades moeten de veiligheid van nu ook in de toekomst kunnen bieden. De bodemdaling in West-Nederland gaat door en we moeten

Nadere informatie

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL

Concept. Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen 1 AANLEIDING EN DOEL Concept Ontwerp-projectplan Verlegging Waterkering langs de Vecht bij Oud Zuilen Contactpersoon M.C.E. Faasse Doorkiesnummer 1 AANLEIDING EN DOEL De direct secundaire waterkering langs de Vecht rond Slot

Nadere informatie

5.18 Bouwwerken in en op een waterkering en bijbehorende beschermingszone

5.18 Bouwwerken in en op een waterkering en bijbehorende beschermingszone 5.18 Bouwwerken in en op een waterkering en bijbehorende beschermingszone Wijziging beleidsregel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2

Nadere informatie

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012

Deltawerken. Watersnood. Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel. Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012 Bewonersavond Capelle aan den IJssel Woensdag 29 augustus 2012 Dijkversterking Dorpsstraat Capelle aan den IJssel Informatieavond 29 augustus 2012 Programma: 20:00-20:05 Welkom wethouder Jouke van Winden

Nadere informatie

Tabel 1 Verbetermaatregel kade verbetering (licht grijs geen onderdeel van deze kredietaanvraag) Verbetermaatregel. A Reitdiep

Tabel 1 Verbetermaatregel kade verbetering (licht grijs geen onderdeel van deze kredietaanvraag) Verbetermaatregel. A Reitdiep Tabel 1 Verbetermaatregel kade verbetering (licht grijs geen onderdeel van deze kredietaanvraag) Traject A Reitdiep A1 Verbetermaatregel Traject A1 betreft het balkgat en is afgekeurd op hoogte. Initieel

Nadere informatie

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem

Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Waterhuishouding bouwkavel Merwededijk, sectie F 4137, Gorinchem Status: definitief Datum: 23 februari 2012 INHOUDSOPGAVE 1. Waterhuishouding... 3 1.1 Beleid Waterschap Rivierenland... 3 1.2 Veiligheid...

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk

Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Versterking Markermeerdijken Informatieblad Durgerdam en Uitdammerdijk Bewonersbijeenkomst 05-07-2016 Sterke dijken, veilige toekomst In 2006 is in totaal circa 33 kilometer van de Markermeerdijken van

Nadere informatie

Naar veilige Markermeerdijken

Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Naar veilige Markermeerdijken Hoogheemraadschap Hollands Noorder kwartier versterkt 33 kilometer afgekeurde dijk tussen Hoorn en Amsterdam. Tijdens de toetsronde in 2006 zijn

Nadere informatie

Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid

Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid Notitie Kenmerk SWNL0189709 351962 Betreft Aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Dijkverbetering Horstermeer Zuid 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Het dijktraject V269-001 ( Ringdijk Horstermeer-Zuidwest; huidig

Nadere informatie

Legger primaire waterkeringen Waterschap Brabantse Delta ONTWERP

Legger primaire waterkeringen Waterschap Brabantse Delta ONTWERP Zaaknr. : 15.ZK09769 Kenmerk : 15IT030358 Barcode : *15IT030358* Legger primaire waterkeringen Waterschap Brabantse Delta ONTWERP Waterschap Brabantse Delta Behoort bij besluit nr. 15IT035648 d.d.

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584

Watervergunning. Datum 29 augustus Zaaknummer 11584 Watervergunning Voor het hebben van een tijdelijke gedeeltelijke verondieping in een tertiair oppervlaktewaterlichaam (=natuursloot) op de locatie achter Meije 89 te Bodegraven Datum 29 augustus 2017 Zaaknummer

Nadere informatie

Informatieavond Dijkversterking Neer. 8 maart 2017

Informatieavond Dijkversterking Neer. 8 maart 2017 Informatieavond Dijkversterking Neer 8 maart 2017 Programma Inleiding door Rein Dupont, bestuurder WL Terugblik proces en toelichting ontwerp dijktraject Neer, Guido Toirkens WL Inspraakprocedure en vervolg,

Nadere informatie

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o.

Informatieavond. Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. Informatieavond Verbetering dijken langs de Oude Rijn, Harmelen e.o. 30 juni 2015 Programma Programma van de avond 19:30 21:00 uur Welkom Aanleiding voor de dijkverbetering; Ontwerpopgave; Korte Pauze;

Nadere informatie

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering Wat zijn primaire waterkeringen? Primaire waterkeringen zijn dijken en kades die het Rivierengebied beschermen tegen het rivierwater van de

Nadere informatie

opstelterrein "Uitgeest e.o." - analyse water

opstelterrein Uitgeest e.o. - analyse water Memo Aan Jan Bosman Van Eric Westerhuis Datum 4 december 2014 Bijlage(n) - Onderwerp opstelterrein "Uitgeest e.o." - analyse water Telefoonnummer E-mail Inleiding Voor de benodigde opstelcapaciteit voor

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142

WATERVERGUNNING. Datum 3 november Zaaknummer 19142 WATERVERGUNNING Voor het vervangen van een verkeersregelinstallatiekast (VRI kast) bij een watergang en een waterkering op de locatie Boerendijk ter hoogte van de brug in de Chrysantstraat in Woerden Datum

Nadere informatie

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding

15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding 15 Kabels en leidingen 15.1 Inleiding Kabels en leidingen worden voor een grote verscheidenheid aan toepassingen aangelegd. Denk onder andere aan: elektriciteitskabels, gasleidingen, drinkwaterleidingen,

Nadere informatie

Dijkverbetering Gameren

Dijkverbetering Gameren informatiebijeenkomst Dijkverbetering Gameren 15 juni 2016 Slotse Hofke Welkom Figuur: overzicht HWBP-projecten Waterschap Rivierenland (2016-2021) Programma Welkom Het project o De opgave o Aanpak en

Nadere informatie

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr.

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. Verslag van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. aanwezig Leden van de Omgevingswerkgroep Vanuit waterschap: Sjoerd Haitsma, Bibi Bregman,

Nadere informatie

Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin)

Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin) Deel I: algemene toelichting op het kustontwerp (breedte en hoogte duin) Hieronder is met behulp van een aantal figuren het mechanisme van kustversterking met zand en Dijk-in-Duin in relatie tot hoogte

Nadere informatie

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk

Vollenhoverkanaaldijk. Vollenhovermeerdijk Kadoelermeerdijk Westermeerdijk Inleiding Het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland valt vrijwel geheel binnen de grens van de provincie Flevoland. In het beheersgebied bevinden zich twee dijkringen. Dit zijn dijkring

Nadere informatie

Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde.

Wel heeft op deze locatie 20 jaar geleden een dijkverzwaring plaatsgevonden waarbij de dijk verhoogd en verzwaard is aan de binnenzijde. Pagina 1 van 12 Casus 1: Scheur in kruin van de waterkering. We hebben te maken met een hoogwater situatie op de Rivier Deze hoogwatergolf is zeven dagen geleden begonnen. Op dijkvak.. is op dag 5 een

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Beesel

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Beesel Omgevingswerkgroep Dijkversterking Beesel 27 juni 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Welkom Korte voorstelrondje Naam en adres Welk belang heeft u? 2 Programma 1) Welkom 2) Korte terugblik 3) Belangrijkste

Nadere informatie

Informatieavond dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem. Zuidereind en Westdijk 15 en 16 juli2013. http://dijkverbetering.vallei-veluwe.

Informatieavond dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem. Zuidereind en Westdijk 15 en 16 juli2013. http://dijkverbetering.vallei-veluwe. Informatieavond dijkverbetering Zuidelijke Randmeren en Eem Zuidereind en Westdijk 15 en 16 juli2013 Doel informatiebijeenkomst Nieuwe belanghebbenden informeren over de dijkverbetering Mogelijkheid om

Nadere informatie

Dijkversterking Durgerdam (II)

Dijkversterking Durgerdam (II) Dijkversterking Durgerdam (II) Samenvatting Richard Jorissen Inhoud Veiligheidsopgave Durgerdam Macro-stabiliteit Golfoploop en overslag Knoppen voor technisch ontwerp 1) Faalkansbegroting 2) Levensduur

Nadere informatie

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018

WATERVERGUNNING. Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern. Datum 28 maart 2018 WATERVERGUNNING Voor het leggen van een lagedrukgasleiding bij een waterkering op de locatie Zandweg 213a in De Meern Datum 28 maart 2018 Zaaknummer 24339 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Toelichting keuze principe oplossing versterking Durgerdam

Toelichting keuze principe oplossing versterking Durgerdam Toelichting keuze principe oplossing versterking Durgerdam Inleiding In december 2016 heeft de Alliantie Markermeerdijken een keuze gemaakt voor een principe oplossing voor de versterking van de Markermeerdijk

Nadere informatie

maart 2011 W.W.M.M. de Vor / 255. Aanvraag Ontgrondingsvergunning

maart 2011 W.W.M.M. de Vor / 255. Aanvraag Ontgrondingsvergunning Waterschap Vallei & Eem Fokkerstraat 16 Postbus 330 3830 AJ Leusden Telefoon 033-43 46 000 e-mail: info@wve.nl internet: www.wve.nl Provincie Utrecht Afdeling Vergunningverlening Team Natuur en Landschap

Nadere informatie

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning 2 Witteveen+Bos, RW1809-303-20/torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning BIJLAGE O1-4 PROJECTBESCHRIJVING 1. PROJECTBESCHRIJVING 1.1. Aanleiding De hoogwatersituaties

Nadere informatie