Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Rapport Lokaal behoefteonderzoek Limburg"

Transcriptie

1 Rapport Lokaal behoefteonderzoek Resultaten van het ouderenbehoefteonderzoek ter ondersteuning van het lokaal ouderenbeleid Dominique Verté Nico De Witte Liesbeth De Donder Tine Buffel Sarah Dury An-Sofie Smetcoren

2

3

4 Colofon Auteurs: Dominique Verté Nico De Witte Liesbeth De Donder Tine Buffel Sarah Dury An-Sofie Smetcoren Eerste druk, pag. ISBN: D/2011/5857/54

5

6 Voorwoord

7

8 Inhoudstafel Situering...1 Methodologie Dataverzameling Steekproeftrekking Meetmodel Schaalconstructies Significantieniveau... 7 Beschrijving van de steekproef...8 Thema 1: Woonsituatie en buurt Basiscomfort en onaangepastheid van de woning Buurtbetrokkenheid Verhuizen en verhuisgeneigdheid Tekorten in de wijk...30 Thema 2: Gezondheid, zorg en hulpverlening Gezondheid Potentieel hulpnetwerk Zorgafhankelijkheid Vallen...49 Thema 3: Welbevinden Uitgebreidheid van het netwerk Eenzaamheid Negatieve psychologische beleving Negatieve stemmingsstoornissen Problemen Onveiligheidsgevoel Ouderdomsbeeld...81 Thema 4: Maatschappelijke participatie Activiteitsgraad Participatie in verenigingen Ouderenverenigingen Vrijwilligerswerk en potentieel netwerk vrijwilligers Bijwonen culturele activiteiten Internetgebruik Thema 5: Tevredenheid over gemeentelijke dienstverlening Tevredenheid dienstverlening gemeentebestuur Tevredenheid over de dienstverlening OCMW Tevredenheid over de politie Tevredenheid over cultuurbeleid en bibliotheek

9 5. Tevredenheid over recreatie en sport Tevredenheid over mobiliteit Tevredenheid over huisvuil en containerpark Tevredenheid over andere dienstverleningen Conclusie

10 Belgian Ageing Studies, Rapport Situering Het Vlaamse Parlement keurde op 21 april 2004 het decreet houdende 'de stimulering van een inclusief Vlaams ouderenbeleid en de beleidsparticipatie van ouderen' goed. Via dit decreet wil men de participatie van ouderen aan het lokale beleid stimuleren, vandaar de naam 'het participatiedecreet'. Gemeenten op hun beurt worden gestimuleerd om een ouderenbeleidsplan op te stellen. Hiervoor zijn reeds heel wat gemeenten aan de slag gegaan. Daarvoor hebben zij echter cijfermateriaal nodig dat niet voor handen was. Het Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren (WOAS) en het provinciebestuur Vlaanderen constateerden dat de gemeenten en de ouderenadviesraden vragende partij waren voor ondersteuning bij de opmaak van een ouderenbeleidsplan. Als antwoord hierop werd een ouderenbehoeftenonderzoek ontwikkeld door de Vrije Universiteit Brussel en de hogeschool Gent, samen met de provincie Vlaanderen. De vragenlijst omvat vele thema's zoals huisvesting, buurtkenmerken, mobiliteit, eenzaamheid, onveiligheid, hulpverlening, gezondheid, maatschappelijke participatie,... waarop een lokaal bestuur haar beleid dan zou kunnen baseren. Alvorens noden te kunnen oplossen, moet men ze immers eerst kennen. De data werd verzameld door een uniek systeem van peer-research. Dat betekent dat de enquêtes verzameld werden door 'peers' of leeftijdsgenoten van de respondenten. Voor dit ouderenbehoeftenonderzoek betekent dit dat de data verkregen werd via gestandaardiseerde vragenlijsten, die afgenomen werden bij ouderen en waar de enquêteurs bovendien zelf senior waren. Dit systeem van peer-research zorgt voor een zeer hoge firstresponsgraad. Tussen de 65% en 85% ouderen die gevraagd werden om de vragenlijst in te vullen, hebben dit ook gedaan. Dit is temeer een zeer hoog cijfer wanneer we weten dat de vragenlijst meer dan 20 bladzijden bedroeg. Binnen elke gemeente realiseerde men een proportioneel gestratificeerde steekproef, zowel naar leeftijd als naar geslacht. Wanneer de enquêteurs bij één van hun respondenten geen gehoor kregen, kregen zij een gelijkaardig vervangadres toegewezen opdat de representativiteit gewaarborgd zou blijven. Met andere woorden, de cijfers zijn steeds representatief op gemeentelijk niveau. Het resultaat van dit ouderenbehoeftenonderzoek is een zeer ruime Vlaamse dataset, die op verschillende niveaus bruikbaar is, namelijk op gemeentelijk, provinciaal en Vlaams niveau. 1

11 Belgian Ageing Studies, Rapport Het rapport dat voorligt, bundelt de beschikbare se gegevens van de eerste meting die plaatsvond tussen 2006 en Dit rapport beschrijft de leefomstandigheden en noden van 60plussers in de provincie. Hierin gaat de aandacht niet enkel uit naar ouderen als behoeftigen, maar ook en vooral naar ouderen als actieve actoren in de maatschappij die bijdragen aan de constructie van de samenleving. De provincie wordt vergeleken met Vlaanderen en nadien wordt er een vergelijking gemaakt binnen de vijf se regio s. 1

12 Belgian Ageing Studies, Rapport Een overzicht van deelnemende gemeenten gegroepeerd per streek vindt u in volgende tabel. Streek Gemeente Aantal respondenten per gemeente Totaal aantal respondenten Dilsen-Stokkem Kinrooi 432 Lanaken 489 Maaseik 428 Maasmechelen 609 Diepenbeek Genk 717 Hasselt 800 Houthalen- 557 Helchteren Opglabbeek 400 Zutendaal 401 Hamont-Achel Hechtel-Eksel 444 Lommel 608 Meeuwen- 419 Gruitrode Overpelt 412 Peer 424 Beringen Halen 397 Ham 401 Herk-de-Stad 391 Heusden-Zolder 489 Leopoldsburg 385 Tessenderlo 432 Heers Kortessem 423 Nieuwerkerken 334 Riemst 421 Tongeren 583 Voeren 402 Wellen Vlaanderen

13 Belgian Ageing Studies, Rapport Methodologie 1. Dataverzameling Wanneer een gemeente besluit te participeren aan het onderzoek, wordt binnen de gemeente een stuurgroep opgericht die verantwoordelijk is voor de uitwerking en opvolging van het project. De stuurgroep bestaat uit de onderzoeksbegeleider van de provincie, leden van de plaatselijke ouderenadviesraad, een ambtenaar (van de gemeente of het OCMW) en de beleidsverantwoordelijke van de gemeente. Via een rekruteringscampagne worden dan enquêteurs gezocht die met de vragenlijsten kunnen rondgaan. Een belangrijke stap in deze campagne is het betrekken van sleutelfiguren. De rol van de sleutelfiguren is de rekrutering van enquêteurs. Sleutelfiguren zijn bij voorkeur dan ook mensen met een grote kennissenkring binnen de ouderen en zijn actief in ouderenaangelegenheden of de ouderenzorg. De sleutelfiguren gaan dus op zoek naar ouderen die willen enquêteren. Eenmaal er voldoende vrijwilligers gevonden zijn, krijgt de enquêteur een opleiding. Daarin worden richtlijnen gegeven over de inhoud van de vragenlijst en de manier waarop men de vragenlijsten moet verdelen. Daarna draagt de enquêteur de verantwoordelijkheid voor het verspreiden en ophalen van een aantal vragenlijsten. Nadat uiteindelijk alle vragenlijsten terug binnengebracht zijn, wordt de data ingetikt door een personeelslid van de gemeente of het OCMW of een vrijwilliger in speciaal daartoe gecreëerde software. 2. Steekproeftrekking Binnen elke gemeente wordt een proportioneel gestratificeerde steekproef gerealiseerd, zowel naar leeftijd als geslacht. Wanneer de enquêteurs bij één van hun respondenten geen gehoor kregen, werd hen een gelijkaardig vervangadres toegewezen uit een extra steekproef, opdat de representativiteit niet in het gedrang zou komen. De cijfers zijn dus steeds representatief op gemeentelijk niveau. De grootorde van de cijfers echter, maakt het mogelijk om ook provincies met elkaar te vergelijken. Zowel voor de regio s als voor de se en Vlaamse cijfers werd een steekproef getrokken van 1000 respondenten. 3

14 Belgian Ageing Studies, Rapport 3. Meetmodel De behoeften van ouderen zijn echter niet eenduidig vast te stellen door middel van een eenvoudige meting. Daarom wordt in het onderzoek gebruik gemaakt van meerdere dimensies, die samen een beeld geven van de behoeften van ouderen. Elke dimensie wordt op haar beurt gemeten aan de hand van subdimensies. Een subdimensie kan nog verder opgesplitst worden in items die gemeten worden aan de hand van vragen. De opsplitsing van subdimensies naar items is niet bij alle dimensies het geval. Bijgevolg komt elke subdimensie of elk item (indien verdere opsplitsing) overeen met één vraag(onderdeel) uit de vragenlijst. Onderstaande figuur geeft het meetmodel weer. 4

15 Belgian Ageing Studies, Rapport 4. Schaalconstructies De vragenlijst bestaat uit zeer veel verschillende items. Voor de leesbaarheid/hanteerbaarheid van de data werden op basis van de verschillende vragen schalen geconstrueerd. Schaalconstructie onaangepastheid van de woning Om deze schaal te construeren werden alle scores op de items van vraag 15 opgeteld. De bekomen individuele scores werden vervolgens in klassen ingedeeld. Een score van 16 werd ingedeeld in de klasse geen onaangepastheid, een score tussen de 17 en de 28 als matige onaangepastheid en een score vanaf 29 als ernstig onaangepast. Deze indeling is vrij stringent maar is een indicator voor potentiële problemen in de woning bij het ouder worden. Schaalconstructie buurtbetrokkenheid Om deze schaal te construeren hebben we gebruik gemaakt van de volgende 7 vragen. Hoe vaak hebt u contact met mensen die in uw wijk wonen? (vraag 20) Hoe ervaart u dit contact? (vraag 21) Hoe prettig vindt u het over het algemeen om in uw wijk te wonen? (vraag 23) Hoe betrokken voelt u zich bij hetgeen in uw wijk gebeurt? (vraag 24) Hoe vaak gaat u op bezoek bij/ ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met buren of mensen uit de wijk? (vraag 32 nr.7) Hoe tevreden bent u over de contacten met de buren of mensen uit de wijk? (vraag 33 nr.9) en Vindt u dat er in uw wijk voldoende wordt georganiseerd voor mensen, ouder dan 60 jaar? (vraag 27). Alle scores op deze vragen werden gesommeerd en de individuele totaalscores werden ingedeeld in klassen. Een score tussen de 7 en 17.5 duidt op geen tot weinig buurtbetrokkenheid. Een score van 17.6 tot 20.5 duidt op matige en scores vanaf 20.6 duiden op hoge buurtbetrokkenheid. Schaalconstructie eenzaamheid Om eenzaamheid te meten ligt de nadruk op het verschil tussen wat iemand wenst op vlak van intimiteit en interpersoonlijke affectie, en wat iemand heeft op dat vlak. Hoe groter dat verschil, hoe groter de eenzaamheid. 10 items van vraag 31 werden weerhouden om een schaal te construeren. De schaal werd onderverdeeld in twee klassen: geen tot matige eenzaamheidsgevoelens (scores 1 t.e.m. 28) en ernstige eenzaamheidsgevoelens (scores 29 t.e.m. 50). Schaalconstructie onveiligheidsgevoelens De schaal om de onveiligheidsgevoelens te meten werd geconstrueerd op basis van de eerste 8 items van vraag 29. De schaal wordt onderverdeeld in drie klassen: laag (scores 1 t.e.m. 2.5), matig (scores 2.51 t.e.m. 3.5) en hoog (3.50 t.e.m. 5). 5

16 Belgian Ageing Studies, Rapport Schaalconstructie verhuisgeneigdheid Om de verhuisgeneigdheid te meten maken we gebruik van de items 3,4,5,6,7 en 9 van vraag 17. Vervolgens werden de individuele scores in klassen ingedeeld: een score van 1 duidt op geen verhuisgeneigdheid een score hoger dan 1 duidt op verhuisgeneigdheid bij de respondent. Schaalconstructie tekorten in de wijk Op basis van de vraag Welke van de onderstaande voorzieningen zijn onvoldoende aanwezig in uw wijk? (vraag 26) wordt een schaal geconstrueerd die alle items uitgezonderd item 17 bevat, om zo de onaangepastheid van de wijk weer te geven. Deze schaal wordt onderverdeeld in drie subdimensies: tekorten in de wijk i.f.v. basisvoorzieningen, tekorten in de wijk i.f.v. cultuur en ontspanning en tekorten in de wijk i.f.v. mobiliteit. De schaal varieert tussen 1 en 2. Hoe dichter bij twee, hoe meer tekorten er in de wijk zijn. Schaalconstructie uitgebreidheid van het netwerk Om de uitgebreidheid van het netwerk van ouderen te meten, werd hen de volgende vraag gesteld: Hoe vaak gaat u op bezoek bij / ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met?. Daarna worden 7 groepen van mensen voorgesteld. De respondenten konden telkens kiezen uit 6 antwoordmogelijkheden: nooit, minder dan 1 maal per maand, maandelijks, 1 à 2 maal per week, (bijna) dagelijks en niet van toepassing. Dit is vraag 32 uit de vragenlijst. Met de respondenten die 'niet van toepassing' geantwoord hebben wordt geen rekening gehouden. Vanaf het moment dat een oudere voor een persoon maandelijks geantwoord heeft, wordt deze meegenomen in de berekening van de totale netwerkgrootte. Hoe groter het getal, hoe uitgebreider het netwerk. Schaalconstructie ouderdomsbeeld Om het ouderdomsbeeld bij ouderen na te gaan werd hun mening gevraagd over 11 uitspraken. Deze uitspraken peilen naar het idee dat ouderen hebben over de maatschappelijke visie op oud worden of ouderen en naar het gevoel van ouderen of ze al dan niet gediscrimineerd worden omwille van hun leeftijd. Deze uitspraken gaan over medezeggenschap van ouderen, het al dan niet meer meetellen en de benadeling van ouderen in de samenleving. Dit is vraag 44 uit de vragenlijst. De respondenten konden telkens kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden, namelijk helemaal oneens, mee oneens, noch mee oneens / noch mee eens, mee eens en helemaal mee eens. De totaalscore varieert van 1 tot 5. Hoe hoger de score, hoe meer men het gevoel heeft gediscrimineerd te worden omwille van de leeftijd. 6

17 Belgian Ageing Studies, Rapport Schaalconstructie activiteitsgraad Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van volgende vraag: Hoe vaak beoefent u volgende activiteiten? (vraag 46). Vervolgens worden allerlei activiteiten opgesomd. De items 1 en 6 tem 15 vormen samen deze dimensie. De vijf antwoordmogelijkheden zijn: nooit, zelden, ongeveer maandelijks, ongeveer wekelijks en meer dan 1 maal per week. Aldus wordt een score bekomen tussen de 1 en de 5. Hoe dichter de score bij de vijf ligt, hoe actiever men is. Schaalconstructie gezondheid Om de gezondheidstoestand te meten maken we gebruik van een module van de MOS (Medical Outcome Scale). De respondent moet hierin aangeven in welke mate hij/zij beperkingen ondervindt in een aantal gezondheidsfacetten. De antwoordmogelijkheden voor deze vraag waren helemaal niet beperkt, minder dan 3 maand beperkt en langer dan 3 maand beperkt. Deze antwoordmogelijkheden werden vervolgens in overeenstemming met de richtlijnen gehercodeerd tot niet beperkt en beperkt. Het betreft hier vraag 34 uit de vragenlijst. Schaalconstructie ervaren problemen Om deze schaal te construeren hebben we gebruik gemaakt van de 14 items van vraag 45. Er werd een totaalscore berekend. Hoe hoger, hoe meer problemen men ervaart (max score = 5). Bovendien werden voor de drie subdimensies ook scores op 5 berekend. De subdimensies zijn kwetsbaarheid (items 1, 2, 3, 4, 6, 7 en 8) maatschappelijke participatie (items 9, 10, 11) en onveiligheid (items 5, 13 en 14). Schaalconstructie cultuurparticipatie De mate waarin ouderen culturele evenementen bijwonen, wordt gemeten aan de hand van vraag 73 (items 1 tem 4, 8 tem 12, 14, 15 en 18 tem 20). De vraag klinkt als volgt: Hoe vaak woont u onderstaande culturele evenementen bij?. De ouderen kunnen kiezen tussen: nooit, één keer per jaar, meerdere keren per jaar, één keer per maand en meerdere keren per maand. Alle individuele items werden gehercodeerd 0= nooit en 1= min 1x per jaar. Vervolgens werden de individuele scores gesommeerd. Deze scores werden in drie klassen ingedeeld: 0= nooit, 1&2= passant en 3 of hoger dan 3= frequente participant. 5. Significantieniveau Voor de statistische analyses werd er telkens gebruik gemaakt van een significantieniveau van 0.05 of 5%. Populatieverschillen die gerapporteerd worden zijn dan ook significante verschillen. Voor gegevens op nominaal niveau werd gebruik gemaakt van de Chi-kwadraat test en voor gegevens op ratio-niveau de Kruskall-Wallis of T-test. 7

18 Belgian Ageing Studies, Rapport Beschrijving van de steekproef In een eerste deel van de analyse wordt de steekproef besproken. De steekproef werd zo getrokken dat het aandeel mannen en vrouwen in de steekproef overeenkomt met het werkelijke aandeel in de bevolking van de bevraagde gemeenten. Ook naar leeftijd werden de verhoudingen in de populatie gerespecteerd. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de sociodemografische kenmerken van de respondenten. Achtereenvolgens komen geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, burgerlijke staat en rondkomen met het inkomen aan bod. Deze kenmerken worden vergeleken met de resultaten van Vlaanderen en met de regio s. Geslachtsverdeling Bijna 47% van de respondenten in zijn mannen, 53% van de respondenten zijn vrouwen. In de steekproef zitten dus meer vrouwen dan mannen. Wanneer we de man-vrouw-verdeling van de respondenten in de regio s bekijken, dan stellen we vast dat in de manvrouwverhouding 50/50 is. In zijn de mannen het minst sterk vertegenwoordigd van alle regio s. Daar zijn er bijna 57% vrouwen. Geslachtsverdeling van de respondenten in het onderzoek geslacht Vlaanderen man 47.14% 43.35% 50.10% 47.75% 45.69% 46.93% 44.93% vrouw 52.86% 56.65% 49.90% 52.25% 54.31% 53.07% 55.07% 8

19 Belgian Ageing Studies, Rapport Geslachtsverdeling ,9 47,1 43,3 56,6 50,149,9 52,3 54,3 53,1 55,1 47,8 45,7 46,9 44, Vlaanderen Man Vrouw Omdat niet alle gemeenten van de regio s bevraagd zijn, vergelijken we de gegevens van het onderzoek met de gegevens van de totale se ouderenbevolking. Bij de vergelijking van de geslachtsverdeling van de steekproef met de geslachtsverdeling van de totale ouderenbevolking in stellen we gelijkaardige verschillen vast. We zien dat vrouwen oververtegenwoordigd zijn in de ouderenpopulatie, maar dat die proportie vrouwen in iets kleiner is dan in Vlaanderen. Daarnaast toont onderstaande tabel dat in het onderzoek voor minder mannen werden bevraagd dan in de totale se ouderenbevolking. Voor geldt de omgekeerde conclusie: daar werden proportioneel meer mannen bevraagd dan er anno 2010 in wonen. Geslachtsverdeling van de totale ouderenpopulatie in anno 2010 geslacht Vlaanderen man 46.99% 45.14% 47.93% 46.97% 45.77% 46.35% 45.05% vrouw 53.01% 54.86% 52.07% 53.03% 54.23% 53.65% 54.95% Leeftijd en leeftijdsklassen Eén van de eerste vragen peilde naar de leeftijd van de respondent. We 9

20 Belgian Ageing Studies, Rapport hebben dit antwoord gebruikt om de gemiddelde leeftijd te berekenen. Daarnaast hebben we 3 klassen gecreëerd: 60 tot 69 jaar, 70 tot 79jaar en 80+. Vlaanderen leeftijd De gemiddelde leeftijd van de bevraagde ouderen in bedraagt 70.5 jaar. De laagste gemiddelde leeftijd is terug te vinden in de regio en de hoogste in. Merk op dat alle gemiddelden, zelfs het hoogste, lager liggen dan het Vlaamse gemiddelde. De gemiddelde leeftijd van de bevraagde ouderen in is 0.9 jaar lager dan de gemiddelde leeftijd van de bevraagde ouderen in Vlaanderen. Leeftijdsklassen Leeftijdsverdeling van de respondenten in het onderzoek Vlaanderen leeftijdsklasse % 48.60% 47.48% 46.93% 48.05% 48.99% 46.24% % 36.77% 39.44% 37.36% 35.54% 37.83% 34.40% % 14.63% 13.08% 15.71% 16.42% 13.18% 19.36% 49% ouderen die bevraagd werden in het onderzoek is tussen de 60 en 69 jaar oud, 37.8% is tussen de 70 en 79 jaar en 13.2% ouderen is ouder dan 80 jaar. Bekijken we bovenstaande tabel dan zien we dat in 80plussers aanzienlijk minder sterk vertegenwoordigd zijn dan in Vlaanderen. De generatie jarigen daarentegen is 3.4 procentpunten hoger dan in Vlaanderen en ook de groep jarigen is 2.7 procentpunten hoger. Het kleinste aandeel respondenten van 80 jaar en ouder vinden we terug in, de grootste groep 80plussers in. De jarigen zijn het sterkst vertegenwoordigd in, de jarigen zijn het sterkst vertegenwoordigd in. 10

21 Belgian Ageing Studies, Rapport Leeftijdsklassen ,8 48,6 47,5 46, ,4 36,8 39,4 37,4 35,5 37,8 12,8 14,6 13,1 15,7 16,4 13,2 46,2 34,4 19,4 0 Vlaanderen Omdat niet alle gemeenten van de regio s bevraagd zijn, vergelijken we de leeftijd van de participanten in het onderzoek met de leeftijd van de totale se ouderenbevolking. Als we de gegevens van de leeftijdsverdeling van de steekproef vergelijken met de leeftijdsverdeling van de totale ouderenbevolking in stellen we gelijkaardige tendensen vast: heeft een jongere ouderenbevolking dan Vlaanderen. De kleinste groep 80plussers vinden we inderdaad terug in en de grootste groep 80plussers in. Algemeen kunnen we stellen dat het aandeel 80plussers in de se regio s anno 2010 hoger ligt dan bij de deelnemers in het onderzoek. Dit is te wijten aan het feit dat het onderzoek in de gemeenten is afgenomen tussen 2005 en Naast de vergrijzing spreken we immers ook van een verzilvering. Er is niet enkel een stijging van 60plussers (vergrijzing), maar vooral ook een proportionele stijging van het aandeel 80plussers (= verzilvering). Leeftijdsverdeling van de totale ouderenpopulatie in anno 2010 leeftijdsklasse Vlaanderen % 46.03% 47.31% 45.89% 46.30% 46.61% 43.89% % 35.86% 36.55% 36.06% 34.85% 35.75% 35.46% % 18.11% 16.15% 18.05% 18.85% 17.64% 20.65% 11

22 Belgian Ageing Studies, Rapport Opleidingsniveau Om de opleidingsgraad in kaart te kunnen brengen, werd op basis van de vraag Wat is de hoogste opleiding die u hebt afgerond? vier opleidingsniveaus gecreëerd. 9.5% ouderen in heeft enkel het lager onderwijs gevolgd, 54.5% heeft maximum een diploma lager secundair gevolgd, 19% heeft een diploma hoger secundair. Ongeveer 17% ouderen heeft een diploma hoger of universitair onderwijs. Vlaanderen opleiding max lager onderwijs max lagere humaniora max hogere humaniora hoger/ universitair 9.55% 9.73% 5.96% 8.28% 9.63% 9.52% 8.26% 47.58% 55.70% 51.83% 57.68% 55.06% 54.52% 60.54% 22.73% 20.81% 20.03% 19.88% 21.35% 19.05% 18.72% 20.15% 13.76% 22.17% 14.16% 13.96% 16.91% 12.48% De hoogste percentages hoog opgeleiden vinden we terug in de regio s en. De regio s met de meeste laag opgeleiden zijn, en. Vergelijken we de se en Vlaamse cijfers, dan kunnen we stellen dat de gemiddelde opleidingsgraad van de bevraagde ouderen in hoger ligt dan in Vlaanderen. Het verschil voor een diploma maximaal hogere humaniora is minimaal, maar het verschil in het aantal ouderen met een hoger of universitair diploma is maar liefst 4.5 procentpunten in het voordeel van. Niettegenstaande zien we ook dat er in vergelijking met Vlaanderen 1.3 procentpunten meer ouderen zijn die een diploma maximum lager onderwijs bezitten. 12

23 Belgian Ageing Studies, Rapport Hoofdberoep Naast opleidingsniveau bepaalt ook het beroep de socio-economische status van ouderen. Om het hoofdberoep te weten te komen, legden we volgende vraag voor aan de respondenten: Wat is of was uw hoofdberoep?. Men kreeg vervolgens 12 antwoordmogelijkheden om aan te kruisen. Vlaanderen hoofdberoep ongeschoolde arbeider geschoolde arbeider hulp van zelfstandige 16.53% 14.33% 15.72% 17.99% 12.62% 15.19% 12.40% 14.30% 13.29% 13.65% 13.91% 13.64% 13.11% 13.33% 2.54% 2.60% 1.96% 2.72% 3.90% 3.02% 3.82% lager bediende 6.57% 7.27% 5.89% 6.07% 5.64% 6.14% 8.16% hoger bediende 10.17% 13.81% 10.86% 9.62% 10.56% 13.84% 14.98% andere loontrekkende 6.89% 9.66% 7.76% 8.89% 8.72% 7.91% 6.71% landbouwer 3.07% 0.93% 3.41% 1.57% 4.31% 2.91% 4.03% vrij beroep 2.86% 3.53% 3.31% 2.41% 3.18% 2.60% 3.72% ondernemingsle ider 1.48% 1.14% 4.00% 0.94% 1.44% 1.56% 1.45% groothandelaar 0.53% 0.42% 1.62% 0.63% 0.92% 0.62% 0.62% andere zelfstandige 4.77% 4.98% 7.00% 5.13% 6.77% 5.83% 6.40% huisvrouw/man 30.30% 28.04% 23.82% 30.13% 28.31% 27.26% 24.38% In was ruime een vierde ouderen (geschoold of ongeschoold) arbeider. Bijna 20% ouderen was (hoger of lager) bediende. Een kleine 10% ouderen behoort tot de groep 'zelfstandigen, vrije beroepen en ondernemingen'. Ongeveer 3% ouderen was landbouwer. Meer dan één op vier ouderen is huisman of huisvrouw geweest. Wanneer we de cijfers van de provincie vergelijken met deze van Vlaanderen, dan stellen we vast dat er meer arbeiders terug te vinden zijn in dan in Vlaanderen. Ook het aantal respondenten dat huisvrouw/huisman aangeduid heeft, is bijna 3 procentpunten hoger dan in Vlaanderen. Daarentegen zijn er minder bedienden, minder landbouwers en minder ouderen uit de groep 'zelfstandigen, vrije beroepen en ondernemingen'. 13

24 Belgian Ageing Studies, Rapport De groep 'zelfstandigen, vrije beroepen en ondernemingen' is het best vertegenwoordigd in de regio, de arbeiders het best in de regio. Burgerlijke staat Aan de respondenten werd gevraagd wat hun huidige burgerlijke staat is. Hierbij kon men kiezen uit volgende antwoordmogelijkheden: gehuwd, nooit gehuwd, gescheiden, samenwonend, weduwe(naar) of kloosterling(e). Vlaanderen burgerlijke staat gehuwd 70.15% 69.20% 74.17% 71.53% 70.93% 71.90% 68.88% nooit gehuwd 2.91% 2.74% 3.42% 3.42% 3.52% 3.12% 3.32% gescheiden 2.91% 3.65% 2.51% 2.92% 3.02% 3.02% 3.12% samenwonend 1.81% 1.93% 1.81% 0.80% 1.31% 2.01% 0.91% Weduwe(naar) 21.51% 21.99% 17.69% 21.03% 21.23% 19.64% 23.26% kloosterling(e) 0.70% 0.51% 0.40% 0.30% % 0.50% Ongeveer 72% van de bevraagde ouderen in is gehuwd en 19.6% is weduwe(naar). 3% is nooit gehuwd, 3% is gescheiden en 2% is samenwonend. Het hoogste percentage gehuwden vinden we terug in, het laagste in. Het aantal gescheiden ouderen is het hoogst in. Het aantal ouderen in de weduwstaat is telkens hoger dan 21%, behalve in de regio waar het maar 17.7% bedraagt. Het aantal gehuwden in is hoger dan in Vlaanderen en het aantal ouderen in de weduwstaat is een stuk lager dan in Vlaanderen. Opvallend is ook dat het aantal samenwonenden dubbel zo groot is in dan in Vlaanderen. 14

25 Belgian Ageing Studies, Rapport Partnerschap Op basis van de aangeduide burgerlijke staat werden de respondenten onderverdeeld in 2 klassen, namelijk met of zonder partner. Kloosterlingen werden niet meegenomen in deze verwerking. Vlaanderen partnerschap partner 71.96% 71.13% 75.98% 72.33% 72.24% 73.91% 69.79% geen partner 27.33% 28.38% 23.62% 27.37% 27.77% 25.78% 29.70% Bijna 74% ouderen in woont samen met een partner, ongeveer 26% niet. In vergelijking met de andere regio s hebben ouderen in vaker een partner, in het minst. In vergelijking met Vlaanderen beschikken se ouderen in meerdere mate over een partner. Kinderen In volgende analyses bekijken we of de respondenten kinderen hebben. Kinderen vormen immers de belangrijkste mantelzorgers. Om te weten hoeveel kinderen ouderen hebben, werd volgende vraag gesteld: Hoeveel eigen en/of geadopteerde kinderen, in leven, hebt u? Vlaanderen kinderen geen kinderen 5.27% 5.49% 7.30% 6.83% 8.16% 5.08% 9.18% kinderen 94.73% 94.51% 92.70% 93.17% 91.84% 94.92% 90.82% We kunnen vaststellen dat bijna 95% ouderen in kinderen heeft. Het aandeel ouderen dat over kinderen beschikt, is het hoogst in de regio s en. 15

26 Belgian Ageing Studies, Rapport In vergelijking met Vlaanderen stellen we vast dat het aandeel ouderen dat kinderen heeft, meer dan 4 procentpunten hoger is in dan in Vlaanderen. Rondkomen met het inkomen We gaan na in welke mate de respondenten het gevoel hebben rond te komen met hun inkomen (subjectieve beoordeling). In het behoefteonderzoek stelden we daarom volgende vraag: Hoe komt uw huishouden rond met het totale huishoudinkomen?. Vlaanderen rondkomen met inkomen moeilijk 42.30% 39.58% 38.83% 43.94% 46.38% 41.89% 38.07% makkelijk 57.70% 60.42% 61.17% 56.06% 53.62% 58.11% 61.93% 41.9% ouderen in geeft aan moeilijk rond te komen met het beschikbaar inkomen. 58,1% komt makkelijk rond. In vergelijking met de cijfers in Vlaanderen geven meer ouderen in aan het moeilijk te hebben rond te komen met hun inkomen. Ook in de regio s zien we verschillen. In en heeft men het moeilijkst om rond te komen met het inkomen, in en komen ouderen het gemakkelijkst rond met het gezinsinkomen. Rondkomen met het , 58, 38, 61, 57, 60, 61, 42, 39, 38, Limbur Vlaander Maaslan Midde Limbur Noor Limbur 56, 53, 43, 46, West Limbur Zuidmoeilij makkeli 16

27 Belgian Ageing Studies, Rapport Thema 1: Woonsituatie en buurt Binnen dit thema behandelen we 4 dimensies, namelijk onaangepastheid van de woning, buurtbetrokkenheid, verhuisgeneigdheid en onaangepastheid van de wijk. 1. Basiscomfort en onaangepastheid van de woning Basiscomfort van de woning In onderstaande tabel gaan we na of de woningen van ouderen uitgerust zijn met het noodzakelijke basiscomfort. Om te weten over welke basisfaciliteiten de respondenten beschikken, stelden we volgende vraag: Wat is er aanwezig in uw woning?. Men diende aan te kruisen welke voorzieningen aan-/of afwezig waren in de woning: bad of douche, centrale verwarming, toilet in de woning, telefoon en rookdetector. Vlaande ren Aanwezigheid van bad/douche in de woning centrale verwarming in de woning toilet in de woning 99.19% 97.27% 98.79% 99.09% 98.89% 98.98% 97.78% 90.39% 81.17% 92.86% 92.53% 94.76% 91.98% 86.69% 97.98% 96.46% 98.99% 98.79% 98.29% 98.98% 96.67% Telefoon in de woning 96.26% 96.16% 95.57% 95.76% 96.37% 94.11% 95.87% Rookdetector in de woning 20.73% 22.84% 17.40% 21.92% 27.29% 22.44% 20.77% In heeft 98% ouderen een toilet in de woning, 99% heeft een bad/douche in de woning. Centrale verwarming is aanwezig bij 90.4% ouderen en 96% ouderen beschikt over een telefoon. Als laatste comfortelement werd gepeild naar de aanwezigheid van een rookdetector: Meer dan één op vijf ouderen in heeft een rookdetector in huis. We stellen vast dat significant hoger scoort dan Vlaanderen voor wat betreft de items bad of douche en centrale verwarming. 17

28 Belgian Ageing Studies, Rapport Wanneer we de cijfers van de regio s met elkaar vergelijken, merken we een significant verschil op voor wat betreft de aanwezigheid van centrale verwarming, deze is namelijk in beduidend minder aanwezig dan in de andere regio s. Tevens is een rookdetector significant meer aanwezig in de regio en minder in de regio. Onaangepastheid van de woning Deze dimensie wordt gemeten aan de hand van een reeks van 16 onaangepastheden aan de woning. Aan de respondenten werd gevraagd: Welke uitspraken zijn van toepassing op uw woning?. Hieronder geven we de verschillende items van onaangepastheid van de woning weer: Woning is te groot Woning is te klein Woning verkeert in slechte staat/slecht onderhouden Ik moet trappen doen om de woning te betreden De drempels zijn te hoog (binnen of buiten de woning) Er zijn trappen in de woning Ik moet trappen doen om naar het toilet te gaan Woning is te duur Woning is inbraakgevoelig Woning is weinig geriefelijk Woning is te gehorig (slechte geluidsisolatie) Woning is moeilijk warm te stoken Er is onvoldoende comfort in de woning De wijk bevalt niet Afstand tot voorzieningen (vb. winkel, bank,...) is te groot Afstand tot de kinderen is te groot Men kon kiezen uit 5 mogelijke antwoorden gaande van helemaal niet van toepassing tot helemaal van toepassing. Om meer inzicht te geven in de cijfers werden de totaalscores van deze 16 items ingedeeld in drie klassen: geen, matige en ernstige onaangepastheid. Wanneer we op de schaal een totaalscore van 16 hebben, dan is er geen sprake van een onaangepaste woning. Scores tussen de 17 en 28 wijzen op een matige onaangepastheid en bij scores boven de 29 hebben we te maken met een 18

29 Belgian Ageing Studies, Rapport ernstige onaangepastheid van de woning. Deze indeling is vrij stringent maar is een indicator voor potentiële problemen in de woning bij het ouder worden. Vlaanderen onaangepastheid woning geen 14.51% 16.12% 17.35% 15.75% 14.21% 14.63% 15.96% matige 41.17% 46.19% 48.95% 47.49% 40.00% 43.57% 46.09% ernstige 44.32% 37.69% 33.70% 36.76% 45.79% 41.80% 37.95% Wanneer we de cijfers van en Vlaanderen vergelijken, dan stellen we verschillen vast die echter niet significant zijn. We kunnen dus stellen dat de onaangepastheid van de woning tussen se en Vlaamse woningen niet verschilt. De huisvestingssituatie van ouderen in is sterk verschillend over de regio s heen. Zo zijn de woningen significant meer onaangepast in de regio s en dan in de andere regio s. Onaangepastheid van de woning ,641,8 46, ,3 41,2 46,2 37,7 48,9 47,5 33,7 36,8 45, , ,5 16,1 17,3 15,8 14, Vlaanderen geen matige ernstige Onaangepastheid van de woning op itemniveau Vlaanderen woning is te groot

30 Belgian Ageing Studies, Rapport woning is te klein woning is in slechte staat/ slecht onderhouden de drempels zijn te hoog (binnen of buiten) woning is te duur woning is inbraakgevoelig woning is weinig geriefelijk woning is te gehorig (slechte geluidsisolatie) woning is moeilijk warm te stoken er is onvoldoende comfort in de woning de wijk bevalt me niet afstand tot voorzieningen is te groot afstand tot kinderen is te groot Voor alle regio s scoort het item woning is te groot het slechtst en afstand tot voorzieningen is te groot. In de regio s, en haalt de inbraakgevoeligheid van de woning een hoge score. Ouderen in ervaren vaker dan in de andere regio s problemen met het warm stoken van hun woning. Onaangepastheid van de woning i.f.v. de leeftijdsklasse onaangepastheid woning leeftijdsklasse geen 12.44% 16.86% 16.24% matige 45.93% 44.08% 34.19% ernstige 41.63% 39.05% 49.57% 20

31 Belgian Ageing Studies, Rapport Van de groep 60-69jarigen woont bijna 46% in een matig onaangepaste woning. Dat aandeel is voor de leeftijdsgroep jaar gedaald tot 44%, waarna het percentage bij 80plussers verder afneemt tot 34%. Bijna 42% 60-69jarigen woont in een ernstig onaangepaste woning. Dit aandeel daalt tot 39% voor de 70-79jarigen maar stijgt tot 49.6% bij 80plussers. Bijna de helft oudste ouderen woont dus in een ernstig onaangepaste woning. Daarentegen tonen de resultaten ook dat naarmate de leeftijd stijgt, het aandeel ouderen dat in een aangepaste woning woont, toeneemt. Bij de 60-69jarigen woont 12% ouderen in een aangepaste woning. Dit aandeel stijgt tot 16 à 17% voor de leeftijdsgroep 70plus. Onaangepastheid van de woning i.f.v. het geslacht geslacht man vrouw Onaangepastheid woning geen 12.9% 15.8% matige 46.4% 41.1% ernstige 40.7% 43.0% Ongeveer 16% oudere vrouwen woont in een woning die geen onaangepastheid vertoont, tegenover 13% van de mannen. Het omgekeerde stellen we vast bij matige onaangepastheid: 46% van de mannen woont in een matige onaangepaste woning t.o.v. 41% van de vrouwen. Tenslotte zien we dat voor de ernstige onaangepastheid, 40.7% van de mannen in een dergelijke woning woont en 43% vrouwen. Onaangepastheid van de woning i.f.v. partnerschap partnerschap partner geen partner onaangepastheid woning geen 13.83% 15.72% matige 46.32% 36.24% ernstige 39.85% 48.03% 21

32 Belgian Ageing Studies, Rapport Er is een significant verschil tussen ouderen met een partner en ouderen zonder partner voor wat betreft de onaangepastheid van de woning. Ouderen zonder partner wonen vaker in een onaangepaste woning dan ouderen met partner (48% versus 39.9%). Onaangepastheid van de woning i.f.v. rondkomen inkomen rondkomen met inkomen moeilijk makkelijk onaangepastheid woning geen 16.18% 10.64% matige 34.97% 50.85% ernstige 48.84% 38.51% Ouderen die stellen moeilijk rond te komen met hun inkomen hebben vaker een woning die geen onaangepastheid vertoont (16.2% t.o.v. 10.6%). Het verschil tussen beide groepen is nog meer uitgesproken wanneer we de cijfers voor ernstige onaangepastheid bekijken: 48.8% ouderen die moeilijk rondkomen woont in een woning die ernstig onaangepast is t.o.v. 38.5% ouderen die makkelijk rondkomen. Onaangepastheid van de woning i.f.v. 'de afgelopen 10 jaar verhuisd verhuisd afgelopen tien jaar ja neen onaangepastheid woning geen 20.37% 13.47% matige 49.07% 42.95% ernstige 30.56% 43.58% Uit de bovenstaande tabel kunnen we afleiden dat ouderen die de voorbije 10 jaar verhuisd zijn meer in een aangepaste woning wonen. 22

33 Belgian Ageing Studies, Rapport Onaangepastheid van de woning i.f.v. eenzaamheid eenzaamheid onaangepastheid woning geen matige ernstige geen tot matige 10.78% 46.77% 42.45% ernstige 4.92% 27.05% 68.03% Ouderen die ernstig eenzaam zijn, wonen meer in een woning die ernstig onaangepast is dan ouderen die niet of beperkt eenzaam zijn. 68% ouderen die zich ernstig eenzaam voelen wonen in een ernstig onaangepast woning. Bij ouderen die geen tot matige eenzaamheidsgevoelens hebben ligt dat percentage 25 procentpunten lager. Onaangepastheid van de woning i.f.v. onveiligheidsgevoelens onveiligheid klassen Onaangepastheid van de woning geen matige ernstige laag matig ernstig 10.7% 47.3% 42.0% 11.0% 44.0% 45.0% 10.8% 42.6% 46.6% Onveiligheidsgevoelens en onaangepastheid van de woning zijn aan elkaar gelinkt. Ouderen die zich ernstig onveilig voelen, wonen iets meer in een woning die ernstig onaangepast is. Dit verband is minder uitgesproken dan de relatie tussen eenzaamheid en onaangepastheid van de woning. 2. Buurtbetrokkenheid De dimensie buurtbetrokkenheid wordt gemeten aan de hand van de volgende 7 vragen: Hoe vaak hebt u contact met mensen die in uw wijk wonen? Hoe ervaart u dit contact? Hoe prettig vindt u het over het algemeen om in uw wijk te wonen? Hoe betrokken voelt u zich bij hetgeen in uw wijk gebeurt? Hoe vaak gaat u op bezoek bij/ ontvangt u bezoek van / hebt u telefonisch contact met buren of mensen uit de wijk? 23

34 Belgian Ageing Studies, Rapport Hoe tevreden bent u over de contacten met de buren of mensen uit de wijk? Vindt u dat er in uw wijk voldoende wordt georganiseerd voor mensen, ouder dan 60 jaar? Alle scores op deze vragen werden opgeteld en de individuele totaalscores werden ingedeeld in klassen. Een score tussen de 7 en 17.5 duidt op geen tot weinig buurtbetrokkenheid. Een score van 17.6 tot 20.5 duidt op matige en scores vanaf 20.6 duiden op hoge buurtbetrokkenheid. Vlaanderen buurtbetrokkenheid geen 3.17% 2.89% 3.92% 4.15% 4.27% 3.96% 2.57% matig 5.28% 7.90% 6.00% 6.87% 6.74% 7.54% 6.36% veel 91.56% 89.21% 90.09% 88.99% 88.99% 88.51% 91.07% Vergelijken we de se en Vlaamse cijfers, dan zien we dat de buurtbetrokkenheid min of meer gelijkaardig is. 88.5% se respondenten voelen zich sterk betrokken in de buurt. In Vlaanderen zijn dat 91.1% oudere respondenten. Wanneer we kijken naar de regio s kunnen we vaststellen dat de buurtbetrokkenheid het grootst is in de regio. Buurtbetrokkenheid i.f.v. leeftijdsklasse buurtbetrokkenheid leeftijdsklasse geen 5.41% 2.61% 1.94% matig 8.60% 7.09% 4.85% veel 86.00% 90.30% 93.20% De buurtbetrokkenheid varieert naargelang de leeftijd van ouderen. We stellen een significant verschil vast tussen jongsenioren, 70-79jarigen en 80plussers m.b.t. het kenmerk buurtbetrokkenheid. Naarmate de leeftijd stijgt, neemt de buurtbetrokkenheid toe. Bij de 60-69jarigen voelt 86% zich veel betrokken bij de buurt, dit aandeel stijgt bij de 80plussers tot 93.2%. 24

35 Belgian Ageing Studies, Rapport Buurtbetrokkenheid i.f.v. verhuisd de afgelopen 10 jaar verhuisd afgelopen tien jaar ja neen buurtbetrokkenheid geen 7.61% 3.52% matig 11.96% 7.05% veel 80.43% 89.43% Er is een significant verschil tussen ouderen die de voorbije 10 jaar wel of niet verhuisd zijn. Ouderen die de afgelopen 10 jaar verhuisd zijn, zijn minder betrokken in de buurt. Buurtbetrokkenheid i.f.v. zorgafhankelijkheid buurtbetrokkenheid geen matig veel hulp nodig voor persoonlijke verzorging 1.52% 4.55% 93.94% hulp nodig voor huishouden 1.19% 10.71% 88.10% hulp nodig voor persoonlijke verplaatsingen 3.60% 6.47% 89.93% Er is een relatie tussen buurtbetrokkenheid en zorgafhankelijkheid: ouderen die hulp nodig hebben voor persoonlijke verzorging zijn meer betrokken op de buurt, dan ouderen die geen hulp nodig hebben op dat domein. Ouderen die hulp nodig hebben in het huishouden zijn meer matig betrokken op de buurt, dan ouderen die geen hulp nodig hebben in het huishouden. Een derde aspect van zorgafhankelijkheid is de hulp nodig voor persoonlijke verplaatsing. Ook hier merken we hetzelfde verband: ouderen die hulp nodig hebben voor persoonlijke verplaatsing zijn meer betrokken op de buurt. 25

36 Belgian Ageing Studies, Rapport Buurtbetrokkenheid i.f.v. eenzaamheid eenzaamheid buurtbetrokkenheid geen matig veel geen tot matige 3.41% 4.66% 91.94% ernstige 8.21% 17.16% 74.63% Er is een sterke relatie tussen eenzaamheid en buurtbetrokkenheid. Ouderen die ernstige eenzaamheidsgevoelens hebben, zijn veel minder betrokken op de buurt dan ouderen die weinig tot geen eenzaamheidsgevoelens hebben, respectievelijk 74.6% t.o.v. 92%. Buurtbetrokkenheid i.f.v. onveiligheidsgevoelens onveiligheidsgevoelens buurtbetrokkenheid geen matig veel laag 2.33% 5.43% 92.25% matig 1.72% 4.29% 93.99% ernstig 3.53% 7.07% 89.40% Er is een relatie tussen buurtbetrokkenheid en onveiligheidsgevoelens. Ouderen met ernstige onveiligheidsgevoelens zijn minder betrokken op de buurt. Ook hier is de relatie minder uitgesproken dan bij eenzaamheid. 26

37 Belgian Ageing Studies, Rapport 3. Verhuizen en verhuisgeneigdheid Eerst gaan we na hoeveel ouderen de afgelopen 10 jaar verhuisd zijn. Vervolgens komt verhuisgeneigdheid aan bod. We stelden de respondenten volgende vraag: Bent u in de afgelopen 10 jaar verhuisd?. Verhuisd afgelopen 10 jaar Vlaanderen Verhuisd afgelopen tien jaar 11.8% 12.3% 13.8% 13.0% 12.2% 12.3% 14.0% Het aandeel ouderen dat de afgelopen 10 jaar verhuisd is in is 12.3%. In Vlaanderen is dit 14%. Het hoogste percentage verhuizers vinden we terug in en, het laagste in. Verhuisgeneigdheid In een vorig hoofdstuk stelden we vast dat heel wat woningen niet aangepast zijn aan een mogelijke zorgafhankelijkheid van ouderen. In dit deel willen we nagaan in welke mate ouderen de intentie hebben te verhuizen. Om de verhuisgeneigdheid te meten vroegen we aan de respondenten: Hoe staat u ten opzichte van de volgende mogelijkheden, waarna 6 woonvormen gegeven worden: Verhuizen naar een aangepaste woonvorm Verhuizen naar een rusthuis/ rust- en verzorgingstehuis Verhuizen naar een aangepaste bejaardenwoning in de buurt Inwonen bij de kinderen Samenwonen met een aantal zestigplussers Verhuizen naar een serviceflat De respondenten konden steeds kiezen uit vijf antwoordmogelijkheden: uiterst negatief, eerder negatief, noch negatief noch positief, eerder positief en uiterst positief. Wanneer zij positief antwoordden op één van de vragen werden zij ingedeeld in de klasse verhuisgeneigdheid, wat aanduidt dat zij positief staan tegenover verhuizen. Wanneer 27

38 Belgian Ageing Studies, Rapport respondenten niet willen verhuizen naar één van de voorgestelde mogelijkheden, werden zij ondergebracht in de klasse geen verhuisgeneigdheid. Vlaanderen Verhuisgeneigdheid geen 46.04% 41.77% 38.91% 43.30% 41.23% 42.14% 43.34% wel 53.96% 58.23% 61.09% 56.70% 58.77% 57.86% 56.66% De verhuisgeneigdheid van ouderen in is niet significant verschillend dan die in Vlaanderen. De verhuisgeneigdheid is significant hoger in en significant lager in, en dit in vergelijking met de andere regio s in. Verhuisgeneigdheid i.f.v. leeftijdsklasse leeftijdsklasse verhuisgeneigdheid 59.09% 54.68% 61.11% We stellen vast dat de verhuisgeneigdheid het hoogst is in de hoogste leeftijdsklasse. Ook in de leeftijdsklasse jaar is de verhuisgeneigdheid nog groot. In de leeftijdsklasse jaar is de verhuisgeneigdheid het laagst. Verhuisgeneigdheid i.f.v. partner partnerschap Partner geen partner verhuisgeneigdheid 56.05% 64.38% Blijkbaar heeft het hebben van een partner een remmend effect op de verhuisgeneigdheid. Ouderen zonder partner zijn significant meer geneigd om te verhuizen dan ouderen met een partner. 28

39 Belgian Ageing Studies, Rapport Verhuisgeneigdheid i.f.v. verhuisd de afgelopen 10 jaar verhuisd afgelopen tien jaar ja neen verhuisgeneigdheid 60.00% 57.79% Bij de groep ouderen die de afgelopen 10 jaar verhuisd zijn, heeft 60% nog altijd verhuisgeneigdheid. Zij staan positief ten opzichte van verhuizen naar andere woonvorm. Verhuisgeneigdheid i.f.v. eenzaamheid verhuisgeneigdheid eenzaamheid geen tot matige 61.60% ernstige 69.43% Ouderen met ernstige eenzaamheidsgevoelens zijn beduidend meer geneigd om te verhuizen dan zij die geen tot matige eenzaamheidsgevoelens hebben. Verhuisgeneigdheid i.f.v. onveiligheidsgevoelens onveiligheidsgevoelens verhuisgeneigdheid laag 60.61% matig 65.72% ernstig 63.35% Het laatste kenmerk waar we wel verschillen vaststellen m.b.t. verhuisgeneigdheid is het onveiligheidsgevoel. 60.6% ouderen met lage onveiligheidsgevoelens staat positief t.o.v. verhuizen, bij ouderen met matige onveiligheidsgevoelens is dat 65.7%. 29

40 Belgian Ageing Studies, Rapport 4. Tekorten in de wijk Een laatste dimensie binnen het thema woonsituatie en buurt betreft het uitrustingsniveau van de wijk. Op basis van de vraag Welke van de onderstaande voorzieningen zijn onvoldoende aanwezig in uw wijk? wordt een schaal geconstrueerd, die alle items bevat, om zo de tekorten in de wijk weer te geven. Deze schaal wordt onderverdeeld in drie subdimensies: tekorten in de wijk i.f.v. basisvoorzieningen, tekorten in de wijk i.f.v. culturele voorzieningen en tekorten in de wijk i.f.v. mobiliteit. De waarde van de scores variëren tussen 1 en 2. Hoe dichter de waarde bij 2, hoe meer tekorten ervaren worden. De verschillende items van de vraag waren: Kruidenierszaak Openbaar vervoer Bank Bushalte Kapper Dienstencentrum Apotheek Sporthal Huisarts Zwembad Slager Bibliotheek Bakker Buurt- of Rustbanken wijkcentrum Openbare toiletten Mobiele winkel Cinema Theater Postkantoor Kerk Café Groen/park Oversteekplaatsen Tekorten in de wijk i.f.v. de subdimensies Vlaanderen Tekorten in de wijk Tekorten in de wijk i.f.v. vrije tijd en ontspanning Tekorten in de wijk i.f.v. basisvoorzieni ngen Tekorten in de wijk i.f.v. mobiliteit Wanneer we de scores tussen en Vlaanderen vergelijken dan zien we dat telkens iets hoger scoort, dus dat er iets meer tekorten ervaren worden in dan in Vlaanderen. De meeste tekorten worden ervaren op vlak van mobiliteit en op de tweede plaats staan tekorten in functie van vrije tijd en ontspanning. 30

41 Belgian Ageing Studies, Rapport In ervaart men significant het meest tekorten in de wijk op het vlak van vrije tijd en ontspanning en basisvoorzieningen, waar deze regio hoger scoort dan de andere regio s in. In ervaren ouderen dan weer het meeste tekorten op vlak van mobiliteit. Tekorten in de wijk i.f.v. basisvoorzieningen in wijk onvoldoende: kruidenierszaak in wijk onvoldoende: bank in wijk onvoldoende: kapper in wijk onvoldoende: apotheek in wijk onvoldoende: huisarts in wijk onvoldoende: slager in wijk onvoldoende: bakker in wijk onvoldoende: mobiele winkel in wijk onvoldoende: postkantoor in wijk onvoldoende: kerk in wijk onvoldoende: café 34.95% 34.14% 34.58% 35.03% 41.25% 30.80% 32.16% 27.12% 34.69% 36.57% 24.57% 20.20% 18.87% 24.04% 29.99% 25.61% 19.54% 19.55% 25.40% 29.54% 23.07% 19.76% 20.34% 20.41% 27.31% 29.53% 27.77% 24.29% 31.29% 35.23% 25.03% 23.27% 22.82% 26.76% 30.99% 32.30% 33.15% 30.28% 28.80% 35.90% 36.91% 36.11% 27.68% 31.97% 36.79% 23.30% 18.77% 18.19% 17.91% 21.18% 22.15% 21.08% 20.79% 21.32% 24.64% Bovenstaande tabel geeft voor de subdimensie basisvoorzieningen per item aan welk aandeel van ouderen tekorten ervaart. De hoogste percentages worden behaald voor de items kruidenierszaak, bank en postkantoor. 31

42 Belgian Ageing Studies, Rapport Tekorten in de wijk i.f.v. mobiliteit in wijk onvoldoende: rustbanken in wijk onvoldoende: openbare toiletten in wijk onvoldoende: openbaar vervoer in wijk onvoldoende: bushalte in wijk onvoldoende: groen/park in wijk onvoldoende: oversteekplaatsen 45.10% 42.15% 40.34% 43.65% 40.60% 44.52% 46.32% 43.62% 46.26% 45.05% 33.56% 28.32% 26.78% 26.30% 31.48% 32.87% 27.66% 26.21% 26.98% 28.70% 25.03% 23.93% 19.44% 23.47% 23.80% 29.53% 26.45% 27.12% 28.00% 30.37% Wat mobiliteit betreft, merken we hogere aandelen m.b.t. ervaren tekorten. Wat minst ontbreekt in de wijk is groen/park. De items waar ouderen de meeste tekorten ervaren zijn rustbanken en openbare toiletten. Vooral in is er een tekort aan rustbanken. Het probleem van de openbare toiletten is dan weer het grootst in en. Tekorten in de wijk i.f.v. ontspanning en cultuur in wijk onvoldoende: theater in wijk onvoldoende: cinema in wijk onvoldoende: sporthal in wijk onvoldoende: zwembad in wijk onvoldoende: bibliotheek 31.60% 28.76% 26.89% 29.48% 33.48% 32.87% 31.39% 30.28% 32.20% 35.26% 25.84% 24.48% 22.37% 24.83% 32.26% 36.56% 32.71% 28.59% 34.69% 37.71% 26.99% 23.49% 19.32% 24.94% 28.81% 32

43 Belgian Ageing Studies, Rapport in wijk onvoldoende: dienstencentrum in wijk onvoldoende: buurt- of wijkcentrum 31.72% 28.76% 26.55% 28.34% 34.04% 27.34% 22.61% 21.58% 25.62% 25.36% Wat ontspanning en cultuur betreft, worden de grootste tekorten ervaren bij cinema, theater en zwembad. Tekorten in de wijk i.f.v. rondkomen met inkomen rondkomen met inkomen moeilijk makkelijk tekorten in de wijk tekorten in wijk i.f.v. vrije tijd en ontspanning tekorten in wijk i.f.v. basisvoorzieningen tekorten in wijk i.f.v. mobiliteit Wanneer we het rondkomen met het inkomen bekijken, merken we voor de totale dimensie tekorten in de wijk geen verschil tussen ouderen die makkelijk en ouderen die moeilijk rondkomen. Bij de subdimensie tekorten in de wijk in functie van basisvoorzieningen en mobiliteit is er wel een significant verschil: ouderen die moeilijk rondkomen ervaren meer tekorten dan ouderen die makkelijk rondkomen. Tekorten in de wijk i.f.v. eenzaamheid eenzaamheid klassen geen tot matige ernstige tekorten in de wijk tekorten in wijk i.f.v. vrije tijd en ontspanning tekorten in wijk i.f.v. basisvoorzieningen tekorten in wijk i.f.v. mobiliteit

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Jabbeke 2011 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2011 WOAS 1 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies... 7 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Deerlijk 2012 WOAS 2 Inhoudstafel Situering... 5 Methodologie... 6 1. Dataverzameling... 6 2. Steekproef... 6 3. Meetmodel... 6 4. Schaalconstructies...

Nadere informatie

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS

Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Knokke-Heist 2012 WOAS Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport 2012 WOAS 1 Inhoudsopgave Situering... 4 Methodologie... 5 1. Dataverzameling... 5 2. Steekproef... 5 3. Meetmodel... 5 4. Schaalconstructies... 6 5. Significantieniveau...

Nadere informatie

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

1. Situering Methodologie Beschrijving van de steekproef Bespreking van de resultaten... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 BUURTBETROKKENHEID... 7 VERHUISGENEIGDHEID...

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Oostende 2014 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving

Nadere informatie

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24

Inleiding: Achtergrond... 6 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 24 Seniorenbehoeftenonderzoek Regionale analyse West-Vlaanderen 2015 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 6 1 Situering... 6 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 2.3 Meetmodel...

Nadere informatie

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE

RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE RAPPORT OUDERENBEHOEFTEONDERZOEK DE PINTE Inhoudstafel Situering en methodologie... 5 Situering... 5 Methodologie... 5 Meten van behoeften... 6 Beschrijving van de steekproef...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Kortrijk. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Kortrijk Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Moorslede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Moorslede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19

Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 19 Ouderenbehoeftenonderzoek Gemeentelijk rapport Ieper 2018 1 Inhoudstafel Inleiding: Achtergrond... 7 1 Situering... 7 2 Methodologie... 8 2.1 Dataverzameling... 8 2.2 Steekproef... 8 3 Beschrijving van

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Wervik. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Wervik Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ieper. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ieper Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Hooglede. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Hooglede Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Houthulst. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Houthulst Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Bredene. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Bredene Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Zwevegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Zwevegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave 1. Situering... 2 2. Methodologie... 2 3. Beschrijving van de steekproef...... 3 4. Bespreking van de resultaten...... 7 Thema

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Roeselare. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Roeselare Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Anzegem. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Anzegem Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1

Situering BM West-Vlaanderen BM Vlaanderen Koekelare BM Vergrijzingsklasse=3 Koekelare BM Dichtheidsklasse=1 Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt... 7 ONAANGEPASTHEID VAN DE WONING... 7 BUURTBETROKKENHEID...

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Veurne. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Veurne Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie en

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Diksmuide. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Diksmuide Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten...... 8 Thema 1: Woonsituatie

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Ardooie. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Ardooie Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 0 Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef...... 4 Bespreking van de resultaten......

Nadere informatie

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers

Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers Lokaal behoefteonderzoek bij de Genkse 60-plussers 1 1 SAMENVATTING RESULTATEN 2011-2012 Lokaal behoefteonderzoek Genk 2 3 Beste 6 jaar geleden organiseerden we een eerste grootschalig onderzoek bij de

Nadere informatie

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS

Gemeentelijk rapport Brugge. Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Gemeentelijk rapport Brugge Seniorenbehoeftenonderzoek WOAS Inhoud Situering... 2 Methodologie... 3 Beschrijving van de steekproef... 4 Bespreking van de resultaten...... 7 Thema 1: Woonsituatie en buurt...

Nadere informatie

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury

Behoefteonderzoek senioren Jabbeke. Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Behoefteonderzoek senioren 2011 Jabbeke 2011 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische wetenschappen, Vrije Universiteit Brussel. Situering van het project

Nadere informatie

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09

Ouderen behoefteonderzoek. Brussel. 2/jun/09 Ouderen behoefteonderzoek Brussel 2/jun/09 Prof. Dr. D. Verté, N. De Witte, L. De Donder, T. Buffel, S. Dury Onderzoeksgroep Agogische Wetenschappen Vrije Universiteit Brussel Situering van het project

Nadere informatie

Doe mee! 3 maart 2011

Doe mee! 3 maart 2011 Over ouderen en maatschappelijke participatie 3 maart 2011 Dominique Verté, Sarah Dury, Liesbeth De Donder, Tine Buffel, Nico De Witte In samenwerking met 2 Inleiding 3 1. Inleiding Doel De mate en de

Nadere informatie

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Dominique Verté, Nico De Witte, Liesbeth De Donder, Sarah Dury, An-Sofie Smetcoren, Dorien Brosens, Emily Verté, Sofie Van Regenmortel, Deborah

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Woonomgeving en openbare ruimte

Woonomgeving en openbare ruimte Woonomgeving en openbare ruimte An-Sofie Smetcoren 26 September 2013 Tinie Kardol, Liesbeth De Donder, Nico De Witte, Sarah Dury, Emily Verté, Tine Buffel, Dominique Verté Inhoud 1 Belang van de woonomgeving

Nadere informatie

Inhoud. III. Zorgvraag 224

Inhoud. III. Zorgvraag 224 Inhoud Deel 3: Oplijsting van de zorgvraag... 225 Deel 3.1 Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1. Ouderenbehoefteonderzoek... 226 1.1 Situering... 226 1.2 Dataverzamelingsmethode... 227 1.3 Ouderenbehoefteonderzoek

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012

Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 Seniorenbehoefteonderzoek Turnhout 2012 in opdracht van Stad en OCMW in samenwerking met VUB Doelstelling van het onderzoek Wat zijn de noden en behoeften van de Turnhoutse senioren (omgevingsanalyse)

Nadere informatie

Inleiding Analyse van de respons... 4

Inleiding Analyse van de respons... 4 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 3.1

Nadere informatie

SENIORENBELEID te VORSELAAR

SENIORENBELEID te VORSELAAR SENIORENBELEID te VORSELAAR Inleiding In het voorjaar 2015 werd het ouderenbehoefteonderzoek in Vorselaar afgerond. Bedoeling is dat de resultaten worden ontleed en als eindresultaat een seniorenbeleidsplan

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.

Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent. Postcode huisbezoek. 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.) 2. Geslacht? (Vul in a.u.b. Naam vrijwillige huisbezoeker Naam respondent Datum huisbezoek Postcode huisbezoek..../... /... (DD/MM/JJJJ) 1. Wat is uw geboortedatum? (Vul in a.u.b.)... DD/MM/JJJJ 2. Geslacht? (Vul in a.u.b.) Man Vrouw

Nadere informatie

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel

s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel s-gravendeel Behoefteonderzoek Senioren Presentatie resultaten 22 februari 2017 Prof. dr. M.J.M. Kardol VU Brussel Opzet van het onderzoek Respons: 267 60-plussers mannen 60-69 jaar ondervertegenwoordigd

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR)

VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) 3 RIJBEWIJSBEZIT TABEL 1 VERDELING VAN PERSONEN VOLGENS RIJBEWIJSBEZIT (VANAF 6 JAAR) Cumulative Cumulative RYBEWYS Frequency Percent Frequency Percent ƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒƒ

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Resultaten HBSC 14 Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van

Nadere informatie

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014

Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 2014 Gezondheid en (psycho)somatische klachten bij adolescenten in Vlaanderen 214 Inleiding Gezondheid in de internationale HBSC (Health Behaviour in School-aged Children) studie en in de Wereldgezondheidsorganisatie

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook heeft mogelijk gemaakt! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 7 3.1 De totale

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN

SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN SCHRIFTELIJKE VRAGENLIJST BEVRAGING VOORZITTERS LOKALE OUDERENADVIESRADEN Januari 2010 Els Messelis & Gaby Jennes GEMEENTE:........................... PROVINCIE:........................... Inleiding en

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Beperkingen Gezondheidsenquëte, België, 1997 5.3.1. Inleiding. Er is een duidelijke verschuiving gekomen in het ervaren van de gezondheid door de bevolking. Dit is mede een gevolg van de relatie tussen de demografische en de epidemiologische transitie

Nadere informatie

G O K - I N D I C A T O R E N B I J L E E R L I N G E N I N B a O EN S O

G O K - I N D I C A T O R E N B I J L E E R L I N G E N I N B a O EN S O S T A R T P A G I N A Welkom op de startpagina van de cijfers over de GOK-en bij leerlingen in het basis- en secundair onderwijs! De cijfers over de GOK-en (lees: leerlingkenmerken voor financiering) zijn

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Sociale Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 5.8.1. Inleiding De WHO heeft in haar omschrijving het begrip gezondheid uitgebreid met de dimensie sociale gezondheid en deze op één lijn gesteld met de lichamelijke en psychische gezondheid. Zowel de

Nadere informatie

Analyse: maatschappelijke kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren in relatie tot het bereik van de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp in Limburg

Analyse: maatschappelijke kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren in relatie tot het bereik van de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp in Limburg Analyse: maatschappelijke kwetsbaarheid bij kinderen en jongeren in relatie tot het bereik van de rechtstreeks toegankelijke jeugdhulp in Limburg Analyse en redactie: Koen Snyers / Steunpunt Sociale Planning,

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens 2013 1

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens 2013 1 De Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie publiceerde de cijfers over het netto belastbaar inkomen van 2013 (aanslagjaar 2014). De cijfers zijn gebaseerd op de aangiften in de personenbelastingen.

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Gezondheidstoestand. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Gezondheidstoestand Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 13 Gezondheidsindicatoren...15 1. Subjectieve gezondheid... 15 2. Chronische

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Trends in museum- en tentoonstellingsbezoek ( ) Mathijs De Baere Inleiding In deze fiche zal het museum- en tentoonstellingsbezoek van de Vlamingen in kaart gebracht worden op basis van de participatiesurveygegevens van 2004 (n=2849), 2009 (n=3144) en 2014 (n=3965).

Nadere informatie

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore...

Omgevingscomponent Conclusie kwetsbaarheid naar huishoudtype Naar woningtype Totale kwetsbaarheidsscore... 1 Inhoud Inleiding... 4 1. Analyse van de respons... 5 2. Kenmerken van de respondenten... 6 2.1 Deelgemeente... 6 2.2 Geslacht... 6 2.3 Leeftijd... 7 2.4 Huishoudtype... 7 2.5 Type woning... 8 3. Kwetsbaarheidsscore...

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Participatie aan erfgoedactiviteiten Mathijs De Baere Inleiding Erfgoed is een brede en overkoepelende term waarbinnen roerend, onroerend en immaterieel erfgoed wordt onderscheiden. Deze drie categorieën zijn in de praktijk sterk verweven met elkaar, maar

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 30.09.2016 Genk telde eind september 3.614 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 322 of 8,2% minder dan in september 2015. In Limburg was er een daling

Nadere informatie

Patiëntenprofiel. Algemeen

Patiëntenprofiel. Algemeen 90+ 80-89 70-79 60-69 50-59 40-49 30-39 20-29 10-19 0-9 Algemeen In 2004 kregen 134.224 verschillende verpleegkundige zorg van Wit-Gele-Kruisverpleegkundigen. Sommige worden kortdurend verpleegd, anderen

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens

FACTS & FIGURES Bibliotheekbezoek Franne Mullens Inleiding Uit onderzoek blijkt dat vooral jongeren hun weg vinden naar de bibliotheek. 65% van alle jongeren onder de 18 jaar bezochten in hun vrijetijd de bibliotheek en ze waren zo goed als allemaal

Nadere informatie

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen

Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Generation What? 1 : Vertrouwen in de instellingen Inleiding De mate van vertrouwen van burgers in de overheid en maatschappelijke instellingen werd al vaker de toetssteen van de democratie genoemd: daalt

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Slagkrachtige stad, rubriek data. Stad Genk Publicatie Inkomens De Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie publiceerde de cijfers over het netto belastbaar inkomen van 2014 (aanslagjaar 2015). De cijfers zijn gebaseerd op de aangiften in de personenbelastingen.

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

CONSUMER CONFIDENCE SCAN

CONSUMER CONFIDENCE SCAN CONSUMER CONFIDENCE SCAN September 2014 Stephan Dijcks GfK 2014 Consumer Confidence Scan augustus 2014 1 Inhoud 1. Inzichten consumentenvertrouwen 2. Consumentenvertrouwen in beeld 3. Onderzoeksverantwoording

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens

Jongeren en Gezondheid 2014 : Socio-demografische gegevens Jongeren en Gezondheid 14 : Socio-demografische gegevens Steekproef De steekproef van de studie Jongeren en Gezondheid 14 bestaat uit 9.566 leerlingen van het vijfde leerjaar lager onderwijs tot het zevende

Nadere informatie

Wonen: enkele cijfers

Wonen: enkele cijfers Wonen: enkele cijfers Uit het behoefteonderzoek van Verté (2006) kunnen we afleiden welke de problemen zijn die ouderen ervaren met betrekking tot hun woonst. Tabel I: Problemen met de woning PROBLEEM

Nadere informatie

een zeer lage prijs (bron FOD Economie). 1 De grote stijging zou te wijten zijn aan de verkoop van een zeer groot perceel/groot aantal percelen aan

een zeer lage prijs (bron FOD Economie). 1 De grote stijging zou te wijten zijn aan de verkoop van een zeer groot perceel/groot aantal percelen aan De statistieken over de vastgoedprijzen zijn gebaseerd op gegevens afkomstig van het Kadaster van de FOD Financiën en betreffen de verkopen die onderworpen zijn aan het stelsel van registratierechten.

Nadere informatie

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Psychische Gezondheid Gezondheidsenquête, België, 1997 6.2.1. Inleiding Binnen de verschillen factoren van risico gedrag heeft alcoholverbruik altijd al de aandacht getrokken van de verantwoordelijken voor Volksgezondheid. De WGO gebruikt de term "Ongeschiktheid

Nadere informatie

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere

FACTS & FIGURES Bioscoopbezoek Mathijs De Baere Inleiding Al begin 20ste eeuw opende de eerste bioscopen hun deuren in België en midden de jaren twintig van de 20 e eeuw telde België al meer dan 1000 bioscopen (Convents, 2007; Biltereyst & Meers, 2007)

Nadere informatie

NOTA Ouderen in Vlaams-Brabant bevraagd

NOTA Ouderen in Vlaams-Brabant bevraagd STEUNPUNT SOCIALE PLANNING NOTA Ouderen in Vlaams-Brabant bevraagd www.vlaamsbrabant.be/socialeplanning 2 Voorwoord We worden met z'n allen steeds ouder en dat is goed nieuws. De seniorenpopulatie laat

Nadere informatie

Inleiding. Belgian Ageing Studies

Inleiding. Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 5 2.1 Geslacht... 5 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 6 2.4 Type woning... 6 3. Kwetsbaarheidsscore... 7 2.1

Nadere informatie

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017

Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 PERSBERICHT - 8 mei 2018 Lancering Vlaamse Migratie- en Integratiemonitor 2018 en survey Samenleven in Diversiteit 2017 Het Agentschap Binnenlands Bestuur en Statistiek Vlaanderen publiceren vandaag de

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk

Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk Nationaal geluksonderzoek. Deel 5: werk TECHNISCH RAPPORT 3 december 2018 Universiteit Gent Leerstoel NN Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen werk en de algemene

Nadere informatie

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1

Ruimte voor ouderen. Vergrijzing aan de kust. 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Vergrijzing aan de kust 20/06/2017 Ruimte voor ouderen 1 Ruimte voor ouderen Beleidsinstrument => kwaliteit en inplanting van ouderenwoningen te optimaliseren Ontwikkeld door Stad en

Nadere informatie

Bijlage nr 10 aan ZVP 2014-2017 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011

Bijlage nr 10 aan ZVP 2014-2017 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011 BIJLAGE 10 LOKALE VEILIGHEIDS- BEVRAGING 2011 Lokale veiligheidsbevraging 2011 Synthese van het tabellenrapport Pz Blankenberge - Zuienkerke Inleiding De lokale veiligheidsbevraging 2011 is een bevolkingsenquête

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 31.12.2015 Genk telde eind september 3.586 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 162 of 4,7% meer dan in december 2014. In Limburg was er een stijging

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 30.06.2015 Genk telde eind juni 3.807 niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 343 of 9,9% meer dan in juni 2014. In Limburg was er een stijging van 3,3%,

Nadere informatie

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op

De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op De Genkse werkloosheidscijfers Toestand op 31.03.2016 Genk telde eind maart 3.547niet-werkende werkzoekenden (NWWZ). Dat zijn er 526 of 12,9% minder dan in maart 2015. In Limburg was er een daling van

Nadere informatie

Oudere vrijwilligers gezocht?!

Oudere vrijwilligers gezocht?! Oudere vrijwilligers gezocht?! Sarah DURY, Liesbeth DE DONDER, An-Sofie SMETCOREN, Dorien BROSENS, Tine BUFFEL, Nico DE WITTE en Dominique VERTÉ 1 Anno 2012 staat Europa in het teken van Actief Ouder Worden

Nadere informatie

Gezondheid en samenleving

Gezondheid en samenleving Gezondheid en samenleving Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 115 Bestudeerde indicatoren... 117 1. Sociale gezondheid..... 117 2.

Nadere informatie

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies

Inleiding. Alvast een oprecht dankwoord aan het OCMW en iedereen die dit onderzoek op welke wijze dan ook mogelijk maakte! Belgian Ageing Studies 1 Inhoud Inleiding... 3 1. Analyse van de respons... 4 2. Kenmerken van de respondenten... 4 2.1 Geslacht... 4 2.2 Leeftijd... 5 2.3 Huishoudtype... 5 2.4 Type woning... 6 3. heidsscore... 6 3.1 De totale

Nadere informatie

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten

Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Diensten voor thuiszorg en sociale en preventieve diensten Edith Hesse Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel

Nadere informatie

LOKAAL OUDERENBELEID WAT IS BELANGRIJK ALS LOKAAL BESTUUR?

LOKAAL OUDERENBELEID WAT IS BELANGRIJK ALS LOKAAL BESTUUR? LOKAAL OUDERENBELEID WAT IS BELANGRIJK ALS LOKAAL BESTUUR? WAT? Cijfers Aandachtspunten Wat kan je doen als lokaal bestuur? Regelgeving en initiatieven Project lokaal ouderenbeleid Cijfers Aantal 60-plussers

Nadere informatie

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager

FinQ Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders. Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager FinQ 2018 Monitor van financieel bewustzijn en financiële vaardigheden van Nederlanders Auteurs Jorn Lingsma Lisa Jager 14-1-2019 Projectnummer B3433 Achtergrond van de FinQ monitor Nederlanders in staat

Nadere informatie

Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte

Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen. dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte Psychische kwetsbaarheid bij thuiswonende ouderen dra. Lieve Hoeyberghs promotor: Prof. dr. Nico De Witte Inhoud 1. Achtergrond 2. Psychische kwetsbaarheid: sociodemografisch profiel 3. Kwetsbaarheid i.d.

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde

Resultaten voor Vlaamse Gemeenschap Gezondheidsenquête, België, 1997 Andere gezondheidsvoorzieningen en alternatieve geneeskunde 7.6.1. Inleiding In dit hoofdstuk hebben we het over contacten met de kinesitherapeut, thuisverpleegkunde, voorzieningen voor bejaarden, de diëtist en arbeidsgeneeskundige diensten tijdens het afgelopen

Nadere informatie

Het leven in Brussel: wel of wee?

Het leven in Brussel: wel of wee? Het leven in Brussel: wel of wee? Een onderzoek naar het gevoel van leefbaarheid en veiligheid bij de Nederlandstalige inwoners van de Stad Brussel Els Ampe Brussels volksvertegenwoordiger Brussel, 7 oktober

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Leefstijl en preventie

Leefstijl en preventie Leefstijl en preventie Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. . Inhoudstafel Inhoudstafel... 59 Bestudeerde indicatoren... 61 1. Voedingsgewoonten.... 61 3. Gebruik

Nadere informatie

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Vaccinatie bij volwassen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.4.1. Inleiding. Het belang van vaccinatie programma s is ruimschoots aangetoond geweest. De vragen werden slechts gesteld aan personen van 15 jaar en ouder, aangezien de vaccinale dekking bij kinderen

Nadere informatie

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013 Situering Onze maatschappij houdt ons graag een ideaalbeeld voor van een gezonde levensstijl, waarbij

Nadere informatie

VASTGOEDPRIJZEN 2010

VASTGOEDPRIJZEN 2010 UPDATE CIJFERS VASTGOEDPRIJZEN 2010 Bron: FOD Economie, Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie Verwerking: Stad Genk, Dienst Beleidsplanning De statistieken over de vastgoedprijzen zijn

Nadere informatie