(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Bureau Wetenschap & Opleidingen. Lieke Vogelvang Maaike Kempes

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Bureau Wetenschap & Opleidingen. Lieke Vogelvang Maaike Kempes"

Transcriptie

1 (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht Lieke Vogelvang Maaike Kempes Bureau Wetenschap & Opleidingen Uitgave van Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

2 Samenvatting Inleiding Adolescenten 1 blijken verantwoordelijk voor een onevenredig groot aandeel van de criminaliteit in Nederland. Bovendien verschillen de risicofactoren op crimineel gedrag in deze levensfase van risicofactoren in andere levensfasen. Ook buiten de criminologie staat de transitie naar volwassenheid volop in de belangstelling. Waar eerder mensen met hun 18 e verjaardag volwassen werden beschouwd, wordt nu gesproken over een emerging adulthood of jongvolwassene fase. Neurobiologisch onderzoek laat zien dat de rijping van de hersenen in veel gevallen nog doorloopt tot na het 18 e jaar. Traditionele mijlpalen van volwassenheid worden op een steeds latere leeftijd behaald en jongvolwassenen ervaren de fase tussen de 18 en 23 jaar zelf ook als een aparte levensfase. Binnen de wetenschap en de politiek is daarom de laatste jaren gediscussieerd om adolescenten ook binnen het strafrecht anders te behandelen dan volwassenen. Het kabinet heeft besloten per 1 april 2014 een aantal wetswijzigingen door te voeren die betrekking hebben op de leeftijdsgroep tussen de 16 en 23 jaar. Deze wetswijziging staat bekend als het adolescentenstrafrecht. Een van de wijzigingen houdt in dat de grens voor toepassing van het jeugdstrafrecht bij meerderjarigen op grond van hun ontwikkelingsleeftijd wordt verhoogd van 21 naar 23 jaar. Uitgangspunt blijft echter dat jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar oud volgens het volwassenen strafrecht worden berecht. Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht kunnen in strafzaken advies inwinnen over het functioneren en de ontwikkelingsleeftijd van de verdachte bij de reclassering en/of bij het NIFP. Het NIFP wordt gevraagd te rapporteren bij verdachten waarvan het delict ernstig is en waarbij (een vermoeden van) psychopathologie en/of een ontwikkelingsachterstand is. Afwijkingen van de reguliere vorm van strafrecht zullen waarschijnlijk vooral worden overwogen bij verdachten in dergelijke zaken. Om NIFP medewerkers en pro Justitia rapporteurs handvatten te geven bij het geven hun advies over het toepassen van het jeugdstrafrecht bij jarigen, is een onderzoek uitgevoerd om een wegingslijst te ontwikkelen. Methode Er is een literatuurstudie uitgevoerd naar mogelijke criteria om een onderscheid te maken tussen jongvolwassenen die onder het volwassenenstrafrecht berecht kunnen worden en jongvolwassenen die thuishoren in het jeugdstrafrecht. Daarnaast is onderzoek gedaan door middel van de concept mapping methode. Dit is een wetenschappelijke consensusmethode waarbij gebruik gemaakt wordt van expertise van professionals uit het werkveld. In totaal zijn 21 professionals, 1 In navolging van de memorie van toelichting behorende bij het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht wordt onder adolescenten jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 23 jaar verstaan (Kamerstukken, II 2012/2013, , nr 3, p. 1). 1

3 bestaande uit psychologen en psychiaters van het NIFP, rechters, het OM, de (jeugd)reclassering, Raad voor de Kinderbescherming en behandelaren forensische psychiatrie gevraagd naar indicatiecriteria en contra-indicaties voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij jarigen. De concrete uitspraken die uit de brainstormfase kwamen, zijn vervolgens geprioriteerd door 74 professionals. Dit waren 11 Pro Justitia rapporteurs, 6 NIFP consulenten 2, 10 rechters, 9 officieren van justitie, 4 strafrechtadvocaten, 10 reclasseringsmedewerkers, 8 gedragsdeskundigen Raad voor de Kinderbescherming, 8 gedragsdeskundigen Justitiële Jeugdinrichting (JJI)/ Penitiaire Inrichting (PI) en 8 behandelaren in de forensische psychiatrie. Deelnemers aan de prioriteringsfase van het onderzoek hebben alle uitspraken gewaardeerd met een cijfer tussen de 1 en de 5. Daarna hebben zij de uitspraken geclusterd in voor hun relevante clusters. Over de resultaten zijn statistische analyses uitgevoerd. In eerste instantie is bepaald welke indicatiecriteria en contra-indicaties de professionals gemiddeld genomen belangrijk vonden. Op basis van deze gemiddelde scores zijn uitspraken verwijderd die de deelnemers aan het onderzoek minder relevant achten bij een advies over het toepassen van het jeugdstrafrecht. Vervolgens is via een hiërarchische clusteranalyse een clustering van de overgebleven uitspraken tot stand gekomen. Resultaten Uit de literatuurstudie blijkt dat er veel is geschreven over wat adolescenten als groep doet afwijken van volwassenen. Echter er zijn op individueel niveau nauwelijks criteria te vinden waarom sommige jongeren onder het volwassenen strafrecht zouden moeten worden veroordeeld en andere onder het jeugdstrafrecht. De belangrijkste bevindingen uit de interviews in de conceptmapping is dat professionals geneigd zijn om in abstracte concepten te spreken en concrete uitspraken die hieraan aan ten grondslag liggen onbenoemd laten. Tevens bleken de professionals deze abstracte concepten vanuit het perspectief van de eigen discipline te definiëren. Deze definities komen n iet met elkaar overeen. Uiteindelijk bleef een lijst over van 25 concrete uitspraken voor het toepassen van het jeugdstrafrecht en 27 contra-indicaties. Deze uitspraken werden geprioriteerd. Dit leverde 2 clusters op met 11 indicatiecriteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht en 4 clusters met 15 contra-indicaties. De clusters voor het toepassen van het jeugdstrafrecht zijn Handelingsvaardigheden en Pedagogische beïnvloeding. De clusters met contra-indicaties zijn Justitiële voorgeschiedenis, Psychopathische trekken, Criminele levensstijl en Pedagogische onmogelijkheden. De uiteindelijke clusters met uitspraken zijn gebaseerd op de informatie van alle deelnemers, maar er zijn ook analyses uitgevoerd per beroepsgroep. Hieruit blijkt dat de beroepsgroepen enigszins van elkaar afwijken in hun beoordeling over welke uitspraken van belang zijn. Ook in de clustering laten de beroepsgroepen een andere voorkeur zien. Opvallend is dat er meer verschillen zijn tussen de 2 Psychiaters en psychologen van het NIFP die voorgeleidings- en/of trajectconsulten doen 2

4 beroepsgroepen over de contra-indicaties dan over de indicatiecriteria. De beroepsgroepen lijken op basis van hun prioritering niet op elkaar. Conclusie Er is voor gekozen om alle deelnemers mee te nemen bij de uiteindelijke clustering en prioritering omdat er geen opvallende patronen zichtbaar waren in de antwoorden per beroepsgroep en er op basis van de inhoud van de uitspraken geen reden toe was om hiervan af te wijken. Op basis van deze gegevens is in de laatste fase van het onderzoek een wegingslijst ontwikkeld. De wegingslijst heeft tot doel dat er gestructureerd indicaties en contra-indicaties nagegaan kunnen worden. Tevens draagt het bij aan het inzichtelijk maken en onderbouwen van de overwegingen. Tot slot is er een betere afstemming mogelijk tussen de verschillende beroepsgroepen doordat de wegingslijst op een concreet niveau is geformuleerd. De implementatie van de wegingslijst zal verder worden onderzocht in Mogelijk worden er het komende jaar nog kleine aanpassingen aan de wegingslijst gemaakt. 3

5 Inhoudsopgave Samenvatting p. 1 Inhoudsopgave p. 4 Inleiding Jongvolwassenen: een aparte groep? Adolescentenstrafrecht Positie NIFP Doel onderzoek Van Montfoort criteria en pilots Opbouw onderzoeksverslag Methode Concept mapping Fase 1: Onderzoek voorbereiden Fase 2: Brainstormfase Fase 3: Prioriteringsfase Fase 4: Statische analyse Fase 5: Interpreteren maps Fase 6: Implementatie Resultaten Verzamelen van uitspraken Analyses Analyses per beroepsgroep Wegingslijst Discussie Voordelen huidige onderzoeksmethode Beperkingen Toekomstig onderzoek p. 5 p. 11 p. 20 p. 37 Literatuurlijst p. 41 Bijlage 1 De wegingslijst p. 45 Bijlage 2 Begeleidingscommissie onderzoek p. 52 4

6 Inleiding Adolescenten 3 blijken verantwoordelijk voor een onevenredig groot aantal delicten in Nederland. In 2007 was ruim een kwart van alle aangehouden verdachten tussen de 16 en 22 jaar oud (Eggen, & Goudriaan, 2010). Van der Laan, van der Laan, Hoeve, Blom en Lamet (2012) concluderen dat er zowel relatief als absoluut door het OM en de rechtbank meer strafzaken worden afgedaan tegen jongvolwassenen dan tegen andere leeftijdsgroepen. Adolescenten vertonen vaak leeftijdsspecifiek risicogedrag doordat hun neurobiologische en psychologische ontwikkeling nog niet is voltooid. Om jongvolwassene in deze leeftijdscategorie goed bij te sturen en daarmee de kans op recidive te verminderen, is het belangrijk dat rekening wordt gehouden met hun ontwikkelingsleeftijd. Om deze redenen heeft het kabinet besloten per 1 april 2014 een aantal wetswijzigingen door te voeren die betrekking hebben op de leeftijdsgroep tussen de 16 en 23 jaar. Deze wetswijziging staat bekend als het adolescentenstrafrecht en zal in dit rapport ook zo genoemd worden. Een van de wijzigingen houdt onder andere in dat de grens voor toepassing van het jeugdstrafrecht bij meerderjarigen wordt verhoogd van 21 naar 23 jaar. Uitgangspunt blijft echter dat jongvolwassenen tussen de 18 en 23 jaar oud volgens het volwassenen strafrecht worden berecht. Het NIFP wordt gevraagd te rapporteren bij verdachten waarvan het delict ernstig is en waarbij (een vermoeden van) psychopathologie en/of een ontwikkelingsachterstand is. Afwijkingen van de reguliere vorm van strafrecht zullen waarschijnlijk vooral worden overwogen bij verdachten in dergelijke zaken. De verwachting is dan ook dat het NIFP geregeld geraadpleegd zal worden. Het is daarom belangrijk dat de NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs indicatiecriteria hebben die ze kunnen gebruiken in hun advies om het adolescentenstrafrecht al dan niet te overwegen. Eerder heeft Bureau van Montfoort criteria ontwikkeld (van de Braak, de Jong, Rutten, & Vogelvang, 2012) voor de afweging door de reclassering. Uit een pilot onderzoek bleek dat deze criteria moesten worden aangescherpt en niet goed bruikbaar waren voor NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs. In dit onderzoek, gefinancierd door het Ministerie van Veiligheid en Justitie, worden indicatiecriteria ontwikkeld om te bepalen of en wanneer het jeugdstrafrecht van toepassing is voor jongvolwassenen (18-23 jarigen). In het adolescentenstrafrecht blijft de mogelijkheid bestaan om 16 en 17 jarigen te veroordelen onder het volwassenen strafrecht. Echter omdat dit niet veel gebeurd en het jeugdstrafrecht in principe op deze groep van toepassing is, hebben wij alleen onderzoek gedaan naar toepassing van het jeugdstrafrecht bij jarigen. 3 In navolging van de memorie van toelichting behorende bij het wetsvoorstel adolescentenstrafrecht wordt onder adolescenten jeugdigen en jongvolwassenen in de leeftijd van 15 tot 23 jaar verstaan (Kamerstukken, II 2012/2013, , nr 3, p. 1). 5

7 Jongvolwassenen: een aparte groep Uit wetenschappelijke hoek wordt een harde scheidslijn tussen de adolescentie en volwassenheid steeds meer bekritiseerd. Ten eerste toont neurobiologisch onderzoek aan dat rijping van de hersenen in ieder geval niet bij alle jongeren is voltooid als ze 18 jaar oud zijn geworden. Vaak wordt gesproken over een hersenrijping die in sommige gevallen doorgaat tot het vijfentwintigste levensjaar, waarbij de prefrontale cortex als laatste uitgerijpt is (o.a. Gur, 2005; Crone, 2008). Deze structuur is onder andere van belang bij het plannen van gedrag en impulsbeheersing. Dit zijn functies waar veel delinquenten problemen mee hebben. Ten tweede is bekend dat bij veel jongeren die (herhaaldelijk) in aanraking komen met het jeugdstrafrecht, sprake is van een ontwikkelingsachterstand en/of psychopathologie (Weijers, 2011). Ten derde, hebben de laatste decennia grote maatschappelijke veranderingen plaatsgevonden. Hierdoor is de rol van jongvolwassenen in de samenleving veranderd. Zo beginnen jongvolwassenen later met werken, trouwen ze op latere leeftijd en krijgen ze later kinderen (Arnett, 2004). Dit zijn traditionele markers van volwassenheid. Uit zelfrapportage blijkt tevens dat de meeste jongvolwassenen weliswaar het gevoel hebben dat ze geen adolescent meer zijn maar ook nog niet het gevoel hebben volwassenheid te hebben bereikt (Arnett, 2000). Deze jongvolwassenen merken op dat ze op sommige gebieden al wel volwassen zijn en op anderen nog niet (Arnett, 2001). Om deze reden stelt Arnett de term Emerging adulthood voor. In het Nederlands wordt dit geregeld vertaald als jongvolwassenen. Ook binnen de criminologie staat deze leeftijdsgroep in de aandacht. Moffit (1993) maakt in haar onderzoek onderscheidt tussen life-course persistent en adolescence limited offenders. Het zou bij deze twee groepen om verschillende criminologische levenspaden waarbij de conclusie wordt getrokken dat de twee groepen ook anders moeten worden aangepakt. Tot slot veronderstellen Loeber, Slot en Stouthamer-Loeber (2008) dat risicofactoren verschillen per ontwikkelingsfase. Zij stellen dat deze risicofactoren op het vertonen van crimineel gedrag deels verschillen voor adolescenten en jongvolwassenen. Adolescentenstrafrecht Om bovenstaande redenen is geregeld de discussie opgelaaid of adolescenten ook in strafrechtelijk opzicht niet anders moeten worden behandeld dan volwassenen. Een wetenschapper als Dorelijers (Dorelijers, 2009; Dorelijers & Fokkens, 2010) is grote voorstander van een apart adolescentenstrafrecht. Door hem wordt gepleit voor een losstaand adolescentenstrafrecht met eigen maatregelen en straffen. Ook in de politiek is de discussie over de plaats van adolescenten in het strafrecht geregeld gevoerd. In de jaren 50 adviseerde de commissie-overwater (1951) om, als er redenen gevonden worden in de persoonlijkheid van de dader, het minderjarigenstrafrecht toe te 6

8 kunnen passen bij 18-plussers. Deze aanbeveling is overgenomen voor jongvolwassenen tussen de 18- en 21 jaar oud. De commissie-wiarda (1971) heeft aangestuurd op een apart adolescentenstrafrecht. Zij stelde voor vooral gebruik te maken van sancties uit het jeugdstrafrecht. Vanwege het verlagen van de burgerlijke meerderjarigheidsgrens van 21 naar 18 jaar oud, werd de commissie-anneveldt in 1979 aangesteld om het jeugdstrafrecht te herzien. De commissie stelde voor om het materiële jeugdgsanctierecht uit te breiden naar jongvolwassenen tot 24 jaar (Commisie-Anneveldt, 1982). Indien er redenen zijn in de persoonlijkheid van de dader of de ernst van het strafbare feit, kan als uitzondering ook het meerderjarigenstrafrecht worden toegepast op jarigen. Als reden hiervoor noemde de commissie dat volwassen worden een geleidelijk proces is. Tevens meldde zij dat het bij jongvolwassenen veelal om delict gedrag te gaan dat zich beperkt tot de adolescentiefase. Toen in 1995 het jeugdstrafrecht werd herzien, werden de meeste adviezen overgenomen, behalve het toepassen van sancties uit het jeugdstrafrecht bij 18 tot 24 jarigen. Inhoudelijk gezien was het toenmalige kabinet het er mee eens dat adolescenten een aparte groep vormen. Echter, vanwege praktische en economische redenen en de druk die de jongvolwassenen op het bestaande systeem zouden leggen, is hiervan afgezien. Tevens was het kabinet van mening dat het ook mogelijk zou zijn om jongvolwassenen anders te benaderen binnen het commune strafrecht (Kamerstuk II, ). In het najaar van 2010 kondigde Rutte I aan een adolescentenstrafrecht in te willen voeren voor adolescenten tussen de 15 en 23 jaar. De wetgever heeft er voor gekozen om geen apart adolescentenstrafrecht in te voeren, maar om flexibeler om te gaan met de bestaande leeftijdsgrenzen. Zo blijft de mogelijkheid onder artikel 77b bestaan om 16- en 17-jarigen te veroordelen onder het volwassenen strafrecht als de ernst van het feit, de omstandigheden van het delict of de persoonlijkheid van de dader hierom vragen. Tevens wordt de leeftijd in artikel 77c verhoogd van 21 jaar tot 23 jaar. Dit betekent dat jongvolwassen tussen de 18 en 23 jaar in sommige gevallen onder het jeugdstrafrecht kunnen worden veroordeeld. Hierdoor ontstaat de vraag op welke 18 tot 23 jarigen het jeugdstrafrecht zou moeten worden toegepast. Positie NIFP Het openbaar ministerie en de rechterlijke macht heeft een juridische achtergrond en moet, wanneer sprake is van ontwikkelingsachterstanden of problemen met de geestesvermogens (deels) afgaan op de expertise van gedragsdeskundigen. Aangezien de redenen voor het toepassen van het jeugdstrafrecht bij jongvolwassenen liggen in de ontwikkeling van de verdachte, is gedragsdeskundige advisering over de ontwikkeling en ontwikkelingsleeftijd van de verdachte in deze zaken erg belangrijk. Wanneer er sprake is van aanwijzingen van psychopathologie, wordt dit gedaan 7

9 door het NIFP in de vorm van een consultatie of door Pro Justitia rapporteurs in de vorm van een Pro Justitia rapportage. In figuur 1 wordt de strafrechtketen van jarigen beschreven. Hierin is te vinden hoe en op welke momenten advisering aan het openbaar ministerie en de rechterlijke macht geregeld is. Figuur 1. Strafrechtketen jarigen Na verhoor door de politie, maakt het Openbaar ministerie een eerste beoordeling. Als het delict ernstig genoeg is, wordt de verdachte besproken in het ketenoverleg en wordt een eerste afweging jeugd- of volwassenen strafrecht gemaakt. Vervolgens bepaalt de Rechter commissaris of voorlopige hechtenis noodzakelijk is. De reclassering kan in deze fase adviseren. Echter, als er sprake is van aanwijzingen van psychopathologie, is er een gedragsdeskundig oordeel nodig. Dit kan plaatsvinden in de vorm van een voorgeleidings- of trajectconsult van het NIFP waarbij de vraag aan de orde komt of een jongvolwassene in een justitiële jeugdinrichting (JJI) of een penitentiaire inrichting (PI) in voorlopige hechtenis geplaatst moet worden. Het openbaar ministerie wil dit in een zo vroeg mogelijk stadium weten zodat eventuele latere verplaatsingen van jongvolwassenen kunnen worden voorkomen. Een tweede moment waarop het openbaar ministerie advies kan inwinnen is voor een zitting. Is er geen sprake van psychopathologie, dan volstaat advisering door de reclassering. Is er aanvullend gedragsdeskundig onderzoek nodig, dan kan het NIFP daarover adviseren. In het trajectconsult wordt geadviseerd over de Pro Justitia rapportage. Samenvattend zijn er twee momenten in de strafrechtketen waarop advies kan worden ingewonnen: voor een beoordeling over de voorlopige hechtenis en voor een zitting. Bij deze adviezen zal ook de vraag gesteld worden of het jeugdstrafrecht van toepassing is bij jarigen. 8

10 Doel onderzoek Professionals hebben handvatten nodig om de rechterlijke macht op deze momenten te kunnen adviseren over het toepassen van jeugdstrafrecht bij jarigen. Er bestonden nog geen helder omschreven criteria die gedragsdeskundigen kunnen gebruiken. De kennis over ontwikkeling van jongvolwassenen neemt snel toe. Doordat het veel NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs die zullen rapporteren over de jongvolwassenen, in het volwassenen werkveld werken, zal kennis over ontwikkeling van jongvolwassenen mogelijk ontbreken. Dat goede voorlichting over ontwikkeling van de jongvolwassenen wel van groot belang is, blijkt uit het feit dat de invloed van voorlichting en advisering door experts aan de rechterlijke macht groot is. Rechter R. v.d. Water vertelde op het Medilex congres adolescentenstrafrecht van 19 juni 2013 dat de pedagogische en psychologische deskundigheid onder rechters (en het openbaar ministerie) minimaal is. Daaruit volgt logischerwijs dat goede voorlichting over deze onderwerpen belangrijk is. Means, Heller en Janofsky (2012) concluderen dat de beslissing die Amerikaanse rechters nemen over het toepassen van commune of jeugdstrafrecht, het meeste wordt beïnvloedt door de mening van de forensische beoordelaar. In Nederland stelt Duits (2006) vast dat de rechtbank in het merendeel van de onderzochte jeugdstrafrechtzaken het advies van Pro Justitia rapporteurs overneemt. Het is daarom van groot belang dat de adviezen over het toepassen van het adolescentenstrafrecht gedegen en op wetenschappelijke gronden tot stand komen. Dit bevordert de rechtsgelijkheid en maakt het niet afhankelijk van de mening van individuele gedragsdeskundigen. Van Montfoort criteria en pilots In 2012 heeft Bureau van Montfoort in opdracht van de drie reclasseringsorganisaties (3RO) criteria ontwikkeld die de reclassering kan gebruiken bij het adviseren over het adolescentenstrafrecht. In eerste instantie was een triagemodel ontwikkeld met een zestal criteria voor de keuze tussen het volwassenen strafrecht en het jeugdstrafrecht. Ook was een triagemodel voor de keuze tussen jeugdreclassering en volwassenen reclassering ontwikkeld, welke bestond uit een viertal criteria (van den Braak, de Jong, Rutten, & Vogelvang, 2012). Met behulp van de indicatiecriteria hebben tussen september 2012 en mei 2013 twee pilots gedraaid: één in Groningen en één in Almelo. In de pilotregio s werden adolescenten waarbij werd overwogen af te wijken van het reguliere strafrecht onderzocht door een cross-over duo, bestaande uit een medewerker van een van de drie reclasseringsorganisaties en een medewerker van de Raad voor de Kinderbescherming. Eén van de conclusies uit de pilots betrof dat de Van Montfoort criteria aanscherping behoeven (Buysse, Hilhorst, Abraham, & Loef, 2013) en als zodanig niet bruikbaar waren voor het NIFP. 9

11 Probleemstelling Om NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs een denkkader te bieden bij het adviseren over het toepassen van het jeugdstrafrecht bij jarigen zijn in het huidige onderzoek indicatiecriteria ontwikkeld. Deze criteria zijn verwerkt in een wegingslijst adolescentenstrafrecht. Deze wegingslijst zal voor NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs een denkkader bieden waarbinnen een advies over eventuele toepassing van het jeugdstrafrecht meer gestructureerd kan worden afgewogen en beter kan worden onderbouwd. Dit zal de deskundigheid, en daaruit voortvloeiend de kwaliteit van de Pro Justitia rapportages en consulten ten goede komen. Het gestructureerd nagaan van indicaties en contra-indicaties bij een overweging advies toepassen jeugdstrafrecht, voorkomt bovendien mogelijke tunnelvisie van de professional. Daarnaast zal het NIFP met Bureau van Montfoort samenwerken om de criteria op elkaar te laten aansluiten. Aan de hand daarvan wordt een nieuw afwegingskader voor de reclassering door Bureau van Montfoort ontwikkeld dat in januari 2014 wordt getoetst in twee werkplaatsen. De richtlijnen kunnen na de evaluatie verder worden aangescherpt. 10

12 Methode Procedure concept mapping In dit onderzoek is gebruik gemaakt van concept mapping (Trochim, 1989). Dit is een consensusmethode waarbij een diffuus begrip kan worden omschreven en inzichtelijk kan worden uitgewerkt op een gestandaardiseerde manier. De concept mapping methode maakte het mogelijk om op een objectieve manier vast te kunnen stellen wat verschillende belanghebbende partijen als groep de meeste bepalende criteria achten voor de vraag of een jongvolwassene volgens het volwassen of jeugdstrafrecht moet worden berecht. De expertise van de diverse beroepsgroepen die werkzaam (gaan) zijn binnen het adolescentenstrafrecht zijn meegenomen. Er wordt daarbij vanuit gegaan dat professionals dit goed kunnen inschatten. Als er echter sprake is van een kokervisie bij de professionals, zullen niet alle mogelijke uitspraken worden genoemd in interviews met professionals. Vandaar dat aanvullend een literatuur onderzoek is gedaan. Er wordt geen gebruik gemaakt van een theoretisch kader. Gezien de grootte van de onderzoeksgroepen, is de verwachting dat hele afwijkende meningen uitmiddelen. De concept mapping methode bestond uit zes fasen: - Onderzoek voorbereiden: vaststellen van de focus - Brainstormfase door middel van interviews, telefonische interviews en literatuuronderzoek - Prioriteringsfase: prioriteren en clusteren van uitspraken - Statistische analyse: gemiddelden en hiërarchische factoranalyse - Interpreteren maps - Implementatie: het ontwikkelen van een wegingslijst Hieronder staat per fase welke stappen er zijn genomen binnen dit onderzoek. Fase 1: Onderzoek voorbereiden Bepalen focus In de eerste fase van concept mapping werd de focus van het onderzoek bepaald. Er zijn focuszinnen vastgesteld, er is een planning en er een taakverdeling gemaakt. Focuszinnen Bij concept mapping wordt gebruik gemaakt van focuszinnen. Focuszinnen kunnen gezien worden als de onderzoeksvragen van de concept mapping methode. In dit onderzoek zijn twee focuszinnen gebruikt: 11

13 1. De meest bepalende indicatiecriteria om te adviseren over het toepassen van het jeugdstrafrecht bij jarigen zijn? 2. De meest bepalende indicatiecriteria om te adviseren over het toepassen van het volwassen strafrecht bij jarigen zijn? Er is gekozen om gebruik te maken van twee focuszinnen omdat de verwachting was dat er indicaties zijn om het jeugdstrafrecht toe te passen maar ook contra-indicaties om het jeugdstrafrecht juist niet toe te passen. De verwachting was dat die contra-indicaties alleen achterhaald kunnen worden door de tweede focusvraag te stellen. Overigens werd bij de tweede focuszin wel altijd opgemerkt dat het gaat om het achterhalen van contra-indicaties aangezien het volwassenen strafrecht standaard gehanteerd wordt. Overwogen is om een vraag te stellen naar de ontwikkelingsleeftijd van de verdachte in plaats van naar het toepassen van het jeugd- of volwassenen strafrecht. Echter, de verwachting bestond dat veel belangrijke aspecten voor een afweging gemist zouden worden. Immers, een keuze voor of tegen het jeugdstrafrecht, is breder dan een vraag naar de ontwikkelingsleeftijd. Bovendien is ontwikkelingsleeftijd een diffuus en niet-eenduidig begrip. Fase 2: Brainstormfase Het doel van de brainstormfase was om uitspraken te genereren die meewegen bij het geven van advies over het toepassen van het adolescentenstrafrecht. Deelnemers brainstormfase Er zijn zeven beroepsgroepen betrokken bij de brainstormfase die direct met het adolescentenstrafrecht te maken hebben of krijgen. In tabel 1 staan de beroepsgroepen, met het aantal deelnemers per beroepsgroep en de verdeling van de deelnemers over het jeugd- en volwassenenveld. Tabel 1. Deelnemers brainstormfase naar beroepsgroep en aandachtsgebieden jeugd of volwassenzaken Beroepsgroep Aantal Aandachtsgebied Jeugd Volw. Beide Psychologen NIFP Psychiaters NIFP Rechters Openbaar Ministerie Reclassering Raad voor de Kinderbescherming 3 3 n.v.t. n.v.t. Behandelaren Totaal

14 Er is gestreefd naar een gelijke verdeling over professionals die gespecialiseerd zijn in jeugdzaken en professionals die zich bezighouden met volwassenenzaken. Bovendien zijn zowel professionals betrokken die zich al eerder in het adolescentenstrafrecht hebben verdiept, door bijvoorbeeld deelname aan de pilots met de van Montfoort criteria, als professionals die zich nog niet hebben bezig gehouden met het adolescentenstrafrecht. Tot slot is er gestreefd naar een geografische spreiding, waarbij in de gaten is gehouden dat er professionals uit de Randstad, van buiten de Randstad en professionals die werkzaam zijn in een klein arrondissement, zijn betrokken. De deelnemers aan de werkgroep adolescentenstrafrecht (zie bijlage 2) hebben namen aangedragen van potentiele deelnemers aan de brainstormfase. Er is gevraagd om professionals die ruime ervaring hebben binnen het forensische veld en van wie de mening als representatief gezien kan worden van de beroepsgroep. Opzet brainstormfase De brainstormfase bestond uit drie onderdelen: 1. Ten eerste zijn er interviews gehouden met één professional uit elke beroepsgroep. De geïnterviewden werden gevraagd het interview voor te bereiden en kregen de focuszinnen toegestuurd. Tevens kregen zij de mededeling dat in het interview gezocht wordt naar eenduidige, duidelijke uitspraken die positief geformuleerd zijn. Er werden 4 voorbeelden meegestuurd. Uit deze interviews zijn eenduidige, duidelijke uitspraken gehaald die volgens de professionals meewegen in het advies adolescentenstrafrecht. Voordeel van de interviews is dat er doorgevraagd werd als antwoorden onduidelijk of niet specifiek waren. Op basis van de 7 interviews volgde een uitsprakenlijst met criteria voor het toepassen van het jeugdstrafrecht en een uitsprakenlijst met uitspraken voor het toepassen van het volwassenen strafrecht. 2. In de tweede stap van de brainstormfase werden de twee uitsprakenlijsten per naar 14 professionals gestuurd: 2 uit elke beroepsgroep. Hen werd gevraagd om de uitsprakenlijsten te controleren op duidelijkheid, accuratesse en volledigheid. Nadat de professional de lijst van commentaar had voorzien en geretourneerd, vond er een telefonische afspraak plaats om de open aanmerkingen na te lopen. Dit om te controleren of de onderzoeker de op- en aanmerkingen goed begreep. 3. Parallel aan de eerste twee onderdelen vond een literatuurstudie plaats om te zoeken naar aanvullende uitspraken. Er zijn diverse zoekstrategieën gebruikt tijdens de literatuurstudie. Op basis van de uitkomsten van eerdere zoekstrategieën en inhoud van de artikelen, zijn deze zoekstrategieën meerdere keren aangepast. Er is steeds op reviews vanaf het jaar 2000 gezocht in 13

15 PsychInfo. Dit is een database voornamelijk bestaande uit gedragsdeskundige artikelen. Er is zowel in internationale als nationale artikelen gezocht; met Nederlandse en Engelstalige zoektermen. Er is gezocht op de volgende onderwerpen: - Straf(recht) en leeftijd - Development en Crime en Age - Development en tasks en Adolescent of Juvenile delinquency - Transition into adulthood - Instrument Arnett over meten van jongvolwassenheid - Culpability en adolescents De volledige lijsten met uitspraken die zijn opgebouwd uit de interviews, de schriftelijke aanvullingen en de literatuurstudie, zijn besproken door de senior onderzoeker, hoofd bureau kwaliteit en junior onderzoeker. Alle dubbele, onduidelijke of ambigue uitspraken zijn geschrapt en/of aangepast. Na afloop bleven er twee uitsprakenlijsten over. De uitsprakenlijst jeugdstrafrecht bevatte 25 items; de uitsprakenlijst volwassenen strafrecht 27 uitspraken. Fase 3: Prioriteringsfase In de prioriteringsfase werden de uitspraken geprioriteerd die de brainstormfase heeft voortgebracht. Deelnemers prioriteringsfase Voor de prioriteringsfase zijn 9 beroepsgroepen geïdentificeerd die met het adolescentenstrafrecht te maken hebben of zullen krijgen. Er is gestreefd naar 10 deelnemers per beroepsgroep. In tabel 2 staan de beroepsgroepen, met het aantal deelnemers per beroepsgroep en de verdeling van de deelnemers over het jeugd- en volwassenenveld. Tabel 4. Deelnemers prioriteringsfase naar beroepsgroep en aandachtsgebieden jeugd of volwassenzaken Beroepsgroep Aantal Aandachtsgebied Jeugd Volw. Beide Rapporteurs Pro Justitia NIFP consulenten Rechters Openbaar Ministerie Strafrechtadvocaten Reclassering Raad voor de Kinderbescherming 8 8 n.v.t. n.v.t. Behandelcoördinatoren

16 JJI/psychologen PI Behandelaren forensische psychiatrie Totaal Net als bij de brainstormfase, is in de prioriteringsfase ook gelet op een spreiding over het jeugd- en volwassen werkveld, deelnemers aan de pilots in Almelo en Groningen en professionals zonder die ervaring en een geografische spreiding (zie deelnemers brainstormfase). Uit tabel 4 is af te lezen dat er meer deelnemers zijn die zich bezig houden met het jeugdveld dan het volwassenen werkveld. Professionals uit het volwassenen veld bleken zich minder bezig te houden met het aankomende adolescentenstrafrecht. De deelnemers aan de werkgroep adolescentenstrafrecht (zie bijlage 2) werd gevraagd om namen van potentiële deelnemers aan de prioriteringsfase. Tevens hebben benaderde professionals namen doorgegeven van te benaderen collega s. Bij de Raad voor de Kinderbescherming en de rechterlijke macht is de communicatie verlopen via respectievelijk het hoofdkantoor en de Raad voor de rechtspraak. Opzet prioriteringsfase De prioriteringsfase vond plaats in een vergaderzaal in Amsterdam Zuidoost, op locatie bij de softwareontwikkelaar van het computerprogramma Ariadne dat gebruikt wordt. Er waren maximaal 15 deelnemers per bijeenkomst. Deelnemers konden zich op basis van hun beschikbaarheid opgeven voor één van de zeven bijeenkomsten waardoor bij elke bijeenkomst deelnemers uit alle 9 beroepsgroepen vertegenwoordigd waren. Tijdens de prioriteringsfase werden deelnemers gevraagd individueel de uitspraken uit beide uitsprakenlijsten te waarderen en te clusteren via het computerprogramma Ariadne. Bij het waarderen van de uitspraken werd het belang van de individuele uitspraken aangegeven door deze te verdelen over 5 vakken. Een score 5 werd gegeven aan uitspraken die het meest belangrijk zijn voor het adviseren van het betreffende strafrecht. De minst belangrijke uitspraken kregen een waarde 1. In figuur 1 is een voorbeeld te vinden van het computerprogramma waarvan gebruik gemaakt werd tijdens het waarderen van de uitspraken. 15

17 Figuur 1. Voorbeeldscherm van het computerprogramma Ariadne dat werd gebruikt tijdens het waarderen van de uitspraken Bij het clusteren van de uitspraken hebben de deelnemers de uitspraken geclusterd op basis van hun inhoud. Er konden maximaal 10 clusters gemaakt worden. Tot slot moesten de deelnemers de clusters nog een naam geven op basis van hetgeen de items in een cluster volgens hen gemeenschappelijk hebben. In figuur 2 is een voorbeeld te vinden van het computerprogramma waarvan gebruik gemaakt is tijdens het clusteren van de uitspraken. Figuur 2. Voorbeeldscherm van het computerprogramma Ariadne dat werd gebruikt tijdens het clusteren van de uitspraken 16

18 Eerst werden de uitspraken die van belang zijn bij het adviseren over het toepassen van het jeugdstrafrecht geprioriteerd. Vervolgens werden de uitspraken die van belang zijn om het jeugdstrafrecht bij 18 23jarigen niet toe te passen, geprioriteerd. Deelnemers moesten opnieuw inloggen tussen de concept mapping voor jeugd- en volwassenstrafrecht, waardoor hen duidelijk was dat ze aan een nieuwe taak begonnen. Voorafgaand aan het prioriteren kregen deelnemers een korte inleiding in het adolescentenstrafrecht en het onderzoek en werd een korte uitleg gegeven over het gebruik van het computerprogramma. Tevens werd een korte uitleg op papier uitgedeeld. Gedurende de prioritering was de junior onderzoeker en een onderzoeksassistent (zie bijlage 2) aanwezig waardoor gedurende het onderzoek vragen gesteld konden worden. Fase 4: Statische analyse Prioritering items De statistische analyses werden uitgevoerd door het computerprogramma Ariadne over de uitspraken van alle deelnemers. Er is gekozen om alle beroepsgroepen die zich bezig gaan houden met het adolescentenstrafrecht te benaderen voor het onderzoek omdat het een multidisciplinair werkveld is waarbij de diverse invalshoeken elkaar complementeren. Als er voor gekozen zou zijn om alleen NIFP medewerkers en Pro Justitia rapporteurs mee te laten doen aan het onderzoek, was er een erg eenzijdig beeld ontstaan. Ook was het dan zeer de vraag geweest of de wegingslijst in de praktijk bruikbaar was geweest. Eerst zijn de gemiddelden en standaard deviatie bepaald over de waardering die de deelnemers hebben gegeven aan de individuele uitspraken. Niet alle uitspraken die zijn geprioriteerd, hebben de uiteindelijke wegingslijst gehaald. Er is gestreefd naar een hanteerbare lijst met een beperkt aantal uitspraken waarvan alle deelnemers vonden dat deze belangrijk waren. Besloten is om een cut-off score van 3 te hanteren aangezien een score 3 staat voor een score tussen minder belangrijk en belangrijk in. Aangezien deelnemers is gevraagd naar de meest belangrijke indicatiecriteria en om de uitspraken eerlijk te verdelen over de vijf groepen, wordt een gemiddelde score 3 belangrijk genoeg geacht om mee genomen te worden in de wegingslijst. Alle items die een gemiddelde score hebben lager dan 3, zullen niet worden meegenomen in verdere analyses. Immers, deze items werden door de deelnemers als minder belangrijk ervaren. Onderstaande analyses werden met de overgebleven items uitgevoerd. 17

19 Hiërarchische factoranalyse Het aantal keer dat items bij elkaar worden geclusterd, is omgebouwd tot een afstandenmatrix tussen de diverse items. Vervolgens is een correlatiematrix bepaald. Daarover is een singuliere waarden decompositie (SVD) berekend. De SVD vormt een matrix met een grote dimensionaliteit, om tot een matrix met een kleinere dimensionaliteit. Na de SVD is een hiërarchische factoranalyse uitgevoerd. De hiërarchische factoranalyse leverde eigenvectors op. Het aantal eigenvectors die mee werden genomen in het vaststellen van de clusters en onderliggende uitspraken, was gebaseerd op de verklaarde variantie en de eigenvalues. De verklaarde variantie geeft aan hoeveel van de totale variantie door de eigenvector verklaard wordt. Als een nieuwe eigenvector niet veel extra variantie verklaarde ten opzichte van de eerdere eigenvector, is hij niet meer meegenomen in de verdere analyses. Deze uitspraak voegde immers niets toe. Daarnaast werden eigenvectors met een lading kleiner dan 1 verwijderd. Bij het overwegen of uitspraken verwijderd dienden te worden, is tevens altijd een afweging gemaakt op basis van de inhoud van de uitspraken. Aan de hand van de lading van een uitspraak op de eigenvectors is bepaald welke uitspraken samen clusteren. Er is vastgehouden aan een factorlading tussen de 0.50 en 1 of tussen de en -1. Een factorlading van.50 betekent dat het item 25% van de factor waar het op laadt verklaard. Uitspraken die lager dan.50 of hoger dan -.50 op de eigenvector laadden zijn verwijderd uit de lijst voor verdere analyses. Zij dragen weinig bij aan de eigenvector. Ook hierbij zijn de overwegingen om uitspraken te verwijderen, mede gemaakt op basis van de inhoud van de uitspraken. Hierna werden de definitieve clusters met bijbehorende uitspraken vastgesteld. Dit werd visueel weergegeven in een cluster map. Fase 5: Interpreteren maps Nadat de clusters zijn vastgesteld, is een naam gegeven op basis van wat zij gemeenschappelijk hebben. Deze interpretatie is uitgevoerd door de senior onderzoeker, hoofd bureau kwaliteit (zie bijlage 2) en junior onderzoeker totdat er consensus bestond. De namen die de deelnemers hebben gegeven aan de door hun ontworpen clusters, dienden ter inspiratie. Fase 6: Implementatie In de implementatiefase zijn de clusters met bijbehorende uitspraken, omgezet in een wegingslijst. Het voorbeeld van de wegingslijst PIJ-maatregel (ten Berge, de Beurs, Duits, & van der Hoorn, 2009) vormde de basis van de huidige wegingslijst. Kleine wijzigingen in de vorm van de wegingslijst zijn ingevoerd op basis van het doel van deze lijst. De wegingslijst biedt een denkkader bij de advisering 18

20 en beslissing over eventuele toepassing van het adolescentenstrafrecht, om dit meer gestructureerd af te wegen, beter te onderbouwen en daarover beter te kunnen afstemmen. 19

21 Resultaten In dit hoofdstuk zijn de resultaten van het onderzoek te vinden. Begonnen wordt met de opvallende zaken tijdens het verzamelen van de uitspraken. Het gaat hier om de uitspraken die verzameld zijn ten behoeve van de volgende stappen in het onderzoek. Vervolgens zullen de analyses over deze uitspraken besproken worden. Hieruit volgt een clustering van de uitspraken. Om te onderzoeken hoeveel beroepsgroepen ten opzichte van elkaar afwijken in de prioritering en clustering van criteria zijn analyses per beroepsgroep uitgevoerd. Tot slot wordt de uiteindelijke wegingslijst genoemd. Deze is te vinden in bijlage 1. Verzamelen van uitspraken Tijdens het verzamelen van de uitspraken in de brainstormfase, waren er drie opvallende zaken: 1) het vrijwel ontbreken van criteria in vakliteratuur, 2) de neiging van professionals om in abstracte termen te spreken en 3) de verschillen in definities door de diverse beroepsgroepen. Literatuur Tijdens de literatuurstudie bleek dat er in de Nederlandse literatuur nauwelijks concrete criteria te vinden zijn waarom sommige jongvolwassenen volgens het volwassenen strafrecht zouden moeten worden veroordeeld en andere onder het jeugdstrafrecht. Zoals in de inleiding ook te vinden is, zijn er vele artikelen over de volgroeiing van het brein dat niet stopt bij 18 jaar, over veranderende maatschappelijke rollen voor adolescenten en het ontstaan van een aparte levensfase, de jongvolwassenheid. Ook wordt er geregeld gepubliceerd over het anders benaderen van jongvolwassenen in het strafrecht. Echter, het gaat steeds over jongvolwassenen als groep. Oftewel wat maakt alle jongvolwassenen anders dan volwassenen? Er is nauwelijks literatuur gevonden over hoe je binnen de groep jongvolwassenen kunt discrimineren tussen hen die nog onder het jeugdstrafrecht zouden moeten vallen en jongvolwassenen die volgens het volwassenen strafrecht veroordeeld kunnen worden. Alleen Bakker (2006) heeft voor de Nederlandse situatie een vijftal criteria opgesteld voor de rechtspraktijk die niet langer aanwezig moeten zijn bij minderjarigen, als het meerderjarigenstrafrecht toegepast wordt. Als een minderjarige niet beschikt over zelfstandig cognitief oordeelsvermogen; tijdens het delict duidelijk is beïnvloedt door anderen; de verdachte nog beïnvloedbaar is voor behandeling; het functioneren niet wijst op een behoorlijke mate van autonomie of de verwachting bestaat dat de verdachte aanzienlijke nadelige gevolgen zal ondervinden van de tenuitvoerlegging onder het volwassenen strafrecht, dan zou de voorkeur gegeven moeten worden aan het jeugdstrafrecht (Bakker, 2006, p. 195). Deze criteria zouden 20

22 mogelijk ook gebruikt kunnen worden om te bepalen wanneer het jeugdstrafrecht toegepast dient te worden bij meerderjarigen. In de internationale literatuur is hetzelfde beeld te zien: er is veel geschreven over de vraag wat adolescenten of jongvolwassenen als groep doet afwijken van volwassenen. Zo worden in de Verenigde Staten veel 16-jarigen onder het volwassenen strafrecht berecht en zijn wetenschappers als Steinberg (2009) van mening dat deze jongeren onder het jeugdstrafrecht veroordeeld zouden moeten worden. Ondanks dat de leeftijdsgrenzen van het toepassen van het jeugdstrafrecht in Nederland afwijken van de leeftijdsgrenzen van het jeugdstrafrecht in de Verenigde staten, is men daar ook bezig met de vraag wat iemand minder- of meerderjarig maakt en wanneer verdachten onder welk strafrecht dienen te vallen. Steinberg heeft dan ook geregeld over breinontwikkeling en toerekeningsvatbaarheid van adolescenten geregeld (Steinberg, 2003; Cauffman, & Steinberg., 2000). Echter, ook Steinberg discrimineert niet binnen de groep adolescenten. Zijn argumenten over verminderde toerekeningsvatbaarheid gelden voor alle adolescenten als groep. In de Verenigde Staten geeft Ash (2012) een eerste aanzet tot het formuleren van criteria die betrokken moeten worden bij het bepalen van de toerekeningsvatbaarheid van adolescenten. Dit zijn (Ash, 2012, p. 30): Inzien van fout gedrag Mogelijkheid om zich te houden aan de wet Ontwikkelingsverloop van agressiviteit en impulsiviteit Onvolwassenheid: IQ, psychosociale volwassenheid waaronder tijdsbesef, ontvankelijk voor beïnvloeding door leeftijdsgenoten, risicovol gedrag, mogelijkheid tot empathie Gedrag niet passend bij het karakter Omstandigheden van de omgeving Normen binnen de vriendengroep Incomplete persoonlijkheidsontwikkeling Psychologische aandoening Reactieve attitude van derden ten aanzien van delict gedrag van adolescenten Interviews Uit de interviews bleek direct het belang van eenduidige, duidelijke uitspraken op een concreet niveau. Als deelnemers gevraagd werd naar beide focuszinnen, werd in eerste instantie vaak gesproken in abstracte concepten, zoals leerbaarheid, kwetsbaarheid en een achterlopende sociaal emotionele ontwikkeling. Na doorvragen bleken daar een heleboel aspecten onder te vallen (zie figuur 1). 21

23 Figuur 1. Opbouw van abstracte begrippen naar eenduidige uitspraken Impulscontrole Achterlopende sociaal emotionele ontwikkeling Emotieregulatie Moeite om kritiek te accepteren Sociale omgang Moeite met het omgaan van autoriteit/gezag Is gericht op waardering anderen Beïnvloedbaarheid Is meeloper in groepsdelict Kan geen nee zeggen Ten tweede bleek dat de diverse professionals wel allemaal dezelfde soort abstracte begrippen gebruiken als wordt gesproken wat van belang is bij het adviseren over het adolescentenstrafrecht. Echter, deze begrippen vulden zij net allemaal anders in, vanuit het kader dat hun discipline biedt (zie figuur 2). Figuur 2. Invulling diverse professionals van het begrip verharding Verharding kan worden afgelezen aan de justitiële documentatie en aan een negatieve proceshouding. Als een jongere ontkent of zich beroept op het zwijgrecht, terwijl er ernstige bezwaren zijn, lijkt de verdachte ongemotiveerd iets te willen veranderen aan zijn gedrag. Rechter Een jongere die verhard is raakt het niet meer dat hij vastzit. Hij wil niet veranderen en vindt dat zijn gedrag meer oplevert dan dat het kost. Dit zijn jongeren die ongevoelig zijn voor een pedagogische aanpak. Behandeldirecteur JJI Een volledig gebrek in empathie is een indicatie voor verharding. Het gaat dan om gevestigd gedrag, dat niet het gevolg is van pedagogische tekorten. Psychiater In het voorbeeld dat in figuur 2 wordt gegeven, lijken de drie professionals wel ongeveer hetzelfde te bedoelen met het begrip verharding. Echter, ze hanteerden toch andere definities en gaven een andere prioritering aan diverse aspecten die onder het begrip vallen. Om te zorgen dat alle 22

24 professionals die zich bezig houden met het adolescentenstrafrecht elkaar begrijpen, is het belangrijk dat de diverse uitspraken eenduidig te begrijpen zijn door iedereen die ermee werkt. De (professionele) achtergrond zouden niet moeten uitmaken. In de interviews is rekening gehouden met deze twee aspecten door goed door te vragen. Dit leverde de volgende uitsprakenlijsten op. In tabel 1 is de uitsprakenlijst te vinden met uitspraken die uiteindelijk zijn uitgekozen om mee te wegen bij het advies om het jeugdstrafrecht toe te passen. Tabel 2 bevat de uitspraken die meewegen om het jeugdstrafrecht juist niet toe te passen. Tabel 1. Uitsprakenlijst jeugdstrafrecht Uitsprakenlijst jeugdstrafrecht 1. Stemming wisselt snel 2. Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag 3. Heeft groepsgericht leefklimaat nodig 4. Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk 5. Handelt zonder nadenken 6. Het ten laste gelegde was een impulsieve daad 7. Denkt niet na over ernst delict 8. Gezinsgerichte hulpverlening is nodig 9. Toont geen berouw 10. Houdt geen rekening met anderen 11. Toont weinig zelfreflectie 12. Kan risico s eigen handelen nauwelijks inschatten 13. Legt schuld buiten zichzelf 14. Opvoedkundige aanpak is mogelijk 15. Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren 16. Heeft hulp nodig om afspraken na te komen 17. Kan geen nee zeggen 18. Neemt actief deel aan gezin van herkomst 19. Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd 20. Is gericht op waardering van anderen 21. Continuering scholing noodzakelijk 22. Functioneert op verstandelijk beperkt niveau 23. Is een first offender 24. Is meeloper in een groepsdelict 25. Kan niet omgaan met frustratie Tabel 2. Uitsprakenlijst volwassenen strafrecht Uitsprakenlijst volwassenen strafrecht 1. Heeft jarenlange justitiële voorgeschiedenis 2. Stelt eigen belang boven dat van anderen 3. Heeft eerdere justitiële sancties laten mislukken 4. Toont geen berouw 5. Is leider bij een groepsdelict 6. Kiest voor het plegen van delict(en) 7. Heeft psychopathische trekken 8. Houdt criminele activiteiten verborgen voor omgeving 9. Is ingebed in crimineel milieu 23

25 10. Pedagogische aanpak is niet mogelijk 11. Is niet onder de indruk van justitiële autoriteiten 12. Overziet lange termijn gevolgen eigen handelen 13. Pronkt met criminele activiteiten 14. Woont zelfstandig 15. Heeft eerder PIJ-maatregel gehad 16. Er is een toename in ernst van delicten 17. Is ongeschikt voor groepsgericht leefklimaat 18. Langdurige beveiliging maatschappij is noodzakelijk 19. Trekt zich niets aan van ouders 20. Heeft een (langdurige) relatie 21. Zorgt voor gezin 22. Heeft betaald werk 23. Gebruikt anderen voor eigen doeleinden 24. Neemt geen verantwoordelijkheid voor eigen gedrag 25. Heeft antisociale persoonlijkheidsproblematiek 26. Houdt geen rekening met slachtoffers 27. Zal andere jeugdige gedetineerden negatief beïnvloeden Analyses Niet alle uitspraken die in tabel 1 en 2 staan beschreven, hebben de uiteindelijke wegingslijst gehaald. Zoals verwacht bleek uit de prioriteringsfase dat de deelnemers vonden dat niet alle uitspraken die zijn verzameld even bepalend zijn in het discrimineren tussen het jeugd en volwassenen strafrecht. In eerste instantie is bekeken hoe bovenstaande uitspraken gewaardeerd zijn. Deelnemers gaven de individuele uitspraken een cijfer tussen de 1 en de 5, waarbij 1 stond voor onbelangrijk en 5 voor zeer belangrijk. De gemiddelde waarderingen en standaard deviatie van de uitspraken toepassen jeugdstrafrecht staan in tabel 3. De gemiddelde waarderingen en standaard deviatie van de uitspraken toepassen volwassenenstrafrecht staan in tabel 4. Tabel 3. Gemiddelde en standaard deviatie waarderingen uitspraken voor het toepassen van het jeugdstrafrecht. Uitspraken in het grijs hadden een gemiddelde score van lager dan 3 Item Namen items Gemiddelde SD 1 Opvoedkundige aanpak is noodzakelijk 4, , Functioneert op verstandelijk beperkt niveau 4, , Gezinsgerichte hulpverlening is noodzakelijk 4, , Kan risico's eigen handelen nauwelijks inschatten 4, , Kan eigen gedrag nauwelijks organiseren 4, , Opvoedkundige aanpak is mogelijk 4, , Continuering scholing noodzakelijk 3, , Heeft groepsgericht leefklimaat nodig 3, , Handelt zonder nadenken 3, , Oogt in contact jonger dan kalenderleeftijd 3, , Is meeloper in een groepsdelict 3, , Heeft hulp nodig om afspraken na te komen 3, ,

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes

(Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria adolescentenstrafrecht. Studiedag 18 april 2014. Lieke Vogelvang & Maaike Kempes (Jong)Volwassen? Gebruik indicatiecriteria Studiedag 18 april 2014 Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Lieke Vogelvang & Maaike Kempes Overzicht strafrechtketen 18-23 Wegingslijst

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Parketnummer Invulinstructies 1. Onder het kopje Info kunt u per uitspraak nagaan of er voldoende informatie

Nadere informatie

Wegingslijst adolescentenstrafrecht

Wegingslijst adolescentenstrafrecht Wegingslijst adolescentenstrafrecht Naam jongere Naam gebruiker Datum invullen Geboortedatum jongere Invulinstructies 1. Onder het kopje Info wordt per uitspraak nagegaan of er voldoende informatie aanwezig

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Deze factsheet heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

De uitvoering van het jeugdstrafrecht

De uitvoering van het jeugdstrafrecht Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet De uitvoering van het jeugdstrafrecht 1 De uitvoering van het jeugdstrafrecht 2 Inleiding Deze

Nadere informatie

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier

Samenvatting. Doel. Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum Cahier Samenvatting Op 1 april 2014 is het adolescentenstrafrecht (ASR) in werking getreden. Met het adolescentenstrafrecht beoogt de wetgever een flexibele toepassing van het jeugden volwassenenstrafrecht rond

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief De ambitie Wat er verandert Februari 2014 Ambitie Adolescenten 16 tot 23 jaar Gerichte aanpak: rekening houden met ontwikkelingsfase Effectieve aanpak biedt

Nadere informatie

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet

Stelselwijziging Jeugd. Factsheet. De uitvoering van het jeugdstrafrecht. Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Stelselwijziging Jeugd Factsheet De uitvoering van het jeugdstrafrecht Na inwerkingtreding van de Jeugdwet Inleiding Dit memo heeft betrekking op de uitvoering van het jeugdstrafrecht na de invoering

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht DJI Zien Nr. 3 - mei 2014 Informatief / Wetgeving Adolescentenstrafrecht Wesley is een 21-jarige jongen die wegens de handel in drugs voor de rechter moet verschijnen. Deze zit met Wesley in zijn maag.

Nadere informatie

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek

SAMENVATTING Inleiding Methode van onderzoek SAMENVATTING Inleiding De PIJ-maatregel is een jeugdstrafrechtelijke maatregel die kan worden opgelegd als voor het delict voorlopige hechtenis is toegestaan, indien de algemene veiligheid van personen

Nadere informatie

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens

Leidraad in de keten. Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) Contactgegevens Contactgegevens Heeft u na het lezen van deze Leidraad vragen of opmerkingen over het LIJ? U kunt dan contact opnemen met het projectteam LIJ via het telefoonnummer: 070 370 72 75. Mailen kan ook naar:

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen havo 2016-I

maatschappijwetenschappen havo 2016-I Opgave 3 Veranderingen in het jeugdstrafrecht: invoering van het adolescentenstrafrecht Bij deze opgave horen teksten 3 tot en met 5 en figuur 2 uit het bronnenboekje. Inleiding Op 1 april 2014 is het

Nadere informatie

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte

Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken. Informatie voor onderzochte Psychologische en psychiatrische rapportage in strafzaken Informatie voor onderzochte de rechter. ook zij bedoeld. i. Als in deze brochure wordt gesproken over hij wordt daarmee Terminologie: gaat maken.

Nadere informatie

INSTRUCTIES EN TOELICHTING BIJ WEGINGSKADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT 18- TOT 23-JARIGEN

INSTRUCTIES EN TOELICHTING BIJ WEGINGSKADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT 18- TOT 23-JARIGEN INSTRUCTIES EN TOELICHTING BIJ WEGINGSKADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT 18- TOT 23-JARIGEN Inleiding Vanaf 1 april 2014 treedt het adolescentenstrafrecht in werking. Hierdoor wordt het mogelijk om jongvolwassenen

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten

Mr Henk van Asselt. Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal. Strafrechtadvocaat. Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Mr Henk van Asselt Werkzaam op het advocatenkantoor te Roosendaal Strafrechtadvocaat Lid van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten Jeugdstrafrecht Leeftijdscategorieën Jeugdstrafrecht: - 12

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2013-I Opgave 1 Veranderende opvattingen in het jeugdstrafrecht tegen de achtergrond van veranderingen in criminaliteitscijfers onder jongeren Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met uit het bronnenboekje.

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Aanpak met perspectief Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Februari 2014 J-22221

Nadere informatie

Informatie voor betrokkenen

Informatie voor betrokkenen Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederla voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut vo Psychiatrie en Psychologie Nederlands Instituut voor Forensisc

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/53232 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Hill, J.M. Title: On the road to adulthood. Delinquency and desistance in Dutch

Nadere informatie

Kansen, aandachtspunten en prioriteiten voor de advocatuur, naar aanleiding van het werkcafé adolescentenstrafrecht

Kansen, aandachtspunten en prioriteiten voor de advocatuur, naar aanleiding van het werkcafé adolescentenstrafrecht Kansen, aandachtspunten en prioriteiten voor de advocatuur, naar aanleiding van het werkcafé adolescentenstrafrecht Een terugkoppeling aan de VNJA en de NVSA op basis van de uitkomsten van het Werkcafé

Nadere informatie

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers

Inhoud. 1 Inleiding 15 Ido Weijers Inhoud 1 Inleiding 15 2 Geschiedenis van het jeugdstrafrecht 19 2.1 Inleiding 19 2.2 Heropvoeding 21 2.3 Niet het delict maar de toekomst van het kind 24 2.4 Psychologisering van het criminele kind 29

Nadere informatie

Het adolescentenstrafrecht

Het adolescentenstrafrecht Het adolescentenstrafrecht Wetswijziging 1 april 2014, Prof mr E.M.Mijnarends, bijzonder hoogleraar jeugdstrafrecht Leiden, coordinerend jongeren officier MN Drie pijlers onder wet ASR 1. overgrote deel

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

BIJLAGEN. Kader Adolescentenstrafrecht 2014. Projectteam implementatie Adolescentenstrafrecht. Ministerie van Veiligheid en Justitie

BIJLAGEN. Kader Adolescentenstrafrecht 2014. Projectteam implementatie Adolescentenstrafrecht. Ministerie van Veiligheid en Justitie BIJLAGEN Kader Adolescentenstrafrecht 2014 Projectteam implementatie Adolescentenstrafrecht Ministerie van Veiligheid en Justitie Versie 2.0, 18-12-2014 Inhoud Bijlage 1: Thema Inpassen ASR in ZSM/Adviesproces...

Nadere informatie

Bruikbaarheid nogmaals belicht

Bruikbaarheid nogmaals belicht 04_hoofdstuk (57 t/m 70) 08-02-2006 16:27 Pagina 57 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS Bruikbaarheid nogmaals belicht 4 De rapportage pro Justitia van jongeren in de ogen van de rapporteurs

Nadere informatie

NIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek!

NIFP OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP. Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek! OPLEIDING RAPPORTEUR NIFP Verdiep en vergroot uw kennis van de forensische diagnostiek! Jaargang 2009-2010 NIFP NEDERLANDS INSTITUUT VOOR FORENSISCHE PSYCHIATRIE EN PSYCHOLOGIE Een forensisch psychiater

Nadere informatie

Samenvatting. De onderzoeksgroep

Samenvatting. De onderzoeksgroep Samenvatting In 2002 is door het WODC een onderzoek uitgevoerd naar de praktijk van de jeugdreclassering (Kruissink & Verwers, 2002). Dat onderzoek richtte zich op een steekproef uit de groep jongeren

Nadere informatie

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ?

Samenvatting. Vraagstelling. Welke ontwikkelingen zijn er in de omvang, aard en afdoening van jeugdcriminaliteit in de periode ? Samenvatting Het terugdringen van de jeugdcriminaliteit is een belangrijk thema van het beleid van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Met het beleidsprogramma Aanpak Jeugdcriminaliteit is de aanpak

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2013 2014 33 498 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag

Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op , Sociëteit De Witte, te Den Haag Toespraak DGPJS tgv installatie Erkenningscommissie Gedragsinterventies op 30-8-2005, Sociëteit De Witte, te Den Haag Dames en heren, De Minister zei het al: de recidivecijfers zijn zorgwekkend. Van de

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

ASR Thema aanbodpalet

ASR Thema aanbodpalet ASR Thema aanbodpalet Aanleiding Vanuit het Ministerie van Veiligheid en Justitie is een projectteam ingezet ten behoeve van de implementatie van het adolescentenstrafrecht. Het projectteam ASR V&J heeft

Nadere informatie

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet SAMENVATTING Achtergrond De laatste jaren is er een toenemende aandacht van de overheid voor de aanpak van kindermishandeling en partnergeweld. Het kabinet heeft in 2007 het actieplan Kinderen Veilig Thuis

Nadere informatie

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht

NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht NRGD Adviesbeoordelingsformulier 003 Forensische Psychiatrie, Psychologie en Orthopedagogiek, strafrecht Toetser 1: Toetser 2: Toetser 3: Datum schriftelijke toetsing: Strafrecht volwassenen psychiatrie

Nadere informatie

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Als uw kind in aanraking komt met de politie Als uw kind in aanraking komt met de politie Inhoud 3 > Als uw kind in aanraking komt met de politie 4 > De Raad voor de Kinderbescherming 6 > Het traject in jeugdstrafzaken 7 > Officier van justitie en

Nadere informatie

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht

Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Factsheet landelijke inkoopafspraken in het kader van het jeugdstrafrecht Met de Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor de jeugdreclassering en de jeugdhulp 1 bij de gemeenten te liggen. Jeugdreclassering

Nadere informatie

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Invoering van de meldcode in de jeugdzorg Inspectie Jeugdzorg Utrecht, april 2013 Samenvatting Eind december 2012 heeft de Inspectie Jeugdzorg via een digitale vragenlijst een inventariserend onderzoek

Nadere informatie

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding

WETGEVINGSADVIES. 1. Inleiding WETGEVINGSADVIES Datum 30 maart 2012 Contactpersoon J.M.A. Timmer Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met de invoering van een adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor jongeren Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor jongeren Je bent geplaatst op observatieafdeling De Ven van Teylingereind of je komt hier binnenkort naartoe. Deze informatie is bedoeld om je een idee

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht. Een onderzoeksprogramma

Adolescentenstrafrecht. Een onderzoeksprogramma Adolescentenstrafrecht. Een onderzoeksprogramma André van der Laan Evaluatorennetwerk Inzicht in Kwaliteit 8 Overzicht presentatie Achtergrond Adolescentenstrafrecht Aanpak deel 1 monitoren en evalueren

Nadere informatie

multiprobleem gezinnen

multiprobleem gezinnen Een literatuurstudie naar de verbinding tussen veiligheid en zorg op gebied van multiprobleem gezinnen 1. achtergrond en AANPAK Multiprobleem gezinnen (MPG) zijn al decennia lang onderwerp van studie.

Nadere informatie

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting

Criminaliteit en rechtshandhaving 2013. Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting Criminaliteit en rechtshandhaving Ontwikkelingen en samenhangen Samenvatting In de jaarlijkse publicatie Criminaliteit en rechtshandhaving bundelen het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), het Wetenschappelijk

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 341 Besluit van 25 augustus 2003, houdende wijziging van het Besluit aanwijzing Halt-feiten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

KADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT 2014

KADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT 2014 KADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT 2014 Ketenafspraken ten behoeve van de uitvoering van de wetswijziging Projectteam implementatie Adolescentenstrafrecht Ministerie van Veiligheid en Justitie Auteurs: Minke

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen vwo 2015-II Opgave 2 Rondhangen Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3 en tabel 1. Inleiding De Kamer ontvangt elk jaar een rapportage van de minister van Justitie over de voortgang van de aanpak van problematische

Nadere informatie

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur

Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Embargo tot 18 okt. 2012, 12.30 uur Toespraak van de Nationaal rapporteur mensenhandel en seksueel geweld tegen kinderen mr. Corinne Dettmeijer-Vermeulen Ter gelegenheid van de aanbieding van het rapport

Nadere informatie

NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen NRGD Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen (NRGD) vergroot het vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak door het waarborgen van een constante hoge

Nadere informatie

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling

Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Aangepast strafrecht de rol van leeftijd en ontwikkeling Prof. mr. T. (Ton) Liefaard SWR-conferentie, 27 september 2014 Opbouw 1. Leeftijdsgrenzen in het strafrecht Welke leeftijdsgrenzen kennen we en

Nadere informatie

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders

Observatieafdeling Teylingereind. Informatie voor ouders Observatieafdeling Teylingereind Informatie voor ouders Uw kind is geplaatst op afdeling De Ven van Teylingereind of komt hier binnenkort naartoe. Wij kunnen ons indenken dat u hier veel vragen over heeft.

Nadere informatie

Bruikbaarheid belicht

Bruikbaarheid belicht 03_hoofdstuk (43 t/m 56) 08-02-2006 16:25 Pagina 43 N. DUITS, W. VAN DEN BRINK & TH.A.H. DORELEIJERS 3 Een onderzoek onder gebruikers van de rapportage pro Justitia van jongeren Dit hoofdstuk is gepubliceerd

Nadere informatie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie

Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie Het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) is een centrum van expertise en kennis op het gebied van

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Ik heb geen pasklare antwoorden

Ik heb geen pasklare antwoorden Ik heb geen pasklare antwoorden door Johan de Koning Mensen met een licht verstandelijke beperking komen vaker in aanraking met justitie dan anderen. Hoe worden zij begeleid? Lector Hendrien Kaal wil dat

Nadere informatie

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen.

Samenvatting. 1 Letterlijk: Ontzegging van de Bevoegdheid Motorrijtuigen te besturen. Op 24 juni 1998 is de Wegenverkeerswet 1994 (WVW 1994) gewijzigd. Deze wijziging komt voort uit de wens van de Tweede Kamer om te komen tot een strengere aanpak van gevaarlijk rijgedrag in het verkeer.

Nadere informatie

Een paar nachtjes in de cel

Een paar nachtjes in de cel Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag en het voorarrest van minderjarigen in politiecellen Maartje Berger Carrie van der Kroon JEUGDSTRAFRECHT Een paar nachtjes in de cel Het VN-Kinderrechtenverdrag

Nadere informatie

Verslag Expertmeeting Adolescentenstrafrecht. Datum bijeenkomst : 11 december 2014. : Vergaderzaal 7, Boothstraat 7 te Utrecht

Verslag Expertmeeting Adolescentenstrafrecht. Datum bijeenkomst : 11 december 2014. : Vergaderzaal 7, Boothstraat 7 te Utrecht Verslag Expertmeeting Adolescentenstrafrecht Datum bijeenkomst : 11 december 2014 Tijdstip : 13.00 17.00 uur Locatie : Vergaderzaal 7, Boothstraat 7 te Utrecht Inleiding Expertmeeting Adolescentenstrafrecht

Nadere informatie

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste

Nadere informatie

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht

Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs. 1. Informatieplicht Uitbrengen van de rapportage Aanbevelingen voor psychiaters en psychologen pj rapporteurs 1. Informatieplicht De NIP code (2007) is hierin duidelijk. Bij het aangaan van de professionele relatie dient

Nadere informatie

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest

TBS uit de gratie. K.P.M.A. Muis L. van der Geest K.P.M.A. Muis L. van der Geest Samenvatting en conclusies in hoofdpunten In 2008 en 2009 is er sprake van een opvallende daling van het aantal tbs-opleggingen met bevel tot verpleging. Het is onwaarschijnlijk

Nadere informatie

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I

Eindexamen vwo maatschappijwetenschappen 2014-I Opgave 1 Recht van spreken Bij deze opgave horen de teksten 1 tot en met 4 uit het bronnenboekje. Inleiding In het tijdschrift Crimelink van mei 2012 staat een bespreking van het boek Slachtoffer-dadergesprekken

Nadere informatie

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation 1.7 Mediation in strafrecht, ervaringen in de pilots: aan tafel! Jent Bijlsma Trickster Toaufik Elfalah Politie Utrecht Klaartje Freeke Freeke & Monster Judith Uitermark Rechtbank Noord-Holland Gespreksleider:

Nadere informatie

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden

Locatie Leeuwarden. E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl. 1 van 5. Ministerie van Justitie. Locatie Leeuwarden Ministerie van Justitie Raad voor de Kinderbescherming Locatie Leeuwarden E-mail: noord.leeuwarden@rvdk.minjus.nl Locatie Leeuwarden Lange Marktstraat 5 Postbus 2203 8901 JE Leeuwarden Telefoon: 058-2343333

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding

Samenvatting. Inleiding Samenvatting Inleiding In het kader van het programma Modernisering Sanctietoepassing (MST) binnen het beleidsprogramma Naar een veiliger Samenleving is onder meer aandacht voor het beleid met betrekking

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Naar aanleiding van het emailbericht van Caroline Hazewinkel met bijlagen d.d. 17 juli 2015, bericht ik u als volgt.

Naar aanleiding van het emailbericht van Caroline Hazewinkel met bijlagen d.d. 17 juli 2015, bericht ik u als volgt. De heer F. Wagenvoort Beleidsmedewerker NIFP Per email: f.wagenvoort@dji.minjus.nl mr. E.J.P. Nolet mr. P. Drenth mr. J.A.W. Knoester mr. A.A. van Harmelen mr. F.P. Holthuis mr. A. Klomp-Kraal mr. K.J.

Nadere informatie

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies

Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Werkwijze van de Erkenningscommissie, betreffende de beoordeling gedragsinterventies Versie augustus 2010 In dit document worden de procedures beschreven aangaande: 1. De indiening 2. De beoordeling van

Nadere informatie

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs

VVRVereniging van Pro Justitia Rapporteurs Inventarisatie van de toegenomen eisen aan pro justitia rapportages sinds 2008 door: Vereniging van Pro Justitia rapporteurs, 13 juli 2017 Algemeen Sinds de laatste inventarisatie van de normtijden voor

Nadere informatie

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren

Competenties Luuk van Paridon. Analyseren Competenties Luuk van Paridon Overzicht waar ik nu sta: Afbeelding 1: Spinnenweb competenties De groene lijn geeft aan welke competenties ik tot nu toe behaald heb (zie Afbeelding 1). De competenties die

Nadere informatie

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter,

Datum 6 januari 2016 Onderwerp Gespreksnotitie Nationaal Rapporteur rondetafelgesprek kindermisbruik. Geachte voorzitter, 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Tweede Kamer der Staten-Generaal t.a.v. de voorzitter van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie mevrouw L. Ypma Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt

Nadere informatie

KADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT APRIL 2014

KADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT APRIL 2014 KADER ADOLESCENTENSTRAFRECHT APRIL 2014 Ketenafspraken ten behoeve van de uitvoering van de wetswijziging Projectteam implementatie Adolescentenstrafrecht Ministerie van Veiligheid en Justitie Auteurs:

Nadere informatie

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159) De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dr. K.H.D.M. Dijkhoff Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 19 oktober 2015 contactpersoon Voorlichting e-mail voorlichting@rechtspraak.nl telefoonnummer 06-46

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Postadres: Postbus 2030, 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Adolescentenstrafrecht

Adolescentenstrafrecht Cahier 2018-9 Adolescentenstrafrecht Kenmerken van de doelgroep, de strafzaken en de tenuitvoerlegging L.J.C. Prop A.M. van der Laan C.S. Barendregt M.G.C.J. Beerthuizen Ch. van Nieuwenhuizen Cahier De

Nadere informatie

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in

Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in Samenvatting In hoofdstuk één van dit proefschrift worden verscheidene theoretische perspectieven beschreven die relevant zijn voor de vraag in hoeverre de psychosociale ontwikkeling gerelateerd is aan

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2017 471 Besluit van 27 november 2017 tot wijziging van het Besluit tarieven in strafzaken 2003 in verband met de indexering van de vergoedingen 0

Nadere informatie

Help voor het Verjaringsprogramma zeden

Help voor het Verjaringsprogramma zeden Help voor het Verjaringsprogramma zeden Inleiding Het is voor de professional in het zedenvakgebied steeds gecompliceerder geworden om de verjaring van een zedenzaak te berekenen. Dit is het gevolg van

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Zedendelicten vormen een groot maatschappelijk probleem met ernstige gevolgen voor zowel het slachtoffer als voor de dader. Hoewel de meeste zedendelicten worden gepleegd door

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 451 Wijziging van de Wet op de rechterlijke indeling, de Wet op de rechterlijke organisatie en enige andere wetten in verband met de vorming

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking DC 72 Delinquent gedrag bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Dit thema is een bewerking van het krantenartikel uit NRC Handelsblad Vroeger een debiel, nu een delinquent. In dit artikel zegt

Nadere informatie

Criminele carrières van adolescenten en jongvolwassenen

Criminele carrières van adolescenten en jongvolwassenen Criminele carrières van adolescenten en jongvolwassenen Arjan Blokland Hanneke Palmen Jonge criminelen die volwassen worden 22 september 2015 Utrecht Aangehouden verdachten per 1.000 Leeftijd en criminaliteit

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

Privacyverklaring. Uw persoonsgegevens zijn goed beveiligd. Definities. Voldoen aan privacywetgeving. Van wie verwerken we gegevens

Privacyverklaring. Uw persoonsgegevens zijn goed beveiligd. Definities. Voldoen aan privacywetgeving. Van wie verwerken we gegevens Uw persoonsgegevens zijn goed beveiligd Dit is de privacyverklaring van Ranonkel-Wonen B.V. Deze verklaring ziet op de verzameling en verwerking van persoonsgegevens van zowel onze medewerkers als onze

Nadere informatie

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar zijn Samenvatting aangemelde strafzaken Toegangscommissie Dossiernummer: CEAS 2006/0001 wetenschapper Indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar een strafzaak, die heeft geleid tot onherroepelijke

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv]

Nadere informatie

Van cijfers naar interpretatie

Van cijfers naar interpretatie Van cijfers naar interpretatie Een duiding van de kwantitatieve ontwikkelingen van de jeugdcriminaliteit Samenvatting In opdracht van Ministerie van Veiligheid en Justitie, Wetenschappelijk Onderzoek-

Nadere informatie

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking

Juridische notitie. Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek. Mr. S.J.C. Höfte. Uitwerking Juridische notitie Toestemming jongere niet medisch wetenschappelijk onderzoek Mr. S.J.C. Höfte Het lectoraat Residentiële Jeugdzorg doet onderzoek naar het leef- leer- en werkklimaat in residentiële (jeugd)inrichtingen.

Nadere informatie

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen?

2. Wat zijn per sector/doelgroep de algemene inzichten ten aanzien van de inhoud van de continuïteitsplannen? Samenvatting Aanleiding en onderzoeksvragen ICT en elektriciteit spelen een steeds grotere rol bij het dagelijks functioneren van de maatschappij. Het Ministerie van Veiligheid en Justitie (hierna: Ministerie

Nadere informatie

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken

Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Handelingsprotocol gezag, contact/omgang en hulp na partnerdoding waarbij minderjarige kinderen zijn betrokken Uitgangspunt Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door

Nadere informatie

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief'

Datum 13 oktober 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht 'Aantal vechtscheidingen groeit explosief' 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Als je in aanraking komt met de politie

Als je in aanraking komt met de politie Als je in aanraking komt met de politie Je bent in aanraking gekomen met de politie en dan? Je bent met de politie in aanraking geweest. Als de politie jouw strafzaak ernstig genoeg vindt, kan die dat

Nadere informatie

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 833 Derriks, M., & Kat, E. de. (2020). Jeugdmonitor Zeeland Amsterdam: Kohnstamm Instituut. De Jeugdmonitor Zeeland De Jeugdmonitor Zeeland is een plek waar allerlei informatie bij

Nadere informatie

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen

Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch. Omvang, kenmerken en meldingen Huiselijk Geweld in 's-hertogenbosch Omvang, kenmerken en meldingen O&S oktober 2003 Inhoudsopgave Inhoudsopgave Samenvatting 1. Inleiding Plan Plan van van Aanpak Aanpak Huiselijk Geweld Geweld Inhoud

Nadere informatie