Zaaknummer: Sliedrecht, 12 november Onderwerp: Beleidsbrief Wmo 2015, richtingbepaling voor het nieuwe Wmo-beleid in de Drechtsteden

Transcriptie

1 Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Zaaknummer: Sliedrecht, 12 november 2013 Onderwerp: Beleidsbrief Wmo 2015, richtingbepaling voor het nieuwe Wmo-beleid in de Drechtsteden Beslispunten In te stemmen met de volgende punten uit de Beleidsbrief Wmo 2015: a. de visie en de uitgangspunten voor de Wmo 2015 van de zes gemeenten in de Drechtsteden; b. het ontwerp Wmo 2015 (paragraaf 5 en 6); c. het sturingskader Wmo 2015 met de acht sturingsprincipes (paragraaf 8); d. het onderbrengen van de Wmo-maatwerkvoorzieningen bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) i.c. de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en de algemene Wmovoorzieningen onder lokale verantwoordelijkheid. Samenvatting De Beleidsbrief Wmo vormt de basis voor het beleidskader Wmo 2015, dat u wordt aangeboden na vaststelling van de wet Wmo De decentralisatie van de AWBZ naar de Wmo maakt onderdeel uit van de drie decentralisaties AWBZ, Jeugdzorg en Participatiewet van rijk naar gemeenten en is één van de maatregelen om de AWBZ betaalbaar te maken en te houden. Daartoe is een nieuw wetsvoorstel Wmo in oktober 2013 aan de Tweede Kamer aangeboden. De nieuwe Wmo zal naar verwachting op 1 januari 2015 ingaan. Met de Wmo 2015 krijgen gemeenten verantwoordelijkheid voor: extramurale begeleiding, kortdurend verblijf, budget cliëntondersteuning (voorheen bij MEE-plus), budget mantelzorgcompliment, inkomensondersteuning voor chronisch zieken en gehandicapten (nog landelijk onderwerp van discussie), beschermde woonvoorzieningen voor inwoners met psychische of psychosociale problemen (de middelen hiervoor gaan naar centrumgemeente Dordrecht). Inleiding Met bijgaande Beleidsbrief Wmo 2015 verzoeken wij u richting te geven aan het beleid en de uitvoering van de nieuwe Wmo. We bereiden ons binnen de Drechtsteden gezamenlijk voor op de nieuwe wet. De richtinggevende uitspraken uit deze beleidsbrief worden de komende maanden verder uitgewerkt in het Beleidskader Wmo 2015, dat in een later stadium ter vaststelling wordt aangeboden aan de zes colleges en gemeenteraden in de Drechtsteden. Kern Wmo 2015 Binnen de nieuwe Wmo worden de negen prestatievelden vervangen door 3 doelen, te weten: Het bevorderen van sociale samenhang, mantelzorg, vrijwilligerswerk en de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente en het voorkomen en bestrijden van huiselijk geweld; het ondersteunen (en bevorderen) van de participatie en zelfredzaamheid van mensen met een beperking of chronische, psychische of psychosociale problemen, indien mogelijk in de eigen leefomgeving;

2 - 2 - het bieden van opvang waaronder: maatschappelijke opvang, vrouwenopvang, beschermd wonen en verslavingszorg 1. Toelichting Beleidsbrief Wmo 2015 Met deze nota vragen wij u in te stemmen met de Beleidsbrief Wmo In de beleidsbrief zijn opgenomen: de visie en uitgangspunten op de Wmo 2015, het sturingskader (waaronder achter sturingsprincipes) en de wijze waarop wij de wet uit willen voeren in de Drechtsteden. De 8 sturingsprincipes zijn: 1. We ondersteunen de cliënt bij het vinden van ondersteuning op maat en verstevigen de participatie van onze bewoners en cliënten. 2. We werken samen met aanbieders voor passend ondersteuningspakket. 3. Wij bepalen de toegang. 4. We sturen op resultaat. 5. We zijn financieel solidair. 6. We werken aan een integrale aanpak. 7. We versoberen. 8. We regelen maatwerk op Drechtstedenniveau, algemene voorzieningen zijn een lokale verantwoordelijkheid. De beleidsbrief gaat uit van het ontwerp Wmo 2015 waarbij gemeenten lokaal werken aan het versterken van eigen kracht en voorliggende voorzieningen waardoor de vraag naar maatwerkvoorzieningen afneemt. Beleid en uitvoering van maatwerkvoorzieningen Wmo dient binnen de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) door de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) te worden uitgevoerd. Beoogd effect Op 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor het bevorderen en ondersteunen van de zelfredzaamheid en participatie van mensen met een beperking, chronisch psychische of psychosociale problemen. De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verplaatst de huidige verantwoordelijkheid van extramurale begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf (en vervoer) van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) naar de Wmo. Circa 75% van het budget wordt naar gemeenten overgeheveld, dit betekent een bezuiniging van minimaal 25%. Deze kan wellicht hoger zijn wanneer we ruimte willen houden voor noodzakelijke investeringen om de veranderopgaven binnen de decentralisatie te realiseren. Sociale teams In elke gemeente worden netwerken van samenwerkende professionals en vrijwilligers georganiseerd. In Sliedrecht gebeurt dit door middel van de pilot Sociaal Team Sliedrecht (voorheen: Joost van den Vondel). Dat is een samenwerkingsverband tussen Stichting Welzijnswerk Sliedrecht (coördinatie), Waerthove (Rivas), Stichting Waardeburgh, MEE-Drechtsteden, JSO. Hierbij wordt ingezet op eigen kracht, zelfredzaamheid en het betrekken van het sociale netwerk bij vormen van lichte ondersteuning. Argumenten 1.1. Om het Beleidskader Wmo 2015 tijdig te kunnen vaststellen, is politiek draagvlak dringend gewenst. Op basis hiervan kunnen we het beleidskader gezamenlijk verder vormgeven. Ervan uitgaande dat de nieuwe Wmo op 1 januari 2015 ingaat, hebben we beperkt de tijd voor voorbereiding, bestuurlijke aanbesteding, inkoop en het inrichten van een uitvoeringsorganisatie; de urgentie is dus zeer hoog. 1 De verantwoordelijkheid voor en financiering van deze taken loopt via de centrumgemeente Dordrecht.

3 Beleid en uitvoering van de maatwerkvoorzieningen passen het beste bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. De financiële risico s zijn groot. Financiële solidariteit binnen de Drechtsteden is daarom gewenst. Er is landelijk nog veel onduidelijk over de hoogte van de middelen, die met een korting van 25% vanaf 2015 naar de gemeenten komen. We verwachten nog een brief, waarin de staatssecretaris meer duidelijk geeft over de middelen (verdeelmodel) vanuit de AWBZ in de nieuwe Wmo. Wel is duidelijk dat de korting op huishoudelijke verzorging vanaf 2015 structureel 40% zal bedragen. Aanbesteding, inkoop en het inrichten van een uitvoeringsorganisatie kosten veel tijd en deskundigheid. Samen kunnen we dit wel. Het schaalniveau van de Drechtsteden biedt ten opzichte van de GR ZHZ de meeste ruimte voor invloed vanuit bestuur en politiek. We hebben goede ervaringen met de uitvoering van de huidige Wmo. Bovendien is samenhang van de nieuwe verantwoordelijkheden met de huidige Wmo belangrijk Lokaal zijn we in staat onze voorzieningen zo in te richten dat de vraag naar duurdere maatwerkvoorzieningen af neemt. Lokale gemeenten dienen zorg te dragen voor het in stand houden van de algemene voorzieningen en de lokale sociale infrastructuur, waaronder: vrijwilligerswerk, mantelzorgondersteuning, welzijnswerk en maatschappelijk werk (dijken op deltahoogte). Dit zal in veel gevallen voorkomen dat mensen een beroep moeten doen op de duurdere individuele maatwerkvoorzieningen. Voor het beleidskader Wmo 2015 ontwikkelen we zogenaamd voorwaardenstellend beleid zodat we onszelf en ook andere Drechtstedengemeenten verplichten de lokale infrastructuur tenminste tot een minimumniveau in te richten. Kanttekeningen De Tweede Kamer heeft de wet nog niet vastgesteld. Bovendien is nog altijd onduidelijk welke elementen wel of niet onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid gaan vallen. Hiermee komt onze planning om voor de gemeenteraadsverkiezingen een besluit te vragen aan de gemeenteraden in de knel. Bovendien levert deze vertraging mogelijk een extra financieel risico op wanneer gemeenten wel per 1 januari 2015 verantwoordelijk worden voor de Wmo. Het risico hierop is echter niet in te schatten. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders De extramuralisering wordt verder voortgezet waardoor meer inwoners die anders intramuraal woonden onder verantwoordelijkheid van de gemeentelijke ondersteuning vallen. Daarnaast worden de middelen voor huishoudelijke ondersteuning verder versoberd. De bedragen die hiermee gemoeid zijn nog onduidelijk. De financiële gevolgen voor de Drechtsteden worden verder uitgewerkt in het Beleidskader Wmo. Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Wmo-beleidsplan Tijdspad, monitoring en evaluatie mb.t. voorgesteld raadsbesluit n.v.t. Communicatie Na vaststelling door de colleges van B&W in de Drechtsteden is een persbericht uitgegaan. Inspraak en draagvlak De beleidsbrief is opgesteld op basis van het sturingskader Wmo Dit sturingskader is tot stand gekomen in afstemming met bestuurder, zorgaanbieders, Wmo-adviesraden en

4 - 4 - cliëntenvertegenwoordigers (regionale klankbordgroep Wmo). De sturingsprincipes zijn eveneens aan de gemeenteraden gepresenteerd in de diverse lokale oriëntatie/commissieavonden. Het advies van de Wmo-adviesraden zal met het aanbieden van het Beleidskader Wmo worden meegenomen. Vervolgproces De richtinggevende uitspraken uit de beleidsbrief zullen de komende maanden verder worden uitgewerkt in het Beleidskader Wmo 2015, dat in een later stadium ter vaststelling zal worden aangeboden aan de zes colleges, gemeenteraden in de Drechtsteden, het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad. Eerdere besluiten/behandeling raad Raadsbesluit Conceptvisie extramurale begeleiding in de Drechtsteden van 6 november 2012 Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, mr. D.G.C. van der Spek drs. A.P.J. van Hemmen Bijlage(n): Conceptraadsbesluit met de volgende bijlage: 1. Beleidsbrief Wmo 2015

5 Concept Raadsbesluit zaaknummer: Onderwerp: Beleidsbrief Wmo 2015, richtingbepaling voor het nieuwe Wmo-beleid in de Drechtsteden De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013; Besluit: In te stemmen met de volgende punten uit de Beleidsbrief Wmo 2015: a. de visie en de uitgangspunten voor de Wmo 2015 van de zes gemeenten in de Drechtsteden; b. het ontwerp Wmo 2015 (paragraaf 5 en 6); c. het sturingskader Wmo 2015 met de acht sturingsprincipes (paragraaf 8); d. het onderbrengen van de Wmo-maatwerkvoorzieningen bij de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD) i.c. de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) en de algemene Wmovoorzieningen onder lokale verantwoordelijkheid. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op De griffier, De voorzitter, A. Overbeek drs. A.P.J. van Hemmen

6 Raadsvoorstel (gewijzigd) Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Zaaknummer: Sliedrecht, 29 oktober 2013 Onderwerp: Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen Beslispunten Wij stellen u voor: 1. In te stemmen met de nota Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen 2. Akkoord te gaan met de verdere uitwerking van scenario 2: a. Henri Dunant: in te stemmen met het opstellen van een analyse van vier varianten ten behoeve van een semipermanente oplossing voor het langdurige tekort van 2 lokalen tot aan Het college streeft er naar om de resultaten eind 2013 beschikbaar te hebben en de raad hierover begin 2014 te informeren door middel van een college informatiebrief. b. Johannes Calvijn: in te stemmen met het voornemen tot de verkoop van de twee lokalen in Baanhoek-West aan het reformatorisch samenwerkingsverband WSNS tegen de geldende boekwaarde. c. Johannes Calvijn: het college de opdracht te geven om - indien nodig - in overleg met de school een oplossing te bezien voor de extra lokalenbehoefte vanaf 2016, waarbij de invloed van de ontwikkeling van de woningbouw in Baanhoek-West nadrukkelijk wordt meegenomen. d. Brede School Baanhoek-West: in te stemmen met de realisatie van 6 permanente en 2 tijdelijke of semipermanente lokalen voor Anne de Vries, 6 lokalen voor SO Bleyburgh, een voorziening voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en een ruimte voor wijkactiviteiten, uitgaande van oplevering in e. Brede School Baanhoek-West: opdracht aan het college geven om uiterlijk het tweede kwartaal van 2014 een kaderstellende notitie voor de bouw van de Brede School in Baanhoek-West ter besluitvorming aan de raad aan te bieden. Hierin wordt ook de nut en de noodzaak van een sportzaal in de Brede School beschreven. f. Griendencollege en VSO Bleyburgh: in te stemmen met het voorbereiden van het inhuizen van de VSO afdeling van de Bleyburgh en de Wereldbol in de leegstand van het Griendencollege. In de 1 e helft van 2014 wordt de raad door middel van een college informatiebrief geïnformeerd over de stand van zaken. g. De Sprong: dislocatie De Loods af te stoten in verband met fijnstof. h. Overige onderwijsvoorzieningen: ongewijzigd te exploiteren. i. In te stemmen met het vrijspelen van de locaties aan de Frans Halsstraat (voormalig Groen van Prinsterer) en Maaslaan (Bleyburgh) ten behoeve van herbestemming of herontwikkeling. Besluitvorming over de nieuwe invulling van deze locaties vindt separaat plaats. 3. Akkoord te gaan met de financiële kaders zoals benoemd onder scenario 2 en kennis te nemen van het feit dat deze passen binnen de Voorziening Huisvesting Onderwijs. 4. Akkoord te gaan met het feit dat de raad in 2014 door middel van een college informatiebrief op de hoogte wordt gesteld van de ontwikkelingen en gevolgen van de doordecentralisatie van het onderhoud naar basisonderwijs en speciaal onderwijs in Sliedrecht.

7 - 2 - Samenvatting Door middel van het Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen is de gewenste huisvesting van onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in beeld gebracht. Het IHP biedt een meerjarenperspectief, maar is tegelijkertijd gericht op een aantal actuele vraagstukken. Ten aanzien van de onderwijshuisvesting doen zich een aantal knelpunten en vraagstukken voor. In het IHP worden door middel van drie scenario s oplossingen geboden voor de ervaren knelpunten. Inleiding Op 30 mei 2012 heeft de raad de Onderwijs- en educatievisie gemeente Sliedrecht vastgesteld. Deze nota beschrijft de wijze waarop de gemeente haar ambities op het gebied van onderwijs wil realiseren. Omtrent onderwijshuisvesting is benoemd dat een Integraal Huisvestingsplan (IHP) opgesteld moet worden. Hier is het afgelopen jaar, in samenspraak met alle relevante partners, vorm aan gegeven. De doelstelling van het IHP is om de gewenste huisvesting van onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzaalwerk integraal in beeld te brengen. Het IHP biedt een meerjaren perspectief, maar is tegelijkertijd gericht op een aantal acute vraagstukken, zoals: 1. Griendencollege Het schoolgebouw is gericht op leerlingen Huidig leerlingenaantal is circa 305 Forse leegstand en exploitatie tekort 2. De Sprong De Loods De Loods moet in 2014 worden verlaten i.v.m. fijnstof 3. Bleyburgh Nadrukkelijke wens om splitsing SO en VSO (4-20 jaar) De praktijkruimten zijn gedateerd Wens om integratie De Wereldbol (ASVZ terrein) 4. Henri Dunant Langdurig tekort van 2 lokalen tot 2020 (momenteel gedeeltelijk gebruik Groen v. Prinsterer) 5. Brede School Baanhoek- West Vertraging in woningbouwontwikkeling, waardoor in de piek 6 permanente en 2 tijdelijke of semipermanente lokalen nodig zijn i.p.v. de oorspronkelijke 12 Groei lokalenbehoefte: 2015 (2 lok.) 2019 (8 lok.) OPOPS ziet definitief af van deelname 6. Groen van Prinsterer Handhaven t.b.v. onderwijs (renovatie benodigd) Of herbestemmen / herontwikkelen 7. Overige schoolgebouwen Nieuwbouw Anne de Vries en Roald Dahl Calvijn: 2 lokalen in Baanhoek-West Bleyburgh: renovatie Overige scholen: regulier onderhoud Om een oplossing te kunnen bieden aan de bovengenoemde knelpunten en vraagstukken zijn drie scenario s ontwikkeld. Scenario 1 Scenario 2 Scenario 3 Henri Dunant Johannes Calvijn Brede School BHW Bestuursopdracht: analyse van vier varianten t.b.v. structurele oplossing voor langdurig tekort van 2 lokalen. Gereed eind Verkoop 2 lokalen Baanhoek-West. In overleg met de school oplossing bezien voor extra lokalenbehoefte (1-2) vanaf lokalen Anne de Vries, 6 lokalen SO Bleyburgh, voorziening voor kov en psz, sportzaal en een Gelijk aan scenario 1. Gelijk aan scenario 1. Gelijk aan scenario 1. Gelijk aan scenario 1. Gelijk aan scenario 1. Gelijk aan scenario 1.

8 - 3 - Griendencollege De Sprong Bleyburgh Groen van Prinsterer wijkvoorziening. Oplevering in Inhuizen De Sprong en De Loods. Samenwerking benodigd. De Sprong en De Loods inhuizen in Griendencollege. Samenwerking benodigd. SO in Brede School Baanhoek- West. VSO en Wereldbol naar locatie Elzenhof. Maaslaan valt vrij. Tijdelijk voor Anne de Vries (bovenbouw); na 2014 herbestemmen. Inhuizen VSO Bleyburgh en de Wereldbol. Handhaven hoofdlocatie Elzenhof. De Loods opvangen op hoofdlocatie en nevenvestiging Zwijndrecht. SO in Brede School Baanhoek-West. VSO en Wereldbol inhuizen in Griendencollege. Maaslaan valt vrij. Handhaven huidige situatie (inclusief leegstand). Gelijk aan scenario 2. SO in Brede School Baanhoek-West. VSO handhaven op Maaslaan en Wereldbol. Maaslaan renoveren. Gelijk aan scenario 1. Gelijk aan scenario 1. Alle drie de scenario s bieden kwalitatieve oplossingen voor de ervaren knelpunten én alle drie de scenario s passen binnen de Voorziening Onderwijs, waarbij de begin 2013 geraamde bezuiniging voor STOER ad per jaar mogelijk blijft. Bij scenario 1 en 2 vallen zowel de Groen van Prinsterer als de Maaslaan vrij voor herbestemming. Bij scenario 3 valt alleen de Groen van Prinsterer vrij en tevens wordt geen oplossing geboden voor de leegstand in het Griendencollege. Voordeel van scenario 2 ten opzichte van scenario 1 is dat het inhuizen van de VSO afdeling van Bleyburgh en De Wereldbol in de leegstand van het Griendencollege ruimtelijk bezien een minder moeilijke opgave betreft (gezien het benodigde aantal vierkante meters) en daarmee financieel ook aantrekkelijker is. Op basis hiervan wordt geadviseerd om invulling te geven aan scenario 2. Beoogd effect Met de vaststelling van het IHP en de verdere uitwerking van scenario 2 kunnen de eerder genoemde knelpunten bij een aantal scholen worden aangepakt. Dit leidt voor alle scholen tot goede, veilige en gezonde schoolgebouwen, waarmee voor elk kind een omgeving wordt geboden om zich zo goed mogelijk te kunnen ontwikkelen. Argumenten 1.1. Het IHP is een vervolgactie op de door de raad vastgestelde Onderwijs- en educatievisie gemeente Sliedrecht Op 30 mei 2012 heeft de raad de Onderwijs- en educatievisie gemeente Sliedrecht vastgesteld, waarbij benoemd is dat een IHP opgesteld moet worden. Hier is het afgelopen jaar, in samenspraak met alle relevante partners, vorm aan gegeven. Er hebben diverse interviews en gezamenlijke overleggen met alle partners plaatsgevonden. Het vaststellen van het IHP leidt tot een integrale visie op de onderwijshuisvesting in Sliedrecht en tot een integraal afgewogen aanpak van de ervaren knelpunten. Hiermee worden ad hoc beslissingen voorkomen. Tevens leidt een integrale aanpak tot een efficiënte inzet van middelen, waarbij keuzes ook tegen elkaar afgewogen kunnen worden. 2.1 Scenario 2 heeft de instemming van alle betrokken partners Om een oplossing te kunnen bieden aan de ervaren knelpunten en vraagstukken zijn drie scenario s ontwikkeld. Deze scenario s zijn uitvoerig met alle betrokkenen besproken. Scenario 2 heeft de instemming van alle partijen. 3.1 De uitwerking van scenario 2 past binnen de Voorziening Huisvesting Onderwijs De financiële consequenties van alle drie de scenario s zijn in beeld gebracht en besproken met de afdeling Financiën. Daarbij is geconstateerd dat alle drie de scenario s passen binnen de Voorziening. Bij dit raadsvoorstel hoort nog een vertrouwelijke memo. Deze ligt ter inzage bij de griffie.

9 - 4 - Kanttekeningen 2.1 Het onderbrengen van VSO Bleyburgh in het Griendencollege moet nader uitgewerkt worden Het onderbrengen van twee verschillende doelgroepen (vmbo en vso) in het gebouw van het Griendencollege betreft een belangrijk aandachtspunt. Hier dient nadrukkelijk aandacht voor te zijn bij de verdere uitwerking en invulling. Daarnaast dient het Griendencollege in samenspraak met beide schoolbesturen op basis van gelijkwaardigheid opnieuw ingedeeld worden. Tenslotte is voldoende buitenruimte nog een aandachtspunt De verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sliedrecht moet aangepast worden De doordecentralisatie van het onderhoud van het basisonderwijs en speciaal onderwijs vraagt om een aanpassing van de huidige verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Sliedrecht.. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders Scenario 2 Investeringen Henri Dunant PM Johannes Calvijn PM Brede School Baanhoek-West Griendencollege De Sprong - Bleyburgh - De financiële kaders passen binnen de Voorziening Huisvesting Onderwijs. Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders Onderwijs- en educatievisie gemeente Sliedrecht Tijdspad, monitoring en evaluatie mb.t. voorgesteld raadsbesluit N.v.t. Communicatie Dit proces vraagt om een zorgvuldige communicatie. Daarom zal een communicatieplan opgesteld worden. Vervolg Na vaststelling van de nota: Presentatie uitkomsten onderzoek oplossingsmogelijkheden Henri Dunant eind 2013 Verkoop 2 lokalen in Baanhoek-West van Johannes Calvijn aan samenwerkingsverband WSNS Herstart voorbereiding Brede School Baanhoek-West Voorbereiding inhuizing VSO Bleyburgh in Griendencollege Onderzoek herbestemming Groen van Prinsterer en Maaslaan Eerdere besluiten/behandeling raad N.v.t. Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, mr. D.G.C. van der Spek drs. A.P.J. van Hemmen

10 - 5 - Bijlage(n): Conceptraadsbesluit met de volgende bijlagen: 1. Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen 2. Vertrouwelijke memo Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen (deze memo ligt bij de griffie ter inzage).

11 Concept Raadsbesluit Zaaknummer: Onderwerp: Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.28 oktober 2013; Besluit: 1. In te stemmen met de nota Integraal Huisvestingsplan Onderwijsvoorzieningen 2. Akkoord te gaan met de verdere uitwerking van scenario 2: a. Henri Dunant: in te stemmen met het opstellen van een analyse van vier varianten ten behoeve van een structurele oplossing voor het langdurige tekort van 2 lokalen tot aan Het college streeft er naar om de resultaten eind 2013 beschikbaar te hebben en de raad hierover begin 2014 te informeren door middel van een college informatiebrief. b. Johannes Calvijn: in te stemmen met het voornemen tot de verkoop van de twee lokalen in Baanhoek-West aan het reformatorisch samenwerkingsverband WSNS tegen de geldende boekwaarde. c. Johannes Calvijn: het college de opdracht te geven om indien nodig - in overleg met de school een oplossing te bezien voor de extra lokalenbehoefte vanaf 2016, waarbij de invloed van de ontwikkeling van de woningbouw in Baanhoek-West nadrukkelijk wordt meegenomen. d. Brede School Baanhoek-West: in te stemmen met de realisatie van 6 permanente en 2 tijdelijke of semi-permanente lokalen voor Anne de Vries, 6 lokalen voor SO Bleyburgh, sportzaal, een voorziening voor kinderopvang en peuterspeelzaalwerk en een ruimte voor wijkactiviteiten, uitgaande van oplevering in e. Brede School Baanhoek-West: opdracht aan het college te geven om de bouw van de Brede School in Baanhoek-West voor te bereiden en de raad in 2014 een startnotitie met daarin de kaders, randvoorwaarden en plan van aanpak ter besluitvorming aan te bieden. f. Griendencollege en VSO Bleyburgh: in te stemmen met het voorbereiden van het inhuizen van de VSO afdeling van de Bleyburgh en de Wereldbol in de leegstand van het Griendencollege. In de 1 e helft van 2014 wordt de raad door middel van een college informatiebrief geïnformeerd over de stand van zaken. g. De Sprong: dislocatie De Loods af te stoten in verband met fijnstof. h. Overige onderwijsvoorzieningen: ongewijzigd te exploiteren. i. In te stemmen met het vrijspelen van de locaties aan de Frans Halsstraat (voormalig Groen van Prinsterer) en Maaslaan (Bleyburgh) ten behoeve van herbestemming of herontwikkeling. Besluitvorming over de nieuwe invulling van deze locaties vindt separaat plaats. 3. Akkoord te gaan met de financiële kaders zoals benoemd onder scenario 2 en kennis te nemen van het feit dat deze passen binnen de Voorziening Huisvesting Onderwijs. 4. Akkoord te gaan met het feit dat de raad in 2014 door middel van een college informatiebrief op de hoogte wordt gesteld van de ontwikkelingen en gevolgen van de doordecentralisatie van het onderhoud naar basisonderwijs en speciaal onderwijs in Sliedrecht.

12 Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op De griffier, De voorzitter, A. Overbeek drs. A.P.J. van Hemmen

13 Raadsvoorstel (Gewijzigd) Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Zaaknummer: Sliedrecht, 3 december 2013 Onderwerp Businesscase Uitbreiding Binnensportaccommodaties Sliedrecht Beslispunten 1. In te stemmen met een sporthal met drie velden in Benedenveer; 2. In te stemmen met een geprivatiseerde exploitatie van de nieuwe sporthal; 3. In te stemmen met verruiming van het budgettair kader tot maximaal jaarlijks 4. Het college opdracht te geven om de gevolgen en risico s in kaart te brengen van het verstrekken van een eenmalige bijdrage ten opzichte van een jaarlijkse bijdrage; 5. Het college bij de uitwerking van beslispunt 4 de volgende kaders mee te geven: a. De gemeente Sliedrecht vervult een faciliterende rol bij de realisatie van de sporthal; b. De exploitatie van de sporthal geschiedt voor rekening en risico van de initiatiefnemer; c. Om de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van sport te waarborgen wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de initiatiefnemer; d. Er wordt een positief deskundigenadvies verkregen over de door de initiatiefnemer gekozen fiscale constructie 6. Ten behoeve van de gemeentelijke voorbereiding een krediet beschikbaar te stellen van , en de jaarlijkse kapitaallasten te dekken uit de jaarlijkse stelpost Uitbreiding Sportaccommodaties ; 7. De bijgevoegde begrotingswijziging vast te stellen; 8. Het college opdracht te geven de behoefte aan sportaccommodaties jaarlijks te monitoren en zo nodig te onderzoeken of accommodaties moeten worden afgestoten. Samenvatting In de Businesscase Uitbreiding Binnensportaccommodaties Sliedrecht zijn vier kansrijke alternatieven met elkaar vergeleken. Los van financiële gevolgen biedt een sporthal van drie sportvelden de meeste kwaliteit. Sliedrecht Sport heeft een privatiseringsvoorstel gedaan om de gemeentelijke lasten van deze hal te verlichten. Inleiding In de nota sportbeleid is de doelstelling van de gemeente Sliedrecht als volgt geformuleerd: De gemeente Sliedrecht wil een gemeente zijn waar zoveel mogelijk burgers op een verantwoorde, veilige manier aan enige vorm van sportbeoefening kunnen en zullen (blijven) doen. De gemeente Sliedrecht wil sport van jongs af aan stimuleren. Dat komt de gezondheid, de vorming en de ontplooiing ten goede.

14 - 2 - Er is momenteel te weinig binnensportruimte in Sliedrecht. Verenigingen groeien en willen ook meer trainingen aanbieden dan ze nu doen, maar kunnen dit niet wegens onvoldoende binnensportaccommodaties. Geregeld moet worden uitgeweken naar slechte tijdstippen. Er wordt uitgeweken naar locaties die zich minder goed lenen voor de betreffende sport of zelfs buiten Sliedrecht liggen. Vanuit de gemeentelijke doelstelling is meer binnensportruimte gewenst. Om meer binnensportruimte te creëren heeft de gemeenteraad in 2009 ingestemd met de uitbreiding van De Stoep, onder het voorbehoud dat de haalbaarheid kon worden aangetoond. Deze haalbaarheid is onderzocht. De uitbreiding is financieel haalbaar, uitgaand van de Kadernota De ruimtelijke haalbaarheid moest in samenhang met de aangrenzende woningbouwplannen bekeken worden. In 2013 is een totaalvisie voor het gebied afgerond dat gedragen wordt door de betrokken ontwikkelaar. Deze totaalvisie wordt separaat aan u voorgelegd. Binnen deze totaalvisie zou de uitbreiding van De Stoep ruimtelijk inpasbaar zijn. De uitbreiding van De Stoep is haalbaar. Vervolgens moet de vraag gesteld worden of het uitbreiden van De Stoep ook de meest efficiënte oplossing is. Om na te gaan of er een efficiënter alternatief bestaat, heeft de gemeente de businesscase Uitbreiding binnensportaccommodaties Sliedrecht opgesteld (bijlage 1). Deze businesscase concludeert dat de alternatieven meer kwaliteit en meer sportruimte bieden dan de uitbreiding van De Stoep. Bij gemeentelijke exploitatie van deze alternatieven blijkt het financiële kader echter ruimschoots overschreden te worden. De bijlagen bij de businesscase zijn vertrouwelijk om de onderhandelingsposities bij grondverwerving te beschermen. Zowel Sliedrecht Sport als de gemeente ziet veel kwalitatieve voordelen in de alternatieven voor het uitbreiden van De Stoep. Er is daarom gekozen om het vraagstuk vanaf een nieuwe invalshoek te bekijken: privatisering. Sliedrecht Sport heeft hiertoe een voorstel gedaan in een eigen businessplan Sliedrecht Sport Locatie Benedenveer (bijlage 2). Beoogd effect de meest efficiënte oplossing voor het aanbieden van voldoende en kwalitatief goede binnensportruimte voor de breedtesport in Sliedrecht Argumenten Argument 1.1 De alternatieven zijn met elkaar vergeleken in de businesscase. Voordat gestart is met de businesscase, is een scala aan ideeën verkend op hun haalbaarheid. De ideeën die in dit traject zijn afgevallen zijn opgenomen in bijlage 3. De meest kansrijke ideeën zijn uitgewerkt in de businesscase. In deze businesscase zijn zowel de kwalitatieve als de financiële aspecten van elk alternatief inzichtelijk gemaakt. Argument 1.2 De extra ruimte zorgt ervoor dat beter in de behoefte voorzien kan worden. De uitbreiding van De Stoep zou twee velden toevoegen aan De Stoep. Een grotere uitbreiding is op deze locatie ruimtelijk niet inpasbaar. Bij de besluitvorming in 2009 is geaccepteerd dat niet voorzien kon worden in de volledige behoefte van SKC Merwede (korfbal) aan het gebruik van een grote hal. In 2013 is een quickscan (bijlage 4) verricht om na te gaan of de behoefte zich ontwikkelt zoals verwacht in Deze quickscan heeft niet tot aanpassingen geleid. In Benedenveer kunnen wel drie velden gerealiseerd worden. Met name Sliedrecht Sport zal deze velden gebruiken en daarom minder in De Stoep sporten. Hierdoor krijgt SKC Merwede wel voldoende mogelijkheden om De Stoep te gebruiken. Het gevolg hiervan is dat SKC Merwede minder in de grote zaal van De Valk zal spelen. In de grote zaal De Valk ontstaat ruimte voor andere verenigingen, die nu al van een grotere zaal gebruik willen maken.

15 - 3 - Argument 1.3 Benedenveer biedt de beste mogelijkheden Zowel in Benedenveer als bij De Lockhorst is een sterke ruimtelijke inpassing mogelijk. Beide locaties kunnen de verkeers- en parkeerdruk beter verwerken dan de locatie De Stoep. Bij de Lockhorst zijn de mogelijkheden om uit te breiden beperkt. Op deze locatie speelt ook de verhuizing van het onlangs geopende clubhuis van Moby Dick. De belangrijkste gebruiker van de nieuwe hal, Sliedrecht Sport, heeft een sterke voorkeur voor Benedenveer ten opzichte van De Lockhorst. Benedenveer biedt goede uitbreidingsmogelijkheden. Daarnaast verwacht Sliedrecht Sport op deze locatie geen conflicterende belangen. Ook waardeert zij de locatie binnen de woonkern van Sliedrecht. Argument 1.4 De verenigingen hebben positief gereageerd. De binnensportverenigingen en de Sportraad zijn geïnformeerd op een informatieavond. Op deze avond zijn de verschillende alternatieven globaal beschreven. De verenigingen reageerden positief op het zoeken naar extra ruimte voor binnensport in Sliedrecht. Nadat de voorkeur van de stuurgroep bekend was is gesproken met de Sportraad. De Sportraad staat achter de plannen. Argument 2.1 privatisering leidt tot verlaging van de gemeentelijke lasten. De jaarlijkse last van een hal van drie velden in Benedenveer bij gemeentelijke exploitatie is berekend op Deze last is veel hoger dan het kader in de Kadernota 2014 ( jaarlijks). Om de lasten te beperken kan gekozen worden voor een private exploitatie. Ook bij private exploitatie is verruiming van de financiële kaders van de gemeente nodig als gekozen wordt voor een nieuwe sporthal. De verruiming is in dat geval echter beperkt tot maximaal = jaarlijks. Argument 3.1 Met een beperkte extra last wordt meer kwaliteit verkregen. Het financieel kader wordt verruimd van jaarlijks naar jaarlijks. Tegenover de grotere gemeentelijke last staat kwaliteitswinst. Er wordt een hal gecreëerd die meer en betere sportruimte biedt en minder overlast veroorzaakt voor de omgeving. Argument 4.1 De financiële lasten worden beperkt. De gemeente wordt door Sliedrecht Sport gevraagd om een deel van de lasten van Sliedrecht Sport te dekken met een jaarlijkse bijdrage. In plaats van een jaarlijkse bijdrage kan gekozen worden voor een eenmalige bijdrage. Dit beperkt de hypotheek en de daaruit voortvloeiende rentelasten. Argument 4.2 De gemeentelijke garantstelling wordt beperkt of kan zelfs vervallen Sliedrecht Sport vraagt de gemeente om een garantstelling voor de hypotheekverstrekker. Een garantstelling neemt een risico met zich mee. Het gemeentelijk beleid vanuit STOER is een beperking van de gemeentelijke garantstellingen. Een eenmalige bijdrage verlaagt de benodigde hypotheek. Daarmee wordt ook de door Sliedrecht Sport benodigde garantstelling verlaagd. De garantstelling wordt deels door de Stichting Waarborgfonds Sport gedragen. De inzet van de gemeente is om in dit specifieke geval geen garantstelling te behoeven verlenen. Argument 5.1 De denklijnen uit STOER worden gevolgd. Denklijn 1 uit STOER is Eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid staan voorop. Denklijn 2 uit STOER is De trekkersrol in (her)ontwikkelingsprojecten ligt bij andere partijen. Vanuit deze denklijnen is privatisering, gecombineerd met een faciliterende rol van de gemeente een logisch gevolg. De exploitatie van de sporthal geschiedt daarbij voor rekening en risico van Sliedrecht Sport.

16 - 4 - Argument 5.2 De fiscale constructie wordt getoetst in de uitwerkingsfase. Sliedrecht Sport stelt voor een beheersstichting op te richten. Deze beheersstichting zal het gebouw gaan verhuren. Dit biedt fiscale voordelen. De achterliggende berekeningen van Sliedrecht Sport gaan uit van dit voordeel. De toets van deze fiscale constructie vindt in de uitwerkingsfase plaats. Om deze reden is instemming van de belastingdienst opgenomen als voorwaarde voor het besluit. Argument 5.3 Er is nog geen overeenkomst opgesteld. Voor het verstrekken van een bijdrage zal in de uitwerkingsfase een overeenkomst worden opgesteld. Het uitgangspunt van deze overeenkomst is dat de hal in Benedenveer minimaal net zoveel voordeel biedt voor de breedtesport als de uitbreiding van De Stoep zou bieden. De overeenkomst is als voorwaarde opgenomen voor het besluit. Kanttekeningen Kanttekening 1.1 Benedenveer is een potentiële woningbouwlocatie. Benedenveer biedt momenteel een groen-kwaliteit. In het verleden heeft de gemeenteraad echter al ingestemd met plannen voor deze locatie. Het betrof woningbouwplannen. Vanwege de stagnerende markt zijn deze plannen uitgesteld. Realisatie van de sporthal neemt met zich mee dat er definitief een streep wordt gezet door de woningbouwplannen in het noordwesten van Benedenveer. Het betreft de appartementen op de gronden van de gemeente en van ontwikkelaar Blokland. Het financiële effect van het doorhalen van de woningbouwplannen is beperkt. Er wordt uitgegaan van een bouwrijpe grondprijs voor woningbouw van 250 / m 2 over 10 jaar. Om dit vergelijken moet deze grondprijs netto contant (waarde nu) gemaakt worden. De netto contante waarde is 168 / m 2. Het verschil met de bouwrijpe grondprijs voor maatschappelijke ontwikkelingen ( 160 / m 2 ) is zeer beperkt. Kanttekening 3.1 De nieuwe hal heeft effect op exploitaties van andere gemeentelijke accommodaties. De realisatie van een extra veld neemt met zich mee dat de bestaande accommodaties iets minder verhuurd zullen worden. Het totale jaarlijkse effect op de exploitaties van de bestaande gemeentelijke hallen is in de huidige situatie geraamd op Dit effect wordt opgevangen met een taakstelling voor de exploitaties van de bestaande hallen. Kanttekening 4.1De gevolgen van het verstrekken van een eenmalige bijdrage worden in de uitwerkingsfase verkend Een eenmalige bijdrage kan financiële voordelen bieden (argumenten 4.1 en 4.2). Vanuit de denklijnen uit STOER is een eenmalige bijdrage een logisch gevolg (argument 5.1). Er is echter nog geen volledig beeld van de gevolgen van het verstrekken van de bijdrage als eenmalige bijdrage. In de vervolgfase dient onderzocht te worden welke mate van zekerheid verkregen kan worden bij een eenmalige bijdrage. Sliedrecht Sport staat negatief tegenover het doorleggen van een aanbestedingsplicht. Zij ervaren dat als het ontnemen van vrijheden. Bij een jaarlijkse bijdrage van de gemeente is er geen verplichting om de aanbestedingsplicht door te leggen. Dit dient opnieuw onderzocht te worden voor het geval er sprake is van een eenmalige bijdrage. Kaderstellende en controlerende aspecten t.b.v. de gemeenteraad, uitgesplitst in: Financiële kaders In dit voorstel wordt een principe-besluit gevraagd om het financieel kader te verruimen van jaarlijks tot jaarlijks. Dit besluit dient uitgewerkt te worden om een budgetaanvraag te kunnen doen. Er zijn alternatieve constructies mogelijk. Dit raadsvoorstel legt de kaders vast waar binnen in de uitwerkingsfase afspraken worden gemaakt. Er worden op dit moment nog geen keuzes

17 - 5 - voorgelegd over de constructies. Keuzes binnen de kaders die in de uitwerkingsfase zullen worden gemaakt zijn in ieder geval: - de keuze tussen een jaarlijkse of een eenmalige bijdrage - de keuze om gemeentegrond te verkopen of te verpachten In kanttekening 3.1 is een effect op de overige gemeentelijke exploitaties van genoemd. Dit bedrag is bepaald aan de hand van een behoefte-analyse, waarbij rekening is gehouden met voorziene ontwikkelingen (groei SKC Merwede en vraag naar sportruimte voor zaalvoetbal). De behoefte-analyse is feitelijk een raming. Het is bijvoorbeeld door aanpassing van tarieven denkbaar dat het werkelijke effect op de gemeentelijke accommodaties groter of kleiner is. Tevens wordt er een krediet aangevraagd van ,= voor de voorbereidingskosten tot en met Dit bedrag bestaat uit: - reeds gemaakte kosten ,= - nog te maken kosten ,= - nog te maken kosten ,= - nog te maken kosten ,= TOTAAL ,= De kosten in 2013 ad ,= zijn al geraamd bij de post Nog toe te rekenen apparaatskosten/ afdeling projecten. Voor de kosten 2014/2015 ad ,= wordt een voorbereidingskrediet aangevraagd. De kapitaalslasten komen t.z.t. ten laste van de Stelpost uitbreiding sportaccommodaties. Wettelijke en Beleidskaders, eventueel inhoudelijke/ruimtelijke kaders N.v.t. Tijdspad, monitoring en evaluatie mb.t. voorgesteld raadsbesluit raad businesscase Bp* / omgevingsvergunning overeenkomsten (OK) Programma van eisen uitwerken in bouwplan formele procedures uitwerken bouwlogistiek raad (bp*) bouw risico * bp = bestemmingsplan jaar kwartaal Communicatie Sliedrecht Sport is de eerst verantwoordelijke voor de communicatie. De directe omgeving dient goed geïnformeerd te worden over de ontwikkeling, het proces en de situatie tijdens de bouwfase. De eerste verantwoordelijkheid voor de formele communicatie in het kader van het bestemmingsplan en de vergunningen ligt altijd bij de gemeente. Voor zowel het basisscenario als alle alternatieven is een bestemmingswijziging nodig. De inspraak hierop is wettelijk geregeld.

18 - 6 - Vervolg De planning is in dit voorstel opgenomen. Sliedrecht Sport is als initiatiefnemer de eerstverantwoordelijke voor dit project en de planning. De gemeente heeft in eerste instantie een faciliterende rol. Omdat de gemeente een bijdrage doet, gekoppeld aan breedtesport, zal echter ook door de gemeente gestuurd worden op het tijdig behalen van het resultaat. Bijdrage Er zal een overeenkomst worden aangeboden aan de gemeenteraad. In deze overeenkomst zullen zijn opgenomen: de keuze tussen een jaarlijkse of eenmalige bijdrage, de hoogte van de bijdrage en de voorwaarden voor de bijdrage. Voor zover noodzakelijk zullen in deze overeenkomst ook afspraken worden gemaakt over een garantstelling. Bestemmingswijziging De anterieure overeenkomst zal aangegaan worden onder het voorbehoud van instemming van de gemeenteraad. In deze overeenkomst worden afspraken vastgelegd over de bestemmingsplankosten en grondzaken. Het is nog onbekend welk gremium verantwoordelijk is voor de bestemmingswijziging. Dat is afhankelijk van de methode die verkozen wordt: een nieuw bestemmingsplan of een omgevingsvergunning. Eerdere besluiten/behandeling raad Raadsbesluit 7 december In te stemmen met de resultaten en conclusies van het onderzoek naar de huidige en toekomstige behoefte aan capaciteit binnensportaccommodaties voor de sportverenigingen in Sliedrecht; 2. In te stemmen dat er vier verschillende scenario s voorhanden zijn met betrekking tot het aanbod aan binnensportaccommodatie, te weten: (I) Geen uitbreiding van binnensportaccommodaties; (II) Uitbreiding met het formaat sportzaal; (III) Uitbreiding met formaat sporthal 2; (IV) Uitbreiding met formaat sporthal 2 en formaat sportzaal; 3. In te stemmen met de uitbreiding van tweemaal het formaat sportzaal; 4. De gewenste uitbreiding uit efficiëntie overwegingen in één accommodatie te realiseren; 5. De genoemde uitbreiding te realiseren als uitbreiding aan de bestaande sporthal de Stoep; 6. Deze uitbreiding aan zaalcapaciteit verder uit te laten werken. Raadsbesluit 8 februari 2010 De Algemene Subsidieverordening Sliedrecht 2010 vast te stellen; Het subsidiebeleidsplan 2010 vast te stellen; Kennis te nemen van de subsidiebeleidsregels Burgemeester en wethouders van Sliedrecht, De secretaris, De burgemeester, drs. C.A. de Haas MBA drs. A.P.J. van Hemmen

19 - 7 - Bijlage(n): Conceptraadsbesluit met de volgende bijlagen: 1. businesscase Uitbreiding Binnensportaccommodaties Sliedrecht 1.1 d.d. 30 oktober 2013 met vertrouwelijke bijlagen 2. businessplan Sliedrecht Sport Locatie Benedenveer 3. afgevallen ideeën 4. quickscan behoefte 5. begrotingswijziging

20 Concept Raadsbesluit zaaknummer: Onderwerp: Businesscase Uitbreiding Binnensportaccommodaties Sliedrecht De raad van de gemeente Sliedrecht; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2013; Besluit: 1. In te stemmen met een sporthal met drie velden in Benedenveer; 2. In te stemmen met een geprivatiseerde exploitatie van de nieuwe sporthal; 3. In te stemmen met verruiming van het budgettair kader tot maximaal jaarlijks 4. Het college opdracht te geven om de gevolgen en risico s in kaart te brengen van het verstrekken van een eenmalige bijdrage ten opzichte van een jaarlijkse bijdrage; 5. Het college bij de uitwerking van beslispunt 4 de volgende kaders mee te geven: a. De gemeente Sliedrecht vervult een faciliterende rol bij de realisatie van de sporthal; b. De exploitatie van de sporthal geschiedt voor rekening en risico van de initiatiefnemer; c. Om de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van sport te waarborgen wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten met de initiatiefnemer; d. Er wordt een positief deskundigenadvies verkregen over de door de initiatiefnemer gekozen fiscale constructie 6. Ten behoeve van de gemeentelijke voorbereiding een krediet beschikbaar te stellen van , en de jaarlijkse kapitaallasten te dekken uit de jaarlijkse stelpost Uitbreiding Sportaccommodaties ; 7. De bijgevoegde begrotingswijziging vast te stellen. Vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Sliedrecht op De griffier, De voorzitter, A. Overbeek drs. A.P.J. van Hemmen

21 Raadsvoorstel Aan de raad van de gemeente Sliedrecht Zaaknummer: Sliedrecht, 5 november 2013 Onderwerp: Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Drechtsteden vanaf Beslispunten 1. Vaststellen van het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Drechtsteden met de daarbij behorende Algemene Inkoopvoorwaarden. 2. De ingangsdatum te bepalen op 1 januari Samenvatting Met het in werking treden van de nieuwe Aanbestedingswet 2012 is regionaal besloten met het project Inkoop Nieuwe stijl te starten. Met de actualisatie van het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Drechtsteden worden de kaders afgestemd op de nieuwe wetgeving en borgen tevens de lokale beleidskaders en bestuurlijke speerpunten. Regionaal is afgesproken dat het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Drechtsteden vanaf 2014 per 1 januari 2014 ingaat. Inleiding Op 6 september 2012 heeft het Drechtstedenbestuur ingestemd met de start van het project Inkoop Nieuwe Stijl. In het kader van dit project is een evaluatie en herijking van het Aanbestedingsbeleid uitgevoerd in Het resultaat daarvan is het Inkoop- en aanbestedingsbeleid van de Drechtsteden en de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden vanaf Het Inkoop- en aanbestedingsbeleid Drechtsteden vanaf 2014 sluit aan bij de Aanbestedingswet 2012, die op 1 april 2013 in werking is getreden. Daarnaast zijn de resultaten uit de ambtelijke en bestuurlijke evaluatie van het huidige Aanbestedingsbeleid verwerkt, waarbij ruimte wordt geboden voor de invulling van de bestuurlijke speerpunten zoals duurzaamheid, Social Return on Investment, regionale en lokale economie. Tegelijkertijd met de herijking van het beleid zijn ook de Algemene Inkoopvoorwaarden geactualiseerd, zodat ook deze in lijn zijn met vigerende wetgeving en het herijkte Inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid van de Drechtsteden en de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden vanaf 2014 wordt tezamen met de Algemene Inkoopvoorwaarden Drechtsteden vanaf 2014 hierna aangehaald als Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Drechtsteden vanaf 2014.

22 - 2 - Beoogd effect Te komen tot een eensluidend vastgesteld Inkoop- en Aanbestedingsbeleid voor de Drechtsteden en de deelnemers aan de GR Drechtsteden per 1 januari 2014 inclusief de Algemene Inkoopvoorwaarden Drechtsteden, waarbij de nieuwe wetgeving, een evaluatie en bestuurlijke speerpunten zijn verwerkt. Argumenten 1.1 Door nieuwe wetgeving moet het huidige aanbestedingsbeleid (2008) aangepast worden. Op 1 april jl. is de Aanbestedingswet 2012 in werking is getreden. Om aan deze wetgeving te voldoen is het van belang dat het huidige aanbestedingsbeleid (2008) hierop afgestemd wordt. Op 6 september 2012 heeft het Drechtstedenbestuur daarom ingestemd om te starten met het project Inkoop Nieuwe Stijl. In het kader van dit project is een herijking van het Aanbestedingsbeleid uitgevoerd in Het resultaat daarvan is het nieuwe document Inkoop- en aanbestedingsbeleid Drechtsteden (bijlage 1). Dit beleid sluit aan bij de voorschriften uit de nieuwe aanbestedingswet. Tegelijkertijd met de herijking van het beleid zijn ook de Algemene Inkoopvoorwaarden geactualiseerd (bijlage 2) zodat ook deze in lijn zijn met vigerende wetgeving en het herijkte Inkoopen Aanbestedingsbeleid. 1.2 De evaluatieresultaten uit de Drechtstedengemeenten zijn meegenomen. Het Aanbestedingsbeleid is zowel ambtelijke als bestuurlijke geëvalueerd bij de Drechtstedengemeenten en de deelnemers aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden (middels schriftelijke evaluatie en interviews). Voor Social Return on Investment heeft afstemming plaatsgevonden met de werkgroep SRoI onder het project Participatiewet. Voor duurzaamheid heeft zowel ambtelijke afstemming plaatsgevonden alsook afstemming met de regionaal bestuurlijk portefeuillehouder. Ook is er afstemming geweest met ondernemers in de Drechtsteden middels de platforms Werkgevers Drechtsteden en Bouwend Nederland. De resultaten (bijlage 3) zijn verwerkt in het nieuwe beleid waarbij ruimte wordt geboden voor de invulling van de bestuurlijke speerpunten zoals duurzaamheid, Social Return on Investment, regionale en lokale economie. 1.3 Na instemming van het Drechtstedenbestuur moeten de lokale gemeenten het nieuwe beleid nog vaststellen. Op 3 oktober 2013 heeft het Drechtstedenbestuur met het Inkoop- en Aanbestedingsbeleid Drechtsteden en de Algemene Inkoopvoorwaarden ingestemd en vastgesteld voor de GR deelnemers. De route voor regionale en lokale besluitvorming ligt in lijn met het voorstel voor herijking van het Aanbestedingsbeleid. De vaststelling door de lokale colleges en gemeenteraden is voorzien in de periode oktober tot en met december Een eensluidend beleid vanaf 2014 binnen de Drechtsteden-organisaties is van belang. Omdat het gaat om regionaal beleid is eenduidige besluitvorming binnen de Drechtsteden-organisaties van belang. Wanneer lokale besluitvormingstrajecten uiteenlopen in de tijd qua vaststelling resp. wanneer de inhoudelijke lokale besluiten uiteenlopen bemoeilijkt dit de regionale samenwerking op het vlak van Inkoop- en aanbesteding, omdat dan niet kan worden uitgegaan van eensluidend beleid bij het uitvoeren van regionale aanbestedingen. Kanttekeningen 1.1 Het Inkoophandboek moet nog worden opgesteld Het Inkoop- en aanbestedingsbeleid Drechtsteden vanaf 2014 maakt een onderscheid tussen het beleidskader en het praktische uitvoeringsinstrumentarium (het Inkoophandboek). Dit Inkoophandboek moet nog worden opgesteld en zorgt voor de praktische vertaling van de beleidskaders naar de uitvoerende lijnorganisatie.