November Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "November 2006. Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen"

Transcriptie

1 November 2006 Tandheelkunde Radboud Universiteit Nijmegen

2 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus RA Utrecht Telefoon: Fax: Internet: QANU Tekst en cijfermateriaal uit deze uitgave mogen, na toestemming van QANU en voorzien van bronvermelding, door middel van druk, fotokopie, of op welke andere wijze dan ook, worden overgenomen. 2 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

3 Inhoudsopgave * Voorwoord 5 Voorwoord voorzitter visitatiecommissie 7 Deel I Algemeen deel 9 1. Inleiding De betrokken opleidingen Samenstelling en taak van de commissie Werkwijze commissie Referentiekader Algemene bevindingen 23 Deel II Opleidingsdeel Radboud Universiteit Nijmegen (RU) 31 Bijlagen 57 Bijlage A: Opleidingsgegevens 59 Bijlage B: Curricula vitae van de leden van de visitatiecommissie 61 Bijlage C: Algemeen schema bezoeken visitatiecommissie Tandheelkunde 65 Bijlage D: Overzicht scores opleiding Tandheelkunde 67 Bijlage E: English summary 69 * Ten behoeve van accreditatie is per instelling een deelrapport vervaardigd. Dit rapport kan op bepaalde plekken nog refereren aan de drie gevisiteerde instellingen. QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 3

4 4 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

5 VOORWOORD Dit rapport is onderdeel van de kwaliteitsbeoordeling van universitaire bachelor- en masteropleidingen in Nederland. Het doel van het rapport is om een betrouwbaar beeld te geven van de resultaten van de voor beoordeling voorgelegde opleidingen, een terugkoppeling te geven naar de interne kwaliteitszorg van de betrokken organisaties en als basis te dienen voor de accreditatie van de betrokken opleidingen door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). QANU beoogt onafhankelijke, objectieve en kritische beoordeling te laten plaatsvinden en om opbouwende kritiek te leveren, zo veel mogelijk uitgaande van een gestandaardiseerde set van kwaliteitscriteria met oog voor specifieke omstandigheden. De Visitatiecommissie Tandheelkunde van QANU heeft haar taken met grote toewijding uitgevoerd in een periode die wordt gekenmerkt door de overgang naar de bachelor-masterstructuur. De opleidingen zijn beoordeeld op een grondige en zorgvuldige manier en binnen een duidelijk beoordelingskader. Wij verwachten dat de oordelen en de aanbevelingen in zorgvuldige overweging zullen worden genomen door de betrokken opleidingen, faculteitsbesturen en Colleges van Bestuur. Wij zeggen dank aan de voorzitter en de leden van de visitatiecommissie voor hun bereidheid deel te nemen aan deze beoordeling en voor de toewijding waarmee ze hun taak hebben uitgevoerd. Ook gaat onze dank uit naar de staf van de betrokken afdelingen aan de universiteiten voor hun inspanningen en hun medewerking aan deze beoordeling. drs. J.G.F. Veldhuis voorzitter van het bestuur van QANU mr. C.J. Peels directeur van QANU QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 5

6 6 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

7 VOORWOORD VOORZITTER VISITATIECOMMISSIE Dit eindrapport is het product van een intense samenwerking tussen de drie opleidingen Tandheelkunde, QANU en de visitatiecommissie. Samen hebben ze veel tijd en energie gegeven aan de voorbereidingen, de visitatie zelf en het eindrapport. In het korte voorwoord wil ik, als voorzitter van de commissie, enkele algemene aspecten beklemtonen, die bij de commissie leefden en de commissieleden nog tot zorg zijn. De commissie stelt met grote tevredenheid vast dat, rekening houdend met de nationale Nederlandse vereisten en met de internationale criteria, de drie opleidingen Tandheelkunde van hoog niveau zijn en in vele opzichten een voorbeeld zijn voor de andere Europese opleidingen. De commissie had als taak de opleidingen te toetsen aan zes Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) kwaliteitscriteria, onderverdeeld in 21 facetten. De commissie had meerdere malen de indruk te strak gebonden te zijn door het hieruit voortkomende QANU kader. Te meer omdat bepaalde facetten niet altijd duidelijk omschreven en soms overlappend zijn. Op bepaalde punten blijkt het niet altijd even geschikt voor de beoordeling van een sterk praktisch en klinisch georiënteerde opleiding als de opleiding Tandheelkunde. De NVAO wordt in overweging gegeven de zes kwaliteitscriteria en de 21 facetten te individualiseren, rekening houdend met de karakteristieken van het te beoordelen onderwijs. De commissie vond het een probleem, dat de bachelor-master structuur pas was ingevoerd en de opleidingen ook net voor die invoering belangrijke veranderingen in het programma hadden doorgevoerd. Veel facetten moesten beoordeeld worden op basis van een zeer korte ervaring met het nieuwe curriculum, waaraan de onvermijdelijke groeipijnen verbonden zijn, en op basis van de plannen en verwachtingen. De beoordeling van bepaalde facetten moest deels dus wel gebaseerd zijn op inhoudsbeschrijvingen, de motivatie en het enthousiasme van bestuur, docenten en studenten en overige nauw betrokkenen zoals alumni, geaffilieerde instellingen en (potentiële) partneropleidingen. De commissie heeft haar best gedaan om daarbij zo objectief mogelijk te blijven. Een bijzonder aandachtspunt van de commissie was het wetenschappelijk aspect van het onderwijs, waarbij onder meer werd gekeken naar het creëren van een wetenschappelijke attitude bij de studenten én naar het aantal gepromoveerde docenten en stafleden. Dit is voor een praktisch en klinisch gerichte opleiding als de Tandheelkunde een moeilijk probleem in alle landen van Europa. Aan de opleidingen in Nederland is opgelegd om snel werk te maken van de bachelor-master structuur, maar om dit project goed te realiseren heeft men een wetenschappelijk getrainde staf nodig. De opleiding is niet gebaat bij een aantal gepromoveerde docenten met hoog wetenschappelijke proefschriften maar met weinig interesse voor de klinische praktijk binnen de opleiding, maar ook niet bij snel promoverende docenten op proefschriften van weinig niveau. Dit laatste zou het wetenschappelijke niveau nivelleren. Voor de drie opleidingen is dit aspect een moeilijk probleem in de komende jaren waarbij een realistisch evenwicht zal moeten worden gevonden. In het eindrapport heeft de commissie ook de nodige aandacht gegeven aan het studierendement. De commissie vond dit in alle drie de opleidingen te laag. De opleidingen (en ook de studenten) krijgen veel geld van de gemeenschap, geld dat men zuinig en efficiënt moet gebruiken. Bij het bestuur, de docenten en de studenten was er wel eens een te onverschillige en te berustende houding ten opzichte van dit lage studierendement. Rendement kan echter geen doel op zich zijn. Een hoger rendement mag niet worden gehaald door de slaagcriteria te verlagen, maar in tegendeel door een nog betere en intensievere begeleiding en door de studenten zeer expliciet en nadrukkelijk op hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te wijzen. Als voorzitter ben ik persoonlijk van mening, dat dringend werk moet worden gemaakt van QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 7

8 meer aan de Tandheelkunde aangepaste selectiecriteria wat zeker kan bijdragen tot een hoger studierendement op een hoog kwaliteitsniveau. Een ander punt van zorg van de commissie is de discrepantie, die er is tussen de maatschappelijke (opgelegde) evolutie mondzorgkunde mondarts en de manier waarop de universitaire opleidingen zich daarop voorbereiden. Veel concrete plannen schijnen de opleidingen niet te hebben, wat in de zeer nabije toekomst tot grote problemen en spanningen zou kunnen leiden. De commissie heeft goed werk kunnen leveren, omdat de zelfstudies van goede kwaliteit waren. Ze vormden de essentiële basis voor de voorbereidingen en voor de bezoeken ter plaatse. De commissie werd door de drie opleidingen goed ontvangen en de opleidingen waren goed voorbereid op de bezoeken. Alle nodige materialen en alle informatie waren ter beschikking of werden op verzoek ter beschikking gesteld. Inzet en bijdrage van de drie opleidingen verdienen alle lof. De gesprekken waren open en constructief, maar volgens sommigen soms wat te indringend. De commissie heeft er altijd de nadruk op gelegd, dat ze kwam om te evalueren en om de opleidingen een beter inzicht te geven in hun eigen werking en niet als een groep inquisiteurs. De lezer van dit rapport zal zich realiseren, dat tussen het opstellen van de zelfevaluatie door de opleidingen, de bezoeken ter plaatse met de mondelinge rapportage, het schrijven van het rapport in de definitieve versie, meer dan anderhalf jaar is verlopen. De opleidingen hebben al gunstig gereageerd op onze voorlopige opmerkingen en de commissie ziet duidelijke aanzetten tot verbetering van bepaalde aspecten. Als voorzitter wens ik alle leden van de commissie te danken voor de grote betrokkenheid, de goede samenwerking en de goede verstandhouding. De visitatie bleek een tijdrovende taak. Elk lid heeft vanuit zijn eigen perspectief, ervaring en achtergrond bijgedragen tot een succesrijke, positieve visitatie en tot dit eindrapport. De internationale samenstelling van de visitatiecommissie met ondermeer prof. dr. M. Jones (Cardiff University) was daarbij een voordeel. Ook de twee studenten in de commissie hebben zich, rekening houdend met hun soms delicate positie, zeer goed van hun taak gekweten. De secretaris, toegevoegd vanuit QANU, was een onmisbare schakel in het geheel; hij heeft de andere commissieleden ontlast van de vele praktische beslommeringen en van het minutieus bijhouden van de opmerkingen, vragen en antwoorden tijdens de vele lange gesprekken, die de commissie heeft gevoerd. De commissie hoopt dat dit rapport een significante bijdrage moge zijn tot het verder verbeteren, bijsturen en verfijnen van de drie opleidingen Tandheelkunde in de komende jaren. prof. em. dr. J. A. De Boever Voorzitter Visitatiecommissie Tandheelkunde 8 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

9 DEEL I: ALGEMEEN DEEL QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 9

10 10 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

11 1. Inleiding In het kader van het stelsel dat de Nederlandse universiteiten hebben ontwikkeld voor de externe kwaliteitszorg van hun onderwijs heeft de Visitatiecommissie Tandheelkunde in de loop van de periode oktober tot en met november 2005 een bezoek gebracht aan de drie Nederlandse academische opleidingen Tandheelkunde. Het rapport van de opleiding is opgenomen in Deel II. In dit verslag heeft de commissie de opleiding getoetst tegen de criteria van het beoordelingskader van NVAO en de aangereikte toelichting hierop door QANU, het QANU-kader versie 3.1. In hoofdstuk 7 van Deel I geeft de commissie een algemeen inzicht in de stand van zaken van de Tandheelkundige opleidingen in Nederland en de meest saillante aspecten, die hier aan gerelateerd zijn. Ook worden hierin de positionering van de Tandheelkunde opleidingen ten opzichte van elkaar en de positionering van de opleidingen in internationaal perspectief beschreven. De eerste hoofdstukken van Deel I richten zich op de introductie van de visitatiecommissie, haar werkwijze en het gehanteerde referentiekader. QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 11

12 12 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

13 2. De betrokken opleidingen De volgende opleidingen zijn in het kader van deze visitatie bezocht (opleidingsgegevens bijlage A): Radboud Universiteit Nijmegen (19, 20 en 21 september 2005): de ongedeelde opleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 6560) de bacheloropleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 56560) de masteropleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 66560) De opleidingen worden verzorgd binnen het Universitair Medisch Centrum St Radboud, waarbinnen het Cluster Tandheelkunde is opgenomen. Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) (10, 11 en 12 oktober 2005): de ongedeelde opleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 6560) de bacheloropleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 56560) de masteropleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 66560) De opleidingen worden verzorgd binnen ACTA, het samenwerkingsverband tussen de faculteiten Tandheelkunde van de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit. Rijksuniversiteit Groningen (RUG) (31 oktober, 1 en 2 november 2005): ongedeelde opleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 6560) de bacheloropleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 56560) de masteropleiding Tandheelkunde (CROHO-nummer 66560) De opleiding Tandheelkunde is ondergebracht bij de Faculteit der Medische Wetenschappen van de RUG, die tezamen met het Academisch Ziekenhuis Groningen het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) vormt. QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 13

14 14 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

15 3. Samenstelling en taak van de commissie De Visitatiecommissie Tandheelkunde bestond uit de volgende personen: Voorzitter van de commissie: prof. dr. J.A. de Boever, Emeritus Gewoon hoogleraar Kroon- en Brugwerk en Parodontologie, Universiteit Gent; Overige leden: prof. dr. F. Bosman, Emeritus hoogleraar Orale Pathofysiologie, UMC Utrecht; prof. dr. Th.J. ten Cate, Directeur expertisecentrum Onderwijs en Opleidingen, UMC Utrecht; drs. A.C, Honingh, Student Radboud Universiteit Nijmegen; drs. J. t Hooft, Tandarts, Groningen; prof. dr. M.L. Jones, Dean of Dentistry, Cardiff University; drs. P.W. van Schendel, student, ACTA, Amsterdam. Tot secretaris van de commissie werd benoemd: drs. W. de Boer. Het secretariaat werd na het bezoek aan Nijmegen overgenomen door drs. ir. W. Meulepas. In bijlage B zijn de curricula vitae van de leden opgenomen, waaruit de deskundigheid, het gezag en de onafhankelijkheid van de commissieleden mag blijken. Overigens hebben de commissieleden in een onafhankelijkheidsverklaring kenbaar gemaakt een volkomen onafhankelijke positie ten opzichte van de te visiteren opleidingen in te kunnen nemen en vrij te zijn van elk denkbare verstrengeling van belangen. De studentleden hebben zich, waar hun eigen opleiding betreft, afzijdig gehouden bij de oordeelsvorming van hun eigen opleiding. Op grond van het instellingsbesluit van de commissie daterend van was het de taak van de commissie om op basis van de door de faculteiten aan te leveren informatie en door middel van ter plaatse te voeren gesprekken 1) een oordeel te geven over de verschillende kwaliteitsaspecten van de betrokken opleidingen, zoals beschreven in het QANU-kader (januari 2004), 2) op basis daarvan vast te stellen of de opleidingen naar haar oordeel voldoen aan de criteria voor basiskwaliteit en 3) de aspecten van de opleidingen te identificeren die naar haar oordeel voor verbetering vatbaar zijn. QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 15

16 16 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

17 4. Werkwijze van de commissie Voorafgaand aan de installatie van de commissie heeft op 4 maart 2005 een kennismakingsbijeenkomst tussen de voorzitter van de commissie, prof. De Boever, en de voorzitter van het discipline overleg Tandheelkunde, prof. Burgersdijk, in aanwezigheid van QANU-directeur, mr. Peels, en QANU-coördinator, drs. Wamelink, plaatsgevonden. In dit overleg zijn de Nederlandse commissieleden voorgedragen en zijn afspraken gemaakt over de participatie van een buitenlands lid. Ook zijn afspraken gemaakt over het te hanteren referentiekader. Naast een korte toelichting op het accreditatiestelsel en het daaruit voortvloeiend aangepaste visitatiestelsel zijn ook de bijzondere kenmerken van deze visitatie Tandheelkunde besproken. Met name de recente introductie van het nieuwe curriculum, gekenmerkt door een omzetting van de oude ongedeelde opleiding in een nieuwe gedeelde opleiding met een bachelor- en een masterfase, waarmee de opleidingen nog slechts beperkt ervaring hebben, is aan de orde geweest. Hierbij is aangegeven, dat de overgangsregeling ruimte biedt tot het deels ex ante beoordelen van de opleidingen, waarbij haalbaarheid van plannen een wezenlijk onderdeel van de visitatie dient uit te maken. Tenslotte zijn afspraken over de planning van de visitatiebezoeken gemaakt. De commissie hield haar installatievergadering op 16 augustus 2005 in Utrecht. Zij werd formeel geïnstalleerd door de voorzitter van het QANU-bestuur, drs. J. Veldhuis. Na de installatievergadering is het formele instellingsbesluit van de commissie vanuit QANU verspreid onder de daarvoor in aanmerking komende instanties (colleges van bestuur, faculteitsbesturen, Nederlans-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO), Vereniging van Universiteiten in Nederland (VSNU), het Ministerie van Onderwijs Cultuur & Wetenschap, etcetera). Tijdens de installatievergadering zijn afspraken gemaakt op de volgende punten: de te volgen werkwijze; de globale dagindeling van de visitatiebezoeken; het beschikbaar stellen van aanvullende informatie over de opleiding en de opleidingsresultaten; het gebruik van het referentiekader; verdeling in globale zin van aandachtsgebieden tussen de commissieleden; toelichting op het te volgen QANU-kader met de hierin opgenomen NVAO-criteria. Circa een maand voor het eerste bezoek ter plaatse werd duidelijk, dat de secretaris van de commissie, de heer W. de Boer, deze taak niet zou kunnen afronden vanwege een verandering van baan. Als plaatsvervanger werd de heer W. Meulepas bereid gevonden het secretariaat over te nemen, na het bezoek aan de opleiding Tandheelkunde te Nijmegen. Op basis van de conclusies uit de installatievergadering is vanuit bureau QANU contact opgenomen met alle betrokken lokale visitatiecoördinatoren en is de voorbereiding van elk visitatiebezoek in onderling overleg tussen de visitatiecoördinator en de secretaris van de visitatiecommissie ter hand genomen. Laatstgenoemde heeft daartoe ongeveer één maand voorafgaand aan elk visitatiebezoek een bezoek gebracht aan elke instelling. Daarbij werden concrete afspraken gemaakt over de invulling van het bezoek op basis van het globale dagprogramma, dat de commissie had vastgesteld. Namens de commissie is bij de voorbereiding van elk visitatiebezoek verzocht om tijdens het bezoek inzage te kunnen krijgen in informatiemateriaal, zoals vakkenroosters, gebruikte onderwijsliteratuur, tentamenopgaven, richtlijnen en regelingen voor stages en scripties, evaluatieverslagen van het onderwijs (inclusief jaaroverzichten), gebruikte handboeken kwaliteitszorg, notulen van de opleidingscommissie en examencommissie en beleidsstukken. Voorafgaand aan of tijdens de visitatiebezoeken is door commissieleden kennis QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 17

18 genomen van deze informatie. Van elke opleiding zijn door commissieleden een aantal eindscripties beoordeeld, waarvan de resultaten bij QANU gearchiveerd zijn. Tevens is voorafgaand aan de bezoeken door de secretaris een analyse van zelfstudies aan de commissieleden gezonden, waarbij de opleidingsinformatie getoetst is aan het QANU-referentiekader. Dit is ook gedaan door één van de commissieleden. De voorbereiding op de bezoeken heeft plaatsgevonden op basis van de zelfstudie van de opleiding, de analyse van de zelfstudie en tevoren opgevraagde aanvullende informatie. Elk bezoek duurde twee en een halve dag en begon op de eerste dag met een korte kennismaking met het opleidingsmanagement, gevolgd door een bespreking in commissieverband van de tevoren doorgenomen informatie. Op basis hiervan zijn lijsten met vragen en aandachtspunten, verbijzonderd naar de gesprekspartners en commissies, samengesteld. Op de tweede dag zijn de gesprekken gevoerd met verschillende instanties en personen, zoals de opstellers van de zelfstudie, docenten, de verantwoordelijken voor kwaliteitszorg (studenten apart), de leden van de opleidingscommissie (studenten apart), verschillende groepen studenten (waarbij het deels aan hen zelf was overgelaten wie namens hen met de commissie zou spreken), leden van de wetenschappelijke staf, vertegenwoordigers van de examencommissie, studieadviseurs/-begeleiders, onderwijs/-curriculumcoördinatoren, en opleidingsmanagement/ faculteitsbestuur. Ook met andere relevante partijen zoals tandartsen (alumni), mondhygiënisten en opleidingsdirecties van de opleiding Mondhygiëne is gesproken. Bijlage 3 geeft het algemeen schema weer van de bezoeken van de commissie. Tijdens elk bezoek heeft de commissie een extra, ruim van tevoren breed aangekondigd spreekuur ingelast, waar zowel studenten als docenten de gelegenheid hadden om een specifiek punt in een persoonlijk gesprek onder de aandacht van de commissie te brengen. Belangstellenden konden zich daarvoor direct bij de secretaris van de commissie aanmelden. Bij het bezoek aan Nijmegen en Amsterdam is van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Bij alle bezoeken heeft de commissie de gelegenheid gehad om zich een beeld te vormen van de beschikbare faciliteiten. Onderdeel daarvan was ook een demonstratie van de plaatselijk gebruikte elektronische leeromgeving. Ook is commissieleden de gelegenheid gegeven om op basis van een toegekend wachtwoord zelf de elektronische leeromgeving te verkennen. Hiervan is gebruik gemaakt. In de persoon van prof. Jones zijn de faciliteiten ruim verkend. Hij heeft hiervan uitgebreid verslag uitgebracht bij de commissie en zijn bevindingen zijn verwerkt in de opleidingsrapporten. Direct na afronding van de visitatiegesprekken heeft de commissie haar eerste indruk van de in het QANU-kader opgenomen onderwerpen geformuleerd. Deze indruk is voor een breed gehoor door de voorzitter aan de opleiding gepresenteerd. De commissie heeft na alle visitatiebezoeken nog tweemaal een volledige dag over de eindrapportage en de oordelen van de opleidingen vergaderd. Tijdens deze dagen zijn op zorgvuldige wijze de oordelen voor de opleidingen besproken en vastgesteld, waarbij zowel op facetniveau als op onderwerpniveau onderstaande vierpuntsschaal is gehanteerd. Bijlage 4 geeft het totale overzicht van deze beoordeling per opleiding. 18 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

19 1 Onvoldoende Het kwaliteitsniveau ligt beneden de basisstandaard. 2 Voldoende Het kwaliteitsniveau beantwoordt aan de basisstandaard of basisnorm voor een universitaire opleiding. 3 Goed Het niveau van dit kwaliteitsaspect voldoet aan de verwachtingen, het is resultaat van doordacht beleid. 4 Excellent Met betrekking tot dit kwaliteitsaspect is een niveau gerealiseerd dat in alle opzichten (alle aandachtpunten) zeer goed is en de De conceptbeoordelingsrapporten per opleiding zijn in commissieverband vastgesteld en voor commentaar op feitelijke onjuistheden aangeboden aan de betrokken faculteitsbesturen. Hierop hebben de instellingen schriftelijk gereageerd. Tevens heeft naar aanleiding hiervan een gezamenlijke hoorzitting plaatsgevonden op 4 juli 2006 onder leiding van de voorzitter van het QANU-bestuur, drs J. Veldhuis. Hierbij zijn de instellingen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten nader toe te lichten. Van deze bijeenkomst is op vertrouwelijke wijze verslag gedaan aan de instellingen. De commissie heeft vervolgens alle ingebrachte commentaren besproken en, waar daartoe in haar ogen aanleiding bestond, verwerkt in de formulering van de definitieve beoordelingsrapporten. De tekst van haar integrale eindrapport heeft zij vastgesteld op 14 juli QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 19

20 20 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

21 5. Het referentiekader De opleiding is in de eerste plaats getoetst aan de criteria van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), en de aangereikte toelichting hierop door QANU, het QANU-kader versie 3.1. Hiermee samenhangend is tevens beoordeeld in hoeverre de eindtermen van de opleiding aansluiten bij algemene, internationaal geaccepteerde kwalificaties van een bachelor en master, zoals overeengekomen in de zogenaamde Dublin-descriptoren. Wat betreft het domeinspecifieke referentiekader heeft de commissie gebruik gemaakt van het Raamplan De universitaire opleidingseisen, beschreven in de Wet op het Hoger Onderwijs (WHW), zijn voor de Tandheelkunde opleidingen aangescherpt met specifieke opleidingseisen voor de tandarts, bepaald in de Wet op de Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) door middel van het Besluit opleidingseisen tandarts. Deze opleidingseisen zijn door de tandheelkundige opleidingen verder uitgewerkt in het Nederlandse Raamplan 2000 Tandartsopleiding. In dit Raamplan zijn de minimumeisen, waaraan de Nederlandse tandarts moet voldoen, opgenomen. Het is in samenwerking met de beroepsorganisatie tot stand gekomen. Ook binnen Europa zijn de opleidingen Tandheelkunde goed georganiseerd. De meerderheid, en zo ook de Nederlandse opleidingen, zijn lid van de European Association for Dental Education (ADEE). Vanuit deze organisatie is een profiel en een lijst met competenties voor de Europese tandarts ontwikkeld, waarmee het Raamplan goeddeels overeenkomt. Het domeinspecifieke referentiekader bestaat uit een aantal openbare documenten, de commissie volstaat hier met een verwijzing naar die documenten. Hoewel de commissie bekend is met alle genoemde kaders heeft zij zich vooral gericht op toetsing tegen het QANU-kader (inclusief de Dublin-descriptoren) en is tevens gekeken of de blauwdruk van de opleiding overeenkwam met de competenties, zoals genoemd in het Raamplan. De commissie doet hier in de opleidingsrapporten uitspraken over, waar dit van toepassing is. QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 21

22 22 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

23 6. Algemene bevindingen 6.1. Inleiding Gebaseerd op de zelfevaluatierapporten van de drie universitaire opleidingen Tandheelkunde in Nederland (ACTA, Rijksuniversiteit Groningen en Radboud Universiteit Nijmegen), de vele geconsulteerde documenten en de visitaties ter plaatse, komt de internationaal samengestelde visitatiecommissie Tandheelkunde tot de conclusie dat in Nederland tandartsen goed worden opgeleid. De Nederlandse opleidingen Tandheelkunde zijn van hoog niveau. Tegen deze achtergrond heeft de commissie enkele algemene thema s geïdentificeerd die naar haar oordeel niettemin de komende jaren de actieve aandacht van de opleidingen zullen vragen Onderscheid tussen de opleidingen De commissie heeft vastgesteld dat de opleidingen onderling verschillen. Hoewel voor elk van de opleidingen het raamplan Tandheelkunde, met de daarin vervatte eindtermen, als uitgangspunt heeft gediend, is de weg naar deze eindtermen bij de drie opleidingen verschillend. De commissie is van mening dat deze drie opleidingen niet noodzakelijkerwijs éénvormig behoeven te zijn en dat elke opleiding zijn eigen specifieke karakter met de eigen accenten kan en moet bewaren. De opleiding in Nijmegen biedt veel structuur en legt vooral de nadruk op de algemeen klinische, medische vorming. Nijmegen legt een zwaar accent op de beroepsopleiding. De studenten worden er nauwgezet gevolgd tijdens de studiejaren. In de planning wordt veel aandacht gegeven aan de toekomstige ontwikkeling van de mondarts. De opleiding in Amsterdam is verreweg de grootste opleiding in omvang van de staf en in het aantal studenten. Mede als gevolg van de schaalgrootte heeft Amsterdam ook veruit de grootste onderzoekscapaciteit. De wisselwerking tussen onderzoek en onderwijs komt de kwaliteit van het onderwijs zeker ten goede en biedt studenten ruime mogelijkheden voor wetenschapsbeoefening tijdens de opleiding. De opleiding in Groningen bestaat nu tien jaar en is ondanks beperkte middelen erin geslaagd uit te groeien tot een volwassen opleiding. In Groningen is er veel aandacht voor het groepsproces in de opleiding en de ontwikkeling van een professionele attitude. De opleidingen Mondzorgkunde en Tandheelkunde zijn bestuurlijk en personeel nauw verweven. De uitwerking van het teamconcept in de opleidingspraktijk is hier het verst doorgevoerd. De mission statements van alledrie de opleidingen bevatten naar de mening van de commissie weinig verwijzingen naar de taak en functie van de tandarts in de huidige samenleving. Zij acht dat een omissie Invoering van geplande curricula: huidige toestand De commissie heeft geconstateerd dat accreditatie wordt aangevraagd voor opleidingen waarvan de bachelor- masterstructuur en het daarin passende onderwijsprogramma nog sterk in ontwikkeling zijn en waarvan de resultaten van het nieuwe programma zich nog niet hebben afgetekend. Het is voor de commissie dan ook lastig om een oordeel te vellen over nieuwe programma s die wel op papier staan maar waarmee in de praktijk nog maar ten dele ervaring is opgedaan. In Amsterdam is de invoering van het nieuwe, op de bachelor- masterstructuur geënte pro- QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 23

24 gramma het verst gevorderd. Daar heeft men in september 2003 een aanvang gemaakt met de invoering van een eerste en tweede bachelorjaar. Met de masterfase is men in september 2005 begonnen. In Nijmegen moest bij het schrijven van de zelfstudie nog worden gestart met de implementatie van de masteropleiding. In Groningen is het eerste bachelorjaar afgesloten aan het eind van het cursusjaar De commissie heeft haar conclusies, veelal noodgedwongen, moeten baseren op toekomstplannen en neergeschreven beargumenteerde studieprogramma s. Daarnaast verkreeg zij informatie via het commentaar en de bevindingen van management, docenten, studenten en afgestudeerden over een (soms) oud curriculum. Dit houdt in dat er soms door de bril van het oude curriculum gekeken is naar het nieuwe curriculum. Haar oordeel moet in dat geval gelezen worden vanuit het vertrouwen dat ook in een nieuw curriculum vergelijkbare uitkomsten worden gevonden. In dit verband roept de commissie op om de opleidingen nu de nodige rust en tijd te gunnen om de meestal goed uitgewerkte en wel overwogen opleidingsplannen concreet te kunnen uitwerken en verdiepen en dus, in de eerstvolgende jaren, geen fundamentele structurele veranderingen op te leggen. Dat geldt ook voor een eventuele verlenging van de opleiding en het heroriënteren van de opleiding op het nieuwe beroep van mondarts Algemene academische en wetenschappelijke vorming Er is een spanning tussen de behoefte aan veel vaardigheidstraining en de behoefte aan een benadering van de opleiding met meer inhoudelijke verdieping en een sterkere wetenschappelijke attitudevorming. Beide zijn van belang voor de toekomstige tandarts/mondarts. Alledrie de opleidingen neigen ernaar om de wetenschappelijke vorming te benadrukken, soms wellicht ten koste van de klinische training. Daarom heeft de commissie heel expliciet het wetenschappelijke aspect van de opleidingen onderzocht. Op het punt van de klinische ervaring komen wij terug in de paragraaf over de zesjarige opleiding. De commissie constateert dat binnen alle drie de opleidingen, vier aspecten van wetenschappelijke vorming aan bod komen: 1. Een houding van levenslang leren. Dit streven zou vanaf het begin van de opleiding de student moeten worden bijgebracht; een houding die ACTA omschrijft als to be prepared to engage in life-long continued education. Hoewel onderwijsmiddelen worden aangewend waarvan wordt verondersteld dat ze zulk een houding bevorderen blijft het lastig dit concept te valideren. De commissie kan niet beoordelen of de opleidingen erin zullen slagen deze houding bij hun afgestudeerden te realiseren. 2. Het verwerven van voldoende kennis van de wetenschappelijke methodes om in staat te zijn wetenschappelijke literatuur kritisch te lezen of informatie via andere kennisbronnen te beoordelen en het belang van nieuwe ontwikkelingen te wegen en eventueel te implementeren. Bij alle opleidingen wordt in de bachelorfase voldoende aandacht besteed aan het leren opzetten van onderzoek en kennis van statistiek en epidemiologie. De toetsing hiervan is over het algemeen geen groot probleem. 3. Een wetenschappelijke opleiding moet een student voorbereiden op een eventuele verdere loopbaan in het wetenschappelijk onderzoek, ook al zal slechts een minderheid deze weg bewandelen. De student zal voldoende kennis moeten opdoen van de relevante aspecten van wetenschappelijk onderzoek en zal onder begeleiding daadwerkelijk zelf onderzoek moeten verrichten en hierover verslag uitbrengen. Binnen alle opleidingen is er volgens de commissie nog onvoldoende aandacht voor dit opleidingsdoel. De commissie bepleit voor 24 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

25 alle opleidingen een korte wetenschappelijke stage in de bachelorfase en een langere in de masterfase. 4. Het bijbrengen van een wetenschappelijke attitude in de dagelijkse beroepsuitoefening: integratie van wetenschappelijk denken en handelen in de klinische praktijk. Dit wordt vaak evidence-based Tandheelkunde genoemd. Het aanleren van de attitude, waarbij elk tandheelkundig probleem vanuit een wetenschappelijke context wordt benaderd, vraagt vooral een goede voorbeeldfunctie van de begeleidende docenten. Bij alle opleidingen constateert de commissie hier een kwetsbare situatie. Het merendeel van de klinische docenten is deeltijds aan de opleiding verbonden, participeert niet actief in het wetenschappelijk onderzoek, noch nu, noch in het verleden, en is niet gepromoveerd. Het wetenschappelijke niveau van dit deel van het docentencorps baart de commissie daarom zorgen. De huidige situatie op de arbeidsmarkt van tandartsen staat een snelle oplossing van dit probleem weliswaar in de weg, maar deze aangelegenheid verdient grote aandacht om creatieve oplossingen te bewerkstelligen. Waar het de toetsing van zowel de doelstellingen van de bachelor- als de masterfase aan de Dublin-descriptoren betreft, heeft de commissie deze beschouwing over de academische en wetenschappelijke vorming ook heel nadrukkelijk laten meewegen in haar beoordeling. De commissie komt hier tot de conclusie dat er bij alle opleidingen spanning bestaat tussen de realisatie van het academische niveau, zoals in deze descriptoren beschreven, en de mogelijkheid om dit goed te realiseren vanwege de sterke focus op het bijbrengen van de technische vaardigheden. De commissie meent dat bij een opleiding als tandheelkunde, die zware eisen móet stellen aan de ontwikkeling van technische vaardigheden, een perfecte aansluiting bij de Dublin-descriptoren, waar het de wetenschappelijkheid betreft, niet volledig te realiseren is binnen de gestelde studieduur Competenties en competentiegericht onderwijs De commissie is van mening dat weinig vakgebieden zich zo goed lenen voor competentiegericht onderwijs als de opleiding Tandheelkunde. In het bijzonder de Amsterdamse en Groningse opleidingen hanteren dit in hun planning dan ook als uitgangspunt in het nieuwe curriculum. Toch wordt in geen van de drie opleidingen de idee van competentiegericht onderwijs strikt gevolgd. Men formuleert wel de competenties, maar de operationele vertaling in de beoordeling van verworven competenties vindt niet consequent en systematisch plaats. In de toetsing wordt nog te veel teruggevallen op vooraf vastgelegde aantallen verrichtingen en een van te voren bepaalde cursusduur in plaats van uit te gaan van helder geformuleerde competenties die de student moet verwerven. De commissie beveelt de drie opleidingen in de programma s veeleer te oriënteren op vaste bereikte resultaten, c.q. op getoetste competenties, dan op een vaste afgeronde opleidingsduur. De commissie realiseert zich dat dit een noviteit in het onderwijs is, maar wel een consequent en te verdedigen gevolg van de keuze voor competentiegericht onderwijs Studierendement De commissie is van mening dat de opleidingen Tandheelkunde geen lager rendement behoeven te hebben dan de opleidingen geneeskunde. Voor een opleiding met een numerus fixus is de faculteit het aan zichzelf, maar evenzeer aan de maatschappij verplicht om een hoog QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 25

26 rendement na te streven. De rendementen zijn lager dan nodig is, vooral in Amsterdam en Groningen. Alle drie de instellingen moeten er voor waken niet te lage ambities te hebben en een streefrendement te hanteren, dat in overeenstemming is met vergelijkbare studies en dat ook maatschappelijk verantwoord is zonder het kwaliteitsniveau te verlagen. De faculteiten moeten erin kunnen slagen en in ieder geval nastreven om de propedeuserendementen na één jaar op zeventig procent te krijgen, het bachelorrendement na drie jaar op vijftig procent en na vier jaar op tachtig procent. Het rendement van de masteropleiding kan naar tachtig procent na twee jaar en negentig procent na drie jaar. De gemiddelde studieduur voor de bachelorfase zou minder moeten zijn dan drie en een half jaar en voor de masterfase minder dan twee en een half jaar Teamconcept In de drie opleidingen wordt in de plannen en in de beschrijvingen van de deelgebieden grote aandacht besteed aan het meegeven aan de studenten van een teamconcept voor de klinische praktijk. Hierbij speelt de algemeen tandarts een coördinerende en oriënterende rol in de behandeling. In veel tandheelkundige praktijken in Nederland is er een team aan het werk waarbij de leden allemaal een bepaalde op elkaar afgestemde taak hebben; in veel praktijken is er hulppersoneel aanwezig en is four-handed dentistry een realiteit. Echter in geen van de drie opleidingen stemt de concrete klinische situatie overeen met de theoretische beschrijvingen en plannen wat betreft het teamconcept. Studenten leren er niet samen werken met tandartsassistenten en mondhygiënisten. Als er al enige samenwerking is, blijft die beperkt tot een halve of maximaal een ganse dag per week wat niet voldoende is om een teambenadering als essentieel te beschouwen Ze leren zelden zelf door te verwijzen naar bijvoorbeeld de mondhygiënisten en four-handed dentistry komt in geen enkele van de drie opleidingen aan bod. Studenten uit de eerste jaren doen meehelpen aan de stoel bij oudere studenten is nuttig maar geen vervangoplossing voor het aangehaalde tekort. Op de spoedige komst en de samenwerking met mondzorgkundigen worden de studenten Tandheelkunde thans niet voorbereid. De commissie is van mening dat de opleidingen daar hard aan moeten werken, zeker nu er concrete plannen zijn om de tandartsopleiding om te vormen tot een opleiding tot mondarts De mondarts en de zesjarige opleiding In de drie opleidingen wordt de wens geuit om de opleiding met één jaar uit te breiden. Het was niet de voornaamste opdracht van de visitatiecommissie om uitspraken te doen over de duur van de opleidingen. Echter de commissie wenst hier toch een aantal opmerkingen over te maken omdat tijdens de vele visitatiegesprekken de drie opleidingen herhaaldelijk naar een studieduurverlenging verwezen als remediëring van bepaalde knelpunten in het onderwijs. De argumentatie hiervoor is wisselend en volgens de commissie niet erg sterk. Tijdens de voorbereiding van deze visitatie werd de commissie geconfronteerd met de voorlopige bevindingen van de commissie Linschoten. Deze commissie is ingesteld door de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport en moet advies uitbrengen over de toekomstige organisatie van en taakverdeling binnen de Tandheelkunde. Het ziet er naar uit dat, naast de reeds gerealiseerde vierjarige opleiding Mondzorgkunde, geadviseerd zal worden de vijfjarige opleiding tot tandarts om te zetten in een zesjarige opleiding tot mondarts. De commissie maakt zich zorgen over het korte tijdsbestek waarin deze omslag gerealiseerd moet worden. De commissie stelt vast dat binnen de opleidingen nog amper is nagedacht over de competenties 26 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

27 van de mondarts - die niet gelijk zijn aan die van de tandarts - laat staan dat er een eenduidig plan bestaat met gemeenschappelijke einddoelen. Daarnaast stelt de commissie met zorg vast, dat alle mooie plannen ten spijt, het teamconcept op de werkvloer nog niet of nauwelijks is ingevoerd. Dat betekent dat voor de inbedding van zowel de mondzorgkundige als de mondarts in een multidisciplinair team hier nog een lange weg is te gaan. Gelet op het grote gewicht dat aan dit aspect wordt toegekend, dient deze ontwikkeling met zorg en urgentie te worden gestimuleerd. Voorts heeft de commissie de stellige indruk dat de politiek getinte discussie over de mondarts door de opleidingen wordt aangegrepen om de reeds lang bestaande wens tot invoering van een zesjarige opleiding te kunnen realiseren. De wenselijkheid daarvan komt met name voort uit de behoefte de ervaring en daarmee de klinische vaardigheid van de pas afgestudeerde te verhogen. Daarnaast komt uit gesprekken met alumni van alle drie de opleidingen de wens naar voren om na het voltooien van de opleiding in een beschermde omgeving eerst de klinische ervaring te vergroten. Het lijkt er op dat dit thans binnen de huidige beroepspraktijk zonder al te grote problemen moet kunnen lukken. Een geformaliseerde tussenoplossing zou dan gezocht kunnen worden in de vorm van een pre-registratiejaar. Dit klinische jaar, dat direct volgt op de opleiding aan de universiteit, zou doorgebracht moeten worden in daartoe erkende en gesuperviseerde praktijken. Het doel is het vergroten van praktische kennis en vaardigheden en het vertrouwd raken met organisatie en management, die momenteel door afgestudeerden als zwakke elementen van de huidige opleidingen geduid worden. Dit is een logische ontwikkeling, naarmate er minder aandacht aan praktisch-klinische ervaring in de opleidingen wordt geschonken. De inschrijving in het BIG-register zou na dit jaar kunnen plaatsvinden. De commissie vestigt er de aandacht op dat Nederland, met de éénzijdige aanpassing van de opleiding tot mondarts ( Oral Physician ), internationaal op de ontwikkelingen ver vooruit loopt en de aansluiting met de Europese zusteropleidingen dreigt te verliezen De bachelor- masterstructuur De drie opleidingen hebben de recente invoering van de bachelor- masterstructuur aangegrepen om de bestaande curricula grondig te doordenken en te herstructureren. De commissie wil de opleidingen complimenteren met deze pioniersrol van Nederland in Europees verband. Omdat Nederland als één der eerste landen in Europa deze structuurwijziging heeft doorgevoerd voor het hoger onderwijs, wordt deze ontwikkeling in brede (internationale) kring kritisch gevolgd. Nederland zou ook voor de Tandheelkunde een goed voorbeeld kunnen zijn voor andere Europese landen. Het succes van de bachelor-masterstructuur ligt vooral in de mogelijkheid tot onderlinge vergelijking en waardering van opleidingen en in de (internationale) uitwisselingsmogelijkheden. Daarom is de commissie van mening, dat naast alle reeds geleverde en gewaardeerde inspanningen er dringend aandacht moet worden besteed aan het beter afstemmen van de bachelorfase tussen de drie Nederlandse opleidingen onderling. Zonder die interne afstemming zal een uitwisseling binnen Nederland erg lastig zijn en binnen Europa onmogelijk. In dit perspectief zal tevens meer serieuze aandacht moeten worden besteed aan het stimuleren en mogelijk maken van internationale uitwisseling tijdens de opleiding, op de eerste plaats met andere Europese universiteiten (onder andere Socrates, Erasmus programma s). Hier is - ook letterlijk - nog een wereld te winnen. QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 27

28 28 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

29 DEEL II: OPLEIDINGSDEEL QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 29

30 30 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

31 1. Opleidingsrapport Radboud Universiteit Nijmegen 1.1. Doelstellingen bacheloropleiding en masteropleiding Tandheelkunde Afbouw van de ongedeelde opleiding Per september 2004 is de bachelor- masterstructuur van de opleiding ingevoerd. Ten tijde van de visitatie draaiden alleen het eerste en het tweede jaar van de bacheloropleiding. Er waren op dat moment 114 studenten actief bezig met de bacheloropleiding en 319 met de ongedeelde opleiding. Studenten van deze laatste groep kunnen hun doctoraal examen nog afleggen tot en met 31 augustus Tot dat moment bestaan er, voor de verschillende studiejaren en afhankelijk van de studievoortgang, diverse mogelijkheden om de studie af te ronden. De commissie heeft kunnen vaststellen, dat de opleiding de overgang van ongedeelde naar gedeelde opleiding geregeld heeft. De opleiding maakt de studenten voldoende duidelijk op welke wijze hun overgang plaats vindt in geval zij onvoldoende voortgang boeken en er wordt op goede wijze aandacht gegeven aan de laatste cohorten van de ongedeelde opleiding Domeinspecifieke eisen F1: Domeinspecifieke eisen De eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Oordeel van commissie: excellent De doelstellingen van de opleiding zijn, zeker in internationaal perspectief, uitstekend doordacht en beschreven, en sluiten goed aan bij het nationale en internationale kader. De opleiding levert goede tandartsen af. De doelen zijn echter (nog) onvoldoende afgestemd op de toekomst, waarin onder meer het teamconcept in de praktijkvoering belangrijker zal worden. Bevindingen en overwegingen: In het zelfevaluatierapport geeft de opleiding Tandheelkunde uitgebreid aan welke doelstellingen zijn geformuleerd voor de bachelor- en de masteropleiding. Deze doelstellingen zijn beschreven aan de hand van de blokken, die deel uitmaken van het opleidingsprogramma. De opleiding heeft als doel studenten zodanige kennis, vaardigheden en attituden bij te brengen, dat een afgestudeerde in staat is tot zelfstandige beroepsuitoefening en in aanmerking kan komen voor een eventuele vervolgopleiding tot tandheelkundig specialist of wetenschappelijk onderzoeker overeenkomstig het Raamplan Tandheelkunde In algemene zin wil de opleiding een tandarts afleveren die: breed opgeleid en inzetbaar is; goed wetenschappelijk geschoold is; goed kan samenwerken met andere tandartsen en beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg; goede communicatieve vaardigheden bezit; gemotiveerd is zich te interesseren voor en te blijven verdiepen in nieuwe ontwikkelingen; QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen 31

32 in staat is om vanuit een probleemoplossende benadering met een pakket basale theoretische en praktische vaardigheden het beroep in volle omvang uit te oefenen; zich op professionele wijze gedraagt. De commissie mist in het mission statement een spiegeling aan maatschappelijke ontwikkelingen. Het clusterbestuur Tandheelkunde binnen het UMCN en het opleidingsmanagement geven in dit verband aan dat vertegenwoordigers van de instelling/opleiding nauw betrokken zijn bij overleg, dat gericht is op een nieuwe inrichting/structuur van het domein van de mondzorg. In het Raamplan 2000 speelt de ontwikkeling van het teamconcept een belangrijke rol. Binnen de opleiding is de notitie Mondzorg met teams: het Nijmeegse teamconcept en de Academische Kliniek voor Mondzorg Arnhem (AKMA) opgesteld, waarin is aangegeven, hoe de aandacht voor het teamconcept vorm zal krijgen binnen de opleiding. Daarnaast is ook in de Blauwdruk Bachelor-Master Tandheelkunde van april 2005 beschreven, welke doelstellingen (in termen van leerresultaat van individuele studenten) worden gekoppeld aan de invoering van het teamconcept, en op welke plaatsen dat in het programma zal worden gerealiseerd. De commissie concludeert op basis van de notitie dat het teamconcept is opgenomen binnen de doelstellingen van de opleiding, maar dat de uitwerking van het teamconcept vooral plaats vindt in blokken in het vierde en vijfde jaar, dus in de masteropleiding. Het teamconcept zou in de opvatting van de commissie ook al in de bacheloropleiding aan bod moeten komen. Gesprekken met studenten uit de eerste jaren van de opleiding wijzen uit, dat samenwerking in die jaren vooral bestaat uit horizontale doorverwijzing tussen studenten. De relaties met andere relevante beroepsgroepen (mondhygiënisten/mondzorgkundigen en tandartsassistenten) blijft echter nog te veel buiten beschouwing. Voor de masteropleiding geldt dat het teamconcept een plaats heeft in de doelstellingen, maar dat de uitwerking ervan nog niet helemaal duidelijk is. De opleiding houdt via verschillende wegen voeling met ontwikkelingen in het domein. De opleiding onderhoudt contacten met vertegenwoordigers van de beroepsgroep in Nijmegen, en overlegt hiermee ook over ontwikkelingen in het beroep en binnen de opleiding. In relatie tot de opening van de locatie Arnhem, de werving van patiënten voor die locatie (waarbij de nadruk ligt op kinderen) en de invoering van het teamconcept heeft de opleiding overleg gevoerd met vertegenwoordigers van de beroepsgroep in Arnhem. Daarnaast zijn afspraken gemaakt met andere relevante zorginstellingen over de doorverwijzing van patiënten. De opleiding geeft aan dat de kliniek in Arnhem zich zal ontwikkelen tot een centrum dat gespecialiseerd is in kindertandheelkunde. Bij de werving van de patiënten voor die kliniek wordt expliciet in die groep geworven. In de tussentijd heeft de kliniek in Arnhem ook een grote groep van volwassen patiënten kunnen recruteren. De commissie is positief over de ontwikkelingen die de opleiding in relatie tot AKMA in gang heeft gezet, maar betwijfelt of het gewicht, dat aan deze ontwikkeling wordt toegekend met betrekking tot de praktische uitvoering van het teamconcept binnen de opleiding wel reëel is. De commissie heeft in de doelstellingen van de opleiding maar in zeer beperkte mate aandacht voor de ergonomie kunnen ontdekken. Uit onderzoek blijkt dat houdingsaspecten en ergonomie een belangrijke factor vormen bij het ontstaan van arbeidsongeschiktheid van tandartsen. De commissie vindt het daarom belangrijk studenten al vroegtijdig in de opleiding te wijzen op het belang van een goede houding. 32 QANU / Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen

Tandheelkunde Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam

Tandheelkunde Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam Tandheelkunde Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam November 2006 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100

Nadere informatie

November 2006. Tandheelkunde Rijksuniversiteit Groningen

November 2006. Tandheelkunde Rijksuniversiteit Groningen November 2006 Tandheelkunde Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030 230 3100 Fax: 030 230 3129

Nadere informatie

Instellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg

Instellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg Algemeen Verbindend Voorschrift Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek bvh 079-3232.666 Instellingsbesluit Commissie Innovatie Mondzorg Bestemd

Nadere informatie

Tandheelkunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit. Additionele beoordeling

Tandheelkunde. Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit. Additionele beoordeling Tandheelkunde Faculteit der Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Additionele beoordeling Verslag aanvullende beoordeling masteropleiding Tandheelkunde, Radboud Universiteit Nijmegen pagina 2 van

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Handreiking bij het beoordelingskader voor het bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 12 november 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Handreiking voor specifieke invulling van de standaarden

Nadere informatie

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling:

De NVAO heeft voor de beoordeling van de aanvraag op 27 oktober 2005 een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: College van bestuur Universiteit Utrecht Postbus 80125 3508 TC UTRECHT Besluit Besluit strekkende tot positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding wo-master Selective Utrecht Medical Master

Nadere informatie

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling

Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Toetsing en beoordeling en de beperkte opleidingsbeoordeling Conferentie Onderwijsinspectie, Amersfoort, 20 mei 2015 Sietze Looijenga, QANU In deze workshop: Hoe wordt in visitaties aandacht besteed aan

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 2-0 6 8 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Bachelor Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden

Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen. Universiteit Leiden Politicologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Universiteit Leiden April 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon: 030

Nadere informatie

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Opleidingsspecifieke deel OER, 2018-2019 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015

Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015. 23 april 2015 Richtlijn beoordeling onderzoeksmasters vanaf 1 september 2015 23 april 2015 Parkstraat 28 Postbus 85498 2508 CD Den Haag P.O. Box 85498 2508 CD The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 info@nvao.net

Nadere informatie

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR 2015-2016 Deel B: opleidingsspecifiek deel 1. Algemene bepalingen Artikel 1.1 Begripsbepalingen Artikel 1.2

Nadere informatie

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het

Nadere informatie

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs

Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs 4 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 3 Procedure 6 pagina 2 1 Inleiding Instellingsbesturen kunnen voor opleidingen met kleinschalig,

Nadere informatie

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture and Design van de NHTV College van bestuur NHTV Internationale Hogeschool Breda Postbus 3917 4800 DX BREDA Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag Toets nieuwe opleiding hbo-bachelor Game Architecture

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte

Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Curriculumevaluatie BA Wijsbegeerte Beste student, U heeft onlangs alle onderdelen van uw bacheloropleiding Wijsbegeerte afgerond en kunt nu het BA-diploma aanvragen. Het bestuur van het Instituut voor

Nadere informatie

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056

Uw brief van Ons kenmerk Contactpersoon Zoetermeer HBO/AS/2002/4056 OC enw De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen Europaweg 4 Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Telefoon (079)

Nadere informatie

27 november oktober januari april 2015

27 november oktober januari april 2015 sïwao w nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de hbo-master Onderwijskunde van de Hogeschool

Nadere informatie

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland

Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland Handreiking aanvraag Toets Nieuwe Opleiding Nederland 17 december 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Wanneer een Toets Nieuwe Opleiding? 4 3 Werkwijze Toets Nieuwe Opleiding 5 4 Aanvraagdossier ten behoeve van

Nadere informatie

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT

Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT Onderwerp: Erkenning HSL afd kunstzinnige therapie door de FVB/NVBT 19 juni 2015 Beste leden van de NVBT, Al sinds 2010 wordt er binnen het bestuur van de FVB en NVBT gesproken over de erkenning van de

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties getrainde secretarissen en coördinatoren Februari 2015 Inhoud 1 Training 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 4 3 Gedragscode voor opleidingsbeoordelingen

Nadere informatie

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren

Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren Taken en competenties gecertificeerde secretarissen en coördinatoren NVAO 17 augustus 2010 Inhoud 1 Certificering 3 2 Taken en competenties 3 2.1 Rapport 3 2.2 Procesgang 4 2.3 Vaardigheden 5 3 Gedragscode

Nadere informatie

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters

Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 Nadere uitwerking aanvullende criteria onderzoeksmasters 30 mei 2016 pagina 2 Inhoud Pag. Profiel van de onderzoeksmaster 4 Beoordeling

Nadere informatie

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen

Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Positionering van de opleidingen De vergelijking met Vlaanderen Richtlijn beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige opleiding. Positionering

Nadere informatie

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties

Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties Protocol ter beoordeling van de werkwijze van visiterende en beoordelende instanties 1 Inleiding In haar procedure van de accreditatie van bestaande opleidingen heeft de NAO een belangrijke plaats ingeruimd

Nadere informatie

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs

Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs Concept Beoordelingskader voor het bijzondere kenmerk residentieel onderwijs 2 december 2008 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordelingskader 4 pagina 2 1 Inleiding Dit beoordelingskader bevat een aantal facetten

Nadere informatie

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling

Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wie zijn wij? Patrick van den Bosch Expert Kwaliteitszorg Patrick.vandenbosch@vluhr.be Nieuw accreditatiestelsel: de opleidingsbeoordeling Wouter Teerlinck Expert Kwaliteitszorg Wouter.teerlinck@vluhr.be

Nadere informatie

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Tandheelkunde Faculteit Medische Wetenschappen Rijksuniversiteit Groningen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon: 030

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde

De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde De opleiding tot Restauratief Tandarts van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde 1. Inleiding Vanuit de tandheelkundige praktijk komt de vraag naar een gedifferentieerde tandarts

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA

Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA ,nvao r nederlands - vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een oordeel positief van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Executive MBA datum 31 mei 2018 onderwerp Besluit

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,wao v nederlands- vlaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam datum 30 november

Nadere informatie

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol

Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol Beoordeling Transnationaal Onderwijs Protocol NVAO Afdeling Nederland April 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure die losstaat van het NVAO beoordelingskader. Het

Nadere informatie

Teamscan op accreditatiewaardigheid

Teamscan op accreditatiewaardigheid Teamscan op accreditatiewaardigheid De Teamscan accreditatiewaardigheid (in vervolg: scan) geeft inzicht in hoe het opleidingsteam ervoor staat met betrekking tot de opleidingsaccreditatie. De scan bestaat

Nadere informatie

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Pilot Bijzonder Kenmerk Ondernemen 22 november 2011 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 2.1 Uitgangspunten voor de beoordeling van het bijzonder

Nadere informatie

Geachte collega's, beste studenten,

Geachte collega's, beste studenten, College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam ,nvao ~ n e d e rla n d s- vlaam se a c c re d ita tie o rg a n is a tie Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Fiscale Economie van de Erasmus Universiteit Rotterdam

Nadere informatie

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk

Naar transparanter hoger onderwijs. Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Naar transparanter hoger onderwijs Het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk Samenvatting van het Nederlandse Nationale Kwalificatieraamwerk hoger onderwijs Toegang vanuit [1] Eerste cyclus Tweede

Nadere informatie

Notitie functioneringsgesprekken

Notitie functioneringsgesprekken Notitie functioneringsgesprekken In de handreiking voor functioneringsgesprekken met burgemeesters, enkele jaren terug opgesteld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, wordt

Nadere informatie

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791).

Beoordelingskader Beoordelingskader voor de beperkte toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2014, nr 36791). nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie Besluit strekkende tot een positief oordeel van een aanvraag toets nieuwe opleiding van de wo-master Health Informaties van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht

Mei 2007. Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Mei 2007 Liberal arts & sciences Faculteit Geesteswetenschappen Universiteit Utrecht Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie

Breakout sessie 2-5. Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling. Introductie Breakout sessie 2-5 Stelsel 3.0 Accreditatie op Maat: Opleidingsbeoordeling De voorstellen beschreven in deze notitie dienen als uitwerking van (aangekondigde) wetswijzigingen. Op basis van deze wetswijzigingen

Nadere informatie

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017

Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Kwaliteitscode - Vlaanderen 2015-2017 Situering van de Kwaliteitscode Afstemming op Europese referentiekaders De regie-pilots De uitgebreide instellingsreview In de periode 2015-2017 krijgen de universiteiten

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem

Gemeente Haarlem. Retouradres: Stadhuis, Postbus PB Haarlem Gemeente Haarlem Haarlem Retouradres: Stadhuis, Postbus 511 2003 PB Haarlem Aan de commissie ontwikkeling I I Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Onderwerp 20 februari 2018 98255 K.

Nadere informatie

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer. 21 januari 1998.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer. 21 januari 1998. Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr. ir. J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer Fax (070) 356 14 74 E-mail secretariaat@onderwijsraad.nl

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies Toetsplan Masteropleiding Studies 2017-2018 JAAR 1 semester 1 Blok 1 Blok 2 vaktitel vakcode week 1-7 colleges week 8/9/10 (her)toetsing week 11-17 colleges week 18/19/20 (her)toetsing Conflicten in het

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij 10.1 Inleiding Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de doelstellingen, eindkwalificaties en opbouw van de Masteropleiding Filosofie & Maatschappij.

Nadere informatie

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015

Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 Deel B van de onderwijs- en examenregeling voor de duale masteropleiding Communicatie- en informatiewetenschappen, 90 EC, 2014-2015 1 Algemene bepalingen Artikel 1.1 Toepasselijkheid van de regeling Deze

Nadere informatie

Neerlandistiek CROHO 60849

Neerlandistiek CROHO 60849 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Eamenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding CROHO 60849 voor het studiejaar 2017-2018 Inhoud: 1. Algemene bepalingen 2. Toelating 3. Inhoud en inrichting van de opleiding

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Subgroep Informatievaardigheden van de UKB werkgroep Learning Spaces Anneke Dirkx (UL) Marjolein

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beginselen van behoorlijke bestuurskrachtmeting

Hoofdstuk 6: Beginselen van behoorlijke bestuurskrachtmeting Hoofdstuk 6: Beginselen van behoorlijke bestuurskrachtmeting Inhoudsopgave 6.1. Kenmerken van visitatieprocedures 6.2. Ook bij bestuurskrachtmetingen? 6.3. Toepassing in de praktijk Uitwerkingen van de

Nadere informatie

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS

BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 NVAO NEDERLAND BEOORDELING TRANSNATIONAAL ONDERWIJS PROTOCOL APRIL 2018 Dit protocol bevat de eisen behorend bij een NVAO beoordelingsprocedure

Nadere informatie

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn

Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn Toetsing aan de praktijk: bijzonder kenmerk Kleinschalig en intensief onderwijs Richtlijn NVAO Afdeling Nederland Augustus 2017 Deze richtlijn beschrijft de uitvoering van de praktijktoets behorend bij

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Zitting 1980-1981 16815 Toelatingscriteria numerus fixus-studierichtingen voor het studiejaar 1981-1982 Nr. 2 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Het organiseren van een proefvisitatie

Het organiseren van een proefvisitatie Het organiseren van een proefvisitatie Bij de voorbereidingen op de visitatie is een proefvisitatie aan te bevelen. Binnen de 3TU s zijn daar inmiddels goede ervaringen mee. Door een proefvisitatie kan

Nadere informatie

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE

VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE VISITATIE TOEGEPASTE TAALKUNDE EEN KIJK VAN ONDERUIT Prof.dr. Rita Godyns, decaan Faculteit Toegepaste Taalkunde Hogeschool Gent Universiteit Gent Overzicht: situering van de opleiding het visitatieproces

Nadere informatie

Public Administration Arbeidsmarkt

Public Administration Arbeidsmarkt Public Administration Maar liefst 33 masters staan voor je klaar als je je bachelor politicologie, bestuurskunde of internationale betrekkingen hebt gehaald. Maak daar maar eens een keuze uit. Ga je voor

Nadere informatie

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK)

Universitair Medisch Centrum. Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Universitair Medisch Centrum utrecht JAARVERSLAG 2001 Dierexperimentencommissie Geneeskunde (DEC-GNK) Dierexperimentencommissie Geneeskunde UMC Utrecht, huispostnummer D 01,343, Postbus 85500, 3508 GA

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport voor een beperkte opleidingsbeoordeling Versie 1.0.3, 1 mei 2012 QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) Catharijnesingel 56 Postbus

Nadere informatie

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Faculteit der Letteren Onderwijs- en Examenregeling (OER) Deel B: Masteropleiding Midden-Oostenstudies CROHO 60842 Programma Midden-Oostenstudies voor het studiejaar 2016-2017 Inhoud: 1. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs

Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Richtlijn voor het schrijven van een zelfevaluatierapport ten behoeve van accreditatie van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs Versie 0.9, november 2008 QANU (Quality Assurance Netherlands

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN

Besluit. College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen Postbus 30030 9700 RM GRONINGEN Besluit datum 19 januari 2005 onderwerp Definitief besluit accreditatie hbo-bachelor Bouwkunde ons kenmerk NVAO/20050113/CT

Nadere informatie

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5

U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 U I T S P R A A K 1 4-3 0 5 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellante tegen het Bestuur van de Faculteit Campus Den Haag, verweerder

Nadere informatie

Validatie schattingsmethodiek Defensie. Rapportage Klankbordgroep

Validatie schattingsmethodiek Defensie. Rapportage Klankbordgroep Validatie schattingsmethodiek Defensie Rapportage Klankbordgroep 21 december 2011 Rapportage Klankbordgroep Inleiding / Samenvatting De Klankbordgroep heeft op verzoek van het ministerie van Defensie toezicht

Nadere informatie

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP

Besluit. Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus CA LEIDERDORP Aan het Bestuur van de Leidse Onderwijsinstellingen (LOI) Postbus 4200 2350 CA LEIDERDORP Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor

Nadere informatie

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam }nvao r n e d e rlcw d s- vlaam se a ccre d ita tie o rg a n is a tie les Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-bachelor Psychobiologie van de Universiteit van Amsterdam

Nadere informatie

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1

Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Beoordelingskader, ofwel hoe wij gekeken en geoordeeld hebben Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Uitgangspunten 2 3 Beoordelingscriteria 3 4 Hoe

Nadere informatie

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Epidemiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam

es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Epidemiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam ,nvao r nederlands - ulaamse accreditatieorganisatie es luit Besluit strekkende tot het verlenen van accreditatie aan de opleiding wo-master Epidemiologie van de Vrije Universiteit Amsterdam datum 30 september

Nadere informatie

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR 2014-2015 Deel 2 Opleidingsspecifiek deel: Master Theologie Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt

Nadere informatie

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam

QANU september 2010. Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam QANU september 2010 Onderwijsvisitatie Medische Informatiekunde Universiteit van Amsterdam Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht Telefoon:

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool Drenthe College van Bestuur Hogeschool Drenthe Postbus 2080 7801 CB EMMEN Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Chemie van de Hogeschool

Nadere informatie

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam

Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen. Universiteit van Amsterdam Politicologie Faculteit der Maatschappijen Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Februari 2010 Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503

Nadere informatie

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies.

Den Haag, 26 augustus namens de KNAW-commissie Gedragswetenschappen, 1 De instelling heeft op 4 september 2015 ingestemd met het advies. Beoordeling van het herstelplan van de Vrije Universiteit Amsterdam met betrekking tot de onderzoeksgerichte wo-masteropleiding Clinical and Developmental Psychopathology (research) van de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn

Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn Toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn De toolkit Cliëntenparticipatie Zorg en Welzijn bevat vier praktische instrumenten om samen met cliënten te werken aan verbetering of vernieuwing van diensten

Nadere informatie

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Prof. Dr. Ton Hol, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (voorzitter) Prof. Dr. em. Léon de Caluwé (VU) (tevens consultant) Dr.

Nadere informatie

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen

Tandheelkunde. Faculteit Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Tandheelkunde Faculteit Medische Wetenschappen Radboud Universiteit Nijmegen Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands Telefoon:

Nadere informatie

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland

Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Toelichting beoordelingskader bij beoordeling postinitiële wo-master opleidingen in Nederland Het is aan het beoordelingspanel om te bepalen of deze toelichting relevant is bij de beoordeling van de onderhavige

Nadere informatie

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO

Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom Den Haag Ons kenmerk 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Onderwerp Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon Bijlage(n) geen Geachte heer Van

Nadere informatie

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK

BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK BIJLAGE 1: UITKOMST ONDERZOEK NEWSCHOOL.NU TE HARDERWIJK INHOUD Uitkomst onderzoek Newschool.nu te Harderwijk 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 4 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool

Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van de Haagse Hogeschool College van bestuur Haagse Hogeschool Postbus 13336 2501 EH DEN HAAG Besluit Besluit strekkende tot een positieve beoordeling van een aanvraag om accreditatie van de opleiding hbo-bachelor Bouwkunde van

Nadere informatie

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen

Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen Beoordelingskader Bijzonder (Kwaliteits)Kenmerk Ondernemen september 2013 Inhoud 1 Inleiding 3 2 Beoordeling van het bijzonder kenmerk ondernemen 5 3 Beoordeling standaarden 10 pagina 2 1 Inleiding Vanuit

Nadere informatie

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD'

RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' RAPPORT ONDERZOEK REKENEN-WISKUNDE BASISSCHOOL 'PATER VAN DER GELD' School : basisschool 'Pater van der Geld' Plaats : Waalwijk BRIN-nummer : 13NB Onderzoeksnummer : 94513 Datum schoolbezoek : 12 juni

Nadere informatie

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties: Opleidingsspecifieke deel OER, 2016-2017 De opleiding Kunst- en cultuurwetenschappen Arts and Culture bestaat uit de programma s: Kunstgeschiedenis Gender Studies (see English EER) Arts & Society (voorheen

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Modelregeling opleidingscommissies

Modelregeling opleidingscommissies Modelregeling opleidingscommissies Bureau van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid Kenmerk 15.0116 30-6-2015 Artikel 1: Instellen van de opleidingscommissie 1a. Het faculteitsbestuur stelt een opleidingscommissie

Nadere informatie

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg

Dat de instellingen en evaluatieorganen voldoende kwaliteitsbewustzijn zullen tonen om de verbeterfunctie van de externe kwaliteitszorg Accreditatie hoger onderwijs Onder welke voorwaarden kan accreditatie in de toekomst een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de kwaliteit van het Nederlandse en Vlaamse hoger onderwijs. Blijvend succes

Nadere informatie

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen

november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen november 2005 Rapport Romaanse Talen Faculteit der Letteren Rijksuniversiteit Groningen Uitgave: Quality Assurance Netherlands Universities (QANU) Catharijnesingel 56 Postbus 8035 3503 RA Utrecht The Netherlands

Nadere informatie