Kwaliteit van Bestaan en Geestelijke Verzorging

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Kwaliteit van Bestaan en Geestelijke Verzorging"

Transcriptie

1 Kwaliteit van Bestaan en Geestelijke Verzorging W.H.E. Buntinx i Tekst van een lezing op de studiemiddag Positiebepaling van geestelijke verzorging ten aanzien van kwaliteit van bestaan van het werkveld Verstandelijk Gehandicaptenzorg van de VGVZ-VG. Utrecht, 16 april 2012 Inleiding In de laatste 20 jaren is het concept 'Kwaliteit van bestaan' centraal komen staan in beleid en praktijk van de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen. - VGN stelt het concept centraal in het visiedocument Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg (2007) en in het Vernieuwde Kwaliteitskader (2011). - Het begrip ontbreekt bijna nergens in de visie van zorgorganisaties. In de navolgende beschouwingen stellen we ons twee vragen: Vraag 1: hoe verhoudt 'geestelijke verzorging' zich tot het concept 'Kwaliteit van bestaan'? Vraag 2: welke implicaties heeft het op grote schaal adopteren van 'Kwaliteit van bestaan' door zorgorganisaties voor de plaats van de geestelijke verzorger? Achtereenvolgens kijken we naar: - De achtergrond van het concept Kwaliteit van Bestaan - Kwaliteit van Bestaan en Geestelijke Verzorging - Veranderingen in de organisatie van zorg en ondersteuning - De plaats van de Geestelijke Verzorger? 1. Achtergrond van het concept 'Kwaliteit van bestaan' Door de WHO werd in 1946 de betekenis van het begrip 'gezondheid' verbreed van 'vrij van ziekte en pijn' tot een toestand van 'lichamelijk, mentaal en sociaal welzijn' (WHO 1946). In de care sector komt vanaf de jaren 70 steeds vaker het begrip 'welzijn' in beleisnota's en 'basisfilosofieën' van organisaties voor om uitdrukking te geven aan dit bredere perspectief. Het bleef echter de vraag of gezondheid een doel op zich vormt of dat het eerder een voorwaarde of een hulpbron in het leven is. En als het om meer dan gezondheid gaat, waarover gaat het dan in de zorg? Vanaf het begin van de jaren 90 wordt in de gezondheidszorg steeds vaker het begrip 'kwaliteit van Doel in de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen Vorige eeuw - jaren 50: verzorging (bed-bad-brood-bezigheid) - jaren 60: gezondheid (antibiotica psychofarmaca - therapie) - jaren 70: ontwikkeling (leerpsychologie gedragsmodificatie) - jaren 80: normalisatie (mainstream - integratie) - jaren 90: burgerschap (rechten plichten gelijkheid) Deze eeuw - jaren 00: kwaliteit van bestaan (persoonlijk welzijn) - jaren 10: inlusie (participatie netwerken) leven' gebruikt als een nastrevenswaardig doel van zorg en als criterium voor positief functioneren cq positieve uitkomsten van zorg. Omdat in de geneeskunde dat begrip sterk naar fysiologische en functionele 1

2 processen verwijst (denk aan beoordelingen die op een intensive care unit worden gemaakt), werd in de care al snel overgeschakeld op het begrip 'kwaliteit van bestaan' om daarmee de hele menselijke existentie in al haar facetten te bestrijken (van Gennep 1 ). Het begrip paste goed in de veranderende tijdgeest waarin kwaliteitszorg steeds meer aandacht kreeg en waarin de positie van het individu in de zorg steeds meer centraler kwam staan. Denk voor de opkomst van het kwaliteitsdenken aan de Leidschendam conferenties (1989,1990,1995) en voor het cliëntgericht denken, aan de reeks van wetten die in Nederland in de jaren 90 tot stand kwamen om de positie van de cliënten van zorginstellingen te versterken (WGBO, Klachtrecht, WMCZ, Kwaliteitswet, BOPZ). Het concept 'Kwaliteit van Bestaan' (KvB) verdringt vanaf het begin van de jaren 90 definitief de begrippen 'gezondheid' en 'welzijn' in de care sector. In de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen werd het concept snel geaccepteerd en vrijwel algemeen ingevoerd in de visies van instellingen en organisaties. Wat wordt met KvB bedoeld? De WHO definieert KvB als de 'perceptie door personen van hun positie in het leven in de context van de cultuur en het waardensysteem waarin zij leven en in relatie tot hun doelen, verwachtingen, normen en zorgen' (WHO, WHO QOL, 1997). Dat is dus een heel breed begrip dat zowel lichamelijke en geestelijke gezondheid, zelfstandigheid, relaties, zelfrealisatie als de relatie van de persoon tot zijn omgeving omvat. De WHO onderscheidt 6 domeinen (bijlage 1). De 'University of Toronto's Quality of Life Research Unit' omschrijft KvB als 'de mate waarin een persoon zijn potenties kan realiseren in het leven (bijlage 2). Bij hen gaat het om drie zaken: wie men is (being), hoe men zich verhoudt tot zijn omgeving (belonging), en hoe men zijn persoonlijke doelen en aspiraties kan realiseren (becoming). Ook hier wordt het concept uitgewerkt in een aantal domeinen. In het Toronto model zijn er dat 9 (bijlage 2). In de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen is het model van Schalock het meest bekend. Vanaf het midden van de jaren 90 heeft Robert Schalock, samen met anderen, veel gepubliceerd over de conceptualisering, operationalisering, en toepassing van het concept. Hij noemt Kwaliteit van Bestaan een sensitizing notion, een begrip dat mensen bewust maakt van het belang van positieve persoonlijke levenservaringen. Het is ook een conceptueel kader waarmee assessment en onderzoek mogelijk worden. Daarmee kan worden vastgesteld hoe het staat met iemands Kwaliteit van Bestaan. Verder noemt hij het een sociaal construct aan de hand waarvan beleid en strategieën ontwikkeld kunnen worden. Tot slot wijst hij op het unificerende karakter van het begrip. Het bevordert de eenheid in denken en communiceren over doelen in de zorg zowel 1 Gennep, A.Th.G., Van (1989). De kwaliteit van het bestaan van de zwaksten in de samenleving. Amsterdam: Boom. 2

3 tussen de niveaus van beleid, organisatie en individuele zorg (macro, meso, micro) als tussen ondersteuners onderling. Schalock hanteert acht domeinen die sinds 2007 op basis van factoranalyse, gegroepeerd worden in drie factoren (bijlage 3). In alle definities en conceptualiseringen wordt Kwaliteit van Bestaan als een multidimensioneel fenomeen opgevat. Er worden met andere woorden domeinen onderscheiden. Vanzelfsprekend zijn er meerdere indelingen in domeinen maar er is altijd sprake van een grote mate van gelijkenis en van overlap (bijlage 4). Een domein is eigenlijk een waarde-gebied. Het is nog erg abstract en universeel dat is juist de bedoeling en vereist dus nadere concretisering. Die concretisering is mede afhankelijk van de context, van wat men wil weten of bereiken met het concept. Concretiseringen worden indicatoren genoemd wanneer het gaat om geoperationaliseerde cq meetbare aspecten van het domein. Elk model van KvB kent zo zijn eigen indicatoren. Nogmaals, afhankelijk van de context (bijvoorbeeld de sector waarin het concept wordt gebruikt zoals gehandicaptenzorg, psychogeriatrie, verpleging) en van het doel (individueel assessment of wetenschappelijk onderzoek) kunnen indicatoren weliswaar verschillen maar er is altijd sprake van expressie van dezelfde waardedomeinen. Om het begrip KvB verder goed te begrijpen moeten we het nog iets nader bekijken. In de WHO definitie staat 'personen' in meervoud. Het KvB construct wordt inderdaad veel gebruikt voor het beschrijven van de toestand van een collectief. Het is op die manier al vanaf de jaren 90 door economen veelvuldig gebruikt. Zo gebruikt de Wereldbank het concept als tegenpool van het begrip armoede en definieert het in termen van behoefte aan water, voedsel, huisvesting, vrijheid, en toegang tot onderwijs, gezondheidszorg en arbeid. Gezondheidseconomen gebruikt het concept als maatstaf om kosten-baten analyses te maken in termen van 'Quality Adjusted Life Years (QALYs)', een combinatiemaat van aantal (te verwachten) levensjaren en de kwaliteit van die levensjaren: 1=een jaar perfecte gezondheid en 0=dood. Het concept KvB wordt dus gebruikt op verschillende niveaus. Bijvoorbeeld op landelijk niveau als doel of oogmerk van beleid. Op dat niveau ligt de nadruk op condities voor een 'goed' leven op populatieniveau en op prestatieindicatoren van systemen (bijvoorbeeld: van bekostigingssystemen, kwaliteitssystemen). Op organisatieniveau dient het als doel en gemeenschappelijk oriëntatiepunt van de strategische visie. Op individueel niveau vormt het de basis voor het het in kaart brengen van ondersteuningsbehoeften van een persoon (met beperkingen) en als uitkomstmaat van zorg (Buntinx & Schalock, ). Het ligt dus voor de hand dat het concept richtinggevend is bij persoonlijke ondersteuningsplannen. Een belangrijk kenmerk van het KvB concept is dat het relevant is op zowel micro, meso- als macroniveau van zorg en ondersteuning. Daarom is het unificerend. En het blijkt universeel 2 Buntinx, W.H.E., & Schalock, R. (2010). Models of Disability, Quality of Life, and Individualized Supports: Implications for Professional Practice in Intellectual Disability. Journal of Policy and Practice in Intellectual Disabilities, 7 (4), pp

4 bruikbaar: de domeinen houden stand in alle culturen, hoewel het belang van bepaalde concrete indicatoren kan verschillen. In dit verband is het goed te wijzen op de congruentie van het KvB concept met de United Nations Convention on het Rights of Persons with Disabilities (2006). Deze conventie formuleert op niveau van Staten, de sociaal-politieke voorwaarden voor inclusie van mensen met beperkingen. Op dit moment 3 werd deze conventie door 153 landen ondertekend (en door 112 landen geratificeerd 4 ). De waardegebieden / artikelen van deze conventie kunnen één op één worden gerelateerd aan de domeinen van KvB (bijlage 5). Het concept KvB is dus congruent met de UN conventie inzake de rechten van mensen met beperkingen. Dit heeft grote praktische implicaties: omdat de Staat (lees de samenleving) al een aantal fundamentele waarden en basale uitgangspunten voor de positie van mensen met beperkingen heeft gekozen en vastgesteld, hoeven wij dat als professionals niet meer te doen. Er zijn diverse intrumenten ontwikeld voor het meten van kwaliteit van bestaan. Een Nederlands voorbeeld is de Persoonlijke uitkomsten schaal (POS) van Van loon et al. Daarmee kan op individueel niveau worden gekeken waar een bepaald individue zich bevindt in vergelijking met anderen. Door data te aggregeren kunnen ook vergelijkingen worden gemaakt tussen groepen. Meetinstrumenten kunnen ook worden gebruikt om effecten van maatregelen te onderzoeken of ontwikkelingen te evalueren. Het meten van het concept kan worden benaderd vanuit een subjectief en een objectief perspectief. Het subjectieve perspectief geeft de satisfactie van een persoon weer met zijn KvB. Het objectieve perspectief toetst of condities voor een goede kwaliteit aanwezig zijn. Als dat laatste het geval is wil dat nog niet zeggen dat de persoon ook tevreden is met (dat aspect van) zijn bestaan en omgekeerd, tevredenheid impliceert niet noodzakelijk de aanwezigheid van objectief gezien goede condities. Ook hechten mensen individueel verschillend belang aan bepaalde domeinen en indicatoren. Naast het subjectieve en objectieve aspect is dus ook de belangrijkheid van een domein of indicator voor de betreffende persoon een relevant aspect 5. Een laatste kanttekening bij het construct van KvB is dat het tegenwoordig wordt uitgebreid tot de omgeving van de persoon met beperkingen zelf. Zo kennen we al een tiental jaren het concept Family Quality of Life. Ook hier zijn referentiekaders en instrumenten ontwikkeld met als kenmerk dat naar de directe omgeving (in dit geval het gezin) van de betrokken persoon wordt gekeken en dat indicatoren voor het welzijn van een systeem worden bepaald (bijlage 6). We zullen zien dat dit de gehandicaptensector in toenemende mate een relevant perspectief is april De conventie is in 2012 nog niet door Nederland geratificeerd. 5 Felce, D. (1997). Defining and applying the concept of quality of life. Journal of Intellectual Disability Research. 14 (2),

5 2. Kwaliteit van Bestaan en Geestelijke Verzorging Waar is nu de plaats van spiritualiteit en geestelijke verzorging? In het Schalock model is er geen apart domein voorbehouden voor het begrip spiritualiteit. Onderwerpen met betrekking tot spiritualiteit en religie of beter gezegd, religieuze activiteiten zoals het bijwonen van erediensten of vieringen, het lid zijn van een kerkkoor, vrijwilligerswerk in kerkelijk verband... zijn ondergebracht bij sociale inclusie. Het gaat dan om respectievelijk het deelnemen van het individu aan religieuze bijeenkomsten en activiteiten, en het zich voor mensen met verstandelijke beperkingen openstellen van generieke voorzieningen en organisaties zoals kerkgenootschappen en andere organisaties. Daarnaast worden onderwerpen als rouwverwerking, vrede met zichzelf ondergebracht bij het domein emotioneel welzijn. Deze uitwerking zien we terugkomen in instrumenten die op het KvB denken zijn gebaseerd zoals de Supports Intensity Scale (AAIDD) waarmee individuele ondersteuningsbehoeften in kaart worden gebracht. Omdat er geen gouden standaard bestaat en elk model vooral het resultaat van consensusvorming is, staat het vrij om in concrete situaties een domein spiritualiteit te onderscheiden als daarmee beter recht wordt gedaan aan het gebruiksdoel van het concept. Het is in dat verband interessant zich af te vragen welke indicatoren men dan zou willen opnemen onder het domein spiritualiteit. De beroepsgroep GV moet hier zeker ideeën bij hebben. Wanneer men met het model wil werken of het nu beleidsmatig, in organisatiecontext of in individuele context is zal men moeten kunnen aangeven welke onderwerpen binnen dat domein dan aandacht moeten krijgen. Het antwoord op de eerste vraag die we ons in dit artikel stellen, is dan ook dat in sommige modellen het domein spiritualiteit expliciet is opgenomen en in andere niet. Maar in deze laatste modellen is wel degelijk plaats voor indicatoren die het religieuze en spirituele domein karakteriseren. Welk model men verkiest is een kwestie van keuze. In de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen is het Schalock model breed geadopteerd. Het komt terug in het Kwaliteitskader van de gehandicaptensector en in instrumenten om kwaliteit te monitoren of te evalueren en, zoals we net zagen, instrumenten om ondersteuningsbehoeften te inventariseren en de intensiteit van benodigde ondersteuning te meten. Wil men in de praktijk spiritualiteit als apart domein opnemen in het model, dan zal men daartoe een landelijke afspraak moeten maken. Dat belet overigens niet dat zorgaanbieders zelf kunnen besluiten om dit domein in de ondersteuningsplannen een eigen plaats te geven. Daarmee invalideert men op geen enkele wijze het model. Integendeel, het wordt completer en in ieder geval binnen een context waarin men / de cliënt aan dat domein expliciet waarde hecht, ook relevanter. 5

6 Men kan zich ook op het standpunt stellen dat spiritualiteit en geestelijke verzorging transcendente perspectieven zijn die als het ware de domeinen overstijgen of deze doordrenken. Zoals met alles in dit ondermaanse is ook het model Kwaliteit van Bestaan niet compleet of perfect en het laat dus ruimte om een hoger perspectief te kiezen. Dat zou betekenen dat het de geestelijke verzorger in principe vrij staat zich met elk domein te bemoeien in het belang van de algemene Kwaliteit van Bestaan van de betrokken persoon, of nog beter, in het belang van de waardigheid van de persoon. Zoals Van Gennep laat zien, ligt er in de hulpverlening aan mensen met verstandelijke beperkingen voorbij het perspectief van Kwaliteit van Bestaan, de fundamentele en universele waarde van menselijke waardigheid 6. De geestelijke verzorger die zich beroept op de menselijke waardigheid staat dan als het ware op nog steviger fundament dan wie zich beroept op de Kwaliteit van Bestaan. In het geval van een transcendent perspectief zal men niettemin ook de vraag moeten beantwoorden op welke manier er tot afstemming met andere disciplines en met de cliënt en zijn naasten zelf wordt gekomen. Ook blijft het nuttig naar anderen aan te geven waarom, wanneer en op welke wijze de geestelijke verzorger betrokken kan worden bij de ondersteuning. In elk van de twee gevallen is het een goede oefening voor de geestelijke verzorger om aan te geven welke indicatoren er dan tot het domein spiritualiteit respectievelijk geestelijke verzorging worden gerekend. Wat hoort tot dit domein en wat niet? Ook wanneer hij kiest voor een transcendent standpunt zal in de intermenselijke dialoog duidelijk moeten worden gemaakt wat men van de geestelijke verzorger kan verwachten. 6 Van Gennep, A. (2011). Menselijke waardigheid. Fundament voor menswaardige hulpverlening NTZ, 37(3), p

7 3. Veranderingen in de organisatie van zorg en ondersteuning Het beantwoorden van de vraag welke implicaties de adoptie van 'Kwaliteit van bestaan' door organisaties heeft voor de positie van de geestelijke verzorger, begint best met een beschouwing over organisaties in de gehandicaptenzorg. Laten we even kijken naar verschillende manieren van organiseren van professionele antwoorden op de ondersteuningsbehoeften van mensen met (verstandelijke) beperkingen. In figuur 1 zien we de oplossing volgens model A. Dit model staat voor een cultuur van oplossen van moeilijke problemen door ze uit de samenleving te halen. Mensen met beperkingen (inclusief, ouderen) worden opgevangen in speciale voorzieningen. Sinds 1968 zijn zij dank zij de AWBZ, in Nederland daar gegarandeerd van professionele verzorging. Het effect van deze oplossing is echter segregatie en een verminderde aanwezigheid in en participatie aan de samenleving. Model A Instelling professionals Algemene diensten gezondheidszorg winkelen wonen werk ontspanning gezondheidszorg onderwijs thuis wonen onderwijs Dagcentra Famile en vrienden ontspanning GVT Beschermd werken werk Figuur 1 Vanaf de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw is in Nederland het Normalisatieprincipe leidend geworden in de visie van zorgorganisaties. Dit betekent dat binnen de organisaties het gewone, normale leven in de samenleving werd nagebootst zodat een soort mini-maatschappij ontstond binnen residentiële instellingen. Alles was er: wonen in op huizen lijkende gebouwen (en niet in nare, grote instellingsgebouwen of paviljoenen met grote slaapzalen), werk op de arbeidstherapie, een ontspanningsdienst voor het regelen van recreatieve activiteiten, clubjes en vakanties, een 7

8 bewegingstherapie voor sport en spel, een medische dienst, psycho-pedagogische dienst... en natuurlijk ook een pastorale dienst met pastor of pastoraal werker/medewerker al naargelang signatuur en cultuur. Niet alleen residentiële instellingen werkten volgens dit model maar ook dagcentra en gezinsvervangende tehuizen die dichter in de samenleving stonden, werkten als een alternatief voor de samenleving. Het leven van cliënten speelt zich dan af binnen een eigen circuit van voorzieningen. Ook semimurale organisaties stelden vanaf de jaren 80 van de vorige eeuw steeds vaker een eigen geestelijke verzorger aan. Deze werd veelal functioneel ondergebracht binnen de behandel- en begeleidingsdienst (figuur 2). Prototype Functionele Organisatie Directie A B C Technische Dienst Onderhoud Energie Terrein Bouwzaken Huishoudelijke dienst Voeding Wasserij Schoonmaak Transport Magazijn Financiële Adminsitratie Boekhouding Salarisadmin -stratie Personeelszaken Sociowoning Woondienst Paviljoen 1 Woongroep A,B,C,...N Paviljoen 2 Woongroep A,B,C,...N Paviljoen 3 Woongroep A,B,C,...N Paviljoen 4... Woongroep A,B,C,...N Paviljoen n Woongroep A,B,C,...N Personeelsadministratie Bewonersgelden Personeelsconsulenten Activiteitendienst Arbeidsactivering werkplaats a, b, c n Bewegingsactivering zwembad therapie gymzaal Ontspannings -dienst Activiteitenboerderij Medische dienst Consulenten Paramedisch e dienst Fysiotherapie Logopedie Behandel- & Begeleidingsdienst Psychopedagogische dienst Maatschappelijk werks Pastorale dienst Secretariaat & bewonersadministratie Sociowoningen Figuur 2 Vanaf 2000 wordt een verschuiving zichtbaar van functionele organisaties naar meer klantgerichte organisaties. Vanaf 2010 wordt deze ontwikkeling versneld door de noodzaak de uit de hand lopende kosten van de verzorgingsmodel (A) te beteugelen. Onder impuls van het cliëntgericht denken, het KvB concept en het streven naar inclusie in de samenleving (ondermeer ook de genoemde UN Conventie) wordt model B de nieuwe visie op professionele ondersteuning (Figuur 3). 8

9 Model B Algemene diensten thuis gezondheidszorg wonen winkelen Familie en vrienden onderwijs ontspanning Ondersteuningsteam professionals Ondersteunings - organisatie werk Figuur 3 Een implicatie van model B is dat er meer wordt gestreefd naar de inzet van natuurlijke hulpbronnen naast gespecialiseerde hulpbronnen. Het AWBZ-denken had de rol van gespecialiseerde voorzieningen en van professionals sterk gepropageerd. Dit ging gepaard met steeds verder uitdijende differentiëring van professionalisering (en categorisering van mensen met problemen) en grote kostenstijgingen. Dit ging ook gepaard met het op afstand zetten van het natuurlijke sociale netwerk van de persoon en van algemene voorzieningen. Familie en netwerk hoefden de last van de zorg niet meer te dragen want die werd nu gedelegeerd aan professionals. De uitdaging is nu de cliënt binnen zijn natuurlijke sociale en maatschappelijke situatie te houden en te kijken welke ondersteuning nodig is om daarbinnen een goed leven te hebben. Daarbij hebben professionals niet alleen directe en eigen ondersteuningsrelaties met de cliënt maar zullen zij ook moeten kijken hoe zij andere ondersteuningsbronnen kunnen versterken zodat deze meer effectief de persoon met beperkingen kunnen ondersteunen (Figuur 4). 9

10 Ondersteuningsbronnen Natuurlijke bronnen Speciale bronnen 5. Gespecialiseerde diensten 4. Algemene diensten 3. Informele ondersteuning 2. Familie&vrienden 1. Persoon zelf Eigen kracht Figuur 4 Opvallend is dat binnen het nieuwe denken over ondersteuning de mogelijkheden van de persoon met beperkingen, de eigen kracht, veel aandacht krijgt. Er zijn methodieken die zich volledig richten op het mobiliseren en versterken van de eigen kracht van de persoon en zijn netwerk zoals Eigen Kracht Conferenties. In de organisatie van de zorg was al vanaf het begin van de 21 ste eeuw een trend naar samenwerking en alliantievorming ontstaan die leidde tot nieuwe, meer klant- en marktgerichte organisatievormen (Figuur 5). Dat leidde tot samenwerking tussen organisaties met van origine verschillende missies. Samenwerking met woningcorporaties leidt er bijvoorbeeld toe dat instellingen niet zelf in vastgoed moeten doen. Beroep doen op een al in de wijk werkende thuiszorgorganisatie kan soms goedkopere en betere ondersteuning bieden dan deze vanuit de eigen organisatie te leveren. s Nachts kan toezicht worden gehouden vanuit een RIAGG dienst die al in de wijk aanwezig is voor beschermd wonen projecten. Een instelling kan dagaqctivitieten beiden aan cliënten van andere voorziengen. Deze vormen van samenwerking kwamen na de eeuwwisseling op gang. Maar de ontwikkelingen gingen snel nog verder. 10

11 Klantgerichte, Hybride Organisatievormen Project 1 Wonen Project 2 Wonen Organisatie A Instelling voor mensen met een verstandelijke handicap Organisatie B Thuiszorgorganisatie Organisatie C Woningcorporatie Organisatie D Centrum voor Begeleid Wonen (semimurale zorg) Figuur 5 De opkomst van nieuwe ondersteuningsvisies (KvB) en de introductie van nieuwe zorg- en bekostigingssystemen onder het regime van de WMO versterken op dit moment het zoeken naar andere organisatievormen. Het zou niet verbazen wanneer nu pas echt organisatorische kantelingen gaan optreden. Het gevolg zal zijn dat zorg- en ondersteuningsorganisaties bijna letterlijk op de kop worden gezet vanuit het principe professionele ondersteuning rond elke individuele persoon te bouwen, gebruik makend van de mogelijkheden van de maatschappelijke en persoonlijke omgeving (Figuur 6). De organisatievorm is dan bijvoorbeeld het microsysteem of de micro-unit benadering. Microsysteem Organisatie Ondersteuning Coördinator Experts Managers Bestuurder Figuur 6 Het is niet uitgesloten dat klassieke organisaties in de gehandicaptenzorg op korte termijn worden gedwongen om grondiger te veranderen dan zij in de afgelopen 50 jaar ooit hebben gedaan. 11

12 Aanjager van deze veranderingen is weliswaar een financiële problematiek maar trekkers van deze verandering zijn de al eerder omgeslagen visie (KvB, participatie, inclusie) en het ontstaan van een daarmee verbonden nieuwe ondersteuningstechnologie die volstrekt niet meer compatibel is met klassieke functionele organisaties. Met ondersteuningstechnologie bedoelen we methodieken van professionele ondersteuning van mensen met verstandelijke beperkingen, waarbij de persoon daadwerkelijk centraal staat en de ondersteuning ook individueel gepland en geleverd wordt rond de persoon. Persoonlijke ondersteuning is om misverstand te voorkomen niet synoniem met individualistische ondersteuning maar erkent nadrukkelijk sociale relaties en sociale settings van wonen, werken, leren, ontspannen... Het gaat om technologie die het KvB denken operationaliseert, in de praktijk brengt. Deze is in de laatste 10 jaar flink ontwikkeld en er zijn verschillende methodieken uit voortgekomen. Voorbeelden zijn de methodieken Kwartier maken, Persoonlijke Toekomst Planning, Sociale Netwerkontwikkeling, Werken met Verhalen 7. Veranderingen in de organisatie van zorg en ondersteuning worden dus primair gedreven door overwegingen van bevorderen van een meer natuurlijke zorg binnen de context van de persoon met beperkingen, binnen de samenleving. En niet primair door de bezuinigingen. Maar deze laatste zouden wel eens de noodzakelijke prikkel voor organisatorische verandering kunnen vormen omdat de relatief comfortabele positie van professionals binnen het model A (onder de AWBZ) tot nu toe weinig prikkel tot verandering inhield. In de huidige situatie heeft iedere organisatie haar eigen verantwoordelijkheid, lees: haar eigen bevoegdheden en grenzen van opereren. Men heeft formeel niets te maken met andere organisaties. Zeker wanneer meerdere organisaties betrokken zijn bij de hulpverlening, is coördinatie dan een groot knelpunt. Wie beslist? Kan iemand van een andere organisatie zeggen wat onze medewerkers moet doen? Hier ligt een levensgrote uitdaging voor de organisatie van zorg en ondersteuning. De methodiek van case-management was al langer bekend maar in Nederland alleen succesvol toegepast binnen de context van een bepaalde organisatie. Nu wordt de context veel ruimer. Nieuwe ondersteuningstechnologieën zoals de al genoemde Eigen Kracht Conferenties, maar ook de Community Support methodiek en de Wraparound Care methodiek zijn sterk in opkomst in Nederland. Typisch is dat daarbij nieuwe organisaties ontstaan die volstrekt buiten de kaders van de oude organisaties optreden. En vaak met overtuigende effectiviteit en efficiency. Omdat de resultaten ook de (gemeentelijke) politiek beginnen te overtuigen valt te verwachten dat het aandeel van deze nieuwe organisaties in de markt van ondersteuning zal toenemen. Hoewel deze methodieken oorspronkelijk niet voortkomen uit de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen (maar uit de kind- en jeugdzorg, jeugdhulpverlening Nieuw Zeeland, Canada) zijn ze hoogst relevant voor de ondersteuning van mensen met verstandelijke beperkingen 7 Zie: Pieter Verdoorn & Audry van Vulpen (2011). Werken aan Kwaliteit van Bestaan. Bouwstenen voor inclusief ondersteunen. Amsterdam: Boom Nelissen. 12

13 binnen het KvB paradigma. Kenmerkend is dat de persoon met beperkingen SAMEN met zijn eigen omgeving tot uitgangspunt van ondersteuning wordt genomen. Voor professionals heeft dit ondermeer tot gevolg dat zij meer met collega s en met andere professionals uit andere organisaties of voorzieningen zullen moeten optrekken. Optrekken betekent in ieder geval informatie uitwisselen, afspraken maken over wie wat doet, evaluaties afspreken. Maar professionals zullen ook met niet-professionals moeten optrekken: met buurtverenigingen, kerkgenootschap, sportclub, woningstichting... wanneer deze een hulpbron voor de Kwaliteit van Bestaan van hun cliënt vormen. Conclusie: de traditionele organisaties zullen op korte termijn ingrijpend (moeten) veranderen om cliëntgerichte netwerkondersteuning mogelijk te maken. Het tijdperk van de dominantie van klassieke AWBZ-voorzieningen is voorbij. Ik ga hier niet in op de vraag: of er niet een groep overblijft voor wie dit denken niet geldt. Maar kort gezegd: het antwoord is: neen. De UN conventie geldt voor alle mensen. KvB is voor alle mensen relevant, ongeacht hun problematiek. Een andere vraag is op welke manier het meest adequate antwoord gegeven kan worden aan mensen met zeer intensieve of complexe ondersteuningsbehoeften. Dit sluit niet uit dat zware, speciale voorzieningen noodzakelijk blijven. Maar de mainstream ontwikkeling is helder. 13

14 4. Plaats van de Geestelijke Verzorger? Waar wil ik staan als geestelijke verzorger in de toekomst? Hoe kan ik mijn vak en mijn vakgebied met behoud van eigen identiteit profileren? Vul maar in waar de GV in de toekomst het beste staat. Ik ben bang dat er geen sprake zal zijn van staan maar eerder van rondvliegen. Professionele ondersteuners krijgen in de toekomst meer en meer de opdracht om (ook) het netwerk rond de cliënt te versterken en/of te herstellen, en gewone maatschappelijke ondersteuningsbronnen in te schakelen. Denk aan: huisartsen, gemeentelijke diensten, sportverenigingen, buurtwerkorganisaties, woningcorporaties, werkgevers en bedrijven, scholen, vrijwilligers... Professionals, en dus ook de GV, zal meer te maken krijgen met andere organisaties en niet alleen opereren binnen een eigen voorziening. De GV zal in de toekomst wellicht meer dan nu, op zoek moeten gaan naar maatschappelijke, spirituele en/of religieuze hulpbronnen en collega s buiten de kring van de eigen organisatie. Dit lijkt me een interessant perspectief met veel mogelijkheden. Ondersteuning wordt rondom de cliënt ontwikkeld en gegeven. Dit is niet anders dan wat ieder gewone burger in zijn/haar leven doet. Het verschil is dat mensen met verstandelijke beperkingen niet zelf hun ondersteuning kunnen organiseren en er hulp bij nodig hebben. Vaak levenslang. De missie van professionals is deze mensen daarbij te helpen een zo volwaardig en zinvol mogelijk leven te helpen leiden. Dat doen zij door het inzetten van hun kennis maar ook van hun persoon. Dat doen zij per definitie in een context van professionele competenties maar altijd ook van een ethische dimensie ( menslievende zorg ). In vele gevallen zal toch een speciale voorziening moeten worden ingezet, al dan niet tijdelijk. Maar ook dan moet er voor worden gewaakt dat de verbinding met de samenleving (inclusie) aandacht krijgt en dat geen segregatie, etikettering of categorisering ontstaat. Verbinden wordt een belangrijke opgave. Het komt mij voor de verbinden van oudsher een kernopdracht van de GV is. Zingeving is de mens verbinden met zijn omgeving. Bevorderen van samenhang en aandacht voor het verhaal. Het werkterrein van de GV lijkt me de relaties van de persoon met zijn sociale omgeving, met de samenleving, met de wereld, met het universum... En de omgeving komt met het Kwaliteit van Bestaan denken nu net nadrukkelijk in beeld! Het is aan de GV te bepalen waar hij/zij het best zijn vak tot zijn recht kan laten komen. De plaats van opereren zal in ieder geval garanties voor voldoende professionele autonomie moeten bieden. Dat wil zeggen dat de missie van de GV niet gediend is van een regime van regels en vaste rollen binnen een organisatie. Juist omdat de GV expert is in het verbinden van de mens met zijn omgeving kan dit vakgebied een belangrijke rol krijgen in de geschetste ontwikkelingen. Denk daarbij ook aan de grote 14

15 belangstelling voor zorgethiek. Kijk daarbij naar de grote belangstelling voor menslievende zorg of professional loving care (Annelies van Heyst, Universiteit Tilburg) als reactie op de beheersmatige zorgcultuur die in de jaren 90 van de vorige eeuw haar intrede deed bij de explosie van wet- en regelgeving en het efficiency denken (tijdschrijven, invullen van formulieren en verzamelen van handtekeningen als kwaliteitszorg). Kijk daarbij naar de grote belangstelling voor waarden in de zorg; het Kwaliteit van Bestaan concept is daarvan een lichtend voorbeeld. Kwaliteit van zorg wordt ook (zie het Vernieuwde Kwaliteitskader van de VGN, 2011) steeds meer gezien als de mate waarin Kwaliteit van Bestaan van cliënten met succes wordt bevorderd 8. Kwaliteit van zorg vindt in zijn meest wezenlijke vorm plaats binnen een betekenisvolle, goede relatie tussen cliënt en hulpverlener (zie: oratie van Petri Embregts 9 ). Eigentijdse competentieprofielen benadrukken dat vakkennis moet worden gecombineerd met persoonlijke kwaliteiten. Opvallend is dat naast de meer technische vaardigheden in deze profielen veel nadruk ligt op communicatie, samenwerking, maatschappelijk handelen, reflecteren op eigen houding en verantwoordelijkheden. Het competentieprofiel van de GZ-psycholoog is daarvan een goed voorbeeld 10. Opvallend is ook dat in het Europees manifest Adequate Gezondheidszorg voor mensen een Verstandelijke Handicap (2003 ontwikkeld onder impuls van AVG artsen), nadrukkelijk waarden en vaardigheden voorkomen die niet typisch medisch zijn maar duidelijk maatschappelijk en ethisch zijn georiënteerd. Met andere woorden, de hele zorg krijgt steeds meer aandacht voor waardeoriëntatie. Het is misschien niet zo gek dat de GV vanuit zijn eigen vakgebied eens goed kijkt naar deze ontwikkelingen, beschikbare documenten van belendende disciplines bestudeert en van daaruit formuleert wat hij/zij kan bijdragen aan de kwaliteit van anderen en aan de kwaliteit van de nieuwe ondersteuningsvormen. Ik kan me voorstellen dat de bevindingen die daaruit voortkomen een antwoord helpen geven op grote vragen en spanningen die in de huidige zorg leven. En mogelijk kan dit van pas komen voor andere disciplines, bestuurders van zorgorganisaties, de gehandicaptensector als koepel, gemeenten, in de politiek... Het zal in ieder geval er toe bijdragen dat de GV een speler wordt op een level playing field waarvan hij/zij zelf mee de contouren kan bepalen. Antwoorden op de tweede vraag welke implicaties heeft de adoptie van het 'Kwaliteit van Bestaan' denken voor de plaats van de GV in de organisatie kunnen misschien beter gevonden worden door over de horizon van het eigen vakgebied te kijken. 8 In de methodiek Quality Qube wordt het Kwaliteit van Bestaan model van Schalock gebruikt om te kijken naar de kwaliteit van dienstverlening door zorgorganisaties zie 9 Embregts, P.J.C.M. (2011). Zien, bewogen worden, in beweging komen. NTZ, 37(3), p Verbraak, M., Visser, S., Bouman, T., Hoogendoorn, V., Bakker, A.., & Luycks, L. (2011). Competentieprofiel van de gezondheidszorgpsycholoog. In: Verbraak et al., Handboek voor gz-psychologen (p.37-50). Amsterdam: Boom. Dit competentieprofiel is mede gebaseerd op de CanMEDS, een model voor competentiegebieden voor de opleiding van medisch specialisten. 15

16 Bijlagen 16

17 Bijlage 1 WHO definitie en model Quality of Life WHO defines Quality of Life as an individual's perception of their position in life in the context of the culture and value systems in which they live and in relation to their goals, expectations, standards and concerns. It is a broad ranging concept affected in a complex way by the person's physical health, psychological state, personal beliefs, social relationships and their relationship to salient features of their environment. In de WHOQOL-100 (een meetinstrument ) zijn de domeinen en indicatoren als volgt geoperationaliseerd. Domein Indicatoren Overall Quality of Life and General Health 1. Physical Health Energy and fatigue Pain and discomfort Sleep and rest 2. Psychological Bodily image and appearance Negative feelings Positive feelings Self-esteem Thinking, learning, memory and concentration 3. Level of Independence Mobility Activities of daily living Dependence on medicinal substances and medical aids Work capacity 4. Social Relations Personal relationships Social support Sexual activity 5. Environment Financial resources Freedom, physical safety and security Health and social care: accessibility and quality Home environment Opportunities for acquiring new information and skills Participation in and opportunities for recreation/leisure Physical environment (pollution/noise/traffic/climate) Transport 6.Spirituality/Religion/Personal beliefs Religion/Spirituality/Personal beliefs In de WHOQOL-BREF (een verkorte vorm van de oorspronkelijke vragenlijst) zijn de domeinen 1&3 en 2&6 samengetrokken tot 4: (1) lichamelijke gezondheid, (2) psychisch functioneren, (3) sociale relaties en (4) omgeving. 17

18 2. Quality of Life definitie en kader van het Center for Health Promotion (Universiteit Toronto, Canada) Quality of Life is: The degree to which a person enjoys the important possibilities of his or her life. Possibilities result from the opportunities and limitations each person has in his/her life and reflect the interaction of personal and environmental factors. Enjoyment has two components: the experience of satisfaction or the possession or achievement of some characteristic, as illustrated by the expression: "She enjoys good health." Het conceptueel raamwerk kent drie hoofdgroepen (factoren) waarbinnen een aantal domeinen worden onderscheiden. Elk domein wordt geoperationaliseerd met indicatoren. Hoofddomeinen en domeinen Indicatoren 1. Being who one is Physical Being physical health personal hygiene nutrition exercise grooming and clothing general physical appearance Psychological Being psychological health and adjustment cognitions feelings self-esteem, self-concept and selfcontrol Spiritual Being personal values personal standards of conduct spiritual beliefs 2. Belonging connections with one's environments Physical Belonging home workplace/school neighbourhood community Social Belonging intimate others family friends co-workers neighbourhood and community Community Belonging adequate income health and social services employment educational programs recreational programs community events and activities 18

19 3. Becoming achieving personal goals, hopes, and aspirations Practical Becoming domestic activities paid work school or volunteer activities seeing to health or social needs. Leisure Becoming activities that promote relaxation and stress reduction Growth Becoming activities that promote the maintenance or improvement of knowledge and skills adapting to change. 19

20 3. Kwaliteit van Bestaan volgens R. Schalock et al., (2002, ). Kwaliteit van Bestaan model volgens Schalock et al. Factor Zelfstandigheid Persoonlijke ontwikkeling Zelfbepaling Domein Interpersoonlijke relaties Sociale Participatie Sociale inclusie Rechten Emotioneel welzijn Welzijn Fysiek welzijn Materieel welzijn 4. De domeinen van Kwaliteit van Bestaan volgens Schalock et al., WHO en CHP naast elkaar geplaatst. Domeinen van Kwaliteit van Bestaan volgens Schalock et al., WHOQOL en Center for Health Promotion (Toronto) Schalock WHO Center for Health Promotion 1. Persoonlijke ontwikkeling 1. Physical Health 1. Physical Being 2. Zelfbepaling 2. Psychological 2. Psychological Being 3. Inter-persoonlijke relaties 3. Level of Independence 3. Spiritual Being 4. Sociale inclusie 4. Social Relations 4. Physical Belonging 5. Rechten 5. Environment 5. Social Belonging 6. Emotioneel welzijn 6. Spirituality/Religion/ Personal beliefs 6. Community Belonging 7. Fysiek welzijn 7. Practical Becoming 8. Materieel welzijn 8. Leisure Becoming 9. Growth Becoming 11 Schalock, R.L., Gardner, J.F. & Bradley, V.J. (2007). Quality of Life for People with Intellectual and Other Developmental Disabilities. Applications across individuals, organizations, communities, and systems. Washington: AAIDD. 20

21 Bijlage 5 Relatie tussen de artikelen van de UN convention on the rights of persons with disabilities en het Kwaliteit van Bestaan kader (Buntinx, ; Schalock et al, ). Relationship between Quality of Life domains and UN Convention articles QoL Domains Personal Development Self-determination Interpersonal Relations Social inclusion Rights Emotional Well- Being Physical Well- Being Material Well- Being Exemplary indicators Applicable UN Convention Art Education status, personal skills, adaptive behavior Art 24 Choices/decisions, autonomy, personal control, personal goals Art 14, 19, 21 Social networks, friendships, social activities, relationships Art 23 Community integration/participation, community roles, supports Art 8, 9, 18, 20, 27, 29, 30 Human (respect, dignity, equality) legal (legal access, due process) Art 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 15 Safety & security, positive experiences, contentment, lack of stress) Art. 16, 17 Health & nutrition status, recreation, leisure Art 16, 25, 26 Financial status, employment status, housing status, possessions Art 22, W. Buntinx (2009). Quality Assessment and Quality Improvement System. Lezing voor Steinmetz de Compaen, presentation Rijswijk 17 nov Schalock, R., Luckasson, R., Bradley, V., Buntinx, W., Lachapelle,Y. et al. (2012). User s Guide to Accompany the 11 th Edition of Intellectual Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports. Washington: AAIDD, p

22 Bijlage 6 Family Quality of Life Model (Turnbull, Hoffman, Giné et al., 2011) Domeinen Emotional well-being Family interaction Health Economic well-being Parenting organization and skills Family adjustment Social inclusion and participation Instrumenten: Beach Center Family Quality of Life Scale ( ) (kijk onder Family Toolkit) Family Quality of Life Survey (Surrey Place Center Brown et al., 2006) i Dr. Wil H.E. Buntinx GZ-psycholoog Associate Professor Health Services Research, Maastricht University director Buntinx Training & Consultancy contact: wil@buntinx.org 22

Blik op de Toekomst Marjolein Herps (M.Herps@vilans.nl) Wil Buntinx (Wil@buntinx.org) 10 april 2014

Blik op de Toekomst Marjolein Herps (M.Herps@vilans.nl) Wil Buntinx (Wil@buntinx.org) 10 april 2014 Blik op de Toekomst Marjolein Herps Wil Buntinx (M.Herps@vilans.nl) (Wil@buntinx.org) 10 april 2014 Ondersteuningsplannen Verleden Heden Toekomst Ondersteuningsplannen Verleden Education for All Handicapped

Nadere informatie

Kwaliteit van Bestaan

Kwaliteit van Bestaan Kwaliteit van Bestaan in Context Landelijke studiedag Motoriek van de verstandelijk beperkte mens Nederlandse vereniging Fysiotherapie Verstandelijk Gehandicapten Dr. W. Buntinx 3 juni 2010 Kwaliteit van

Nadere informatie

Toets OndersteuningsPlannen

Toets OndersteuningsPlannen Toets OndersteuningsPlannen Wat De Toets OndersteuningsPlannen kan worden gebruikt voor het beoordelen van de systematiek die een zorgaanbieder hanteert voor persoonlijke ondersteuningsplannen. Daarnaast

Nadere informatie

AVG en Professionaliteit

AVG en Professionaliteit Diplomeringsbijeenkomst AVG Opleiding (EUR) 25 januari 2010 AVG en Professionaliteit Dr. Wil H.E. Buntinx BTC www.buntinx.org Professionaliteit in strategisch perspectief AVG Strategisch perspectief Cliënten

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de. Dr. W.H.E. Buntinx. 10 jarig Jubileum NIP-NVO 24 september 2009 Huis ter Heide

Ontwikkelingen in de. Dr. W.H.E. Buntinx. 10 jarig Jubileum NIP-NVO 24 september 2009 Huis ter Heide Ontwikkelingen in de Professionele Zorg Dr. W.H.E. Buntinx 10 jarig Jubileum NIP-NVO 24 september 2009 Huis ter Heide 1. Achtergrond Wetenschappelijke ontwikkelingen Maatschappelijke ontwikkelingen (Ontwikkelingen

Nadere informatie

Professionaliteit in de zorg

Professionaliteit in de zorg Professionaliteit in de zorg vraagt om herwaardering Dr. W.H.E. Buntinx VGN 'Met vertrouwen in de gehandicaptenzorg' 29 september 2009 Bussum Proloog Twee onderzoeken IGZ 2007: Kwaliteit gehandicaptenzorg

Nadere informatie

Buntinx Training & Consultancy. De professional en de manager in dialoog Mark Vervuurt. St. Michielsgestel. 20 januari 2010

Buntinx Training & Consultancy. De professional en de manager in dialoog Mark Vervuurt. St. Michielsgestel. 20 januari 2010 Buntinx Training & Consultancy Boekpresentatie De professional en de manager in dialoog Mark Vervuurt St. Michielsgestel 20 januari 2010 www.buntinx.org De contextuele professional W.H.E. Buntinx Mission

Nadere informatie

Classificatiemodellen in de Gehandicaptenzorg Relevantie voor onderzoek (en praktijk)

Classificatiemodellen in de Gehandicaptenzorg Relevantie voor onderzoek (en praktijk) Classificatiemodellen in de Gehandicaptenzorg Relevantie voor onderzoek (en praktijk) Dr. Wil H.E. Buntinx VGN Masterclass 2015 Wetenschappelijk Onderzoek in de Gehandicaptenzorg Er is niets zo praktisch

Nadere informatie

Naar een meetbaar concept van kwaliteit van bestaan; kwaliteitsdenken binnen een veranderend landschap. Studiedag Onafhankelijke Cliëntondersteuning

Naar een meetbaar concept van kwaliteit van bestaan; kwaliteitsdenken binnen een veranderend landschap. Studiedag Onafhankelijke Cliëntondersteuning Naar een meetbaar concept van kwaliteit van bestaan; kwaliteitsdenken binnen een veranderend landschap Studiedag Onafhankelijke Cliëntondersteuning Overzicht presentatie Een veranderend landschap Maatschappelijke

Nadere informatie

Ketenvorming in de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen?

Ketenvorming in de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen? Ketenvorming in de zorg voor mensen met verstandelijke beperkingen? Professionele en organisatorische voorwaarden. Dr. Wil H.E. Buntinx W. Buntinx Kennismarkt - Bussum 27 mei 2010 Handouts op www.buntinx.org

Nadere informatie

De goede dingen goed doen

De goede dingen goed doen De goede dingen goed doen O V E R K W A L I T E I T V A N B E S T A A N, B E L O N G I N G E N H A N D E L E N P R E S E N T A T I E V O O R H E T O N D E R Z O E K E R S P L A T F O R M D I S A B I L

Nadere informatie

ICHOM en het belang voor de patiënt

ICHOM en het belang voor de patiënt DE PATIENT CENTRAAL Maarten de Wit Lent 12 oktober 2017 ICHOM en het belang voor de patiënt T2T Overarching principle B. The primary goal of treating patients with rheumatoid arthritis is to maximize long-term

Nadere informatie

Outreach: ja hallo 19/05/2016

Outreach: ja hallo 19/05/2016 Outreach: ja hallo 19/05/2016 Inhoud 1. Visie 2. Quality of Life 3. Quickscan 4. De cirkel Visie? Visie geeft denken en handelen vorm Mens-en maatschappijvisie Ruimer dan outreach alleen Iedereen heeft

Nadere informatie

Werken met sociale netwerken. Focus op onderzoek, dd

Werken met sociale netwerken. Focus op onderzoek, dd Werken met sociale netwerken. Focus op onderzoek, dd. 02-12-11 Ida van Asselt-Goverts (promovenda/kenniskringlid) Prof. dr. Petri Embregts (promotor/lector) Dr. Lex Hendriks (copromotor/associate lector)

Nadere informatie

Quality Qube - Onderzoek Kwaliteitservaringen Langdurige Zorg. Factsheet

Quality Qube - Onderzoek Kwaliteitservaringen Langdurige Zorg. Factsheet - Onderzoek Kwaliteitservaringen Langdurige Zorg Factsheet Deze typering van de methodiek is bedoeld als oriëntatie. Voor meer informatie: neem contact op met btc@buntinx.org T 0620798066 Naam methodiek

Nadere informatie

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn Chapter 4 Understanding Families In this chapter, you will learn Topic 4-1 What Is a Family? In this topic, you will learn about the factors that make the family such an important unit, as well as Roles

Nadere informatie

Zorg Verbeteren in Eigen Huis. Achtergrond van de methode

Zorg Verbeteren in Eigen Huis. Achtergrond van de methode Zorg Verbeteren in Eigen Huis Achtergrond van de methode Dr. W.H.E. Buntinx Buntinx Training & Consultancy www.buntinx.org Symposium De Driestroom 15 oktober 2009 Elst 1 Achtergrond van de methode voor

Nadere informatie

Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in de Buurtmoestuin

Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in de Buurtmoestuin Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in de Buurtmoestuin Een kwalitatief onderzoek naar de gepercipieerde (gezondheids)effecten van gezamenlijk tuinieren Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in

Nadere informatie

Onderzoek KwaliteitsErvaringen in de Langdurige Zorg (Quality Qube)

Onderzoek KwaliteitsErvaringen in de Langdurige Zorg (Quality Qube) Onderzoek KwaliteitsErvaringen in de Langdurige Zorg (Quality Qube) Methodiek voor onderzoek en verbetering van de kwaliteit van professionele ondersteuning Buntinx Training & Consultancy www.buntinx.org

Nadere informatie

Growing old is becoming lonely? Jana D hoedt

Growing old is becoming lonely? Jana D hoedt Growing old is becoming lonely? Jana D hoedt Introduction Loneliness is a personal, subjective experience. A person experiences this feeling when his social relationships do not match his wishes. It is

Nadere informatie

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Categoriaal Werken 5

ECTS-fiche. Graduaat Orthopedagogie Module Categoriaal Werken 5 ECTS-fiche Opzet van de ECTS-fiche is om een uitgebreid overzicht te krijgen van de invulling en opbouw van de module. Er bestaat slechts één ECTS-fiche voor elke module. 1. Identificatie Opleiding Graduaat

Nadere informatie

Ervaringskennis van ouders en hun kracht

Ervaringskennis van ouders en hun kracht Ervaringskennis van ouders en hun kracht dr. Barbara Piškur Inhoud presentatie Rol van de ouders & ervaringen van ouders in de relatie met professionals; Belang van gezinsgerichte zorg en ervaringskennis

Nadere informatie

Verstandelijke Beperkingen

Verstandelijke Beperkingen Verstandelijke Beperkingen Definitie, Assessment & Persoonlijk Ondersteuningsplan Verstandig omgaan met beperkingen Keuzeblok 2.3 Geneeskunde Maastricht University Dr. Wil Buntinx, GZ-psycholoog (Gouverneur

Nadere informatie

Deïnstitutionalisatie is meer dan fysieke integratie!

Deïnstitutionalisatie is meer dan fysieke integratie! Deïnstitutionalisatie is meer dan fysieke integratie! De zorg voor mensen met een verstandelijke beperking vanuit een nieuw perspectief Jos van Loon Kwaliteit van bestaan als uitgangspunt voor ondersteuning

Nadere informatie

Professionele ondersteuning. Toepassen van methoden en standaarden in de praktijk

Professionele ondersteuning. Toepassen van methoden en standaarden in de praktijk rofessionele ondersteuning. Toepassen van methoden en standaarden in de praktijk r. Wil H.E. Buntinx Kennismarkt 2011 Bussum In deze workshop: Een meta-model van het professionele ondersteuningsproces

Nadere informatie

Een Persoonsgerichte Ondersteuningsmethodiek

Een Persoonsgerichte Ondersteuningsmethodiek Een Persoonsgerichte Ondersteuningsmethodiek De SIS en de POS in een context van methodisch bevorderen van kwaliteit van bestaan voor mensen met een verstandelijke beperking Dr. J.H.M. van Loon, Stichting

Nadere informatie

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth Manon krabbenborg, Sandra Boersma, Marielle Beijersbergen & Judith Wolf s.boersma@elg.umcn.nl Homeless youth in the Netherlands Latest estimate:

Nadere informatie

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts

Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Petri Embregts Ervaringsdeskundigheid in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking Petri Embregts Inhoud Waarom een kans in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking? Inzetbaarheid en effectiviteit

Nadere informatie

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts

In verbinding zelf keuzes maken. Petri Embregts In verbinding zelf keuzes maken Petri Embregts Cliënten eigen keuzes laten maken, ze regie geven over hun eigen leven, dat is wat we nastreven Dhr Hans Bouter Leidsch Dagblad Eigen regie, zelf keuzes maken

Nadere informatie

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts

Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie. Petri Embregts Inclusie van mensen met een verstandelijke beperking: Reële mogelijkheden zelfbepaling en participatie Petri Embregts Participatie Geplande ratificatie VN verdrag voor rechten van mensen met beperking

Nadere informatie

Onderzoek KwaliteitsErvaringen in de Langdurige Zorg. Quality Qube Overzicht

Onderzoek KwaliteitsErvaringen in de Langdurige Zorg. Quality Qube Overzicht Onderzoek KwaliteitsErvaringen in de Langdurige Zorg Quality Qube 2013 Overzicht Buntinx Training & Consultancy W www.buntinx.org T 0620798066 E btc@buntinx.org 1. Doel 1. Onderzoek van kwaliteitservaringen

Nadere informatie

Samenwerkingsplannen Community Support. Kwaliteiten & kansen voor de positie van de cliënt.

Samenwerkingsplannen Community Support. Kwaliteiten & kansen voor de positie van de cliënt. Samenwerkingsplannen Community Support Kwaliteiten & kansen voor de positie van de cliënt. Samenwerkingsplannen bij Community Support Kwaliteiten & kansen voor de positie van de cliënt. Drs. Marjolein

Nadere informatie

Zelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid

Zelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid Zelfmanagement of toch positieve gezondheid? Een dissident geluid Dr. AnneLoes van Staa Kenniscentrum Zorginnovatie ZonMw Invitational Conference Positieve Gezondheid, Positieve psychologie en zelfmanagement

Nadere informatie

Welke scores zijn voor een patiënt het belangrijkste?

Welke scores zijn voor een patiënt het belangrijkste? Welke scores zijn voor een patiënt het belangrijkste? Maarten de Wit 31 mei 2013 Lokatie Tilburg University Overzicht 1. Wat is het patiëntenperspectief? 2. Hoe krijg je als onderzoeker toegang tot de

Nadere informatie

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting

14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging. Drs W.v.d.Wouw. Samenvatting 696 14.6. De Dienst Geestelijke Verzorging Drs W.v.d.Wouw Samenvatting De wijze, waarop de Dienst Geestelijke Verzorging is geprofileerd, is sterk afhankelijk van de eigen aard van dit werkveld. Mensen

Nadere informatie

Werken met sociale netwerken. Ida van Asselt-Goverts (onderzoeker) Marjorie Veneman (consulent MEE)

Werken met sociale netwerken. Ida van Asselt-Goverts (onderzoeker) Marjorie Veneman (consulent MEE) Werken met sociale netwerken Ida van Asselt-Goverts (onderzoeker) Marjorie Veneman (consulent MEE) Symposium Click icon to add chart Wetenschap en Praktijk: door co-creatie verbonden 11-04-13 Werken met

Nadere informatie

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs

Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen. Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Van gunsten naar rechten voor leerlingen met beperkingen Het VN-Verdrag over de rechten van personen met een handicap en onderwijs Feiten New York 13 december 2006 Verdrag + Optioneel Protocol (rechtsbescherming)

Nadere informatie

Verklarende woordenlijst

Verklarende woordenlijst Verklarende woordenlijst bij toetsingskader voor instellingen waar mensen verblijven die niet thuis kunnen wonen Utrecht, maart 2017 Behandeling Handelingen en interventies van medische, gedragswetenschappelijke

Nadere informatie

VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ

VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ VISIE OP DAGBESTEDING EN WERK DICHTERBIJ Visie Dichterbij: Dichterbij schept voorwaarden waardoor mensen met een verstandelijke beperking: - leven in een eigen netwerk temidden van anderen - een eigen

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

Capabilities Approach; Betekenis voor sociale inclusie. Janny Beernink Annica Brummel

Capabilities Approach; Betekenis voor sociale inclusie. Janny Beernink Annica Brummel Capabilities Approach; Betekenis voor sociale inclusie Janny Beernink Annica Brummel Agenda Deel I CA: kernconcepten Kritieken op CA CA: mensen met een beperking Toepassen van CA als kader Niches in CA

Nadere informatie

Expertisecentrum E-QUAL. Inhuldiging E-QUAL leerstoelen

Expertisecentrum E-QUAL. Inhuldiging E-QUAL leerstoelen Expertisecentrum E-QUAL Inhuldiging E-QUAL leerstoelen 20 november 2014 Expertisecentrum E-QUAL URL: fmw.hogent.be/e-qual Coördinator: dr. Jessica De Maeyer Opgericht in de loop van het AJ 2011-2012 Is

Nadere informatie

Gouverneur Kremers Centrum

Gouverneur Kremers Centrum 26-11- 14 Gouverneur Kremers Centrum Vooraf Hoe keken we naar mensen met een beperking? van Defectmodellen van verstandelijke beperking Probleem in de persoon - syndroom - geneesche afwijking - ontwikkelingsstoornis

Nadere informatie

Gemeenschappelijke Taal;

Gemeenschappelijke Taal; Gemeenschappelijke Taal; hoe doen we het goed voor ieder kind Chaja Deen c.deen@nji.nl Opzet Check-in Het ontstaan in Schotland Introductiefilmpje Getting it right for every child / Kansencirkel Doelen

Nadere informatie

POSITIEVE PSYCHOLOGIE IN DE GGZ: STATE OF THE ART EN NIEUWE UITDAGINGEN

POSITIEVE PSYCHOLOGIE IN DE GGZ: STATE OF THE ART EN NIEUWE UITDAGINGEN Centre for Well-being and ehealth Research POSITIEVE PSYCHOLOGIE IN DE GGZ: STATE OF THE ART EN NIEUWE UITDAGINGEN Gerben Westerhof 09/11/2017 1 NAAR EEN DUURZAME GEESTELIJKE GEZONDHEID Bouwstenen Het

Nadere informatie

NRG: Building Energy for Performance. Introducing the science of well-being to corporate life www.energystrategy.eu

NRG: Building Energy for Performance. Introducing the science of well-being to corporate life www.energystrategy.eu NRG: Building Energy for Performance Introducing the science of well-being to corporate life www.energystrategy.eu Doelstellingen voor deelnemers aan het NRG programma* 1 Energiepeil van alle deelnemers

Nadere informatie

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA

Kind aan het woord. 21 april Marjon ten Velden MSc OT. Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA Kind aan het woord 21 april 2016 Marjon ten Velden MSc OT Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid HvA 1 Luisteren naar Kinderen..zorgt voor succesvolle interventies hoe vaak bepaalt het kind de interventiedoelen?

Nadere informatie

Business Architectuur vanuit de Business

Business Architectuur vanuit de Business Business Architectuur vanuit de Business CGI GROUP INC. All rights reserved Jaap Schekkerman _experience the commitment TM Organization Facilities Processes Business & Informatie Architectuur, kun je vanuit

Nadere informatie

EXIN WORKFORCE READINESS professional

EXIN WORKFORCE READINESS professional EXIN WORKFORCE READINESS professional DE ERVARING LEERT ICT is overal. Het is in het leven verweven geraakt. In een wereld waarin alles steeds sneller verandert, is het lastig te bepalen wat er nodig is

Nadere informatie

Sociale netwerken van mensen met een lichte verstandelijke beperking: kenmerken en interventies

Sociale netwerken van mensen met een lichte verstandelijke beperking: kenmerken en interventies Sociale netwerken van mensen met een lichte verstandelijke beperking: kenmerken en interventies Presentatie Vilans Platform sociale netwerken Ida van Asselt-Goverts Ida.vanAsselt@han.nl Themalessen Lectoraat

Nadere informatie

Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie

Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie Kosten en baten van lokale gezondheidspromotie Prof. Dr. Lieven Annemans Ghent University, Brussels University Lieven.annemans@ugent.be Lieven.annemans@vub.ac.be VIGeZ April 2013 1 Growth 7% Eén van de

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Sociaal Medische Beoordeling van Arbeidvermogen (SMBA)

Sociaal Medische Beoordeling van Arbeidvermogen (SMBA) Sociaal Medische Beoordeling van Arbeidvermogen (SMBA) Naar een evidence-based participatiegerichte beoordelingsmethode Duo presentatie Yvette van Woerkom (UWV) en Femke Abma (KCVG-UMCG) Muntendam Symposium,

Nadere informatie

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen)

Het ICF schema ziet er als volgt uit. (Schema uit hoofdtekst hier opnemen) 1 International Classification of Functioning, Disability and Health Het ICF-Schema ICF staat voor; International Classification of Functioning, Disability and Health. Het ICF-schema biedt een internationaal

Nadere informatie

Kwaliteit van bestaan: Methoden in de praktijk

Kwaliteit van bestaan: Methoden in de praktijk Kwaliteit van bestaan: Methoden in de praktijk Focus op kennis en onderzoek, aftrap NPG 22 juni 2015 Angelie van der Aalst Inhoud presentatie Zorginstituut Nederland Inventariserend onderzoek: doel Vaststellen

Nadere informatie

Classificatiemodellen in de Gehandicaptenzorg Relevantie voor onderzoek (en praktijk)

Classificatiemodellen in de Gehandicaptenzorg Relevantie voor onderzoek (en praktijk) lassificatiemodellen in de Gehandicaptenzorg Relevantie voor onderzoek (en praktijk) r. Wil H.E. Buntinx VGN Masterclass 2013 Wetenschappelijk Onderzoek in de Gehandicaptenzorg Er is niets zo praktisch

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

Wat maakt een goede arts? Prof. dr. Wim Pinxten

Wat maakt een goede arts? Prof. dr. Wim Pinxten Wat maakt een goede arts? Prof. dr. Wim Pinxten Ik zal boven alles voor mijn patiënten zorgen, hun gezondheid bevorderen en hun lijden verlichten. Monty Python s The Meaning of Life, 1983 MEDISCHE PROFESSIONALITEIT?

Nadere informatie

Healthy people want everything, sick people want only one thing. would love to see a Hospital Teacher

Healthy people want everything, sick people want only one thing. would love to see a Hospital Teacher Healthy people want everything, sick people want only one thing. would love to see a Hospital Teacher Consultant Education Sick Pupils Educational Service Centre University Medical Centre The Netherlands

Nadere informatie

Naar een nieuw concept van Gezondheid

Naar een nieuw concept van Gezondheid Kwaliteitsinstituut 7 mei 2013 Naar een nieuw concept van Gezondheid Daniëlle Branje MSc. & Machteld Huber, arts Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl Louis Bolk Instituut Sinds 1976 Onderzoek

Nadere informatie

EXIN WORKFORCE READINESS werkgever

EXIN WORKFORCE READINESS werkgever EXIN WORKFORCE READINESS werkgever DE ERVARING LEERT ICT is overal. Het is in het leven verweven geraakt. In een wereld waarin alles steeds sneller verandert, is het lastig te bepalen wat er nodig is om

Nadere informatie

BRUGGEN BOUWEN IN DE WIJK. sociale cohesie en gezondheid

BRUGGEN BOUWEN IN DE WIJK. sociale cohesie en gezondheid BRUGGEN BOUWEN IN DE WIJK sociale cohesie en gezondheid Wie van u Is lid van een sportvereniging? Is onderdeel van een team op het werk? Is lid van een maatschappelijke organisatie? Maakt muziek met anderen?

Nadere informatie

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE

De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Lid en Nederlandse vertegenwoordiger van de European Union of Supported Employment De 7 Competenties van de jobcoach NVS/EUSE Competenties van de jobcoach NVS/EUSE bestaan uit de integratie van Kennis,

Nadere informatie

Vermaatschappelijking van de zorg?!

Vermaatschappelijking van de zorg?! Vermaatschappelijking van de zorg?! Jessica De Maeyer, vakgroep Orthopedagogie Didier Reynaert, vakgroep Sociaal Werk Expertisecentrum Quality of Life (E-QUAL HoGent) Het meervoudige karakter van Vermaatschappelijking

Nadere informatie

Inzetten van ervaring

Inzetten van ervaring Inzetten van ervaring 26 februari 2016 Bart Debyser Marijke Deman Bart Robbrecht Annelies Verkest 1 Perso presentatie Overzicht 1. Wat is ervaringsdeskundigheid? 2. Ons verhaal 3. Ervaringswerkers en inzetbaarheid

Nadere informatie

Het huis met de zeven kamers

Het huis met de zeven kamers Het huis met de zeven kamers Hans van Ewijk Hans.vanewijk@uvh.nl www.hansvanewijk.nl Zeven ramen van sociaal werk Domein Theorieën Ethiek Disciplines Beleid en organisatie Methodes Professionalisering

Nadere informatie

4/20/2017. Op weg met de TomTom Jac van der Klink. 19 april Jac van der Klink. 19 april vervolg op

4/20/2017. Op weg met de TomTom Jac van der Klink. 19 april Jac van der Klink. 19 april vervolg op Op weg met de TomTom Jac van der Klink 19 april 2017 Op weg met de TomTom Jac van der Klink 19 april 2017 vervolg op 1 Van sextant naar TomTom Jac van der Klink 11 april 2016 Outline 11 april 2016 De afnemende

Nadere informatie

Buntinx Training & Consultancy

Buntinx Training & Consultancy ORO kwaliteitsproject 214 Kwaliteitservaringen van cliënten, cliëntvertegenwoordigers en medewerkers Overzicht van uitkomsten Buntinx Training & Consultancy 3 maart 215 Bijeenkomst 3 maart 215 N.a.v. de

Nadere informatie

Centrum Ganspoel. Special school as resource centre for mainstreaming: developing networks & cooperation and exchange strategies

Centrum Ganspoel. Special school as resource centre for mainstreaming: developing networks & cooperation and exchange strategies Centrum Ganspoel Special school as resource centre for mainstreaming: developing networks & cooperation and exchange strategies Integration & Wellbeing Specified Assistance and Support. MPI Medical

Nadere informatie

Bijeenkomst Jeugdzorg 1 juni 2012. Beleidsadviseur Jeugdzorg

Bijeenkomst Jeugdzorg 1 juni 2012. Beleidsadviseur Jeugdzorg Bijeenkomst Jeugdzorg 1 juni 2012 Bennie Kock Beleidsadviseur Jeugdzorg Transitie of Transformatie Kansen voor de toekomst : Ruimte voor interactie tussen professional en zorgvrager (missie/visie, gedeelde

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum IMPLEMENTATIE: welke weg? Prof.dr. Rob Oostendorp Dr. Michel Wensing Prof.dr. Richard Grol Implementatie Kenmerken implementatie (ZON, 1997; Gezondheidsraad, 2000). Procesmatige en planmatige invoering.

Nadere informatie

EASPD 02 februari 2011 Interdisciplinair werken en inclusie

EASPD 02 februari 2011 Interdisciplinair werken en inclusie EASPD 02 februari 2011 Interdisciplinair werken en inclusie Lectoraat Interdisciplinair werken Lector Hans Schuman Filmfragment Sterre Reflectie op Sterre Inter professionele, interdisciplinaire en interinstitutionele

Nadere informatie

Kansen en uitdagingen van de verpleegkundig specialist: profilering

Kansen en uitdagingen van de verpleegkundig specialist: profilering Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Geen Multidisciplinair symposium MS Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of

Nadere informatie

Waarden vanuit cliëntperspectief. Hand-out Workshop: Persoonsgerichte Zorg. Twaalf gewetensvragen

Waarden vanuit cliëntperspectief. Hand-out Workshop: Persoonsgerichte Zorg. Twaalf gewetensvragen Waarden vanuit cliëntperspectief Hand-out Workshop: Persoonsgerichte Zorg. Twaalf gewetensvragen Waarden vanuit cliëntperspectief Wanneer vinden mensen in de langdurige gehandicaptenzorg cliënten en mantelzorgers

Nadere informatie

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0

Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam. WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 Dr. Daantje Derks Associate Professor Erasmus University Rotterdam WERKEN IN DE TOEKOMST Performance Management 3.0 INTRODUCTIE Competitief voordeel Werknemers maken het verschil Innovatie Creativiteit

Nadere informatie

Gezond ouder worden: gezondheid als een multidimensioneel concept? Prof. Dr. Anja Declercq LUCAS en Centrum voor Sociologisch onderzoek, KU Leuven

Gezond ouder worden: gezondheid als een multidimensioneel concept? Prof. Dr. Anja Declercq LUCAS en Centrum voor Sociologisch onderzoek, KU Leuven Gezond ouder worden: gezondheid als een multidimensioneel concept? Prof. Dr. Anja Declercq LUCAS en Centrum voor Sociologisch onderzoek, KU Leuven Wat is gezondheid? Definities veranderen Gezondheid als

Nadere informatie

EVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek?

EVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek? Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Kunnen we biofeedback gebruiken? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? EVB+ in beeld! Wat is de invloed van spanning? Hoe doen we inclusief onderzoek?

Nadere informatie

Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid

Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid Ben Ik Tevreden? Meetinstrument cliënttevredenheid De kracht van Ben ik tevreden? ligt in het hier en nu. Wensen van cliënten zetten direct aan tot actie. Meten is dus niet alleen weten, maar de start

Nadere informatie

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers

Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Competentieontwikkeling werkt!? De impact op inzetbaarheid en loopbaantevredenheid van medewerkers Introductie Wat we (denken te) weten over competentieontwikkeling Middel tot het versterken van inzetbaarheid

Nadere informatie

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema

Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen. Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Kennissynthese arbeid en psychische aandoeningen Dr. F.G.Schaafsma Dr. H. Michon Prof. dr. J.R. Anema Ernstige Psychische Aandoeningen (EPA) Definitie consensus groep EPA¹ - Sprake van psychische stoornis

Nadere informatie

Ondersteuning van astma zelfmanagement in de huisartsenpraktijk via internet: Karakteristieken van patiënten en het PatiëntCoach webportaal

Ondersteuning van astma zelfmanagement in de huisartsenpraktijk via internet: Karakteristieken van patiënten en het PatiëntCoach webportaal Ondersteuning van astma zelfmanagement in de huisartsenpraktijk via internet: Karakteristieken van patiënten en het PatiëntCoach webportaal Jaap K. Sont, associate professor Afdeling Medische Besliskunde

Nadere informatie

Institutional Research kwaliteit en verantwoording. Over vertrouwen in het hoger onderwijs

Institutional Research kwaliteit en verantwoording. Over vertrouwen in het hoger onderwijs Institutional Research kwaliteit en verantwoording Over vertrouwen in het hoger onderwijs Marijk van der Wende DAIR Seminar 2017 Kijk op kwaliteit Doorn, 1 November 2017 1 Vertrouwen in de toekomst Regeerakkoord

Nadere informatie

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen?

Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? 21/11/11 Triple P (Positive Parenting Program): effectief bij gedragsproblemen? Inge Glazemakers Dirk Deboutte Inhoud Het probleem Oplossingen: de theorie Triple P Het project De eerste evaluatie - - -

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

Hoe monitor je het effect van een lokale aanpak?

Hoe monitor je het effect van een lokale aanpak? Hoe monitor je het effect van een lokale aanpak? Dorine Collard, Vera Scholten Mulier Instituut, Utrecht 5 september 2017 Reden voor monitoring en evaluatie Inzicht in succes- en faalfactoren -> proces

Nadere informatie

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers. Werk in balans Een onderzoek naar de invloed van werktijden op werkthuisinterferentie en de gevolgen daarvan voor burnout en verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance A study of the

Nadere informatie

EXIN WORKFORCE READINESS opleider

EXIN WORKFORCE READINESS opleider EXIN WORKFORCE READINESS opleider DE ERVARING LEERT ICT is overal. Het is in het leven verweven geraakt. In een wereld waarin alles steeds sneller verandert, is het lastig te bepalen wat er nodig is om

Nadere informatie

Herstelondersteunende zorg in een veranderend zorglandschap. Michiel Bähler Adviseur/ psycholoog GGZ NHN

Herstelondersteunende zorg in een veranderend zorglandschap. Michiel Bähler Adviseur/ psycholoog GGZ NHN Herstelondersteunende zorg in een veranderend zorglandschap Michiel Bähler Adviseur/ psycholoog GGZ NHN Geen belangen Disclosure Persbericht 15 oktober 2014 Veranderend zorglandschap vraagt om vernieuwde

Nadere informatie

Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing

Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing Date 7-12-2011 1 Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing Prof. Dr. Inge Hutter Demographer, anthropologist Coordinator Healthy Ageing Alpha Gamma RUG Dean Faculty Spatial Sciences Date 7-12-2011

Nadere informatie

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches?

HUMAN RIGHTS. Alternative Approaches? HUMAN RIGHTS Alternative Approaches? Utrecht, 3 april 2008 Peter van Krieken Toegang tot het loket Artseneed - artsenleed Samenleving v. individu 1ste generatie v. 2e generatie rechten China EVRM General

Nadere informatie

Leergang ZelfVerzorgd

Leergang ZelfVerzorgd Leergang ZelfVerzorgd Waar gaat het over? Zuidwester heeft besloten te gaan werken met ondersteuningslijnen. Op deze manier willen we meer gespecialiseerde ondersteuning bieden aan onze cliënten, binnen

Nadere informatie

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie

University of Groningen. Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie University of Groningen Safe and Sound van den Bosch, Kirsten Anna-Marie IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the

Nadere informatie

Controller waar gaat gij heen?

Controller waar gaat gij heen? Controller waar gaat gij heen? Business partner? Of ook politieagent? Concerncontrol binnen de Gemeente Seminar de Reehorst Ede 15 maart 2018 rob@schapink.nl Achtergrond / aanleiding seminar Seminar concern

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Dialoog, de weg naar goede zorg

Dialoog, de weg naar goede zorg Dialoog, de weg naar goede zorg Inhoud 1. Macro / meso / micro 2. Zorg met aandacht 3. Ethiek ook iets voor ons? 4. Conclusies 2 Macro, meso, micro Macro meso micro Macrosysteem: Wereld Europa Mesosysteem

Nadere informatie

INLEIDING Definitie van Mantelzorg Visie Nieuw Unicum SOFA-model... 2

INLEIDING Definitie van Mantelzorg Visie Nieuw Unicum SOFA-model... 2 DOCUMENT AUTEUR: INGANGSDATUM: april 2016 GELDIG VOOR: Hele organisatie Beleidsdoc 4.28 Ondersteuner cliëntenraad EVALUATIEDATUM: 2018 EINDVERANTWOORDELIJK : Raad van Bestuur VASTGESTELD Raad van Bestuur:

Nadere informatie

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI)

Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het Management Skills Assessment Instrument (MSAI) Het zelfbeoordelingsformulier Het doel van deze evaluatie is om u te helpen bij het bepalen van de belangrijkste aandachtsvelden van uw leidinggevende

Nadere informatie

De capability approach in de praktijk

De capability approach in de praktijk psychologen en coaches voor werkactivering De capability approach in de praktijk Patricia van Casteren Ascender Januari 2018 We support the quality of working life Psycholoog Arbeid & Gezondheid Ascender

Nadere informatie

Summary 124

Summary 124 Summary Summary 124 Summary Summary Corporate social responsibility and current legislation encourage the employment of people with disabilities in inclusive organizations. However, people with disabilities

Nadere informatie