Negatieve overtuigingen

Transcriptie

1 Negatieve overtuigingen N.B.: de inhoud van dit programma is slechts van adviserende aard en dient niet als vervanging voor professioneel en/of medisch advies. Als u verdere consultatie wenst, of wanneer u zich zorgen maakt over uw gezondheid en medicatie of die van uw kind, raadpleeg dan een gespecialiseerde arts.

2 Negatieve overtuigingen over AD(H)D aanpakken Als mensen niet veel over AD(H)D weten, kunnen ze vooroordelen en verkeerde opvattingen hebben over hoe mensen met AD(H)D zijn We zullen hier een aantal gangbare onwaarheden rondom AD(H)D bespreken

3 Onwaar: Alle kinderen met AD(H)D zijn stoorzenders en niet te beheersen Geef aan dat niet alle kinderen met AD(H)D hetzelfde gedrag vertonen AD(H)D oefent op verschillende manieren invloed uit, op verschillende momenten. Sommige kinderen kunnen impulsief of hyperactief zijn, bijvoorbeeld door ongepaste dingen te zeggen of niet stil kunnen zitten. Anderen hebben moeite zich te focussen of te concentreren.

4 Onwaar: Kinderen met AD(H)D leggen teveel beslag op de tijd van de leerkracht Geef aan dat de school een dusdanig beleid heeft dat dit niet zal gebeuren Leerkrachten streven naar een ondersteunende leeromgeving die goed is voor alle kinderen op school, waaronder ook kinderen met AD(H)D Leerkrachten met een kind met AD(H)D in de klas zijn zich bewust van de behoeften van het kind en hebben strategieën in huis waardoor het kind niet te veel tijd vraagt. Zij kunnen het kind bijvoorbeeld af en toe even met een speciale opdracht sturen, zodat het wat energie kan kwijtraken. De leerkracht heeft wellicht ook medewerkers die extra ondersteuning geven.

5 Onwaar: AD(H)D komt vaak door slecht ouderschap Geef aan dat AD(H)D een bewezen medische aandoening is en alleen maar kan worden vastgesteld na maanden van onderzoek Er wordt vaak gedacht dat het gedrag van een kind met AD(H)D te maken heeft met slecht ouderschap. Medisch onderzoek wijst echter uit dat AD(H)D een neurologische aandoening is die veel voorkomt. Veel ouders werken nauw samen met artsen en andere specialisten in het verbeteren van hun ouderlijke vermogens. Volgens onderzoek gaat het na dergelijke ondersteuning beter in het gezin.

6 Onwaar: Een kind met AD(H)D heeft een slechte invloed op mijn kind Geef aan dat de school en u samen alles in het werk stellen om de invloed op de klas minimaal te houden, net als bij andere gedragsproblemen Veel kinderen met of zonder AD(H)D kunnen gedragsproblemen hebben die de sfeer in de klas kunnen verstoren, hetgeen als een slechte invloed kan worden gezien. Als de AD(H)D symptomen tot verstoring in de klas leiden, kunnen ouders van het betreffende kind en leerkrachten nauw samenwerken om daar iets tegen te doen. Als ouder kom ik graag met u in gesprek wanneer u zich hier zorgen over maakt.

7 Onwaar: Alle kinderen met AD(H)D hebben medicatie nodig om de schooldag door te komen Geef aan hoe, waarom en wanneer medicatie nodig is Sommige kinderen met AD(H)D gebruiken medicatie, maar niet alle kinderen hebben dat nodig. Medicatie wordt niet gebruikt om het kind beheersbaar te houden, maar om de symptomen van AD(H)D te verminderen. Bijvoorbeeld: kinderen kunnen zich er beter en langer door concentreren op school. De keuze voor medicatie ligt bij de behandelend arts in samenspraak met de ouders/verzorgers.

8 Onwaar: Alle kinderen met AD(H)D presteren slecht op school Leg uit dat kinderen met AD(H)D ook goed kunnen zijn in bepaalde vakken Kinderen met AD(H)D zijn niet automatisch slechte leerlingen, hoewel sommige kinderen leerproblemen kunnen hebben die samenhangen met de aandoening. Kinderen met AD(H)D kunnen veel hebben aan niet-traditionele leermethodes. Vaak is het een kwestie van de juiste aanpak vinden bij een bepaald vak.