ARTIKEL. Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag. Een longitudinale studie bij cliënten met ernstig probleemgedrag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ARTIKEL. Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag. Een longitudinale studie bij cliënten met ernstig probleemgedrag"

Transcriptie

1 Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag Een longitudinale studie bij cliënten met ernstig probleemgedrag H. van Wouwe, L. Simons en C. Janssen 1 Inleiding stel van het gewone leven (Ter Horst, 1994). In van Wouwe et al. (2011) en van Wouwe en Het model neemt daarom het probleemgedrag van de Weerd (2011) is beschreven dat Triple- niet primair als uitgangspunt, maar pakt de C een behandelmodel is voor mensen met een omgevingsvariabelen aan om de kwaliteit van verstandelijke beperking die tevens ernstige leven te bevorderen. gedragsproblemen vertonen. In Triple-C (Cliënt, Coach, Competentie) wordt getracht een waarvan de effectiviteit eerder is aangetoond, Het model bevat elementen van methoden onvoorwaardelijke en continue relatie tussen namelijk: gedragstherapeutische interventies de begeleider en de cliënt te realiseren en daartoe ook randvoorwaarden te creëren. Doel is de evidentie voor effectiviteit van de laatste en interventies uit de hechtingstheorie, hoewel de competenties van cliënten op de competentiegebieden zelfzorg, wonen, werk/scholing en standelijke beperking nog niet erg substantieel groep interventies bij mensen met een ver- vrije tijd te vergroten en gedragsproblemen te is. De effectiviteit van gedragstherapeutische verminderen. Gestreefd wordt naar het her- methoden is al vele malen aangetoond in de ARTIKEL Beleid & Management Triple-C is een behandelmodel voor cliënten met een verstandelijke beperking en probleemgedrag, waarbij gebruik wordt gemaakt van principes uit de leertheorie en uit de gehechtheidstheorie. Dit onderzoek doet verslag van de invoering en effecten van invoering van de methodiek bij 47 cliënten die naar een nieuwe woning verhuisden. Er werd gevonden dat de vaardigheden van de cliënten significant toenamen na de verhuizing en dat deze meer toenamen naarmate Triple-C adequater geïmplementeerd was. In groepen waar Triple-C adequater geïmplementeerd was namen gedragsproblemen vaker af. Het artikel is van belang voor gedragsdeskundigen in het algemeen en voor behandelaars in het bijzonder. WB NTZ

2 Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag wetenschappelijke literatuur (Allen, 2000; Feldman et al., 2004; Grey, Hastings & Mc- Clean, 2007; Prout & Nowak-Drabik, 2003; Janssen & Schuengel, 2010). De elementen uit de gedragstherapeutische stroming die gebruikt worden in het Triple-C model zijn extinctie en competentievermeerdering (van Wouwe et al., 2011). Emerson (2001) onderscheidt twee oriëntaties in therapieën: ten eerste de pathologische benadering, die focust op de eliminatie van pathologische gedragingen en ten tweede de constructionele benadering. De laatste is een benadering, waarbij de oplossing van problemen meer gezocht wordt in de constructie van een nieuw gedragsrepertoire dan in de eliminatie van een pathologisch gedragsrepertoire. Het Triple-C model gebruikt deze constructionele benadering als basis voor een intensief dagprogramma met duidelijke ritmes. Naast de effectief gebleken elementen uit de gedragstherapeutische stroming maakt Triple-C ook gebruik van elementen uit de hechtingstheorie. De hechtingstheorie richt zich specifiek op de wisselwerking tussen de ontwikkeling van het individu en de (opvoedings-)relatie waarin hij of zij participeert (Janssen, Schuengel & Stolk, 2002). Kinderen en jongeren die wonen in instellingen zijn veelal onveilig gehecht (Zegers, Schuengel, Van IJzendoorn & Janssen, 2006; Schuengel en Janssen, 2006). Mensen met een verstandelijke beperking kunnen door hun cognitieve beperkingen moeilijk met stress omgaan en kunnen in stressvolle situaties vaak geen veilige basis vinden bij een hechtingsfiguur die normaliter een emotieregulerende functie heeft in tijden van stress. Niet succesvol omgaan met stress en geen veilige basis vinden bij een hechtingsfiguur kunnen ernstige gedragsproblemen tot gevolg hebben. Het blijkt voor cliënten met een verstandelijke beperking echter wel zeer goed mogelijk een hechtingsrelatie met een professionele zorgverlener op te bouwen (Zegers et al., 2006; Schipper et al., 2006; Janssen et al., 2002). Dit is opmerkelijk gezien de veelal wisselende diensten van zorgverleners (Janssen et al., 2002). Als gevolg van deze bevinding achten Schuengel en Sterkenburg (2004) een direct op hechting gerichte interventie noodzakelijk om een veilige basis tussen cliënt en professionele zorgverlener te bewerkstelligen. Een professionele zorgverlener zal, met als doel een hechtingsrelatie met de cliënt op te bouwen, de tegennatuurlijke weg moeten gaan. Ondanks de aanvankelijke afwijzing door de cliënt blijft de therapeut op liefdevolle en respectvolle wijze contact maken, overigens zonder de cliënt te dwingen om contact te accepteren. Synergie lijkt mogelijk tussen deze beide methoden. Wanneer de hechtingsrelatie in een fase is, waarin de cliënt de professionele zorgverlener gebruikt om te exploreren, omdat deze zorgverlener zijn stress is gaan bufferen, kunnen eventueel gedragstherapeutische interventies starten (Schuengel & Sterkenburg, 2004). Deze synergie tussen gedragstherapie en therapie gericht op hechting is bestudeerd door Sterkenburg. Zij vond dat zelfs alleen al een verbeterde hechtingsrelatie met de professionele zorgverlener gerelateerd was aan een significante vermindering van probleemgedrag (Sterkenburg, Janssen & Schuengel, 32 NTZ

3 H. van Wouwe, L. Simons en C. Janssen 2008). De drie fasen van de Integrale Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) van Sterkenburg zijn: 1) bonding (contact maken), 2) symbiose (veilige gehechtheid) en 3) stimulatie van individuatie. Dit zijn ook de drie fasen in de relatieopbouw binnen het Triple-C model (van Wouwe en van de Weerd, 2011). Het Triple-C model is in het werkveld ogenschijnlijk succesvol en wordt nu door veel instellingen geïmplementeerd, maar de werkzaamheid is wetenschappelijk nog onvoldoende aangetoond. In dit longitudinale onderzoek wordt nagegaan, in hoeverre de implementatie is gerealiseerd in de nieuwe groepen, in hoeverre er veranderingen zijn in vaardigheden en probleemgedrag bij de cliënten, in hoeverre er ontwikkelingen zijn in het gebruik van middelen en maatregelen en van gedragsbeïnvloedende medicijnen. En tot slot wordt nagegaan in hoeverre de implementatie van Triple-C gerelateerd is aan veranderingen bij cliënten en aan veranderingen in het gebruik van middelen en maatregelen en van gedragsbeïnvloedende medicijnen. Verwacht wordt, dat naarmate Triple-C adequater en vollediger is geïmplementeerd er een toename te zien zal zijn van vaardigheden, er een afname te zien zal zijn van probleemgedrag, en er een afname te zien zal zijn van middelen en maatregelen en van het gebruik van gedragsbeïnvloedende medicijnen. 2 Methode 2.1 Design Gekozen is voor een longitudinaal design met twee voormetingen en vijf nametingen bij een groep nieuwe cliënten. De eerste voormeting vond plaats kort voor de overgang naar een nieuwe instelling, waarin Triple-C werd geïmplementeerd, en de tweede kort na de opname, namelijk na vier weken om de cliënten de kans te geven te wennen aan hun nieuwe situatie. De nametingen vonden plaats 2, 3, 6, 9, en 12 maanden na opname. Omdat voor de eerste meting weinig data uit de oude voorziening voorhanden bleken (behalve voor de Triple- C index) kan niet gesproken worden van een duidelijk pre-postdesign met een baseline en nametingen, maar eerder van een correlationeel onderzoek. 2.2 De onderzoeksgroep en procedure In het voorjaar van 2011 werden 53 nieuwe cliënten met ernstig probleemgedrag van woningen waarin niet gebruik werd gemaakt van Triple-C naar nieuwe woningen en teams overgeplaatst. Het betreft 24 uurszorg. Dit kon vanwege de start van acht nieuwe woningen voor 6 cliënten en de herbestemming van een bestaande woning van 6 normaal begaafde cliënten met een autismespectrumstoornis. Voor een deel bestonden de nieuwe teams uit begeleiders die bekend waren met Triple-C (m.n. teamleiders) en voor een deel uit nieuwe begeleiders. De behandelaars werkten op basis van het Triple-C model en coachten samen met daartoe aangestelde coaches de teams in het vorm geven aan het model. Besloten werd om in dit longitudinale onderzoek al deze nieuwe cliënten zonder selectie op te nemen. In de loop van het onderzoek werd de dataverzameling bij 6 cliënten gestopt: vanwege een snelle herplaatsing (4 cliënten) of vanwege problemen met dataverzameling (2 cliënten). NTZ

4 Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag Dus van de oorspronkelijke 53 cliënten participeerden uiteindelijk 47 in dit onderzoek: 35 mannen en 12 vrouwen; 11 cliënten hadden een IQ lager dan 50, 28 cliënten tussen 50 en 85 en 8 cliënten hoger dan 85; de gemiddelde leeftijd was 20.3 jaar (sd 7.1). 41 cliënten hadden een indicatie volgens zorgzwaartepakket 7 (VG), zes cliënten hadden een indicatie volgens zorgzwaartepakket 7 (GGZ7B). Cliënten met een zorgzwaartepakket ZZP 7 (VG) kennen verschillende vormen van extreme gedragsproblematiek. Dit kan zich op allerlei wijze uiten, bijvoorbeeld verbaal agressief, lichamelijk agressief, destructief, manipulatief, dwangmatig, ongecontroleerd en reactief gedrag. Hierbij is continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. Daarbij is zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag eveneens te verwachten. De cliënten vragen van hun omgeving continu grote alertheid. Het corrigeren van gedrag is zeer moeilijk doordat cliënten niet of moeilijk beïnvloedbaar zijn. De begeleiding is vaak individueel gericht en structuurbiedend, waarbij de nadruk ligt op voorspelbaarheid van de invulling van de dag en vaste leefregels. Er is sprake van risicovol gedrag, maatschappelijk probleemgedrag en cliënten zijn vaak zelf niet gemotiveerd voor behandeling. In verband met veiligheidsrisico s zijn doorgaans meerdere begeleiders tegelijkertijd aanwezig (Zorg-zwaartepakketten sector gehandicaptenzorg versie 2010). C liënten met een zorgzwaartepakket GGZ7B: Deze cliëntgroep heeft vanwege een zeer ernstige psychiatrische aandoening zeer intensieve behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is zeer intensieve begeleiding nodig met intensieve verzorging, een buitengewoon gestructureerd klimaat en grote mate van beveiliging en bescherming. Deze cliënten kennen verschillende vormen van extreme gedragsproblematiek. Dit betreft verbaal agressief, lichamelijk agressief, destructief, manipulatief, dwangmatig, ongecontroleerd en reactief gedrag. Hierbij is continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. Daarbij is zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag eveneens te verwachten. De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride). De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig sprake van intensivering van de behandeling en begeleiding (Zorgzwaartepakketten GGZ 2013). 2.3 De instrumenten Triple-C index. In van Wouwe et al. (2011) werd een Triple-C index ontwikkeld, die aangeeft in hoeverre voor een specifieke cliënt in de dagelijkse zorg aan de voorwaarden van Triple-C wordt voldaan. Met name deze index werd als afhankelijke variabele gebruikt in dit longitudinale onderzoek om na te gaan of verbeteringen op deze index gerelateerd waren aan verbeteringen in gedrag en vaardigheden van de cliënt. Het betreft een vragenlijst met 31 items met een 5-puntsschaal. Gebruik werd gemaakt van een gemiddelde totaalscore en van drie subschalen: 1) gerichtheid op een adequate relatie met de cliënt, 2) gerichtheid op vergroten van vaardigheden van de cliënt en 3) de mate waarin aan de randvoorwaar- 34 NTZ

5 H. van Wouwe, L. Simons en C. Janssen den voor Triple-C wordt voldaan met betrekking tot overdracht en rapportage. Het is een intern betrouwbaar instrument gebleken (interne consistentie: alpha.91) en een exploratieve factoranalyse toonde de drie subschalen die bij de constructie van het instrument werden geoperationaliseerd, een indicatie voor een adequate constructvaliditeit (van Wouwe et al., 2011). Deze index werd in dit onderzoek afgenomen door de eerste twee auteurs, experts met betrekking tot Triple-C, in een interview met de betreffende orthopedagoog en persoonlijk begeleiders. De beide auteurs waren overigens blind voor de scores op de hierna te beschrijven afhankelijke variabelen. Vaardigheden. De Vineland Adaptive Behavior Scales (VABS uitgebreide versie, van Berckelaer et al., 1995) werd gebruikt om de vaardigheden van de cliënten te meten: de drie subschalen communicatieve, dagelijkse en sociale vaardigheden, die betrouwbaar en valide zijn gebleken (Kraijer et al., 2003). In de analyse is gebruik gemaakt van de subschaalscores. Probleemgedrag. Voor de meting van probleemgedrag werden twee instrumenten voor elke cliënt afgenomen : 1) De VOG, de Nederlands versie van de Developmental Behavior Checklist (DBC; Koot en Dekker, 2001), een vragenlijst specifiek voor mensen met een verstandelijke handicap óf de CBCL (Verhulst, van der Ende en Koot, 1996) bij de acht cliënten zonder verstandelijke handicap, en 2) Het Consensusprotocol Ernstig Probleemgedrag (CEP, Kramer, 2001), een protocol waarin deskundigen proberen overeenstemming te bereiken over de ernst van het probleemgedrag. Gebruikt werden die items, waarin gevraagd werd naar voorkomen en frequentie van probleemgedrag, die grote overeenkomst vertoonden met de SGZ (Kraijer en Plas, 2007): de items met betrekking tot lichamelijke agressie, destructief gedrag, verbale agressie, seksueel probleemgedrag, stereotiep dwangmatig gedrag, teruggetrokken gedrag, reactief probleemgedrag, maatschappelijk probleemgedrag en uitingen van intrapsychische problematiek. Deze meetinstrumenten voor vaardigheden en probleemgedrag zijn alle betrouwbaar en valide gebleken en werden in dit onderzoek afgenomen door vier ervaren psychologische assistenten, die daartoe de persoonlijk begeleiders van de cliënt interviewden. Gegevens over de frequentie van het gebruik van middelen en maatregelen (afzondering, separatie, fixatie, gedwongen voeding, gedwongen medicatie) werden gehaald uit het elektronisch dossier (PlanCareDossier) van de cliënten. Gegevens over gedragsbeïnvloedende medicijnen werden geturfd op grond van data in het digitale dossier van de cliënten: wel/niet psychofarmaca en de dosis. 2.4 Data analyse Voor de analyse van de ontwikkelingen in zowel de Triple-C index als in de afhankelijke variabelen vaardigheden en probleemgedrag werden gepaarde t-toetsen en variantie-analyses met herhaalde metingen gedaan. Voor de correlaties tussen de ontwikkelingen op de Triple-C index enerzijds en de ontwikkelingen met betrekking tot vaardigheden en gedrag anderzijds werd gebruik gemaakt van NTZ

6 Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag de verschilscores tussen de samengestelde gemiddelden op meetmomenten 1 en 2 enerzijds en de samengestelde gemiddelden op de meetmomenten 3, 4, 5, 6, 7 anderzijds. 3 Resultaten 3.1 Implementatie van Triple-C Figuur 1 laat zien in hoeverre Triple-C was geïmplementeerd. De toename op de Triple- C index over de verschillende meetmomenten bleek significant zowel voor de totaalscore (F (6, 38)=47.3; P=.00), als voor de subschalen relatiegerichte begeleiding (F(6, 39)=121.9; P=.00), competentiegerichte begeleiding (F(6, 39)=37.0; P=.00), en de randvoorwaarden met betrekking tot overdracht en rapportage (F(6, 38)=28.0; P=.00). Er bleek voor zowel de totaalscore als voor de subschalen sprake van telkens een lineaire toename (test of withinsubjects contrasts: resp. F(1)=194.3, 160.0, 152.7, 165.3; P=.00). Dus het model is door de behandelaars direct vanaf meetmoment 2 gebruikt en de teams zijn in de loop van de twaalf maanden steeds beter de principes van Triple-C gaan hanteren. Bij paarsgewijze vergelijking viel op dat er geen significante verbeteringen optraden voor de totaalscore tussen meetmoment 3 en 4, voor relatiegerichte zorg tussen meetmomenten 3 tot en met 7, voor competentie gerichte zorg tussen meetmomenten 3 tot en met 6 en voor randvoorwaarden overdracht en rapportage tussen meetmomenten 2, 3 en 4. Figuur 1: Triple-C index op de 7 meetmomenten (totaalscore: TCItot, relatiegerichte score: TCIrel, competentiegerichte score: TCIcomp en score voor overdracht en rapportage: TCIman) 36 NTZ

7 H. van Wouwe, L. Simons en C. Janssen 3.2 Ontwikkeling van vaardigheden Op het eerste meetmoment in de oorspronkelijke voorziening zijn van slechts 25 cliënten data van de VABS beschikbaar. De communicatieve vaardigheden, de dagelijkse vaardigheden en de sociale vaardigheden van deze 25 cliënten bleken op een t-test met gepaarde metingen tussen meetmoment 1 en 2 niet significant te verschillen (zie tabel 1). Onduidelijk blijft of ook voor de andere cliënten voor wie geen eerste meting beschikbaar was, de baseline stabiel was. Vanaf de tweede meting zijn van nagenoeg alle cliënten de data wel beschikbaar. De gemiddelde vaardigheden van alle cliënten als groep, communicatieve vaardigheden, dagelijkse vaardigheden en sociale vaardigheden, namen na de opname vanaf meetmoment 2 significant toe (F (5, 40)=resp. 10.0, 7.6 en 7.1; P=.00). Dit beeld is te zien in figuur 2. In de vergelijking tussen de score van cliënten op meetmoment 1 en 2 enerzijds en meetmomenten 3 t/m 7 anderzijds bleek dat ongeveer 75 tot 80 % van de cliënten is vooruitgegaan wat betreft deze drie VABS vaardigheden. Het bleek voor de drie VABS vaardigheden een lineaire toename van de gemiddelde score te zijn (resp. F(1)=35.2, 30.4, 29.8; P=.00). De verbeteringen tussen de zes meetmomenten bleken bij paarsgewijze vergelijkingen voor de drie subschalen van de VABS ook alle significant (behalve voor sociale vaardigheden tussen meetmoment 2 en 3). Tabel 1: Vaardigheden (VABS) gemiddelden (en standaarddeviaties) op meetmoment 1 en 2 (n=25) VABS Meetmoment 1 gemiddelde (SD) Meetmoment 2 gemiddelde (SD) Communicatieve vaardigheden (29.2) (28.9) Dagelijkse vaardigheden (64.1) (64.3) Sociale vaardigheden (44.7) (34.5) Figuur 2: Communicatieve, dagelijkse en sociale vaardigheden op 6 meetmomenten NTZ

8 Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag 3.3 Ontwikkelingen in gedragsproblemen Met betrekking tot de meting van gedragsproblemen met VOG en CBCL zijn er veel missende data in de eerste meting in de oorspronkelijke voorziening. Voor die cliënten die wel data hadden op de eerste meting bleken op een t-test met gepaarde metingen de gedragsproblemen tussen meting 1 en 2 niet significant te verschillen voor de VOG (n=15) en de CBCL (n=6). Na de opname, dus vanaf het tweede meetmoment werden met een variantieanalyse met herhaalde metingen voor de groep cliënten als geheel ook geen significante veranderingen, dus ook geen verbeteringen, geconstateerd op de VOG (bij de cliënten met een verstandelijke beperking), noch op de CBCL (bij de cliënten zonder verstandelijke beperking). Er is getracht een combinatie te maken van CBCL ( normaal, grens, klinisch ) en VOG (percentielscores) voor de zeven meetmomenten teneinde in de analyse een grotere n te kunnen gebruiken (CBCL grens werd omgescoord naar het 75 e percentiel en CBCL klinisch naar het 90 e percentiel). Deze samengestelde variabele kreeg het label gedragsproblemen. Ook hier bleek een variantieanalyse met herhaalde metingen geen significante veranderingen op deze gedragsproblemen te tonen. Na vergelijking van enerzijds het samengestelde gemiddelde over de meetmomenten 1 en 2 en anderzijds het samengestelde gemiddelde over de meetmomenten 3, 4, 5, 6 en 7 bleek wel dat 37 % van de cliënten minder gedragsproblemen vertoonde in metingen 3 t/m 7 vergeleken met metingen 1 en Ontwikkelingen in gebruik van middelen en maatregelen en van gedragsbeïnvloedende medicijnen Wat betreft Middelen en Maatregelen waren de kleine aantallen een probleem. Wel werd geconstateerd dat in de oorspronkelijke voorziening 7 cliënten soms 10 keer of meer per week naar separeerruimtes werden gebracht of werden afgezonderd. Na de verhuizing kwam dit niet meer voor, werden geen Middelen en Maatregelen meer gebruikt bij 5 van deze 7 cliënten en werd bij anderen nog sporadisch gebruik gemaakt van kortdurende fixatie of gedwongen medicatie. Er werden nauwelijks veranderingen gevonden in het gebruik van gedragsbeïnvloedende medicijnen over de laatste 6 meetmomenten. 3.5 Relatie tussen Triple-C index enerzijds en vaardigheden, gedragsproblemen en het gebruik van middelen en maatregelen en gedragsbeïnvloedende medicijnen anderzijds De Pearson correlaties in tabel 2 laten zien, dat die cliënten die steeds adequatere zorg volgens het Triple-C model kregen, significant hoger scoorden op communicatieve, dagelijkse en sociale vaardigheden en significant minder gedragsproblemen zijn gaan vertonen en te maken kregen met minder Middelen en Maatregelen. Er was sprake van soms sterke/ hoge correlaties tussen de Triple-C index en vooral vaardigheden en van middelhoge correlaties met gedragsproblemen. Er werden geen significante correlaties gevonden tussen adequatere implementatie van 38 NTZ

9 H. van Wouwe, L. Simons en C. Janssen Triple-C en verminderd gebruik van psychofarmaca. 4 Discussie Er kan gezegd worden, dat Triple-C steeds adequater werd geïmplementeerd gedurende dit onderzoek. De relatie en de competentiegerichte zorgonderdelen van Triple-C leken vooral in de beginfase, de eerste drie maanden, te verbeteren, en ook in de laatste fase na ongeveer negen maanden. De randvoorwaarden van overdracht en rapportage bleken daarentegen slechts in de latere fasen van het onderzoek gerealiseerd te worden. Dit kan be- Tabel 2: Pearson correlaties tussen verbeteringen in implementatie van Triple-C enerzijds en verbeteringen in vaardigheden (=positieve correlatie) en gedrag van cliënten (=negatieve correlatie) anderzijds Verbeteringen in: Triple-C totaal Op relatie gerichte zorg Communicatieve vaardigheden (n=46) Op vaardigheden gerichte zorg.503 **.326 *.544 **.434 ** Dagelijkse vaardigheden (n=46).463 **.308 *.523 **.375 ** Sociale vaardigheden (n=46).574 **.407 **.608 **.463 ** CEP Lichamelijke agressie (n=44) ** CEP Destructief gedrag (n=44) ** ** ** ** CEP Teruggetrokken gedrag (n=44) ** CEP Maatsch. probleemgedrag (n=44) * VOG totaal (n=37) VOGstorend/antisocial (n=37) * VOGcommunicatie (n=37) VOGangst (n=37) VOGsocbeperkt (n=37) Gedragsproblemen totaal (n=45) -.407** -.261* -.479** -.333* Fixatie (n=46) * * Separatie (n=46) ** ** ** ** Afzondering (n=46) ** ** ** ** Randvoorwaarden Triple-C **P<.01 (1-tailed); * P<.05 (1-tailed). In deze tabel gaat het om verschilscores (de verschillen tussen gemiddelde score over de meetmomenten 1 en 2 enerzijds en gemiddelde scores over de meetmomenten 3 t/m7 anderzijds), zowel voor de Triple-C index als voor de afhankelijke variabelen NTZ

10 Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag grepen worden doordat er sprake was nieuw gestarte woningen. De relatie en competentiegerichte zorgonderdelen zitten verweven in de begeleidingsstijl van medewerkers, terwijl de randvoorwaarden voor overdracht en rapportage nog onvoldoende georganiseerd waren. Gebleken is dat een adequatere implementatie van Triple-C bij cliënten samengaat met een significante toename van vaardigheden en een significante afname van gedragsproblemen van cliënten. Bovendien bleek Triple-C ook gerelateerd aan een afname van Middelen en Maatregelen. Omdat het hier herhaalde metingen betrof en dus elke cliënt in dit onderzoek zijn eigen controle was, mag gesproken worden van daadwerkelijke veranderingen bij deze cliënten. In een nadere analyse van de data met de vraag welke cliënten (leeftijd, niveau van functioneren, sekse) nu het meest gegroeid zijn, bleken leeftijd en sekse weinig uit te maken. Wel bleek dat verbetering van vaardigheden significant vaker voorkwam bij cliënten die op een hoger niveau functioneerden (Pearson correlatie tussen niveau van functioneren enerzijds en verbeteringen in communicatieve vaardigheden.29, in dagelijkse vaardigheden.47 en in sociale vaardigheden.36). Een afname van gedragsproblemen kwam vaker voor bij cliënten met een lager niveau van functioneren, overigens was dit laatste slechts een trend (r =-.22; P<.13). De gebleken vermindering van Middelen en Maatregelen is inherent aan de toepassing van het model. Dat geen afname van gedragsbeïnvloedende medicijnen te zien was zal te maken hebben met de strategie in de instelling om de medicatie in het begin zo veel mogelijk gelijk te houden met die in de vorige instelling. Meestal worden pas na een half jaar systematisch ineffectieve middelen afgebouwd, maar dan waren in dit onderzoek de meeste meetmomenten al geweest. Beperkingen van dit onderzoek en suggesties voor verder onderzoek Omdat gebruik is gemaakt van correlaties tussen de Triple-C index enerzijds en vaardigheden, gedragsproblemen en Middelen en Maatregelen anderzijds kan natuurlijk niet gesproken worden van een causaal verband; daartoe zou tenminste een adequate baseline nodig zijn in een pre-postdesign. In dit onderzoek hadden wij te maken met een kleine n in de eerste meting. De stabiliteit van vaardigheden en gedragsproblemen tussen de meetmomenten 1 en 2 bij deze kleine groep en de verbeteringen in deze variabelen daarna doet wel vermoeden dat er wellicht een causaal verband bestaat. Maar verder onderzoek is daartoe vereist. De resultaten in dit onderzoek zijn gebaseerd op een relatief kleine onderzoeksgroep en gesteld moet worden dat de respondenten niet blind waren voor de doelstellingen van dit onderzoek. Dit laatste kan de resultaten hebben beïnvloed. Daar tegenover kan gezegd worden dat er ook sprake was van andere respondenten in afhankelijke en onafhankelijke variabelen, die in ieder geval blind waren voor elkaars beoordelingen. Immers, de Triple-C index werd ingevuld door de eerste twee auteurs en de afhankelijke variabelen, vaardigheden en gedragsproblemen, door 40 NTZ

11 H. van Wouwe, L. Simons en C. Janssen begeleiders. Zeker waar het gaat om de correlationele analyses tussen de index en deze afhankelijke variabelen is het blind zijn voor elkaars beoordelingen noodzakelijk. Dit onderzoek vond plaats met nieuwe c liënten in nieuwe teams, die varieerden wat betreft de implementatie van Triple-C en het onderzoek suggereert dat implementatie van Triple-C al snel tot resultaten kan leiden. T riple-c zou met name leiden tot het vergroten van vaardigheden van cliënten, en als Triple-C goed wordt geïmplementeerd zou het ook leiden tot een vermindering van gedragsproblemen. Verder onderzoek met een adequaat multiple baselinedesign zou over deze veronderstelde causaliteit uitsluitsel moeten geven. Gestart wordt binnenkort met een vervolmaking van de Triple-C index, die nu nog door experts werd afgenomen. Getracht wordt de index geschikt te maken voor invulling door orthopedagogen zelf. Hiertoe zal een uitgebreide, maar handzame instructie geschreven worden bij de vragen van de index, mede met behulp van de kennis van deze experts en de ervaringen uit dit onderzoek. Daartoe wordt deze kennis en worden deze ervaringen geëxpliciteerd en in een onderzoek ter commentaar voorgelegd aan orthopedagogen en begeleiders. Medio 2013 zal vervolgens gestart worden met een grotere onderzoeksgroep waarbij een data-base wordt opgezet met vergelijkbare meetinstrumenten als in dit onderzoek. Onderzocht gaat ook nog worden met de data uit dit onderzoek in hoeverre bijvoorbeeld het meewerkend teamleiderschap (en andere zorgrelevante zaken waarnaar gevraagd is in de index) gerelateerd is geweest aan de gevonden veranderingen bij cliënten. Auteurs Drs. Hans van Wouwe is als GZ-psycholoog en hoofd behandeling verbonden aan ASVZ Lucy Simons, Msc. is als orthopedagoog eveneens verbonden aan ASVZ Dr. Cees Janssen is als onderzoeksbegeleider verbonden aan Carante groep en was universitair hoofddocent Orthopedagogiek aan de Vrije Universiteit Correspondentie-adres: hvwouwe@asvz.nl Literatuur Allen, D. (2000). Recent research on physical aggression in persons with intellectual disability: An overview. Journal of Intellectual & Developmental Disability, 25, Berckelaer-Onnes, I. A. van, Buysse, W. H., Dijkxhoorn, Y. M., Gooyen, J. B. M., & Ploeg, D. A. van der (1995). Vineland Adaptive Behavior Scales Handleiding & Tabellen bij de Uitgebreide Versie (proefversie). Researchgroep Ernstige Ontwikkelingsstoornissen, afdeling Orthopedagogiek, Universiteit Leiden, Leiden. Emerson, E. (2001). Challenging Behaviour. Analysis and intervention in people with severe intellectual disabilities. Cambridge: University Press. Feldman, M.A., Atkinson, L., Foti-Gervais, L., & Condillac, R. (2004). Formal versus informal interventions for challenging behaviour in persons with intellectual disabilities. Journal of Intellectual Disability Research, 48, Gerris, J.R.M. (2001). Jeugdzorg en jeugdbeleid naar integraal welzijn. Assen: Van Gorcum. Grey, I.M., Hastings, R.P., & McClean, B. (2007). Staff Training and Challenging Behaviour. Journal of Applied Research in Intellectual Disabilities, 20, 1-5. Janssen, C.G.C. & Schuengel, C. (2010). Interventies voor mensen met een verstandelijke beperking en ernstige gedrags- en/of emotionele problemen. Tijdschrift voor Orthopedagogiek, Kinderpsychiatrie en Klinische Kinderpsychologie, 35, 1, NTZ

12 Implementatie van Triple-C: veranderingen in vaardigheden en probleemgedrag Janssen, C.G.C., Schuengel, C., & Stolk. J. (2002). Understanding challenging behaviour in people with severe and profound ntellectual disability: a stressattachment model. Journal of Intellectual Disability Research, 46, Koot, H.M., & Dekker, M.C. (2001). Handleiding voor de VOG. Ouder- en leerkrachtversie. Rotterdam: Afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie, Erasmus Medisch Centrum, Sophia Kinderziekenhuis/ Erasmus Universiteit Rotterdam Nederland. Kramer, G.J.A, (2001). Consensusprotocol Ernstig Probleemgedrag. Handleiding voor het beschrijven en beoordelen van probleemsituaties rond cliënten van de gehandicaptenzorg, Rapport VGN Utrecht. Kraijer, D. W., Bildt, A. A. de, Systema, S., & Minderaa, R. B. (2003). De Vineland-Z: De Vineland Adaptive Behavior Scales genormeerd voor kinderen en jeugdigen met een verstandelijke beperking. Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan verstandelijk gehandicapten, 2, Kraijer, D. D., & Plas, J. J. (2007). Handboek psychodiagnostiek en beperkte begaafdheid. Amsterdam: Harcourt Book Publishers. Prout, H.T., & Nowak-Drabik, K.M. (2003). Psychotherapy with persons who have mental retardation: an evaluation of effectiveness. American Journal on Mental Retardation, 2, Schipper, J.C. de, Stolk, J., & Schuengel, C. (2006). Professional caretakers as attachment figures in day care centers for children with intellectual disability and behavior problems. Research in Developmental Disabilities, 27, Schuengel, C., & Janssen, C.G.C. (2006). People with mental retardation and psychopathology: Stress, affect regulation and attachment. A review. International Review Research Mental Retardation, 32, 8, Schuengel, C., & Sterkenburg, P. (2004). Gehechtheid als gemeenschappelijk terrein voor psychotherapie en orthopedagogiek. Kinder- & Jeugdpsychiatrie, 31, Sterkenburg, P.S., Janssen, C.G.C., & Schuengel, C. (2008). Developing a therapeutic relationship with a blind client with a severe intellectual disability and persistent challenging behaviour. Disability & Rehabilitation, 17, Verhulst, F.C., Ende, J., van der, & Koot, H.M. (1996). Handleiding voor de CBCL / Rotterdam: Afdeling Kinder- en jeugdpsychiatrie, Erasmus Medisch Centrum, Sophia Kinderziekenhuis/ Erasmus Universiteit Rotterdam Nederland. Wouwe, H. van, Simons, L., & Janssen, C.G.C. (2011 ). Een index voor de mate waarin de Triple-C methodiek is geïmplementeerd. Interne consistentie en exploratieve factoranalyse, NTZ, 2, Wouwe, H. van en Weerd, D. van de (2011). Triple-C. Gewoon is anders. ASVZ, Sliedrecht. Dijkshoorn, Y.M., Buysse, W.H. en Berckelaer-Onnes, I.A. van (2000). Werken aan herstel van het gewone leven. Evaluatierapport Universiteit Leiden. Zegers, M.A.M., Schuengel, C., IJzendoorn, M.H. van, & Janssens, J.M.A.M. (2006). Attachment representations of institutionalized adolescents and their professional caregivers: predicting the development of therapeutic relationships. American Journal of Orthopsychiatry, 76, NTZ

13 H. van Wouwe, L. Simons en C. Janssen Samenvatting Triple-C is een behandelmodel voor cliënten met een verstandelijke beperking en probleemgedrag, dat steeds meer geïmplementeerd wordt in de zorg en tot doel heeft de vaardigheden van cliënten te vergroten en gedragsproblemen te doen afnemen. In Triple-C wordt gebruik gemaakt van principes uit de leertheorie en principes uit de gehechtheidstheorie. De werkzaamheid van Triple-C is echter nog onvoldoende aangetoond. In dit onderzoek met herhaalde metingen bij 47 cliënten, die naar een nieuwe woning verhuisden, werd in wisselende tempo s op de nieuwe woningen Triple-C ingevoerd. Uiteindelijk bleek Triple-C naarmate de tijd vorderde steeds adequater te zijn ingevoerd. Aangetoond werd, dat de vaardigheden van de cliënten significant toenamen na de verhuizing en meer toenamen naarmate Triple-C adequater geïmplementeerd was op de woning. Bovendien bleek dat op groepen waarin Triple-C adequater was geïmplementeerd gedragsproblemen van cliënten vaker afnamen. Voor het eerst werd een begin van een evidence-base voor Triple-C aangetoond. Suggesties voor vervolgonderzoek werden gegeven. Summary Triple-C, a model of care for people with an intellectual disability and challenging behaviour aimed at an increase of competences and a decrease of challenging behaviour, is nowadays frequently used in The Netherlands. Using effective principles of both behaviour therapy and attachment therapy, the relatedness of Triple-C with increasing competences and decreasing challenging behaviour are not yet documented by research. In this study using a repeated measurement design with 47 clients that moved to our care-facility, Triple-C was implemented with varying pace and varying success in the new groups of these clients. The analyses of the data showed 1) that competences increased and that this increase was related to increases in adequacy of implementation of Triple- C in the groups, and 2) that those clients, who lived in groups in which Triple-C was more thoroughly implemented during the research, more often showed a decrease of challenging behaviour. We formulated some suggestions for further research in strengthening the evidence-base of Triple-C even more. NTZ

Een index voor de mate waarin de Triple- C-methodiek is geïmplementeerd

Een index voor de mate waarin de Triple- C-methodiek is geïmplementeerd Een index voor de mate waarin de Triple- C-methodiek is geïmplementeerd Interne consistentie en exploratieve factoranalyse ARTIKEL H. van Wouwe, L. Simons en C.G.C. Janssen 1 Inleiding Vele methodieken

Nadere informatie

Onderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen

Onderlinge verbondenheid. begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen Onderlinge verbondenheid begeleiding en zorg voor mensen met een verstandelijke en/of andere beperkingen Onderlinge verbondenheid Alleen in verbondenheid met de ander kan je mens zijn. Door de ander ontdek

Nadere informatie

Een vastgelopen. Fase 1: Gehechtheidstherapie Fase 2: Gedragstherapie Fase 3: Generalisatie en afronding. verandering mogelijk?

Een vastgelopen. Fase 1: Gehechtheidstherapie Fase 2: Gedragstherapie Fase 3: Generalisatie en afronding. verandering mogelijk? Een vastgelopen situatie.. wat nu? Paula Sterkenburg Inhoud Theorie m.b.t. Integratieve therapie Fase 1: Gehechtheidstherapie Fase 2: Gedragstherapie Fase 3: Generalisatie en afronding Is verandering mogelijk?

Nadere informatie

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende

Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1. Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Running head: WERKZAAMHEID CLIËNTGERICHTE SPELTHERAPIE 1 Werkzaamheid van Cliëntgerichte Speltherapie bij Kinderen met Internaliserende Problematiek: De Mediërende Invloed van de Ouder-Therapeut Alliantie

Nadere informatie

Bij deze cliënten is niet of in geringe mate sprake van gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek.

Bij deze cliënten is niet of in geringe mate sprake van gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek. en VG Wonen met begeleiding en verzorging (VG03) De volwassen cliënten functioneren sociaal beperkt zelfstandig. De cliënten wordt een veilige en vertrouwde leef- en werkwoonomgeving geboden. Het tijdsbesef

Nadere informatie

Doe mij maar een gewoon leven

Doe mij maar een gewoon leven Triple C model Doe mij maar een gewoon leven Het Relationeel Competentiemodel Triple C is binnen ASVZ niet meer weg te denken in de omgang met cliënten die intensieve begeleiding vragen. Daarnaast wordt

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

Doe mij maar een gewoon leven

Doe mij maar een gewoon leven Triple C model Doe mij maar een gewoon leven Het Relationeel Competentiemodel Triple C is binnen ASVZ niet meer weg te denken in de omgang met cliënten die intensieve begeleiding vragen. Daarnaast wordt

Nadere informatie

69 Zorgzwaartepakketten

69 Zorgzwaartepakketten DC 69 Zorgzwaartepakketten verstandelijk gehandicapten 1 Inleiding Cliënten die zorg in het kader van de Algemene wet bijzondere ziektekosten (AWBZ) nodig hebben, kunnen aanspraak maken op een budget daarvoor.

Nadere informatie

ASVZ Universiteit Utrecht

ASVZ Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht De Triple C support piramide Ik wil u uitnodigen beheersen los te laten : Wetenschappelijk onderzoek naar de relatie tussen de Triple C methode en LVG jongeren met ernstig probleemgedrag.

Nadere informatie

Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb

Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb Gehechtheidsproblematiek bij jongvolwassenen met lvb Een interventieprogramma Monique Boon Ton van der Wiel Psychische en Gedragsproblemen Relatief vaak sprake van psychische en gedragsproblemen. onder

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Prestaties Zorgzwaartepakketten GGZ

Prestaties Zorgzwaartepakketten GGZ Prestaties Zorgzwaartepakketten GGZ Sector GGZ GGZ-B Voortgezet verblijf met begeleiding _ 1B GGZ Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van behandeling (geneeskundige zorg)

Nadere informatie

Zorgzwaartepakketten Sector GGZ Versie 2013

Zorgzwaartepakketten Sector GGZ Versie 2013 Zorgzwaartepakketten Sector GGZ Versie 2013 Enschede, december 2012 AR/12/2534/izzp ZZP 1B GGZ Voortgezet verblijf met begeleiding (B-groep) voor verzekerden jonger dan drieëntwintig jaar Deze cliëntgroep

Nadere informatie

Bijlage 7: Profielen zorgzwaartepakketten ggz

Bijlage 7: Profielen zorgzwaartepakketten ggz Bijlage 7: Profielen zorgzwaartepakketten ggz zzp 3B ggz Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding Deze patiëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van maakt. Daarnaast is intensieve

Nadere informatie

Bijlage 6: Profielen zorgzwaartepakketten ggz

Bijlage 6: Profielen zorgzwaartepakketten ggz Bijlage 6: Profielen zorgzwaartepakketten ggz zzp 3B ggz Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding Deze patiëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van behandeling (geneeskundige

Nadere informatie

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Dr. P.S. Sterkenburg

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Dr. P.S. Sterkenburg Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Dr. P.S. Sterkenburg Diagnostiek Giltaij, H.P. (2017). Diagnostic Assessment of Attachment Related Disorders in Children with Intellectual Disabilities,

Nadere informatie

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel

Behandeleffecten. in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel. Treatment effects in. Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel Behandeleffecten in Forensisch Psychiatrisch Center de Rooyse Wissel Treatment effects in Forensic Psychiatric Centre de Rooyse Wissel S. Daamen-Raes Eerste begeleider: Dr. W. Waterink Tweede begeleider:

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg

Inhoud 20-10-2011. Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg 1 Inhoud Gehechtheidstheorie: Cees Janssen Gevaar van chronische stress Bewijs: onderzoek Sterkenburg Praktijk: Tineke Pilon Consequenties voor praktijk: alles is liefde 2 Definitie Gehechtheidsband Met

Nadere informatie

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG

GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG GEEF ME DE 5- METHODIEK IN DE ZORG Effectiviteit Geef me de 5-methodiek in zorginstelling JP van den Bent In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit

Nadere informatie

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.

Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems. Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/102476

Nadere informatie

Onderwerp: Beleidsregels en nadere regel maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2015 (Bijlage 3)

Onderwerp: Beleidsregels en nadere regel maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam 2015 (Bijlage 3) Officiële uitgave van de gemeente Maassluis Nummer:27 Datum Bekendmaking: 8 december 214 GEMEENTEBLAD Onderwerp: Beleidsregels en nadere regel maatschappelijke ondersteuning Maassluis Vlaardingen Schiedam

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.

De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility. RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede

Nadere informatie

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen

De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van. Kinderen Voorschoolse vorming en de ontwikkeling van kinderen 1 De Relatie tussen Voorschoolse Vorming en de Ontwikkeling van Kinderen The Relationship between Early Child Care, Preschool Education and Child Development

Nadere informatie

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken

Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken 1 Hartpatiënten Stoppen met Roken De invloed van eigen effectiviteit, actieplannen en coping plannen op het stoppen met roken Smoking Cessation in Cardiac Patients Esther Kers-Cappon Begeleiding door:

Nadere informatie

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential

The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential The Whole is More. A Contextual Perspective on Attitudes and Reactions of Staff towards Aggressive Behaviour of Clients with ID in Residential Institutions M.H. Knotter Samenvatting Het onderzoek in dit

Nadere informatie

Overzicht van de zorgprofielen voor VG en LVG

Overzicht van de zorgprofielen voor VG en LVG Overzicht van de zorgprofielen voor VG en LVG Sector Verstandelijk Gehandicapt (VG) VG Wonen met begeleiding en verzorging VG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging VG Wonen met intensieve begeleiding

Nadere informatie

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1

DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 DANKBAARHEID, PSYCHOLOGISCHE BASISBEHOEFTEN EN LEVENSDOELEN 1 Dankbaarheid in Relatie tot Intrinsieke Levensdoelen: Het mediërende Effect van Psychologische Basisbehoeften Karin Nijssen Open Universiteit

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag Interventie Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag Samenvatting Doel ITGG is gericht op een klinisch relevante vermindering van gedragsproblemen en het voor het eerst of opnieuw opbouwen van

Nadere informatie

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1

(SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 (SOCIALE) ANGST, GEPEST WORDEN EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 Psychologische Inflexibiliteit bij Kinderen: Invloed op de Relatie tussen en de Samenhang met Gepest worden en (Sociale) Angst Psychological

Nadere informatie

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS

EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS EFFECTIVITEIT VAN DE GEEF ME DE 5 BASISCURSUS Wetenschappelijk onderzoek In dit rapport worden de wetenschappelijke bevindingen beschreven betreffende de effectiviteit van de Geef me de 5 Basiscursus.

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/56803

Nadere informatie

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere

Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women. Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere Psychological Determinants of Absenteeism at Work by Pregnant Women Psychologische determinanten van uitval uit het arbeidsproces door zwangere vrouwen: Onderzoek naar de relatie tussen angst, depressieve

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en Effecten van een op MBSR gebaseerde training van hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en compassionele tevredenheid. Een pilot Effects of a MBSR based training program of hospice caregivers

Nadere informatie

EVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek?

EVB+ in beeld! Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? Hoe doen we inclusief onderzoek? Wat hebben mensen met een EVB+ nodig? Kunnen we biofeedback gebruiken? Hoe kunnen we (toekomstige) professionals scholen? EVB+ in beeld! Wat is de invloed van spanning? Hoe doen we inclusief onderzoek?

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen

PrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of

Nadere informatie

De Invloed van Familie op

De Invloed van Familie op De Invloed van Familie op Depressie- en Angstklachten van Verpleeghuisbewoners met Dementie The Influence of Family on Depression and Anxiety of Nursing Home Residents with Dementia Elina Hoogendoorn Eerste

Nadere informatie

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator

Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij. Kinderen: Affect als Moderator 1 Het Effect van Cliëntgerichte Speltherapie op Internaliserende Problematiek bij Kinderen: Affect als Moderator The Effect of Client-Centered Play Therapy on Internalizing Problems of Children: Affect

Nadere informatie

PROCESBESCHRIJVING CASUS DEAN Door: Silvia Kloppers, Yvonne Scholten en Dick van de Weerd (ASVZ), december 2009

PROCESBESCHRIJVING CASUS DEAN Door: Silvia Kloppers, Yvonne Scholten en Dick van de Weerd (ASVZ), december 2009 PROCESBESCHRIJVING CASUS DEAN Door: Silvia Kloppers, Yvonne Scholten en Dick van de Weerd (ASVZ), december 2009 1.0 Inleiding Dean is een jongen van 11 jaar die op 31 maart 2008 verhuist naar een woning

Nadere informatie

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG)

Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Interventie Integratieve Therapie voor Gehechtheid en Gedrag (ITGG) Samenvatting Doel ITGG is gericht op een klinisch relevante vermindering van gedragsproblemen en het voor het eerst of opnieuw opbouwen

Nadere informatie

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem

(In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiviteit van Angstcommunicaties 1 (In)effectiviteit van Angstcommunicaties op Verminderen van Lichamelijke Inactiviteit: Rol van Attitudefuncties, Self-Monitoring en Self-Esteem (In)effectiveness

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme

Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effecten van contactgericht spelen en leren op de ouder-kindrelatie bij autisme Effects of Contact-oriented Play and Learning in the Relationship between parent and child with autism Kristel Stes Studentnummer:

Nadere informatie

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving

De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving De Relatie tussen Hechting en Welbevinden bij Ouderen: De mediërende Invloed van Mindfulness en Zingeving Relationships between Attachment and Well-being among the Elderly: The mediational Roles of Mindfulness

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

SERIOUS GAMING : EFFECTIEF IN HET BEVORDEREN VAN EMPATHIE EN SENSITIVITEIT VAN PROFESSIONALS DR. PAULA STERKENBURG & DRS. MIRJAM WOUDA 22 APRIL 2016

SERIOUS GAMING : EFFECTIEF IN HET BEVORDEREN VAN EMPATHIE EN SENSITIVITEIT VAN PROFESSIONALS DR. PAULA STERKENBURG & DRS. MIRJAM WOUDA 22 APRIL 2016 SERIOUS GAMING : EFFECTIEF IN HET BEVORDEREN VAN EMPATHIE EN SENSITIVITEIT VAN PROFESSIONALS DR. PAULA STERKENBURG & DRS. MIRJAM WOUDA 22 APRIL 2016 INLEIDING - Om mensen met een beperking te ondersteunen

Nadere informatie

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of

Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van. The explanation of the physical activity of elderly by determinants of Verklaring van het beweeggedrag van ouderen door determinanten van het I-change Model The explanation of the physical activity of elderly by determinants of the I-change Model Hilbrand Kuit Eerste begeleider:

Nadere informatie

Begeleiders in Beeld

Begeleiders in Beeld Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Begeleiders in Beeld Projectgroep Linda Zijlmans Petri

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Samenvatting Summary Inleiding Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Evaluatieonderzoek naar de Effectiviteit van de Zomercursus Plezier op School bij Kinderen met Verschillende Mate van Angstig en Stemmingsverstoord Gedrag en/of Autistische Gedragskenmerken Effect Evaluation

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK)

Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) Instrument Vragenlijst voor Inventarisatie van Sociaal gedrag van Kinderen (VISK) De VISK is ontwikkeld om sociaal probleemgedrag van kinderen met (mildere) varianten van pervasieve ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders

Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy. Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Invloed van Mindfulness Training op Ouderlijke Stress, Emotionele Self-Efficacy Beliefs, Aandacht en Bewustzijn bij Moeders Influence of Mindfulness Training on Parental Stress, Emotional Self-Efficacy

Nadere informatie

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F.

Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding. Relation between Cyberbullying and Parenting. D.J.A. Steggink. Eerste begeleider: Dr. F. Relatie tussen Cyberpesten en Opvoeding Relation between Cyberbullying and Parenting D.J.A. Steggink Eerste begeleider: Dr. F. Dehue Tweede begeleider: Drs. I. Stevelmans April, 2011 Faculteit Psychologie

Nadere informatie

Sturen op resultaten. Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar?

Sturen op resultaten. Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar? Sturen op resultaten Zijn gestandaardiseerde vragenlijsten bruikbaar? Anna van Spanje (Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie) Jan Willem Veerman (Radboud Universiteit, NJi / SEJN) Congres Transformeren

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50 De relatie tussen eigen-effectiviteit 1 De Relatie tussen Eigen-effectiviteit, Intrinsieke Motivatie en Fysieke Activiteit bij 50-plussers The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

Onderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P.

Onderzoekers: diverse onderzoekers, in binnen- en buitenland onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp, Dr. A. van der Putten & Drs. P. Alle projecten richten zich op personen met (zeer) ernstige verstandelijke en meervoudige beperkingen en staan onder leiding van Prof. Dr. C. Vlaskamp en/of Dr. A. van der Putten. Lopende projecten 1.

Nadere informatie

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis.

Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het. Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met. een Psychotische Stoornis. Het Effect van Assertive Community Treatment (ACT) op het Sociaal Functioneren van Langdurig Psychiatrische Patiënten met een Psychotische Stoornis. The Effect of Assertive Community Treatment (ACT) on

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie

Beeldende. kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Beeldende therapie voor LVB kinderen /adolescenten met gedrags- en emotionele problemen De resultaten van een beschrijvende literatuur studie Liesbeth Bosgraaf MAth Dr. Kim Pattiselanno Dr. Marinus Spreen

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid

Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en. Bevlogenheid Emotionele Arbeid, de Dutch Questionnaire on Emotional Labor en Bevlogenheid Emotional Labor, the Dutch Questionnaire on Emotional Labor and Engagement C.J. Heijkamp mei 2008 1 ste begeleider: dhr. dr.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag

De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag Date 14-10-2011 1 De invloed van affectieve betrokkenheid op moeilijk verstaanbaar gedrag Marga Martens Promovenda Rijksuniversiteit Groningen Consulent doofblindheid Koninklijke Kentalis Begeleiderscongres

Nadere informatie

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression

Executief Functioneren en Agressie. bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag. Executive Functioning and Aggression Executief Functioneren en Agressie bij Forensisch Psychiatrische Patiënten in PPC Den Haag Executive Functioning and Aggression in a Forensic Psychiatric Population in PPC The Hague Sara Helmink 1 e begeleider:

Nadere informatie

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen.

De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. De relatie tussen intimiteit, aspecten van seksualiteit en hechtingsstijl in het dagelijks leven van heteroseksuele mannen en vrouwen. The Relationship between Intimacy, Aspects of Sexuality and Attachment

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5)

Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometrische Eigenschappen van de Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Psychometric Properties of the Youth Anxiety Measure for DSM-5 (YAM-5) Hester A. Lijphart Eerste begeleider: Dr. E. Simon Tweede

Nadere informatie

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting

S a m e n v a t t i n g 149. Samenvatting S a m e n v a t t i n g 149 Samenvatting 150 S a m e n v a t t i n g Dit proefschrift richt zich op de effectiviteit van een gezinsgerichte benadering (het DMOgespreksprotocol, gebruikt binnen het programma

Nadere informatie

but no statistically significant differences

but no statistically significant differences but no statistically significant differences Astma is een chronische aandoening, die niet te genezen is. Met de passende zorg kunnen symptomen tot een minimum worden gereduceerd en zou een astma patiënt

Nadere informatie

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op

Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1. De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Running head: MINDFULNESS, CONTINGENTE ZELFWAARDERING EN DEPRESSIE 1 De Invloed van een Gecombineerde Mindfulnessbehandeling op Contingente Zelfwaardering en Depressieve Klachten. Tammasine Netteb Open

Nadere informatie

Zorgzwaartepakketten GGZ

Zorgzwaartepakketten GGZ Zorgzwaartepakketten GGZ Dit overzicht van de ZZP s voor de GGZ is een optimalisering van de pakketten zoals die voorlagen na afloop van de pilot in het voorjaar van 2006 (kenmerk AW/06/ 2089). In overleg

Nadere informatie