UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde
|
|
- Krista Koster
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ITWERKINGEN OEFENVRAAGSTKKEN voor schoolexamen (SE) en examen 5 HAVO natuurkunde katern 2: Licht, elektriciteit en signaalverwerking editie
2 ITWERKINGEN OEFENVRAAGSTKKEN voor schoolexamen (SE) en examen 5 HAVO natuurkunde katern 2: Licht, elektriciteit en signaalverwerking editie
3 . Variatie op een aquarium a. i 0º. De straal gaat rechtdoor. Zie figuur. b. Bij spiegeling geldt: i t 20º. ( i 90º - 70º 20º.) Zie verder figuur. c. n water,33 (zie BiNaS tabel 8B.) sin g 0,75 grenshoek g 48,6º.,33 d. De invalshoek bij het wateroppervlak: i 50º. 50º > 48,6º, dus i > g. Er is dus geen breking, maar volledige terugkaatsing. Daarbij is i t 50º. Zie verder figuur. e. Bij de rechterzijkant geldt: i 40º. We beschouwen de overgang van water naar lucht. (Bij het glas treedt een kleine evenwijdige verschuiving op.) sini sin r n water,33 r 58,7º 59º. Zie verder figuur. 0,75 sin r,33sin 40º,330,643 0,855 figuur bij bovenstaande antwoorden: lucht water 70º figuur 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
4 2. Sterkte! b a. f 0,2 m; N 6,0 b 6, 0 v. v + (We kiezen: v, b en f in meter) v b f + v 6 v 0, v 6 v 7 6v 0,2 6 v 7 0,2 0,84 v 0,4 m 0,2 ( 4 cm) b 6,0v 6,00,4 0,84 m (84 cm). b. lenssterkte S (met f in meter) volgens BiNaS tabel 35B (optica). f In tabel 4 (grootheden en eenheden) vind je de bijbehorende eenheid: dioptrie dpt m -. - In dit geval: S 8,3 m 8,3 dpt. f 0,2 3. De gloeidraad van Flips a. + (We kiezen: v, b en f in centimeter) v b f + v 62,2 0,5-0,0792 v 2,6 cm x 2,6 9,8 2,8 cm. v 0,5 62,2 0,0792 b 62,2 b. N 4, 94. v 2,6 grootte beeld N. grootte voorwerp 4,4 cm 4,4 cm 4,94 grootte voorwerp lengte draad 0,89 cm. grootte voorwerp 4,94 4. Het oog moet ook wat a. Omdat het voorwerpspunt L in het brandvlak ligt, ontstaat er geen beeld. De uittredende bundel bestaat dan uit evenwijdige stralen. b. De evenwijdige stralen snijden elkaar niet. Het virtuele beeld ligt dan oneindig ver weg. c. Als je naar het oneindige kijkt, ontstaat bij een niet geacccomodeerd oog een scherp beeld op het netvlies. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
5 5. Lens a. v 5 cm; f 0 cm. + (We kiezen: v, b en f in centimeter) v b f + 5 b 0-0,0333 b 30 cm. b 0 5 0,0333 In de figuur is het beeldpunt B getekend en vervolgens de randstralen vanuit L. it de figuur blijkt, dat, naarmate het scherm naar rechts wordt bewogen, de lichtvlek steeds kleiner wordt. Voorbij punt B wordt de vlek weer groter. B fig. 4 b. Het scherm moet dan in het beeldpunt B geplaatst worden (zie figuur bij a.). Bij a. is al berekend, dat de afstand van de lens tot het scherm dan 30 cm bedraagt. c. Als het voorwerp (lichtbron L) in het brandpunt F staat, is de bundel na de lens evenwijdig. Deze situatie is in de figuur getekend. De grootte van de lichtvlek op het scherm komt nu overeen met de grootte van de lens. Bij v f 0 cm is in het diagram van figuur 5 af te lezen: d lens d lichtvlek 6,0 cm. F d. Als de lichtbron 8,0 cm voor de lens staat, is de voorwerpsafstand kleiner dan de brandpuntsafstand. De randstralen lopen na de lens divergerend. Dichter bij de lens is de lichtvlek op het scherm dus kleiner. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
6 6. Fototoestel B B fig. 6 a. Zie figuur. Bij het tekenen van de constructiestralen hoef je geen rekening te houden met het diafragma. Het beeld BB moet weer loodrecht op de hoofdas staan. b. Zie figuur. Begin met de randstralen aan de rechterkant van de lens door B. c. * De hoeveelheid doorgelaten licht kan geregeld worden. Bij weinig licht diafragma geheel open Bij veel licht diafragma-opening klein maken. Het volgende deel van het antwoord behoort niet tot het examenprogramma: * De scherptediepte kan geregeld worden. Als een voorwerp van een tafereel een andere voorwerpsafstand heeft dan een ander, kun je met geheel geopend diafragma niet beide tegelijk scherp afbeelden. Door de diafragma-opening te verkleinen wordt de beeldvlek, die hoort bij een voorwerpspunt, kleiner. Er ontstaat zó een minder onscherp beeld. d. In figuur 7 is de lengte van de bordliniaal l foto 5,6 cm De lengte op de film is dus l film 5,6 cm 3, cm,8 grootte beeld 3, cm N lens 0, 03. grootte voorwerp 00 cm b e. f 50 mm 5,0 cm; N 0,03 b 0, 03 v v + (We kiezen: v, b en f in cm) v b f + v 0,03v 5,0 0,03 0,03v + 0,03v 5,0,03 0,03v 0,03 v,03 5,0 5,55 v 5,0 5,55 0,03 66 cm,7 m. f. Als de lens zó is ingesteld, dat één punt van de liniaal scherp op de film is afgebeeld, geldt dat voor alle punten. De liniaal staat loodrecht op de hoofdas van de film. Het diafragma is dus niet nodig. (Bij een kleine diafragma-opening wordt de achtergrond minder onscherp.) 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
7 7. Fotograferen a. Hoogte toren h toren 30 m cm; hoogte toren op de film h toren,film 36 mm 3,6 cm. Er geldt b f 55 mm 5,5 cm. grootte beeld b Voor de vergroting geldt: N. grootte voorwerp v 3, ,5 v 3,6 v ,5,65 0 4,65 0 v 3, cm 46 m. b. De hoogte van de toren en de hoogte op het beeld veranderen niet. Omdat v kleiner is dan 46 m, moet ook b kleiner zijn. Omdat bij ver verwijderde voorwerpen geldt b f, moet er een lens met kleinere brandpuntsafstand gebruikt worden. Zij moet de standaardlens dus vervangen door lens B. (Dit is een groothoeklens.) 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
8 8. Een loep fig. 8 a. Zie figuur. Construeer de bijzondere stralen door het bovenste punt van de pijl: - de straal door het optisch middelpunt van de loep (gaat na breking rechtdoor) - de straal evenwijdig aan de hoofdas (gaat na breking door F loep aan de rechterkant). De door de loep gebroken stralen snijden elkaar niet rechts van de loep. Verleng de gebroken stralen links van de pijl (postzegel). Er ontstaat een virtueel, rechtopstaand, virtueel beeld. b. Zie figuur. Construeer de straal vanuit het bovenste punt van het virtuele beeld van de loep en door het optisch middelpunt van de ooglens (gaat na breking door de ooglens rechtdoor). Je weet nu waar het beeld van de pijlpunt op het netvlies komt. Het beeld op het netvlies kan nu getekend worden. Eventueel de stralengang afmaken. c. Bij maximaal accomoderen ligt het voorwerp voor het oog in het nabijheidspunt. Het nabijheidpunt van deze verzamelaar ligt dus op de plaats van het virtuele beeld van de loep (in de figuur de gestippelde pijl). d. Zonder accomoderen komen de stralen evenwijdig op de ooglens. De postzegel moet dan in het brandpunt van de loep geplaatst worden, zodat rechts van de loep de stralen evenwijdig lopen. Zie figuur 3 bij opgave 4. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
9 9. Vergrotingsapparaat a. v 9,00 cm. v + b 54,0 cm, dus b 54,0 9,00 45,0 cm. + (We kiezen: v, b en f in centimeter) v b f + 9,00 45,0 f 0,333 f f 0,333 7,50 cm. b. Het negatief is 36,0 mm bij 24,0 mm, dus 3,60 cm bij 2,40 cm. Het beeld is 7,2 cm bij 4,8 cm. grootte beeld 7,2 4,8 De (lineaire) vergroting is dus N 2,0. grootte voorwerp 3,60 2,40 In figuur 0 moet het beeld dus 2,0 keer zo groot zijn als het voorwerp. Teken nu de stralen vanuit de uiterste punten van het voorwerp naar de uiterste punten van het beeld. Waar deze stralen elkaar en de hoofdas snijden, ligt het optisch middelpunt van de lens. De plaats van de lens is nu bekend. O lens fig. 0 c. De vergrotingsfactor N moet groter worden. N v b. De beeldafstand b moet groter worden. Om een scherp beeld te krijgen, moet dan v kleiner worden. Het vergrotingsapparaat moet dus omhoog geschoven worden (b wordt groter). Vervolgens moet de afstand van de lens ten opzichte van het negatief verkleind worden (v wordt kleiner). d. De hoeveelheid licht wordt nu over een groter oppervlak verdeeld. Om de uitvergroting even licht te maken, moet de fotograaf langer belichten. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
10 0. Lasers in de gezondheidszorg a. De diameter van de glasvezelkabel is in de figuur d kabel, figuur 2,5 mm; In werkelijkheid is de diameter d kabel 0,70 mm. grootte beeld 2,5 mm De vergrotingsfactor is N 3,57. grootte voorwerp 0,70 mm Evenwijdige stralen gaan na breking door de lens door P. Dan is P het brandpunt. De brandpuntsafstand is in de figuur f figuur 4,9 cm. De brandpuntsafstand is in werkelijkheid f 4,9 cm,37,4 cm. 3,57 b. Evenwijdige stralen snijden elkaar in P. Divergerende stralen zullen elkaar rechts van P snijden: de voorwerpsafstand wordt kleiner (was oneindig), dus de beeldafstand wordt groter. Figuur 3b geeft dus het juiste verloop van de bundel. schets 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht
11 . Oplaadbare batterijen a. It,2 Ah; I 500 ma 0,500 A t I t I,2 Ah 0,500 A 2,4 h ( 2,43600 s 8, ,60 3 s). b. 4 batterijen in serie totaal 4,24 4,96 V\ P I 4,960,500 2,48 W E Pt 2,48 W8,640 3 s 2,40 4 2,0 4 J 2,48 W2,4 h 5,95 Wh 6,00-3 kwh. I t,2 Ah c. I 0,2 A bij serieschakeling. t 0 h (eventueel I totaal 40,2 0,48 A bij parallelschakeling.) C 3 3 d. De lading is Q It,2 Ah, s 4,32 0 4,3 0 C. s (eventueel 40,2 Ah 0,48 Ah 4,83600,70 4 C bij parallelschakeling.) 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
12 2. Wiske en de waarachtige weerstanden Serieschakeling: I I I 2 Parallelschakeling: I I + I R R + R 2 + R R R a RAB 00 Ω R R R R AB R BC R R R BC 60 Ω R totaal R AB + R BC Ω 32 De hoofdstroom is dan I hoofd 0,20 A. R 60 totaal b. AB I hoofd R AB 0, V. c. BC I hoofd R BC 0, V (of BC totaal - AB V) BC 2 I 5 0,080 A. R 50 5 d. t,0 min 60 s Q It 0, ,8 C. e. R 4 00 Ω; ρ constantaan 0,450-6 Ωm (BiNaS tabel 9) A 0,0 mm 2 0,00-6 m 2 6 ρ l R A 00 0,0 0 R l 22 m. A ρ 6 0,45 0 (gezien de grote lengte zal dit een draadgewonden weerstand zijn.) f. Berekening: R AB 00 Ω (zie a.); R 5 50 Ω R totaal R AB + R Ω I hoofd R totaal ,28 0,3 A < 0,20 A (zie a.). De hoofdstroom is dus kleiner geworden. Beredenering: R 4 weg R BC groter R totaal groter I hoofd kleiner. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
13 3. Een batterij a. Let wel: de weerstanden R i en R u staan in serie. R totaal R i + R u 2,0 + 8,0 0,0 Ω bron 3,0 I 0,30 A. R 0,0 totaal AB IR u 0,308,0 2,4 V. (of: over Ri IR i 0,302,0 0,6 V AB bron - over Ri 3,0 0,6 2,4 V.) b. R totaal R i + R u 2, ,0 Ω bron 3,0 I,5 A. R 2,0 totaal (De kortsluitstroom is dus,5 A.) AB IR u,50 0 V. c. Nu is R u (oneindig groot); de batterij wordt niet belast. Dan is de stroomsterkte I 0 A over Ri IR i 02,0 0 V AB bron - over Ri 3,0 0 3,0 V. d. De karakteristiek van de batterij: 3 AB (V) ,5,0,5 I (A) 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
14 4. Parallel en serie 2 a. + + RAB 50 Ω R R R AB 2 Op dezelfde wijze: R BC 50 Ω R totaal R AB + R BC Ω I hoofd R totaal 6,0 00 0,060 A P bron I hoofd 6,00,060 0,36 W. b. t 2,0 min s AB IR AB 0, ,0 V I R R 3,0 00 AB 0,030 A Q It 0, ,6 C. c. De stroomsterkte mèt R 4 is al berekend in a.: I hoofd 0,060 A; Zònder R 4 : R AB 50 Ω (zie a.); R BC R 3 00 Ω R totaal R AB + R BC Ω I hoofd R totaal 6,0 50 0,040 A < 0,060 A. De hoofdstroom is dus kleiner geworden. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
15 5. Een temperatuurafhankelijke weerstand a. Als de temperatuur stijgt neemt de weerstand (R I ) af. (Metalen zijn dus PTC-weerstanden: als de temperatuur stijgt, neemt de weerstand toe.) b. Bij 0 ºC is R BD R NTC,8 kω (zie figuur 5) R totaal R BD + R serie,8 +,8 3,6 kω 3,60 3 Ω I R totaal 0,0 3 2,78 0 A ( 2,78 ma) 3 3,6 0 BD IR BD 2,780-3,80 3 5,0 V. c. Op dezelfde wijze als bij b. kan de spanning BD berekend worden bij de verschillende temperaturen. In onderstaande tabel is de temperatuur, de afgelezen R NTC, de berekende R totaal, de berekende I en de berekende BD aangegeven. temperatuur (ºC) R NTC (kω) R totaal (kω) I (ma) BD (V) 0,8 3,6 2,8 5,0 30 0,77 2,6 3,9 3,0 50 0,40 2,2 4,5,8 80 0,4,9 5,2 0,72 d BD (V) temperatuur (ºC) 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
16 6. Weerstand 25 a. R 47 Ω (gebruik figuur 7); ρ constantaan 0,450-6 Ωm (BiNaS tabel 9) I 0,53 A 0,00 mm 2 0,000-6 m 2 ρ l R A 47 0,00 0 R l,05,0 m. A ρ 6 0,45 0 b.. R 2 V I R 0,26 A (aflezen in figuur 7) P R R I R 20,26 3, W. b.2. In serieschakeling is de stroomsterkte overal gelijk. Dus I L 0,26 A L 7,6 V (aflezen in figuur 7) P L L I L 7,60,26 2,0 W Nòg een weerstand a. De spanning over R is IR 0,724,7 3,38 V 2 bron - 6,0 3,38 2,62 V 2,62 R 3,63 Ω; l 0,8 m I 0,72 ρ constantaan 0,450-6 Ωm (BiNaS tabel 9) 6 ρ l ρ l 0,45 0 0, R A,00 0 0,0 0 m 0,0 mm. A R 3,63 b. de vervangingsweerstand van de parallelschakeling is kleiner geworden de totale weerstand is kleiner geworden de hoofdstroom (I hoofd R totaal ) is groter geworden de stroomsterkte door de ampèremeter is dus groter geworden. c. De spanning over R is IR,04,7 4,7 V De spanning over R 2 en het lampje is 2 bron - 6,0 4,7,3 V. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
17 8. Bovenleiding a.. l,5 km,50 3 m; A,00 2 mm 2, m 2,00-4 m 2 ρ koper 70-9 Ωm (BiNaS tabel 8, kijk in de kolom van de soortelijke weerstand!) 9 ρ l 7 0,5 0 R 0,255 0,26 Ω. A 4,0 0 3 a.2. Het volume van het koper is V Al,00-4,50 3 0,5 m 3 ρ koper 8,960 3 kg/m 3 (BiNaS tabel 8, kijk in de kolom van de dichtheid!) m ρv 8, ,5 344,30 3 kg. b. R rails + R bovenleiding 0, ,40 0,84 Ω verlies I(R rails + R bovenleiding ) 3000,84 55,2 V motor bron verlies ,2 445 V. (Bij optelling/aftrekking kijken naar het kleinste aantal decimalen!) c.. 0,245 Ω 0,05 Ω Let op: de weerstand van 0,05 Ω staat in serie met de weerstand van 0,245 Ω! 500 V 0,40 Ω trein 300 A 0,044 Ω c.2. In de bovenste tak is R totaal 0, ,05 0,350 Ω de parallelschakeling: R v + + R R R 0,350 0,40 2 v 0,00 Ω d.. R rails + R bovenleiding 0, ,00 0,44 Ω verlies I(R rails + R bovenleiding ) 3000,44 43,2 V motor bron verlies ,2 457 V. (Je ziet het nut van de parallel geschakelde bovenleiding: de spanning over de motor is toegenomen van 445 V (vraag b.) naar 457 V (vraag d..).) d.2. In figuur 2 kleiner: de totale stroomsterkte blijft gelijk (300 A); een deel van de stroom gaat nu door de paralleltak de stroomsterkte in de bovenleiding van 0,40 Ω is kleiner geworden. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
18 9. Variabele spanning 230 a. I 0,280 A R 82 P I 2300,280 64,4 W. b. of: P R 82 64,4 W. A V fig. 3 c. De spanning over de parallelschakeling is 90 V. RAS 58 Ω RSB 40V 90 V De spanning over het bovenste stuk van de regelbare weerstand is dan V. I hoofd R AS AS 0,270 A lamp 90 V I lamp 0,6 A (zie figuur 4) De gevraagde stroomsterkte is dus: I 0,270 0,6 0, A. d. * Voordeel: er is minder energieverlies. In de schakeling van figuur 3 wordt in de regelbare weerstand warmte geproduceerd. * Nadeel: bij een normale transformator met vaste aftakking is de spanning aan de uitgang niet regelbaar, zodat de lichtsterkte van de lamp niet regelbaar is. Bovendien is de transformator alleen geschikt voor wisselspanning. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
19 0. Een gloeilamp a. 25 V P 23,5 W (aflezen in figuur 7) t 50 min uur 0,833 h E elektrisch Pt 23,5 W0,833 h 9,6 20 Wh 0,020 kwh. b. Als de spanning stijgt, wordt de stroomsterkte groter. Er wordt meer warmte geproduceerd in de gloeidraad. de temperatuur stijgt. I Bij een metaal neemt de weerstand dan toe. De stroomsterkte stijgt (in verhouding tot de spanning) minder sterk c. P lamp 40 W lamp 75 V (aflezen in figuur 7) P 40 P I I 0,229 A 75 De stroomsterkte in weerstand R is dan ook 0,229 A (serieschakeling) R bron - lamp V R R I R ,4 0 2 Ω. 0,229 d. De spanning blijft gelijk; ρ l doordat de draad dunner wordt, neemt de weerstand toe (R A ; A wordt kleiner); de stroomsterkte wordt kleiner (I R u ). Het opgenomen vermogen (P I) wordt dus kleiner. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
20 . Een elektrische kachel a. l 7, m; R 0,6 Ω; ρ koper 70-9 Ωm (BiNaS tabel 8: soortelijke weerstand!) 9 ρ l ρ l 7 0 7, R A 7,5 0 m 0,75 0 m 0,75 mm. A R 0,6 b. De twee aders van het aansluitsnoer en het bovenste verwarmingselement zijn in serie geschakeld. R totaal R ader + R verwarmingselement + R ader 0,6 + 53,2 + 0,6 53,52 Ω 230 I 4,30 A. R 53,52 totaal c. Het verwarmingselement had toen nog een lagere temperatuur, zodat de weerstand ervan lager was. De totale weerstand van de schakeling was dus ook lager. De stroomsterkte (I R ) was dus groter dan de in b. berekende waarde. d. Beide elementen zijn parallel geschakeld: R parallel + R R + 53,2 53,2 parallel e e R 26,6 Ω R totaal R ader + R parallel + R ader 0,6 + 26,6 + 0,6 26,92 Ω I R totaal ,92 8,54 A ader IR ader 8,540,6,37 V 2 aders 2,37 2,73 V P snoer 2 aders I 2,738,54 23,4 23 W De hoeveelheid warmte die in deze situatie per seconde in het snoer is ontwikkeld bedraagt dus 23 J. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
21 2. Gloeilampen a. Als 60 V is I 0,3 A (aflezen in figuur 2) dan is R I ,6 0 2 Ω ; 0,3 Als 80 V is I 0,5 A (aflezen in figuur 2) dan is R I ,3 0 2 Ω. 0,5 Als de spanning vanaf 60 V toeneemt neemt de weerstand dus toe. Zonder berekening: De weerstand is niet constant, want de grafieklijn is geen rechte lijn door de oorsprong. Omdat in verhouding meer toeneemt dan I, neemt R toe (R I ). b. In een serieschakeling is I overal gelijk en geldt: + 2 ; Zoek een stroomsterkte, waarbij geldt V. Dat kan het beste door in figuur 22 een (I,)-karakteristiek te tekenen van de serieschakeling. Kies een stroomsterkte en bepaal de bijbehorende totale spanning + 2. Herhaal dit voor enkele andere stroomsterkten (zie figuur). serie fig. 22 (V) Lees nu bij een totale spanning van 0,80 V de stroomsterkte af: I 0,084 A c. it de figuur bij b. blijkt, dat bij dezelfde stroomsterkte de spanning over lamp 2 groter is dan de spanning over lamp. Omdat P I is het vermogen van lamp 2 groter. Er is dus in lamp 2 per seconde de grootste hoeveelheid elektrische energie omgezet. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
22 3. Een NTC-weerstand a. De temperatuur t 50 ºC R NTC 2 Ω (aflezen in figuur 23); R totaal Ω;,69-2 I 0,040 A (,40 0 A). R 2 totaal b. t 5,0 min R,58 V (aflezen in figuur 25); in de serieschakeling is de stroomsterkte overal even groot, dus I NTC I hoofd I R R,58 00 R 0,058 A ; NTC totaal R,69,58 0, V; R NTC I 0, 0,058 NTC 7,0 Ω temperatuur t 00 ºC (aflezen in figuur 23). (Omdat het water kookt bij 00 ºC blijft de temperatuur constant!) c. In het begin is het temperatuurverschil tussen de NTC en de omgeving groot; er wordt dan veel warmte per seconde aan de omgeving afgegeven. Naarmate het temperatuurverschil met de omgeving kleiner wordt, wordt er minder warmte per seconde aan de omgeving afgegeven. Het afkoelen van de NTC gaat dus steeds langzamer. d. I NTC I hoofd I R,60-2 A; R IR, ,6 V; NTC totaal R,69,6 0,53 V; P NTC NTC I NTC 0,53,60-2 6,0-3 W. (Let wel: in de vraagstelling staat bereken. Het is dus niet de bedoeling, dat je de grafiek van figuur 23 gebruikt.) e. Door de hogere spanning gaat er een grotere stroomsterkte door R en de NTC; de temperatuur van de NTC stijgt de weerstand van de NTC neemt af de totale weerstand neemt af de stroomsterkte wordt groter de spanning over R ( R IR) neemt toe. De voltmeter geeft dus een hogere spanning aan. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: elektriciteit
23 . LEDs (oplichters?) a. Een diode laat de stroom slechts in één richting door. Of: een diode heeft een geringe weerstand als hij in de doorlaatrichting staat en een grote weerstand als hij in de sperrichting staat. b. De stroomsterkte door een LED (diode) mag niet te groot worden. c. Bij te grote stroomsterkte gaat een diode kapot, omdat hij door een te grote warmteontwikkeling smelt. V A let op: de ampèremeter staat in serie de voltmeter staat parallel figuur 2 d. Vanaf deze spanning laat de LED stroom door. 2,0 e. Bij voorbeeld: 2,0 V; I 34 ma 0,034 A; R 59 Ω. I 0,034 2,5 V; I 67 ma 0,067 A; R 3,0 V; I 00 ma 0,00 A; R I I 2,5 0,067 3,0 0,00 37 Ω De weerstand neemt dus af als de spanning toeneemt vanaf,5 V. f. I 80 ma 0,080 A R IR 0, ,0 V.. 30 Ω LED 2,7 V (grafiek aflezen bij 80 ma) bron 4,0 + 2,7 6,7 V.. g. Teken de normaal door M. Meet de hoeken op: i 39º ; r 52º n kunststof lucht sin i sin39 sinr o 0,80 sin52 dus de brekingsindex van kunststof is n lucht kunststof,25, 3. 0, 80 opm.: de opgemeten hoeken mogen enigszins afwijken. o i r h. De stralen breken van de normaal af bij de overgang van kunststof naar lucht. Er gaan dan te weinig stralen in de richting van de achterligger. De bolvormige LED heeft daarentegen een convergerende werking. Bolvormige LEDs hebben dus de voorkeur. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht en elektriciteit
24 2. Vuurtoren a. De stralen komen evenwijdig uit de lens. De lamp moet dan in het brandpunt van de lens staan. De afstand van de lamp tot het middelpunt van de lens is in figuur 8 3,25 cm. De schaal is : 20. De werkelijke brandpuntsafstand is dus f 203,25 cm 65 cm. b. R,6 Ω; ρ wolfraam Ωm (BiNaS tabel 8); c. d 0,35 mm 0,350-3 m r ½d ½0, ,750-3 m; A πr 2 π (0,750-3 ) 2 9,620-8 m 2. 8 ρ l R A,6 9,62 0 R l 2,8 m. A ρ i r Teken de normaal door Q. Meet de hoeken op: i 26º ; r 4º n prisma lucht sin i sin26 sinr o 0,668 sin4 o dus de brekingsindex van het materiaal waarvan het prisma gemaakt is: n lucht prisma 0, 668,5. d. sin g n prisma,5 0,668 grenshoek g 42º. Bij P: i 55º > 42º, dus i > g. (Er is dus geen breking, maar volledige terugkaatsing. Daarbij is i t 55º.) 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: licht en elektriciteit
25 . Geheugencel? a. S sluiten ingang a van OF-poort hoog uitgang OF-poort hoog LED aan. b. Bij het sluiten van S ging de LED aan ingang b * van de EN-poort hoog S 2 is open ingang invertor is laag uitgang invertor is hoog ingang a * van de EN-poort hoog Beide ingangen van EN-poort hoog uitgang van EN-poort hoog ingang b van de OF-poort hoog De LED blijft aan, ook als S geopend wordt waardoor de ingang a van OF-poort laag is. c. S 2 sluiten ingang invertor is hoog uitgang invertor is laag ingang a * van de EN-poort laag uitgang EN-poort is laag ingang b van OF-poort is laag. Omdat S open is, is ook ingang a van de OF-poort laag. Beide ingangen van OF-poort laag uitgang van OF-poort laag de LED gaat uit. d. S blijft open, zodat ingang a van de OF-poort laag is. De LED was uit, zodat ingang b * van de EN-poort laag is. (S 2 is nu open ingang invertor is laag uitgang invertor is hoog ingang a * van de EN-poort hoog.) Eén ingang van de EN-poort is laag uitgang van EN-poort laag ingang b van OF-poort is laag. Beide ingangen van OF-poort laag uitgang van OF-poort laag de LED blijft uit. e. De hele schakeling kan worden vervangen door een geheugencel: S is de set-ingang, S 2 is de reset-ingang. De uitgang van een geheugencel wordt blijvend hoog als men een tijdelijk hoog signaal op de set-ingang zet en de uitgang van de geheugencel wordt blijvend laag door een tijdelijk hoog signaal op de reset-uitgang. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: signaalverwerking
26 2. Knipperlicht a. A ( ingang invertor) hoog uitgang invertor (D) laag b. B hoog één ingang van de EN-poort laag uitgang van de EN-poort (E) laag uitgang van de invertor (C) hoog. De signaalwaarde van C is voor situatie IV dus correct weergegeven. figuur 3 Toelichting is niet gevraagd, maar toch: A laag C hoog (situatie I) B laag A laag B hoog C laag (situatie II) c. Geen trein, dus A laag. Situatie I/II, zie vraag b.: de LED knippert. Wel een trein, dus A hoog. Situatie III/IV. Volgens tabel is C dan steeds hoog, onafhankelijk van B. De LED is dan steeds aan. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: signaalverwerking
27 3. Temperatuurregeling a. Sensor 2 is de beste keus voor het meten van de temperatuur in de huiskamer: deze sensor heeft zijn bereik (temperatuurgebied) rond de kamertemperatuur en heeft 8 V V daarbij de grootste gevoeligheid (gevoeligheid 0,3 ). o o 60 C C b. Sensor voldoet niet, want, bij hetzelfde meetbereik als sensor 2, is de gevoeligheid 4 V V kleiner (gevoeligheid 0,067 ). o o 60 C C Sensor 3 voldoet niet want de (normale) kamertemperatuur (20 ºC) ligt niet binnen het meetbereik van deze sensor. Sensor 4 voldoet niet want de gevoeligheid van deze sensor is kleiner dan die van 7 V V sensor 2 (gevoeligheid 0,07 ). o o 00 C C + - oplossing ref, & + - ref,2 + - oplossing 2 ref, + - ref,2 De gasbrander mag en moet alleen maar branden als beide comparatoruitgangen laag zijn. Beide oplossingen zijn bruikbaar. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: signaalverwerking
28 4.???? a. A. b. B. c. C. d. D. e. E. Bij het ter perse gaan van Oefenvraagstukken, 5 HAVO, natuurkunde, katern 2 moest deze opgave nog worden verzonnen. Het is duidelijk dat Pa Pinkelman nog hevig nadenkt over de vraagstelling. iteraard onder het genot van een glaasje ranja met een rietje (zie figuur omslag boekje). Pa Pinkelman denkt na 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: signaalverwerking
29 5. Badkamerventilator a. gevoeligheid V 4,4 0,0 4,4 0 rel. vochtigh V %. b. 3, V figuur 7 c. Als hij/zij op het toilet zit, is de drukschakelaar gesloten en de geheugencel ge-set. Tegelijkertijd wordt de teller voortdurend ge-reset. De teller blijft dus op nul staan. Staat de persoon op, dan is de drukschakelaar open. De teller wordt niet meer gereset. De geheugencel was ge-set, dus de aan/uit-ingang van de teller is hoog. De teller begint nu te tellen. d. f 0,40 Hz T 2,5 s. f 0,40 De geheugencel wordt ge-reset als de teller op 28 staat. C wordt dan laag. t 282, ,20 2 s. (A is laag omdat de rel. vochtigheid lager is dan 70 %.) De ventilator blijft dus 3,20 2 s draaien nadat de persoon is opgestaan. e. In een jaar: t totaal h; E elektrisch Pt 45 W 624 h Wh 28 kwh euro energiekosten: 28 kwh0,6 4,5 euro. kwh 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: signaalverwerking
30 6. De watertank van professor Prlwytzkofski (vrij naar examen 2008) a. gevoeligheid waterniveau 3,8 0,0,6 0 V 2,4 m. b. h max max 5,0 2, m ; bij h 0 m is 0 V. / h 2,4 Het bereik van de sensor is van 0 m tot 2, m. c. sensorsignaal ref, 0,5 V set reset M naar pomp fig. 0 ref, 3,3 V d. De comparator, die de pomp inschakelt onder 0,20 m: ref 0,5 V. De comparator, die de pomp uitschakelt boven,4 m: ref 3,3 V. (De waarden zijn ook in bovenstaande figuur aangegeven.) e. De pomp zorgt ervoor, dat er water in de tank komt. Daardoor zal het waterniveau stijgen. Het sensorsignaal verandert dan. er is sprake van terugkoppeling er is een regelsysteem ontstaan. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE: signaalverwerking
31 Mgr. Frencken College Scholengemeenschap voor VWO en HAVO natuurkunde realisatie: < HPRO > 08/../207 Wijzigingen voorbehouden. 5 havo natuurkunde oefenvraagstukken SE
UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na
UITWERKINGEN KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O... Lichtstraal A verplaatst zich van lucht naar water, dus naar een optisch dichtere stof toe. Er
Nadere informatieExamentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na
KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na 1 Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O.1. 1. Op een wateroppervlak vallen drie rode lichtstralen op de manier zoals weergegeven in onderstaande figuur. Teken het
Nadere informatieOpgave 2 Vuurtoren Natuurkunde N1 Havo 2001-II opgave 3
Deze 5 opgaven (21 vragen) met uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Et-stof: h4. Arbeid en energie, h5. Licht en h6. Elektriciteit Examentraining Havo 4 et2 Opgave 1 De waterkrachtcentrale van Itaipu
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2000-II
Eindexamen natuurkunde havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m =
Nadere informatieHet tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)
Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Zie: http://webphysics.davidson.edu/applets/optics/intro.html Bolle (positieve) lens Een bolle lens heeft twee brandpunten F. Evenwijdige (loodrechte)
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 1 Opgave 2 Bij diffuse terugkaatsing wordt opvallend licht in alle mogelijke richtingen teruggekaatst, zelfs als de opvallende
Nadere informatieNoorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database
Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Lenzen J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair nderwijs, Algemeen Voortgezet nderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie
Nadere informatieOefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl
Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen-vt vwo4 h6/7 licht 007/008. Lichtbreking (hoofdstuk 6). Een glasvezel bestaat uit één soort materiaal met een brekingsindex van,08. Laserstraal
Nadere informatieHoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.
Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde Havo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde 1. Kracht en beweging 2. Licht en geluid 3. Elektrische processen 4. Materie en energie Beweging Trillingen en
Nadere informatieHoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl
Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en
Nadere informatieDeze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE
NAAM: NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK PROEFWERK H14 11/10/2011 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde H3 optica
Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting door een scholier 992 woorden 19 januari 2013 5,6 22 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 3 Optica 3.1 Zien Dit hoofdstuk
Nadere informatie6,1. 1.3: Tabellen en diagrammen. 1.4: Meetonzekerheid. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari keer beoordeeld.
Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari 2005 6,1 61 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1. 1.3: Tabellen en diagrammen. Tabel: In de tabel komen de meet resultaten daarom heeft een
Nadere informatieFig. 2. Fig. 1 5 4,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 U (V) 0,5. -20 0 20 40 60 80 100 temperatuur ( C)
Deze opgaven en uitwerkingen vind je op https://www.itslearning.com en op www.agtijmensen.nl Wat je moet weten en kunnen gebruiken: Zie het boekje Systeembord.. Eigenschappen van de invoer-elementen (sensor,
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?
Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Alles noteren met significantie en in de standaard vorm ( in hoeverre dit lukt). Eerst opschrijven wat de gegevens en formules zijn en wat gevraagd wordt.
Nadere informatieOpgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.
Uitwerkingen 1 Opgave 1 Bolle en holle. Opgave 2 Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Opgave 4 Divergente, convergente en evenwijdige. Opgave 5 Een bolle
Nadere informatieLicht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de
Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de lichtsnelheid ~300.000 km/s! Rechte lijn Pijl er in voor de richting
Nadere informatie5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 10 16 x 4,03 10 a afstand = lichtsnelheid tijd; s = c t t = = = 8 c 2,9979 10 b Eerste manier 1 lichtjaar = 9,461 10
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Een platte tekening. Jij staat voor de spiegel, de
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1748 woorden 7 februari 2005 6 53 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Scoop Samenvatting Natuurkunde H5 Spiegels en lenzen +
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld
6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht
Nadere informatie7.1 Beeldvorming en beeldconstructie
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 7 7.1 Beeldvorming en beeldconstructie Opgave 1 Het beeld van een dia bij een diaprojector wordt gevormd door een bolle lens. De voorwerpsafstand is groter dan de brandpuntsafstand.
Nadere informatiehoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).
hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.
Nadere informatieSpiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)
Herhaling klas 2: Spiegeling Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden Spiegelen van een object (pijl), m.b.v. het spiegelbeeld: Spiegel 1 2 H.2: Licht 1: Camera obscura (2) Eigen experiment: camera
Nadere informatieb Geluid waarnemen, meten en omzetten in elektrische spanning.
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1 1.1 Automaten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 In een robot is de elektrische bedrading te vergelijken met de zenuwen. Het zenuwstelsel kun je dan vergelijken met de printplaten.
Nadere informatiehoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).
hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.
Nadere informatieUitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5)
Uitwerkingen VWO deel 1 H2 (t/m par. 2.5) 2.1 Inleiding 1. a) Warmte b) Magnetische Energie c) Bewegingsenergie en Warmte d) Licht (stralingsenergie) en warmte e) Stralingsenergie 2. a) Spanning (Volt),
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II
Beoordelingsmodel Opgave Nerobergbahn uitkomst: Er is 9,0 0 liter water in wagon A gepompt. De totale massa van wagon A is gelijk aan de totale massa van wagon B. Hieruit volgt dat mwater (0 5) 60 9, 00
Nadere informatiea) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.
NATUURKUNDE KLAS 5 ROEWERK H14-05/10/2011 PROEWERK Deze toets bestaat uit 3 opgaven (totaal 31 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP
Nadere informatieRepetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7
Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Opgave 1 Iris krijgt een bril voorgeschreven van 4 dioptrie. Zij houdt de bril in de zon en probeert de stralen te bundelen om zodoende een stukje
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-II
Eindexamen natuurkunde - havo 00-II 4 Antwoordmodel Opgave Fietsdynamo uitkomst: f = 49 Hz (met een marge van Hz) Twee perioden duren 47 6 = 4 ms; voor één periode geldt: T = Dus f = = = 49 Hz. - T 0,5
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen Samenvatting door A. 1760 woorden 11 maart 2016 7,4 132 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1: Lichtbreking Een dunne lichtbundel - een lichtstraal
Nadere informatieNaam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5
Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5 OPGAVE 1 Teken hieronder het bijbehorende schakelschema. Geef ook de richting van de elektrische stroom aan.
Nadere informatieUitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Maak een tekening in bovenaanzicht. Jij staat voor
Nadere informatieUitwerking examen Natuurkunde1,2 HAVO 2007 (1 e tijdvak)
Uitwerking examen Natuurkunde, HAVO 007 ( e tijdvak) Opgave Optrekkende auto. Naarmate de grafieklijn in een (v,t)-diagram steiler loopt, zal de versnelling groter zijn. De versnelling volgt immers uit
Nadere informatieEindexamen havo natuurkunde II
Eindexamen havo natuurkunde 0 - II Opgave Parasaurolophus maximumscore antwoord: resonantie maximumscore voorbeeld van een berekening: Voor de grondtoon bij een halfgesloten pijp geldt dat de lengte van
Nadere informatieExact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen
Exact periode 3.2?! Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen 1 Lo41 per 3 exact recht evenredig, oefenen presentatie recht evenredig Deze link toont uitleg over recht evenredig
Nadere informatievoorbeeld van een berekening: Uit de definitie volgt dat de ontvangen stralingsdosis gelijk is aan E m,
Eindexamen natuurkunde havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Nieuwe bestralingsmethode Maximumscore antwoord: 0 7 5 0 B + n Li + per juist getal Maximumscore 2 uitkomst: D 2, 0 Gy of 2, 0 J/kg voorbeeld
Nadere informatieb Geluid waarnemen, meten en omzetten in elektrische spanning.
Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 1 1.1 Automaten Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 In een robot is de elektrische bedrading te vergelijken met de zenuwen. Het zenuwstelsel kun je dan vergelijken met de printplaten.
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2001-II
Eindexamen natuurkunde havo 00-II 4 Antwoordmodel Opgave Vliegen met menskracht uitkomst: t = 5,0 (uur) s Voor de gemiddelde snelheid geldt: v gem =. t De gemiddelde snelheid van het vliegtuig is 8,9 m/s
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2000-I
- + - + Eindexamen natuurkunde havo 2000-I 4 Antwoordmodel Opgave LEDs voorbeelden van schakelschema s: 50 Ω V LED A 50 Ω A V LED Als slechts één meter juist is geschakeld: punt. Maximumscore 2 2 voorbeeld
Nadere informatie1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring
1 Elektriciteit Oriëntatie Om met je auto of een tractor te kunnen rijden heb je elektriciteit nodig. Ook voor verlichting en je computer is veel elektriciteit nodig. Ook als je de mobiele telefoon aan
Nadere informatieEindexamen natuurkunde havo I
Eindexamen natuurkunde havo 0 - I Beoordelingsmodel Opgave Tower of Terror maximumscore 4 4 uitkomst: F 4, 0 N Voor de kracht op de kar geldt: F ma, waarin v 46 a 6,57 m/s. t 7,0 3 4 Hieruit volgt dat
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II
Eindexamen natuurkunde -2 havo 2000-II 4 Antwoordmodel Opgave Slijtage bovenleiding uitkomst: m =,87 0 6 kg Het afgesleten volume is: V = (98,8 78,7) 0-6 5200 0 3 2 = 2,090 0 2 m 3. Hieruit volgt dat m
Nadere informatie1 Bolle en holle lenzen
Lenzen 1 Bolle en holle lenzen 2 Brandpuntsafstand, lenssterkte 3 Beeldpunten bij een bolle lens 4 Naar beeldpunten kijken (bij bolle lens) 5 Voorwerpsafstand, beeldafstand, lenzenformule 6 Voorwerp, beeld,
Nadere informatiealuminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012
DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Dichtheid Soortelijke
Nadere informatieBasic Creative Engineering Skills
Spiegels en Lenzen September 2015 Theaterschool OTT-2 1 September 2015 Theaterschool OTT-2 2 Schaduw Bij puntvormige lichtbron ontstaat een scherpe schaduw. Vraag Hoe groot is de schaduw van een voorwerp
Nadere informatieBasisoefeningen en uitwerkingen Systeembord. Opgaven en antwoorden op It s learning en agtijmensen.nl
Opgaven en antwoorden op It s learning en agtijmensen.nl Opgave 1. Een spanning van V noemen we ook hoog of 1. Een spanning van 0 V noemen we laag of 0. In de schakeling van figuur 1 wordt op de punten
Nadere informatieUitwerking examen Natuurkunde1 VWO 2006 (1 e tijdvak)
Uitwerking examen Natuurkunde1 VWO 006 (1 e tijdvak) Opgave 1 Steppen 1. Het oppervlak onder een (v,t)-diagram geeft de verplaatsing, zoals weergegeven in nevenstaande figuur voor één stepbeweging. De
Nadere informatieOpgave 5 Solswitch. Eindexamen havo natuurkunde 2013-II
Opgave 5 Solswitch De Vrije Universiteit in Amsterdam heeft in 2008 een patent verworven op de Solswitch. De Solswitch is een dubbelwandig paneel van dat alleen licht doorlaat als het gevuld is met. Voorwerpen
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 en 8
Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 1889 woorden 28 juni 2009 6,9 73 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Hoofstuk 7 Paragraaf 1 Beeldvorming
Nadere informatienatuurkunde 1,2 Compex
Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 23 mei totale examentijd 3,5 uur natuurkunde 1,2 Compex Vragen 1 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt. Bij
Nadere informatie6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement
6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement Opgave 9 Het rendement bereken je met E nuttig en E in. E nuttig is de hoeveelheid energie die nodig is het water op te warmen. E in is de hoeveelheid energie
Nadere informatie0 50 100 150 200 250 300 v (in cm)
Lenzen 1 Van een lens is de beeldafstand b als functie van de voorwerpsafstand v bepaald en weergegeven in onderstaande grafiek. 300 250 200 b (in cm) 150 100 50 0 0 50 100 150 200 250 300 v (in cm) a.
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2002-I
Eindexamen natuurkunde havo 2002-I Opgave Binnenverlichting uitkomst: R = 29 Ω P 5,0 De stroomsterkte door één lampje is: I = = = U 2 U 2 Uit U = IR volgt dat R = = = 29 Ω. I 0, 47 0,47 A. gebruik van
Nadere informatie3HAVO Totaaloverzicht Licht
3HAVO Totaaloverzicht Licht Algemene informatie Terugkaatsing van licht kan op twee manieren: Diffuus: het licht wordt in verschillende richtingen teruggekaatst (verstrooid) Spiegelend: het licht wordt
Nadere informatieDeze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE
NAAM: NATUURKUNDE KAS 5 ROEFWERK H14 13/05/2009 PROEFWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE Opgave
Nadere informatieNewton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden
Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden Hoofdstukvragen: Het hoofdstuk gaat over de lichtbeelden die je met spiegels, lenzen en prisma s kunt maken. Hoe ontstaat bij een spiegel een beeld? En
Nadere informatieKrachten Hoofdstuk 1. Bewegingsverandering/snelheidsverandering (bijv. verandering van bewegingsrichting)
Krachten Hoofdstuk 1 een kracht zelf kun je niet zien maar... Waaraan zie je dat er een kracht werkt: Plastische Vervorming (blijvend) Elastische Vervorming (tijdelijk) Bewegingsverandering/snelheidsverandering
Nadere informatieSuggesties voor demo s lenzen
Suggesties voor demo s lenzen Paragraaf 1 Toon een bolle en een holle lens. Demo convergerende werking van een bolle lens Laat een klein lampje (6 V) steeds dichter bij een bolle lens komen. Geef de verschillende
Nadere informatie1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht. Leerstof. Toepassing. 3 a Zie figuur 2. b Zie figuur 2. c Zie figuur t a bij B b bij A
BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht Hoofdstuk 2 Licht 1 Lichtbreking Leerstof 1 a de normaal b de hoek van inval c de hoek van breking 2 a Als licht van lucht naar perspex gaat, wordt het licht altijd naar de
Nadere informatieUitwerkingen opgaven hoofdstuk 6. 6.1 Elektrische lading; stroom, spanning en spanningsbron
itwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Elektrische lading; stroom, spanning en spannings Opgave 5 a De wielen die het contact vormen tussen het vliegtuig en de grond zijn gemaakt van rubber, en rubber is
Nadere informatieOpgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.
NATUURKUNDE KAS 5 ROEWERK H4-06/0/00 PROEWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (totaal 3 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP DE Opgave
Nadere informatieOpgave 1 Millenniumbrug
Opgave Millenniumbrug maximumscore antwoord: resonantie maximumscore uitkomst: v =, 6 0 m s voorbeeld van een berekening: Er geldt: λ = vt met λ = 44 m en T = 0,90 s. De golfsnelheid in het λ 44 wegdek
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo 2008-I
Eindexamen natuurkunde vwo 008-I Beoordelingsmodel Opgave Jan-van-gent maximumscore 4 methode Voor een vrije val geldt: s gt t t = y 30 = 9,8 =,47 s. De snelheid op het water is dan: v= gt = 9,8,47 = 4,3
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo 2005-II
Eindexamen natuurkunde vwo 005-II 4 Beoordelingsmodel Opgave Sprinkhaan uitkomst: v 4, 4 ms voorbeeld van een berekening: Naar schatting is de hoogte die de sprinkhaan bereikt,0 m. Uit mgh mv volgt v gh
Nadere informatieMaandag 15 juni, uur
MAV0-4 Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1981 MAV0-4 Maandag 15 juni, 9.00-11.00 uur NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) Dit examen bestaat uit 10 opgaven. Bijlage: 1 antwoordblad
Nadere informatiejaar: 1994 nummer: 12
jaar: 1994 nummer: 12 Een vrouw staat vóór een spiegel en kijkt met behulp van een handspiegel naar de bloem achter op haar hoofd.de afstanden van de bloem tot de spiegels zijn op de figuur aangegeven.
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2006-I
Eindexamen natuurkunde - havo 006-I 4 Beoordelingsmodel Opgave Itaipu uitkomst: In dat jaar waren er gemiddeld generatoren in bedrijf. voorbeelden van een berekening: methode Als een generator continu
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 compex havo 2008-I
Eindexamen natuurkunde - compex havo 008-I Beoordelingsmodel Opgave Lensverwarming maximumscore 3 voorbeeld van een antwoord: De schakeling bestaat uit twee parallelle takken van twee in serie geschakelde
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-I
Beoordelingsmodel Opgave Doorstralen van fruit maximumscore antwoord: 60 60 0 Co Ni + e (+ γ) of 7 8 60 60 Co Ni + β (+ γ) elektron rechts van de pijl Ni als eindproduct (mits verkregen via kloppende atoomnummers)
Nadere informatieEindexamen natuurkunde havo I
Beoordelingsmodel Opgave Eliica maximumscore uitkomst: De actieradius is 3, 0 km. de energie van de accu's De actieradius is gelijk aan. het energieverbruik per km 55 Hieruit volgt dat de actieradius 3,
Nadere informatienatuurkunde oud programma havo 2015-I
Opgave Train Whistle maximumscore v Een lage toon heeft een lage frequentie. Volgens λ = vt = hoort bij een f lage frequentie een grote golflengte. De klankkast met de grootste lengte, zal dus de laagste
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo 2007-II
Eindexamen natuurkunde vwo 007-II Beoordelingsmodel Opgave Koperstapeling maximumscore 3 64 64 0 64 64 Cu Zn + β ( + γ) of: Cu Zn + e 9 30 het elektron rechts van de pijl Zn als vervalproduct (mits verkregen
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 havo 2003-II
Eindexamen natuurkunde havo 00-II Opgave Visby-lens Maximumscore 4 uitkomst: n =,5 De invalshoek i 54 en de brekingshoek r. sin i Bij lichtbreking geldt: n. sin r sin54 0,809 Hieruit volgt dat n, 5. sin
Nadere informatieInleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.
Inleiding hv Opdracht Statische elektriciteit Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken Opdracht Serie- en parallelschakeling Leg van elke schakeling uit ) of het een serie-
Nadere informatieExamen HAVO. natuurkunde 1,2. tijdvak 1 woensdag 23 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2007 tijdvak 1 woensdag 23 mei 13.30-16.30 uur natuurkunde 1,2 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 26 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen.
Nadere informatieNATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau
MAO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN OORTGEZET ONDERWIJS IN 986 C - niveau Donderdag 5 juni, 9.00-.00 uur NATUURKUNDE Dit examen bestaat uit 3 opgaven Bijlage: antwoordpapier 2 Waar nodig mag bij de opgaven
Nadere informatieUitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2
Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2 4 VWO 2.6 Serie en parallel 51. Vervanging 52. Bij de winkelstraat zijn de lampen parallel geschakeld en bij de kandelaar in serie. 53. Voorbeeld: Serie De stroom moet
Nadere informatieOpgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.
itwerkingen Opgave Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading. Opgave 2 Een geleider kan de elektrische stroom goed geleiden. Metalen, zout water, grafiet. c. Een isolator kan de
Nadere informatieReflectie. Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Inhoud Reflectie... 2 Opgave: Lichtbundel op cilinder... 3 Lichtstraal treft op grensvlak... 4 Opgave: Breking en interne reflectie I... 6 Opgave: Breking en interne reflectie II... 7 Opgave: Multi-Touch
Nadere informatieOm sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing
Inhoud Reflectie...2 Opgave: bundel op cilinder...3 Opgave: Atomic Force Microscope (AFM)...3 straal treft op grensvlak...5 Opgave: door een dikke lens...8 Opgave: Stralengang door een vloeistoflens...9
Nadere informatieHandleiding Optiekset met bank
Handleiding Optiekset met bank 112110 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande Eurofysica optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset (112110) behandelt
Nadere informatieOptica Optica onderzoeken met de TI-nspire
Optica onderzoeken met de TI-nspire Cathy Baars, Natuurkunde, Optica 1. Inhoud Optica... 1 1. Inhoud... 2 2. Spiegeling... 3 2.1 Algemene introductie en gebruik TI-nspire... 3 2.2 Spiegeling... 4 2.3 Definiëren
Nadere informatieDenk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 35 punten.
NATUURKUNDE KLAS 4 PW HOOFDSTUK PW HOOFDSTUK 2 18/12/2008 Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 35 punten. Opgave 1 (3 + 2 + 4 pt) Een van de natuurkundeleraren
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II
Opgave 1 Nerobergbahn In deze opgave worden wrijvingskrachten steeds verwaarloosd. De Duitse stad Wiesbaden heeft sinds 1888 een bijzondere attractie: de Nerobergbahn. Zie figuur 1. De bergbaan wordt aangedreven
Nadere informatie6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld
6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht
Nadere informatieVraag Antwoord Scores
maximumscore Bij het consumeren van radioactieve melk is sprake van besmetting omdat het lichaam de ioniserende straling van binnenuit absorbeert / de bron zich in het lichaam bevindt. inzicht dat bij
Nadere informatieNaam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren
Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren Schakeling In de hiernaast afgebeelde schakeling kan de spanning
Nadere informatie5 Weerstand. 5.1 Introductie
5 Weerstand 5.1 Introductie I n l e i d i n g In deze paragraaf ga je verschillende soorten weerstanden bestuderen waarvan je de weerstandswaarde kunt variëren. De weerstand van een metaaldraad blijkt
Nadere informatieVoorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur
natuurkunde 1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 1 tot en met 17. In dit deel staan de vragen waarbij de computer
Nadere informatieVraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.
Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt scorepunt toegekend. Opgave SPECT-CT-scan B maximumscore 3 antwoord: 99 99 Mo Tc + 0 e + ( γ) of 99 99 Mo Tc + e + ( γ ) 4 43 het elektron
Nadere informatieJAN Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten.
NATUURKUNDE KLAS 4 INHAALPROEFWERK HOOFDSTUK 2 JAN.. 2009 Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 34 punten. Opgave 1 (3 + 4 pt) De batterij in de hiernaast
Nadere informatieSamenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit
Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit Samenvatting door een scholier 1150 woorden 22 april 2016 8,3 8 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Samenvatting Natuurkunde H7 Elektriciteit/Elektrische schakelingen
Nadere informatieExamen HAVO. Natuurkunde 1 (nieuwe stijl)
Natuurkunde 1 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Maandag 21 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 88 punten te behalen; het examen bestaat uit 27
Nadere informatieLenzen. N.G. Schultheiss
Lenzen N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Spiegels. Deze module wordt vervolgd met de module Telescopen of de module Lenzen maken. Uiteindelijk kun je met de opgedane kennis een
Nadere informatieEen elektrische waterkoker kan in korte tijd water aan de kook brengen.
. Deze opaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Opgave 1 Elektrische waterkoker Een elektrische waterkoker kan in korte tijd water aan de kook brengen. De waterkoker slaat automatisch af als
Nadere informatieHoofdstuk 5: Signaalverwerking
Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 5: Signaalverwerking Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige
Nadere informatieOpgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l
Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig
Nadere informatie