Milieurapport Vlaanderen MIRA. Achtergronddocument Sector Industrie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Milieurapport Vlaanderen MIRA. Achtergronddocument Sector Industrie"

Transcriptie

1 Milieurapport Vlaanderen MIRA Achtergronddocument Sector Industrie

2

3 Milieurapport Vlaanderen MIRA Achtergronddocument 2010 Industrie

4 Industrie Achtergronddocument Coördinerende auteurs Bram Verbinnen, Jo Van Caneghem, Afdeling Toegepaste Fysische Scheikunde en Milieutechnologie, Departement Chemische Ingenieurstechnieken, K.U.Leuven Auteurs Chantal Block, Departement Scheikunde, Leuven Engineering School Groep T Carlo Vandecasteele, Afdeling Toegepaste Fysische Scheikunde en Milieutechnologie, Departement Chemische Ingenieurstechnieken, K.U.Leuven Hugo Van Hooste, MIRA,VMM Laatst bijgewerkt: december 2010 Overname wordt aangemoedigd mits bronvermelding. Hoe citeren? Kort: MIRA Achtergronddocument 2010 Industrie Volledig: MIRA (2010) Milieurapport Vlaanderen, Achtergronddocument 2010, Industrie. Verbinnen B. Van Caneghem J., Vandecasteele C., Block C., Van Hooste H, Vlaamse Milieumaatschappij, 2 december 2010

5 Achtergronddocument Industrie Inhoudsopgave Coördinerende auteurs...2 Auteurs...2 Inhoudsopgave...3 Lijst tabellen...6 Lijst figuren...7 Beschrijving van de sector...10 Indicatoren Economische en maatschappelijke industriële activiteiten (A) Inleiding Toegevoegde waarde (A) Productie-index (A) Aantal werknemers (A) Energiegebruik van de industrie (D) Energiegebruik (D) Inleiding Verloop Doelstellingen Maatregelen en evaluatie Emissie van broeikasgassen door de industrie (D) Emissie van broeikasgassen (D) Inleiding Verloop Aandeel van de subsectoren Doelstellingen Maatregelen en evaluatie Emissies in de omgevingslucht (niet-broeikasgassen) door de industrie (D) Inleiding Emissie van NMVOS (D) Emissie van NO x (D) Emissie van SO 2 (D)...37 december

6 Industrie Achtergronddocument 4.5 Emissie van stof (D) Emissie van zware metalen (D) Doelstellingen en maatregelen voor de diverse polluenten Doelstellingen Evaluatie en maatregelen Lozing van industrieel afvalwater (D) Hoeveelheid geloosd afvalwater (D) Emissies van BZV, CZV, stikstof, fosfor en zwevende stoffen (D) Lozingen van zware metalen (D) Doelstellingen en maatregelen Doelstellingen Maatregelen Evolutie en sectoren Afvalproductie in de industrie (totaal en gevaarlijk) (D) Totale afvalproductie (D) Productie van gevaarlijk afval (D) Doelstellingen en maatregelen Doelstellingen Evaluatie en maatregelen Hinder Aantal geregistreerde klachten over milieuhinder (I) Inleiding Verloop Doelstellingen en maatregelen Doelstellingen Evaluatie en maatregelen Eco-efficiëntie en milieuprofiel (D/A) Eco-efficiëntie (D/A) Inleiding Verloop...77 Klimaatverandering...77 Verzuring...80 Fotochemische ozonvorming...82 Humane toxiciteit...84 Ecotoxiciteit...88 Vermesting...91 Afvalproductie...92 Energieverbruik...93 Besluit Doelstellingen Evaluatie en maatregelen Respons van de industrie op de milieuproblematiek (R ) Maatschappelijk verantwoord ondernemen (R) Implementatie van Milieuzorgsystemen (R) december 2010

7 Achtergronddocument Industrie Inleiding Verloop Milieu-uitgaven (R) Inleiding Verloop Kost van milieuheffingen (R) REACH : Chemical Policy in the EU Maatschappelijk verantwoord investeren Duurzame bedrijventerreinen Duurzame bedrijventerreinen in Vlaanderen? Duurzame bedrijventerreinen als studieobject MIRA-referenties Referenties Lijst met relevante websites Begrippen Afkortingen Eenheden december

8 Industrie Achtergronddocument Lijst tabellen Tabel 1: Afbakening van de sectoren in MIRA Tabel 1: Bruto toegevoegde waarde (in lopende prijzen) (Vlaanderen, ) Tabel 2: Bruto toegevoegde waarde (in ketting 2004) (Vlaanderen, ) Tabel 3: Aantal werknemers per industriële subsector (Vlaanderen, ) Tabel 4: Overzicht van GWP van de beschouwde broeikasgassen Tabel 5: Evolutie van de totale CO 2 -emissies (energetisch, niet-energetisch en procesemissies) per subsector in de industrie (Vlaanderen, 1990;1995; ) Tabel 6: VOS-emissies en emissieprognoses voor enkele industriële sectoren in Vlaanderen Tabel 7: NO X -emissies en emissieprognososes voor enkele industriële sectoren in Vlaanderen Tabel 8: SO 2 -emissies en emissieprognososes voor enkele industriële sectoren in Vlaanderen Tabel 9: Factoren ter omrekening naar metaalequivalenten Tabel 10: Evolutie van de lozingen van bedrijfsafvalwater naar oppervlaktewateren (Vlaanderen, 1992*-2006) Tabel 11: Belangrijkste producenten van bedrijfsafval in Tabel 12: Belangrijkste producenten van gevaarlijk afval in Tabel 13: Belangrijkste afvalstoffen naar massa in Vlaanderen in Tabel 14: Evolutie van de milieu-uitgaven door de bedrijven (Vlaanderen, ) Tabel 15: Aandeel lopende milieu-uitgaven in totale output (1999) en gemiddeld aandeel milieu-investeringen in totale investeringen ( ) (Vlaanderen) Tabel 16: Aandeel milieudomeinen in de lopende milieu-uitgaven (Vlaanderen) Tabel 17: Aandeel milieudomeinen in de lopende milieu-investeringen (Vlaanderen) Tabel 18: Evolutie van de Vlaamse milieuheffingen van 1995 tot 2002 in miljoenen euro s december 2010

9 Achtergronddocument Industrie Lijst figuren Figuur 1: Types indicatoren volgens Sikdar Figuur 2: Procentuele evolutie van de bruto toegevoegde waarde (1996=100%, in ketting 2004) (Vlaanderen, ) Figuur 3: Procentuele bijdrage tot de bruto toegevoegde waarde over de industriële subsectoren in Vlaanderen in 2005 (in ketting 2004) Figuur 4: Evolutie van de productie-index per industriële subsector (Vlaanderen, ) Figuur 5: Procentuele evolutie van het aantal werknemers per industriële subsector (Vlaanderen , 1999=100%) Figuur 6: Procentuele verdeling van de werknemers over de verschillende subsectoren in de industrie (Vlaanderen, 2008) Figuur 7: Evolutie van het totaal energiegebruik in de industrie per subsector (Vlaanderen, 1990, 1995, ) Figuur 8: Evolutie van het energetisch energiegebruik in de industrie per subsector** (Vlaanderen, 1990, 1995, ) Figuur 9: Evolutie van het energetisch energiegebruik in de industrie per energiedrager (Vlaanderen, 1990;1995; ) Figuur 10: Aandeel van de verschillende subsectoren in het energetisch energiegebruik van de industrie (exclusief warmte en laagspanning) (Vlaanderen, 2009) Figuur 11: Evolutie van de broeikasgasemissies van de industrie vergeleken met de totale emissies van alle sectoren (Vlaanderen, ), (emissies relatief t.o.v. 1990) Figuur 12: Evolutie van het aandeel van de industrie in de broeikasgasemissies in Vlaanderen ( ) Figuur 13: Emissie van broeikasgassen door de industrie per broeikasgas (Vlaanderen 1990; ). Voor 1990 zijn de emissies van F-gassen kunstmatig op hetzelfde niveau als in 1995 verondersteld Figuur 14: Emissie van broeikasgassen door de industrie per deelsector (Vlaanderen 1990; ). Voor 1990 zijn de emissies van F-gassen kunstmatig op hetzelfde niveau als 1995 verondersteld Figuur 15: Procentuele afwijking van de totale broeikasgasemissies in Vlaanderen ten opzichte van de Kyoto-norm 2012 ( ) Figuur 16: Industriële NMVOS-emissies naar de lucht (Vlaanderen 1990;1995; ). 36 Figuur 17: Industriële NO X -emissies naar de lucht (Vlaanderen 1990;1995; ) Figuur 18: Industriële SO 2 -emissies naar de lucht (Vlaanderen 1990;1995; ) Figuur 19: Industriële stofemissies naar de lucht (Vlaanderen 1995; ) Figuur 20: Industriële emissies van zware metalen naar de lucht in ton (Vlaanderen ) Figuur 21: Emissies van de verschillende metalen door de sector industrie (Vlaanderen ) Figuur 22: Evolutie van de hoeveelheid geloosd afvalwater door de industrie (Vlaanderen, ) Figuur 23: Lozing van BZV in industriëel afvalwater (Vlaanderen, ) Figuur 24: Lozing van CZV in industriëel afvalwater (Vlaanderen, ) Figuur 25: Lozing van stikstof (N) in stikstofhoudende componenten in industriëel afvalwater (Vlaanderen, ) Figuur 26: Lozing van fosfor (P) in fosforhoudende componenten in industriëel afvalwater (Vlaanderen, ) Figuur 27: Lozing van zwevende stoffen in industriëel afvalwater (Vlaanderen, ) 53 Figuur 28: Lozing van zware metalen in industriëel afvalwater (Vlaanderen, ) Figuur 29: Aandeel van de verschillende metalen in de lozingen door de sector industrie (Vlaanderen, ) Figuur 30: Evolutie van de afvalproductie door de verschillende subsectoren van de industrie (Vlaanderen, ) Figuur 31: Aandeel van de verschillende subsectoren in het gevaarlijk afval (Vlaanderen, 2008) Figuur 32: Verloop van de door VAL-I-PAC gerealiseerde percentages nuttige toepassing- en recyclage van ingezameld verpakkingsafval ( ) Figuur 33: Aantal geregistreerde klachten over milieuhinder in Vlaanderen ( ) december

10 Industrie Achtergronddocument Figuur 34: Verdeling van de klachten over milieuhinder per compartiment in Figuur 35: Emissie van broeikasgassen door de industrie per productie-index (Vlaanderen, ). De curve geeft de totale emissie van broeikasgassen in CO2 -eq. (100 = kton) Figuur 36: Aandeel van de verschillende industriële subsectoren in de broeikasgasemissie uitgedrukt in CO 2 -equiqvalenten (Vlaanderen, 2009) Figuur 37: Broeikasgasemissie van de deelsectoren per eenheid productie-index van de deelsector (Vlaanderen, ) Figuur 38: Emissie van verzurende stoffen door de industrie per productie-index (Vlaanderen, ). De curve geeft de totale verzurende emissie in Zeq (100 = miljoen Zeq) Figuur 39: Aandeel van de verschillende industriële subsectoren in de emissie van verzurende stoffen uitgedrukt in SO 2 -equivalenten (Vlaanderen, 2009*) Figuur 40: Emissie van verzurende stoffen door de deelsectoren per productie-index van de deelsector (Vlaanderen, ) Figuur 41: Emissie van ozonprecursoren door de industrie per productie-index (Vlaanderen, ). De curve geeft de totale emissie in etheen-eq (100 = 12,6 kton etheen-eq.) Figuur 42: Emissie van ozonprecursoren door de industrie per productie-index (Vlaanderen, ). De curve geeft de totale emissie in TOPF-eq (100 = 144 kton TOPF-eq.). 83 Figuur 43: Aandeel van de verschillende industriële subsectoren in de emissie van ozonprecursoren uitgedrukt in etheen-equivalenten (Vlaanderen, 2009*) Figuur 44: Emissie van ozonprecursoren door de deelsectoren per productie-index van de deelsector (Vlaanderen, ) Figuur 45: Emissie door de industrie naar de lucht van organische stoffen die bijdragen tot de humane toxiciteit, per productie-index (Vlaanderen, ) Figuur 46: Emissie door de industrie naar de lucht van zware metalen die bijdragen tot de humane toxiciteit, per productie-index (Vlaanderen ) Figuur 47: Emissie door de industrie naar de lucht van anorganische stoffen die bijdragen tot de humane toxiciteit, per productie-index (Vlaanderen, ) Figuur 48: Emissie door de industrie naar het water van stoffen die bijdragen tot de humane toxiciteit, per productie-index (Vlaanderen, Figuur 49: Aandeel van de verschillende industriële subsectoren in de emissie van stoffen die bijdragen tot de humane toxiciteit uitgedrukt in 1,4-divinylbenzeen-equivalenten (Vlaanderen, 2009*) Figuur 50: Emissie van stoffen die bijdragen tot de humane toxiciteit door de deelsectoren per productie-index van de deelsector (Vlaanderen, ) Figuur 51: Emissie van door de industrie naar de lucht geëmitteerde organische stoffen die bijdragen tot de ecotoxiciteit, per productie-index (Vlaanderen, ) Figuur 52: Emissie van door de industrie naar de lucht geëmitteerde anorganische stoffen die bijdragen tot de ecotoxiciteit, per producti-index (Vlaanderen, ) Figuur 53: Emissie van door de industrie naar het water geëmitteerde stoffen die bijdragen tot de ecotoxiciteit, per productie-index (Vlaanderen, ) Figuur 54: Aandeel van de verschillende industriële subsectoren in de emissie van stoffen die bijdragen tot de ecotoxiciteit uitgedrukt in 1,4-divinylbenzeen-equivalenten (Vlaanderen, 2009*) Figuur 55: Emissie van ecotoxische componenten door de deelsectoren per productie-index van de deelsector (Vlaanderen, ) Figuur 56: Emissie van vermestende stoffen door de industrie per productie-index (Vlaanderen, ) Figuur 57: Productie van primair industrieel afval) (excl. bouw- en sloopafval) per eenheid productie-index (Vlaanderen, ) Figuur 58: Productie van primair industrieel afval (excl. bouw- en sloopafval) door de deelsectoren per eenheid productie-index van de deelsector (Vlaanderen, ) 93 Figuur 59: Energetisch energiegebruik door de industrie per eenheid productie-index (Vlaanderen, ) Figuur 60: Energetisch energiegebruik door de deelsectoren gedeeld door de productie-index van de deelsector (Vlaanderen ) Figuur 61: Eco-efficiëntie van de industrie (Vlaanderen, 1995, 2009) Figuur 62: Milieuprofiel van de industrie (Vlaanderen, 1995, 2009*) december 2010

11 Achtergronddocument Industrie Figuur 63: Evolutie van de cerificeringsgraad op sectoraal en subsectoraal niveau gerelateerd aan de bruto toegevoegde waarde (Vlaanderen, ) Figuur 64: Milieu-investeringen en lopende milieu-uitgaven voor de sector industrie en energie, in constante prijzen van 2000 (België, en Vlaanderen, 2002) december

12 Industrie Achtergronddocument Beschrijving van de sector MIRA hanteert een sectorindeling die het mogelijk maakt om een globale milieurapportering over Vlaanderen te maken en toch de verschillende sectoren in beeld te brengen. De sectoren worden verder ingedeeld in deelsectoren, niet op niveau van het meeste detail maar toch voldoende om gericht de milieudruk te kunnen toewijzen. De MIRA-sectorindeling die momenteel gehanteerd wordt is weergegeven in tabel 1. Voor industrie worden de activiteiten geaggregeerd tot zeven deelsectoren. Voor bepaalde milieudata voor de industrie worden soms licht gewijzigde indelingen gebruikt op deelsectorniveau. Ook wordt soms meer specifieke en achterliggende informatie over activiteiten als onderdeel van een deelsector in dit achtergronddocument waar mogelijk weergegeven. Tabel 1: Afbakening van de sectoren in MIRA nr. sector 1huishoudens deelsectoren NACE-BEL 2008 code 2industrie chemie 20, 21 metaal (ijzer en staal, non-ferro) 24 t.e.m. 30, 32.5, 33 voeding 10, 11, 12 textiel 13, 14, 15 papier 17, 18, 58.1 afval & afvalwater 37 t.e.m. 39 overige industrie 7, 8, 9.9, 16, 22, 23, 31 t.e.m. 32.4, 32.9, 36, 41, 42, 43 3 energie elektriciteit & warmte 35.1, 35.3 petroleumraffinaderijen 19.2 aardgas 35.2 biobrandstoffen (raffinage) ** overige energiebedrijven 5, 6, 9.1, landbouw ( ) akker- en tuinbouw 1.1 t.e.m. 1.3, (1.5 ) 1.60, 1.61, 1.63, 1.64 veeteelt 1.4, (1.5 ), 1.62 jacht, bosbouw & visserij 1.7, 2, 3 5transport* 6handel & diensten handel 45 t.e.m. 49.5, 50, 51, 52, 95 hotels en restaurants 55, 56 kantoren en administratie 53, 64 t.e.m. 74, 77 t.e.m. 84, 94 onderwijs 85 gezondheidszorg 75, 86, 87, 88 overige diensten 58.2, 59 t.e.m. 63, 90 t.e.m. 93, 96 t.e.m. 99 * omvat alle transportstromen en de ermee gepaard gaande emissies, maar niet de andere activiteiten (bv. kantoren) ** nog geen NACE's beschikbaar 1.5 (gemengd bedrijf) hoort zowel tot akker- en tuinbouw als veeteelt de deelsectoren landbouw kunnen nog verder opgesplitst worden vermits afvalverbranding steeds met energierecuperatie gebeurt, worden emissies (naar lucht) bij de energiesector geteld Indicatoren Er bestaat een groeiende vraag en behoefte naar indicatoren die de duurzaamheid van de industrie (sectoren of individuele bedrijven) meten. Zulke indicatoren zijn idealerwijze eenvoudig, bruikbaar voor beleidsbepalingen, te begrijpen door een breed publiek, 10 december 2010

13 Achtergronddocument Industrie kosteneffectief in termen van dataverzameling en reproduceerbaar. Men maakt een onderscheid tussen verschillende types indicatoren zoals aangegeven in Figuur 1. Figuur 1: Types indicatoren volgens Sikdar Socio-economische indicatoren Economische aspecten Sociale aspecten Duurzaamheids indicatoren Eco-efficiëntieindicatoren Ecologische aspecten Bron : Sikdar, AIChE Journal, 2003 Socio-ecologische indicatoren Block et al. (2007) maken een onderscheid tussen respons en performantie indicatoren. Een respons indicator geeft weer in hoeverre een bedrijf of industriële sector zich bewust is van de impact op het milieu als gevolg van zijn activiteiten en er iets aan tracht te doen. Een respons indicator beschrijft meer de intenties dan het werkelijke succes van de uitgevoerde acties. Een performantie indicator daarentegen evalueert op kwantitatieve wijze in welke mate genomen maatregelen de milieuperformantie beïnvloeden. Verder bestaat er een belangrijk verschil tussen relatieve en absolute indicatoren. Een absolute indicator is bijvoorbeeld de NO X -emissie, een overeenstemmende relatieve indicator is bijvoorbeeld de NO X -emissie per ton geproduceerd product. Het is duidelijk dat voor het meten van de milieu performantie van een bedrijf of industriële sector de absolute emissiedata weinig informatie bieden. Afnemende absolute emissies, dalend gebruik van grondstoffen,... zijn niet noodzakelijkerwijze het gevolg van een toegenomen eco-efficiëntie, maar kunnen evengoed het gevolg zijn van een daling van de economische activiteit. Door de absolute emissies te relateren aan een maat voor de industriële activiteit (zoals de productie-index, zie paragraaf 1.3) verkrijgt men een goede indicator om de milieu performantie te evalueren. Hoofdstuk 1 geeft een overzicht van de beschikbare economische en maatschappelijke indicatoren voor de Vlaamse industrie. Hoofdstukken 2 tem 7 geven en bespreken de belangrijkste milieu-indicatoren met betrekking tot het energiegebruik, de emissies van milieuverontreinigende stoffen naar lucht en water en de afvalproductie van de industrie in Vlaanderen. In hoofdtuk 8 tenslotte wordt de milieu-impact van de industriële emissies gekoppeld aan de productie-index wat resulteert in een set van 9 eco-efficientie-indicatoren. 1 Economische en maatschappelijke industriële activiteiten (A) Laatst bijgewerkt: december Inleiding De beschouwde indicatoren zijn bruto toegevoegde waarde, productie-index en aantal werknemers per subsector van de industrie. december

14 Industrie Achtergronddocument De verschillende indicatoren worden achtereenvolgens besproken. In de bijhorende grafieken wordt de procentuele evolutie weergegeven van de economische indicator per subsector en dit ten opzichte van 1990 (1995 voor de bruto toegevoegde waarde en productie-indices). De term Lopende prijzen wijst er op dat prijzen gerelateerd zijn aan de index van dat jaar waardoor een stijgende trend over een bepaalde periode deels te wijten is aan de indexstijging. 1.2 Toegevoegde waarde (A) Het economisch belang van een subsector kan weergegeven worden door de toegevoegde waarde van de bedrijven van die subsector. Dit is in feite het verschil tussen de waarde van de geproduceerde goederen en diensten en de waarde van de verbruikte goederen en diensten in het productieproces. De bruto toegevoegde waarde in lopende prijzen is weergegeven in Tabel 1. Deze bruto toegevoegde waarde is echter afhankelijk van de indexstijging. Om de reële bruto toegevoegde waarde van de industrie weer te geven, werkt het Instituut voor Nationale Rekeningen vanaf 2007 met kettingeuros. Hierbij wordt de bruto toegevoegde waarde in lopende prijzen gecorrigeerd aan de hand van de prijsstructuur van het jaar voordien. De bruto toegevoegde waarde in ketting voor de subsectoren van de industrie is weergegeven in Tabel 2 Figuur 2 geeft de procentuele evolutie van de bruto toegevoegde waarde voor de Vlaamse Industrie ( ). Aangezien de cijfers in ketting slechts beschikbaar zijn vanaf 1996, werd in de grafiek 1996 als basisjaar gekozen. Op het moment van actualisatie waren de cijfers van 2008 en 2009 nog niet volledig ter beschikking. De weerslag van de economische crisis is dus nog niet te zien (maar komt verder wel tot uiting bij de productie-index). Tabel 1: Bruto toegevoegde waarde (in lopende prijzen) (Vlaanderen, ) miljoen chemie metaal voeding textiel papier andere totaal Bron: MIRA-VMM op basis van Belgostat, Tabel 2: Bruto toegevoegde waarde (in ketting 2004) (Vlaanderen, ) 10 6 EUR chemie metaal voeding textiel papier andere totaal Bron: MIRA-VMM op basis van Belgostat, december 2010

15 Achtergronddocument Industrie Figuur 2: Procentuele evolutie van de bruto toegevoegde waarde (1996=100%, in ketting 2004) (Vlaanderen, ) BTW (1996=100%) chemie metaal voeding textiel papier andere totaal Bron: MIRA-VMM op basis van Belgostat, 2007 De bruto toegevoegde waarde is voor de totale industrie in 2005 met bijna 19% gestegen ten opzichte van Dit is het gevolg van de sterke stijging in de sectoren metaal (+27% in 2005 t.o.v. 1996), andere industrieën (+24% in 2005 t.o.v. 1996) en chemie (+17% in 2005 t.o.v. 1996). In de sector andere industrieën steeg de bruto toegevoegde waarde continu sinds Voor de sector metaal was er een daling waar te nemen tussen 2000 en De bruto toegevoegde waarde van de sector chemie steeg tot 2004 met meer dan 20% en daalde daarna weer. In de textielindustrie steeg de bruto toegevoegde waarde eerst met 18% tussen 1996 en 1998, gevolgd door een daling tussen 1998 en In 2005 lag de bruto toegevoegde waarde er ca. 11% lager dan in In de voedingsindustrie schommelde de bruto toegevoegde waarde over de ganse periode rond de oorspronkelijke waarde van De bruto toegevoegde waarde van de papierindustrie kende een gestage stijging: ze lag in 2005 ca. 11% hoger dan in In Figuur 3 wordt voor het laatste beschikbare jaar de procentuele verdeling van de bruto toegevoegde waarde van de Vlaamse ondernemingen over de subsectoren weergegeven. december

16 Industrie Achtergronddocument Figuur 3: Procentuele bijdrage tot de bruto toegevoegde waarde over de industriële subsectoren in Vlaanderen in 2005 (in ketting 2004) 14% 35% 31% chemie metaal voeding textiel papier andere 5% 4% 11% Bron: INR, De subsectoren met de grootste bijdrage in bruto toegevoegde waarde in 2005 waren de metaalverwerkende nijverheid (31 %), de andere industrieën (35 %), en de chemie (14 %). 1.3 Productie-index (A) Een andere mogelijke conjunctuurindex is de industriële productie-index 1. De bruto toegevoegde waarde wordt hierbij gecorrigeerd voor de invloed van bijvoorbeeld prijsveranderingen, aantal werkdagen, seizoenschommelingen. In Figuur 4 worden de productie-indices van de verschillende subsectoren weergegeven. 1 De productie-index is een conjunctuurindicator die de evolutie van de industriële productie registreert. Hij wordt samengesteld door het FOD Economie (vroegere NIS) aan de hand van maandelijkse enquêtes over inputgegevens (inzet van arbeid, energie en grondstoffen) en outputgegevens (productiewaarde, waarde van leveringen, productie in hoeveelheid per product). 14 december 2010

17 Achtergronddocument Industrie Figuur 4: Evolutie van de productie-index per industriële subsector (Vlaanderen, ) Productie-index (1990=100) Bron: FOD Economie, MIRA, Chemie Metaal Voeding Textiel Papier Andere Totaal Vooral de subsectoren chemie en voeding vertoonden een sterke stijging van de productieindex ten opzichte van 1990 (resp. +48% en +75%). Het crisisjaar 2009 laat zich duidelijk voelen in de cijfers over de productie-index: in 2009 lieten alle sectoren een gevoelige daling optekenen ten opzichte van De daling was het sterkst voor de textiel- en de metaalsector: respectievelijk -26% en -24% in 2009 ten opzichte van Voor 2 sectoren, de papier- en de textiel-industrie was er zelfs al in 2008 een sterke daling ten opzichte van Door de twee opeenvolgende jaren van daling ligt de productie-index van de papiersctor in 2009 weer onder het niveau van Nadat voor de textielsector de index jarenlang rond de 80% ten opzichte van 1990 schommelde (wellicht te verklaren door de sterke concurrentie vanuit Turkije, China en India), is hij in 2009 verder gedaald tot slechts 59% ten opzichte van het niveau in Aantal werknemers (A) Figuur 5 en Tabel 3 tonen de evolutie van de tewerkstelling in de verschillende industriële subsectoren. In 2005 was 22% van de actieve bevolking in de industrie te werk gesteld (d.w.z. ruim personen). Dit is 4% minder dan in In de meeste subsectoren veranderde het aantal werknemers weinig, maar het daalde wel in alle subsectoren behalve in de chemiesector Enkel de textielsector kende een sterke achteruitgang: in 2008 waren er nog slechts ca personen te werk gesteld in deze sector, ruim 35% minder dan in Hierbij moet vermeld worden dat textiel, leder en kleding zijn gegroepeerd en dat de daling in hoofdzaak te wijten is aan een delocalisering van de kledingsindustrie naar lage loonlanden. december

18 Industrie Achtergronddocument Figuur 5: Procentuele evolutie van het aantal werknemers per industriële subsector (Vlaanderen , 1999=100%) Aantal werknemers (1999 = 100%) Chemie Metaal Voeding Textiel Papier Andere Totaal Bron: RSZ, In Figuur 6 wordt voor het laatste beschikbare jaar de procentuele verdeling van de werknemers over de industriële subsectoren in Vlaanderen weergegeven. Figuur 6: Procentuele verdeling van de werknemers over de verschillende subsectoren in de industrie (Vlaanderen, 2008) 8% 39% Chemie 30% Metaal Voeding Textiel Papier Andere 5% 6% 12% Bron: INR, De metaalsector was in 2008 de grootste industriële werkgever in Vlaanderen ( jobs of 30% van het totaal aantal werknemers in de industrie). De bouwsector, die vervat is in andere industrietakken, kwam met meer dan werknemers of 28% op de tweede 16 december 2010

19 Achtergronddocument Industrie plaats, gevolgd door de voedings- en chemiesector met resp en werknemers of 12% en 8% van het totaal aantal werkzame personen in de industrie. Tabel 3: Aantal werknemers per industriële subsector (Vlaanderen, ) Chemie Metaal Voeding Textiel Papier Andere Totaal Bron: INR, 2010, Regionale rekeningen, , Belgostat 2 Energiegebruik van de industrie (D) Laatst bijgewerkt: december Energiegebruik (D) Inleiding Men kan een onderscheid maken tussen enerzijds het energetisch energiegebruik (gebruik van energiedragers zoals steenkool, aardgas en elektriciteit voor toepassingen zoals proceswarmte en aandrijving) en anderzijds het niet-energetisch energiegebruik (gebruik van energiedragers als grondstof in een productieproces, bv. het gebruik van aardgas voor de productie van ammoniak, het gebruik van cokes als reductans in hoogovens voor staalproductie of het gebruik van ethyleen, door kraking uit aardolie gewonnen, voor de productie van polyethyleen) Verloop Het totale energiegebruik van de industrie in Vlaanderen steeg tussen 1990 en 2009 met 48% (Figuur 7). In 2009 vertegenwoordigde het energiegebruik van de industrie 39% van het totale energiegebruik in Vlaanderen. De stijging is voor bijna 80% te wijten aan de sterke stijging van het niet-energetisch energiegebruik in de chemie (219% in 2009 t.o.v. 1990). Het totale energiegebruik in de chemie steeg met 134% tussen 1990 en Sindsdien bleef het practisch constant, het schommelde in de periode tussen 370 en 424 PJ. In 2009 daalde het totale energieverbruik in de chemie wegens de economische crisis met meer dan 50 PJ ten opzichte van De diverse deelsectoren in Figuur 7 zijn niet zomaar toewijsbaar aan de andere sectoren en worden om deze reden apart gezet. Hun bijdrage tot het totale energiegebruik is alleen niet-energetisch. Ook de niet verder toewijsbare warmte en elektriciteit*** werd in de figuur opgenomen. Voor de overige sectoren is het energiegebruik zuiver energetisch. Het in Figuur 7 weergegeven totale energiegebruik stemt voor deze sectoren overeen met het in Figuur 8 weergegeven energetische energiegebruik. Het totale energiegebruik daalde tussen 1990 en 2009 in de voedings-, textiel- en metaalindustrie (respectievelijk -7%, -53% en -30%), en steeg in de papierindustrie +3%) en in de andere industrieën (+54%). Het totaal energetisch energiegebruik in de industrie lag in % hoger dan in december

20 Industrie Achtergronddocument Figuur 7: Evolutie van het totaal energiegebruik in de industrie per subsector (Vlaanderen, 1990, 1995, ) Totaal energiegebruik, PJ niet verder toew ijsbare w armte en elektriciteit*** diverse deelsectoren** andere * papier textiel voeding metaal chemie * in tegenstelling tot de energiebalans Vlaanderen is hier in de subsector ijzer- en staal (behorende tot de metaalsector) de cokesproductie inbegrepen. ** diverse deelsectoren (uitgezonderd chemie - niet energetisch) *** niet verder toewijsbare warmte en elektriciteit (laagspanning): dit betreft industrieel energiegebruik dat niet verder toewijsbaar is aan de verschillende deelsectoren. Bijgevoegd in afstemming met Energiebalans Vito. Het warmteverbruik (verhandelde warmte) en laagspanningsverbruik kon bij gebrek aan gegevens niet verdeeld worden over de verschillende subsectoren. Het is wel in het totaal van de sector inbegrepen. Bron: VITO; VMM december 2010

21 Achtergronddocument Industrie Figuur 8: Evolutie van het energetisch energiegebruik in de industrie per subsector** (Vlaanderen, 1990, 1995, ) 450,0 400,0 350,0 300,0 250,0 200,0 150,0 100,0 50,0 0,0 Energetisch energiegebruik, PJ * niet verder toew ijsbare w armte en elektriciteit* andere papier textiel voeding metaal chemie * niet verder toewijsbare warmte en elektriciteit (laagspanning): dit betreft industrieel energiegebruik dat niet verder toewijsbaar is aan de verschillende deelsectoren. Bijgevoegd in afstemming met Energiebalans Vito. Het warmteverbruik (verhandelde warmte) en laagspanningsverbruik kon bij gebrek aan gegevens niet verdeeld worden over de verschillende subsectoren. ** Het is wel in het totaal van de sector inbegrepen. In tegenstelling tot de energiebalans Vlaanderen is hier in de subsector ijzer- en staal de geïntegreerde cokesproductie inbegrepen. Bron: VITO; VMM 2010 Uit Figuur 9 blijkt dat het gebruik van vaste brandstoffen en petroleumproducten in % lager ligt dan in Het gebruik van gas en elektriciteit in 2009 ligt resp. 14 en 23% hoger dan Het gebruik van andere brandstoffen, vnl. restbrandstoffen in de chemie, is meer dan verdrievoudigd over de periode 1990 tot Dit is o.a. het gevolg van de ingebruikname van nieuwe kraakinstallaties in het begin van de jaren negentig, waarin grote hoeveelheden restbrandstoffen worden gebruikt. Het verbruik van aangekochte warmte is eveneens gestegen in de loop van de jaren, vnl. door een toename van industriële warmtekrachtcentrales waarvan bedrijven warmte aankopen. In 2009 leverde biomassa 6,4 PJ, d.i. 1,85% van het totale energetische energiegebruik van de industrie, t.o.v. slechts 0,15 PJ in december

22 Industrie Achtergronddocument Figuur 9: Evolutie van het energetisch energiegebruik in de industrie per energiedrager (Vlaanderen, 1990;1995; ) Energetisch energiegebruik, PJ 500,0 400,0 300,0 200,0 100,0 0, Bron: VITO; VMM, biomassa aangekochte warmte elektriciteit andere brandstoffen gassen petroleumproducten vaste brandstoffen Figuur 10 geeft het aandeel van de verschillende subsectoren in het energetisch energiegebruik van de industrie in Warmte en laagspanning zijn niet opgenomen omdat het niet mogelijk is een opsplitsing te maken van het warmtegebruik en de laagspanning over de verschillende subsectoren; ze maken echter samen maar maximaal 5% uit van het totale energetisch energiegebruik, zodat de percentages in Figuur 10 toch een goede schatting zijn. De chemie en de metaalsector zijn de grootste energiegebruikers, samen verantwoordelijk voor 70% van het energetisch energiegebruik van de industrie in Vlaanderen. 20 december 2010

23 Achtergronddocument Industrie Figuur 10: Aandeel van de verschillende subsectoren in het energetisch energiegebruik van de industrie (exclusief warmte en laagspanning) (Vlaanderen, 2009) 13% 4% 11% 2% 44% chemie metaal voeding textiel papier andere 26% Bron: VITO, Doelstellingen Doelstellingen voor energiegebruik- en efficiëntie zijn gekoppeld aan de doelstellingen voor CO 2 -emissies. Meer hierover in hoofdstuk 3 in verband met de emissies van broeikasgassen Maatregelen en evaluatie In uitvoering van het European Climate Change Program keurde de Europese Raad leefmilieu op 13 oktober 2003 de richtlijn met betrekking tot verhandelbare broeikasgas emissierechten (VER-richtlijn) goed. Op 5 juni 2009 werd een gewijzigde VER-richtlijn gepubliceerd, die de emissiehandel voor de derde handelsperiode, lopende van 2013 to 2020, moet coördineren. De nieuwe richtlijn kadert in de "doelstellingen %" van de Europese Unie, waarin de verbintenis is aangegaan om tegen % van de energiebehoeften te dekken met hernieuwbare energiebronnen, de energie-efficiëntie met 20% te doen toenemen en de uitstoot van broeikasgassen met 20% te verminderen ten opzichte van het referentiejaar Het decreet tot het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen in het Vlaamse gewest (REG-decreet) creëerde het kader voor het Vlaamse CO 2 -reductiebeleid o.a. door het bevorderen van rationeel energiegebruik, het gebruik van hernieuwbare energiebronnen en het toepassen van flexible mechanismen. Verder zorgde het decreet voor de wettelijke basis van het systeem van de verhandelbare emissierechten in Vlaanderen. De concrete juridische implementatie hiervan gebeurt door het besluit inzake de verhandelbare emissierechten voor broeikasgassen en tot wijziging van Vlarem I en II (goedgekeurd op 04/02/2005) of kortweg VER-besluit. Dit besluit bepaalt o.a. de timing en procedure voor het Vlaamse toewijzingsplan en de procedure voor toewijzing, verlenging en inlevering van emissierechten. Het Vlaamse toewijzingsplan CO 2 -emissierechten , goedgekeurd op 18/02/05, bevatte een lijst van 170 bedrijven en de aan hen toegewezen emissiesrechten. De december

24 Industrie Achtergronddocument toekenning gebeurde op basis van het Benchmarkingconvenant, dat reeds van start ging in november 2002 (zie kader). Het Vlaamse toewijzingsplan CO 2 -emissierechten werd op 16/05/08 definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering. Bepaalde verbrandingsinstallaties die niet onder het toepassingsgebied van de VER-richtlijn vielen in de handelsperiode , zijn nu wel opgenomen in het nieuwe plan, zodat in totaal 173 bedrijven emissierechten toegewezen kregen. De geverifieerde CO 2 -emissies van de 177 Vlaamse bedrijfsvestigingen in het Europese emissiehandelssysteem bedroegen in ,0 Mton CO 2. Dit is 3,3 Mton CO 2 of 8,6% lager dan de uitstoot van 38,3 Mton in 2005 voor deze groep bedrijven bij de start van het emissiehandelssysteem. In 2008 werden er slechts voor 33,7 Mton CO 2 emissierechten gratis toegewezen, 3,6% minder dan de effectieve uitstoot. Dit draagt positief bij tot de totstandkoming van een Europese CO2-marktprijs en geeft een aanzet tot meer energieefficiënte investeringen (persbericht minister Hilde Crevits, 3 april 2009). Het VER-besluit en het toewijzingsplan doen tevens beroep op het Vlaams besluit inzake energieplanning voor ingedeelde energie-intensieve inrichtingen van 14 mei Dit besluit stelt dat voor een nieuwe inrichting of een verandering aan een inrichting met een jaarlijks energiegebruik hoger dan 0,1 PJ een energiestudie betreffende het rationele energiegebruik dient te gebeuren. In de studie dient de exploitant aan te tonen dat de inrichting de meest energie-efficiënte is die tevens economisch haalbaar is. Voor bestaande inrichtingen met een jaarlijks energiegebruik hoger dan 0,5 PJ diende de exploitant een energieplan op te stellen voor 1 januari Hij was verder verplicht om de maatregelen uit het plan voor 30 oktober 2007 uit te voeren. Benchmarkingconvenant Het instrument benchmarkingconvenant werd definitief goedgekeurd door de Vlaamse regering op 29 november 2002 en is bedoeld voor bedrijven met een zeer hoog energiegebruik (jaarlijks energiegebruik minstens 0,5 PJ ) en ondernemingen uit alle sectoren die onder de EU-richtlijn over verhandelbare emissierechten vallen. De toegetreden bedrijven vertegenwoordigen meer dan 80% van het industriële energiegebruik in Vlaanderen. (Ook raffinaderijen en cokesfabrieken, die onder de transformatiesector vallen, behoren tot de 178 vestigingen). Het convenant is een vrijwillig akkoord tussen de Vlaamse overheid de bedrijven en heeft als doel om de energie-efficiëntie van de deelnemende industriële productiebedrijven naar wereldtop -niveau te brengen tegen Hiervoor vertrok men van een onderzoek waarin de processen van de deelnemende bedrijven vergeleken werden met de beste in de wereld. Op basis van deze vergelijking werkten de bedrijven een energieplan uit dat vastlegt via welke maatregelen zij de wereldtop op vlak van efficiëntie zullen bereiken. Uit deze energieplannen blijkt dat de Vlaamse industrie op energie-efficiëntiegebied gemiddeld al tot de wereldtop behoort. Tevens blijkt dat de Vlaamse vestigingen zich nog steeds verbeteren. De rendabele maatregelen (maatregelen met een interne rentevoet van min. 15%) uit dit energieplan moesten uiterlijk in 2005 toegepast zijn. De minder rendabele maatregelen (maatregelen met een interne rentevoet van min. 6%) dienden tegen 2008 genomen te worden. Als een bedrijf hierdoor de wereldtop nog niet bereikt heeft, dan dienen alle resterende (niet rendabele) maatregelen genomen te worden om ten laatste tegen 2012 ofwel de wereldtop te bereiken ofwel een aanvaardbare benadering te hebben gerealiseerd met een gelijkwaardig resultaat op het gebied van energie-efficiëntie. Voorbeelden hiervan zijn het inzetten van flexible instrumenten zoals emissiehandel binnen het wettelijke kader. De Vlaamse overheid garandeert als tegenprestatie geen andere verplichtingen op te leggen op gebied van REG of CO 2 -reductie, zoals een energie- of CO 2 -taks. Het is onduidelijk of dit haalbaar is, vermits het al dan niet opleggen van een CO 2 -taks of een emissieplafond, federale en Europese bevoegdheden zijn, terwijl de convenanten door het Vlaams Gewest werden afgesloten. De globale Energie-Efficiëntie Index (EEI) is de maatstaf voor de prestaties van de convenantbedrijven. De EEI wordt bepaald als de verhouding tussen het energieverbruik van het beschouwde jaar en het energieverbruik om de productie van het betreffende jaar te 22 december 2010

25 Achtergronddocument Industrie maken met het specifiek energieverbruik van het start- of referentiejaar, dus De verschillende specifieke verbruiksgegevens (bvb GJ/ton, GJ/m³, GJ/m², GJ/hl, ) moeten hiervoor per proces (jaar 2002) met een productiehoeveelheid van het beschouwde jaar (bv 2008) vermenigvuldigd worden. In 2007 was de EEI gedaald tot 94,66% ten opzichte van het referentiejaar In 2008 steeg de index, voor het eerst in de looptijd van het convenant, weer tot 96,21. De voornaamste oorzaak is de economische crisis die zich vanaf het laatste kwartaal van 2008 gemanifesteerd heeft. Dalende productievolumes leiden onvermijdelijk tot een verlaagde energie-efficiëntie. De deelnemende bedrijven behielden in 2008 een voorsprong op de wereldtop, zij het fel geslonken was ten opzichte van Het auditconvenant, toepasselijk voor middelgrote energie-intensieve vestigingen met een energieverbruik vanaf 0,1 PJ en minder dan 0,5 PJ per jaar, werd door de Vlaamse Regering in 2004 goedgekeurd. Ondernemingen die dit convenant ondertekenen, verbinden er zich toe een audit voor de bepaling van hun energiebesparingspotentieel te laten uitvoeren en al de energiebesparende maatregelen, met een maximale terugverdientijd die in het convenant is vastgelegd, effectief uit te voeren. Bedrijven die het convenant ondertekenen, zullen kunnen rekenen op een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van eventuele CO 2 - of energietaksen, indien de wettelijke context dit toelaat. Geïnteresseerde bedrijven konden tot 10 december 2005 toetreden. 228 bedrijven deden dit, waarmee drie kwart van de doelgroep bereikt was. Binnen het jaar na toetreden dienden deze bedrijven een Energieplan voor te leggen aan het verificatiebureau dat ook het benchmarking convenant opvolgt. Na goedkeuring door het verificatiebureau bleef het Energieplan geldig tot 10 december In totaal gaven 221 bedrijven met een aanvaard energieplan, voor 2005, het referentiejaar voor het Auditconvenant, een primair energiegebruik op van 43,2 PJ. In het jaarverslag wordt het CO 2 -reductiepotentieel van het auditconvenant door het realiseren van geplande maatregelen tegen 2013 geschat op 180 kton CO 2 ten opzichte van In 2007 bedroegen de reële CO 2 emissies 3,8% meer dan in 2005, het gevolg van de verhoging van het productievolume in de aangesloten bedrijven tussen in deze periode. Indien de emissiedata worden vergeleken bij gelijkblijvende productieniveau s (BAU-scenario, Business As Usual), kan een CO 2 -vermijding van 143 kton CO 2 in 2007 ten opzichte van 2005 worden vastgesteld. In 2008 was de CO 2 -vermijding terug gedaald naar slechts 77 kton CO 2 ten opzichte van Voor het beoordelen van het primaire energieverbruik van de aangesloten bedrijven (217 in 2008) werd ook een vergelijking met een BAU-scenario uitgewerkt. Er werd een Energie Prestatie Index (EPI) bepaald die ten opzichte van het referentiejaar 2005 de stijging of daling van het specifieke verbruik weerspiegelt. In het referentiejaar 2005 bedraagt de EPI 100, voor 2007 was deze gedaald tot 96,16. De resultaten voor het jaar 2008 tonen aan dat de EPI weer was gestegen tot 96,63. Net zoals bij de stijging van de Energie-Efficiëntie Index van het Benchmarkingconvenant is dit te wijten aan de economische crisis die de kop opstak in de tweede helft van Het besluit inzake energieplanning omvat de volledige doelgroep van de convenanten en is een stok achter de deur voor bedrijven die niet willen meewerken aan de vrijwillige convenanten. Convenantvestigingen die de regels van het convenant volgen, voldoen automatisch aan het besluit onder licht gewijzigde voorwaarden. REG verplichting netbeheerders: de elektriciteitsnetbeheerders waren door een Uitvoeringsbesluit op het Vlaams Elektriciteitsdecreet sinds 2003 verplicht jaarlijks 1 % te besparen op het primair energiegebruik (dit komt overeen met 0,4 % van het elektriciteitsgebruik) van hun aangeslotenen. Daartoe ondernemen zij diverse acties voor een rationeler energiegebruik, o.m. in de sector industrie, zoals bv. subsidiëren van bepaalde energiebesparende investeringen. Vanaf 2007 werd dit besparingspercentage verhoogd naar 2% bij huishoudelijke afnemers en naar 1,5% bij de niet-huishoudelijke afnemers. Uit de gegevens van de netbeheerders bleek dat deze nieuwe doelstellingen gemakkelijk gehaald zouden worden. Daarom zullen op korte termijn nieuwe doelstellingen worden voorbereid. december

26 Industrie Achtergronddocument Het Vlaamse klimaatbeleidsplan voorziet in een gemiddeld reductiepotentieel van kton CO2-eq voor de periode als gevolg van de hierboven besproken maatregelen. 3 Emissie van broeikasgassen door de industrie (D) Laatst bijgewerkt: december Emissie van broeikasgassen (D) Inleiding De hier beschouwde broeikasgassen zijn CO 2, CH 4, N 2 O en F-gassen. F-gassen omvatten de HFK s (fluorkoolwaterstoffen), PFK s (polyfluorkoolwaterstoffen) en SF 6 (zwavelhexafluoride). Zoals reeds vermeld onder 2.1., worden energiedragers ook deels gebruikt voor niet-energetische doeleinden, voornamelijk als grondstof voor bepaalde processen in de chemische industrie (> 92%). Ook andere subsectoren binnen en buiten de industrie gebruiken energiedragers voor niet-energetische doeleinden, bijvoorbeeld als smeermiddel. Ook bij niet-energetisch gebruik van energiedragers komt uiteindelijk een deel van de koolstof als CO 2 -emissie vrij. Deze CO 2 -emissies zijn inbegrepen in de totaalcijfers in Figuur 13, Figuur 14 en Tabel 5. Ook uit bepaalde industriële processen komt CO 2 vrij. Zo wordt bijvoorbeeld ruwijzer uit een hoogoven in een staalfabriek omgezet tot staal. Een eerste stap is hierin de overmaat koolstof te verminderen en de onzuiverheden in het ruwijzer te verbranden. Hierdoor wordt de aanwezige koolstof geoxideerd tot CO 2. Om de effecten van de bovenvernoemde broeikasgassen met elkaar te kunnen vergelijken, worden hun emissies uitgedrukt in ton CO 2 -equivalenten op basis van hun GWP (Global Warming Potential), dit is de mate waarin een gas bijdraagt tot het broeikaseffect (Tabel 4) Verloop Tabel 4: Overzicht van GWP van de beschouwde broeikasgassen Gas GWP CO 2 1 CH 4 21 N 2 O 310 HFK s PFK s SF De broeikasgasemissies van de industrie daalden tussen 1990 en 2009 met 27,6% (Figuur 11), terwijl de totale broeikasgasuitstoot in Vlaanderen daalde met 10,0%. Waar van 1990 tot 2004 de emissies van F-gassen afnemen, maar de emissies van CO 2 nog verder toenemen, dalen na 2004 elk jaar de emissies van de broeikasgassen tengevolge van de daling van de N 2 O-emissies en CO 2 -emissies (vooral in de chemie, en voor het crisisjaar 2009 ook door de daling van de CO 2 -uitstoot van de metaalindustrie). 24 december 2010

27 Achtergronddocument Industrie Figuur 11: Evolutie van de broeikasgasemissies van de industrie vergeleken met de totale emissies van alle sectoren (Vlaanderen, ), (emissies relatief t.o.v. 1990) Broeikasgasemissies (1990=100) 115,0 110,0 105,0 100,0 95,0 90,0 85,0 80,0 75,0 70, Bron: VMM;VITO; Econotec Broeikasgasemissies Vlaanderen Broeikasgasemissies industrie Broeikasgasemissies energetische CO2-emissie industrie Het aandeel van de industrie in de totale broeikasgasemissie in Vlaanderen is in de periode afgenomen van 27,9% tot 22,5% (Figuur 12). Figuur 12 geeft eveneens het verloop van de energetische CO 2 -emissie van de industrie weer. Het aandeel van de industriële energetische CO 2 -emissies steeg licht tussen 1990 en 2000, en bleef ongeveer constant tot Sindsdien zette zich een trage daling in. Het aandeel van de procesmatige en niet-energetische CO 2 -emissies bedroeg tussen 1995 en 2001 onveranderd ca. 2%, maar steeg daarna gestaag tot 4,4% in 2005, waarna het weer afnam tot 3,3% in Figuur 12: Evolutie van het aandeel van de industrie in de broeikasgasemissies in Vlaanderen ( ) Aandeel van de industrie, % Energetische CO2-emissies industrie Bron: VMM; VITO; Econotec, Procesemissies CO2 + niet energetische CO2-emissies industrie Totale industriële broeikasgasemissies december

emissie broeikasgassen

emissie broeikasgassen Eco-efficiëntie van de industrie D index (=1) 12 11 1 9 8 7 6 5 21 22 23 24 26 27 26 bruto toegevoegde waarde totaal energiegebruik emissie fijn stof (M 2,5 ) emissie broeikasgassen emissie ozonprecursoren

Nadere informatie

Integrale Milieuanalyse Vlaamse Voedingsnijverheid 2017

Integrale Milieuanalyse Vlaamse Voedingsnijverheid 2017 Integrale Milieuanalyse Vlaamse Voedingsnijverheid 2017 Afsluiting Doelgroepprogramma Vlaamse voedingsnijverheid (2011-2016) en Voorstelling IMA voeding 2017 28 maart 2017 Inleiding IMA Voeding 2017 is

Nadere informatie

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten

Monitoring 2008. Rapportering definitieve resultaten Monitoring 2008 Rapportering definitieve resultaten februari 2010 Voorwoord Zoals afgesproken tijdens de Auditcommissie van 29 september 2009 heeft het Verificatiebureau een aanvullend rapport voor de

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

MIRA 2011 ENERGIE. Energiegebruik per sector. www.milieurapport.be

MIRA 2011 ENERGIE. Energiegebruik per sector. www.milieurapport.be Energiegebruik per sector P index energiegebruik (=1) 13 125 12 115 11 15 1 95 9 handel & diensten industrie (niet-energetisch) huishoudens bruto binnenlands energiegebruik landbouw transport energiesector

Nadere informatie

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd

Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd Persmededeling JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Dinsdag 13 november 2012 Vlaamse bedrijven produceren minder afval en sorteren voortaan ook pmd Vlaams minister van Leefmilieu

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIEN EN ENERGIE EN DE VLAAMSE MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: -

Nadere informatie

Curaçao Carbon Footprint 2015

Curaçao Carbon Footprint 2015 Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2015-02-17 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie Broos herstel in 2013 na krimp in 2012 in Brussel en Wallonië; verdere groeivertraging in 2013 in

Nadere informatie

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN PERIODE : JUNI 2007 MEI 2008

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN PERIODE : JUNI 2007 MEI 2008 JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN PERIODE : JUNI 2007 MEI 2008 JUNI 2008 Voorwoord Dit document is de jaarlijkse verslaggeving van de Auditcommissie Vlaanderen aan de bevoegde Minister, zoals bedoeld

Nadere informatie

De behaalde resultaten in de Belgische voedingsindustrie. Energieeffizienz in der belgischen Industrie BRÜSSEL, 12. MAI 2009

De behaalde resultaten in de Belgische voedingsindustrie. Energieeffizienz in der belgischen Industrie BRÜSSEL, 12. MAI 2009 De behaalde resultaten in de Belgische voedingsindustrie Energieeffizienz in der belgischen Industrie BRÜSSEL, 12. MAI 2009 FEVIA 450 leden-bedrijven + 26 ledengroepering 25 medewerkers Drie actie-domeinen

Nadere informatie

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2

1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 ANNEX 4 MACRO-ECONOMISCHE ONDERBOUWING VAN HET BAU-SCENARIO Auteur: J. Duerinck INHOUD 1 Toegevoegde waarde in het BAU-scenario 2 1.1 Analyse trendmatige evoluties toegevoegde waarde 2 1.2 Methode voor

Nadere informatie

Infoblad Energieplanning

Infoblad Energieplanning Infoblad Energieplanning Waarover gaat het? Bedrijven met een groot energieverbruik worden van overheidswege verplicht maatregelen te nemen om rationeel om te gaan met energie en dit te rapporteren aan

Nadere informatie

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN. Periode JUNI 2006 JUNI 2007

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN. Periode JUNI 2006 JUNI 2007 JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE VLAANDEREN Periode JUNI 2006 JUNI 2007 Juni 2007 Inhoudstafel UITVOERING VAN HET CONVENANT...3 1 Toetredingen - uittredingen...3 2 Aanvaarding energiedeskundigen...3 3 Beoordeling

Nadere informatie

Energiegebruik in Vlaanderen

Energiegebruik in Vlaanderen 21 2.3 ENERGIE Energiegebruik in Vlaanderen P energiegebruik (PJ) 1 8 energiesector 1 6 niet toewijsbaar aan 1 sector handel & diensten transport landbouw industrie (energetisch) industrie (niet-energetisch)

Nadere informatie

Energiestromen in Vlaanderen

Energiestromen in Vlaanderen Energiestromen in Vlaanderen kolen 142 PJ 7 % internationale bunkers 443,4 PJ 22 % olie 1 14 PJ 54 % gas 421 PJ 2 % nucleaire warmte 246 PJ 12 % primair energiegebruik 2 55,5 PJ 1 % bruto binnenlands energiegebruik

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2007

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2007 Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen Jaarverslag 2007 Goedgekeurd door de Commissie Benchmarking op 02 12 2008 Roderveldlaan 5/1, B-2600 Berchem Tel. 03 286 74 30 Fax. 03

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0170 TOELICHTING 17 ART. 6.4 VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE MAATREGELEN 1. Inleiding Art. 6.4 van het benchmarkingconvenant biedt de mogelijkheid

Nadere informatie

Energie- en emissie-intensiteit van economische activiteiten in België

Energie- en emissie-intensiteit van economische activiteiten in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa Workshop 13 september 2012 Energie- en emissie-intensiteit van economische activiteiten in België Lies Janssen Federaal Planbureau Milieurekeningen:

Nadere informatie

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest

Economie. 1 Kempense economie presteert in de Vlaamse middenmoot Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Economie Samenvatting 14,75 miljard euro aan waardecreatie (BBP) BBP per inwoner net boven Vlaamse

Nadere informatie

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden

BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden BIJLAGE Samenvatting klimaatbeleid industrie buurlanden 1 2 INLEIDING Deze nota bevat een synthese van maatregelen uit het klimaatbeleid ten aanzien van de industrie in onze buurlanden. Maatregelen naar

Nadere informatie

MIRA 2012 Transport. www.milieurapport.be. Eco-efficiëntie van het personenvervoer

MIRA 2012 Transport. www.milieurapport.be. Eco-efficiëntie van het personenvervoer Eco-efficiëntie van het personenvervoer DP index (2000=) 110 70 personenkilometers bevolkingsaantal emissie broeikasgassen verzurende emissie emissie ozonprecursoren emissie fijn stof PM 2,5 (uitlaat)

Nadere informatie

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK

HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK HERNIEUWBARE ENERGIE, VERVOER EN SPECIFIEK VERBRUIK VAN DE TERTIAIRE SECTOR IN BRUSSEL UITGEVOERD OP VERZOEK VAN HET BIM, DE ADMINISTRATIE VAN ENERGIE EN LEEFMILIEU VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST,

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken 1 Structurele ondernemingsstatistieken - Analyse Structurele ondernemingsstatistieken Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2012 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele

Nadere informatie

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté

Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Luchtkwaliteit en lozingen in de lucht in het Vlaamse Gewest Koen Toté Overzicht presentatie Waarom luchtmetingen in Vlaanderen? Evolutie van de laatste decennia Toetsen van de luchtkwaliteit aan de heersende

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0171 TOELICHTING 17 ART. 6.4 VAN HET BENCHMARKINGCONVENANT HET GEBRUIK VAN ALTERNATIEVE MAATREGELEN & EINDAFREKENING BENCHMARKINGCONVENANT 1. Inleiding Art. 6.4 van

Nadere informatie

Voortgang Emissiehandel 2016

Voortgang Emissiehandel 2016 Voortgang Emissiehandel 2016 Feiten en cijfers over emissiehandel in Nederland 2 Samenvatting Nederlandse CO 2 -uitstoot in 2015 gestegen In 2015 is de totale Nederlandse CO 2 -uitstoot ten opzichte van

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

21.05.2008 Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN. Conjunctuurindicatoren

21.05.2008 Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN. Conjunctuurindicatoren 21.05.2008 Nr 3206 I. ECONOMIE EN FINANCIEN Conjunctuurindicatoren Kalender voor het uitbrengen van de indicatoren... 5 Afzetprijsindexen (basis 2000 = 100) September tot oktober 2007... 6 Indexen van

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Broeikasgasemissies in Nederland,

Broeikasgasemissies in Nederland, Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

Strategie en bijzonderheden op het vlak van energie in het Vlaamse Gewest. Milieuvriendelijk investeren brengt u geld op

Strategie en bijzonderheden op het vlak van energie in het Vlaamse Gewest. Milieuvriendelijk investeren brengt u geld op Strategie en bijzonderheden op het vlak van energie in het Vlaamse Gewest Milieuvriendelijk investeren brengt u geld op Jan Vereecke Vlaams Energieagentschap Energiecongres 2007 Assises de l énergie -

Nadere informatie

MIRA 2012 Klimaatverandering

MIRA 2012 Klimaatverandering Totale emissie van broeikasgassen P emissie (Mton CO 2 -eq) 9 8 7 6 5 15 % 4 3 2 1 25 26 27 28 29 211* 212 213 214 215 216 217 218 219 22 CO 2 ETS CO 2 niet-ets CH 4 (niet-ets) N 2 O (niet-ets) F-gassen

Nadere informatie

CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers

CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers Nederlandse Emissieautoriteit Koningskade 4 Postbus 91503 2509 EC Den Haag www.emissieautoriteit.nl CO 2 -emissiegegevens 2008-2012: feiten en cijfers Voorwoord Voor u ligt het rapport CO 2-emissiegegevens

Nadere informatie

Milieubarometer 2010-2011

Milieubarometer 2010-2011 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N005 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2010-2011 Datum : 6 januari 2012 Milieubarometer 2010-2011 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Titel: Subtitel: Een win-win situatie Vlaamse Kyoto-doelstelling komt

Nadere informatie

Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie

Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie Verslag over de juridische aspecten van energie-efficiëntie in de textielindustrie Overzicht van legale aspecten betreffende energie-efficiëntie in Vlaanderen die van belang zijn voor de textielindustrie

Nadere informatie

Voortgang Emissiehandel 2015

Voortgang Emissiehandel 2015 Voortgang Emissiehandel 2015 Feiten en cijfers over emissiehandel in Nederland 2 Samenvatting CO 2 -uitstoot Nederlandse ETS-bedrijven licht gestegen De totale CO 2 -uitstoot van Nederland is in de afgelopen

Nadere informatie

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Methodologische fiche INDICATOR: GLOBALE ENERGIE-INTENSITEIT VAN HET BRUSSELS GEWEST THEMA: ENERGIE EN KLIMAATVERANDERINGEN 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Vraag achter de indicator:

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2004. Evaluatieverslag 2002-2004

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Jaarverslag 2004. Evaluatieverslag 2002-2004 Commissie Benchmarking Vlaanderen Jaarverslag 2004 Evaluatieverslag 2002-2004 2 3 Inhoudstafel Voorwoord... 5 Samenvatting... 6 Deel 1 Jaarverslag 2004... 9 1.1 Het benchmarkingconvenant... 9 1.1.1 Procedure

Nadere informatie

Facts & Figures 2012»

Facts & Figures 2012» Facts & Figures 2012» Feiten en cijfers over de chemische industrie in Nederland - 2012 Nederland heeft een gunstig vestigingsklimaat voor de chemische industrie, omdat hiervoor de juiste randvoorwaarden

Nadere informatie

MIRA 2012 Energie. Energiegebruik per sector

MIRA 2012 Energie.  Energiegebruik per sector MIRA 212 Energie Energiegebruik per sector P energiegebruik (PJ) 1 8 1 6 1 4 1 2 1 8 6 4 2 energiesector niet toewijsbaar aan 1 sector handel & diensten transport landbouw industrie (energetisch) industrie

Nadere informatie

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen

Energieverbruik gemeentelijke gebouwen MILIEUBAROMETER: INDICATORENFICHE ENERGIE 1/2 Samenwerkingsovereenkomst 2008-2013 Milieubarometer: Energieverbruik gemeentelijke gebouwen Indicatorgegevens Naam Definitie Meeteenheid Energieverbruik gemeentelijke

Nadere informatie

Emissielekken in België

Emissielekken in België Milieu-economische analyses voor België, de Gewesten en Europa 13 september 2012 Emissielekken in België Guy Vandille Federaal Planbureau Wat is een emissielek? Emissielek = verschil tussen : emissies

Nadere informatie

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Methodologische fiche INDICATOR: GEWESTELIJK ENERGIEVERBRUIK THEMA: ENERGIE EN KLIMAATVERANDERINGEN 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Vragen achter de indicator: Wat is het totaal

Nadere informatie

Ronde Tafel in kader van voorbereiding Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020. Doelgroep: niet-ver industrie

Ronde Tafel in kader van voorbereiding Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020. Doelgroep: niet-ver industrie Ronde Tafel in kader van voorbereiding Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 Doelgroep: niet-ver industrie Beknopt overzicht van bestaande energiemaatregelen 8 mei 2012 Inhoud 0,1PJ 0,5PJ Auditconvenant

Nadere informatie

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector

Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord

Nadere informatie

Structurele ondernemingsstatistieken

Structurele ondernemingsstatistieken Structurele ondernemingsstatistieken 1 Een beeld van de structuur van de Belgische economie in 2016 en de mogelijkheden van deze databron De jaarlijkse structurele ondernemingsstatistieken beschrijven

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

De regionale impact van de economische crisis

De regionale impact van de economische crisis De regionale impact van de economische crisis Damiaan Persyn Vives Beleidspaper 11 Juli 2009 VIVES Naamsestraat 61 bus 3510 3000 Leuven - Belgium Tel: +32 16 32 42 22 www.econ.kuleuven.be/vives De regionale

Nadere informatie

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING

LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING INHOUD Voorwoord 13 Inleiding 15 Indeling van milieuproblemen 19 Indeling van dit boek 19 Inleiding tot de Vlaamse milieuwetgeving voor bedrijven 19 Deel 1. LUCHTVERONTREINIGING EN -ZUIVERING 21 1. Inleiding

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2014

Sectoranalyse Horeca 2014 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2014 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen Omzet en investeringen 2014 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca

Nadere informatie

Fysieke energiestroom rekeningen

Fysieke energiestroom rekeningen Wetenschappelijk Comité van het INR 26 september 2017 Fysieke energiestroom rekeningen 2014-2015 Vincent Vandernoot Federaal Planbureau Inleiding Wat? Energie-aanbod en -gebruik binnen de economie en stromen

Nadere informatie

Aanbod en verbruik van elektriciteit,

Aanbod en verbruik van elektriciteit, Indicator 14 november 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2016 bedroeg het totale

Nadere informatie

Milieubarometer 2009-2010

Milieubarometer 2009-2010 NOTITIE Nr. : A.2007.5221.01.N004 Versie : definitief Project : DGMR Duurzaam Betreft : Milieubarometer 2009-2010 Datum : 26 juli 2011 Milieubarometer 2009-2010 Inleiding De milieubarometer is een instrument,

Nadere informatie

Milieujaarverslag 201 van DAF Trucks N.V.

Milieujaarverslag 201 van DAF Trucks N.V. Milieujaarverslag 201 van DAF Trucks N.V. DAF Trucks N.V. blijft continu stappen voorwaarts zetten die leiden tot een verdere vermindering van de milieubelasting als gevolg van haar activiteiten en haar

Nadere informatie

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht Cel Externe Communicatie Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T. 02-2773408 GSM 0473-916424 Persbericht Datum: 26 november 2007 Betreft: Bijna 200 indicatoren geven

Nadere informatie

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052

Tabellenbijlage. Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052 Tabellenbijlage Michiel Hekkenberg (ECN) Martijn Verdonk (PBL) (projectcoördinatie) Oktober 2014 ECN-O--14-052 Verantwoording Dit rapport is de tabellenbijlage bij de Nationale Energieverkenning 2014 verschenen

Nadere informatie

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE AAN DE VLAAMSE OVERHEID WERKJAAR 2005-2006

JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE AAN DE VLAAMSE OVERHEID WERKJAAR 2005-2006 JAARVERSLAG AUDITCOMMISSIE AAN DE VLAAMSE OVERHEID WERKJAAR 2005-2006 JUNI 2006 INHOUDSTAFEL 1. BESLUITEN DOOR DE COMMISSIE GENOMEN 3 2. UITVOERING AUDITCONVENANT STAND VAN ZAKEN 5 2.1 Toetreding tot het

Nadere informatie

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER

VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER CO 2 VOETAFDRUK 2011 SHANKS NEDERLAND BV VOETAFDRUK CONFORM DE CO 2 PRESTATIELADDER R A P P O R T S N L _ C O 2 _ 2 0 1 1 D. D. 2 0 A P R I L 2 0 1 2 INHOUD INLEIDING...1 CO 2 VOETAFDRUK 2010 SHANKS NEDERLAND

Nadere informatie

Energie: inleiding en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Energie: inleiding en beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 11 augustus 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Energiedragers De economie

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen

Commissie Benchmarking Vlaanderen Commissie Benchmarking Vlaanderen 023-0180 TOELICHTING 18 OMGAAN MET ECONOMISCHE CRISIS Interpretatie van het convenant en de toelichtingen in het kader van de economische crisis In de huidige economische

Nadere informatie

MILIEURAPPORT VLAANDEREN INDICATORRAPPORT 2010

MILIEURAPPORT VLAANDEREN INDICATORRAPPORT 2010 MILIEURAPPORT VLAANDEREN INDICATORRAPPORT 21 STUURGROEP DIENST MIRA, VMM Voorzitter: Rudi Verheyen (UA) Myriam Bossuyt Johan Brouwers Caroline De Geest Nathalie Dewolf Soetkin Maene Saskia Opdebeeck Stijn

Nadere informatie

MIRA 2012 Landbouw. Eco-efficiëntie van de landbouw

MIRA 2012 Landbouw.   Eco-efficiëntie van de landbouw MIRA 212 Landbouw Eco-efficiëntie van de landbouw DP index (=1) 11 1 9 8 7 6 5 4 productiewaarde* energiegebruik emissie broeikasgassen emissie fijn stof (PM 2,5 ) P-belasting oppervlaktewater verzurende

Nadere informatie

DUURZAAMHEIDSJAARVERSLAG 2014 DAF TRUCKS N.V.

DUURZAAMHEIDSJAARVERSLAG 2014 DAF TRUCKS N.V. DUURZAAMHEIDSJAARVERSLAG 2014 DAF TRUCKS N.V. DRIVEN BY QUALITY Voorwoord Dit verslag is het Duurzaamheidsjaarverslag van DAF Trucks N.V. betreffende het jaar 2014. De scope van het Duurzaamheidsverslag

Nadere informatie

Ecologische Duurzaamheid

Ecologische Duurzaamheid Ecologische Duurzaamheid GRI-data De scope van de gerapporteerde milieu-indicatoren is in de meeste gevallen beperkt tot de relevante O&O- en productievestigingen te Beerse, en Olen. De voetafdruk van

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013

Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Evolutie van het arbeidsongevallenrisico in de privésector in België tussen 1985 en 2013 Verschillende factoren bepalen het aantal arbeidsongevallen. Sommige van die factoren zijn meetbaar. Denken we daarbij

Nadere informatie

Instituut voor de nationale rekeningen

Instituut voor de nationale rekeningen Instituut voor de nationale rekeningen 2014-01-31 Links: Publicatie BelgoStat Online Algemene informatie 2011-2012: Economische terugval in 2012 verschilt per gewest Het Instituut voor de nationale rekeningen

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening

Rol energiedragers binnen de Nederlandse energievoorziening Indicator 12 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Energie speelt een cruciale

Nadere informatie

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers

F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4 bijlage 4; Feiten en cijfers F.4.1 Inleiding Deze bijlage geeft een toelichting bij de productie en verwerking van het Nederlands afval sinds 1985 plus een inschatting hiervan tijdens de komende planperiode.

Nadere informatie

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken

nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS Waarborgregeling - Stand van zaken SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 241 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 13 januari 2017 aan PHILIPPE MUYTERS VLAAMS MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, INNOVATIE EN SPORT Waarborgregeling - Stand van zaken De Waarborgregeling

Nadere informatie

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe

CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe 1 CO2-uitstoot hoofdsectoren 1.1 Inleiding In deze rapportage wordt de CO2-uitstoot van uw gemeente weergegeven, voorzover de daarvoor benodigde gegevens beschikbaar zijn.

Nadere informatie

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid Rondetafel Klimaat, 20/06/2016 Departement Landbouw en Visserij Inhoud (1) Waar wil Europa naartoe? (2) Waar staat Vlaanderen? Landbouw en visserij?

Nadere informatie

Maakeconomie in Limburg

Maakeconomie in Limburg Sectoranalyse Maakeconomie in Limburg Augustus 2018 C r e a t i e v e E c o n o m i e i n L i m b u r g P a g i n a 1 46 INHOUDSOPGAVE 1. Definitie 3 2. Bedrijven in de Maakeconomie (Vestigingen met personeel)

Nadere informatie

De milieudruk overeenstemmend met de twee nieuwe drukindicatoren humane toxiciteit en ecotoxiciteit nam aanzienlijk af tussen 1995 en 2006.

De milieudruk overeenstemmend met de twee nieuwe drukindicatoren humane toxiciteit en ecotoxiciteit nam aanzienlijk af tussen 1995 en 2006. Hoofdlijnen De industrie levert een belangrijke bijdrage tot de milieudruk in Vlaanderen, maar deed reeds heel wat inspanningen om haar eco-efficiëntie te verbeteren. In de periode 1995-26 steeg de industriële

Nadere informatie

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse.

Ondernemingen. 1 Meer oprichtingen dan stopzettingen. Kempen Provincie Antwerpen Vlaams Gewest. Streekpact Cijferanalyse. Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 30 september 2013 Contactpersoon: Severine Appelmans Ondernemingen Samenvatting Aantal BTW-plichtige ondernemingen blijft stijgen (periode 2003-2013)

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

Economie. De conjunctuur

Economie. De conjunctuur Economie De conjunctuur De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie biedt onpartijdige statistische informatie. De informatie wordt conform de wet verspreid, meer bepaald voor wat betreft

Nadere informatie

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994

Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Paper Revisie energiebalans 1990 tot en met 1994 Oktober 2016 CBS 2014 Scientific Paper 1 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Revisie per energiedrager 3 2.1 Kolen en kolenproducten 4 2.2 Olie 4 2.3 Aardgas 6 2.4

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR

Nadere informatie

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Eindrapport Evaluatie benchmarkingconvenant

Commissie Benchmarking Vlaanderen. Eindrapport Evaluatie benchmarkingconvenant Commissie Benchmarking Vlaanderen Eindrapport Evaluatie benchmarkingconvenant December 2008 Roderveldlaan 5/1, B-2600 Berchem Tel. 03 286 74 30 Fax. 03 286 74 39 info@benchmarking.be www.benchmarking.be

Nadere informatie

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Methodologische fiche INDICATOR: ENERGIE-INTENSITEIT VAN DE HUISVESTING THEMA: ENERGIE EN KLIMAATVERANDERINGEN 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Vraag achter de indicator: Hoe evolueert

Nadere informatie

MIRA-T 2008 Milieurapport Vlaanderen Indicatorrapport

MIRA-T 2008 Milieurapport Vlaanderen Indicatorrapport MIRA-T 28 Milieurapport Vlaanderen Indicatorrapport Stuurgroep Voorzitter: Rudi Verheyen (UA) Secretaris: Philippe D Hondt (VMM) Leden voor de Vlaamse Raad voor Wetenschapsbeleid: Patrick Meire (UA) Chris

Nadere informatie

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018 Milieu-actualiteit NON-ETS 3 mei 2018 Europees beleid NON-ETS sectoren (effort sharing regulation) Welke doelstellingen 2021-2030? Europese doelstellingen 2030 (tov 2005) - 40 % BKG emissies - 30 % voor

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie VLAAMSE OVERHEID Leefmilieu, Natuur en Energie [C 2007/35895] 1 JUNI 2007. Ministerieel besluit inzake de rapportering van de elektriciteitsdistributienetbeheerders betreffende de uitvoering van hun REG-actieplannen

Nadere informatie

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE

1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Methodologische fiche INDICATOR: GLOBALE ENERGIE-INTENSITEIT VAN HET BRUSSELS GEWEST THEMA: ENERGIE EN KLIMAATVERANDERINGEN 1 BELANG VAN DE INDICATOR EN ELEMENTEN VOOR INTERPRETATIE Vraag achter de indicator:

Nadere informatie

Sectoranalyse Horeca 2012

Sectoranalyse Horeca 2012 HIER FOTO INVOEGEN BREEDTE 210mm x HOOGTE 99mm Sectoranalyse Horeca 2012 Ondernemingen Faillissementen Oprichtingen en schrappingen 2013 Guidea - Kenniscentrum voor Toerisme en Horeca vzw Deze informatie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019

Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019 De Toekomst van Bio-energie Circulair Congres TKI-BBE Ronald Zwart, Platform Bio-Energie 08 mei 2019 De Toekomst van Bio-energie Bio-energie is vandaag de belangrijkste bron van hernieuwbare energie in

Nadere informatie

Toelichting 04: Flexibele maatregelen

Toelichting 04: Flexibele maatregelen Toelichting 04: Flexibele maatregelen EBO infosessie, 16/09/2014 Ilse FORREZ Advisor Energy and Climate Mogelijkheid tot flexibiliteit Flexibele maatregelen geven de mogelijkheid aan de onderneming om

Nadere informatie

Economie. De conjunctuur

Economie. De conjunctuur Economie De conjunctuur De Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie biedt onpartijdige statistische informatie. De informatie wordt conform de wet verspreid, meer bepaald voor wat betreft

Nadere informatie

Analyses op basis van het Vlaams milieu-input-outputmodel. Koen Smeets Diensthoofd Administratief- en datacentrum 13.09.2012

Analyses op basis van het Vlaams milieu-input-outputmodel. Koen Smeets Diensthoofd Administratief- en datacentrum 13.09.2012 Analyses op basis van het Vlaams milieu-input-outputmodel Diensthoofd Administratief- en datacentrum 13.09.2012 Inhoud Structuur Vlaams milieu input-output model Analyses Milieu-impact van productie- en

Nadere informatie

Energieverbruik door de industrie,

Energieverbruik door de industrie, Indicator 29 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 (nader voorlopige

Nadere informatie

Emissies naar lucht door de industrie,

Emissies naar lucht door de industrie, Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle

Nadere informatie