SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. derde graad. eerste en tweede leerjaar ASO. WW-l. (vervangt 94002) Onderwijsvorm: Graad: Jaar: Studiegebied:

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "SECUNDAIR ONDERWIJS ASO. derde graad. eerste en tweede leerjaar ASO. WW-l. (vervangt 94002) Onderwijsvorm: Graad: Jaar: Studiegebied:"

Transcriptie

1 SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Studiegebied: ASO Vak(ken): AV Biologie 2/2 lt/w Vakkencode: WW-l Leerplannummer: 2004/060 (vervangt 94002) Nummer inspectie: 2004 / 62 // 1 / I / SG / 1 / III / / V/06

2 ASO 3e graad 1 INHOUD Visie... 2 Beginsituatie... 4 Algemene pedagogisch-didactische wenken... 5 Begeleid zelfstandig leren...5 ICT...6 VOET...7 Onderzoekscompetenties...8 Algemene doelstellingen Leerplandoelstellingen / leerinhouden Specifieke pedagogisch-didactische wenken Minimale materiële vereisten Evaluatie Bibliografie Bijlagen Vakgebonden eindtermen biologie Specifieke eindtermen wetenschappen Vakoverschrijdende eindtermen...71

3 ASO 3e graad 2 VISIE Biologie als kennisdomein Het vakdomein van de biologie richt zich tot de vraagstelling betreffende het leven. Zoals in andere natuurwetenschappen wordt een beroep gedaan op wetenschappelijke methoden: observeren, beschrijven en experimenteren hetgeen toelaat hypothesen, modellen en wetten te formuleren en te verifiëren. De kennis die op deze wijze tot stand komt leidt tot het op een adequate wijze zoeken naar antwoorden op fundamentele vragen. De vooruitgang in deze wetenschap gedurende de laatste decennia heeft geleid tot revolutionaire inzichten over het leven en tot een exponentiële groei van toepassingsgebieden zoals de biotechnologie en biomedische wetenschappen. Deze inzichten en toepassingsgebieden hebben onvermijdelijk een invloed op ons dagelijks leven en zullen in de toekomst ongetwijfeld nog in belang toenemen. Binnen de natuurwetenschappen neemt biologie een unieke plaats in. Ze verschaft inzicht in de complexiteit van de levende natuur. Ze stelt de mens in staat zich een beeld te vormen van zijn betekenis enerzijds als individu en anderzijds als onderdeel binnen een groter geheel. Op deze wijze laat de biologie toe om een meer rationele en kritische visie te verkrijgen op tal van hedendaagse maatschappelijke problemen zoals milieuverstoring en -verontreiniging, racisme, overbevolking, bio-ethiek en gezondheid. Een goed gefundeerde basiskennis betreffende biologie kan leiden tot correcties van onze conventionele visie op mens en natuur vanuit economische theorieën en van een eenzijdige interpretatie van vooruitgang. De biologie als wetenschap: ontwerpt specifieke methoden om levende organismen te bestuderen en past deze toe; bevordert het verwerven van attituden tegenover de levende natuur; beschrijft bouw en functies van levende wezens (cytologie, histologie, morfologie, fysiologie, voortplanting); ontrafelt ultrastructuur en basisfuncties van leven (moleculaire biologie); beschrijft interacties tussen levende organismen onderling en interacties met hun omgeving (ecologie, ethologie); formuleert verklaringen voor het ontstaan en de ontwikkeling van levensvormen (genetica en evolutie). Biologie als onderwijsvak De inhouden van het biologieonderwijs worden mee bepaald door maatschappelijke ontwikkelingen (politieke, sociale en economische). De tendens van een biowetenschappelijk naar een meer biomaatschappelijk onderwijs is een tegemoetkoming aan de huidige maatschappelijke noden. Het wordt steeds duidelijker dat wetenschappelijke en technologische vooruitgang geen voldoende voorwaarde is voor een gezonde samenleving. Een correct en voorzichtig gebruik van recente wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen en een wijziging van het hedendaagse referentiekader voor vooruitgang zijn cruciaal voor het tot stand komen en behouden van een gezonde samenleving. Hiervoor echter is de medewerking en vooral een mentaliteitsverandering van de gehele bevolking vereist. Die mentaliteitsverandering kan mee bewerkstelligd worden door een biologieonderwijs dat de verwezenlijking hiervan als een belangrijke opdracht beschouwt. Hierdoor biedt het biologieonderwijs een waardenkader aan voor het verdere leven. Een biomaatschappelijk onderwijs vormt zowel didactisch als natuurwetenschappelijk een verantwoord uitgangspunt voor het aanleren van essentiële biologische begrippen en concepten. Het verhoogt tevens de intrinsieke motivatie en de interesse van de leerlingen. In het biologisch onderzoek wordt gebruik gemaakt van verschillende werkwijzen waarbij zowel objectief als intuïtief te werk wordt gegaan. Beide aspecten zouden hun plaats moeten krijgen in het biologieonderwijs. Wat echter het vertrekpunt ook is, steeds wordt gestreefd naar rationele antwoorden op een gesteld probleem. Meestal gebeurt dit via de wetenschappelijke methode. Hierin staat het opstellen van hypothesen centraal. De waarde ervan wordt onderzocht door het verzamelen van bewijsmateriaal. Dit bewijsmateriaal wordt geleverd door waarnemingen of experimenten, door logisch redeneren en door het toetsen van voorspellingen en reële feiten die uit de hypothese kunnen worden afgeleid.

4 ASO 3e graad 3 Het bijbrengen van een onderzoeksattitude en het ontdekkend leren staan bijgevolg centraal in het biologieonderwijs. Dit heeft tot gevolg dat er voldoende tijd wordt voorzien voor zelfactiviteit en (inter)actieve kennisopbouw door de leerlingen. Leerlingen vullen soms, vanuit hun persoonlijk referentiekader en opgedane ervaringen, concepten en begrippen verkeerd in. Men spreekt in dit verband van alternatieve concepties of misconcepties. Daarom moet in het biologieonderwijs bijzondere aandacht gaan naar situaties waarbij nieuwe ervaringen worden opgedaan. Hierdoor kunnen deze alternatieve concepties worden afgebouwd en de nieuwe concepten en begrippen beter verankerd. Dit moet leiden tot een nieuwe en meer precieze invulling van door de leerlingen geconstrueerde modellen. Om een dergelijke conceptuele verandering te bewerkstelligen wordt gestreefd naar een coherente verticale samenhang en een uitdiepende uitbouw van de leerstof in de derde graad. Rekening houdend met de verschillende benaderingen van wetenschap kunnen de eindtermen uit de verschillende kerndomeinen van de biologie op verschillende wijzen met toegepaste, praktische, maatschappelijke of actueel wetenschappelijke contexten worden verbonden. In de derde graad worden algemeen biologische verschijnselen behandeld. Vanuit voorbeelden worden processen en structuren aangereikt die kenmerkend zijn voor alle levende wezens. De cel wordt beschouwd als de bouwsteen van levende organismen. Opeenvolgende stadia in de voortplanting worden vooral bij de mens onderzocht. De overdracht van erfelijk materiaal en de wetten die deze beheersen en mechanismen die de evolutie van biologische soorten, met inbegrip van de mens in de geologische tijd beschrijven, worden eveneens in de derde graad onderzocht.

5 ASO 3e graad 4 BEGINSITUATIE Bepaling van de leerlingengroep Dit leerplan biologie is bestemd voor de studierichtingen met de pool Wetenschappen met 2 lestijden per week (= major) en voor leerlingen uit de andere studierichtingen van de derde graad ASO, waarvoor een lestijd van het complementaire gedeelte als bijkomend uur biologie gekozen wordt. Om de veiligheid bij het uitvoeren van leerlingenproeven niet in het gedrang te brengen is het aangewezen dat het aantal leerlingen niet meer dan 20 bedraagt. De leraar oordeelt of hij, rekening houdend met het aantal leerlingen, met de uitrusting van zijn laboratorium en de aard van de te gebruiken toestellen en producten, de door het leerplan voorgeschreven demonstratieen leerlingenproeven zonder gevaar kan uitvoeren of laten uitvoeren. Indien hij oordeelt dat de beschikbare uitrusting gevaar voor hemzelf of voor de leerlingen oplevert, verwittigt hij onmiddellijk het instellingshoofd, die de nodige maatregelen treft om de activiteiten in gunstige omstandigheden te laten doorgaan. Beginsituatie Als beginsituatie wordt uitgegaan van het feit dat de leerlingen die de derde graad aanvatten de minimumdoelstellingen van de tweede graad ASO hebben bereikt. In de tweede graad werd de fysiologie van de dieren verfijnd met o.a. de uitgebreide studie van het zenuwstelsel en het hormonaal stelsel. De bestudering van de biologische levensgemeenschappen, die al in het basisonderwijs op een eerder intuïtief niveau was gestart en in de eerste en de tweede graad verder werd ontwikkeld, wordt nu in ecologie meer systematisch behandeld. Voorbeelden De leerlingen kunnen lichamelijke en sociaal-emotionele veranderingen in de puberteit bij jongens en meisjes herkennen. (Eerste graad SO: biologie, eindterm 7.) De leerlingen kunnen hormonale klieren situeren en de functie van hun hormonen beschrijven. (Tweede graad SO: natuurwetenschappen, eindterm B 15.) De leerlingen kunnen voorbeelden geven van interacties tussen organismen en hun omgeving en van interacties tussen organismen onderling. (Tweede graad SO: natuurwetenschappen, eindterm B 20.)

6 ASO 3e graad 5 ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Biologie in studierichtingen met de pool wetenschappen beoogt de natuurlijke nieuwsgierigheid van jongeren tegenover de hen omringende wereld te stimuleren en te ondersteunen door er een wetenschappelijke fundering aan te geven. Dit gebeurt door hen te introduceren in verschillende benaderingen van de biologie, namelijk: - biologie als middel om toestanden en verschijnselen uit de dagelijkse ervaringswereld te verklaren. Hier gaat het om het leggen van de verbinding tussen praktische toepassingen uit het dagelijkse leven en biologische kennis; - biologie als middel om op proefondervindelijke wijze gefundeerde kennis over de werkelijkheid te vinden. Het gaat dan om het ontwikkelen van een rationeel en objectief raamwerk voor het oplossen van problemen en het begrijpen van concepten die de verschillende natuurwetenschappelijke disciplines met elkaar verbinden; - biologie als middel om via haar toepassingen de materiële leefomstandigheden te verbeteren. Leerlingen herkennen hoe biologische ontwikkelingen invloed hebben op hun persoonlijke, sociale en fysische omgeving; - biologie als cultuurverschijnsel en als mensenwerk. Leerlingen hebben notie van historische, filosofische, sociale en ethische aspecten van de biologie. Hierdoor zien en begrijpen ze relaties met andere disciplines. Daarnaast wordt er ook aandacht geschonken aan een viertal domeinen die de kwaliteit van eigentijds onderwijs in de biologie kunnen verhogen. BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN 1. Wat? Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: de opdrachten meer open worden; er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn; de leerlingen zelf keuzes leren maken en die verantwoorden; de leerlingen zelf leren plannen; er feedback is op proces en product; er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct. De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter. 2. Waarom? Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons Pedagogisch Project (PPGO), o.m. leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken; leerlingen voorbereiden op levenslang leren; het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen. Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook.

7 ASO 3e graad 6 Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald Leren leren, vinden we aanknopingspunten als: keuzebekwaamheid; regulering van het leerproces; attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren. In onze (informatie)maatschappij wint het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. 3. Hoe te realiseren? Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: de leraar als coach, begeleider; de leerling gemotiveerd en aangesproken op zijn leer kracht; de school als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties. De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn Leren leren, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is klein beginnen aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat doelen voorop stellen strategieën kiezen en ontwikkelen oplossingen voorstellen en uitwerken stappenplannen of tijdsplannen uitzetten resultaten bespreken en beoordelen; reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen verantwoorde conclusies trekken keuzes maken en die verantwoorden is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig. ICT 1 Wat? Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren, enz. Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen. 2 Waarom? De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie,... In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers: het leerproces zelf in eigen handen nemen; zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal; op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).

8 ASO 3e graad 7 3 Hoe te realiseren? In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen adequaat of onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen spontaan gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en -kanalen met het oog op de te bereiken doelen. Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces. Bepaalde programma s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, simulatie, het opbouwen van schema s, stilstaande en bewegende beelden, demo,... Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen gestructureerde leerstof. Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie,...), de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode toevoegen. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen. De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Het programma Powerpoint kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via , blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora,... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT zo de mogelijkheid biedt om niet alleen interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen,...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal) te bevorderen. Sommige programma s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie). VOET 1. Wat? Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die -in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen - niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie, muzisch-creatieve vorming en technischtechnologische vorming (alleen voor ASO). De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting). 2. Waarom? Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen.

9 ASO 3e graad 8 3 Hoe te realiseren? Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen. ONDERZOEKSCOMPETENTIES 1 Wat? In de specifieke eindtermen voor de verschillende polen in het ASO komt er telkens een onderdeel onderzoekscompetentie voor. Het onderdeel onderzoekscompetentie wordt geconcretiseerd in 3 specifieke eindtermen (SET): zich oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken; een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren; de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en confronteren met andere standpunten. Deze drie SET kunnen vertaald worden naar een aantal onderzoeksvaardigheden die samen een onderzoekscyclus uitmaken. 2 Waarom? Het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij het PPGO, waarbij we streven naar de totale ontwikkeling van de persoon: kennisverwerving, vaardigheidsontwikkeling, attitudevorming met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving. Het nastreven van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij de noodzaak om lerenden efficiënt en effectief te leren omgaan met de veelheid aan informatie. Meer en meer is men genoodzaakt om die informatie te kunnen omzetten van beschikbare naar bruikbare kennis. Het werken aan onderzoeksvaardigheden ontwikkelt het probleemoplossend vermogen van leerlingen. Het werken aan onderzoeksvaardigheden is een aanzet tot een wetenschappelijke attitude, nodig voor het vervolgonderwijs. Naast een kennismaking met elementaire onderzoeksvaardigheden van een bepaald wetenschapsdomein dient maximale transfer van deze vaardigheden naar andere contexten nagestreefd te worden. In het kader van de vakoverschrijdende eindtermen kan het een aangewezen sluitstuk zijn van de leerlijn leren leren over de drie graden heen en tevens een belangrijke bijdrage leveren aan sociale vaardigheden. Het werken aan onderzoeksvaardigheden geeft de school mogelijkheden om aan begeleid zelfgestuurd leren te doen. 3 Hoe te realiseren? 3.1 Samenwerking tussen leraren Om de studielast van de leerlingen en de planlast van de leraren beheersbaar te houden, zijn afspraken en samenwerking met betrekking tot een aantal aspecten onontbeerlijk.

10 ASO 3e graad 9 Studielast van leerlingen, bv.: afspraken rond het aantal en de spreiding van de onderzoeksopdrachten; transfer van vaardigheden (zie onderzoekend leren in de eindtermen van de basisvorming, bepaalde deelvaardigheden zoals verslaggeving, informatieverwerving en -verwerking, bibliografische verwerking, ); voortbouwen op verworven kennis en vaardigheden; coöperatief leren; Planlast van de leraren, bv.: afspraken over wie welke deelvaardigheden realiseert; gelijkgerichte didactische visie; ontwikkelen van bepaalde begeleidings- en evaluatiemodellen, bv. portfolio, logboek, zelfevaluatie, ; efficiënt gebruik van bepaalde lokalen, materialen en werkingsmiddelen; afspraken over wie wat wanneer begeleidt 3.2 Een gestructureerde aanpak: het OVUR-schema Om de SET te realiseren in de verschillende polen van het ASO kan het OVUR-schema (Oriënteren, Voorbereiden, Uitvoeren en Reflecteren) een goede leidraad zijn. In dit schema kan de onderzoekscyclus in een aantal stappen worden uitgewerkt. Stappen 1. Oriënteren Oriënteren op het onderzoeksprobleem Formuleren van onderzoeksvragen 2. Voorbereiden Maken van een onderzoeksplan 3. Uitvoeren Verwerven van informatie Verwerken van informatie Beantwoorden van vragen en formuleren van conclusies Rapporteren 4. Reflecteren Eigen evaluatie van het onderzoeksproces en het onderzoeksproduct. 3.3 De onderzoeksopdracht als proces Het werken met onderzoeksopdrachten biedt mogelijkheden om procesmatig aan de ontwikkeling van onderzoekscompetentie te werken. Een onderzoeksopdracht is een (begeleid) zelfstandig onderzoek binnen een onderzoeksthema dat aansluit bij één of meerdere vakken van de pool. Hoewel de onderzoeksvaardigheden in elk vakleerplan zijn opgenomen, dienen ze niet in elk vak gerealiseerd te worden, maar afhankelijk van de onderzoeksopdracht gebeurt dit in samenspraak binnen het geheel van de pool. De concretisering gebeurt op het niveau van de vakgroep.met betrekking tot de tweepolige studierichtingen zijn geïntegreerde projecten mogelijk. Daarin komen de onderzoeksvaardigheden uit beide polen aan bod. 3.4 Evaluatie Bij de evaluatie van onderzoekscompetentie gaat het om de mate waarin de leerling de hierboven vermelde eindtermen heeft gerealiseerd. Hierbij kan de leraar het stappenplan als leidraad gebruiken. Bij elke stap zal een aantal beoordelingscriteria moeten opgesteld worden.

11 ASO 3e graad 10 ALGEMENE DOELSTELLINGEN Deze doelstellingen stemmen overeen met gemeenschappelijke eindtermen die gelden voor het geheel van de wetenschappen in de derde graad ASO. Ze worden op een voor de derde graad aangepast beheersingsniveau aangeboden. Ze worden, telkens waar mogelijk, in concrete lesdoelstellingen omgezet. 1 Onderzoekend leren / leren onderzoeken Met betrekking tot een concreet wetenschappelijk of toegepast wetenschappelijk probleem, vraagstelling of fenomeen kunnen de leerlingen G1 relevante parameters of gegevens aangeven, hierover informatie opzoeken en deze oordeelkundig aanwenden; G2 een eigen hypothese (bewering, verwachting) formuleren en aangeven hoe deze kan worden onderzocht; G3 voorwaarden en omstandigheden die een hypothese (bewering, verwachting) weerleggen of ondersteunen, herkennen of aangeven; G4 ideeën en informatie verzamelen om een hypothese (bewering, verwachting) te testen en te illustreren; G5 omstandigheden die een waargenomen effect kunnen beïnvloeden, inschatten; G6 aangeven welke factoren een rol kunnen spelen en hoe ze kunnen worden onderzocht; G7 resultaten van experimenten en waarnemingen afwegen tegenover de verwachte, rekening houdend met de omstandigheden die de resultaten kunnen beïnvloeden; G8 resultaten van experimenten en waarnemingen verantwoord en bij wijze van hypothese, veralgemenen; G9 experimenten of waarnemingen in klassituaties met situaties uit de leefwereld verbinden; G10 doelgericht, vanuit een hypothese of verwachting, waarnemen; G11 waarnemings- en andere gegevens mondeling en schriftelijk verwoorden en weergeven in tabellen, grafieken, schema's of formules G12 alleen of in groep, een opdracht uitvoeren en er een verslag over uitbrengen. 2 Wetenschap en samenleving De leerlingen kunnen met betrekking tot de vakinhoudelijke eindtermen G13 voorbeelden geven van mijlpalen in de historische en conceptuele ontwikkeling van de natuurwetenschappen en ze in een tijdskader plaatsen; G14

12 ASO 3e graad 11 met een voorbeeld verduidelijken hoe de genese en de acceptatie van nieuwe begrippen en theorieën verlopen; G15 de wisselwerking tussen de natuurwetenschappen, de technologische ontwikkeling en de leefomstandigheden van de mens met een voorbeeld illustreren; G16 een voorbeeld geven van positieve en nadelige (neven)effecten van natuurwetenschappelijke toepassingen; G17 met een voorbeeld sociale en ecologische gevolgen van natuurwetenschappelijke toepassingen illustreren; G18 met een voorbeeld illustreren dat economische en ecologische belangen de ontwikkeling van de natuurwetenschappen kunnen richten, bevorderen of vertragen; G19 met een voorbeeld de wisselwerking tussen natuurwetenschappelijke en filosofische opvattingen over de werkelijkheid illustreren; G20 met een voorbeeld verduidelijken dat natuurwetenschappen behoren tot cultuur, nl. verworven opvattingen die door meerdere personen worden gedeeld en die aan anderen overdraagbaar zijn; G21 met een voorbeeld de ethische dimensie van natuurwetenschappen illustreren. 3 Attitudes De leerlingen G22* zijn gemotiveerd om een eigen mening te verwoorden; G23* houden rekening met de mening van anderen; G24* zijn bereid om resultaten van zelfstandige opdrachten objectief voor te stellen; G25* zijn bereid om samen te werken; G26* onderscheiden feiten van meningen of vermoedens; G27* beoordelen eigen werk en werk van anderen kritisch en objectief; G28* trekken conclusies die ze kunnen verantwoorden; G29* hebben aandacht voor het correct en nauwkeurig gebruik van wetenschappelijke terminologie, symbolen, eenheden en data; G30* zijn ingesteld op het veilig en milieubewust uitvoeren van een experiment; G31* houden zich aan de instructies en voorschriften bij het uitvoeren van opdrachten. Met het oog op de controle door de inspectie werden de attitudes met een * aangeduid. Het volstaat om deze eindtermen na te streven.

13 ASO 3e graad 12 OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN VOOR HET EERSTE LEERJAAR (ca. 50 lestijden) FUNDAMENTEEL DEEL (ca. 26 lestijden) Algemene principes F-I CELLEER (ca. 10 lestijden) 1 Lichtmicroscopische bouw van cellen 1.1 Lichtmicroscopisch onderzoek 1.2 Algemene bouw (synthese) 2 Elektronenmicroscopische bouw van cellen 2.1 Eenheidsmembraan 2.2 Elektronenmicroscopische bouw van de eukaryote cel F-2 STOF- EN ENERGIEWISSELING (ca. 16 lestijden) 1 Stoffen in de cel 1.1 Water en mineralen 1.2 Sachariden 1.3 Lipiden 1.4 Proteïnen 1.5 Enzymen 1.6 ATP 2 Energetische omzettingen in een cel 2.1 Fotosynthese 2.2 Chemosynthese 2.3 Aërobe ademhaling 2.4 Anaërobe ademhaling 3 Overzicht van het celmetabolisme OPTIONEEL DEEL (ca. 24 lestijden) SAMEN TE STELLEN UIT: O-1 HISTOLOGIE EN ANATOMIE HOGERE PLANTEN (ca. 6 of 12 lestijden) 1 Histologie 1.1 Meristemen 1.2 Permanente weefsels 2 Anatomie 2.1 Wortel 2.2 Stengel 2.3 Blad O-2 FYSIOLOGIE VAN DE MENS (ca. 6 of 12 lestijden) 1 De zenuwcel 1.1 Bouw van het neuron 1.2 Soorten neuronen 1.3 Prikkel en impulsgeleiding 1.4 Impulsoverdracht en neurotransmitters

14 ASO 3e graad 13 2 De spiercel 2.1 Bouw van een skeletspier 2.2 Bouw en fysiologische eigenschappen van de soorten spiercellen 2.3 Werking van een dwarsgestreepte spiercel 2.4 Spiercontractie en aërobe energieproductie 2.5 Anaërobe spierarbeid 3 De hartspiercel 3.1 Bouw en werking van een hartspiercel 3.2 Elektrocardiogram (ECG) 3.3 Regelende centra 3.4 Hartritme in rust en na inspanning O-3 ECOLOGIE (ca. 6 of 12 lestijden) Studie van een biotoop (dagexcursie ecologisch practicum) 1 Abiotische factoren 1.1 Topografische gegevens 1.1 Meten van relevante parameters 1.2 Ecologische betekenis abiotische factoren 2 Biotische factoren 2.1 Inventarisatie en biodiversiteit 2.2 Populatiedichtheid/bedekkingsgraad 2.3 Relaties tussen organismen 2.4 Invloed van de mens op de biotoop 3 Biogeochemische cycli van N en P 4 Energieflux O-4 HOMEOSTASE (ca. 6 lestijden) 1 Begrippen 2 Homeostatische controlemechanismen 2.1 Thermoregulatie 2.2 Osmoregulatie 2.3 Excretie 2.4 Zuur-baseregulatie O-5 IMMUNOLOGIE (ca. 6 lestijden) 1 Eerstelijnsafweer 2 Afweer op het tweede niveau 3 Afweer van binnenin 3.1 Celafhankelijke reacties 3.2 Humorale reacties 4 Falen van het immunologisch systeem 5 Toepassingen

15 ASO 3e graad 14 OVERZICHT VAN DE LEERINHOUDEN VOOR HET TWEEDE LEERJAAR (ca. 50 lestijden) F-3 ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL (ca. 12 lestijden) 1 Algemene bouw prokaryote en eukaryote cel 2 Erfelijke informatie in de eukaryote cel 2.1 De cel in interfase Bouw van de kern Nucleïnezuren DNA als codesysteem DNA-replicatie DNA en eiwitsynthese Genmutaties en eiwitsynthese 2.2 De delende cel Vorming van de chromosomen Celcyclus Mitose Meiose F-4 VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING BIJ DE MENS (ca. 10 lestijden) 1 Bouw en werking van de voortplantingsorganen 1.1 Mannelijke voortplantingsorganen 1.2 Vrouwelijke voortplantingsorganen 2 Gametogenese 2.1 Spermatogenese 2.2 Ovogenese 3 Bevruchting 4 Embryonale ontwikkeling 5 Geboorte 6 Lactatie 7 Prenatale zorg 7.1 Genetisch advies 7.2 Prenatale begeleiding met zwangerschapstesten 8 Kunstmatige voortplantingstechnieken 8.1 Onvruchtbaarheid 8.2 Kunstmatige inseminatie 8.3 In-vitrofertilisatie 9 Anticonceptie 9.1 Bij de man 9.2 Bij de vrouw

16 ASO 3e graad 15 F-5 ERFELIJKHEIDSLEER (ca. 14 lestijden) 1 Basisbegrippen 2 Wetten van Mendel 3 Verdere erfelijkheidsbegrippen 3.1 Terugkruising 3.2 Gekoppelde genen, overkruising, recombinantie en genenkaart 3.3 Seksratio en geslachtsgebonden overerving 3.4 Polygenie 3.5 Pleiotropie 3.6 Hypostasie en epistasie 3.7 Penetrantie 3.8 Expressiviteit 3.9 Cryptomerie 3.10 Letale factoren 4 Erfelijkheidsonderzoek bij de mens 4.1 Moeilijkheden bij de studie van de menselijke erfelijkheid 4.2 Onderzoeksmethoden 5 Enkele erfelijke afwijkingen bij de mens 5.1 Erfelijke afwijkingen ten gevolge van genmutaties 5.2 Erfelijke afwijkingen ten gevolge van chromosoommutaties 5.3 Erfelijke afwijkingen ten gevolge van genoommutaties 5.4 Gentherapie 6 Populatiegenetica 6.1 Wat is een populatie? 6.2 Formules van Hardy-Weinberg 6.3 Geldigheidsvoorwaarden voor de formules van Hardy-Weinberg 6.4 Genetische drift, stichtereffect en inteelt F-6 BIOTECHNOLOGIE (ca. 6 lestijden) 1 Natuurlijke genenoverdracht 2 Principe van recombinant-dna-technologie 3 Genetische identificatie via doelgerichte recombinant-technieken 4 Mogelijke toepassingen van recombinant-technieken 5 Ethische vragen in verband met biotechnologie

17 ASO 3e graad 16 F-7 EVOLUTIELEER (ca. 8 lestijden) 1 Aanwijzingen voor evolutie 2 Verloop van de evolutie 3 Evolutietheorieën 4 Afstamming van de mens Omwille van de leesbaarheid worden de leerplandoelstellingen en de leerinhouden in afzonderlijke cellen geplaatst per hoofdstuk. Wegens de uitgebreidheid worden specifieke pedagogisch-didactische wenken en voorstellen van timing in een aparte rubriek opgenomen. De vakgebonden eindtermen voor biologie (zie bijlage 1) worden in de eerste kolom, links door hun nummer aangegeven. De eindtermen B1-B8 zijn algemene eindtermen, die niet aan een welbepaalde vakinhoud gebonden zijn. Ze worden zowel in het eerste als in het tweede leerjaar, op een voor de leerlingen van de derde graad ASO aangepast niveau, in concrete lesdoelstellingen omgezet. De decretale specifieke eindtermen voor de pool wetenschappen worden aangeduid met DSET. De betrokken schaalniveaus worden beperkt tot het corpusculair en stoffelijk niveau. De specifieke eindtermen 29 tot 31 (onderzoekscompetentie) worden permanent geoefend: zie de didactische wenken en het zelfstandig werk van de leerlingen. De niet-verplichte uitbreidingsdoelstellingen zijn met de letter U aangeduid.

18 ASO 3e graad 17 LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN B1 t./m. B7 B1 kenmerken van een gezonde levenswijze verklaren; B2 illustreren dat biologisch verantwoord handelen noodzakelijk is voor het individu; B3 een kritisch oordeel formuleren over de wisselwerking tussen biologische en maatschappelijke ontwikkelingen; B4 macroscopische en microscopische observaties verrichten in het kader van experimenteel biologisch onderzoek; B5 biologische verbanden in schema's of andere ordeningsmiddelen weergeven; B6 informatie op gedrukte en elektronische dragers opzoeken, raadplegen en zelfstandig verwerken: B7 studie- en beroepsmogelijkheden opnoemen waarvoor biologische kennis noodzakelijk is. B8* De leerlingen hebben aandacht voor de eigen gezondheid en die van anderen. ALGEMENE PRINCIPES De doelstellingen hiernaast stemmen overeen met de algemene eindtermen biologie. Dit zijn vakgebonden eindtermen die niet aan een welbepaalde vakinhoud zijn gebonden. Ze worden in de volgende hoofdstukken geïntegreerd.

19 ASO 3e graad 18 DECR. NR. ET DSET B9 1 2 De leerlingen kunnen F-1 LEERPLANDOELSTELLINGEN celorganellen, zowel op lichtmicroscopisch als op elektronenmicroscopisch niveau, benoemen en functies ervan aangeven; 1.1 cellen bekijken met de lichtmicroscoop, tekenen en onderdelen ervan benoemen; LEERINHOUDEN CELLEER 1 Lichtmicroscopische bouw van cellen 1.1 Lichtmicroscopisch onderzoek de algemene bouw van de c 1.2 Algemene bouw verschillen tussen prokaryote en eukaryote cellen aangeven; de bouw van het eenheidsmembraan weergeven; de verschillende manieren van transport doorheen membranen verklaren; de samenstelling van de cytosol geven; celorganellen herkennen, hun structuur beschrijven en functies ervan opnoemen; 2 Elektronenmicroscopische bouw van cellen 2.1 Eenheidsmembraan 2.2 Elektronenmicroscopische bouw van eukaryote cellen

20 ASO 3e graad 19 DECR. NR. ET DSET B1, B10 B10 B10 B10 B1, B10 B10 B1, B10 De leerlingen kunnen F-2 LEERPLANDOELSTELLINGEN 1.1 het belang van water en mineralen voor de celstructuur en het celmetabolisme toelichten; de chemische structuur van sachariden herkennen en verduidelijken; het belang van sachariden toelichten; de chemische structuur van lipiden herkennen en verduidelijken; het belang van lipiden toelichten; de chemische structuur van proteïnen herkennen en verduidelijken; het belang van proteïnen toelichten; de chemische structuur van enzymen herkennen en verduidelijken en de werking van de enzymen aantonen; het belang van enzymen toelichten; de chemische structuur van adenosinetrifosfaat (ATP) herkennen en verduidelijken; het belang van ATP toelichten; LEERINHOUDEN STOF- EN ENERGIEWISSELING Belang van water en mineralen voor de cel 1.2 Chemische structuur en belang van sachariden 1.3 Chemische structuur en belang van lipiden 1.4 Chemische structuur en belang van proteïnen 1.5 Chemische structuur en belang van enzymen 1.6 Chemische structuur en belang van ATP

21 ASO 3e graad 20 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN het fotosyntheseproces aan de hand van eenvoudige schema s beschrijven, indelen in foto- en thermochemische reacties, situeren in de chloroplast; 2.2 het begrip chemosynthese verwoorden, met voorbeelden illustreren en verschilpunten aangeven met het fotosyntheseproces; 2.3 de aërobe ademhaling aan de hand van eenvoudige schema s beschrijven; 2...Ene 2.1 Fotosynthese 2.2 Chemosynthese 2.3 Aërobe ademhaling 2.4 Anaërobe ademhaling 2.4 de anaërobe ademhaling beschrijven en de verschilpunten aantonen met de aërobe ademhaling; B5 3 een eenvoudig schema opstellen van de celstofwisseling en de relaties tussen de verschillende processen toelichten; 3 Overzicht van het celmetabolisme O-1 HISTOLOGIE EN ANATOMIE VAN HOGERE PLANTEN 1.1 de begrippen primair en secundair meristeem uitleggen aan de hand van voorbeelden; de bouw van diverse permanente weefsels beschrijven; 1 Histologie 1.1 Meristemen 1.2 Permanente weefsels de functie(s) van diverse permanente weefsels verwoorden;

22 ASO 3e graad 21 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN de bouw van een dwarse doorsnede van een monocotyle wortel toelichten de bouw van een dwarse doorsnede van een dicotyle wortel toelichten; de bouw van een dwarse doorsnede van een primaire monocotyle stengel toelichten; de bouw van een dwarse doorsnede van een primaire dicotyle stengel toelichten; 2.3 de bouw van een dwarse doorsnede van een secundaire dicotyle stengel toelichten 2.4 de bouw van een dwarse doorsnede van een blad toelichten LEERINHOUDEN 2 Anatomie 2.1 Wortel 2.2 Primaire weefsels in de stengel 2.3 Secundaire weefsels in de dicotyle stengel 2.4 Blad O op een tekening of een afbeelding van een neuron de delen aanduiden; 1.2 het verband uitleggen tussen de soorten neuronen en hun functie; 1.3 de omzetting van prikkel naar impuls en van rustpotentiaal naar actiepotentiaal uitleggen; 1.4 de mechanismen van impulsoverdracht uitleggen; FYSIOLOGIE VAN DE MENS 1 De zenuwcel 1.1 Bouw van het neuron 1.2 Soorten neuronen 1.3 Prikkel en impulsgeleiding 1.4 Impulsoverdracht en neurotransmitters

23 ASO 3e graad 22 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 2.1 op een schema de delen van een skeletspier aanduiden; 2.2 de verschillen aangeven tussen de soorten spiercellen (bouw, fysiologie); 2.3 de werking van de dwarsgestreepte spiercel uitleggen; 2.4 de relatie tussen spiercontractie en aërobe energieproductie uitleggen; 2.5 de spiercontractie bij anaërobe werking van een skeletspier uitleggen; LEERINHOUDEN 2 De spiercel 2.1 Bouw van een skeletspier 2.2 Bouw en fysiologische eigenschappen van de soorten spiercellen 2.3 Werking van een dwarsgestreepte spiercel 2.4 Spiercontractie en aërobe energieproductie 2.5 Anaërobe spierarbeid 3.1 de verschillen tussen een hartspiercel en een skeletspiercel geven; 3.2 de relatie tussen een ECG en de fasen van de hartwerking bespreken; 3.3 de relatie tussen de werkingsfasen van het hart en de regelende centra uitleggen; 3.4 het hartritme in rust en na inspanning bepalen; 3 De hartspiercel 3.1 Bouw en werking van een hartspiercel 3.2 Elektrocardiogram (ECG) 3.3 Regelende centra 3.4 Hartritme in rust en na inspanning

24 ASO 3e graad 23 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen O-3 LEERPLANDOELSTELLINGEN 1.1 de biotoop lokaliseren op kaart en het omringende landschap beschrijven; 1.2 technieken toepassen om de abiotische factoren van een biotoop te meten; 1.3 de ecologische betekenis beschrijven van de gemeten abiotische factoren; LEERINHOUDEN ECOLOGIE: biotoopstudie 1 Abiotische factoren 1.1 Topografische gegevens 1.2 Meten van relevante parameters: temperatuur, wind, licht, lucht druk, luchtvochtigheid, organische en anorganische bestanddelen van water of bodem en ph 1.3 Ecologische betekenis abiotische factoren 2.1 technieken toepassen om de aanwezige organismen te inventariseren; 2.2 technieken toepassen om de populatiedichtheid/bedekkingsgraad in een biotoop te bepalen; 2.3 de relaties beschrijven tussen de biotische factoren; 2.4 de invloed van de mens op de biotoop bespreken; 2 Biotische factoren 2.1 Inventarisatie en biodiversiteit 2.2 Populatiedichtheid/bedekkingsgraad 2.3 Relaties tussen organismen 2.4 Invloed van de mens op de biotoop 19 3 de biogeochemische cycli van stikstof en fosfor beschrijven; 3 Biogeochemische cycli van N en P 6 4 de energieflux in een biotoop bespreken; 4 Energieflux 13 O-4 1 met voorbeelden het begrip homeostase illustreren; HOMEOSTASE 1 Begrippen

25 ASO 3e graad 24 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN 2.1 met voorbeelden de thermoregulatie bespreken; 2.2 met voorbeelden de osmoregulatie bespreken; 2.3 met voorbeelden de excretie bespreken; 2.4 met voorbeelden de zuur-baseregulatie bespreken; 2 Homeostatische controlemechanismen 2.1 Thermoregulatie 2.2 Osmoregulatie 2.3 Excretie 2.4 Zuur-baseregulatie 14 O structuren beschrijven die betrokken zijn bij de herkenning en de afweer van non-self -materiaal. 1.2 functies van de secreties inzake afweer beschrijven en herkennen. IMMUNOLOGIE 1 Eerstelijnsafweer 2.2 vrijstelling van histamines en het inductieproces van het complement beschrijven; 2.3 het proces van heling en herstel beschrijven; 2.4 een algemene ontstekingsreactie schematisch weergeven; 2 Afweer op tweede niveau

26 ASO 3e graad 25 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 3 celcelafhankelijke reacties onderscheiden van humorale reacties; LEERINHOUDEN 3 Afweer van binnenin 3.1 Celafhankelijke reacties 3.2 Humorale reacties 4.1 verschillende types van allergische reacties beschrijven; 4.2 beschrijven wat er gebeurt wanneer het afweersysteem faalt aan de hand van een voorbeeld (aids, kanker...); 4 Falen van het immunologisch systeem 27 5 de verworven kennis kaderen in een aantal praktisch gerichte contexten (bloedtransfusie, transplantaties, vaccinaties, verhouding foetus en moeder, borstvoeding...); 5 Toepassingen F de algemene bouw van de prokaryote en eukaryote cel bespreken; ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL 1 Algemene bouw van de prokaryote en eukaryote cel 1.2 het verschil tussen prokaryote en eukaryote cel aangeven;

27 ASO 3e graad 26 DECR. NR. ET DSET B10 B12 B13 De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN de bouw van de kern in de interfase bespreken; de bouw van de nucleïnezuren DNA en RNA bespreken en vergelijken; het DNA als codesysteem bespreken; in een celcyclus van de DNA-replicatie situeren en het verloop ervan uitleggen; het mechanisme van de eiwitsynthese bespreken; de invloed van genmutaties op de eiwitsynthese uitleggen; LEERINHOUDEN 2 Erfelijke informatie in de eukaryote cel 2.1 De cel in de interfase Bouw van de kern Nucleïnezuren DNA en RNA DNA als codesysteem DNA-replicatie DNA en eiwitsynthese Genmutaties en eiwitsynthese B de vorming van chromosomen beschrijven; de celcyclus aan de hand van een schema bespreken; het verloop en de betekenis van de mitose weergeven; het verloop en de betekenis van de meiose weergeven en vergelijken met de mitose; 2.2 De delende cel Vorming van de chromosomen Celcyclus Mitose Meiose

28 ASO 3e graad 27 DECR. NR. ET DSET B14 B14 B15 De leerlingen kunnen F-4 LEERPLANDOELSTELLINGEN 1.1 de primaire en secundaire geslachtskenmerken bij de man bespreken en hun biologische betekenis toelichten; de primaire en secundaire geslachtskenmerken bij de vrouw bespreken en hun biologische betekenis toelichten; de rol van geslachtshormonen bij de menstruatiecyclus toelichten; LEERINHOUDEN VOORTPLANTING EN ONTWIKKELING BIJ DE MENS 1 Bouw en werking van de voortplantingsorganen 1.1 Mannelijke voortplantingsorganen 1.2 Vrouwelijke voortplantingsorganen B de spermatogenese bespreken en de rol van geslachtshormonen toelichten; 2.2 de ovogenese bespreken; 2 Gametogenese 2.1 Spermatogenese 2.2 Ovogenese B17 3 het mechanisme van de bevruchting uitleggen; de opeenvolgende stadia in de kiembladvorming bespreken; het ontstaan van meerlingen uitleggen; 4.3 het verloop van de bevruchting, de ontwikkeling van de vrucht en de geboorte beschrijven; B enkele negatieve invloeden op de embryonale ontwikkeling opnoemen;

29 ASO 3e graad 28 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN B17 5 de bevalling beschrijven; 5 Geboorte 6 de hormonale regeling en het belang van de lactatie uitleggen; 6 Lactatie U 7.1 het belang en het verloop van genetisch advies aangeven; 7 Prenatale zorg 7.1 Genetisch advies U 7.2 het belang van prenatale testen uitleggen; 7.2 Prenatale begeleiding met zwangerschapstesten U 27 8 enkele oorzaken van onvruchtbaarheid en mogelijke oplossingen aangeven; 8 Kunstmatige voortplantingstechnieken 8.1 Onvruchtbaarheid en kunstmatige voortplantingstechnieken 8.2 In-vitrofertilisatie B16 B de voorbehoedmiddelen voor de man bespreken en hun betrouwbaarheid aangeven; 9.2 de voorbehoedmiddelen voor de vrouw bespreken en hun betrouwbaarheid aangeven; 9 Anticonceptie 9.1 Bij de man 9.2 Bij de vrouw

30 ASO 3e graad 29 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen F-5 LEERPLANDOELSTELLINGEN 1 de basisbegrippen gen, genlocus, allel, homozygoot, heterozygoot, multiple allelen, genotype, fenotype, dominant, recessief en co-dominant (intermediair) fenotype formuleren en met een voorbeeld illustreren; ERFELIJKHEIDSLEER 1 Basisbegrippen LEERINHOUDEN B18 2 de drie wetten van Mendel formuleren; de wetten toepassen in een aantal erfelijkheidsoefeningen over mono- en dihybride kruisingen, ook bij de mens; de wetten toepassen bij het ontleden van stambomen; 2 Wetten van Mendel 3.1 het begrip testkruising formuleren met behulp van een eenvoudig voorbeeld; 3 Verdere erfelijkheidsbegrippen 3.1 Terugkruising

31 ASO 3e graad 30 DECR. NR. ET DSET B19 B19 B19 De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 3.2 het verschil formuleren tussen gekoppelde en nietgekoppelde genen; aantonen dat er tijdens de meiose door overkruising genen uitgewisseld kunnen worden tussen homologe chromosomen; toelichten dat de kans op overkruising groter wordt naarmate gekoppelde genen zich verder van elkaar bevinden op het chromosoom; hieruit de conclusie trekken dat genen aan de hand van overkruisingsfrequenties ten opzichte van elkaar gelokaliseerd kunnen worden op een genenkaart; aan de hand van een tabel met overkruisingsfrequenties een genenkaart opstellen; LEERINHOUDEN 3.2 Gekoppelde genen, overkruising, recombinantie en genenkaart B de seksratio bespreken aan de hand van een kruisingsschema; de overerving van geslachtgebonden kenmerken met voorbeelden illustreren; 3.4 het begrip polygenie formuleren en illustreren met voorbeelden; 3.3 Seksratio en geslachtsgebonden overerving 3.4 Polygenie

32 ASO 3e graad 31 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN U U 3.5 het begrip pleiotropie formuleren en illustreren met een voorbeeld; 3.6 de begrippen hypostasie en epistasie formuleren en illustreren met een voorbeeld; 3.5 Pleiotropie 3.6 Hypostasie en epistasie U U 3.7 het begrip penetrantie formuleren en illustreren met een voorbeeld; 3.8 het begrip expressiviteit formuleren en illustreren met een voorbeeld; 3.7 Penetrantie 3.8 Expressiviteit U U 3.9 het begrip cryptomerie formuleren en illustreren met een voorbeeld; 3.10 het begrip letale factoren formuleren en illustreren met een voorbeeld; 3.9 Cryptomerie 3.10 Letale factoren 4.1 enkele factoren die het erfelijkheidsonderzoek bij de mens bemoeilijken aangeven; 4.2 enkele genetische onderzoeksmethoden bij de mens beschrijven; 4 Erfelijkheidsonderzoek bij de mens 4.1 Moeilijkheden bij de studie van de menselijke erfelijkheid 4.2 Onderzoeksmethoden

33 ASO 3e graad 32 DECR. NR. ET DSET B20 B20 B20 U De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN 5.1 uitleggen hoe een genmutatie tot een erfelijke ziekte bij de mens kan leiden; een voorbeeld beschrijven van een autosomaal-dominante, een autosomaal-recessieve en een geslachtsgebonden ziekte bij de mens; 5.2 enkele types van chromosoommutaties opsommen; voorbeelden beschrijven van een chromosoommutatie bij de mens; 5.3 uitleggen wat een genoommutatie is; voorbeelden van genoommutatie bij de mens beschrijven; 5.4 verklaren hoe men door gentherapie bepaalde erfelijke ziekten kan bestrijden aan de hand van een voorbeeld; LEERINHOUDEN 5 Enkele erfelijke afwijkingen bij de mens 5.1 Erfelijke afwijkingen ten gevolge van genmutaties 5.2 Erfelijke afwijkingen ten gevolge van chromosoommutaties 5.3 Erfelijke afwijkingen ten gevolge van genoommutaties 5.4 Gentherapie

34 ASO 3e graad 33 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN U U U U 6.1 een definitie formuleren van het begrip populatie; 6.2 de formules van Hardy-Weinberg opstellen en toepassen in oefeningen; 6.3 opsommen welke voorwaarden vereist zijn voor toepasbaarheid van de formules van Hardy-Weinberg; 6.4 de begrippen genetische drift, stichtereffect formuleren; 6 Populatiegenetica 6.1 Wat is een populatie? 6.2 Formules van Hardy-Weinberg 6.3 Geldigheidsvoorwaarden voor de formules van Hardy-Weinberg 6.4 Genetische drift, stichtereffect en inteelt

35 ASO 3e graad 34 DECR. NR. ET DSET De leerlingen kunnen F-6 LEERPLANDOELSTELLINGEN 1.1 de verschillen beschrijven die bestaan tussen prokaryoten en eukaryoten; 1.2 de levenscyclus van een bacteriofaag beschrijven; 1.3 het mechanisme van transductie in prokaryoten beschrijven; BIOTECHNOLOGIE LEERINHOUDEN 1 Natuurlijke genenoverdracht B een methode voor de splitting van genen beschrijven; 2 Principe van recombinant-dna-technologie 2.2 het proces van genen-recombinatie in schema voorstellen en hierbij het belang van de noodzakelijke enzymen duiden; 2.3 in dit schema het gebruik van markeergenen schetsen; 3.1 het praktische gebruik van PCR, RFLP en VNTR toelichten aan de hand van een schematische voorstelling; 3 Genetische identificatie via doelgerichte recombinanttechnieken 3.2 in principe beschrijven hoe genenkaarten tot stand komen; 3.3 het nut van mitochondriaal-dna bij verwantschapsonderzoek beschrijven;

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie

Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de klimaatexcursie Context 4: Omgeving en duurzame ontwikkeling. De leerlingen: 1. participeren aan milieubeleid en -zorg op school; 2. herkennen

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar BASISVORMING SPECIFIEK GEDEELTE Economie-wetenschappen Grieks-wetenschappen Latijn-wetenschappen Moderne talen-wetenschappen

Nadere informatie

TV Toegepaste biologie

TV Toegepaste biologie LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: TV Toegepaste biologie Specifiek gedeelte 2/2 lt/w Studierichting: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Sociale en technische wetenschappen Personenzorg TSO derde

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar BASISVORMING Studierichtingen: Economie-moderne talen Economie-wiskunde Grieks-Latijn Grieks-moderne talen Grieks-wiskunde

Nadere informatie

Onderwijsinspectie Vlaanderen

Onderwijsinspectie Vlaanderen 1. Doel practica in ASO, KSO en TSO Onderwijsinspectie Vlaanderen Hoe is het in de praktijk gesteld met het uitvoeren van leerlingenproeven? Het empirisch karakter van het vak tot uiting brengen Leerlingen

Nadere informatie

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1 Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De

Nadere informatie

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A

Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A Waar biologie de grens met ethiek raakt deel A An Quaghebeur Leraar biologie VLTI - Torhout Vakbegeleider biologie-natuurwetenschappen Bisdom Brugge 1 Waar biologie de grens met ethiek raakt Situering

Nadere informatie

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)?

Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept (stam + contexten)? Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED ASO STUDIERICHTING : ECONOMIE Hoe kan de school in het algemeen werk maken van het nieuwe concept

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Wat zijn OC's? Een eenvoudige definitie van OC is niet voorhanden. Op het internet vind je maar liefst 16 betekenissen voor 'onderzoek' en 31 voor 'competentie'!

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

Climate Clash. eindtermen

Climate Clash. eindtermen Climate Clash eindtermen 1 1. vakoverschrijdende eindtermen die van toepassing zijn tijdens de Climate Clash Tweede en derde graad Context 1: Lichamelijke gezondheid en veiligheid. De leerlingen: 5. maken

Nadere informatie

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL

ERFELIJKE INFORMATIE IN DE CEL DE CEL 1. INLEIDING... 3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA... 4 2.2. CELMEMBRAAN... 4 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan (eenheidsmembraan)...5 2.2.3. Transportmogelijkheden

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Structuren

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Chemie. Chemie. (Vervangt 97009) Onderwijsvorm: Graad: Jaar: Studiegebied: Optie(s)

SECUNDAIR ONDERWIJS TSO. derde graad. eerste en tweede leerjaar. Chemie. Chemie. (Vervangt 97009) Onderwijsvorm: Graad: Jaar: Studiegebied: Optie(s) SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: TSO Graad: derde graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Studiegebied: Chemie Optie(s) Chemie Vak(ken): TV Toegepaste biologie 1/1 lt/w Vakkencode: WW-L Leerplannummer:

Nadere informatie

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO

Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Gelijkwaardig verklaarde eindtermen natuurwetenschappen Voor de tweede graad ASO Federatie Steinerscholen Vlaanderen v.z.w. Gitschotellei 188 2140 Borgerhout Februari 2013 Gelijkwaardig verklaarde eindtermen

Nadere informatie

Examenprogramma biologie vwo

Examenprogramma biologie vwo Bijlage 4 Examenprogramma biologie vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Bijlage 3 Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 Schooljaar 2015-2016 E-mail: ka.wetteren@g-o.be atheneum@campuskompas.be Website: www.campuskompas.be/atheneum Scholengroep Schelde Dender

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Dynamisch evenwicht kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen

Nadere informatie

BIOTOOPSTUDIE HET BOS

BIOTOOPSTUDIE HET BOS BIOTOOPSTUDIE HET BOS DOELEN Met dit educatief pakket, ontwikkeld door de natuur- en milieueducatie dienst van de Provincie West-Vlaanderen worden belangrijke doelen en leerplandoelstellingen bereikt in

Nadere informatie

Examenprogramma biologie havo

Examenprogramma biologie havo Examenprogramma biologie havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A1 Vaardigheden Domein A2 Analyse

Nadere informatie

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41

3 Factoren die het watergehalte van organismen 40 bepalen. 3.1 Bepalende factoren voor watergehalte 40 3.2 Belang van water voor levende wezens 41 3 1 Functionele morfologie van de cel 1 De cel gezien door de lichtmicroscoop 06 2 De cel gezien door de elektronenmicroscoop 09 2.1 Bouw en functie van het eenheidsmembraan 10 2.2 Overzicht van de celorganellen

Nadere informatie

ASO. Bijzondere wetenschappelijke vorming. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. derde leerjaar. (vervangt 97385) Vak: AV Biologie 2 lt/w

ASO. Bijzondere wetenschappelijke vorming. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. derde leerjaar. (vervangt 97385) Vak: AV Biologie 2 lt/w LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: AV Biologie 2 lt/w Studierichting: Bijzondere wetenschappelijke vorming Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: ASO derde graad derde leerjaar Leerplannummer: 2007/087 (vervangt

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA

DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA DOELSTELLINGEN LESPAKKET OVERAL DNA HOE TE GEBRUIKEN Als leerkracht kun je kiezen hoe je dit lespakket gebruikt in de klas. Je kunt de verschillende delen los van elkaar gebruiken, afhankelijk van de beschikbare

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

ENERGIEOMZETTINGEN IN DE CEL

ENERGIEOMZETTINGEN IN DE CEL BOUW VAN DE CEL 1. INLEIDING... 3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA... 4 2.2. CELMEMBRAAN... 5 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan...5 2.2.3. Transportmogelijkheden

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem

Taalvaardigheid Preventie en remediëring. -betrokkenheid verhogende werkvormen creëren -een maximale -herformuleren de lln het probleem Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET LEREN LEREN EN GOK Voet@2010 leren leren en thema s gelijke onderwijskansen Socio-emotionele ontwikkeling (1ste graad)

Nadere informatie

DE CEL - SUBMICROSCOPISCH

DE CEL - SUBMICROSCOPISCH DE CEL - SUBMICROSCOPISCH 1. INLEIDING...3 2. ONDERDELEN VAN DE CEL...4 2.1. CYTOPLASMA...4 2.2. CELMEMBRAAN...5 2.2.1. Functies van het celmembraan...5 2.2.2. Bouw van het celmembraan...5 2.2.3. Transportmogelijkheden

Nadere informatie

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar

JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar JAARPLAN NATUURWETENSCHAPPEN tweede jaar DEEL 1 Organismen vormen een levensgemeenschap Hoofdstuk 1 Voedselrelaties Hoofdstuk 2 Foto DEEL 2 Organismen planten zich voort Hoofdstuk 1 Voortplanting bij bloemplanten

Nadere informatie

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs.

Eindtermen Natuurwetenschappen. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Voor de eerste graad van het secundair onderwijs. 11 januari 2010 MOTIVERING VOOR HET INDIENEN VAN VERVANGENDE EINDTERMEN NATUURWETENSCHAPPEN Een belangrijk onderscheid tussen de door de Vlaamse regering

Nadere informatie

1 Eindtermen. 1.1 Onderzoekend leren. 1.2 Wetenschap en samenleving

1 Eindtermen. 1.1 Onderzoekend leren. 1.2 Wetenschap en samenleving 1 Eindtermen Hieronder volgt een opsomming van eindtermen voor de tweede graad (nl. onderzoekend leren (eindtermen 1 t.e.m. 12), wetenschap en samenleving (eindtermen 13 t.e.m. 21) en attitudes (22* t.e.m.

Nadere informatie

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 1. Kennis maken met + gebruik maken van de natuurwetenschappelijke methode: 1. Probleem 2. Onderzoeksvraag 3. Hypothese 4. Verzamelen informatie,

Nadere informatie

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. Leerlijn ICT DERDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken

Nadere informatie

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover

Nadere informatie

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso)

STUDIEGEBIED CHEMIE (tso) (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad Techniek-wetenschappen Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting... Logisch denken Laboratoriumwerk

Nadere informatie

Fysica 2 e graad: Impuls & Pulsar

Fysica 2 e graad: Impuls & Pulsar Fysica 2 e graad: Impuls & Pulsar Onderzoekend leren Voor een graadleerplan fysica van één wekelijkse lestijd (in de 2 de graad). Minimum 2 lestijden leerlingenexperimenten per schooljaar (4 u voor de

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS KEUZEGEDEELTE

SECUNDAIR ONDERWIJS KEUZEGEDEELTE SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: A-stroom Graad: eerste graad Jaar: eerste leerjaar KEUZEGEDEELTE Vak(ken): AV Economie 1e lj: 2 lt/w Vakkencode: WW-s Leerplannummer: 2005/104 nieuw Eerste graad A-stroom

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

TV Elektriciteit/elektronica/centrale verwarming/sanitair BSO. Verwarmingsinstallaties. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS.

TV Elektriciteit/elektronica/centrale verwarming/sanitair BSO. Verwarmingsinstallaties. derde graad LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vak: TV Elektriciteit/elektronica/centrale verwarming/sanitair Specifiek gedeelte 2 lt/w Studierichting: Studiegebied: Onderwijsvorm: Graad: Leerjaar: Verwarmingsinstallaties

Nadere informatie

AVL-nascholing NW02. KU Leuven

AVL-nascholing NW02. KU Leuven Toelichtingen en praktische didactische tips bij de leerplandoelstellingen genetica in het Leerplan D/2017/13.758/009 Aardrijkskunde/Natuurwetenschappen 3 graad kso/tso; sept 2017: Leerplan van het Secundair

Nadere informatie

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo)

Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Leerlijn Biologie inhouden (PO-havo/vwo) Voor meer informatie zie: Kerndoelen onderbouw Vakportaal Mens & maatschappij Vakportaal Natuur & techniek kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo

Nadere informatie

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding:

3 LEERPLANDOELEN. De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: 3 LEERPLANDOELEN Algemeen streefdoel De katholieke basisschool stelt zich als algemeen streefdoel voor mediaopvoeding: De leerlingen kunnen op een behendige, zelfredzame en kritische manier participeren

Nadere informatie

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten

Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Aanbod natuur & avontuur en de eindtermen: informatie voor leerkrachten Beste leerkracht, De missie van de Hoge Rielen is om ruimte te scheppen voor het opdoen van nieuwe ervaringen, te ontdekken, te activeren

Nadere informatie

Aansluiting op het actuele curriculum (2014)

Aansluiting op het actuele curriculum (2014) Aansluiting op het actuele curriculum (2014) De verschillende modules van GLOBE lenen zich uitstekend om de leerlingen de verschillende eindtermen en kerndoelen aan te leren zoals die zijn opgesteld door

Nadere informatie

Kennismaking met natuurwetenschappen

Kennismaking met natuurwetenschappen Kennismaking met natuurwetenschappen 1 De natuurwetenschappen 5 1.1 De natuurwetenschap en de levende natuur 7 1.2 De natuurwetenschap en de niet-levende natuur 8 1.3 De natuurwetenschappelijke methode

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Schuilt er een onderzoeker in jou?

Schuilt er een onderzoeker in jou? Schuilt er een onderzoeker in jou? Bijlage: Lesdoelen en leerplandoelen INHOUD 1 Eerste kennismaking met Inagro en zijn activiteiten... 3 1.1 Lesdoelen... 3 1.2 Leerplandoelen... 3 1.2.1 Leerplan wereldoriëntatie

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Moderne Talen AO AV 006 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 28 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie AO AV 002 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules... 5 1.2 Plaats

Nadere informatie

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. WIE? WAT? WAAROM? HUMANE wetenschappen Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde. HUM WET IS HET IETS VOOR MIJ? HUMANE WETENSCHAPPEN VISIE Van leerlingen Humane wetenschappen

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Economie - Wiskunde AO AV 007 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO3 AO AV 008 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte beschrijving... 5 1.1.1 Inhoud... 5 1.1.2 Modules...

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek

kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en en ontwikkelingsdoelen techniek 1 kleuteronderwijs lager onderwijs secundair onderwijs 1 ste graad A- stroom en B-stroom eindtermen en ontwikkelingsdoelen techniek 2 Ontwikkelingsdoelen techniek Kleuteronderwijs De kleuters kunnen 2.1

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING. Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen - Wiskunde AO AV 011 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 26 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1: Opleiding...

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wetenschappen AO AV 009 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

BZL-groeipad BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN. Algemeen. Diocesane Pedagogische Begeleiding Bisdom Gent Werkgroep BZL

BZL-groeipad BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN. Algemeen. Diocesane Pedagogische Begeleiding Bisdom Gent Werkgroep BZL BEGELEID ZELFSTANDIG LEREN Diocesane Pedagogische Begeleiding Bisdom Gent Werkgroep BZL 2005-2006 BZL-groeipad Algemeen Er is veel beweging in de opvattingen over leren. De accentverschuiving van kennisverwerving

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

ONDERZOEKSCOMPETENTIES

ONDERZOEKSCOMPETENTIES Naam: Nummer: JVR-Kollege Forumlaan 4 1020 Laken Klas: 4GR 4GL 4LA 4LB1 4LB2 2 e 3 e trimester ONDERZOEKSCOMPETENTIES KLASSIEKE TALEN TWEEDE GRAAD Lkr.: D. Cannaerts E. Duyck J. Thomas K. Van Bouchaute

Nadere informatie

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek

Verslag over de opvolgingsdoorlichting van het Don Bosco-Instituut ASO/TSO/BSO te Dilbeek Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL doorlichtingssecretariaat@ond.vlaanderen.be www.onderwijsinspectie.be Verslag

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde vwo

Examenprogramma scheikunde vwo Examenprogramma scheikunde vwo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Stoffen

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Humane Wetenschappen ASO2 AO AV 003 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding...

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 24 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5 1.1 Korte

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Moderne Talen - Wiskunde AO AV 010 Versie 1.0 BVR Pagina 1 van 27 Inhoud Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap 23 november 2006 1 Deel 1 Opleiding... 5

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep informatica In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep informatica. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Instandhouding kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor

Nadere informatie

Eindtermen Techniek De leerlingen onderzoeken waarneembare eigenschappen van courante materialen en grondstoffen i.f.v. een technisch proces.

Eindtermen Techniek De leerlingen onderzoeken waarneembare eigenschappen van courante materialen en grondstoffen i.f.v. een technisch proces. Eindtermen Techniek Inzicht ontwikkelen in technische systemen en processen en hun relatie tot verschillende technologische domeinen en tot andere domeinen (wetenschappen, wiskunde ). 6.35 De leerlingen

Nadere informatie

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming

VOET EN WISKUNDE. 1 Inleiding: Wiskundevorming Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat, 00 Brussel VOET EN WISKUNDE Inleiding: vorming Een actuele denkwijze over wiskundevorming gaat uit van competenties. Het gaat om een

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding.

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep technologische opvoeding. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep TO. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan

Nadere informatie

Juli blauw Biologie Vraag 1

Juli blauw Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Juli geel Biologie Vraag 1

Juli geel Biologie Vraag 1 Biologie Vraag 1 Bij bijen komt parthenogenese voor. Dit is de ontwikkeling van een individu uit een onbevruchte eicel. Bij bijen ontstaan de darren (mannelijke bijen) parthenogenetisch. De koningin en

Nadere informatie

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage

Nadere informatie

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO

19/12/2010. Vakconcept LO. Soorten ET/OD. Vakgebonden ET/OD LO. Vakconcept LO. Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen. Regiovergaderingen LO Eindtermen/Ontwikkelingsdoelen In 1993 door overheid ingevoerd Algemene, kwalitatieve doelen die aangeven wat leerlingen van een bepaalde leeftijd en onderwijsvorm moeten bereiken (ET) of nastreven (OD)

Nadere informatie

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad...

Studiegebied. (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen. Derde graad... Studiegebied (tso) Tweede graad... Techniek-wetenschappen Derde graad... Techniek-wetenschappen STUDIEGEBIED CHEMIE Studierichting Techniek-wetenschappen de graad Een woordje uitleg over de studierichting...

Nadere informatie

Leerdoelen en kerndoelen

Leerdoelen en kerndoelen Leerdoelen en kerndoelen De leerdoelen in de leerlijn vallen in het leerdomein Oriëntatie op jezelf en de wereld. Naast de gebruikelijke natuur en milieukerndoelen (kerndoelen 39, 40 en 41) zijn ook de

Nadere informatie

Nanotechnologie lespakket Inhoud, situering, doelgroep en doelstellingen

Nanotechnologie lespakket Inhoud, situering, doelgroep en doelstellingen Nanotechnologie lespakket Inhoud, situering, doelgroep en doelstellingen 1 Doelstelling Dit lespakket wil via een actueel en vernieuwend thema interesse wekken van leerlingen voor vakken als wetenschap

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Secundair onderwijs - Tweede graad ASO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke eindtermen voor wetenschappen Gemeenschappelijke eindtermen gelden voor het geheel van de wetenschappen.

Nadere informatie

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies

Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs. Reina Kuiper - SME Advies Citizen science Waterkwaliteit en de aansluiting bij het onderwijs Reina Kuiper - SME Advies Inhoud Onderwijsontwikkeling Relevante vakken Kerndoelen Begrippen en concepten Waarde voor het onderwijs Onderwijsontwikkeling

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ALGEMENE INFORMATIE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester

Nadere informatie

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen

Pre-Academisch Onderwijs. Ontwikkelingslijnen en leerdoelen Pre-Academisch Onderwijs Ontwikkelingslijnen en leerdoelen LEERDOELEN PER ONTWIKKELINGSLIJN Ontwikkelingslijn 1: De leerling ontwikkelt een wetenschappelijke houding 1.1 De leerling ontwikkelt een kritische

Nadere informatie

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN

WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN WAAROM ETEN WE WAT WE ETEN? EINDTERMEN EN LEERPLANNEN Vakgebonden eindtermen A Vrij gesubsidieerd onderwijs VVKSO Leerplan 3 e graad secundair onderwijs AV Nederlands ASO/TSO/KSO LICAP- Brussel D/2006/0279/008

Nadere informatie

Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs

Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs Visietekst rond de samenwerking tussen het basisonderwijs en het secundair onderwijs Inleiding: De pedagogische begeleiding heeft voor volgende jaren de samenwerking tussen BaO en SO als prioriteit gekozen.

Nadere informatie

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG

DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG DOELSTELLINGEN EN VOET VAN COUDENBERG TOT KUNSTBERG 2 DE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS - ASO - De volgende doelstellingen en VOET komen aan bod. Aangezien de leerlingen in groepjes worden onderverdeeld, onderzoek

Nadere informatie

Examenprogramma scheikunde havo

Examenprogramma scheikunde havo Examenprogramma scheikunde havo Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het schoolexamen. Het examenprogramma bestaat uit de volgende domeinen: Domein A Vaardigheden Domein B Kennis

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands

Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands Mogelijke opdrachten voor een vakwerkgroep Nederlands In kolom 1 vind je 66 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Nederlands. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan met

Nadere informatie

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar. Basisvorming en specifiek gedeelte. Wetenschappen Wetenschappen-topsport. (vervangt 2002/034)

SECUNDAIR ONDERWIJS. eerste en tweede leerjaar. Basisvorming en specifiek gedeelte. Wetenschappen Wetenschappen-topsport. (vervangt 2002/034) SECUNDAIR ONDERWIJS Onderwijsvorm: ASO Graad: tweede graad Jaar: eerste en tweede leerjaar Basisvorming en specifiek gedeelte Wetenschappen Wetenschappen-topsport Vak(ken): AV Biologie 2/2 lt/w Leerplannummer:

Nadere informatie

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4

Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen. Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester 4 ECTS-FICHE MODULE Didactische competentie algemeen (DCA) A. Algemeen Situering binnen het programma Periode binnen het tweejarige modeltraject Theorie X Praktijk Semester 1 X Semester 2 Semester 3 Semester

Nadere informatie

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1

BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.10.1 BIOLOGIE VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.10.1 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

ICT-visie GBS Linden

ICT-visie GBS Linden ICT-visie GBS Linden 1. Algemene inleiding en context Onze school situeert zich in de dorpskern van Linden, Martelarenplaats 1 3210 Linden en telt 420 leerlingen van de peuterklas tot het zesde leerjaar.

Nadere informatie

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek.

Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek. Mogelijke opdrachten voor een vakgroep techniek. In kolom 1 vind je 61 items waaraan je eventueel kan werken in de vakgroep Techniek. Ze zijn ingedeeld in 8 categorieën. Duid in kolom 2 aan welke items

Nadere informatie

Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven

Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven opdracht sociaal-wetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken (competentie 1) Tweede graad medeleerlingen en leeftijdgenoten)

Nadere informatie

Help! Ik moet op onderzoek!

Help! Ik moet op onderzoek! Help! Ik moet op onderzoek! SETOC realiseren in SO. Jan Gilté Basispatroon Op basis van informatie waarover je beschikt en die je afweegt, keuzes maken en beslissingen nemen. Onderzoek: wat?? Onderzoek

Nadere informatie