Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen"

Transcriptie

1 Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 7 juli 2015 Beslissingen i.v.m. studietwistingen Rolnr. 2015/034-7 juli Rolnr. 2015/035-7 juli Rolnr. 2015/036-7 juli Rolnr. 2015/048-7 juli Rolnr. 2015/049-7 juli Rolnr. 2015/051-7 juli Rolnr. 2015/059-7 juli

2 Rolnr. 2015/034 7 juli 2015 Rolnr. 2015/034-7 juli 2015 Inzake... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 7 juli Noch de verzoekende, noch de verwerende partij werden gehoord. De Raad heeft de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de examenbeslissing d.d. 12 februari 2015 waarbij de verzoekende partij een 9,4/20 werd toegekend als score voor het opleidingsonderdeel Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar ingeschreven in de bachelor Architectuur. Het beroep betreft de examenbeslissing van 12 februari 2015 voor het opleidingsonderdeel Verzoekende partij stelde geen intern beroep in bij de onderwijsinstelling Bij aangetekend schrijven van 23 februari 2015 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden De Raad stelt vast dat verzoekende partij het intern beroep niet ingesteld en uitgeput heeft. De Raad stelt vast dat conform artikel II.285 Codex Hoger Onderwijs een beroep bij de Raad slechts ontvankelijk is na uitputting van de interne beroepsprocedure. Het feit dat verzoekende partij stelt dat zij de kans niet heeft gehad door een misleidende communicatie van de verwerende partij kan dit gebrek niet verschonen. De student moet zelf de nodige stappen zetten om het intern beroep tijdig in te stellen. De Raad merkt ten overvloede op dat de beroepsmodaliteiten normaliter in uitvoering van artikel 35 van het Openbaarheidsdecreet staan vermeld op het officieel puntenrapport dat de student ontvangt bij de proclamatie. Is dit niet het geval kan de student nog steeds rechtsgeldig een interne beroepsprocedure opstarten omdat de vervaltermijn van vijf kalenderdagen bijgevolg niet is aangevangen. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 2

3 Rolnr. 2015/034 7 juli 2015 Het bij de Raad ingestelde beroep is niet ontvankelijk. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... onontvankelijk is. De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 7 juli 2015 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Karla Van Lint Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Melissa Thijs Freya Gheysen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 3

4 Rolnr. 2015/035 7 juli 2015 Rolnr. 2015/035-7 juli 2015 Inzake... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 7 juli Gehoord werd: - de verzoekende partij:... Nadat de Raad de verzoekende partij heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de examenbeslissing d.d. 3 februari 2015 waarbij de verzoekende partij een 8/20 werd toegekend als score voor het opleidingsonderdeel... en tegen de beslissing van de interne beroepscommissie genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ontvankelijk doch ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar ingeschreven in de opleiding Master TEW bedrijfskunde. Het beroep betreft de examenbeslissing van 3 februari 2015 voor het opleidingsonderdeel Verzoekende partij stelde op datum van 8 februari 2015 een intern beroep in bij interne beroepsinstantie van de onderwijsinstelling Bij beslissing van de interne beroepsinstantie op datum van 18 februari 2015 werd het intern beroep ontvankelijk doch ongegrond verklaard. De interne beroepsbeslissing stelt dat de verzoekende partij geen of onvoldoende argumenten aangehaald heeft om het behaalde en vastgestelde eindcijfer aan te passen. Ze wijst erop dat de studente in haar beroep focust op drie examenvragen (3b, 4b en 6) waarbij ze telkens 0 op 2 punten scoorde. Wat vraag 3b betreft, wordt aangegeven door de docent dat het antwoord op meerdere punten onvoldoende en onjuist is. Volgens de docent is een deel van het antwoord naast de kwestie, en zelfs verkeerd. Bij vraag 4b heeft de studente een long call uitgewerkt en niet de gevraagde short call. In de cursus staat een long call vermeld, maar dan als antwoord op een andere vraag. De docent stelt dat op het examen gepeild wordt naar inzicht in de cursusmaterie en niet naar het reproduceren van wat er in de cursus vermeld staat. Hij wijst er bovendien op dat er enkel punten toegekend worden voor het correcte antwoord op de daadwerkelijke vraag. Ook voor vraag 6 konden geen punten toegewezen worden aan het gegeven antwoord. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 4

5 Rolnr. 2015/035 7 juli 2015 De beslissing op intern beroep werd bij van 18 februari 2015 aan verzoekende partij overgemaakt Bij aangetekend schrijven van 23 februari 2015 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 23 februari 2015 tegen de beslissing op intern beroep van 18 februari Verzoekende partij heeft op 18 februari 2015 kennis gekregen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu ten vroegste vanaf 19 februari Het beroep van 23 februari 2015 werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. na 3. Voorwerp van het verzoekschrift De Raad beslist dat het beroep van verzoekende partij ontvankelijk is voor zover het de beslissing op intern beroep betreft. 5. Grond van de zaak 5.1. Uit het verzoekschrift kan worden opgemaakt dat de verzoekende partij zich in een enig middel beroept op de schending van het redelijkheidsbeginsel, gecombineerd met het motiveringsbeginsel Argumenten van de partijen De verzoekende partij stelt dat de beslissing van de interne beroepscommissie een deel van de door haar aangehaalde argumenten genegeerd heeft. Wat de argumenten betreft die de interne beroepscommissie wel bespreekt, wijst de verzoekende partij erop dat dit slechts zeer summier gebeurt, en dat bepaalde argumentatie ook niet tegengesproken wordt. De verzoekende partij geeft de argumenten weer per examenvraag. Voor vraag 3b stelt ze dat deze vraag onterecht als foutief gecorrigeerd werd, aangezien het gegeven antwoord wel overeenkwam met de cursus. Ze merkt op dat ze dit reeds tijdens het inzagemoment d.d. 5 februari 2015 gemeld had, waarna de docent aangaf dat het antwoord gedeeltelijk juist was en dat het daardoor een score van 1/2 waard was. De verzoekende partij meldt dat er geen materiële bewijzen zijn van dit gesprek, maar dat dit argument ook in het intern beroep aangehaald werd. Zij stelt dan ook dat als ze hierover gelogen zou hebben, dit zou tegengesproken worden in de motivering van de docent voor de interne beroepscommissie. Bovendien beschouwt de interne beroepscommissie het antwoord op deze vraag als volledig foutief zonder dat er, volgens de verzoekende partij, een redelijke verklaring gegeven werd. Doordat het juiste antwoord op deze vraag niet weergegeven wordt, is het voor de verzoekende partij overigens niet duidelijk waarom het antwoord naast de kwestie is. Ze wijst erop dat het door haar gegeven antwoord wel overeenkomt met de cursus. Ze merkt op dat de verbetering subjectief en onredelijk is vermits het gegeven antwoord tijdens het inzagemoment wel juist is, maar nadien als naast de kwestie en verkeerd beoordeeld wordt. Vervolgens wijst de verzoekende partij er nog op dat er met het gebruik van het woord zeker in het antwoord de overtuiging van een persoon bedoeld wordt en niet de absolute zekerheid, zoals vooropgesteld wordt door de interne beroepscommissie. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 5

6 Rolnr. 2015/035 7 juli 2015 Wat vraag 4b betreft, werpt de verzoekende partij op dat de vraagstelling dubbelzinnig was en dat ze op twee manieren geïnterpreteerd kon worden (een long call optie of een short call optie). Ze verwijst naar de motivatie van de docent voor de interne beroepscommissie die stelt dat op het examen gepeild wordt naar inzicht in de examenmaterie en niet naar het reproduceren van wat in de cursus staat. De verzoekende partij merkt op dat de docent erop wil wijzen dat ze zelf de juiste interpretatie van de vraag moet bepalen. Ze stelt dat in de cursus een long call optie uitgewerkt werd, zodat ze de vraag dus zou moeten interpreteren op zo een manier dat ze niet in de cursus stond. De verzoekende partij merkt op dat de eerste vraag op het examen letterlijk vroeg naar een formule uit de cursus, zonder dat er bijkomende uitleg en/of inzicht in de examenmaterie gevraagd werd. Daardoor vindt de verzoekende partij het niet onredelijk om een interpretatie van vraag 4b te veronderstellen die wel in de cursus stond. Vervolgens merkt de verzoekende partij nog op dat het zeer onredelijk is om een score van 0/2 toe te kennen, aangezien het gegeven antwoord erop wijst dat de leerstof wel gekend is, en dat het enige probleem de dubbelzinnigheid van de vraag was. De short call optie kon immers ook gegeven worden vermits deze sterk lijkt op de, op het examen uitgewerkte, long call optie. Volgens de verzoekende partij werd tijdens het intern beroep het argument van de dubbelzinnige vraag ook aangehaald, maar werd dit niet tegengesproken door de interne beroepscommissie. Ten slotte geeft de verzoekende partij de argumenten weer met betrekking tot vraag 6. Ze werpt op dat de term waar de vraag over handelt geen leerstof was. Ze geeft aan dat dit argument niet tegengesproken werd door de commissie. De verzoekende partij merkt op dat ze bij indienen van het intern beroep bijkomende uitleg heeft gegeven inzake het antwoord op deze vraag, doch de beslissing van de interne beroepscommissie maakt hier geen gewag van. Ze wijst erop dat ze deze uitleg niet op het examen zelf gegeven had als antwoord op de vraag. Er werd immers op aangedrongen om zo bondig mogelijk te antwoorden, en vraag 1 waar letterlijk een formule uit de cursus het antwoord was wees er ook op dat er zo kort mogelijke antwoorden verwacht werden. Verwerende partij heeft haar argumenten eveneens per examenvraag geschikt. Zo stelt ze dat het antwoord op vraag 3b fout is. Het is volgens de verwerende partij onjuist wanneer de verzoekende partij stelt dat het antwoord verkeerd zou zijn door een verkeerde interpretatie van het woord zeker. Het antwoord is immers totaal naast de kwestie. Daarnaast benadrukt de verwerende partij dat de verzoekende partij de Raad tracht te misleiden door te stellen dat haar antwoord overeenkomt met de cursus. Het uittreksel dat de verzoekende partij toevoegt is enkel een tekst i.v.m. futures daar waar de vraag betrekking heeft op de vergelijking tussen futures en opties. Ook het antwoord op vraag 4b is volgens de verwerende partij foutief. De student heeft immers als antwoord de vergelijking en het grafisch profiel van een long call uitgewerkt en niet de gevraagde short call. Bovendien erkent de verzoekende partij dit zelf. De verwerende partij gaat daarnaast in op het argument van de verzoekende partij dat de vraagstelling dubbelzinnig zou zijn. De verwerende partij stelt dat uit de redenering van de verzoekende partij afgeleid kan worden dat zij dit vindt omdat in de cursus een long call uitgewerkt werd (en niet de gevraagde short call). De verwerende partij benadrukt dat er op het examen vragen gesteld worden die peilen naar inzicht zodat wanneer de vraag spreekt van een verkochte call een letterlijke overname van een gekochte call, zoals in de cursus uitgewerkt, niet ook goed kan zijn. Ze werpt daarbij op dat het evident is dat de principes, zoals vermeld in de cursus, gebruikt moeten worden, maar nooit het blindelings overnemen van iets dat een correct antwoord kan zijn, maar dan wel op een andere vraag. Het feit dat verzoekende partij vindt dat ze mocht veronderstellen dat ze letterlijk moest overnemen omdat het antwoord op een andere vraag ook letterlijk in de cursus stond, houdt volgens de verwerende partij geen steek. Vervolgens werpt de verwerende partij op dat het op vraag 6 eveneens fout is. Het feit dat de verzoekende partij in haar beroep nog verdere uitleg en bronnen toevoegt doet niets ter zake vermits er enkel voortgegaan kan worden op wat ze als antwoord opgeschreven heeft. Ten slotte benadrukt de verwerende partij dat het een schriftelijk examen betreft en dat bij de quotering enkel rekening gehouden kan worden met wat zwart op wit opgeschreven staat, Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 6

7 Rolnr. 2015/035 7 juli 2015 al het overige is uiteindelijk niet pertinent. Volgens de verwerende partij mogen studenten zeker bondig antwoorden, maar bondigheid mag geen middel zijn om vaag, incorrect, naast de kwestie, te antwoorden om op die manier de eigen onvoldoende kennis te camoufleren. Bovendien is de algemene indruk van gans het examen zwak. De verwerende partij vindt bijgevolg dan ook dat de bestreden beslissing afdoende gemotiveerd alsook niet kennelijk onredelijk is Beoordeling door de Raad De grief van verzoekende partij komt er in eerste instantie op neer dat zij vindt dat de interne beroepsinstantie onvoldoende heeft geantwoord op de vragen en opmerkingen die zij heeft geformuleerd wat de quotering betreft op drie vragen 3b, 4b en 6 van het examen waarop zij telkens een score van 0/2 heeft behaald. Aangezien het een kennisexamen betreft, volstaat de quotering in beginsel als motivatie van het antwoord. Indien nodig kan aan de hand van de vragen en antwoorden worden nagegaan of de toegekende punten wel correct zijn. Verder is de plicht tot formele motivering die rust op de instelling in het kader van het intern beroep niet in die mate dat de instelling op alle ingeroepen motieven of loutere beweringen dient te antwoorden. Het volstaat dat de opgegeven motieven de beslissing kunnen dragen. De Raad acht het wel belangrijk dat op duidelijk gestelde vragen die rechtstreeks de betwisting van het examenresultaat betreffen ook een antwoord wordt geformuleerd. In casu mag verzoekende partij verwachten dat de verwerende partij op de betwiste vragen het correcte antwoord meedeelt en uitlegt waarom het antwoord van de verzoekende partij op de betreffende vragen faalt. De Raad stelt vast op basis van de stukken van het dossier dat in de beslissing op intern beroep wel wordt concreet ingegaan op de vraag om uitleg over de quotering van de gegeven antwoorden en dat de verbetering voor de drie betwiste vragen per vraag wordt becommentarieerd. Verzoekende partij heeft tijdens het inzagemoment ook een uitgebreide bespreking gehad met de docent waarvan een gedeeltelijke neerslag te vinden is in haar intern beroepschrift. In de loop van de procedure wordt door de verwerende partij eveneens de examenkopij (reeds ingezien door de verzoekende partij) en de antwoordsleutel van de docent aan de Raad en de verzoekende partij bezorgd. Verzoekende partij stelt verder ook dat de quotering van de docent, met name: een 0/2 op de verschillende vragen kennelijk onredelijk is. De Raad herinnert eraan dat hij zijn appreciatie over de verdiensten van de verzoekende partij niet in de plaats kan stellen van de bevoegde instanties van de onderwijsinstelling. De Raad gaat evenwel na of de bestreden beslissingen niet onregelmatig tot stand zijn gekomen en of ze niet kennelijk onredelijk zijn. Bij de meeste vormen van evaluatie in casu een schriftelijk examen met open vragen, is er ruimte voor persoonlijke appreciatie wat de toekenning van de punten betreft gelet op de veronderstelde deskundigheid van de evaluator. Enkel wanneer blijkt dat de evaluatie niet volgens de vooropgestelde criteria is verlopen of kennelijk onredelijk is zal de Raad tussenkomen. In casu bestaat er geen betwisting over de naleving van de evaluatiecriteria maar wordt de redelijkheid van de quotering van 0/2 op drie vragen in het licht van de gegeven antwoorden betwist. De verzoekende partij betwist specifiek de vraagstelling en de in functie daarvan door haar gegeven antwoorden voor de hiernavolgende vragen. Voor vraag 3b stelt verzoekende partij ten eerste dat deze vraag onterecht als foutief gecorrigeerd werd. Zij heeft wel degelijk het antwoord gegeven uit de cursus. Zij vraagt zich af wat dan het correcte antwoord is op de gegeven vraag. Zij verwijst ook naar het inzagemoment tijdens hetwelk de docent haar heeft meegedeeld dat haar redenering wel klopt en zij in fine een score van 1/2 heeft verdiend. De Raad stelt vast dat in het intern beroepschrift concreet wordt aangegeven dat het gegeven antwoord niet het correcte antwoord op de gestelde vraag is, maar op meerdere punten Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 7

8 Rolnr. 2015/035 7 juli 2015 verkeerd is (vb. futures een standaardkarakter hebben en daardoor gemakkelijker verhandelbaar zijn (dan opties) ). Verder maakt verwerende partij in haar antwoordnota duidelijk dat het antwoord van verzoekende partij uit een ander deel van de cursus komt waar niet wordt ingegaan op de opties maar enkel de futures worden besproken. Dit blijkt ook uit het bijgevoegde cursusdeel. Uit de neerslag van de nabespreking op 5 februari 2015 met de docent, welke de verzoekende partij in haar intern beroepschrift heeft opgenomen, blijkt verder dat zij wel op de hoogte is van het antwoord dat de docent verwachtte op deze vraag. Verzoekende partij citeert het antwoord en schrijft dat het door haar gegeven antwoord een logische afleiding is van dezelfde redenering van de professor. Wat de bewering betreft dat de docent tijdens de nabespreking meegedeeld heeft dat zij een score van 1/2 verdiende stelt de Raad vast dat verzoekende partij zelf aangeeft dat zij van deze bewering geen materieel bewijs kan neerleggen. Op basis van deze loutere bewering kan de Raad niet besluiten dat de docent subjectief heeft gehandeld en de normale grenzen van zijn beoordelingsbevoegdheid te buiten is gegaan. De Raad is van oordeel dat de gegeven score van 0/2 op vraag 3b wellicht streng maar niet kennelijk onredelijk is. Wat vraag 4b betreft, werpt de verzoekende partij op dat de vraagstelling dubbelzinnig was en dat zij redelijkerwijze ervan kon uitgaan dat het correcte antwoord een long call was gezien dit in de cursus was opgenomen. De Raad moet verwerende partij hier bijtreden. De argumentatie van verzoekende partij overtuigt niet. Het correcte antwoord was een short call, wat verzoekende partij ook niet tegenspreekt. Van een masterstudent kan verwacht worden dat een vraag niet peilt naar wat letterlijk in de cursus staat maar een correct antwoord een dieper inzicht in de materie vraagt van de student. Voor een verkeerd antwoord is een score van 0/2 niet kennelijk onredelijk. Wat vraag 6 betreft stelt verzoekende partij dat de vraag geen deel uitmaakt van de cursus. Zij wijst ook op de bijkomende uitleg die zij tijdens het inzagemoment aan de docent meedeelde en waar geen rekening mee werd gehouden. Ook hier moet de Raad verwerende partij bijtreden. Het gegeven dat de term Quantitative easing (tapering) in de vraag geen deel uitmaakt van de cursus en dat hierdoor het onmogelijk was om te weten welk antwoord er precies verwacht werd, wordt niet voldoende concreet aangetoond zodat de Raad hier geen rekening kan mee houden. In de beslissing op intern beroep wordt verder duidelijk aangegeven waarom het antwoord van verzoekende partij niet correct is een bedrijf heeft geen QE nodig om zijn kapitaalstructuur te optimaliseren en wat er ontbreekt hoe dan wel de relatie tussen beide werkt?. Het feit dat verzoekende partij deze uitleg nadien bij de nabespreking geeft en bijkomend nog verwijst naar bronnen kan het onvolledige antwoord op het examen niet retroactief goedmaken. Een score van 0/2 lijkt in het licht van het voorgaande niet kennelijk onredelijk. De Raad is binnen de grenzen van zijn bevoegdheid van oordeel op basis van hoger weergegeven overwegingen dat de verzoekende partij onvoldoende aantoont dat de prestaties op kennelijk onredelijke wijze zouden zijn geëvalueerd. De beslissing is eveneens afdoende gemotiveerd. Het middel is niet gegrond 5.2. Het bij de Raad ingestelde beroep is niet gegrond. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... ontvankelijk maar niet gegrond is. De examenbeslissing en de beslissing van de examencommissie genomen in het kader van het intern beroep blijven gehandhaafd. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 8

9 Rolnr. 2015/035 7 juli 2015 De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 7 juli 2015 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Karla Van Lint Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Melissa Thijs Freya Gheysen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 9

10 Rolnr. 2015/036 7 juli 2015 Rolnr. 2015/036-7 juli 2015 Inzake... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 7 juli Noch verzoekende partij, noch verwerende partij werden gehoord. De Raad heeft de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de examenbeslissing waarbij de verzoekende partij voor het opleidingsonderdeel... een 11/20 werd toegekend en tegen de beslissing van de examencommissie genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ontvankelijk en deels ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar ingeschreven in de master-namaster maritieme wetenschappen. Het beroep betreft de examenbeslissing van de examencommissie voor het opleidingsonderdeel Verzoekende partij stelde op datum van 8 februari 2015 een intern beroep in bij voorzitter van de examencommissie van de onderwijsinstelling. Het intern beroep van de verzoekende partij betrof twee punten: Een betwisting wat de optelling van de punten betreft; Een betwisting wat betreft de beoordeling van het antwoord op vraag Bij beslissing van de examencommissie op datum van 10 februari 2015 in bijzondere zitting bijeengekomen werd het intern beroep ontvankelijk en deels ongegrond verklaard. De examencommissie heeft bevestigd dat er een materiële vergissing was begaan wat de optelling van de resultaten betreft. Verzoekende partij heeft een score van 11/20 behaald in plaats van het eerder vastgestelde cijfer van 8/20. Wat de quotering op vraag 1 betreft stelde de interne beroepsbeslissing dat de beoordeling correct is verlopen. De vraag waarop de student focust in zijn beroep werd gequoteerd op 4 punten. Het eerste gedeelte van deze vraag (op 2 punten) werd correct beantwoord zodat de student voor dit onderdeel reeds 2 punten kreeg toegekend. Het antwoord op het tweede gedeelte van deze vraag (eveneens op 2 punten) diende te verwijzen naar twee zaken: het gebruik van tijd in plaats van afstand en kosten in plaats van afstand. Daar de student in zijn Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 10

11 Rolnr. 2015/036 7 juli 2015 antwoord enkel naar het gebruik van tijd verwijst, behaalde hij op dit gedeelte met zijn antwoord 1 op 2, en dus in totaal een 3 op 4 voor deze vraag. De beslissing op intern beroep werd op 16 februari 2015 aan verzoekende partij overgemaakt Bij aangetekend schrijven van 23 februari 2015 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 23 februari 2015 tegen de beslissing op intern beroep van 10 februari Verzoekende partij heeft ten vroegste op 16 februari 2015 kennis gekregen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu vanaf 17 februari De laatste dag om in beroep te gaan betreft 21 februari Gezien dit een zaterdag is, wordt de vervaltermijn automatisch verlengd tot maandag 23 februari Het beroep van 23 februari werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. 5. Grond van de zaak 5.1. Uit het verzoekschrift kan worden opgemaakt dat de verzoekende partij zich in een enig middel beroept op de schending van het redelijkheidsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel in samenhang met het motiveringsbeginsel Argumenten van de partijen Verzoekende partij stelt in essentie dat het verwachte antwoord op de examenvraag geen antwoord is op de gestelde vraag ( Geef 2 redenen waardoor de gebruikte waarden in de berekeningen in sommige gevallen verschillen van de afstanden in kilometer? ). Zij stelt dat het antwoord op deze vraag volgens de verbetersleutel het gebruik van tijd in plaats van afstand & kosten in plaats van afstand diende te zijn. Volgens verzoekende partij raakt deze zin kant noch wal en kan deze dan ook niet het antwoord op de vraag zijn. Zij stelt dat tijd in plaats van afstand en kosten in plaats van afstand criteria zijn waarop men een waarde kan baseren, maar geen redenen om in de berekening de waarden te laten verschillen van de afstanden in kilometer. Volgens verzoekende partij zijn redenen om in de berekening de waarden te laten verschillen van deze gebaseerd op de afstanden in kilometer bijvoorbeeld het gebruik van een tolweg, congestie op een weg, het aantal controles op een weg, fileleed Volgens hem zorgen deze er immers voor dat er naast de afstandsfactor ook een tijds- en/of kostenfactor dient te worden opgenomen in de gebruikte waarden. Bovendien stelt verzoekende partij dat men uit de vraag niet kan afleiden dat men een reden uit de tijdscategorie en een reden uit de afstandscategorie in het antwoord verwacht terug te vinden. Zij is dan ook van mening dat er geen motivatie mogelijk is om punten af te trekken omdat zij in haar antwoord twee redenen uit de tijdscategorie opgeeft. Tenslotte stelt verzoekende partij dat de zin tijd in plaats van afstand en kosten in plaats van afstand twee redenen zijn waardoor de gebruikte waarden in de berekeningen in sommige gevallen verschillen van afstanden in kilometer taalkundig incorrect is en dus nooit het antwoord op de vraag kan zijn. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 11

12 Rolnr. 2015/036 7 juli 2015 Verwerende partij stelt dat de examencommissie contact heeft opgenomen met de docent van het opleidingsonderdeel met vraag naar informatie over de examenvraag en het betwiste antwoord. De docent heeft de examencommissie de volledige examenvraag met antwoord bezorgd en de examencommissie heeft dit vergeleken met het antwoord van verzoekende partij. De verwerende partij merkt op dat de examencommissie na zorgvuldig onderzoek met betrekking tot de samenstelling van het eindcijfer tot de conclusie kwam dat er geen of onvoldoende argumenten zijn om het behaalde en vastgestelde eindcijfer aan te passen. Volgens de verwerende partij werd deze beslissing voldoende gemotiveerd Beoordeling door de Raad De Raad herinnert eraan dat het hem niet toekomt om zijn appreciatie over de verdiensten van de verzoekende partij in de plaats te stellen van die van de bevoegde instanties van de onderwijsinstelling. De Raad kan er enkel op toezien dat de bestreden beslissing op regelmatige wijze is tot stand gekomen en niet kennelijk onredelijk is. De verzoekende partij is van oordeel dat het antwoord dat de verwerende partij in haar antwoordsleutel vooropstelt als correct op vraag 1, niet het antwoord is dat kan verwacht worden van de student op de gestelde vraag. De verwerende partij heeft wat de aard en de inhoud van de gestelde vragen betreft een ruime marge van appreciatie. De Raad kan de vraagstelling wel toetsen op zorgvuldigheid. Hij kan ook nagaan of het correcte antwoord dat gevraagd wordt van een student op de gestelde vraag ook in redelijkheid kan verwacht worden. De Raad stelt vast dat de opstelling van vraag 1 in hoofde van de verzoekende partij tot onduidelijkheid heeft geleid. De vraagstelling luidde: Geef twee redenen waarvoor de gebruikte waarden in de berekening in sommige gevallen verschillen van afstanden in kilometer? Verzoekende partij ging er vanuit dat de twee redenen die werden gevraagd om af te wijken van het criterium afstand niet noodzakelijk betrekking dienden te hebben op twee verschillende criteria. Dit kan uit de letterlijke lezing van de vraag inderdaad niet direct afgeleid worden. Verwerende partij echter achtte het wel essentieel dat in het antwoord naar voor kwam dat er twee criteria waren, met name tijd en kosten, die naast afstand konden in aanmerking worden genomen voor de berekening. De Raad is van oordeel dat de vraagstelling op dit punt vrij open was geformuleerd maar acht het in casu niet kennelijk onredelijk om te verwachten van studenten dat om het maximum van het aantal punten te verkrijgen de redenen die zij opgeven ook betrekking moeten hebben op de twee andere mogelijke criteria die bij het onderzoek dienden te worden betrokken. Door de vraagstelling op die wijze kan de instelling op diepgaander wijze niet enkel kennis maar ook het inzicht van de student peilen. Verzoekende partij gaf twee redenen op die enkel het criterium tijd betreffen en behaalde op de deelvraag de helft van de punten met name een score 1/2. De andere parameter kost ontbrak in het antwoord. De Raad acht deze beoordeling niet kennelijk onredelijk. De Raad stelt ook vast dat uit het dossier niet blijkt dat ook in hoofde van andere studenten de vraag misleidend was. Het middel is niet gegrond 5.2. Het bij de Raad ingestelde beroep is niet gegrond. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... ontvankelijk en niet gegrond is. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 12

13 Rolnr. 2015/036 7 juli 2015 De beslissing van 12 februari 2015 van de examencommissie genomen in het kader van het intern beroep blijft behouden. De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 7 juli 2015 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Karla Van Lint Piet Versweyvelt Jean Goossens De secretarissen, Melissa Thijs Freya Gheysen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 13

14 Rolnr. 2015/048 7 juli 2015 Rolnr. 2015/048-7 juli 2015 Inzake... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... hebbende als raadsman meester... kantoor houdende te..., waar keuze van woonplaats wordt gedaan Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 7 juli Gehoord werden: - voor de verzoekende partij:... - voor de verwerende partij: meester... Nadat de Raad de partijen heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de examenbeslissing d.d. 12 februari 2015 waarbij de verzoekende partij een 4/20 werd toegekend als score voor het opleidingsonderdeel... en tegen de beslissing van de interne beroepscommissie genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ontvankelijk, maar ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar ingeschreven in de opleiding Bachelor Audiovisuele kunsten, afstudeerrichting animatiefilm. Het beroep betreft de examenbeslissing van 12 februari 2015 voor het opleidingsonderdeel Verzoekende partij stelde op datum van 17 februari 2015 een intern beroep in bij de interne beroepscommissie van de onderwijsinstelling Bij beslissing van de interne beroepscommissie op datum van 19 februari 2015 werd het intern beroep ontvankelijk, doch ongegrond verklaard. De interne beroepsbeslissing stelde dat het verloop van het examen alsook de gehanteerde beoordelingswijze in overeenstemming zijn met de criteria die in de ECTS-fiche zijn bepaald. Zij merkt eveneens op dat het argument van de studente dat zij het vak reeds voor de derde keer aflegt en een nog lager cijfer behaalde dan ervoor, niet weerhouden kan worden om te oordelen dat het examen op een onterechte manier geëvalueerd werd. De interne beroepscommissie stelt vast dat er geen formele onregelmatigheden kunnen worden aangetoond. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 14

15 Rolnr. 2015/048 7 juli 2015 De beslissing op intern beroep werd bij van 23 februari 2015 aan verzoekende partij overgemaakt Bij aangetekend schrijven van 2 maart 2015 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. 4. Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 2 maart 2015 tegen de beslissing op intern beroep van 19 februari Verzoekende partij heeft op 23 februari 2015 kennis gekregen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu vanaf 24 februari De laatste dag om in beroep te gaan betreft 28 februari Gezien dit een zaterdag is, wordt de vervaltermijn automatisch verlengd tot maandag 2 maart Het beroep van 2 maart 2015 werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. 3. Vormvereisten Verwerende partij werpt op dat de verzoekende partij geen onregelmatigheid aanbrengt in het verzoekschrift, zodat het beroep als onontvankelijk moet beschouwd worden. Artikel II van de Codex Hoger Onderwijs bepaalt dat een beroep ten minste een feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren moet omvatten. Naar het oordeel van de Raad blijkt uit het voorliggend verzoekschrift op voldoende wijze waarom verzoekende partij niet akkoord gaat met de beslissing van de interne beroepsinstantie. Zij formuleert een aantal kritieken in dat verband die hoewel summier geformuleerd de Raad voldoende elementen geven om te achterhalen wat de bedoeling van de verzoekende partij is. Bij de grond van de zaak zal de Raad nagaan of deze geformuleerde middelen ook voldoende pertinent zijn en met de nodige bewijslast aantonen dat de betwiste evaluatie onregelmatig of kennelijk onredelijk is. 4. Voorwerp van het verzoekschrift De Raad beslist dat het beroep van verzoekende partij ontvankelijk is voor zover het de beslissing van de interne beroepscommissie betreft. 5. Grond van de zaak 5.1. De verzoekende partij beroept zich in een eerste middel op de schending van het redelijkheidsbeginsel gecombineerd met het motiveringsbeginsel Argumenten van de partijen Verzoekende partij stelt dat ze het niet eens kan zijn met het mondeling examen van het opleidingsonderdeel.... Ze meent dat de interne beroepscommissie zich er te gemakkelijk vanaf brengt. Volgens haar zijn ook andere leerlingen hun beklag al gaan doen bij de ombudsman. De verzoekende partij wijst er op dat het slaagpercentage van de leerlingen voor dit vak zeer laag ligt (25 tot 30%). Bovendien is dit een probleem gezien ze hierdoor haar bachelor kan mislopen. Ze benadrukt nog dat ze voor de rest bekend staat als een gemotiveerde leerling met goede punten. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 15

16 Rolnr. 2015/048 7 juli 2015 Verwerende partij stelt dat het examen geëvalueerd is overeenkomstig de criteria die in de ECTS-fiche zijn opgenomen. Het examen is volgens de verwerende partij immers verlopen volgens het stramien zoals voorgeschreven in de ECTS-fiche en het is de kennis van de student die werd getoetst. Ze benadrukt dat de verzoekende partij op basis van de ECTSfiche, de instructies voor het examen alsook uit haar ervaring bij vorige pogingen om te slagen voor het opleidingsonderdeel wist naar welke informatie tijdens de examens gepeild zou worden. De verwerende partij merkt op dat de verzoekende partij er niet in slaagt om voldoende of volledige antwoorden te geven: op één vraag kan ze geen antwoord geven en de antwoorden op de overige vragen voldoen niet aan de criteria zoals weergegeven in de ECTS-fiche. Vervolgens werpt de verwerende partij op dat het slaagpercentage geen aanwijzing is van een niet correct genomen beslissing. Bovendien verwijst de verzoekende partij enkel naar een laag slaagpercentage, zonder ook maar op enige manier aan te duiden waarom dit een invloed zou hebben op haar individuele studieresultaat. De verwerende partij merkt op dat uit wat de verzoekende partij aanbrengt enkel af te leiden valt dat een aantal leerlingen onvoldoende gepresteerd hebben. Volgens de verwerende partij was het slaagpercentage overigens niet 25-30%, maar 37,5% waarvan 12,5% een resultaat tussen 8 en 10 op 20 behaalde. Ze benadrukt hierbij dat de verzoekende partij 4 op 20 behaalde. Verder merkt de verwerende partij op dat de Raad reeds herhaaldelijk verzoekende partijen heeft herinnerd aan zijn taak, meer bepaald door erop te wijzen dat het beroep bij de Raad geen nieuwe beoordeling van het examen is, noch een mogelijkheid om een strenge maar correcte beslissing aan te vechten. Ten slotte benadrukt de verwerende partij dat een deliberatiebeslissing inzake het al dan niet slagen voor een bachelor pas op het einde van het academiejaar genomen wordt, en tevens afhangt van de andere studieresultaten. Op dit moment gaat het dan ook om een loutere hypothese, waarbij de verwerende partij stelt dat, uit eerdere rechtspraak van de Raad blijkt dat het weigeren van een deliberatie wegens een onvoldoende studieresultaat op een opleidingsonderdeel op zich niet onregelmatig hoeft te zijn indien daaruit blijkt dat de opleidingscompetenties en globale leerresultaten onvoldoende zijn en deze vaststelling door de resultaten op de andere opleidingsonderdelen niet wordt tegengesproken, want deze moeten wel in aanmerking genomen worden (zie RvStvb. 2015/006, 30 januari 2015). Volgens de verwerende partij is dit een afweging die nu nog niet gemaakt moet worden en die tevens het resultaat voor het betwiste opleidingsonderdeel niet zou aantasten Beoordeling door de Raad De Raad herinnert er aan dat het hem niet toekomt om zijn appreciatie over de verdiensten van de verzoekende partij in de plaats te stellen van die van de bevoegde instanties van de onderwijsinstelling. De Raad kan er enkel op toezien dat de bestreden beslissing op regelmatige wijze is tot stand gekomen en niet kennelijk onredelijk is. De Raad leidt vooreerst uit het verzoekschrift af dat verzoekende partij de motivering van de interne beroepsinstantie waarom deze mondelinge evaluatie wel degelijk correct is gebeurd onvoldoende acht. De Raad stelt vast op basis van de stukken van het dossier dat de interne beroepsinstantie effectief heeft nagegaan of het examen werd geëvalueerd overeenkomstig de criteria die in de ECTS fiche zijn bepaald. Na de betrokken docent te hebben gehoord heeft zij vastgesteld dat de kennis van verzoekende partij inderdaad volgens de opgenomen criteria werd getoetst. De Raad neemt ook kennis van het verslag dat de docente (stuk 5 in het dossier van verwerende partij) heeft opgemaakt tijdens het mondeling examen waarin een neerslag is gegeven van het mondeling examen en waaruit blijkt dat de antwoorden die verzoekende partij heeft geformuleerd niet voldoen aan de criteria weergegeven in de ECTS-fiche. Verzoekende partij geeft op geen enkele wijze in haar verzoekschrift aan waarom deze vaststellingen in het verslag van de docente niet een correcte weergave zijn van haar examen. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 16

17 Rolnr. 2015/048 7 juli 2015 Op basis van deze vaststellingen is de Raad binnen de grenzen van zijn beoordelingsbevoegdheid van oordeel dat de interne beroepsinstantie afdoende haar beslissing heeft gemotiveerd en dat verzoekende partij onvoldoende concrete elementen aanbrengt om de Raad ertoe te brengen de examenbeslissing als onregelmatig laat staan kennelijk onredelijk te beschouwen. Verzoekende partij werpt daarnaast nog een aantal grieven op die zijdelings het examenresultaat betwisten. Verzoekende partij wijst op het feit dat ook andere studenten hun beklag hebben gedaan over het examen. De Raad stelt vast dat verzoekende partij deze loutere bewering op geen enkele wijze aantoont. Verzoekende partij geeft aan dat het algemeen slaagpercentage van de studenten voor dit vak zeer laag is. De Raad ziet niet in hoe deze vaststelling de onregelmatigheid of de onredelijkheid van de examenbeslissing ten aanzien van verzoekende partij kan schragen. Het feit dat een examen streng wordt beoordeeld betekent in se niet dat de evaluatie niet correct is gebeurd. In casu heeft verzoekende partij zoals blijkt uit het eerste middelonderdeel dit niet concreet aangetoond. Verzoekende partij geeft aan dat deze beslissing voor haar het behalen van het diploma in het gedrang brengt. De Raad ziet wel degelijk het belang in voor verzoekende partij om voor dit opleidingsonderdeel te slagen. De Raad stelt ook vast dat het slechts een opleidingsonderdeel van 3 studiepunten betreft. Ter zitting blijkt dat verzoekende partij enkel dit opleidingsonderdeel nog dient af te werken alvorens in aanmerking te komen voor het diploma. De Raad begrijpt ook de frustratie van verzoekende partij wanneer na twee maal niet te slagen, zij een derde keer opnieuw niet slaagt. De Raad moet echter vaststellen dat de beslissing over het al dan niet behalen van het bachelordiploma - waarbij de verwerende partij moet oog hebben voor het geheel van de resultaten van verzoekende partij - in casu nog niet is genomen en derhalve ook geen voorwerp kan uitmaken van de huidige procedure waarin enkel de correcte beoordeling van één opleidingsonderdeel aan de orde is. Verzoekende partij geeft tot slot aan dat zij een gemotiveerde studente is en goede resultaten behaalt. De Raad heeft reeds meermaals geoordeeld dat resultaten op andere opleidingsonderdelen of in het verleden behaald geen garantie bieden voor de toekomst. Elke prestatie moet op zijn eigen merites worden beoordeeld. De Raad is van oordeel dat deze elementen onvoldoende aantonen dat de betwiste evaluatie kennelijk onredelijk is. Het middel is niet gegrond Het bij de Raad ingestelde beroep is niet gegrond. Besluit Om deze redenen beslist de Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen na beraadslaging dat het beroep van... ontvankelijk maar niet gegrond is. De beslissing van de interne beroepscommissie genomen in het kader van het intern beroep blijft gehandhaafd. De Raad doet geen uitspraak over de kosten, aangezien hij daarvoor niet bevoegd is. Tegen dit besluit is een beroep bij de Raad van State mogelijk overeenkomstig artikel 14, 2 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State en het Koninklijk Besluit van 30 november 2006 tot vaststelling van de cassatieprocedure bij de Raad van State. Dit beroep dient schriftelijk en aangetekend te gebeuren binnen de dertig dagen na kennisgeving van deze beslissing en ondertekend te zijn door een advocaat. Bij het beroep moeten zijn gevoegd Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 17

18 Rolnr. 2015/048 7 juli 2015 een kopie van het aangevochten besluit, de bijgevoegde stukken dienen genummerd en geïnventariseerd te zijn, en zes eensluidend verklaarde afschriften van het beroep. Aldus beslist op 7 juli 2015 te Brussel. De voorzitter, De bijzitters, Karla Van Lint Jean Goossens Piet Versweyvelt De secretarissen, Melissa Thijs Freya Gheysen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 18

19 Rolnr. 2015/049 7 juli 2015 Rolnr. 2015/049-7 juli 2015 Inzake... Verzoekende partij Tegen een beslissing van de... Verwerende partij 1. Behandeling van de zaak De zaak van... werd behandeld op de openbare zitting van 7 juli Gehoord werd: - de verzoekende partij:... Nadat de Raad de verzoekende partij heeft gehoord, heeft hij de zaak in beraad genomen. De Raad heeft acht geslagen op het verzoekschrift, de antwoordnota, de wederantwoordnota en de bij deze stukken toegevoegde documenten. 2. Voorwerp van het verzoekschrift Verzoekende partij tekent beroep aan tegen de examenbeslissing d.d. 12 februari 2015 waarbij verzoekende partij een 9/20 werd toegekend als score voor examenonderdeel 1 ( ontwerp ) voor het opleidingsonderdeel... en tegen de beslissing van de examencommissie d.d. 26 februari 2015 genomen in het kader van het intern beroep waarbij het intern beroep ontvankelijk, maar ongegrond werd verklaard. 3. Samenvatting van de feiten 3.1. Verzoekende partij is tijdens het academiejaar ingeschreven in de opleiding Bachelor Architectuur. Het beroep betreft de examenbeslissing van 12 februari 2015 voor het opleidingsonderdeel Verzoekende partij stelde op datum van 16 februari 2015 een intern beroep in bij de examencommissie van de onderwijsinstelling Bij beslissing van de examencommissie op datum van 26 februari 2015 werd het intern beroep ontvankelijk, maar ongegrond verklaard. De examencommissie besliste de eerdere beslissing niet te herzien. De interne beroepsbeslissing vermeldt dat alle leden werden geïnformeerd over het verloop en de details van de evaluatie, conform de drie evaluatierubrieken van het beheersingsniveau, versie , namelijk proces, project en presentatie. Alle leden waren van oordeel dat alle rubrieken van het beheersingsniveau correct werden ingevuld en dat er bijgevolg geen wijziging aan de eerdere beslissing mogelijk was. De beslissing op intern beroep werd op 26 februari 2015 aan verzoekende partij overgemaakt Bij aangetekend schrijven van 2 maart 2015 diende verzoekende partij een verzoekschrift in bij de Raad. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 19

20 Rolnr. 2015/049 7 juli Ontvankelijkheid van het verzoekschrift 1. Uitputting interne beroepsmogelijkheden Verzoekende partij heeft het intern beroep regelmatig ingesteld en uitgeput. 2. Tijdigheid van het ingestelde beroep bij de Raad Verzoekende partij diende een verzoekschrift in bij de Raad bij aangetekend schrijven van 2 maart 2015 tegen de beslissing op intern beroep van 26 februari Verzoekende partij heeft ten vroegste op 26 februari 2015 kennis gekregen van deze beslissing. De beroepstermijn van vijf kalenderdagen begint te lopen de dag na die van de kennisname, in casu ten vroegste vanaf 27 februari Het beroep van 2 maart 2015 werd derhalve tijdig binnen de vijf kalenderdagen na kennisname van de beslissing op intern beroep ingesteld. 5. Grond van de zaak 5.1. Uit het verzoekschrift kan worden opgemaakt dat de verzoekende partij zich in een eerste middel beroept op de schending van het redelijkheidsbeginsel, gecombineerd met het motiveringsbeginsel Argumenten van de partijen Verzoekende partij stelt dat de quotering op de verschillende beoordelingscriteria niet overeenkomen met zijn geleverde prestaties. Meer bepaald is zij het niet eens met haar quotering van 9/20 voor het examenonderdeel 1 ontwerp van het examen van het opleidingsonderdeel.... Dit onderdeel bestaat uit drie rubrieken: proces (40%), project (40%) en presentatie (20%). Verzoekende partij is van oordeel dat de beslissingen omtrent de rubrieken proces en presentatie niet correct genomen zijn. Wat de rubriek project betreft, respecteert zij de beslissing van de jury. Wat de rubriek proces betreft, stelt verzoekende partij dat het naar haar mening niet correct is dat het uiteindelijke resultaat, het project, ook deel uitmaakt van het proces, gezien hiervoor een aparte rubriek ( project ) werd voorzien. Zij is van oordeel dat de beslissing omtrent het onderdeel proces los moet worden gezien van de resultaten van het onderdeel project. Verzoekende partij stelt dat andere studenten die een onvoldoende behaalden op hun project, toch een voldoende verkregen op hun proces. Verzoekende partij stelt tevens dat zij het niet eens is met de kritiek dat zij onvoldoende zou reflecteren. Omtrent de kritiek over haar onregelmatige participatie aan de studiowerking stelt zij dat zij inderdaad tweemaal afwezig was wegens ziekte. Wat de rubriek presentatie betreft, geeft verzoekende partij toe dat dit inderdaad een minder geslaagd onderdeel was. Zij is evenwel van oordeel dat dit deels kwam doordat de juryleden tijdens de mondelinge uiteenzetting een deel van haar maquette trachtten te verwijderen, waardoor zij haar uitleg moest onderbreken en een aantal details vergat te vermelden. Zij is evenwel van mening dat alle andere aspecten van haar prestatie zeer verzorgd waren en dat er met dit voorval weinig rekening mag worden gehouden. Omtrent de kritiek rond de leesbaarheid van de teksten en tekeningen stelt verzoekende partij dat dit als aandachtspunt was aangehaald op de tussenjury en zij hiervan bijgevolg een prioriteit heeft gemaakt voor de eindjury. Verder is zij van oordeel dat niet gesteld kan worden dat het gepresenteerde materiaal onvoldoende verzorgd was of de gepaste lay-out miste, gezien zij hier twee weken aan gewerkt heeft. Verzoekende partij verwijst tenslotte nog naar de resultaten van een aantal medestudenten, die tevens een onvoldoende behaalden voor het onderdeel project, maar alsnog in totaal een voldoende behaalden. Verzoekende partij is van oordeel dat ook zij voortdurend op zoek is gegaan naar verbeteringen en grote inzet heeft getoond voor haar project. Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen 20

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 21 mei 2015 Beslissingen i.v.m. gelijkwaardigheid buitenlandse diploma s Rolnr. 2015/071-21 mei 2015... 2 Rolnr. 2015/073-21 mei 2015...

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 18 december 2014 Beslissingen i.v.m. gelijkwaardigheid buitenlandse diploma s Rolnr. 2014/404-18 december 2014... 2 Rolnr. 2014/404-18

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 15 januari 2015 Beslissingen i.v.m. gelijkwaardigheid buitenlandse diploma s Rolnr. 2014/536-15 januari 2015... 2 Rolnr. 2014/536-15

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2012 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 3 Inhoud Zitting van 9 november 2012... 4 Rolnr. 2012/220 9 november 2012... 5 Rolnr. 2012/225

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2013 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 3 Inhoud Zitting van 17 oktober 2013... 5 Rolnr. 2013/247 17 oktober 2013... 6 Rolnr. 2013/248

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 10 september 2015 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.321 van 10 september 2015 in de zaak 2015/213... 2 Arrest nr. 2.322 van

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 30 januari 2015 Beslissingen i.v.m. overmacht Rolnr. 2014/537-30 januari 2015... 2 Rolnr. 2014/538-30 januari 2015... 5 Rolnr. 2015/005-30

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2013 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 1 Inhoud Zitting van 11 januari 2013... 5 Rolnr. 2012/337 11 januari 2013... 6 Rolnr. 2012/339

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2013 OVERMACHT DEEL 1 Inhoud Zitting van 11 januari 2013... 5 Rolnr. 2012/335 11 januari 2013... 6 Zitting van 22 januari

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 10 december 2015 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.713 van 10 december 2015 in de zaak 2015/645... 2 Arrest nr. 2.714 van

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 9 november 2016 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 3.348 van 30 november 2016 in de zaak 2016/510... 2 Arrest nr. 3.362 van

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2011 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 2 Inhoud Zitting van 23 augustus 2011... 4 Rolnr. 2011/050-23 augustus 2011... 5 Rolnr. 2011/053-23

Nadere informatie

Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/406. Zitting van 17 februari 2014 rolnummer 2014/004. Zitting van 6 maart 2014 rolnummer 2014/008

Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/406. Zitting van 17 februari 2014 rolnummer 2014/004. Zitting van 6 maart 2014 rolnummer 2014/008 RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2014 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 1 Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/406 Zitting van 17 februari 2014 rolnummer 2014/004

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 13 juni 2017 Beslissingen i.v.m. gelijkwaardigheid buitenlandse diploma s Arrest nr. 3.650 van 13 juni 2017 in de zaak 2017/140...

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 26 januari 2016 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.800 van 26 januari 2016 in de zaak 2016/014... 2 Arrest nr. 2.800 van 26

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 29 april 2016 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.909 van 2 mei 2016 in de zaak 2016/103... 2 Arrest nr. 2.918 van 4 mei 2016

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 20 april 2016 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.892 van 20 april 2016 in de zaak 2016/104... 2 Arrest nr. 2.893 van 20 april

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2013 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 2 Inhoud Zitting van 9 augustus 2013... 5 Rolnr. 2013/093 9 augustus 2013... 6 Rolnr. 2013/099

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 06 augustus 2015 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.227 van 6 augustus 2015 in de zaak 2015/082... 2 Arrest nr. 2.228 van

Nadere informatie

zitting van 2 oktober 2014 rolnummer 2014/210 zitting van 16 oktober 2014 rolnummer 2014/256 zitting van 23 oktober 2014 rolnummer 2014/303

zitting van 2 oktober 2014 rolnummer 2014/210 zitting van 16 oktober 2014 rolnummer 2014/256 zitting van 23 oktober 2014 rolnummer 2014/303 RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2014 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 3 zitting van 2 oktober 2014 rolnummer 2014/210 rolnummer 2014/218 rolnummer 2014/219 rolnummer

Nadere informatie

zitting van 12 augustus 2014 rolnummer 2014/094 zitting van 14 augustus 2014 rolnummer 2014/105 zitting van 21 augustus 2014 rolnummer 2014/110

zitting van 12 augustus 2014 rolnummer 2014/094 zitting van 14 augustus 2014 rolnummer 2014/105 zitting van 21 augustus 2014 rolnummer 2014/110 RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2014 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 2 zitting van 12 augustus 2014 rolnummer 2014/094 rolnummer 2014/097 rolnummer 2014/100 rolnummer

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 16 oktober 2014 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Rolnr. 2014/256-16 oktober 2014... 2 Rolnr. 2014/288-16 oktober 2014... 4 Rolnr.

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 15 januari 2015 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Rolnr. 2014/532-15 januari 2015... 2 Rolnr. 2014/540-15 januari 2015... 5 Rolnr.

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 17 augustus 2016 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 3.007 van 17 augustus 2016 in de zaak 2016/172... 2 Arrest nr. 3.008 van

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 30 juni 2015 Beslissingen i.v.m. overmacht Rolnr. 2015/053-30 juni 2015... 2 Rolnr. 2015/057-30 juni 2015... 5 Rolnr. 2015/065-30

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 16 mei 2014 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Rolnr. 2014/049-16 mei 2014... 2 Rolnr. 2014/051-16 mei 2014... 9 Rolnr. 2014/052-16

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2009 Inhoud Zitting van 26 januari 2009... 5 Rolnr. 2009/001-26 januari 2009... 6 Rolnr. 2009/002-26 januari 2009... 10 Zitting

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2012 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 1 Inhoud Zitting van 19 januari 2012... 5 Rolnr. 2012/003 19 januari 2012... 6 Rolnr. 2012/004

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2015 OVERM MACHT DEEL 5 Zitting van 1 december 2015 rolnummer 2015/592 rolnummer 2015/593 rolnummer 2015/594 rolnummer 2015/601

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2011 OVERMACHT Inhoud Zitting van 7 oktober 2011... 4 Rolnr. 2011/119-7 oktober 2011... 5 Rolnr. 2011/120-7 oktober 2011...

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2010 DEEL 2 Inhoud Zitting van 27 oktober 2010... 5 Rolnr. 2010/077-27 oktober 2010... 6 Rolnr. 2010/086-27 oktober 2010...

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 21 augustus 2014 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Rolnr. 2014/110-21 augustus 2014... 2 Rolnr. 2014/115-21 augustus 2014...

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 26 november 2015 Beslissingen i.v.m. studietwistingen Arrest nr. 2.689 van 4 december 2015 in de zaak 2015/546... 2 Arrest nr. 2.690

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 13 oktober 2015 Beslissingen i.v.m. studietwistingen Arrest nr. 2.438 van 13 oktober 2015 in de zaak 2015/307... 2 Arrest nr. 2.462

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2012 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 2 Inhoud Zitting van 14 augustus 2012... 5 Rolnr. 2012/115 14 augustus 2012... 6 Rolnr. 2012/100-103

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 14 augustus 2014 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Rolnr. 2014/105-14 augustus 2014... 2 Rolnr. 2014/107-14 augustus 2014...

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2008 Inhoud Zitting van 22 januari 2008... 5 Rolnr. 2008/001... 6 Zitting van 11 maart 2008... 11 Rolnr. 2008/002... 12 Rolnr.

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 30 oktober 2014 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Rolnr. 2014/295-30 oktober 2014... 2 Rolnr. 2014/305-30 oktober 2014... 7 Rolnr.

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2011 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 1 Inhoud Zitting van 25 januari 2011... 5 Rolnr. 2011/001-25 januari 2011... 6 Rolnr. 2011/003-25

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 3 september 2015 Beslissingen i.v.m. overmacht Arrest nr. 2.306 van 3 september 2015 in de zaak 2015/210... 2 Arrest nr. 2.307 van

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 28 juli 2015 Beslissingen i.v.m. studietwistingen Arrest nr. 2207 van 28 juli 2015 in de zaak 2015/098... 2 Arrest nr. 2208 van 28

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 17 februari 2014 Beslissingen i.v.m. gelijkwaardigheid buitenlandse diploma s Rolnr. 2014/001-17 februari 2014... 2 Rolnr. 2014/007-17

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 15 december 2015 Beslissingen i.v.m. studietwistingen Arrest nr. 2.736 van 17 december 2015 in de zaak 2015/596... 2 Arrest nr. 2.737

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 07 maart 2014 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Rolnr. 2014/012-7 maart 2014... 2 Rolnr. 2014/014-7 maart 2014... 4 Rolnr. 2014/015-7

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC/M/1516/0030 van 26 november 2015 In de zaak van de bvba 10POND, met maatschappelijke zetel te 9770 Kruishoutem, Duifhuisstraat 21, voor en namens wie optreedt mr. Koen

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

Zitting van 15 januari 2015 rolnummer 2014/536. Zitting van 17 februari 2015 rolnummer 2015/019. Zitting van 21 mei 2015 rolnummer 2015/071

Zitting van 15 januari 2015 rolnummer 2014/536. Zitting van 17 februari 2015 rolnummer 2015/019. Zitting van 21 mei 2015 rolnummer 2015/071 RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2015 GELIJKWAARDIGHEID BUITENLANDSE DIPLOMA S Zitting van 15 januari 2015 rolnummer 2014/536 Zitting van 17 februari 2015

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 30 augustus 2017 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Arrest nr. 3.747 van 6 september 2017 in de zaak 2017/235... 2 Arrest nr.

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen mevrouw X, appellante en de examencommissie van de Tilburg Law School, verweerster

Nadere informatie

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 3 / (...)

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 3 / (...) KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING Nr. GVO / 2017 / 3 / (...) Inzake: Mevrouw (...), onderwijzer, wonende te ( ), Verzoekende partij Tegen: Mevrouw (...),

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X, appellant en de examencommissie van Tilburg School of Economics and Management,

Nadere informatie

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2014/025/.

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2014/025/. 1 KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING Nr. GOO/2014/025/. Inzake :, te, bijgestaan door Mter, loco Mter.., advocaten te, Verzoekende partij Tegen :, eerste

Nadere informatie

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. H. Th. Van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y.

Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. H. Th. Van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y. Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs (mr. H. Th. Van der Meer, W. Dulfer-Visser, S.Y. Kuurstra) Uitspraaknr. 05.013 Datum: 13 juli 2005 Onjuist en onzorgvuldig

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2015/0033 van 4 augustus 2015 in de zaak 1415/0262/A/2/0254 In zake: 1. de heer Marc DE SMET 2. de heer Marnix DECOCK beiden wonende te 8500 Kortrijk,

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2015 OVERM MACHT DEEL 2 Zitting van 3 september 2015 rolnummer 2015/210 rolnummer 2015/211 rolnummer 2015/212 rolnummer 2015/216

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Uitspraak beroepsinstantie OVB/2015/231 231 Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie afdeling openbaarheid van bestuur Boudewijnlaan 30 bus

Nadere informatie

Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/409. Zitting van 17 februari 2014 rolnummer 2014/001. Zitting van 7 maart 2014 rolnummer 2014/021

Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/409. Zitting van 17 februari 2014 rolnummer 2014/001. Zitting van 7 maart 2014 rolnummer 2014/021 RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2014 GELIJKWAARDIGHEID BUITENLANDSE DIPLOMA S Zitting van 16 januari 2014 rolnummer 2013/409 rolnummer 2013/413 Zitting van

Nadere informatie

tegen: I. Voorwerp van het administratief cassatieberoep II. Verloop van de rechtspleging

tegen: I. Voorwerp van het administratief cassatieberoep II. Verloop van de rechtspleging RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 242.992 van 20 november 2018 in de zaak A. 222.071/IX-9060 In zake: de ARTESIS PLANTIJN HOGESCHOOL ANTWERPEN bijgestaan en vertegenwoordigd

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 24 september 2015 Beslissingen i.v.m. studietwistingen Arrest nr. 2.406 van 1 oktober 2015 in de zaak 2015/217... 2 Arrest nr. 2.355

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

De waardevaststelling van een woning Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam

De waardevaststelling van een woning Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Rapport Gemeentelijke Ombudsman De waardevaststelling van een woning Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam Datum: 17 juli 2007 RA0612804 Samenvatting De Dienst Belastingen stelt in 2005 de WOZ-waarde van

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 22 april 2016 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Arrest nr. 2.900 van 25 april 2016 in de zaak 2016/068... 2 Arrest nr. 2.895

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/4.8.14/2014/0038 van 24 juni 2014 in de zaak 1314/0216/A/4/0183 In zake: de heer Daniël VANDERVELPEN bijgestaan en vertegenwoordigd door: advocaat Geert DEMIN

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Uitspraak beroepsinstantie OVB/2015/179 Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie afdeling openbaarheid van bestuur Boudewijnlaan 30 bus 20

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 27 januari 2017 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Arrest nr. 3.535 van 8 februari 2017 in de zaak 2016/683... 2 Arrest nr. 3.509

Nadere informatie

Milieuhandhavingscollege

Milieuhandhavingscollege Milieuhandhavingscollege Arrest MHHC-13/35-VK van 18 april 2013 In de zaak van de BVBA [ ] met maatschappelijke zetel te [ ] voor en namens wie optreedt mr. Albert COPPENS, advocaat, met kantoor te 9300

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK XIVe KAMER A R R E S T nr. 216.840 van 13 december 2011 in de zaak A. 198.115/XIV-32.556 In zake : XXX bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Steven Hooyberghs

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University in de zaak tussen X1, appellant en de examencommissie van Tilburg School of Economics and

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2015 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 5

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2015 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 5 RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2015 STUDIEBETWISTINGEN DEEL 5 Zitting van 13 oktober 2015 rolnummer 2015/307 rolnummer 2015/336 rolnummer 2015/347 rolnummer

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST van 19 juni 2018 met nummer RvVb/A/1718/1022 in de zaak met rolnummer 1516/RvVb/0396/A Verzoekende partij Verwerende partij mevrouw Marina VERPLANCKE, wonende te

Nadere informatie

Trefwoorden : fraude, onregelmatigheid, strafverzwaring Datum uitspraak : 12 april 2006

Trefwoorden : fraude, onregelmatigheid, strafverzwaring Datum uitspraak : 12 april 2006 Trefwoorden : fraude, onregelmatigheid, strafverzwaring Datum uitspraak : 12 april 2006 Hoofdoverwegingen : Het College is dan ook van oordeel dat het voor studenten duidelijk moet zijn geweest dat het

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST RAAD VOOR VERKIEZINGSBETWISTINGEN ARREST Nr. R.Verkb.2015/0001 van 31 maart 2015 in de zaak 1415/0001 In zake: de heer Steven APER, wonende te 9180 Moerbeke, Damstraat 159 verzoekende partij Belanghebbende

Nadere informatie

Bij het quoteren worden geen negatieve cijfers toegekend per vraag van een examen, uitzondering: toepassing van gis -correctie.

Bij het quoteren worden geen negatieve cijfers toegekend per vraag van een examen, uitzondering: toepassing van gis -correctie. Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen: (OER: Onderwijs- en Examenreglement AJ 11-12) In dit document worden een aantal belangrijke topics samengebracht en onder de aandacht gebracht ten behoeve

Nadere informatie

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/032/,

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/032/, 1 KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING Nr. GOO/2016/032/, Inzake: Mevrouw, wonende te,, vertegenwoordigd door Mter, advocaat, kantoor houdend te, Verzoekende

Nadere informatie

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail

Beslissing n S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Beslissing n 2018-03-S betreffende de administratieve afhandeling van een geschil over de prestatieregeling tussen Infrabel en Crossrail Kruidtuinlaan 50 bus 72 1000 Brussel www.regul.be Inhoudstafel 1.

Nadere informatie

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 2 / (...)

KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GVO / 2017 / 2 / (...) KAMER VAN HET COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET GESUBSIDIEERD VRIJ ONDERWIJS BESLISSING Nr. GVO / 2017 / 2 / (...) Inzake: De heer (...), onderwijzer, wonende te ( ), Verzoekende partij Tegen: De heer (...),

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 11 augustus 2015 Beslissingen i.v.m. studietwistingen Arrest nr. 2.237 van 11 augustus 2015 in de zaak 2015/129... 2 Arrest nr. 2.233

Nadere informatie

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN

RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN RAAD VOOR BETWISTINGEN INZAKE STUDIEVOORTGANGSBESLISSINGEN UITSPRAKEN WERKJAAR 2010 DEEL 1 Inhoud Zitting van 3 februari 2010... 5 Rolnr. 2010/001-3 februari 2010... 6 Zitting van 3 maart 2010... 13 Rolnr.

Nadere informatie

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST nr. A/2014/0287 van 22 april 2014 in de zaak 1213/0576/A/1/0539 In zake: mevrouw Martine VAN BOCXLAER, wonende te 9940 Evergem, Langerbrugsestraat 36 verzoekende

Nadere informatie

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen Zitting van 11 januari 2017 Beslissingen i.v.m. studiebetwistingen Arrest nr. 3.483 van 19 januari 2017 in de zaak 2016/500... 2 Arrest nr. 3.483

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 1-0 2 6 van het College van beroep voor de examens van de Universiteit Leiden inzake het beroep van xxx, appellante tegen de Examencommissie Instituut Bestuurskunde, verweerder 1. Ontstaan

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232. RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 201.488 van 4 maart 2010 in de zaak A. 185.318/XII-5232. In zake : Mario DE VILLA, die woonplaats kiest bij advocaat G. Vanhoucke, kantoor

Nadere informatie

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS Uitspraak inzake het beroep van dhr. x, hierna te noemen appellant, van 20 februari 2011, ontvangen 28 februari 2011, tegen het besluit d.d. 9 februari 2011 van de examencommissie

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Uitspraak beroepsinstantie OVB/2015/226 26 Vlaamse overheid Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie afdeling openbaarheid van bestuur Boudewijnlaan 30 bus

Nadere informatie

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman.

Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Dossiernummer 2012 091 Rapport Verzoeker De heer M. G. Almelo. Datum verzoekschrift Het verzoek tot onderzoek is op 28 december 2012 binnengekomen bij het secretariaat van de Overijsselse Ombudsman. Betreft

Nadere informatie

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/208/

KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING. Nr. GOO/2016/208/ 1 KAMER VAN BEROEP GESUBSIDIEERD OFFICIEEL ONDERWIJS BESLISSING Nr. GOO/2016/208/ Inzake:,, wonende te,, bijgestaan door Mter, advocaat, kantoor houdend te,, Verzoekende partij Tegen: de GEMEENTE, te,

Nadere informatie

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur

DE BEROEPSINSTANTIE - Afdeling openbaarheid van bestuur Beroepsinstantie inzake openbaarheid van bestuur en hergebruik van overheidsinformatie Vlaamse Regering Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid Afdeling Kanselarij Boudewijnlaan 30, bus 20 1000 Brussel

Nadere informatie

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent 1. Algemeenheden 1.1. Het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten, afgekort IAB, dient overeenkomstig artikel

Nadere informatie