Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994;

Transcriptie

1 ONTWERP collegebesluit nr. 04/ mei 2004 Besluit houdende goedkeuring van het reglement houdende subsidiëring voor de gevelrenovatie van scholen in het kader van het Stedenfonds. Het College, Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de gecoördineerde grondwet van 17 februari 1994; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988; Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen; Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 1993 betreffende de internationale betrekkingen van de gemeenschappen en de gewesten; Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale staatsstructuur; Gelet op de bijzondere wet van 13 juli 2001 houdende overdracht van diverse bevoegdheden aan de gewesten en de gemeenschappen; Gelet op het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 januari 2003 tot uitvoering van het decreet van 13 december 2002 tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Vlaams Stedenfonds; Gelet op het collegebesluit nr. 03/198 van 30 april 2003 houdende de Beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode in uitvoering van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de werking en de verdeling van het Stedenfonds; Gelet op het collegebesluit nr. 04/36 van 22 januari 2003 houdende de uitvoering van het Operationeel projectenplan 2004 in het kader van het Stedenfonds; Gelet op het collegebesluit nr. 04/030 van 22 januari 2004 houdende de uitvoering van de eerste fase van de gevelrenovaties van scholen in kader van het Stedenfonds; Gelet op het besluit leidend ambtenaar nr. 03/845 van 17 november 2003 houdende opdracht bij onderhandelingsprocedure voor het opstellen van geveldossiers van drie scholen; Overwegende dat het renoveren van schoolgevels bijdraagt tot de positieve uitstraling van de school en van de buurt in het algemeen; Na beraadslaging, 1

2 Besluit Enig artikel.- Het bijgevoegde reglement voor de subsidiëring van de gevelrenovatie van scholen in het kader van het Stedenfonds wordt goedgekeurd. De Collegeleden, Jos CHABERT Guy VANHENGEL Pascal SMET 2

3 BIJLAGE REGLEMENT HOUDENDE SUBSIDIERING VOOR DE GEVELRENOVATIE VAN SCHOLEN IN HET KADER VAN HET STEDENFONDS MEMORIE VAN TOELICHTING 1. UITGANGSPUNTEN Het College heeft duidelijk de optie genomen om een sterk schoolinfrastructuurbeleid te voeren. Zowel binnen het voormalige Sociaal Impulsfonds als binnen het huidige Stedenfonds heeft de VGC ervoor gekozen bijzondere aandacht te besteden aan schoolinfrastructuur. Binnen de strategische doelstelling 2 operationele doelstelling 3 ( De VGC verbetert de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur van de schoolomgeving als element van stadsvernieuwing en/of geeft een aanzet tot multifunctioneel gebruik van de schoolinfrastructuur ) en strategische doelstelling 5 operationele doelstelling 2 ( Uitvoeren van infrastructurele ingrepen in gemeenschapsvoorzieningen, ter versterking van de inhoudelijke doelstellingen van het Stedenfonds ) van de Beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode , zijn middelen voorzien om de kwaliteit van de schoolinfrastructuur en de schoolomgeving te verbeteren als element van stadsvernieuwing. Het gevelplan is een concreet initiatief dat resulteert uit deze doelstellingen. Binnen dit gevelplan zijn er kredieten beschikbaar gesteld voor het renoveren van de gevels van gebouwen om de kwaliteit van de fysieke impact die het gebouw heeft op de omgeving een positieve impuls te geven. De door de Vlaamse gemeenschap erkende basis- en secundaire scholen in Brussel komen hiervoor in aanmerking. Dit reglement regelt de selectiecriteria en de modaliteiten waaronder aan een school subsidies worden verleend ter uitvoering van de gevelrenovatie. Commentaar bij bepaalde artikelen Artikel Onder gebouw wordt bedoeld het volume waar de gevel deel van uitmaakt. De functie in het kader van het schoolgebeuren kan zijn: een conciërgewoning, een inrichtende macht, of andere functies die een duidelijke band hebben met de school Artikel 3.- De attesten zijn oa. kopie van eigendomsbewijs, akkoord van alle mede-eigenaars, kopie van de geregistreerde erfpachtovereenkomst, besluit van de regering voor de gebouwen die beschermd of ingeschreven zijn op de lijst of waarvoor er nog een procedure loopt, Artikel 4.- 3

4 Het gevelplan is een initiatief binnen de Beleidsovereenkomst tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor de periode Hierin bepaalt de strategische doelstelling 2 operationele doelstelling 3 dat De VGC de kwaliteit van de onderwijsinfrastructuur van de schoolomgeving verbetert als element van stadsvernieuwing en/of geeft een aanzet tot multifunctioneel gebruik van de schoolinfrastructuur en de strategische doelstelling 5 operationele doelstelling 2 bepaalt het Uitvoeren van infrastructurele ingrepen in gemeenschapsvoorzieningen, ter versterking van de inhoudelijke doelstellingen van het Stedenfonds. Artikel 5.- De muren die gelegen zijn aan de openbare weg en die deel uitmaken van het gebouw komen hierbij ook in aanmerking voor renovatie. Artikel 7.- en 8.- Deze artikels in het reglement omschrijven de werken die gesubsidieerd worden door de VGC. De administratie zal controleren of de werken van de aanbestedingsdossiers aan de criteria voldoen. Artikel 11.- Onder nr. 1 worden enkele technieken voor gevelreiniging opgesomd die uitgesloten worden voor subsidiëring. Dit is bepaald aan de hand van de technische voorlichting nr. 197 van het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) die de reinigingstechnieken in 4 grote groepen heeft ondergebracht, en die voor iedere groep het toepassingsgebied, evenals de vooren nadelen heeft bepaald. Slechts enkele technieken worden niet gesubsidieerd omdat ze de gevelmaterialen beschadigen. Artikel 12.- Dit artikel van het reglement bepaalt dat de subsidiëring maandelijks uitbetaald wordt aan de hand van de vorderingsstaten die voor controle voorgelegd moeten worden aan de VGC. Er kan maandelijks maar 1 vorderingsstaat opgemaakt worden. Artikel 15.- Dit artikel van het reglement bepaalt de verplichting voor het plaatsen van een werfpaneel. Het huidige model voor gesubsidieerde werken waaraan moet worden voldaan is als bijlage toegevoegd. Artikel 16.- Artikel 16 1 voorziet een aanvraagformulier dat opgesteld is door de VGC en dat door de scholen ingediend moet worden om een principieel akkoord te krijgen. Dit formulier omvat: - de identiteit en gegevens van de aanvrager van de subsidie; - de hoedanigheid van de aanvrager; - adres van het gebouw waarvoor de gevelrenovatie van toepassing is; - de opsomming van de werken die voor de subsidie in aanmerking komen ; - de bij de aanvraag te voegen documenten. Het model van aanvraagformulier is als bijlage toegevoegd. 4

5 Artikel 19.- In dit artikel wordt er verwezen naar artikel 19 2 van de schoolpactwetgeving zoals dit toegepast wordt door DIGO. Dit beschrijft dat: Bij verkoop of wijziging van het doel van het geheel of een deel van een gebouw dat werd aangekocht, gebouwd, gemoderniseerd, uitgebreid of geschikt gemaakt met tussenkomst van de DIGO, gaat de DIGO over tot terugvordering van het verstrekte subsidiebedrag, verminderd met 1/20 per jaar voor de periode waarbinnen het aldus aangekochte, gebouwde, gemoderniseerde, uitgebreide of geschikt gemaakte gebouw werd aangewend voor de bestemming waarvoor de tussenkomst van de DIGO werd verkrijgen. De aanvangsdatum voor de berekening van de aldus toegekende vermindering is de eerste september van het schooljaar tijdens hetwelke de subsidie werd toegekend. Dit is voor dit reglement ook van toepassing. De verandering van het Nederlandstalig onderwijs naar het Franstalig onderwijs valt hier ook onder. 5

6 3. HET REGLEMENT Hoofdstuk I: De algemene bepalingen Artikel 1.- Voor de toepassing van dit reglement moet men verstaan onder: 1. VGC : Vlaamse Gemeenschapscommissie 2. Subsidie: de subsidie voor de renovatie van gevels 3. Gebouw : gebouw waarvan ten minste twee derden van het gebouw bestemd is voor het organiseren van onderwijs of een functie uitoefent in het kader van het schoolgebeuren 4. Eigenaar : natuurlijk rechtspersoon of privaatrechtelijke rechtspersonen die beschikken over een wettelijke titel die betrekking heeft op de volle eigendom, het vruchtgebruik of de naakte eigendom van de school Hoofdstuk II: De hoedanigheid van de aanvrager Artikel 2.- Er kan een subsidieaanvraag ingediend worden door: 1. De door de Vlaamse Gemeenschap erkende scholen die het kleuter onderwijs en/of het leerplicht lager onderwijs en/of het leerplicht secundair onderwijs organiseren die: a. hetzij de eigenaar, hetzij de mede-eigenaar of hetzij de vereniging van mede-eigenaars zijn van het gebouw; b. of huurder zijn van het gebouw met een erfpachtovereenkomst. Artikel 3.- De inrichtende macht of het schoolbestuur staat in voor het aanvragen van de nodige attesten die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het project. Hoofdstuk III: De voorwaarden tot subsidiëring Artikel 4.- Binnen de perken van de beschikbare kredieten in het kader van het Stedenfonds volgens de strategische doelstelling 5 operationele doelstelling 2, kent de VGC, onder de in dit reglement vastgelegde voorwaarden, een subsidie toe. Artikel 5.- Selectiecriteria Komen in aanmerking om de volledige gevel of gevels van het gebouw in hun staat van netheid te brengen of ze te rehabiliteren, de gesloten of half-open bebouwingen, die: 1. hetzij gelegen zijn aan de openbare weg, op de scheidingslijn tussen het privaat domein en de openbare weg; 2. hetzij gelegen zijn op maximum acht meter achter de scheidingslijn tussen het privaat domein en de openbare weg (twaalf meter in een zone van culturele, historische en esthetische waarde voor Stadsverfraaiing volgens het plan opgemaakt door het Brussels gewest). 6

7 Artikel 6.- De gebouwen die voldoen aan de selectiecriteria van artikel 5 zullen behandeld worden naargelang de zone waarin het gebouw zich bevindt. In volgorde van uitvoering wordt een onderscheid gemaakt tussen: 1. Categorie A, zijnde de gebouwen gelegen in de prioritaire zones. Dit zijn: - de zones met een wijkcontract - de Ruimte voor Versterkte Ontwikkeling van de huisvesting en de Renovatie - de structurerende ruimtes - de gebieden van culturele, historische of esthetische waarde of voor stadsverfraaiing 2. Categorie B, zijnde gebouwen gelegen in de niet prioritaire zones Artikel 7.- Voor de toepassing van dit reglement moet men verstaan onder: 1. Houten elementen: de houten delen van de deuren en vensterramen, van de luifels, de loggia s, de buitenluiken en zonneblinden, de borstweringen, de afdekkingen van steigergaten van de kroonlijsten, de dakvensters en ronde dakvensters, de garagepoorten en ieder ander oorspronkelijk element van de gevel. 2. Metalen elementen: de metalen delen van deuren en vensterramen, van afdaken en luifels, keldergaten, regenwaterpijpen en dolfijnen (onderste deel van een regenwaterpijp), loggia s, beschermroosters van openingen in de ondermuur, van voetenkrabbers en schrapers, borstweringen, leuningen, van de consoles en balken, de afdekkingen van steigergaten, de dakvensters en ronde dakvensters, van de topsieraden, de ankers, de garagepoorten en ieder ander oorspronkelijk element van de gevel. 3. Sierelementen: de sierelementen in faience of keramiek, de sierlijsten in de gevelbepleistering, de sierlijsten en elementen in een steenachtig materiaal. 4. Balkons, loggia s: afzonderlijke structuren die buiten het gevelvlak uitsteken met een grondvlak in steen, beton, een metalen structuur of kleine gewelven. 5. Herstellingen: herstellen van een gevelelement in zijn oorspronkelijke staat. De vervanging van één of meerdere stukken van het element wordt aanvaard voor zover die vervanging ondergeschikt blijft aan het geheel van het element. 6. Afbraakwerken: afbraak van elementen die op het gevelvlak zijn bevestigd en die geen deel meer uit moeten maken van de gevel (zoals kan zijn: uithangborden van de school, reclamepanelen, vlaggenmast, ). Artikel 8.- De volgende werken komen voor subsidie in aanmerking: ALGEMEEN 1. Voorbereidende werkzaamheden (globale verzekering van de bouwwerf, algemene inrichting van de bouwplaats, ) 2. Het plaatsen van steigerconstructies, met inbegrip van de dekzeilen of ieder ander beschermingselement dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de hierna beoogde werken, daarbij inbegrepen de hangstellingen overeenkomstig de norm NBN I Afbraakwerken De afbraakwerken, tijdelijk of definitief, die noodzakelijk zijn om de volledige gevel te reinigen, te rehabiliteren of te herwaarderen of te vrijwaren. 7

8 GEVELREINIGING 4. De reinigingswerken aan niet geverfde gevels, door het gebruik van de reinigings- en onderhoudstechnieken die door het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf worden aangeraden. De gebruikte technieken moeten rekening houden met de aard en de graad van vervuiling van de bekledingsmaterialen, zodat de gevel wordt gereinigd zonder dat de materialen aanzienlijk worden veranderd. ONDERHOUD VAN DE GEVELELEMENTEN 5. Herstellingen van de gevelbekleding in natuursteen, bepleistering, beton, 6. Herstellingen van de aan buitenlucht blootgestelde houten en metalen constructieonderdelen 7. Geheel of gedeeltelijk vernieuwen van kroonlijst, gootbekleding, regenwaterafvoeren 8. Het aanbrengen, op een gevel die werd gereinigd zoals bepaald in 4, - van een vochtwerende laag - van een anti-graffitilaag tot op een hoogte van 3 meter De aangebrachte producten moeten niet-duurzaam en stoomdoorlatend zijn. SCHILDERWERKEN 9. Het herschilderen van geschilderde gevels, bepleistering, beton, steen of baksteen, met inbegrip van de voorbewerking van de onderlaag, zoals reinigen, afkrabben, herstellen van scheuren, ; 10. De werken die het aanzicht van de gevel wijzigen - door verandering van kleur, textuur en/of door het schilderen van de bepleistering, het beton, de stenen of bakstenen; - door het blootleggen van beschilderde oppervlakken door middel van reinigingstechnieken zoals bepaald in 4. ; 11. De schilder- en verniswerken, het aanbrengen van beitsen, met inbegrip van de voorbewerking van de onderlaag, zoals afbijten, vlakschuren, het opnieuw mastieken, - van houten en metalen elementen waaruit de gevel bestaat; BUITENSCHRIJNWERK 12. De schilder- en verniswerken, het aanbrengen van beitsen, met inbegrip van de voorbewerking van de onderlaag, zoals afbijten, vlakschuren, het opnieuw mastieken, - van bestaande buitenschrijnwerk; - van nieuw buitenschrijnwerk; 13. Het vervangen van het bestaande buitenschrijnwerk (in geval van uitzonderlijk slechte staat) door nieuw buitenschrijnwerk, met inbegrip van thermische isolerende beglazing en aansluiting met en afwerking van de binnenafwerking. SPECIALE HERSTELLINGSWERKEN 14. De herstellingswerken aan het lijstwerk van de bepleistering 15. De herstellingswerken aan balkons: a. grondvlak en consoles: steen, beton, metalen structuur of kleine gewelven; b. borstweringen: houten elementen, metalen elementen, stenen elementen; 16. De herstellingswerken aan loggia s: a. grondvlak en consoles: steen, beton, metalen structuur of kleine gewelven; b. borstweringen: houten elementen, metalen elementen, niet in verband geplaatste stenen elementen. ANDERE 17. De bijkomende werken die hierboven niet zijn vermeld en die noodzakelijk zijn om de volledige gevel te reinigen, te rehabiliteren of te herwaarderen of te vrijwaren. Deze werken betreffen de herstelling van de bepleistering, de voegen, het beton en de elementen in hout of metaal zoals beoogd in artikel 9, 1. en Het onderhoud en bewaring restauratie van sgraffiti 8

9 Artikel 9.- De werken die niet in aanmerking komen voor subsidie zijn: 1. Voor het reinigen van niet-geverfde gevels: de droge zandstraling, het afsproeien met water, het afschuren of afslijpen, de bespuiting met kooldioxidesneeuw, de waterzandstraling, het gebruik van chemische en oppervlakteactieve producten. 2. Herstellingswerken van het dak (hellende en platte daken). 3. Het vervangen van enkele beglazing door dubbele beglazing in het bestaand buitenschrijnwerk. 4. Gespecialiseerde studies (onderzoek door experts betreffende betonrot, injecteren van gesteenten, ). Artikel 10.- Andere kosten, zoals onder meer onderzoeks-, notaris-, architectkosten en kosten voor veiligheidscoördinator worden uitdrukkelijk uitgesloten voor subsidiëring. Hoofdstuk IV: De subsidiemodaliteiten Artikel 11.- Het subsidiebedrag wordt als volgt bepaald: 1. Het definitieve bedrag van subsidie wordt bepaald door het College op voorlegging van het gunningdossier en wordt berekend op basis van het gunningbedrag, inclusief BTW. 2. Het subsidiebedrag blijft steeds beperkt tot het bedrag waarvoor toestemming tot gebruik werd verleend. 3. Indien het eindbedrag evenwel lager ligt dan de goedgekeurde subsidie, zal de subsidie teruggebracht worden tot het eindbedrag. Artikel De subsidie wordt uitbetaald op zicht van de (maandelijkse) vorderingsstaten der werken of leveringen (samengesteld overeenkomstig bijlage II) ten bedrage van 90% van het subsidiebedrag. Het saldo wordt uitbetaald bij de voorlopige oplevering op voorlegging van de eindafrekening (samengesteld overeenkomstig de richtlijnen in bijlage II). 2. De vorderingsstaten mogen geen andere posten bevatten dan deze voorzien in het oorspronkelijke goedgekeurde ontwerp. Artikel 13.- Meer- of wijzigingswerken Als algemene regel geldt dat meeruitgaven veroorzaakt door meer- of wijzigingswerken niet worden gesubsidieerd. Van deze regel kan enkel worden afgeweken: - voor meer- en wijzigingswerken die onvoorzienbaar waren bij het uitschrijven van de aanbesteding en noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de oorspronkelijke opdracht; - op voorwaarde dat een gemotiveerde aanvraag tot subsidiëring van deze werken bij de VGC werd ingediend en goedgekeurd. Alle kosten die voortvloeien uit bovenvermelde werken moeten in afzonderlijke vorderingsstaten en facturen toegestuurd worden aan de VGC. De beoordeling van deze subsidieerbaarheid van deze werken en de eventuele uitbetaling ervan zullen gebeuren bij de eindafrekening. Artikel 14- De subsidie wordt uitbetaald door overschrijving op de post- of bankrekening van de inrichtende macht of het schoolbestuur. 9

10 Artikel 15- Indien aan een inrichtende macht of schoolbestuur een subsidie wordt toegekend, moet de medewerking van de Vlaamse Gemeenschapscommissie duidelijk leesbaar in al haar publicaties en op de gevel van het pand waarvoor de subsidie werd toegekend vermeld worden volgens de richtlijnen van de VGC-huisstijl. Tijdens de werken wordt een werfpaneel geplaatst met het logo van de Vlaamse Gemeenschapscommissie opgesteld volgens de richtlijnen van de VGC. Hoofdstuk V: De procedure Artikel De inrichtende macht of het schoolbestuur dient de aanvraag tot subsidiëring in door middel van een volledig en behoorlijk ingevuld en ondertekend formulier opgesteld volgens de richtlijnen van de VGC en ter beschikking gesteld door de VGC. 2. De VGC neemt in een collegebesluit, op basis van de subsidieaanvraag, de beslissing dat de inrichtende macht of het schoolbestuur een aanbestedingsdossier moet indienen binnen de 4 maanden (exclusief de schoolvakanties). Dit aanbestedingsdossier moet opgesteld en samengesteld worden overeenkomstig de richtlijnen in bijlage I en II. 3. De VGC geeft op vraag van de inrichtende macht of het schoolbestuur advies voor het uitschrijven van de aanbesteding. 4. De inrichtende macht of het schoolbestuur schrijft de aanbesteding uit conform de wettelijke en reglementaire bepalingen voorgeschreven door de wet op de overheidsopdrachten. 5. De inrichtende macht of het schoolbestuur dient een gunningdossier in bij de VGC opgesteld en samengesteld overeenkomstig de richtlijnen in bijlage I. 6. De VGC legt het definitieve subsidiebedrag vast in een collegebesluit en geeft op vraag van de inrichtende macht of het schoolbestuur een schriftelijke goedkeuring voor aanvang der werken. 7. Voor de uitbetaling van de subsidie stuurt de inrichtende macht of het schoolbestuur de originele factuur en 1 kopie samen met de vorderingsstaat naar de VGC directie Onderwijs. 8. De uitbetaling van het eindsaldo van de subsidie gebeurt na de voorlopige oplevering op basis van de eindafrekening. De inrichtende macht of het schoolbestuur dient dit dossier in bij de VGC overeenkomstig de richtlijnen in bijlage I. 10

11 Hoofdstuk VI: Slot- en overgangsbepalingen Artikel 17.- Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de voorwaarden van dit reglement niet werden vervuld, kan het College van de VGC de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen. Artikel 18.- Binnen een termijn van twee jaar te rekenen vanaf de betekening van het principieel akkoord in het collegebesluit bedoeld in artikel 16 2, moet de aanvrager de werken hebben laten uitvoeren en factureren bedoeld in artikel Artikel 19.- Het college van de VGC kan de toegekende subsidies terugvorderen bij verkoop of wijziging van doel van het gebouw gelijklopend met de regelgeving in de Schoolpactwetgeving, artikel 19, 2. Artikel 20.- Het college van de VGC kan gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichting om te voldoen aan de voorwaarden en bepalingen van dit reglement, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. De motivering van de ontheffing wordt opgenomen in een collegebesluit. Artikel 21.- Voor werken die niet zouden voorkomen in dit reglement kan de inrichtende macht of het schoolbestuur een aanvraag tot subsidiëring indienen bij de VGC met een verantwoording van de noodzaak van de werken in het kader van de gevelrenovatie van de school. Het College van de VGC zal de aanvraag behandelen naar het al of niet in aanmerking komen voor een subsidie. De motivering wordt opgenomen in een collegebesluit. Artikel 22.- Dit reglement treedt in werking op 1januari Gezien om gevoegd te worden bij het collegebesluit 04/277 van 13 mei 2004 houdende goedkeuring van het reglement houdende subsidiëring voor de gevelrenovatie van scholen in het kader van het Stedenfonds. De Collegeleden, Jos CHABERT Guy VANHENGEL Pascal SMET 11

12 BIJLAGE Bijlage nr. I van het reglement Onderrichtingen i.v.m. overheidsopdrachten bouwkundige werken 1. ALGEMEEN 1. De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. 2. Het Koninklijk Besluit (KB) van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken. 3. Het KB van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken. 4. De wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers en werken. Het KB van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van de wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken. Het MB van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken met betrekking tot de erkenning der aannemers. 5. De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. 6. Het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen (veiligheidscoördinator). 7. De wetten en Koninklijke Besluiten inzake de registratie der aannemers. 8. De omzendbrieven gericht aan de provinciebesturen, uitgaande van de hogere overheden, welke betrekking hebben op de gesubsidieerde werken van de regionale en lokale besturen (gepubliceerd in de Bestuursmemorialen). 9. Alle wijzigingen en/of aanvullingen op de voormelde wetten, koninklijke besluiten, enz. 2. RUWBOUW, AFWERKING 1. Het typebestek nr. VL100 van 2002 van de Vlaamse Gemeenschap. 2. Het typebestek nr. 104 van 1963 en de addenda 1 (van 1967) 2 (van 1969) 3 (van 1973) 3. Het typebestek nr. 901 van 1989 i.v.m. werken voor onderhoud en verbouwing van gebouwen. 4. De ééngemaakte technische specificaties (STS) uitgegeven door het Nationaal Instituut voor de Huisvesting. 5. De richtlijnen van de plaatselijke brandweer. Het KB van 7 juli 1994, gewijzigd bij KB van 19 december 1997, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. 6. Het algemeen reglement op de arbeidsbescherming (ARAB). 12

13 7. De Belgische Normen NBN- uitgegeven door het Belgisch Instituut voor Normalisatie. 8. Het bestek 800 van Voorlopige voorschriften voor werk bij vriesweer. 3. CENTRALE VERWARMING, VERLUCHTING EN KLIMAATREGELING 1. Het typebestek nr. 105 van En 2 c, d, e, f en g. 4. ELEKTRICITEIT 1. Het typebestek nr. 101 van Het typebestek nr. 400 (recentste uitgave) 3. Het algemeen reglement op de elektrische installaties (A.R.E.I.) c, d, e, f en g. Gezien om gevoegd te worden bij het collegebesluit 04/277 van 13 mei 2004 houdende goedkeuring van het reglement houdende subsidiëring voor de gevelrenovatie van scholen in het kader van het Stedenfonds. De Collegeleden, Jos CHABERT Guy VANHENGEL Pascal SMET 13

14 BIJLAGE Bijlage nr. II van het reglement Samenstelling van de dossiers voor werken 1. AANBESTEDINGSDOSSIER 1. goedkeuring van de inrichtende macht of het schoolbestuur en/of eigenaar; 2. voor de gebouwen die hetzij beschermd zijn of waarvoor de procedure tot bescherming loopt, hetzij ingeschreven zijn op de bewaarlijst of waarvoor de procedure van inschrijving op deze lijst loopt, dient het Besluit van de Regering toegevoegd te worden; 3. een afschrift van de overeenkomst met - hetzij een architectenbureau, aangesteld volgens een gunningprocedure conform de wetgeving op overheidsopdrachten; - hetzij een dienst met de administratieve en technische kennis voor het opmaken van een bestek conform de wettelijke en reglementaire bepalingen voorgeschreven door de wet op de overheidsopdrachten; 4. een afschrift van de overeenkomst met - een veiligheidscoördinator voor ontwerp en verwezenlijking, verplicht aan te stellen door de inrichtende macht of schoolbestuur volgens het Koninklijk Besluit van met betrekking tot tijdelijke en mobiele bouwplaatsen (B.S ), aangesteld volgens een gunningprocedure conform de wetgeving op overheidsopdrachten; 5. documenten die als grondslag zullen dienen voor het uitschrijven van de aanbesteding en die de wetten en reglementering voor overheidsopdrachten van bouwkundige werken in acht nemen - opmetingsplan van de gevel; - het bijzonder bestek, bestaande uit de administratieve voorwaarden en de technische beschrijving (conform de wettelijke en reglementaire bepalingen voorgeschreven door de wet op de overheidsopdrachten); - de gedetailleerde meetstaat; - het model van inschrijvingsformulier met de samenvattende opmetingsstaat; - de gedetailleerde raming van de kostprijs; In de technische beschrijving van het bijzonder bestek dient bij de inrichting van de werf de plaatsing van een werfpaneel voorzien te worden. De afmetingen en lay-out van dit werfpaneel moeten voldoen aan de richtlijnen van de VGC. 14

15 2. GUNNINGSDOSSIER 1. In geval van aanbesteding of offerteaanvraag (beperkte of algemene) de publiciteitsuittreksels (oproep tot kandidaten, bericht van aanbesteding in het Bulletin der Aanbestedingen, eventueel in het Publicatieblad van de Europese Gemeenschap) bewijzen van de vooraf gevoerde publiciteit een eensluidend verklaard afschrift van het proces-verbaal van de opening van de offertes de originele offertes met alle bijlagen en omslagen en één kopie 2. In geval van onderhandelingsprocedure minstens 3 originele offertes, gedag- en gehandtekend en voor beide procedures 3. het bijzonder bestek 4. verslag van de ontwerper waarin een grondige analyse wordt gemaakt van de inschrijvingen met onder meer de volgende rubrieken: - administratief nazicht (rekenkundig, volledigheid, handtekening, RSZ, erkenning, registratie,...); - abnormale prijzen, berekening van het gemiddelde; - bespreking van alle opmerkingen der aannemers; - wijziging van de hoeveelheden; - vergetelheden; - voorstel tot wijziging; 5. beslissing van het bestuur houdende de aanduiding van de aanbestedingshouder. 3. UITVOERING VAN DE WERKEN 1. Vorderingsstaten: - de 1 e staat moet vergezeld zijn van een kopie van het bevel tot aanvang der werken en van het inschrijvingsformulier - iedere vorderingsstaat, opgesteld door de aannemer, dient de details der uitgevoerde werken te bevatten, samen met de herziening van de prijzen. In geval van vermoedelijke hoeveelheid (VH) dient de gedetailleerde tegensprekelijke opmeting bijgevoegd te worden. 2. Bijwerken: 15

16 - De rechtvaardiging van de ontwerper, samen met een beschrijving der werken - Prijsofferte van de aannemer - De beslissing van de Vlaamse Gemeenschapscommissie of het opdrachtgevend bestuur (eventueel met verlenging van de uitvoeringstermijn) 3. Eindafrekening: (ondertekend door alle belanghebbenden) - Het P.V. van voorlopige oplevering. Een samenvatting van de vorderingsstaten. - Een algemeen overzicht van de eindafrekening met als basis het goedgekeurde inschrijvingsbedrag. - Een tabel van de meer- en minwerken. - Een gedetailleerde nota omtrent de uitvoeringstermijn. Gezien om gevoegd te worden bij het collegebesluit 04/277 van 13 mei 2004 houdende goedkeuring van het reglement houdende subsidiëring voor de gevelrenovatie van scholen in het kader van het Stedenfonds. De Collegeleden, Jos CHABERT Guy VANHENGEL Pascal SMET 16