H.N. WERKMAN COLLEGE LOCATIE KLUIVERBOOM CENTRAAL EXAMEN TL

Transcriptie

1 H.N. WERKMAN COLLEGE LOCATIE KLUIVERBOOM CENTRAAL EXAMEN TL EXAMENPLANNING Maak een examenplanning voor jezelf waarbij je denkt aan de onderdelen: leren oefenen(met examens en examentijd) controleren (nakijken) De planning moet wel bij jou passen dus maak een planning die realistisch is, afgestemd is op het aantal uren die jij per dag kan studeren, die rekening houdt met de beschikbare tijd tot de toets en die een oplossing biedt voor het geval jij je planning niet haalt.

2 Overzicht data eindexamens 2015 TL 4 Datum Tijd Vak Ma 11 mei 13:30-15:30 Nask 2 Wo 13 mei 13:30-15:30 Nederlands Ma 18 mei 09:00-11:00 Geschiedenis 13:30-15:30 Engels Di 19 mei 09:00-11:00 Duits 13:30-15:30 Wiskunde Wo 20 mei 13:30-15:30 Aardrijkskunde Do 21 mei 13:30-15:30 Nask 1 Vr 22 mei 13:30-15:30 Economie Di 26 mei 13:30-15:30 Biologie Eindexamen

3 Algemeen: Zorg dat je een kwartier voor aanvang van de examens in de juiste zaal aanwezig bent. Het rooster staat op de vorige bladzijde. Ga voor aanvang van de examens nog even naar het toilet. Zet je mobiel uit en berg deze goed op, hij mag niet op de tafel blijven liggen. Je tas moet je in de kleedkamers laten liggen. Wie door ziekte of andere omstandigheden beslist niet kan komen, moet ruimschoots voor de examenzitting begint, persoonlijk of telefonisch Ben Hokke ( ) of Jan Chris de Wilde ( ) op de hoogte stellen onder vermelding van reden. Zorg dat je op tijd komt. Als je te laat komt, krijg je aan het eind geen extra tijd. Als je meer dan 30 minuten te laat komt mag je niet meer in de examenzaal toegelaten worden. Woordenboeken moet je zelf meenemen. Binas (alleen voor NaSk1 en NaSk2) wordt bij het examen uitgedeeld. Je moet zelf zorgen voor een rekenmachine (geen grafische rekenmachine) en schrijfbenodigdheden. Papier en kladpapier wordt door school verzorgd Zorg voor een reservepen en reservebatterijen voor je rekenmachine. Je mag geen tipp-ex gebruiken. Je moet met pen schrijven; tekeningen, grafieken, mag je met potlood maken. Je mag tijdens het eerste uur van het examen niet vertrekken, ook tijdens de laatste 15 minuten mag niemand de examenzaal verlaten. Heel veel succes met je examens! Eindexamen

4 EINDEXAMEN NASK 2 maandag 11 mei Hoofdstuk 11 hoef je NIET te leren! Alle andere hoofdstukken wel! Hieronder staan de exameneenheden wat op het examen gevraagd wordt. In de uitdraai die jullie tijdens de les hebben ontvangen staat precies wat je moet leren, kennen en kunnen. Exameneenheden NASK2/K/3 Leervaardigheden in het vak scheikunde X NASK2/K/5 Mens en omgeving: Verbranding X NASK2/K/7 Water, zuren en basen X NASK2/K/10 Basischemie voor vervolgopleiding en beroep X NASK2/K/11 Bouw van materie X NASK2/V/1 Productieprocessen X NASK2/V/2 Productonderzoek X NASK2/V/3 Vaardigheden in samenhang X De syllabus voor scheikunde kun je ook vinden op: Het examen bevat 40 à 45 % meerkeuzevragen Verder de volgende soorten vragen: uitlegvragen, reactievergelijkingen opstellen, namen van stoffen processen, of scheidingsmethodes geven, en reken vragen. Veel foto s, artikelen, tekeningen, grafieken en schema s bij de opgaven. Hulpmiddelen bij het examen: Rekenmachine, gele markeerstift Binas (krijg je van school) Veel examenopgaven maken: zie o Linksboven jaartal aanklikken o Met de aanwijzer op VMBO TL gaan staan o In de pop-up naar exacte vakken o NASK2 Boek deel 1 en 2 bestuderen, gebruik ook de samenvattingen van elk hoofdstuk Eindexamenbundel met belangrijkste elementen examen bestuderen Check de syllabus; kun en ken je alles wat van je gevraagd wordt? Veel tijdswinst is te behalen door een goed overzicht van je Binas te hebben. Welke tabellen/formules heb je vaak nodig en waar vind je die? Het register achterin goed gebruiken. Aanspreekpunt of extra lessen: J. Kuiper j.kuiper@werkmancollege.nl TL Eindexamen

5 EINDEXAMEN NEDERLANDS woensdag 13 mei Bij de voorbereiding van dit examen is oefenen erg belangrijk om de stof te leren. Zie bij voorbereiding. Verder is het verstandig om de groene blokken van het onderdeel Lezen van de hoofdstukken 1 t/m 5 goed te leren. Leer ook de aantekeningen. Opzet van een formele (zakelijke) brief: waar komen de adressen te staan, aanhef, wat moet in de inleiding, de kern en het slot komen te staan, afsluitende zinnen, groet. Het examen bestaat uit 3 onderdelen: 1. meestal drie of vier teksten met zowel meerkeuze- als open vragen. 2. een tekst om samen te vatten. Dit is een geleide samenvatting. Dat wil zeggen, er worden vragen gesteld waarvan de antwoorden in de samenvatting moeten staan. 3. één of twee schrijfopdrachten. Hulpmiddelen bij het examen: Woordenboek Nederlands. Oefen examens van voorgaande jaren. Deze kun je vinden op Je vindt hier ook de antwoorden, zodat je kunt kijken wat je goed doet en waaraan je nog aandacht moet besteden. Extra lessen: Je kunt een afspraak maken met je docent Nederlands en bij vragen kun je altijd mailen n.harms@werkmancollege.nl & m.hamburger@werkmancollege.nl Eindexamen

6 EINDEXAMEN GESCHIEDENIS maandag 18 mei Staatsinrichting van Nederland en Nederland en Europa - Historisch overzicht vanaf 1900 Het examen bestaat uit ongeveer 35 tot 40 vragen. Je krijgt open en meerkeuzevragen. Voorbeelden van examens staan op Bij het beantwoorden van de examenvragen moet je op de volgende zaken letten: Lees de vraag goed en duidelijk. Bij open vragen, altijd aan het begin van je antwoord de vraag herhalen. Voorbeeld: wie was de lei Bij open vragen waarbij staat: gebruik de bron tekstbron: citaat als voorbeeld in je antwoord beeldbron: beeldelement als voorbeeld in je antwoord Als er bij een antwoord staat: doe het zo: ook op deze manier je antwoord geven!! Vul je antwoord aan met kennis wat je van die vraag weet. Afkortingen, zoals DLD of VS voluit schrijven. Wees duidelijk in je antwoorden (men, ze, dingen,.is veel te vaag, schrijf dan op; de Nederlanders, nazi s, de economische crisis) Lees bij een bronvraag de introtekst en het onderschrift. Wie heeft de bron gemaakt? Wanneer is de bron gemaakt? Wat zie je precies op de bron? Is er sprake van propaganda? Vaak zijn hier al verschillende antwoorden op de vragen te vinden. Sla absoluut geen vragen over! Antwoord altijd IETS ook al denk je dat het fout is. Probeer logisch na te denken en schrijf op wat er in je opkomt als je verder niets weet, wij zoeken namelijk naar het goede in de antwoorden. Als er niets staat, kunnen we ook niets vinden!! Hulpmiddelen bij het examen: Je mag een woordenboek Nederlands gebruiken bij het examen, maar let op! Een woordenboek geeft de letterlijke uitleg van een woord, niet de historische uitleg. Maak gebruik van de aantekeningen. Kijk daarna naar de stof uit het boek. Wat staat niet in de aantekeningen? Vul dit dan aan. Vergelijk je kennis met het voorbereidingsboek: wat weet ik nog niet? Vul je kennis daarna aan. Dan heb je een goede samenvatting van de stof. Het is erg veel stof, dus begin op tijd met leren. Deel de stof op in kleinere stukken. En neem dit op deze manier op in je planning. Denk ook aan de vaardigheden die je moet beheersen: verschillende soorten vragen, volgordevragen, brongebruik, enz. Maak oefenexamens. Deze kun je bijvoorbeeld vinden op of Ook zijn hier de juiste antwoorden te vinden. Extra uitleg: Via de mail kun je altijd vragen stellen of een afspraak maken voor extra uitleg: j.dragtsma@werkmancollege.nl & j.veldman@werkmancollege.nl Eindexamen

7 EINDEXAMEN ENGELS maandag 18 mei Bij de voorbereiding van dit examen is oefenen erg belangrijk om de stof te leren. Zie bij voorbereiding. Opzet van een formele (zakelijke) brief: waar komen de adressen te staan, aanhef, wat moet in de inleiding, de kern en het slot komen te staan, afsluitende zinnen, groet. Het examen bestaat uit 2 onderdelen: 1. Teksten; ongeveer 70% 2. Zakelijke Brief Oefen examens van voorgaande jaren. Deze kun je vinden op Je vindt hier ook de antwoorden, zodat je kunt kijken wat je goed doet en waaraan je nog aandacht moet besteden. Extra lessen: Je kunt een afspraak maken met je docent Engels en bij vragen kun je altijd mailen (b.hovenkamp@werkmancollege.nl) Voorbereiding en tips eindexamen Engels: Zoals met jullie besproken en geoefend: Bij meerkeuzevragen vul je natuurlijk altijd een antwoord in! Open vragen moeten altijd in het NEDERLANDS beantwoord worden (BEHALVE als je LETTERLIJK uit de tekst moet CITEREN!) Tijdens het examen moet je ook een korte brief schrijven. Bedenk daarbij het volgende: lees de instructie goed! de info die je leest in de instructie moet je gebruiken in je brief zorg dat je je eigen adres, naam adres van geadresseerde, datum (met hoofdletter!), aanhef (Dear Sir, Madam,) en afsluiting (Yours faithfully + voor- en achternaam) goed hebt! 1 foutje hierin kost je meteen een punt (= ongev. 0,25 pnt! zorg dat je elke opdracht in een aparte alinea vermeldt streep wat je hebt geschreven af zodat je zicht houdt op wat je nog niet hebt geschreven. EEN ding vergeten kost je 1 punt (= -0,25), twee dingen is 2 punten (= - 0,50!) houd je aan het aangegeven aantal woorden!!! schrijf netjes en probeer voor de bonus (max 2 pnt = +0,5) te gaan door de zinnen Eindexamen

8 mooi met elkaar te verbinden en wat meer dan de basiswoordenschat te gebruiken in je brief. Algemene tips: VERGEET JE WOORDENBOOK ENGELS-NEDERLANDS en NEDERLANDS- ENGELS niet mee te nemen. Neem je aantekeningen over de brief nog eens goed door! Blijf niet te lang bij 1 vraag hangen. Als je er niet meteen uitkomt, sla de vraag eerst even over MAAR KOM ER LATER DAN WEL WEER OP TERUG! Zorg dat je ongeveer het laatste half uur van je examen aan je brief begint. Omdat de brief 13 punten (= 2,75!) waard is, moet je die in elk geval maken. Heb je nog een paar vragen niet beantwoord zo tegen een half uur voor de tijd is afgelopen, sla die vragen dan even over om naar de brief te gaan. Hou het gebruik van je woordenboek in de gaten. Je kunt niet alles opzoeken omdat daar geen tijd voor is. Heb je tijd over?? Lever het examen dan niet meteen in maar kijk er nog een keer naar... Vooral in de spelling van de brief zijn vaak nog fouten te herstellen door bv het woord even op te zoeken in het Engels-Nederlands woordenboek. Ook kan je de brief nog even checken op woordvolgorde: WIE-DOET WAT-WAAR-WANNEER. GOOD LUCK! Eindexamen

9 EINDEXAMEN DUITS dinsdag 19 mei Bij de voorbereiding van dit examen is oefenen het belangrijkste. Het examen bestaat uit teksten met vragen; aan de hand hiervan wordt je leesvaardigheid getoetst. Activeer je woordenschat door in ieder geval de basiswoordenlijst, die je van je docent hebt ontvangen, te leren. Dit voorkomt dat je om de haverklap in je woordenboek moet opzoeken. Dit opzoeken blijkt best lastig te zijn en is tijdrovend. Ook hierover heb je van je docent een lijst met tips gekregen. Het examen bestaat uit langere teksten en korte teksten in illustratievorm. Hierover worden meerkeuzevragen gesteld (65% tot 75%). De rest van de vragen zijn open vragen : deze worden in het Nederlands gesteld en moeten in het Nederlands beantwoord worden, tenzij er in de opdracht gevraagd wordt uit de tekst te citeren.(duitse woorden /stukken zin letterlijk overnemen). Duits CSE zijn vooral Duitse teksten, die je vaak in het Nederlands moet beantwoorden. Doe dit dan ook, want antwoorden in het Duits moeten fout gerekend worden!!!! Wordt er een vraag in het Duits gesteld, waarbij je uit de tekst moet citeren, dan geef je dat deel van de zin/ de alinea aan zoals die in de tekst staat. ( in het Duits dus!) Neem de tijd, kijk eens een paar dagen per week Duitse zenders op de televisie, dan zal je woordenschat snel groter worden Hulpmiddelen bij het examen:!!! woordenboek Duits-Nederlands!!! woordenboek Nederlands-Nederlands (mocht je een vertaling ook in het Nederlands niet kennen) We hebben in de lessen geoefend met al gegeven examens. Bovendien heb je van je docent een compleet oefenexamen meegekregen. Wil je nog meer oefenen, en dat is zeker aan te raden, dan kun je een examenbundel kopen ( voordeel is dat je de uitwerkingen + woordenlijsten erbij hebt) of je kunt oefenen via: ( klik linksboven het jaartal aan; ga vervolgens in de groene balk vmbo-tl staan en ga via talen en Duits naar de goede pagina). Extra lessen: voor eventuele afspraken even mailen: a.notenboom@werkmancollege.nl Eindexamen

10 EINDEXAMEN WISKUNDE dinsdag 19 mei De kennis die bekend wordt verondersteld betreft de delen VMBO GT A en B van Moderne Wiskunde editie 9: hoofdstuk 1 tot en met 8. Voor de examenstof, kijk naar de inhoudsopgave van beide boeken of nog liever: lees en leer alle gele theoriepagina s van beide boeken. Het examen bestaat uitsluitend uit open vragen. Er wordt van je verwacht dat je wiskundig de weg weet te vinden in uitgebreide verhaalsommen met veel informatie waarbij je moet kunnen bepalen wat relevant is voor de oplossing van de som en wat niet. Hulpmiddelen bij het examen: Twee goed schrijvende pennen Rekenmachine (geen grafische) Geodriehoek Potlood + gum Passer Koershoekmeter mag als je die hebt Verder vooral veel examensommen maken om gevoel te krijgen voor de vraagstelling en ook om je eigen leesvaardigheid aan te scherpen. Berekeningen bij elke som, dat levert punten op. Kijk vooral goed of je de gestelde vraag wel volledig hebt beantwoord. Oefen vooral met oude examens en opgaven uit het boek deel 1 en 2 incl. hoofdstuk 9 met een oud examen. Werk thuis net zo geconcentreerd, alleen en netjes als op het examen. De examens en bijbehorende correctiemodellen zijn te downloaden van de site examenbundel.nl. Lees ook de inleiding van het correctiemodel, waar de docent op moet letten bij het nakijken. Een mooie verzameling oude examenvragen, gegroepeerd op onderwerp, kun je vinden op wiskunde-examens.nl Extra lessen: Je kunt via de mail een afspraak maken: h.hoekman@werkmancollege.nl, g.wester@werkmancollege.nl Eindexamen

11 EINDEXAMEN AARDRIJKSKUNDE woensdag 20 mei Boek: Buitenland ¾ VMBO Hoofdstuk 4: Weer en klimaat Hoofdstuk 5: Bevolking en ruimte Hoofdstuk 6: Water Het examen bestaat uit open en meerkeuze vragen. Bij de opgaven staan veel bronnen die je bij de beantwoording van de vraag moet gebruiken. Naar deze bronnen wordt bij de vraag verwezen. De vragen kunnen om een verklaring vragen, een oorzaak-gevolg-vraag zijn, om een redenering gaan of je moet een mening geven (met uitleg waarom). Daarnaast is algemene kennis een pré! Bij veel vragen wordt gebruik gemaakt van bronnen. Je moet dus ook tabellen, grafieken, kaarten etc. kunnen lezen en begrijpen. Ook het maken van een tabel of grafiek is mogelijk! Algemeen gezien is het aantal vragen groot waarvoor je veel tijd nodig hebt. Tijdnood is mogelijk, maar niet onoverkomelijk. Hulpmiddelen bij het examen: * Passer * Geo Driehoek * Potlood+gum * Rekenmachine * Arceerstift * Twee kleuren potloden (rood/blauw) * extra pen * Woordenboek Nederlands (eventueel) * Oefenen is essentieel. Daar win je veel tijd mee. * Het kennen van de begrippen is een noodzaak. Je moet daarmee kunnen werken, dus moet je ook weten wat ze betekenen. (in eigen woorden) Denk erom: ze vragen altijd naar de maatschappelijk relevantie van begrippen. Niet alleen naar puur feitenkennis. * Daarnaast is het maken van een uittreksel absoluut zinvol. Het lukt je niet om het pas op het laatste moment te gaan lezen. Op staan eventueel ook uittreksels die je goed kunt gebruiken en je kunt het boekje samengevat. * Let vooral op de vraagstijl en de uitwerkingen van de opgaven. Het oefenen met de vraagstijl is belangrijk. Probeer te begrijpen wat ze van je willen weten. Neem daarvoor eventueel een arceerstift en streep aan wat ze precies vragen. Bij beantwoording telt het eerste antwoord. * Geef altijd antwoord op een vraag ook al moet je gokken! * Geef bij een meerkeuzevraag antwoord door een HOOFDLETTER te noteren. (dus niet het antwoord daar achter) * Schrijf duidelijk en houd de volgorde van vraagnummers aan. Extra lessen: Wel altijd eerst een afspraak maken via de mail: d.schanssema@werkmancollege.nl Eindexamen

12 EINDEXAMEN NASK 1 donderdag 21 mei Hieronder staan de exameneenheden wat op het examen gevraagd wordt. In de uitdraai die jullie tijdens de les hebben ontvangen staat precies wat je moet leren, kennen en kunnen. Exameneenheden TL Hoofdstuk NASK1/K/3 Leervaardigheden in het vak natuurkunde X NASK1/K/4 Stoffen en materialen X 1 NASK1/K/5 Elektrische energie X 2, 7 NASK1/K/6 Verbranden en verwarmen X 5 NASK1/K/8 Geluid X 6 NASK1/K/9 Kracht en veiligheid X 4, 8 NASK1/V/1 Veiligheid in het verkeer X 11 NASK1/V/2 Constructies X 12 NASK1/V/3 Vaardigheden in samenhang X De syllabus voor natuurkunde kun je ook vinden op: Meerkeuzevragen - 20 a 25 % van de vragen Een uitwerkbijlage met hierin zinnen waarin op de uitwerkbijlage de juiste mogelijkheden omcirkeld moeten worden, of een tekening of grafiek moet worden gemaakt. Verder de volgende soorten vragen: uitlegvragen, rekenvragen waarbij formules moeten worden gebruikt, tekenopdrachten bv een elektrische schakeling, Veel foto s, artikelen, tekeningen, grafieken en schema s bij de opgaven. Hulpmiddelen bij het examen: Rekenmachine, gele markeerstift Binas (krijg je van school) Geodriehoek Passer Liniaal Potlood Gum Veel examenopgaven maken: zie o Linksboven jaartal aanklikken o Met de aanwijzer op VMBO TL gaan staan o In de pop-up naar exacte vakken o NASK1 Bestudeer de samenvattingen per hoofdstuk, en de aantekeningen. Check de syllabus; kun en ken je alles wat van je gevraagd wordt? Veel tijdswinst is te behalen door een goed overzicht van je Binas te hebben. Welke tabellen/formules heb je vaak nodig en waar vind je die? Oefen jezelf in het opzoeken Eindexamen

13 van de juiste formules bij opgaven, zodat je weet waar je naar zoeken moet als je bv. een vermogen moet uitrekenen. Aandachtspunten: Geef altijd antwoord op een vraag ook al moet je gokken. Tijdens het lezen van teksten, onmiddellijk alle informatie die je relevant lijkt arceren met je markeerstift. Dit scheelt een hoop tijd. Stop niet indien je bij een rekenvraag zeker weet dat je stap fout is, indien je de volgende stappen wel correct doet, krijg je daar wel de punten voor. Bij leg uit/verklaar/toon aan of leid af vragen duidelijk formuleren en antwoord geven op de gestelde vraag. Laat je niet gek maken. Lees de opgave eerst (vluchtig) helemaal door, sla hem desnoods even over. Kijk naar het aantal punten per vraag en pas de onderdelen van je antwoord erop aan. Wees kritisch op je eigen antwoorden. Een snelheid berekenen van een voertuig en dan uitkomen op km/uur is niet logisch. Je zult ergens een foutje hebben gemaakt. OEFEN/DWING JEZELF IN HET OPSCHRIJVEN VAN DE FORMULES WAARMEE JE GAAT REKENEN, EN SCHRIJF ALLE STAPPEN VAN JE BEREKENING OP. In het correctiemodel kun je zien dat je voor het opschrijven van een formule en het invullen van 1 getal je al een punt krijgt!!!!! Schrijf bij meerkeuzevragen altijd een antwoord op (in hoofdletters!!!), ook als je het niet (zeker) weet. Niet geschoten is altijd mis. Aanspreekpunt of extra lessen: J. Kuiper j.kuiper@werkmancollege.nl G. Wester g.wester@werkmancollege.nl Eindexamen

14 EINDEXAMEN ECONOMIE vrijdag 22 mei Boek Pincode 4 behalve de hoofdstukken 2.1 vreemde valuta (blz. 42/43), hoofdstuk 3 helemaal en hoofdstuk 4.2 Je moet de berekeningen, zoals die achterin het boek staan, kunnen toepassen. Behalve 9,10,11,13 & 14 Het examen bestaat uit ongeveer 40 vragen. Het examen bestaat uit een vragenboekje, een bronnenboekje en soms uit een uitwerkbijlage. Tips Probeer bij meerkeuzevragen altijd eerst zelf het antwoord te bedenken, voordat je een antwoord kiest. Lees de bron, voordat je de bijbehorende vragen gaat beantwoorden Gebruik bij meerkeuzevragen altijd HOOFDLETTERS. Als een verklaring of berekening gevraagd wordt, krijg je meestal geen punten als de verklaring of berekening ontbreekt. Geef altijd een antwoord op elke vraag Vaak is het aantal punten die je voor een vraag kan krijgen een indicatie van het aantal argumenten (of stappen) die je moet geven (of maken). Hulpmiddelen bij het examen: Woordenboek Nederlands mag je gebruiken en een (gewone, dus geen grafische) rekenmachine. Oefen examens van voorgaande jaren. Deze kun je vinden op of De uitwerkingen van de opgaven van Pincode 4 staan op It s learning. Extra: Als je tijdens je voorbereiding nog vragen hebt kun je mailen naar p.omvlee@werkmancollege.nl i.vanstigt@werkmancollege.nl } Eindexamen

15 EINDEXAMEN BIOLOGIE dinsdag 26 mei EE Naam SE Examenbundel Hoofdstukken Nectar K/1 Oriëntatie op leren en werken x K/2 Basisvaardigheden x K/3 Leervaardigheden in het vak biologie x CE Checklisten K/4 Cellen staan aan de basis x CE 1 H1 (1-4), H2 (4-5) H7.1. K/5 Schimmels en bacteriën: nuttig en soms schadelijk x 2 K/6 Planten en dieren en hun samenhang: de eigen omgeving verkend K/7 Mensen beïnvloeden hun omgeving x 4 K/8 Houding, beweging en conditie x 5 x CE 3 H 2 (1-5), 3.4, 7.5, 9.4. K/9 Het lichaam in stand houden: voeding en genotmiddelen, energie, transport en uitscheiding x CE 6 H7 (1-4), H8 (1-5). K/10 Bescherming x 7 K/11 Reageren op waarnemingen x CE 8 H4 (1-5), 5 (1-2), 9.3. K/12 Van generatie op generatie (voortplanting) x CE 9 H9 (1-4) K/13 Erfelijkheid en evolutie x CE 10 H10 (1-5), H11 (1-4) V/1 Bescherming en antistoffen x CE 11 H13 (1-4) + verdieping resus V/2 Gedrag bij mens en dier x CE 12 H12 (1-5) V/3 Verwerven, verwerken en verstrekken van informatie x V/4 Vaardigheden in samenhang x CE X Vragen/afspraak docent: r.warring@werkmancollege.nl & w.scheepstra@werkmancollege.nl Eindexamen

16 Eindexamen