TBC-bestrijdingsplan Op weg naar eliminatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TBC-bestrijdingsplan 2008-2015. Op weg naar eliminatie"

Transcriptie

1 TBC-bestrijdingsplan Op weg naar eliminatie KNCV Tuberculosefonds, 12 december 2008

2 2

3 INHOUD: Samenvatting... 5 Leeswijzer Inleiding Epidemiologie Maatschappelijke ontwikkelingen Veranderingen in het aantal immigranten en buitenlandse seizoenarbeiders Veranderingen in het aantal asielzoekers Veranderingen in het aantal illegalen Internationaal verkeer Toenemende vergrijzing Verdwijnen van aandacht Stand van zaken tbc-bestrijding Diagnose en behandeling van tuberculose Passieve opsporing Actieve opsporing Microbiologische diagnostiek Behandeling en begeleiding Diagnose en behandeling van latente tbc-infectie (LTBI) Vaccinatie Randvoorwaarden voor de tbc-bestrijding Wet- en regelgeving Voorlichting en pleitbezorging Coördinatie Surveillance Richtlijnontwikkeling Ondersteuning tbc-netwerk Opleidingen Financiering Schaalvergroting tbc-bestrijding Mogelijkheden voor technische en inhoudelijke innovatie Verbetering diagnostiek en behandeling tuberculose Verbetering van de klinische diagnostiek Verbetering van actieve opsporing Verbetering in de microbiologische diagnostiek Verbetering behandeling Verbetering diagnostiek en behandeling latente tbc-infecties (LTBI) Verbetering vaccin Aanpassing van de organisatie van de tbc-bestrijding op middellange termijn Organisatie diagnostiek en behandeling van tuberculose Organisatie van de diagnostiek (passieve opsporing) en behandeling Organisatie van de actieve opsporing Organisatie van de microbiologische diagnostiek Organisatie van diagnose en behandeling van latente tbc-infectie (LTBI) Organisatie van BCG-vaccinatie Organisatie van tbc-bestrijding op nationaal niveau Te ondernemen stappen op korte termijn

4 4

5 Samenvatting KNCV Tuberculosefonds heeft dit Tbc-bestrijdingsplan Op weg naar eliminatie ontwikkeld met een financiële bijdrage van het Centrum Infectieziektebestrijding. Een stuurgroep met vertegenwoordigers van de belangrijkste partijen in het netwerk van de Nederlandse tbcbestrijding heeft aan de ontwikkeling van dit plan mede richting gegeven (zie bijlage 1). De epidemiologische vooruitzichten tot 2030 worden beschreven in hoofdstuk 2. In de periode zal het aantal tbc-patiënten waarschijnlijk tussen de 400 en 1000 tbc-patiënten per jaar liggen, zal een afnemend percentage van Nederlandse afkomst zijn (van zo n 30% nu tot zo n 15% in 2030) en zal een derde van de tbc-patiënten in de vier grote steden worden vastgesteld. De onzekerheden van deze schattingen zijn aanzienlijk, vooral door onzekerheid over de instroom van immigranten. Hoofdstuk 3 vat enkele maatschappelijke ontwikkelingen samen die van belang zijn voor de tbc-bestrijding in de komende jaren. In hoofdstuk 4 wordt de stand van de huidige tbc-bestrijding in Nederland beschreven met inbegrip knelpunten, voor de volgende componenten: i. diagnostiek en behandeling van tuberculose (passieve opsporing, actieve opsporing, microbiologische diagnostiek en behandeling/begeleiding), ii. diagnostiek en behandeling van latente tbc-infecties (LTBI) iii. vaccinaties en iv. landelijke randvoorwaarden voor de bestrijding. Deze volgorde wordt ook in de twee volgende hoofdstukken gevolgd. Steeds gebeurt dit vanuit een indeling van de tbc-bestrijdingstaken in OGZ kliniek laboratorium - landelijke taken. Hoofdstuk 5 beschrijft mogelijke inhoudelijke en technische verbeteringen in de bestrijding. De bijdrage hiervan aan het bereiken van eliminatie zal bescheiden zijn, tenzij een effectief vaccin wordt ontwikkeld of het een diagnostisch instrument wordt ontdekt voor het herkennen van personen met de grote kans op ziekte-ontwikkeling voor gerichte preventieve behandeling. De genoemde verbeterpunten betreffen de surveillance, (vroeg)diagnostiek, screening en preventieve behandeling, vooral gericht op immigranten. Hoofdstuk 6 stelt organisatorische verbeteringen voor die noodzakelijk worden geacht om bij een verdere (waarschijnlijk bescheiden) daling van het aantal tbc-gevallen voor een kwalitatief goede tbc-bestrijding te kunnen blijven zorgen. De geformuleerde knelpunten zijn leidend geweest bij het formuleren van oplossingen. Voor de komende 5 à 10 jaar acht KNCV Tuberculosefonds het van belang dat de in 2004 ingezette schaalvergroting van de tbc-bestrijding in de OGZ verder wordt uitgewerkt en gerealiseerd. Gezien de reeds jarenlang bestaande hoge kwaliteit van de tbcbestrijding, die zich ondermeer uit in een incidentie die beduidend lager is dan in onze buurlanden, zijn drastische ingrepen in de structuur van de decentrale bestrijding niet geïndiceerd, zoals ook door het team met internationale experts dat in 2008 een review uitvoerde, werd aangegeven. Voor 5

6 de klinische sector wordt een regionalisering niet zinvol of realistisch geacht, maar lijkt het aanwijzen van tbc-coördinatoren (bij voorkeur een longarts) in ieder ziekenhuis een belangrijke voorwaarde om het verdunnen van de kennis ten gevolge van een dalend aantal tbc-patiënten op te vangen. Voor de laboratoriumsector is een vorm van regionalisering wel noodzakelijk en worden de overheid en de beroepsgroep opgeroepen om hiertoe initiatieven te nemen. Met betrekking tot de landelijke taken dient de vraag te worden beantwoord hoe het CIb op basis van inhoudelijke deskundigheid leiding kan geven aan de tbc-bestrijding, terwijl de inhoudelijke inbreng van KNCV Tuberculosefonds -ook op termijn- gewaarborgd blijft. In het laatste hoofdstuk (7) worden de acties gespecificeerd die op de korte termijn kunnen worden opgepakt om de verbeteringen zoals beschreven in de hoofdstukken 5 en 6 te bereiken. 6

7 Leeswijzer In het voorliggende plan wordt een overzicht gegeven van de huidige epidemiologische situatie en de verwachte ontwikkelingen (hoofdstuk 2 en 3), waarna een beknopte opsomming volgt van de huidige stand van zaken in de tbc-bestrijding in Nederland (hoofdstuk 4). Vervolgens geeft hoofdstuk 5 een overzicht van de inhoudelijke aspecten van tbc-bestrijding die vernieuwing of aanpassing behoeven, en schetst hoofdstuk 6 de noodzakelijke aanpassingen in de organisatiestructuur voor de tbc-bestrijding. Hoofdstuk 7 tenslotte geeft een opsomming van de noodzakelijke acties op korte en middellange termijn. 7

8 1. Inleiding Toen Robert Koch in 1882 melding maakte van zijn ontdekking van de tuberkelbacterie, besloot hij zijn voordracht als volgt: 1 Als de overtuiging dat tuberculose uitsluitend een infectieziekte is zich bij de artsen zal hebben gevestigd, zullen de vragen naar de meest doeltreffende tbc-bestrijding ter discussie komen en zich vanzelf ontwikkelen. Zo n 125 jaar later is die discussie nog steeds gaande. Tuberculose is een uiterst hardnekkige ziekte die al sinds mensenheugenis bestaat, ook al wordt er pas sinds twee eeuwen het etiket tuberculose opgeplakt. Ook nu nog vormt tuberculose in bepaalde delen van de wereld een groot probleem voor de volksgezondheid en is de ziekte de oorzaak van 1,6 miljoen doden per jaar. VN-gezant voor de tbc-bestrijding, voormalig president van Portugal Jorge Sampaio, die op 22 oktober 2007 in Berlijn het Europees Ministerieel Forum toesprak vlak bij de plaats waar Koch destijds de wereld kond deed van zijn ontdekking, verklaarde daar versteld te staan van de politieke onverschilligheid ten aanzien van het tbc-probleem die hij in veel landen en instituties aantreft. Toch betekent het niet dat er in 125 jaar niets gebeurd is op het vlak van de tbc-bestrijding. Vooral in de westerse wereld zijn goede resultaten behaald in het terugdringen van tuberculose. Zo kende Nederland in het begin van de 20 e eeuw nog een kleine 2000 doden per 1 miljoen inwoners per jaar, in 2005 zijn dat er nog slechts 2 2. Kennelijk is tuberculose vanuit epidemiologisch oogpunt een heel taaie ziekte, die zich slechts onder de juiste condities van behandeling en preventie laat terugdringen. Het een halt toeroepen aan en terugdringen van de infectieziekten hiv/aids, malaria en tuberculose, is een van de millenniumdoelen van de VN voor het jaar Het Stop TB Partnership, gevestigd bij de WHO in Genève, heeft dat vertaald in het halveren van de sterfte en prevalentie van tuberculose in 2015 ten opzichte van Een door het Partnership genoemd verder weg liggend doel is de eliminatie van tuberculose in In veel landen, vooral in Afrika en Oost Europa, zal het nog veel inspanningen kosten om de doelen in 2015 te halen. Voor landen die reeds een lage incidentie hebben, zoals Nederland, is het echter goed zich af te vragen wanneer en hoe eliminatie in beeld kan komen. Met eliminatie wordt bedoeld: het bereiken van de situatie waarbij jaarlijks niet meer dan 1 besmettelijk geval van tuberculose optreedt per 1 miljoen inwoners. De Nederlandse tbc-bestrijding heeft in haar ruim 100-jarig bestaan, gesteund door aan de ene kant sociaal-economische en maatschappelijke ontwikkelingen en aan de ander kant door de introductie van antibiotica, al veel bereikt in het terugdringen van tuberculose. De voorheen grote betrokkenheid van de bevolking bij deze ziekte en grote investeringen in de bestrijding (onder meer het bevolkingsonderzoek in het verleden en nu het screeningsonderzoek van kwetsbare groepen) hebben hierin ongetwijfeld een grote rol gespeeld. Door de jaren heen is een uitgebreid bestrijdingsapparaat in stand gehouden, dat naar gelang de dalende incidentie en de 8

9 voortschrijdende inzichten in zijn vorm voortdurend werd aangepast. In 2007 werden nog 960 tbcpatiënten vastgesteld in Nederland. De afname van het aantal patiënten, die zich waarschijnlijk ook in de komende jaren zal voortzetten, stelt nieuwe vragen aan de tbc-bestrijding. Hoe kan de professionele deskundigheid gewaarborgd worden bij een verder afnemend aantal patiënten? Wat is de meest efficiënte structuur waarbinnen diagnostiek en behandeling moeten plaatsvinden? Welke aanpassingen zijn nodig voor een adequate registratie en surveillance, zodanig dat een snelle en effectieve interventie mogelijk is ter voorkoming van een uitbraak? Zijn nieuwe of aanvullende interventies noodzakelijk? Zijn aanpassingen nodig in regelgeving en sturing op het gebied van tbc-bestrijding? Over deze vragen is tijdens een symposium in juni 2007 door een groot aantal betrokkenen bij de Nederlandse tbc-bestrijding gediscussieerd. De aanbevelingen van de verschillende werkgroepen tijdens dit symposium hebben mede als uitgangspunt voor dit Tbc-bestrijdingsplan gediend, dat is opgesteld onder verantwoordelijkheid van KNCV Tuberculosefonds en met behulp van een subsidie van het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb). Naast de uitkomsten van het symposium van 1 juni 2007 zijn twee andere belangrijke bronnen gebruikt om input te geven aan dit plan. In het voorjaar van 2008 heeft het ECDC een Framework Action Plan to Fight tuberculosis in the EU gepresenteerd dat op verzoek van de Europese Commissie is gemaakt 3. Dit Framework is door de raad van Europese ministers voor Volksgezondheid in de zomer van 2008 besproken, maar hierover zijn geen formele mededelingen gedaan, noch door de Europese Commissie/ECDC, noch door de Minister van VWS. De lidstaten kunnen vervolgens op basis van dit actieplan een eigen bestrijdingsplan maken. Met dit voorliggende Tbc-bestrijdingsplan kan Nederland (onder meer) hieraan invulling geven. Ten slotte is input verzameld op grond van de uitkomsten en aanbevelingen van de internationale review van de Nederlandse tbc-bestrijding die in april 2008 door het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) en KNCV Tuberculosefonds is georganiseerd 4. Als bijlage 2 bij dit Tbcbestrijdingsplan is de Executive summary van het reviewrapport gevoegd, waarin te ondernemen acties door het CIb en KNCV Tuberculosefonds zijn verwoord. Het doel van dit Tbc-bestrijdingsplan is het geven van een beknopt overzicht van de actuele stand van zaken in de Nederlandse tbc-bestrijding en vervolgens het geven van een opsomming van noodzakelijke inhoudelijke en organisatorische maatregelen om de tbc-bestrijding voor de komende jaren te versterken en eliminatie dichterbij te brengen. Dat dit plan zich richt op de Nederlandse situatie betekent geenszins dat tbc-bestrijding in Nederland los gezien kan worden van de bestrijding elders in de wereld. Maar het betekent wel dat het plan focust op maatregelen die specifiek in de Nederlandse situatie mogelijk zijn. De activiteiten die vanuit de Nederlandse overheid en vanuit Nederlandse (medische) ontwikkelingsorganisaties worden ondernomen als belangrijke bijdrage aan de bestrijding van tuberculose als mondiaal volksgezondheidprobleem, komen in dit plan niet aan de orde. 9

10 2. Epidemiologie Op grond van de (wettelijk verplichte) melding van een tbc-patiënt door een arts neemt de GGD contact op met de behandelaar, waarbij een aantal epidemiologische gegevens wordt verzameld. Het gaat hier om achtergrondgegevens van de patiënt en gegevens over de wijze waarop de diagnose is gesteld. Deze gegevens worden sinds 1993 door GGD en op vrijwillige basis, geanonimiseerd aangeleverd bij het Nederlands Tuberculose Register (NTR) dat beheerd wordt door KNCV Tuberculosefonds. Ook na het beëindigen van de behandeling verzamelen GGD en voor de bestrijding relevante gegevens bij de behandelaars ten behoeve van het NTR. Aldus bestaat een goed inzicht in de epidemiologie van deze infectieziekte en kan per jaarcohort het resultaat van de behandeling worden geëvalueerd. Jaarlijks wordt hiervan verslag gedaan, het meest recent in het rapport Tuberculose in Nederland In dit hoofdstuk worden getallen van 2007 vermeld voor zover reeds beschikbaar. In 2007 bedroeg het aantal tbc-patiënten 960 (incidentie: 5,9 gevallen van tuberculose per inwoners), van wie 62 procent in het buitenland was geboren. Het aandeel van 2 e generatie allochtonen onder tbc-patiënten bedroeg 7 %, zodat 69 % van de tbc-patiënten van buitenlandse herkomst was. De incidentie bij autochtone Nederlanders blijft geleidelijk afnemen en bedroeg in 2007 slechts 2,0 per inwoners. Onder de allochtone Nederlanders is de incidentie het hoogst onder de eerste generatie immigranten, hoewel die van 68,5 per in 1996 gedaald is tot 36,7 per in Onder de tweede generatie immigranten blijft een min of meer stabiele incidentie bestaan van rond de 5 per Zowel bij Nederlanders als bij buitenlanders wordt er melding van gemaakt, indien zij eerder zijn behandeld tegen tuberculose. Ook na een voltooide medicamenteuze behandeling kan in 1-2% van de gevallen na verloop van tijd een recidief ontstaan. In 2006 werd bij 5,7 procent van de Nederlandse patiënten en bij 5,7 procent van de in het buitenland geboren patiënten vermeld dat het om een recidief ging. De invloed van het humane immunodeficiëntievirus (hiv) op het aantal tbc-patiënten in Nederland is beperkt. De groep mannen met homoseksuele contacten is nauwelijks met M. tuberculosis geïnfecteerd, waardoor in die groep de combinatie actieve tuberculose en een hiv-infectie weinig voorkomt. Bij immigranten is in de laatste twee decennia het percentage hiv-geïnfecteerden bij tbcpatiënten geleidelijk toegenomen. In 2006 werd bij 5,3 procent van de tbc-patiënten aangegeven dat tevens een hiv-infectie bestond. In 2007 had 55 procent van de patiënten met tuberculose een vorm die uitsluitend in de longen was gelokaliseerd. Bij 34 procent van de patiënten betrof het een extrapulmonale vorm, terwijl 11 procent zowel een pulmonale als een extrapulmonale manifestatie had. Extrapulmonale tuberculose komt vaker voor bij eerste generatie allochtonen en bij kinderen tot 15 jaar. Van de patiënten met longtuberculose werd in 2007 bij 67 procent de diagnose bacteriologisch bevestigd door het kweken van M. tuberculosis complex. Bij 46 procent van de patiënten met longtuberculose was het directe sputumpreparaat (Ziehl Neelsen- of auraminekleuring) positief 10

11 (2006). De afgelopen jaren werd bij gemiddeld 9,6 procent van de geïsoleerde stammen resistentie tegen één of meer geneesmiddelen vastgesteld. Het betrof voornamelijk resistentie tegen isoniazide (INH) of streptomycine. Resistentie tegen geneesmiddelen wordt vaker bij patiënten van buitenlandse afkomst vastgesteld. Multiresistente tuberculose (MDR-tbc; gecombineerde resistentie tegen ten minste INH en rifampicine) wordt door de jaren heen bij minder dan één procent van de stammen gevonden. Extensief resistente tuberculose (XDR-tbc) werd in Nederland tot nu toe 4 x vastgesteld. Tbc-patiënten worden in 72 procent van de gevallen door de klinisch werkend specialist gediagnosticeerd. In 22 procent wordt de diagnose gesteld door de arts tbc-bestrijding van de GGD, vaak naar aanleiding van screeningsonderzoek. In Nederland wordt van een risicogroep voor tuberculose gesproken als in een welomschreven deel van de bevolking de incidentie van tuberculose hoger is dan 50 per per jaar, dat wil zeggen vijf maal hoger dan de incidentie van de gehele populatie (definitie uit 1995). In 2007 werd bij 46 procent van de patiënten gemeld dat zij tot een risicogroep voor tuberculose behoren. Naar aanleiding van de daling van het aantal tbc-patiënten in de jaren (32%) en met het oog op dit te ontwikkelen tbc-bestrijdingsplan is een projectie gemaakt voor het aantal te verwachten tbc-patiënten in de komende jaren onder verschillende condities. Op basis van demografische gegevens en verwachtingen van CBS is een schatting gemaakt van het aantal Nederlandse tbc-patiënten in het jaar 2030, onderscheiden naar patiënten met een Nederlandse bron, met een buitenlandse bron en het aantal buitenlandse patiënten 5. Deze schatting komt uit op een aantal van 127 Nederlandse tbc-patiënten in 2030, hetgeen neerkomt op 2,4 sputumpositieve patiënten per 1 miljoen populatie. Van deze patiënten hebben er 63 een Nederlandse, en 64 een buitenlandse bron. Daarnaast zijn er 703 buitenlandse patiënten, hetgeen neerkomt op 13,1 sputumpositieve patiënt per miljoen populatie. Op basis van deze schatting zijn er dus in 2030 ruim 800 gevallen van tuberculose in Nederland te verwachten (met 16 sputumpositieve patiënten per miljoen populatie). Van deze patiënten is ongeveer éénderde woonachtig in de vier grote steden. Zowel in de grote steden als daarbuiten is sprake van een daling van het aantal Nederlandse patiënten met een Nederlandse bron, een lichte toename van het aantal Nederlandse patiënten met een buitenlandse bron en een sterkere toename van buitenlandse patiënten. De verwachting is dat de huidige daling van het aantal tbc-patiënten stagneert vanaf 2010 en dat ook het aantal sputumpositieve patiënten gelijk blijft. Voorts wordt het aantal tbc-patiënten in de komende twee decennia in hoge mate bepaald door tuberculose in de eerste generatie immigranten, en daardoor zal het aantal tbc-patiënten relatief hoger liggen in de grote steden ten opzichte van de rest van Nederland. Interventies ter voorkoming van transmissie binnen deze populatie van eerste generatie immigranten zullen sterk bijdragen aan een daling van het aantal tbc-patiënten in Nederland. Er bestaat een grote onzekerheid ten aanzien van de aantallen immigranten en de landen van herkomst in de komende decennia, zodat in de toekomst flexibiliteit vereist zal zijn bij het organiseren van de tbc-bestrijding. 11

12 Wereldwijd wordt de incidentie van tuberculose geschat op ongeveer 9 miljoen nieuwe patiënten per jaar. De grootste probleemgebieden zijn Afrika waar tuberculose sterk is toegenomen als gevolg van de hiv-epidemie, en Oost-Europa waar multiresistente tuberculose een uitgesproken gevaar vormt. Ook onder immigranten in Nederland is de kans op resistentie het hoogst bij immigranten uit Oost- Europa, en is de kans op zowel tbc als op hiv (co-infectie) het hoogst bij immigranten uit Afrika. In Nederland hebben zich tot nu toe 4 clusters voorgedaan met in totaal 9 MDR-tbc patiënten. Er is een zeer beperkte transmissie: 11 secundaire gevallen van MDR-tbc. Van XDR-tbc hebben zich 4 gevallen voorgedaan in de laatste 15 jaar, waarvan 2 bij patiënten met een M.bovis infectie (waarschijnlijk in het buitenland geïnfecteerd), 1 patiënt met M.tuberculosis waarschijnlijk in het buitenland geïnfecteerd en 1 patiënt met M.tuberculosis en verworven XDR-tbc tijdens behandeling. Conclusie 1. Het aantal tbc-patiënten zal de komende jaren verder dalen naar een niveau van 400 tot 1000 patiënten per jaar. 2. Het aandeel tbc-patiënten van buitenlandse herkomst ten opzichte van de Nederlandse patiënten zal toenemen. 3. Ongeveer 33% van de tbc-patiënten woont in de vier grote steden. 4. Het aantal tbc-patiënten zal sterk worden bepaald door de instroom van immigranten uit endemische gebieden. 5. Waakzaamheid is geboden met betrekking tot het hoge percentage patiënten met MDR-tbc in Oost-Europa en Centraal-Azië. 12

13 3. Maatschappelijke ontwikkelingen 3.1 Veranderingen in het aantal immigranten en buitenlandse seizoenarbeiders Zoals in het hoofdstuk over epidemiologische ontwikkelingen reeds werd aangegeven, zal het aantal tbc-patiënten in Nederland in de komende twee decennia in hoge mate worden bepaald door tuberculose onder de eerste generatie immigranten. Het aantal immigranten schommelt sinds 1996 jaarlijks tussen en Van deze immigranten is 40-60% afkomstig uit niet-westerse landen (bron: CBS) en doorgaans uit regio s met een zwakkere gezondheidszorg en een relatief hoge tbc-prevalentie. Daarnaast zullen mogelijk de recente uitbreidingen van de EU met 12 nieuwe Centraal- en Oost-Europese landen effecten hebben op de migratie binnen Europa die zich nog moeilijk laten kwantificeren. Feit is dat in een aantal van de nieuwe Europese lidstaten, vooral de Baltische Staten, het probleem van multiresistente tuberculose aanmerkelijk groter is dan in West- Europa. En Roemenië kent een tbc-incidentie die tien maal hoger is dan in West-Europese landen. Ingezetenen van deze landen hebben na toetreding tot de EU vrije toegang tot andere lidstaten van de Unie. Bij deze migranten vindt geen screening plaats op wettelijke basis. De landen aan de oostgrens van de EU grenzen direct aan het gebied met relatief hoge MDR-tbc, waar in de meeste landen 10-20% van de tbc-patiënten multiresistent is. Onwaarschijnlijk is dat het jaarlijkse aantal immigranten in Nederland sterk zal gaan dalen. Veranderingen in de jaarlijkse instroom hebben bovendien slechts een beperkt effect op het totale aantal immigranten in Nederland en op het aantal daaruit voortkomende gevallen van tuberculose. 3.2 Veranderingen in het aantal asielzoekers Het aantal jaarlijkse nieuwe asielzoekers, een risicogroep met een van de hoogste incidenties voor tuberculose, is gestaag gedaald van in 1998 tot in 2007 (CBS). De instroom van nieuwe asielzoekers is van vele factoren afhankelijk en laat zich getalsmatig niet voorspellen. Toch kan gesteld worden dat gezien de recente aanpassingen in het immigratiebeleid (en door toekomstige aanpassingen in EU-verband) verwacht mag worden dat de instroom van asielzoekers op het huidige lage niveau blijft, maar niet valt uit te sluiten dat door internationale ontwikkelingen het aantal plotseling fors kan toenemen. 13

14 3.3 Veranderingen in het aantal illegalen Naast het enige jaren geleden ingezette uitzettingsbeleid van asielzoekers vormen ook de reeds bestaande criminele praktijken in een aantal landen om mensen op illegale wijze naar o.a. Nederland te smokkelen, een reden om te veronderstellen dat het aantal illegalen in Nederland niet zal afnemen. Mogelijkheden voor actieve benadering van het tbc-probleem bij deze groep mensen zijn beperkt en de kans op uitbraken evenredig groot. Het geregistreerde aantal illegalen met tuberculose was de laatste jaren vergelijkbaar met het aantal tbc-patiënten onder asielzoekers en bedraagt zo n 4 % van het totale aantal tbc-patiënten. 3.4 Internationaal verkeer Het aantal tbc-patiënten geregistreerd in de risicogroep reizigers bedroeg in de periode 2001 t/m 2005 gemiddeld 32 per jaar. In de periode 1996 t/m 2000 was dat 24 per jaar. Bij een gunstige economische ontwikkeling is de kans groot dat zowel het aantal reisbewegingen als het aantal reizigers zal toenemen. Er is nu al een toename van deelname aan internationale projecten of uitwisselingsprogramma s, waarbij Nederlanders voor een langere periode (> 3 maanden) werken en studeren in gebieden met een verhoogd risico op een tbc-infectie. Daarom mag worden verwacht dat ook het aantal tbc-infecties en het aantal gevallen van tuberculose onder Nederlandse reizigers wat zal toenemen. 3.5 Toenemende vergrijzing In de autochtone populatie doen de tbc-infectie en de ziekte tuberculose zich vooral voor onder de oudere mensen. De geschatte infectieprevalentie onder 70-jarigen ligt in 2008 op 41%, onder 50- jarigen op 5%. Over de tijd vindt een afname plaats van het aantal tbc-gevallen bij oudere groepen autochtonen. Daarom zal onder de autochtone bevolking tuberculose met de tijd ondanks de vergrijzing verder afnemen. Naar verwachting zal in 2030 ongeveer 15% van de patiënten tot de autochtone groep behoren en 85% tot de allochtone groep. 3.6 Verdwijnen van aandacht Het gevaar bestaat dat door voorbarige interpretatie van het afgenomen aantal tuberculose gevallen in Nederland de tbc-bestrijding ten prooi valt aan bezuinigingsingrepen van de locale overheid. Daardoor kan zij aan slagkracht inboeten en in onvoldoende mate het hoofd blijven bieden aan acute risicomomenten zoals een uitbraak van (multiresistente) tuberculose. Een kundig en effectief bestrijdingsapparaat is ook in de toekomst van belang, en vergt de noodzakelijke investeringen. Ook voor de landelijke coördinerende en ondersteunende taken geldt een vergelijkbare dreiging. 14

15 Enkele van de bovenstaande ontwikkelingen zijn meegenomen in de projectie van het aantal te verwachten tbc-gevallen, die werd besproken in hoofdstuk 2. Andere genoemde ontwikkelingen worden betrokken bij de voorstellen voor inhoudelijke en organisatorische verbeteringen van de tbcbestrijding in hoofdstuk

16 4. Stand van zaken tbc-bestrijding 2008 De bestrijding van tuberculose is gericht op het genezen van patiënten en het onderbreken van de transmissieketen. In Nederland wordt de volgende bestrijdingsstrategie gevolgd: 1. Zo vroeg mogelijke diagnostiek en adequate behandeling van de ziekte tuberculose bij symptomatische patiënten; 2. Voorkomen van transmissie en voorkomen dat infecties overgaan in ziekte door i) risicogroepenbeleid (vroege opsporing van tuberculose en tbc-infecties in risicogroepen), ii) outbreak management (identificatie van outbreaks met grote kans om te blijven groeien, gevolgd door adequate maatregelen), en iii) infectiepreventie (voorkomen van transmissie in instellingen). Om dit te bereiken is het noodzakelijk om een effectief bestrijdingsapparaat in stand te houden dat beantwoordt aan randvoorwaarden van een heldere regelgeving, adequate monitoring en evaluatie, getraind personeel met goede opleiding, voldoende onderzoeksfaciliteiten en een efficiënte uitvoering. In dit hoofdstuk wordt de huidige stand van de tbc-bestrijding in Nederland beschreven en worden knelpunten genoemd. In de volgende hoofdstukken (5 en 6) wordt voor deze knelpunten waar mogelijk een oplossing voorgesteld. Een opsomming van voorstelde acties volgt in hoofdstuk Diagnose en behandeling van tuberculose Een vroege diagnose, en daaraan gekoppeld een adequate behandeling (inclusief begeleiding door een GGD-verpleegkundige), is niet alleen nodig voor de individuele patiënt, maar vormt ook een belangrijke methode ter voorkoming van verdere verspreiding van tbc-bacillen. Zij stoelt op de volgende principes: - vroege passieve opsporing van personen met tuberculose: doel is een zo kort mogelijk diagnostic delay, zowel van de kant van de patiënt als van de dokter; - actieve opsporing van tuberculose bij risicogroepen; - identificatie van een recente infectie bij contacten, gevolgd door preventieve behandeling; - een adequate microbiologische diagnostiek die in een zo vroeg mogelijk stadium de diagnose bevestigt, en die tevens zo vroeg mogelijk een (multi)resistente stam kan detecteren; - een gestandaardiseerd behandelschema dat gericht is op genezing en op voorkoming van resistentie; - begeleiding door een GGD-verpleegkundige gedurende de gehele behandelingsperiode met een intensiteit die is afgestemd op de individuele patiënt; 16

17 - een systeem voor monitoring en evaluatie om te zien of de inspanningen tot beoogde resultaten leiden en zo nodig het inzetten van nieuwe interventies (programmatische aanpak zowel op regionaal als landelijk niveau). Momenteel zijn bij de diagnostiek en behandeling van tuberculose de volgende professionals als tbcspecialisten betrokken: - 30 artsen tbc-bestrijding in 7 GGD-regio s; - 69 sociaal verpleegkundigen tbc-bestrijding in 7 GGD-regio s longartsen in ongeveer 100 ziekenhuizen, en ruim 100 longartsen in opleiding; artsen-microbioloog in 78 laboratoria; - 2 consulenten klinische tuberculose in 2 sanatoria. Op meer indirecte en incidentele wijze zijn vele andere medische beroepsgroepen bij de diagnostiek en opsporing van tbc-patiënten betrokken, zoals huisartsen en verpleeghuisartsen, en vele andere clinici die patiënten bij verdenking op tuberculose doorverwijzen naar een tbc-specialist. In 2007 werden er 960 nieuwe tbc-patiënten gemeld. In 53% van de gevallen werd de diagnose tuberculose gesteld door de longarts, in 22% van de gevallen door andere klinisch werkzame artsen, in 22% door artsen tbc-bestrijding, en in 4% is dat onbekend of werd de diagnose in het buitenland gesteld. De consulenten klinische tuberculose vervullen een belangrijke rol als vraagbaak voor clinici en voor artsen tbc-bestrijding. Dit blijkt uit de frequentie waarmee zij worden geconsulteerd: samen rond 400 maal per jaar telefonisch en via . Er zijn momenteel twee sanatoria, Dekkerswald met 8 en Beatrixoord met 20 bedden voor tbc-patiënten. Jaarlijks wordt ongeveer 13% van alle patiënten in één van de sanatoria opgenomen met een gemiddelde opnameduur van 50 à 60 dagen. Als voornaamste indicaties voor opname gelden: ernstige ziekteactiviteit van (extra)pulmonale tuberculose (of atypische mycobacteriose); multiresistente vorm van tuberculose; interacties en bijwerkingen van medicatie; ernstige co-morbiditeit; noodzaak tot chirurgische interventie; psychische en/of sociale problematiek; complianceproblemen; gedwongen isolatie Passieve opsporing Met passieve opsporing wordt bedoeld het diagnosticeren van tuberculose naar aanleiding van klachten en symptomen waarmee patiënten zich bij zorgverleners presenteren. Naast de patiënt zelf spelen in dit proces de eerstelijns arts (huisarts, verpleeghuisarts), de klinische specialist en de arts tbc-bestrijding een belangrijke rol. Personen met klachten van de luchtwegen worden veelal naar een longarts of internist verwezen voor nader onderzoek. Soms verwijzen huisartsen bij verdenking op tuberculose rechtstreeks naar de tbc-afdeling van de GGD. Primair bestaat het onderzoek uit anamnese en lichamelijk onderzoek, tuberculinehuidtest (THT) en z.n. IGRA (interferon-gamma release assay), röntgenonderzoek van de thorax en laboratoriumonderzoek van het sputum, indien nodig aangevuld met (alleen in het ziekenhuis) bronchoscopie en CT-scan of MRI. 17

18 Sommige groepen patiënten vinden uit zichzelf de weg naar de afdeling tbc-bestrijding van de GGD. Vooral in de grotere gemeenten is onder meer in het illegalencircuit bekend dat men met aanhoudende hoestklachten ook zonder ziektekostenverzekering bij de GGD terecht kan, en dat de GGD geen contact opneemt met de vreemdelingenpolitie. Knelpunten - Door het afnemende patiëntenaanbod vermindert de routine en de parate kennis over diagnostiek en behandeling van tuberculose bij klinische longartsen en andere specialisten; dit kan leiden tot een langer doctor delay en relatief laat isoleren van patiënten; - De ontwikkelingen met betrekking tot nieuwe diagnostische methodieken (sneltesten resistentie, onderzoek van spiegels van geneesmiddelen, toepassing IGRA) stellen eisen aan het op peil houden van kennis van interpretatie van klinische testresultaten, die qua tijdsinvestering voor de individuele specialist niet in verhouding staan tot de frequentie waarmee hij de diagnose tuberculose stelt Actieve opsporing Het risicogroepenbeleid is erop gericht om in bevolkingsgroepen met een verhoogd risico patiënten met tuberculose vroegtijdig op te sporen en tevens om te voorkomen dat mensen die geïnfecteerd zijn met M. tuberculosis, de ziekte tuberculose ontwikkelen. Door een preventieve behandeling kan tuberculose worden voorkomen, en daardoor mogelijke verdere transmissie. De actieve opsporing geschiedt door screening van risicogroepen. Als risicogroep wordt aangemerkt iedere welomschreven groep in de bevolking, waarbinnen een incidentie bestaat van meer dan 50 gevallen van tuberculose per personen van die groep. In Nederland worden momenteel de volgende risicogroepen onderscheiden: contacten, gedetineerden, asielzoekers, immigranten, drugverslaafden, dak- en thuislozen, zeevarenden en reizigers die voor langere duur in endemische gebieden verblijven. Deze groepen worden eenmalig of periodiek gescreend door middel van een röntgenthoraxfoto en/of een tuberculinehuidtest (THT). Daarnaast zijn er de contactpersonen van risicogroepen: mensen die uit hoofde van hun functie regelmatig contact hebben met mensen die tot de risicogroepen behoren en zodoende een verhoogde kans op een tbc-infectie hebben. Zij worden zo nodig periodiek gescreend door middel van THT of soms een röntgenthoraxfoto. De contacten van een patiënt met tuberculose, de zogenoemde index, vormen een belangrijke (tijdelijke) risicogroep bij wie wordt nagegaan of zij enerzijds de mogelijke besmettingsbron voor de index zijn (het zg. brononderzoek), of dat zij anderzijds mogelijk geïnfecteerd zijn door de index (het contactonderzoek). Bron- en contactonderzoek is onderdeel van het zg. outbreak management. Het verzamelen en analyseren van informatie uit screeningsonderzoeken leidt ertoe dat regelmatig de screeningsindicaties worden bijgesteld. Dit gebeurde in 2006 voor de screening van immigranten en asielzoekers en in 2008 voor gedetineerden. In beide gevallen ging het om aanscherping van de indicatie, zodat minder personen uit de doelgroep aan onderzoek behoeven te worden blootgesteld. De wijziging voor de gedetineerden is overigens in de praktijk nog niet doorgevoerd, omdat eerst 18

19 aan een aantal randvoorwaarden moet worden voldaan en de haalbaarheid daarvan moet worden onderzocht. Screeningsonderzoek (inclusief bron- en contactonderzoek) wordt door de tbc-afdelingen van de GGD uitgevoerd op grond van de Wet publieke gezondheid. De GGD en dienen voor deze screeningen een vergunning te hebben op grond van de Wet op het bevolkingsonderzoek. Er zijn momenteel in Nederland in beperkte mate landelijke gegevens beschikbaar met betrekking tot de frequentie en opbrengst van de screeningen. Van twee risicogroepen zijn jaarlijkse rapportages van screeningsresultaten beschikbaar: gedetineerden en asielzoekers. Daarnaast is recent een cohortonderzoek uitgevoerd naar de screening van immigranten die geen asielzoeker zijn. In 2006 zijn screeningsfoto s bij gedetineerden gemaakt; 42 van hen werden gediagnosticeerd met tuberculose. Voor de risicogroep van asielzoekers geldt dat in screeningen bij binnenkomst werden verricht, waarbij 16 keer tuberculose werd gevonden. Voor wat betreft de immigranten heeft de binnenkomstscreening een duidelijke opbrengst, maar de vervolgscreening is alleen zinvol bij mensen afkomstig uit gebieden met een incidentie van meer dan 200/ of bij wie op de röntgenthoraxfoto bij binnenkomst fibrotische afwijkingen worden gezien zonder dat dit tot behandeling aanleiding gaf. De opbrengst van screening op tuberculose bij dak- en thuislozen, drugsverslaafden en illegalen is minder precies bekend. Weliswaar kennen we het aantal tbc-patiënten in deze randgroepen van onze samenleving, maar het aantal onderzochte personen en de totale populatie kunnen slechts met grote onzekerheid worden geschat. Van de tbc-patiënten onder illegalen werd in % gediagnosticeerd via actieve opsporing. Van de tbc-patiënten onder drugsverslaafden en dak-en thuislozen samen is het percentage actief opgespoorden 55%. Knelpunten: - Van sommige risicogroepen (drugsverslaafden en dak- en thuislozen) is landelijk gezien de screeningsopbrengst niet bekend. Rapportering op regioniveau en vervolgens centrale verzameling van gegevens zal meer inzicht opleveren betreffende de tbc-incidentie in deze risicogroepen; - Het aantal gevallen van tuberculose in Nederland zal zich in het komende decennium voor meer dan driekwart bij immigranten gaan voordoen. Door het screenen en behandelen van LTBI bij specifieke groepen immigranten kan dit aantal mogelijk gereduceerd worden. Het review team formuleerde dat het screenen op LTBI door middel van THT en/of IGRA in relative stable populations kan worden uitgebreid 4 (zie bijlage 2); - Ondanks de sterk dalende trend van de tbc-incidentie, daalt deze niet onder 2e generatie immigranten. Van de tweede generatie immigranten met tuberculose is 40 % betrokken geweest bij een eerder bron- of contactonderzoek en 85% van deze groep wordt door bron- en contactonderzoek opgespoord. Bekend is dat contactonderzoeken rond allochtone indexpatiënten gemiddeld kleiner van omvang zijn dan rond Nederlandse patiënten. De wijze waarop het contactonderzoek in Nederland onder eerste en tweede generatie allochtonen wordt uitgevoerd hangt samen met de achterblijvende trend van de tbc-incidentie in deze groepen. Allochtonen 19

20 worden minder vaak op latente tbc-infectie onderzocht, omdat zij in hun jeugd een BCGvaccinatie hebben gehad. Het feit dat zij geen preventieve behandeling ontvangen leidt tot meer gevallen van actieve tuberculose. Het loslaten van de BCG-voorgeschiedenis en het toepassen van de THT bij contactonderzoek van immigranten (en indien aangewezen het toepassen van IGRA s) wordt door het review team voor deze groepen aanbevolen omdat werd geconstateerd dat dit niet overal praktijk is; - Voor risicogroepen als gedetineerden en asielzoekers geldt dat de verblijfplaats van de gescreenden mettertijd kan wisselen. Gegevens met betrekking tot eerdere screeningen en/of onderzoeken bevinden zich soms in verschillende regio s. Voor een effectieve screening van deze risicogroepen is het daarom van groot belang om te komen tot landelijk databeheer en archivering van röntgenfoto s Microbiologische diagnostiek De toepassing van diagnostische testen naar tuberculose vindt als volgt plaats: - Microscopisch onderzoek op directe sputumpreparaten: vindt plaats in 78 laboratoria en enkele tbc-afdelingen van GGD en; - Kweek op mycobacteriën: vindt plaats in 53 laboratoria (45 in 2003), op vloeibare en vaak tevens op vaste media (de vereiste gouden standaard) en regelmatig onder BSL-II condities. Zodra gekweekt materiaal bewerkt en gemanipuleerd moet worden, zijn volgens nationale en internationale richtlijnen BSL-III condities vereist (Europese richtlijn 90/679/eeg); - Moleculaire detectie: hieronder wordt verstaan de identificatie (herkennen van species) van M. tuberculosis complex door middel van amplificatietechnieken. Deze vinden plaats in steeds meer laboratoria; - Resistentiebepaling van isoniazide (INH), rifampicine en ethambutol (= HRE): deze bepalingen worden gedaan in het RIVM en in een aantal streeklaboratoria die veel kweken op mycobacteriën uitvoeren. Kweekisolaten worden altijd voor typering en referentiebepaling (als kwaliteitscontrole) op resistentie ingestuurd naar het RIVM; - Snelle moleculaire resistentiebepaling op R en H: deze kan op aanvraag door het RIVM en door een aantal laboratoria binnen 24 uur worden uitgevoerd; - Resistentiebepalingen voor tweedelijns geneesmiddelen: deze vinden op indicatie plaats in het RIVM; - Moleculaire typering: dit behelst het herkennen van de stam door middel van DNAfingerprinting, van belang voor het vastleggen van transmissiepatronen. Dit gebeurt door het laboratorium voor Mycobacteriologie van het RIVM. Tot en met 2007 was de standaardmethode hiervoor de IS-6110 techniek, een bewerkelijke en tijdrovende methode. In 2008 is begonnen met de overschakeling naar de nieuwe techniek van VNTR, een aanzienlijk snellere methode. Om herkenning van in het verleden bepaalde RFLP-patronen in de DNA-fingerprint databank mogelijk te maken, bepaalt het RIVM gedurende de overgangsperiode zowel het VNTR- als RFLP-patroon van de M. tuberculosis isolaten. 20

21 Knelpunten: - In haar rapport van 2003 maakte het review team melding van het ontbreken van regulering en structurering in het mycobacteriologisch onderzoek in Nederland. Die aanbevelingen hebben slechts in beperkte mate tot verbeteringen geleid. In haar rapport van 2008 maakt het internationale review team opnieuw melding van het ontbreken van goede regulering binnen de medische microbiologie. Er bestaat in Nederland geen regulering van het laboratoriumonderzoek met een driedeling (locaal, regionaal en nationaal referentiefunctie) zoals door het review team wordt geadviseerd. Er bestaat variatie in de interne en externe kwaliteitscontrole voor standaardtechnieken in laboratoria. Het maken van afspraken over interne en externe kwaliteitscontrole onder leiding van een nationaal referentielaboratorium wordt nadrukkelijk geadviseerd; - In een aantal laboratoria wordt met opgekweekt materiaal gewerkt zonder de vereiste BSL-III condities. De IGZ-enquete uit 2007 vermeldt ruim 20 laboratoria met BSL-III condities volgens schriftelijke rapportering door het laboratorium, maar dit aantal is niet gebaseerd op eigen waarneming door IGZ of door een andere onafhankelijke onderzoeker (mondelinge mededeling IGZ in afwachting van het IGZ-rapport); - Het screeningsbeleid op laboratoriuminfecties wordt niet overal uniform en consequent uitgevoerd. Er bestaat in Nederland geen goede registratie van tbc-infecties bij laboratoriumpersoneel. - Het uitvoeren van de HRE-gevoeligheidsbepalingen in een groot aantal centra is niet kosteneffectief Behandeling en begeleiding In Nederland is de behandeling van tuberculose gestandaardiseerd in de NVALT-richtlijn Medicamenteuze behandeling van tuberculose. In principe is de behandeling van tuberculose niet ingewikkeld, maar door bijwerkingen, door comorbiditeit of door lastige complicaties kan de behandeling specifieke ervaring vergen. Soms zijn de medische en/of psychosociale complicaties van dien aard dat opname en behandeling in een sanatorium plaatsvindt (13 % van de patiënten). Zodra de behandeling is ingesteld start ook de intensieve begeleiding door een sociaal verpleegkundige vanaf een zo vroeg mogelijk tijdstip om een zo hoog mogelijk percentage voltooide behandeling te bereiken. Aangezien tuberculose in Nederland steeds meer bij groepen in de marge van de samenleving voorkomt, is voor deze begeleiding ook steeds meer tijd en energie vereist. Het gaat daarbij niet alleen om het dagelijkse of wekelijkse contact, maar tevens om het creëren van een zodanige situatie voor de patiënt dat hij stabiel en gemotiveerd is om de behandeling van ten minste 6 maanden vol te houden. Voor een aantal situaties is een volledig gesuperviseerde behandeling ( DOT, directly observed treatment) geïndiceerd. In 1998 werd bij 8 % van de patiënten DOT toegepast. Dit percentage is geleidelijk toegenomen tot 24 % van de patiënten in

22 Knelpunten: - Bij een aantal patiënten doen zich zodanige complicaties voor, dat meer dan gemiddelde ervaring van de behandelaar vereist is. Een longarts die in een ziekenhuis als aanspreekpunt ( tbccoördinator ) voor diagnostiek en behandeling optreedt voor collega clinici, en die bij iedere tbcpatiënt wordt geconsulteerd, is, ondanks dat de NVALT dit aanbeveelt, niet in alle ziekenhuizen aangewezen; - Van patiënten in sommige risicogroepen is het behandelresultaat matig. De behandelaar anticipeert hier te weinig op en DOT wordt dan gedurende de klinische opname niet stelselmatig toegepast. Het is vaak moeilijk om patiënten op DOT over te zetten als eenmaal een andere start is gemaakt in het ziekenhuis; - Niet alle klinisch specialisten maken optimaal gebruik van de verpleegkundige ondersteuning die de GGD kan bieden voor de individuele patiënt, en van de expertise van de arts tbc-bestrijding op het vlak van de openbare tbc-bestrijding. De tbc-bestrijding is gebaat bij een beter samenspel tussen klinische en preventieve sector. 4.2 Diagnose en behandeling van latente tbc-infectie (LTBI) Het opsporen van een latente tbc-infectie (LTBI) en het voorkomen dat een LTBI zich kan ontwikkelen tot een nieuwe potentiële infectiebron, is momenteel grotendeels beperkt tot contacten van een tbc-infectiebron en jonge immigranten. De opsporing wordt uitgevoerd door de GGD middels de THT en in toenemende mate aangevuld met de IGRA als bevestigingstest. Interferongamma Release Assays (IGRA) zijn bloedtesten die met een betere specificiteit onderscheid maken tussen een infectie door M. tuberculosis complex, en M. bovis BCG of niet-tuberculeuze mycobacteriën (NTM). De test wordt uitgevoerd door een snel toenemend aantal laboratoria. In verband met onduidelijkheden over de sensitiviteit en positief voorspellende waarde van de IGRA in specifieke populaties is routinematige toepassing van deze test voor de diagnostiek van latente tbcinfectie tot op heden in Nederland nog niet aanbevolen, maar wordt hiervoor de THT gebruikt. In Nederland worden jaarlijks ongeveer 1500 LTBI-patiënten gemeld aan het NTR. De behandeling vindt plaats met INH gedurende 6 maanden. In geval van contra-indicaties voor INH kan worden uitgeweken naar alternatieve medicatie (zoals 4R of 3RH). Het gebruik van 3RH en 4R wordt in Nederland weinig toegepast ondanks enkele evidente voordelen. In 2006 startte slechts 68% van de geïdentificeerde LTBI-patiënten een medicamenteuze behandeling; van deze personen voltooide 78% de behandeling. De afgelopen jaren zijn nieuwe groepen geïdentificeerd, waarvoor screening op LTBI geïndiceerd is. Daartoe behoren (toekomstige) gebruikers van TNF-α remmers, die vooral door reumatologen, dermatologen en gastro-enterologen worden voorgeschreven. TNF-α remmers kunnen de overgang van LTBI naar actieve tuberculose luxeren. Een andere groep betreft de hiv-geïnfecteerden. De immuunsuppressie geeft op den duur aanleiding tot het ontstaan van een actieve tuberculose op basis van een bestaande LTBI. Systematische screening van hiv-geïnfecteerden op LTBI (en van tbcpatiënten op hiv) is aangewezen. 22

23 Knelpunten: - Met de THT is moeilijk onderscheid te maken tussen een recente en een niet-recente infectie, tussen LTBI en een eerdere BCG-vaccinatie, en tussen infectie met M. tuberculosis complex en NTM. Mogelijk zullen de IGRA s voor de laatste twee knelpunten een oplossing brengen; - Er is, aldus het review team, te weinig inzicht in de volledigheid en tijdigheid van het uitgevoerde contactonderzoek. Het team adviseert de voor contactonderzoek geldende procedures en protocollen te verbeteren; - Jaarlijks doen zich enkele gevallen van actieve tuberculose voor bij gebruik van TNF-α remmers. Een deel van deze patiënten is niet getest op LTBI voorafgaand aan de therapie met TNF-α remmers, een ander deel van deze patiënten lijkt na aanvang van de therapie met TNF-α remmers met tuberculose te zijn geïnfecteerd. De mate waaraan voorschrijvers van TNF-α remmers zich houden aan de richtlijn tot screening op LTBI is onbekend; - Het percentage transplantatiekandidaten en hiv-geïnfecteerden die routinematig worden gescreend op LTBI is onbekend; - De duur van de preventieve behandeling en de voorwaarden waaronder de medicatie moet worden ingenomen, geven bij een aantal mensen aanleiding tot weigering of therapieontrouw. Er wordt, waarschijnlijk omdat onvoldoende evidence wordt vermoed, nauwelijks gebruik gemaakt van 3RH als behandelingsmogelijkheid voor LTBI, terwijl de aanzienlijk kortere behandelingsduur een duidelijk voordeel is. - Een derde van de geïdentificeerde contacten met een vermoedelijk recente LTBI start niet met een preventieve behandeling. Hierdoor wordt het doel van deze interventie, namelijk het voorkomen van overgang van infectie naar ziekte, niet maximaal bereikt. Jaarlijks wordt bij ca. 10 personen tuberculose vastgesteld, die in het lopende of voorgaande jaar preventief werden behandeld (n = ), waarbij overigens vaak moeilijk moleculair-epidemiologisch is vast te stellen of dezelfde stam in het geding is. 4.3 Vaccinatie De effectiviteit van BCG-vaccinatie is zeer variabel, en loopt uiteen van 11 tot 80% bescherming tegen tuberculose. De bescherming tegen miliaire tuberculose en meningitis tuberculosa is relatief goed (ten minste 80%). De winst van BCG-vaccinatie is vooral te halen in landen waar tuberculose veel voorkomt onder kinderen en jongvolwassenen. In Nederland met zijn geringe kans op infectie wordt daarom BCG-vaccinatie niet toegepast in de algemene bevolking, maar uitsluitend in groepen met een verhoogd risico: kinderen tot 12 jaar van immigranten uit hoogendemische gebieden en bepaalde groepen reizigers naar hoogincidentie gebieden BCG-vaccinaties worden uitgevoerd door tbc-afdelingen van GGD en. Jaarlijks krijgen ongeveer kinderen van immigranten een vaccinatie 6. Sinds 2004 ligt een vraag van de minister van VWS bij de Gezondheidsraad om advies over de noodzaak tot opneming van de BCG-vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Uit een voorlopige rapportage van een kosteneffectiviteitanalyse door het RIVM lijkt de BCG-vaccinatie ook 23

Tuberculose & risicogroepen

Tuberculose & risicogroepen Tuberculosebestrijding Tuberculose & risicogroepen Themadag De Tweede MIJL Maria Knapen Sociaal verpleegkundige tuberculosebestrijding 11 oktober 2014 Programma Introductie Ziektebeeld tuberculose Bron

Nadere informatie

Samenvatting. Adviesvraag

Samenvatting. Adviesvraag Samenvatting Hoewel tuberculose op wereldschaal veel voorkomt, is de ziekte in Nederland geen groot probleem. Vooral migranten uit landen waar wel veel tuberculose is, vormen een risicogroep. Omdat kinderen

Nadere informatie

FORMAT REGIONALE RAPPORTAGES TBC-BESTRIJDING (CPT agendapunt 6b)

FORMAT REGIONALE RAPPORTAGES TBC-BESTRIJDING (CPT agendapunt 6b) FORMAT REGIONALE RAPPORTAGES TBC-BESTRIJDING (CPT 12-02-2010 agendapunt 6b) Doel format regionale rapportages Het doel van dit format voor regionale rapportages is de definitie van eenzelfde wijze verzamelde,

Nadere informatie

RAC scholingsmiddag. Diagnostiek in de tuberculosebestrijding. Margreet Kamphorst-Roemer RTC. RAC scholingsmiddag 29 september 2014

RAC scholingsmiddag. Diagnostiek in de tuberculosebestrijding. Margreet Kamphorst-Roemer RTC. RAC scholingsmiddag 29 september 2014 RAC scholingsmiddag Diagnostiek in de tuberculosebestrijding Margreet Kamphorst-Roemer RTC RAC scholingsmiddag 29 september 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Diagnostiek in de tuberculosebestrijding 3. Financiering

Nadere informatie

Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb

Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb Tuberculose Kernpunten 2015 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2015 werden 867 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (814 in 2014). De incidentie in 2015 was 5,1 per 100.000 inwoners. Van de

Nadere informatie

Tuberculose Kerncijfers 2016

Tuberculose Kerncijfers 2016 Tuberculose Kerncijfers 216 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 216 werden 889 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (861 in 215). Dit is een toename van 3% ten opzichte van 215. De incidentie

Nadere informatie

Tuberculose Kernpunten 2014 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2014 werden 823 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (in ).

Tuberculose Kernpunten 2014 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2014 werden 823 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (in ). Tuberculose Kernpunten 2014 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb In 2014 werden 823 tbc-patiënten gemeld aan het NTR (in 2013 844). De incidentie in 2014 was 4,9 per 100.000 inwoners. Van de

Nadere informatie

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2008 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie <

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2008 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie < Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland 2008 surveillance rapport Incidentie

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van de aanvraag

Samenvatting. Achtergrond van de aanvraag Samenvatting In dit advies beoordeelt de Commissie Wet bevolkingsonderzoek van de Gezondheidsraad een vergunningaanvraag voor tuberculosescreening. Op basis van de Wet op het bevolkingsonderzoek (WBO)

Nadere informatie

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2011 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20-35

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2011 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20-35 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland 2011 surveillance rapport Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20-35 december 2012 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland

Nadere informatie

Urban TB Control in Nederland

Urban TB Control in Nederland Urban TB Control in Nederland Gerard de Vries, MD, PhD Hoofd regiokantoor Nederland & Europa, KNCV Tuberculosefonds RIVM/Centrum Infectieziektebestrijding 23-03-2012 Presentatie > 100 jaar historie tbc-bestrijding

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN NOORDWEST NEDERLAND. GGD Amsterdam

TUBERCULOSE IN NOORDWEST NEDERLAND. GGD Amsterdam TUBERCULOSE IN NOORDWEST NEDERLAND GGD Amsterdam EPIDEMIOLOGISCH OVERZICHT 2015 Epidemiologisch overzicht 2015 Regio Noordwest Nederland Uitgave Gezamenlijke GGD en in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht,

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN NOORDWEST NEDERLAND. GGD Amsterdam

TUBERCULOSE IN NOORDWEST NEDERLAND. GGD Amsterdam TUBERCULOSE IN NOORDWEST NEDERLAND GGD Amsterdam EPIDEMIOLOGISCH OVERZICHT Epidemiologisch overzicht Regio Noordwest Nederland Uitgave Gezamenlijke GGD en in Noord-Holland, Flevoland en Utrecht, september

Nadere informatie

Tuberculose in Nederland 2010. Surveillancerapport

Tuberculose in Nederland 2010. Surveillancerapport Tuberculose in Nederland 2010 Surveillancerapport Den Haag, december 2011 Auteurs E. Slump C.G.M. Erkens J.F. van Rest H.J. Schimmel M.M.G.G. Šebek D. van Soolingen Referenties Tuberculose in Nederland

Nadere informatie

Gezondheid Statushouders

Gezondheid Statushouders Gezondheid Statushouders Tuberculose (TBC) en het belang van integrale tbc-zorg Annet Reusken, KNCV Tuberculosefonds Laura Rust, GGD GHOR Nederland Inleiding Introductie: Laura Rust (GGD GHOR Nederland)

Nadere informatie

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100.

FR 7,2 / Tuberculose kan eender wie treffen maar komt vaker voor bij mensen uit landen met een hoge incidentie. Incidentie /100. TUBERCULOSE in België Dankzij de verplichte melding van alle gevallen van actieve tuberculose kunnen de VRGT (Vlaamse Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding) en de FARES

Nadere informatie

Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE (LTBI)

Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE (LTBI) Commissie Praktische Tuberculosebestrijding AANBEVELINGEN UIT DE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK (LATENTE) TUBERCULOSE- INFECTIE () INHOUD Welke testen zijn beschikbaar en wat zijn de eigenschappen van deze testen

Nadere informatie

Tuberculose LTBI (latente tuberculose infectie) Vragenlijst en handleiding. M.i.v. 1 januari 2011

Tuberculose LTBI (latente tuberculose infectie) Vragenlijst en handleiding. M.i.v. 1 januari 2011 Osiris-NTR Tuberculose LTBI (latente tuberculose infectie) Vragenlijst en handleiding M.i.v. 1 januari 2011 Handleiding Osiris-NTR LTBI, januari 2011-1 - Melding van LTBI Personen bij wie een LTBI is vastgesteld

Nadere informatie

Advies ad-hoc commissie CPT ten aanzien van de binnenkomstscreening asielzoekers

Advies ad-hoc commissie CPT ten aanzien van de binnenkomstscreening asielzoekers Advies ad-hoc commissie CPT ten aanzien van de binnenkomstscreening asielzoekers D A T U M 19 september 2015 U W R E F. O N Z E R E F. 21.201/CoE/u.15.0050 O N D E R W E R P Aanleiding Sinds enige weken

Nadere informatie

Tuberculose Kernpunten 2013, update juli 2014 Figuur 1:

Tuberculose Kernpunten 2013, update juli 2014  Figuur 1: Tuberculose Kernpunten 2013, update juli 2014 Bron: Nederlands Tuberculose Register, RIVM-CIb Zie voor meer uitleg over de gebruikte begrippen en afkortingen het document Definities en afkortingen tbcrapportages.

Nadere informatie

Ga verder naar de volgende vraag

Ga verder naar de volgende vraag Aanvullende vragenlijst bij risico-inventarisatie op tuberculose en latente tuberculose-infectie (LTBI) voorafgaande aan (of bij) gebruik van immuunsuppressieve medicatie - volwassenen Deze vragenlijst

Nadere informatie

Tuberculose in Nederland 2008

Tuberculose in Nederland 2008 Tuberculose in Nederland 2008 Incidentie

Nadere informatie

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2010 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20

Figuren en Tabellen. Tuberculose in Nederland 2010 surveillance rapport. behorend bij. Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland 21 surveillance rapport Incidentie - 2 >2-4 >4-6 >6-1 >1-2 >2 december 211 Figuren en Tabellen behorend bij Tuberculose in Nederland 21 Hoofdstuk

Nadere informatie

Know your epidemic : de tbc-situatie in Nederland

Know your epidemic : de tbc-situatie in Nederland BBekend is dat driekwart van de Gerard de Vries hoofd regiokantoor Nederland & Europa, KNCV Tuberculosefonds Erika Slump consulent surveillance tuberculose, RIVM/CIb Henrieke Schimmel datamanager tuberculose,

Nadere informatie

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen

Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Samenvatting Kinkhoest is gevaarlijk voor zuigelingen en jonge kinderen Kinkhoest is een gevaarlijke ziekte voor zuigelingen en jonge kinderen. Hoe jonger het kind is, des te vaker zich restverschijnselen

Nadere informatie

TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND 2014 TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND - Medewerkers team tuberculosebestrijding per 1 januari 2014 Teammanager: Veerle Wieërs Senior managementassistente: Monica Straal Tuberculose-artsen: Janine

Nadere informatie

WERKINSTRUCTIE GEBRUIK VOORLICHTINGSMATERAAL. Inleiding:

WERKINSTRUCTIE GEBRUIK VOORLICHTINGSMATERAAL. Inleiding: WERKINSTRUCTIE GEBRUIK VOORLICHTINGSMATERAAL Inleiding: In 2011 is er door KNCV Tuberculosefonds een evaluatie gedaan van het gebruik van voorlichtingsmaterialen. Eén van de punten die hieruit naar voren

Nadere informatie

Nationaal plan tuberculosebestrijding 2016-2020 Op weg naar eliminatie

Nationaal plan tuberculosebestrijding 2016-2020 Op weg naar eliminatie Nationaal plan tuberculosebestrijding 2016-2020 Op weg naar eliminatie Nationaal Plan Tuberculosebestrijding 2016-2020 Op weg naar eliminatie RIVM Rapport 2016-0028 Colofon RIVM 2016 Delen uit deze publicatie

Nadere informatie

Tuberculose in Nederland 2014. Surveillance rapport inclusief rapportage monitoring van interventies

Tuberculose in Nederland 2014. Surveillance rapport inclusief rapportage monitoring van interventies Tuberculose in Nederland 2014 Surveillance rapport inclusief rapportage monitoring van interventies Tuberculose in Nederland 2014 Surveillance rapport inclusief rapportage monitoring van interventies

Nadere informatie

Tuberculose in Nederland 2007

Tuberculose in Nederland 2007 Tuberculose in Nederland 27 Su r veillan cerapport Den Haag, januari 29 Tuberculose in Nederland 27 Surveillancerapport Den Haag, januari 29 Auteurs C.G.M. Erkens N.A. Kalisvaart E. Slump M. Šebek D. van

Nadere informatie

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP DEN HAAG T 070 340 79 11 F 070 340 78

Nadere informatie

LCI-richtlijn tuberculose

LCI-richtlijn tuberculose LCI-richtlijn tuberculose 3. Diagnostiek (met medewerking van de NVMM) 3.1 Microbiologische diagnostiek Bij de bespreking van de diagnostiek moet een onderscheid worden gemaakt tussen: de diagnostiek van

Nadere informatie

Jaarverslag afdeling Tuberculosebestrijding. Uitgave GGD Amsterdam, mei Tekst P. Kouw, A. Reusken, W. Meijer

Jaarverslag afdeling Tuberculosebestrijding. Uitgave GGD Amsterdam, mei Tekst P. Kouw, A. Reusken, W. Meijer Meijer Jaarverslag 2014 afdeling Tuberculosebestrijding Uitgave GGD Amsterdam, mei 2015 Tekst P. Kouw, A. Reusken, W. Meijer Statistische bewerking P. Kouw Inhoud 1 Inleiding 3 2 Gegevens betreffende het

Nadere informatie

Jaarverslag 2012 Tuberculosebestrijding

Jaarverslag 2012 Tuberculosebestrijding Jaarverslag 2012 Tuberculosebestrijding Jaarverslag 2012 Tuberculosebestrijding Uitgave GGD Amsterdam, oktober 2013 Tekst P. Kouw, A. Reusken, W. Meijer Statistische bewerking P. Kouw Inhoud 1) Inleiding

Nadere informatie

Tuberculose in Nederland 2009

Tuberculose in Nederland 2009 Tuberculose in Nederland 2009 Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20 Surveillancerapport Den Haag, november 2010 Tuberculose in Nederland 2009 Surveillancerapport Den Haag, november 2010 Auteurs E.

Nadere informatie

Tbc-bestrijding regio Utrecht

Tbc-bestrijding regio Utrecht jaarverslag 2011 Tbc-bestrijding regio Utrecht Juni 2012 GGD Midden-Nederland GG&GD Utrecht inhoudsopgave 1wet publieke gezondheid 1. wet publieke gezondheid 3 Tuberculosebestrijding als gemeentelijke

Nadere informatie

Jaarverslag 2013 Tuberculosebestrijding

Jaarverslag 2013 Tuberculosebestrijding Jaarverslag 2013 Tuberculosebestrijding Jaarverslag 2013 Tuberculosebestrijding Uitgave GGD Amsterdam, juli 2014 Tekst P. Kouw, A. Reusken, W. Meijer Statistische bewerking P. Kouw Inhoud 1) Inleiding

Nadere informatie

Het gevaar van tuberculose

Het gevaar van tuberculose Het gevaar van tuberculose Tbc. s Werelds dodelijkste infectieziekte. Een ziekte die voornamelijk de longen aantast en jaarlijks meer dan 10 miljoen slachtoffers maakt. Waarvan 1,7 miljoen dodelijke. Tbc

Nadere informatie

TB zonder positieve kweek: hoe hard is de diagnose? Cecile Magis-Escurra, longarts Consulent klinische tuberulose KNCV/NVALT NTDD 20 juni 2013

TB zonder positieve kweek: hoe hard is de diagnose? Cecile Magis-Escurra, longarts Consulent klinische tuberulose KNCV/NVALT NTDD 20 juni 2013 TB zonder positieve kweek: hoe hard is de diagnose? Cecile Magis-Escurra, longarts Consulent klinische tuberulose KNCV/NVALT NTDD 20 juni 2013 Gouden standaard TB diagnose: positieve kweek Mycobacterium

Nadere informatie

Tuberculose in Nederland 2011

Tuberculose in Nederland 2011 Tuberculose in Nederland 2011 Incidentie 0-2 >2-4 >4-6 >6-10 >10-20 >20-35 Surveillancerapport Den Haag, december 2012 KNCV Tuberculosefonds RIVM Centrum Infectieziektebestrijding Tuberculose in Nederland

Nadere informatie

Samenvatting. Een complex beeld

Samenvatting. Een complex beeld Samenvatting Een complex beeld Vroeg herkende lymeziekte na een tekenbeet is goed te behandelen met antibiotica. Het beeld wordt echter complexer als de symptomen minder duidelijk zijn of als de patiënt

Nadere informatie

TBC Algemene toelichting

TBC Algemene toelichting TBC Algemene toelichting Dr. Wouter Arrazola de Oñate Medisch Directeur VRGT Vl. Vereniging voor Respiratoire Gezondheidszorg en Tuberculosebestrijding De geschiedenis van de VRGT "Indien het belang van

Nadere informatie

Meer dan opsporen. Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie

Meer dan opsporen. Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie Meer dan opsporen Nationaal hepatitisplan: een strategie voor actie Wat is het probleem? 450-500 sterfgevallen door de gevolgen van een infectie met het hepatitis B- of C-virus. 40.000 personen zijn naar

Nadere informatie

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN

BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN APRIL 213 INHOUD Het doel van de thermometer is een eerste berichtgeving over de stand van zaken in 212 over seksuele gezondheid in Nederland. De thermometer bevat nieuwe gegevens van de soa-centra, aangiftecijfers,

Nadere informatie

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting

Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken. Nr. 2018/05. Samenvatting Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken Nr. 2018/05 Vaccinatie van ouderen tegen pneumokokken pagina 2 van 6 Veel mensen dragen pneumokokken bij zich zonder ziek te worden. De pneumokok kan echter ernstige

Nadere informatie

Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT

Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT Samenvatting richtlijn medicamenteuze behandeling van tuberculose NVALT 2005 AANBEVELINGEN: Niveau 2 Het routinematig voorschrijven van pyridoxine bij isoniazide toediening is niet nodig. Pyridoxine suppletie

Nadere informatie

Osiris-NTR. Tuberculose LTBI (latente tuberculose infectie) Vragenlijst en handleiding. M.i.v. 1 januari 2015

Osiris-NTR. Tuberculose LTBI (latente tuberculose infectie) Vragenlijst en handleiding. M.i.v. 1 januari 2015 https://osiris.rivm.nl/osiris.htm Osiris-NTR Tuberculose LTBI (latente tuberculose infectie) Vragenlijst en handleiding M.i.v. 1 januari 2015 Via Help op de website van Osiris-NTR is ook de algemene handleiding

Nadere informatie

Monitoringrapport 2012

Monitoringrapport 2012 Monitoringrapport 2012 Humaan 12 immuundeficiëntievirus 217 (HIV) infectie in 6Nederland Nederlandse samenvatting Monitoring van HIV in Nederland Elk jaar rond 1 december, Wereld AIDS dag, publiceert de

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 11

Samenvatting. Samenvatting 11 Samenvatting Dit advies gaat over de vraag of het wenselijk is om mensen die chronisch geïnfecteerd zijn met het hepatitis B-virus (HBV) of het hepatitis C-virus (HCV) op te sporen door middel van screening.

Nadere informatie

Klinisch redeneren. Tuberculose. Yolanda Vis 17 december 2015

Klinisch redeneren. Tuberculose. Yolanda Vis 17 december 2015 Klinisch redeneren Tuberculose Yolanda Vis 17 december 2015 Leerdoelen Je kan Uitleggen wat voor ziekte tuberculose is (pathogenese) De epidemiologie, incidentie/prevalentie in Nederland en de risicogroepen

Nadere informatie

Tuberculose in Nederland -Onderweg naar eliminatie? -Ontwikkelingen in 2013

Tuberculose in Nederland -Onderweg naar eliminatie? -Ontwikkelingen in 2013 Tuberculose in Nederland -Onderweg naar eliminatie? -Ontwikkelingen in 2013 Dr. Gerard de Vries Hoofd Regiokantoor Nederland/Europa KNCV Coördinator Tuberculosebestrijding RIVM-CIb V&VN Bij- en Nascholing,

Nadere informatie

uberculose Tuberculose in Nederland 2012 n Nederland Surveillancerapport

uberculose Tuberculose in Nederland 2012 n Nederland Surveillancerapport uberculose Tuberculose in Nederland 2012 n Nederland Surveillancerapport Tuberculose in Nederland 2012 Surveillancerapport Auteurs E. Slump C.G.M. Erkens R. van Hunen J.F. van Rest H.J. Schimmel D. van

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN. Analyse van de in 2013 gemelde gevallen

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN. Analyse van de in 2013 gemelde gevallen TUBERCULOSE IN VLAANDEREN Analyse van de in 2013 gemelde gevallen Kristien Janssens Dr. Wouter Arrazola de Oñate Dr. Annemie Forier 1 Methodologie In het Vlaams Gewest moet elk geval van tuberculose wettelijk

Nadere informatie

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen

Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen Samenvatting Voor het eerst is er een vaccin dat baarmoederhalskanker kan voorkomen In Nederland bestaat al decennia een succesvol programma voor bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Daarmee

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 315 Besluit van 20 mei 1998, tot wijziging van het Verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering en het Vergoedingenbesluit particulier verzekerden

Nadere informatie

Cijfers over dementie

Cijfers over dementie Cijfers over dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE):

LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Colofon LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag Dr. S.

Nadere informatie

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden

Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden Samenvatting Er blijft gezondheidswinst liggen doordat vaccins onvoldoende benut worden Nieuwe biotechnologische methoden, met name DNA-technieken, hebben de vaccinontwikkeling verbeterd en versneld. Met

Nadere informatie

Auteur: Mw. Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag

Auteur: Mw. Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag Colofon Auteur: Mw. Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag Vastgesteld op 27 juni 2014 door de Commissie voor Praktische Tuberculosebestrijding. Revisie

Nadere informatie

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet?

Samenvatting. Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Samenvatting Griepvaccinatie: wie wel en wie niet? Griep (influenza) wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Omdat het virus steeds verandert, bouwen mensen geen weerstand op die hen een leven lang

Nadere informatie

Beleid screening asielzoekers en immigranten

Beleid screening asielzoekers en immigranten Beleid screening asielzoekers en immigranten Colofon LEDEN VAN DE WERKGROEP MONITORING SCREENING RISICOGROEPEN (MSR) (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid,

Nadere informatie

Overzicht CPT-besluiten m.b.t. RPT

Overzicht CPT-besluiten m.b.t. RPT Overzicht CPT-besluiten m.b.t. RPT 2005-2012 318.01 Marlies Mensen vertegenwoordigt de CPT in de NVMM-richtlijnwerkgroep Laboratoriumdiagnostiek van tuberculose.rpt- nee 318.02 De vergaderdata voor 2013

Nadere informatie

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra

PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling ondervoeding in revalidatiecentra PROJECTPLAN Vroege herkenning en behandeling in revalidatiecentra Voorbeeldversie A. Inleiding en deelnemende afdelingen Inleiding Ondervoeding is sinds 2010 een prestatie indicator voor de revalidatiecentra.

Nadere informatie

Facts & Figures Dementie

Facts & Figures Dementie Facts & Figures Dementie Inleiding Door de demografische ontwikkelingen neemt het aantal mensen met dementie de komende decennia sterk toe. Mensen worden steeds ouder en er komen meer ouderen. Omdat dementie

Nadere informatie

TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND & DIENST GEZONDHEID EN JEUGD ZUID-HOLLAND ZUID

TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND & DIENST GEZONDHEID EN JEUGD ZUID-HOLLAND ZUID 2014 TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND & DIENST GEZONDHEID EN JEUGD ZUID-HOLLAND ZUID Samenstelling: Dr. N.A.H. van Hest, tuberculose-arts/epidemioloog Team Tuberculosebestrijding GGD Rotterdam-Rijnmond

Nadere informatie

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening

Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening Het centrum Infectieziekteonderzoek, Diagnostiek en Screening (IDS) doet microbiologisch onderzoek, (bijzondere) humane diagnostiek en laboratoriumsurveillance

Nadere informatie

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant

Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant Rapport van het follow-up onderzoek naar de algemene infectieziektebestrijding bij GGD West-Brabant Bezoekdatum: 14 juli 2016 Utrecht Augustus 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en belang 3 1.2 Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 23 oktober 29, week 43 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) verdubbeld

Nadere informatie

LEDEN VAN DE WERKGROEP MSR (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag

LEDEN VAN DE WERKGROEP MSR (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag Colofon LEDEN VAN DE WERKGROEP MSR (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Drs. C.G.M. (Connie) Erkens, arts maatschappij en gezondheid, KNCV Tuberculosefonds, Den Haag Dr. S. (Susan) van den Hof, epidemioloog, KNCV

Nadere informatie

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A

Hepatitis B Inleiding Hepatitis A Preventie hepatitis B Preventie hepatitis A Naast deze infokaart over hepatitis zijn er ook infokaarten beschikbaar over: infectieziekten algemeen, tuberculose, seksueel overdraagbare aandoeningen, jeugd en onveilig vrijen en jeugd en vaccinatie.

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2017

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2017 / TB register VL TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2017 Analyse van de in 2017 gemelde tuberculosepatiënten Tuberculose in Vlaanderen in 2017 1/17 Inhoudstafel 1 Inleiding 3 2 Methodologie 3 3 Incidentie, aantal

Nadere informatie

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn

Nadere informatie

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid

Jaarcijfers 2012. Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland. GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Regionaal Centrum voor Seksuele Gezondheid zuidelijk Zuid-Holland GGD Hollands Midden GGD Rotterdam-Rijnmond GGD Zuid-Holland-Zuid Juni 2013 Samenstelling: Hannelore Götz, arts Maatschappij en Gezondheid

Nadere informatie

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten

Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten Het Centrum Epidemiologie en Surveillance van Infectieziekten (EPI) bewaakt en analyseert de staat van infectieziekten voor de publieke gezondheid.

Nadere informatie

Nationaal plan tuberculosebestrijding 2011-2015 Inhoudelijke kaders. Rapport 215081001/2011 A.S. de Boer G. de Vries

Nationaal plan tuberculosebestrijding 2011-2015 Inhoudelijke kaders. Rapport 215081001/2011 A.S. de Boer G. de Vries Nationaal plan tuberculosebestrijding 2011-2015 Inhoudelijke kaders Rapport 215081001/2011 A.S. de Boer G. de Vries Nationaal plan tuberculosebestrijding 2011-2015 Inhoudelijke kaders RIVM Rapport 215081001/2011

Nadere informatie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie

Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie Hepatitis C in penitentiaire inrichtingen Een onderzoek naar prevalentie C.J. Leemrijse M.Bongers M. Nielen W. Devillé ISBN 978-90-6905-995-2 http://www.nivel.nl nivel@nivel.nl Telefoon 030 2 729 700 Fax

Nadere informatie

Tuberculosis transmission in the Netherlands : the role of immigration and travel Kik, S.V.

Tuberculosis transmission in the Netherlands : the role of immigration and travel Kik, S.V. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Tuberculosis transmission in the Netherlands : the role of immigration and travel Kik, S.V. Link to publication Citation for published version (APA): Kik, S. V. (2009).

Nadere informatie

tuberculose en contactonderzoek

tuberculose en contactonderzoek tuberculose en contactonderzoek Inhoudsopgave p. 3 Waarom ontvangt u deze folder? Meedoen is belangrijk! p. 4 Belangrijk om te weten over tuberculose p. 5 Word ik nu ziek p. 6 Contactonderzoek: meedoen!

Nadere informatie

REIZEN EN TUBERCULOSE

REIZEN EN TUBERCULOSE REIZEN EN TUBERCULOSE Op reis naar Oost-Europa Afrika Azië Midden-Amerika Zuid-Amerika In deze folder staan enkele maatregelen die u kunt nemen om uzelf te beschermen LANGER DAN 3 MAANDEN VEEL CONTACT

Nadere informatie

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade

Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 5 Vroeg opsporen en voorkomen achteruitgang chronische nierschade In Nederland hebben 1,7 miljoen mensen chronische nierschade. Dit is in veel gevallen het gevolg van

Nadere informatie

TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND 2013 TBC-JAARCIJFERS GGD ROTTERDAM-RIJNMOND - Medewerkers sectie tuberculosebestrijding per 1 januari 2013 Teammanager: Veerle Wieërs Officemanager/Functioneel Applicatiebeheerder Monica Straal Tuberculoseartsen:

Nadere informatie

TUBERCULOSEBESTRIJDING VAN DE OPLEIDING TOT ARTS MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID

TUBERCULOSEBESTRIJDING VAN DE OPLEIDING TOT ARTS MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID OPLEIDINGSEISEN TUBERCULOSEBESTRIJDING VAN DE VVAWT ten behoeve van het PROFIEL TUBERCULOSEBESTRIJDING VAN DE OPLEIDING TOT ARTS MAATSCHAPPIJ EN GEZONDHEID Januari 2006 In dit document worden de opleidingseisen

Nadere informatie

Tuberculose ook bij ons

Tuberculose ook bij ons Tuberculose ook bij ons Juni : CLB-arts krijgt melding van geval van actieve tb door TOVO bij 12-jarig meisje Vraag TOVO aan CLB-arts Directie, leerkrachten en medeleerlingen inlichten Info geven over

Nadere informatie

NR. (On)mogelijke transmissie op een sterilisatieafdeling. Ruimte voor preventie van tuberculose bij kinderen in Nederland

NR. (On)mogelijke transmissie op een sterilisatieafdeling. Ruimte voor preventie van tuberculose bij kinderen in Nederland (On)mogelijke transmissie op een sterilisatieafdeling Ruimte voor preventie van tuberculose bij kinderen in Nederland NR. 3 Consulentschap houdt kennis klinische tuberculose paraat JAARGANG 107 2011 Bij

Nadere informatie

Tuberculose in Vlaanderen 2002

Tuberculose in Vlaanderen 2002 Tuberculose in Vlaanderen 2002 Inleiding Tuberculose is nog steeds een van de belangrijkste en meest frequent voorkomende geregistreerde infectieziektes. Exacte cijfers zijn pas te verkrijgen na grondige

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting De levensverwachting van mensen met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) is gemiddeld 13-30 jaar korter dan die van de algemene bevolking. Onnatuurlijke doodsoorzaken zoals

Nadere informatie

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2015

TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2015 / rapport TUBERCULOSE IN VLAANDEREN IN 2015 Analyse van de in 2015 gemelde gevallen 24.01.2017 Tuberculose in Vlaanderen in 2015 1/16 Inhoudstafel 1 Inleiding 3 2 Methodologie 3 3 Incidentie, aantal en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 218 Het verworven immuun deficiëntie-syndroom (AIDS) Nr. 64 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van

Nadere informatie

LEDEN VAN DE WERKGROEP (IN ALFABETISCHE VOLGORDE):

LEDEN VAN DE WERKGROEP (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Colofon LEDEN VAN DE WERKGROEP (IN ALFABETISCHE VOLGORDE): Mw. E. (Emma) Buurman, sociaal verpleegkundige, GGD Amsterdam Mw. drs. C.G.M. (Connie) Erkens (secretaris), arts maatschappij en gezondheid, KNCV

Nadere informatie

Een tuberculinehuidtest opvolgen: een behandeling voor een latente tuberculose-infectie instellen? Agentschap Zorg & Gezondheid

Een tuberculinehuidtest opvolgen: een behandeling voor een latente tuberculose-infectie instellen? Agentschap Zorg & Gezondheid Een tuberculinehuidtest opvolgen: een behandeling voor een latente tuberculose-infectie instellen? Agentschap Zorg & Gezondheid CAVE Deze brochure bevat een samenvatting van de bestaande richtlijnen. De

Nadere informatie

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( )

8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM ( ) 8 Kinkhoest Rubriekhouder: Mw. dr. H. de Melker, RIVM (1998-2012) Inleiding Kinkhoest is een acute, zeer besmettelijke infectie van de bovenste luchtwegen die veroorzaakt wordt door de bacterie Bordetella

Nadere informatie

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport

Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Gemeenteblad Initiatiefvoorstel voor de raadsvergadering van Zorg en sport Nummer Publicatiedatum Agendapunt initiatiefvoorstel 19.04.2017 Onderwerp Initiatiefvoorstel van de raadsleden

Nadere informatie

Opvolgen van tuberculinehuidtest: een behandeling voor latente tuberculose-infectie instellen of niet?

Opvolgen van tuberculinehuidtest: een behandeling voor latente tuberculose-infectie instellen of niet? Vlaams Agentschap Zorg & Gezondheid Koning Albert II-laan 35 bus 33, 1030 Brussel tel. 02 553 35 00 fax 02 553 35 84 zorg-en-gezondheid@vlaanderen.be www.zorg-en-gezondheid.be Vlaamse Vereniging voor Respiratoire

Nadere informatie

Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding

Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding Het centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) coördineert de infectieziektebestrijding en de daarmee samenhangende communicatie,

Nadere informatie

Regionaal organiseren van hepatitis zorg. Concept Nationaal Hepatitisplan

Regionaal organiseren van hepatitis zorg. Concept Nationaal Hepatitisplan Regionaal organiseren van hepatitis zorg Concept Nationaal Hepatitisplan Nationale Hepatitis Dag 2015 Disclosure belangen spreker Disclosure belangen spreker Geen (potentiële) belangenverstrengeling Geen

Nadere informatie

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek

Samenvatting. De ziekte en het bevolkingsonderzoek Samenvatting Nederland heeft een goed bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker ( het uitstrijkje ). Er zijn echter kansen om de preventie van baarmoederhalskanker verder te verbeteren. Zo is er een

Nadere informatie

Nieuwe Influenza A (H1N1)

Nieuwe Influenza A (H1N1) Nieuwe Influenza A (H1N1) Overzicht 6 november 29, week 45 Samenvatting In de afgelopen week is het aantal ziekenhuisopnamen wegens een laboratoriumbevestigde infectie met Nieuwe Influenza A (H1N1) wederom

Nadere informatie

STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES

STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES STICHTING OPSPORING FAMILIAIRE HYPERCHOLESTEROLEMIE (StOEH) BEVOLKINGSONDERZOEK ERFELIJK VERHOOGD CHOLESTEROLGEHALTE IN FAMILIES De StOEH heeft ten doel personen met deze Familiaire Hypercholesterolemie

Nadere informatie

Tuberculose ziekte. Vragenlijst en handleiding. M.i.v. 1 januari 2011

Tuberculose ziekte. Vragenlijst en handleiding. M.i.v. 1 januari 2011 Osiris-NTR Tuberculose ziekte Vragenlijst en handleiding M.i.v. 1 januari 2011 Handleiding Osiris-NTR ziekte, januari 2011-1 - De melding moet worden verricht door de GGD in de woonplaats van de patiënt

Nadere informatie

Zeg nee! Tegen Hepatitis B. Hepatitis B-campagne voor en door Chinezen in Rotterdam e.o. Reinoud Wolter GGD Rotterdam-Rijnmond

Zeg nee! Tegen Hepatitis B. Hepatitis B-campagne voor en door Chinezen in Rotterdam e.o. Reinoud Wolter GGD Rotterdam-Rijnmond Zeg nee! Tegen Hepatitis B Hepatitis B-campagne voor en door Chinezen in Rotterdam e.o. Reinoud Wolter GGD Rotterdam-Rijnmond 乙型肝炎行動 China aan de Maas Bestrijding Hepatitis B.Sinds 1989 zwangerschapsscreening.sinds

Nadere informatie