Onderzoek Milieuzonering Haakweg 40 Hoek van Holland. Opdrachtgever Handelsonderneming Van der Knijff Hoek van Holland

Transcriptie

1 Onderzoek Milieuzonering Haakweg 40 Hoek van Holland Opdrachtgever Handelsonderneming Van der Knijff Hoek van Holland

2

3 Milieu consultancy Watermanagement Ruimtelijke ordening Onderzoek Milieuzonering Haakweg XD Hoek van Holland Aqua-Terra Nova BV Zuidweg MP Naaldwijk telefoon fax Opdrachtgever Handelsonderneming Van der Knijff Datum: 30 september 2013 Rapportnr: Status: Definitief rapport

4

5 INHOUDSOPGAVE INLEIDING Aanleiding Methode... 2 UITGANGSPUNTEN Wet milieubeheer VNG Handreiking Bedrijven en milieuzonering Provinciaal beleid nieuwe bestemmingsplannen... 4 GEBIEDSTYPERING Ligging... 5 MILIEUZONERING HAAKWEG Milieuzonering Gebiedstype Ondervonden hinder Haakweg RESULTATEN CONCLUSIE BRONVERMELDING BIJLAGEN Bijlage 1: Voorschriften bestemmingplan Buitengebied Oost 1979, Artikel 9 Opslagbedrijf Bijlage 2, Bouwtekening nieuwe loods Haakweg 40 Hoek van Holland

6 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De handelsonderneming A.C. van der Knijff Holding B.V., Haakweg 40, 3151XD, Hoek van Holland, beoogt op eigen terrein een tweede bedrijfshal te bouwen ter grootte van 720 m2. De locatie is kadastraal bekend als sectie A4, nr. 1486, gemeente Hoek van Holland. De locatie valt qua ligging in het bestemmingplan Buitengebied Oost, en grenst direct aan het op 27 juni 2013 vastgestelde bestemmingsplan Oranje Bonnen (1e fase). In beide plannen staat de natuurbestemming centraal en wordt het gebied aangewezen als agrarisch (recreatief) waardevol gebied. De huidige aanvraag betreft een omgevingsvergunning die moet leiden tot een vrijstelling op het bestemmingsplan. De activiteiten van het bedrijf richten zich hoofdzakelijk op het slopen, renoveren en (her-) bouw van glastuinbouwbedrijven. Op de locatie Haakweg worden deze materialen gereviseerd en schoongemaakt ten behoeve van hergebruik. De gereviseerde en kostbare (bouw) materialen worden nu in de open lucht opgeslagen omdat de huidige loods te klein is. Om kwaliteitsverlies van de materialen, maar vooral ook om diefstal te voorkomen is het nodig de tweede loods te bouwen. Ten behoeve van een goede ruimtelijke inpassing is een windsingel voorzien. Figuur 1. Impressie globale ligging en situatie Definitief rapport 30 september

7 Figuur 2. Nieuwe inrichtingsschets 1.2 Methode In dit deelonderzoek naar milieuzonering wordt toegelicht welk milieuaspecten en risico s de voorgenomen bouw heeft op uitsluitend milieu en omgeving. De inventarisatie is verricht conform de Wet Milieubeheer. Op basis van een locatiebezoek en openbare informatie is geïnventariseerd op: A Aanwezige (beperkt) kwetsbare en gevoelige objecten in de directe omgeving B Ruimtelijke plannen (bestemmingsplannen, streekplan) C Relevante overige ontwikkelingen In dit onderzoek is op een adequate en zorgvuldige wijze getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de te verwachten milieubelasting aan de hand van de aangeleverde informatie en de meest recente en openbaar beschikbare informatie. Definitief rapport 30 september

8 2 UITGANGSPUNTEN De VNG publicatie Bedrijven en milieuzonering legt de relatie tussen de milieubelastende en milieugevoelige functies in het gebied om voorzienbare hinder door milieubelastende activiteiten te voorkomen. Milieubelastende activiteiten zijn activiteiten die hinder kunnen veroorzaken in de vorm van geluid, geur, stof en externe veiligheid. Milieugevoelige functies zijn gebouwen en terreinen die naar hun aard bestemd zijn voor het verblijf van personen gedurende de dag of nacht of een gedeelte daarvan (bijvoorbeeld woningen). De milieubelastende activiteiten zijn in de publicatie Bedrijven en Milieuzonering ingedeeld in een aantal categorieën met bijhorende minimaal gewenste afstanden tot milieugevoelige functies. De indeling van de activiteiten is gebaseerd op de standaard bedrijfsindeling (SBI) van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Per milieucategorie geldt een minimaal gewenste afstand, een richtafstand. Deze richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds bouwvlakken voor milieugevoelige functies die volgens het bestemmingsplan, of via vergunningsvrij bouwen, mogelijk zijn. De volgende uitgangspunten spelen hierbij een rol: 2.1 Wet milieubeheer Op grond van de Wet milieubeheer kunnen gemeente en provincie milieu- en veiligheidsafstanden rond inrichtingen/activiteiten vaststellen. Deze afstanden zijn in de milieuvergunning of het Activiteitenbesluit opgenomen. Dit betreft o.a. voorschriften ten aanzien van geur, geluid, stof en externe veiligheid. Inrichtingen zijn gehouden aan de voorschriften met betrekking tot gevoelige objecten en (beperkt)kwetsbare objecten. 2.2 VNG Handreiking Bedrijven en milieuzonering De VNG heeft het boekje opgesteld: Bedrijven en milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk (2009). Deze handreiking geeft informatie over de ruimtelijk relevante milieuaspecten van diverse bedrijfsactiviteiten. Tevens geeft het boekje een richtafstand voor het ontwikkelen van bedrijfsactiviteiten in relatie tot het omgevingstype en voor het inpassen van gevoelige functies nabij bedrijven. Deze afstanden gelden in principe tussen enerzijds de perceelgrens van het bedrijf en anderzijds de gevel van een woning. De twee omgevingstypes die de VNG hanteert zijn: Rustige woonwijk en rustig buitengebied: Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven en kantoren) voor. Langs de randen (in de overgang naar mogelijke bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer. Een vergelijkbaar omgevingstype qua aanvaardbare milieubelasting is een rustig buitengebied (eventueel inclusief verblijfsrecreatie), een stilte gebied of een natuurgebied. Gemengd gebied: Een gemengd gebied is een gebied met een matige tot sterke functiemenging. Direct naast woningen komen andere functies voor zoals winkels, horeca en kleine bedrijven. Ook lintbebouwing in het buitengebied met overwegend agrarische en andere bedrijvigheid kan als gemengd gebied worden beschouwd. Gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, behoren eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied. Hier kan de verhoogde milieubelasting voor geluid de toepassing van kleinere richtafstanden rechtvaardigen. Geluid is voor de te hanteren afstand van milieubelastende activiteiten veelal bepalend. Het omgevingstype wordt bepaald door het (soort) gebied waarin de locatie zich bevindt en niet door de locatie zelf. Definitief rapport 30 september

9 2.3 Provinciaal beleid nieuwe bestemmingsplannen Provinciale Staten van Zuid Holland hebben op 2 juli 2010 de Provinciale Structuurvisie, de Verordening Ruimte en de Uitvoeringsagenda vastgesteld. De Structuurvisie vervangt de vier Streekplannen en de Verordening Ruimte komt in de plaats van de Nota Regels voor Ruimte. In de Verordening Ruimte geeft de provincie regels voor de inhoud van gemeentelijke bestemmingsplannen. In de verordening zijn twee regelingen opgenomen over milieuzonering. Het gaat om de veiligheidszonering van de oevers van de Nieuwe Waterweg en de Nieuwe Maas en om regelgeving voor luchthavens en helihavens met betrekking tot geluid en veiligheid. 2.4 Geldend bestemmingsplan Naast de hierboven besproken wettelijke normeringen en richtafstanden, kunnen er in het kader van het bestemmingsplan eveneens (milieu) zones zijn vastgelegd. Het huidige bestemmingsplan Hoek van Holland Buitengebied Oost van de gemeente Rotterdam is van toepassing. Op de plankaart zijn de gronden Haakweg 40 aangeduid als Landelijk waardevol agrarisch gebied, artikel 5. Het aangrenzend nieuwe bestemmingsplan Oranje Bonnen (fase 1) dat op 27 juni 2013 is vastgesteld onderstreept deze agrarisch waardevolle kwaliteit. Definitief rapport 30 september

10 3 GEBIEDSTYPERING 3.1 Ligging Het projectgebied heeft een oppervlakte van ca m 2 en is volledig verhard met asfalt. Er wordt in het projectgebied een tweede loods van ca. 720 m 2 bijgebouwd De vestiging aan de Haakweg ligt in het bestemmingsplan Hoek van Holland Buitengebied Oost, grenzend aan landelijk gebied, waarvoor bestemmingsplan Oranje Bonnen geldt. Het omliggende gebied binnen BP Buitengebied Oost is te karakteriseren als kassengebied met bijbehorende woningen. Het landelijk gebied is gekarakteriseerd als landschappelijk waardevol agrarisch gebied. In het gebied zijn weinig woningen. De uitbreiding van het bedrijf met een bedrijfshal en windsingel ten behoeve van de handelsonderneming Van der Knijff, is in strijd met het vingerende bestemmingsplan. Ten behoeve van het bouwplan is een omgevingsvergunning aangevraagd op 16 juni Figuur 2. Locatie Haakweg 40 op de grens van het bestemmingsplan Buitengebied Oost en bestemmingsplan Oranje Bonnen. Alleen de in oranje aangegeven delen zijn reeds opnieuw bestemd in fase 1. Definitief rapport 30 september

11 4 MILIEUZONERING HAAKWEG Milieuzonering De milieuzonering is opgesteld aan de hand van het Activiteitenbesluit 2009 en de VNG publicatie Bedrijven en Milieuzonering, Handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk De indeling van de bedrijven c.q. bedrijfsactiviteiten is vastgelegd in de Staat van bedrijfsactiviteiten (zie tabel). Deze staat is gebaseerd op bovengenoemde VNG circulaire. In deze staat worden bedrijfsactiviteiten ingedeeld in zes categorieën met potentiële milieuemissies. Op grond van deze staat wordt een beleidsmatige selectie gemaakt van die bedrijfsactiviteiten die in het plangebied toe worden gestaan. De bedrijven zijn op basis van de Standaard Bedrijfs Indeling (SBI -codes) in deze staat gerangschikt. Per bedrijfsactiviteit is voor elk ruimtelijk relevante milieucomponent (geur, stof, geluid en gevaar) een richtafstand aangegeven die in beginsel moet worden aangehouden tussen een bedrijf en milieugevoelige objecten (veelal woningen) om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare normen te houden. Bij het bepalen van deze richtafstanden zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: - het betreft 'gemiddelde' moderne bedrijfsactiviteiten met gebruikelijke productieprocessen en voorzieningen; - de richtafstanden hebben betrekking op de omgevingstype 'rustige woonwijk'; - de richtafstanden bieden in beginsel ruimte voor normale groei van de bedrijfsactiviteiten. De grootste afstand van de milieucomponenten geeft de indicatie voor de aan te houden afstand tussen de bedrijfsactiviteit en milieugevoelig objecten. Elk bedrijf c.q. bedrijfsactiviteit wordt in een bepaalde milieucategorie ingedeeld. De milieucategorie is direct afgeleid van de grootste afstand. Milieu categorie Grootste afstand in meters Tabel 1. Grootste afstanden afhankelijk van milieucategorie behorend bij activiteit Activiteit en categorie bedrijvigheid De huidige en voorgenomen activiteit wordt gecategoriseerd als VERVAARDIGING EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDDELEN. Voor opslag is alleen de verhuur van opslagruimte een categorie. Bepalend in de hinder zijn het verrichten van activiteiten buiten of in een gebouw, en daarnaast is de grootte van het oppervlak waar gewerkt wordt, van belang. In Tabel 2 zijn de subactiviteiten, afstanden en bijbehorende milieucategorie vermeld. Definitief rapport 30 september

12 SBI- CODE SBI- CODE 2008 OMSCHRIJVING AFSTANDEN IN METERS nummer GEUR STOF GELUID GEVAAR GROOTSTE AFSTAND CATEGORIE 28 25, 31 - VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.) , Constructiewerkplaatsen: , gesloten gebouw , 331 1a - gesloten gebouw, p.o. < 200 m , in open lucht, p.o. < m Tabel 2. Relevante activiteiten met afstanden en milieucategorie1 De voorgenomen loods heeft een oppervlakte groter dan 200 m 2. Omdat de functie van de loods voor het merendeel opslag zal zijn, is het waarschijnlijk dat het oppervlak waar gewerkt wordt kleiner is dan 200 m 2. Op grond van de beschikbare gegevens gaan we vooralsnog uit van milieucategorie 3.2, terwijl 3.1 als mogelijkheid overwogen kan worden. De bijbehorende maximale afstanden zijn 100, respectievelijk 50 meter. De handelsonderneming Van der Knijff valt hiermee onder SBI code 281, nummer 1. Hierbij wordt opgemerkt dat de overgang van activiteiten buiten, zoals deze nu plaatsvinden, naar activiteiten binnen een gebouw een vermindering van de hinder voor de omgeving tot gevolg zal hebben (zie Figuur 1 en Figuur 2). 4.2 Gebiedstype De verschillende hindergevoelige gebieden worden aangeduid met de term "gebiedstypen". Alhoewel het systeem standaard uitgaat van een rustige woonwijk als referentiegebied kan het ook toegepast worden ten opzichte van andere gebiedstypen, zoals bijvoorbeeld een landelijk gebied of industriegebied en dergelijke. De maximaal toelaatbare afstanden en indexen verschillen per gebiedstype. In tabel 3 zijn de verschillende onderscheiden gebiedstypen genoemd en de daarbij toegelaten correctiemogelijkheden per milieuaspect. 1 Uittreksel uit bijlage 3, Bedrijven en Milieuzonering VNG 2009 Definitief rapport 30 september

13 Tabel 3. Gebiedstypen en gevoeligheid met afstandsstappen Als een (!) in de tabel is opgenomen kàn het milieuaspect voor het gebied bijzonder gevoelig liggen. Dit kan leiden tot verzwaring van planologische randvoorwaarde, eventueel gecombineerd met nadere voorschriften in het milieuspoor. Met een (-) wordt indicatief aangegeven dat een milieuaspect minder gevoelig kan liggen dan voor een rustige woonwijk het geval is. Een correctie kan aan de orde zijn ten opzichte van de afstanden zoals genoemd bij een rustige woonwijk. De (-) betekent dat er een correctie voor dat milieuaspect met één afstandsstap lager kan worden aangehouden voor die omgeving ten opzichte van een rustige woonwijk. Is er voor een bepaald milieuaspect geen (-) opgenomen in de tabel, dan is een correctie voor dat milieuaspect in de principe niet mogelijk, tenzij in de concrete situatie bijzondere omstandigheden aanwezig zijn. uitgangspunt is dat niet meer dan één afstandsstap wordt gecorrigeerd. Een grotere afwijking is echter mogelijk als dit kan worden onderbouwd. Kenmerk locatie De locatie bevindt zich op de grens tussen gebied aan West en Zuidzijde dat gedomineerd wordt door kassen, en landelijk gebied met verspreide woningen. Het verdient daarom aanbeveling deze gebiedstypen apart te behandelen. Het gebied in de noordelijke sector, gevormd door Haakweg en Dwarshaak, wordt als landelijk gebied met woningen beschouwd, categorie E 2. Het overige gebied is te beschouwen als gemengd gebied, categorie C. Dit zijn conservatieve aannames. 4.3 Ondervonden hinder Haakweg 40 Voor de categorie bedrijvigheid is geur een bijzonder aandachtspunt, terwijl in gemengd gebied geur geen bijzonder aandachtspunt is. Er zijn 2 denkbare geurbronnen: 1) Intensieve dierhouderijen 2) Overige bedrijven die geurhinder veroorzaken. Ad 1) Gezien de nadruk op landschappelijk waardevol agrarisch gebruik is geurhinder door dierhouderijen niet te verwachten. Ad 2) Op het bedrijventerrein Haak-Kulkweg bevinden zich bedrijven, waarvan de milieucategorie voor de bestemming Bedrijf 4 3 (Westzijde Haakweg) maximaal 3.2 is. Hierbij hoort een maximale milieucontour met een afstand van 100 meter. 2 Woningen zijn nauwelijks aanwezig, en horen niet tot de gebiedsambitie, maar zijn niet uit te sluiten totdat het gebied ook opgenomen wordt in het vernieuwde bestemmingsplan Oranje Bonnen. 3 Bestemmingsplan Hoek van Holland-Bedrijventerreinen, vastgesteld Definitief rapport 30 september

14 Het vastgestelde bestemmingsplan maakt aan de oostzijde van de Haakweg bedrijven, die behoren tot milieucategorie 4.2 mogelijk. Bij dat type bedrijvigheid hoort een maximale milieucontour met een afstand van 300 meter. In Figuur 3 zijn de bijbehorende maximale contouren gepresenteerd. De maximale contour raakt juist aan de voorgenomen ontwikkeling. Uit de staat van bedrijvigheid blijkt dat de contour vooral bepaald wordt door geur; in de staat van bedrijvigheid zijn bedrijven ter vervaardiging van aardappelprodukten en composteerbedrijven opgenomen. Op het terrein is een AWZI met een maximale capaciteit van inwoner-equivalenten aanwezig. Het bestemmingsplan maakt voor die AWZI geen vergroting van de capaciteit mogelijk. Figuur 3. Hinder door nabije bedrijven(terreinen). Paars: bedrijven, oranje: maximale contour. Aangezien opslag en productie niet bij uitstek geur-gevoelige bestemmingen zijn, wordt de kans op geurhinder verwaarloosbaar geacht. Dit oordeel wordt versterkt door de aanwezigheid van bedrijven en (bedrijfs)woningen binnen de contour. Bij het huidige gebruik van het bedrijventerrein, waarbij de AWZI de geurhinder bepaalt, is de afstand groter dan 300 meter, zodat ontoelaatbare groei van de hinder voorkomen kan worden tijdens de vergunningverlening. Definitief rapport 30 september

15 5 RESULTATEN Het projectgebied heeft een oppervlakte van ca m 2 en is volledig verhard met asfalt. Er wordt in het projectgebied een tweede loods van ca. 720 m 2 bijgebouwd. Gelet op het bovenstaande valt het bedrijf van Van der Knijff onder de SBI code 281, nummer 1. Aan de Zuid- en Westzijde van het bedrijf van Van der Knijff zijn bedrijven gevestigd met woningen, buiten bedrijventerrein, zodat het gebied als gemengd beschouwd wordt. Aan de Noordoost zijde is het gebied te typeren als landelijk gebied met enkele woningen. De afstand tot de dichtstbijzijnde woning in het landelijk gebied is ruim 500 meter. De ontwikkeling heeft, afhankelijk van het gewenste produktie-oppervlak, een afstand van meter nodig voor het aspect geluid. De windhaag wordt geacht visueel acceptabel te zijn. De vestiging aan de Haakweg valt binnen het bestemmingsplan Hoek van Holland buitengebied oost. Binnen een straal van 100 meter zijn ten Noordoosten geen bijzondere geluidgevoelige objecten. Aan de Zuidwest kant valt de contour rond het bedrijf van Van der Knijff geheel binnen de huidige milieuzone van het huidige industrieterrein. Omdat er geen verandering in de bedrijfsvoering is voorzien zal de verkeersaantrekkende werking niet noemenswaardig veranderen. Definitief rapport 30 september

16 6 CONCLUSIE Geconcludeerd mag worden dat de voorgenomen bouw van de tweede loods geen onacceptabele nadelige invloed heeft op de omgeving. De ontwikkeling houdt een verbetering in t.o.v. de huidige situatie, zowel wat betreft het aspect geluid als het aspect visuele hinder. In dit onderzoek is op een zorgvuldige wijze getracht een zo volledig mogelijk beeld te schetsen aan de hand van de meest recente en beschikbare informatie. Niettemin kunnen aan dit onderzoek geen rechten worden ontleend Definitief rapport 30 september

17 7 BRONVERMELDING 1. Besluit algemene regels voor inrichtingen, milieubeheer, 2. Bedrijven en milieuzonering, VNG, editie Locatiespecifieke informatie 3. Visie op Zuid-Holland Verordening Ruimte 4. Bestemmingsplan Hoek van Holland buitengebied Oost 5. Bestemmingsplan Oranjebonnen (fase 1), d.d. 27 juni Ambitiedocument Oranjebonnen Hoek van Holland, maart Bestemmingsplan Hoek van Holland Woongebied, november Factsheet Haak Kulkweg Kamer van Koophandel 9. Funda Definitief rapport 30 september

18 8 BIJLAGEN 8.1 Bijlage 1: Voorschriften bestemmingplan Buitengebied Oost 1979, Artikel 9 Opslagbedrijf 8.2 Bijlage 2, Bouwtekening nieuwe loods Haakweg 40 Hoek van Holland Definitief rapport 30 september

19 Bijlage 1 Voorschriften bestemmingplan Buitengebied Oost 1979 Artikel 9 Opslagbedrijf Artikel 9 - Opslagbedrijf Doeleinden De op de plankaart voor 'opslagbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: - opslag van materialen, voorzover daarvoor geen vergunning vereist is op basis van de Hinderwet of de krachtens die wet gestelde besluiten, zoals die luidden ten tijde van de tervisielegging van het ontwerp van dit plan, met de daarbij behorende bouwwerken en werken, geen bouwwerken zijnde. A I Bebouwingsvoorschriften Voor deze gronden gelden de volgende eisen ten aanzien van bebouwing e.a.: a. gebouwen mogen uitsluitend worden opgericht op het op de plankaart aangegeven bebouwingsvlak; b. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan op de plankaart is aangegeven; c. de goothoogte van bedrijfsgebouwen mag niet meer dan 5,50 m en de bouwhoogte niet meer dan 9 m bedragen; d. er mag slechts één bedrijfswoning worden opgericht, mits: 1. de woning wordt afgedekt met een kap met een minimale en maximale hellingshoek van 350 respectievelijk 500; 2. de goothoogte niet meer dan 3 m bedraagt; 3. de inhoud niet minder dan 2,50 m3 en niet meer dan 750 m3 bedraagt; e. bij de bedrijfswoning mag slechts één bijgebouw, vrijstaand dan wel aangebouwd aan de woning, worden opgericht, mits: 1. de goothoogte niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 4,50 m bedraagt; 2. de oppervlakte niet meer dan 30 m2 bedraagt; 3. de afstand van een vrijstaand bijgebouw tot de woning niet meer bedraagt dan 20 m; f. onverminderd het bepaalde, sub e. mogen de volgende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht: dierenverblijven, hobbykassen en één carport, mits: 1. de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt; 2. de gezamenlijke oppervlakte niet meer dan 25 m2 bedraagt; g. de afstand tussen gebouwen en de zijdelingse perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 5m; h. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 5 m; met dien verstande dat de hoogte van al dan niet verrijdbare installaties niet meer mag bedragen dan 10 m en dat terreinafscheidingen niet hoger mogen zijn dan 2,50 m. A II Vrijstelling voor hoogtematen Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen: a. van het bepaalde in lid A l sub c. voor een maximale goothoogte van 6,50 m en een maximale bouwhoogte van 10 m; b. van het bepaalde in lid A l sub d.2. voor een maximale goothoogte van 5,50 m; c. van het bepaalde in lid A l sub h. voor een hoogte van maximaal 8 m in plaats van de daar voorgeschreven 5 m. Lid B Ander gebruik van de grond B l Bijzondere gebruiksverboden Onder gebruik van gronden in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 14 wordt in ieder geval verstaan het gebruik van de gronden: a. als staan- of ligplaats voor onderkomens en stacaravans; b. voor de uitoefening van enige tak van handel of bedrijf, niet zijnde een krachtens de bestemming toegelaten bedrijf, waaronder begrepen het gebruik als staanplaats van wagens geschikt of bestemd voor de uitoefening van handel; c. voor het opstellen, opslaan, deponeren, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van al dan niet onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, produkten, voer- of vaartuigen of machines, in het bijzonder voor het storten van tuinafval en met uitzondering van krachtens de bestemming toegestane materialen. Definitief rapport 30 september

20 Bijlage 2 Bouwtekening nieuwe loods Haakweg 40 Hoek van Holland Definitief rapport 30 september

21 0